OMDAT MENSEN TELLEN. - Pensioenschijf van vijf

OMDAT MENSEN TELLEN.
Het is logisch om als
ondernemer je pensioen
op te bouwen in je bedrijf.
Maar het resultaat kan
tegenvallen. Wat is er
eigenlijk mogelijk, en
wat is verstandig? Is het
pensioen wel de ‘zaak’
van de ondernemer?
JA
GERARD STAATS: ‘ER IS
AMPER EEN MARKT VOOR
ALTERNATIEVEN’
‘E
en ondernemer zal goed op zijn
eigen zaak passen. Hij zal de
ambitie hebben om uit de onderneming het hoogst mogelijke
rendement te halen. Dat pleit ervoor dat
hij zijn pensioenvermogen in de eigen
onderneming moet kunnen beleggen.
Door dat te doen, verruimt de ondernemer
bovendien zijn liquiditeitspositie. Hij heeft
daardoor meer kapitaal tot zijn beschikking
om te ondernemen. Maar: gaat het slecht
met de economie en met de onderneming,
dan gaat het ook slecht met het pensi-
14. OMGZN 2015
STELLING
TEKST GERHARD SLUITER BEELD VINCENT VAN GURP
oen. Op het moment dat je het pensioen
opbouwt in eigen beheer, sta je toe dat je
belegt in één onderneming, met de risico’s
die daarbij horen.
Het pensioen in de eigen zaak is dus niet
ideaal, maar dat zijn de alternatieven
ook niet. De meeste verzekeraars bieden
geen pensioenproduct voor directeurgrootaandeelhouders. En verzekeringsmaatschappijen hebben met bijvoorbeeld
de woekerpolisaffaire het vertrouwen van
de belastingplichtige geen goed gedaan.
Naar een bank kan de ondernemer niet,
want de wet staat sparen voor je pensioen
bij de bank niet toe. Het zou overigens een
goede zaak zijn als dat wel zou kunnen.
Maar zolang er geen betere alternatieven
zijn, bestaat er voor mij geen aanleiding
afscheid te nemen van het pensioen in
eigen beheer.
Sparen voor het pensioen in eigen beheer is
fiscaal niet meer zo aantrekkelijk, doordat
het vennootschapsbelastingtarief fors
omlaag is gegaan. En door gerechtelijke
procedures is de fiscale wetgeving niet
meer van deze tijd. In de praktijk zien we
het nogal eens misgaan met het pensioen
in de eigen onderneming: het geld is er
niet of er is te weinig. De komende, op
vereenvoudiging gerichte belastingherziening – naar verwachting zal die er begin
2016 komen – is dus dringend nodig. Daar
liggen twee uitdagingen: kun je fiscaal het
opbouwen van pensioen in de eigen zaak
en de liquiditeitspositie van de onderneming met elkaar verenigen? En hoe regelen
we dat ook de ondernemer uiteindelijk
een adequate oudedagsvoorziening zal
hebben? Zelf denk ik bijvoorbeeld aan aanvullende eisen voor de beleggingen in het
NEE
MICHAEL VISSER:
‘TE VRIJBLIJVEND EN TE
WEINIG WAARBORGEN’
‘V
Mr. dr. Gerard M.C.M. Staats (49)
is fiscaal jurist. Hij is senior manager bij
Bureau Vaktechniek van BDO Belastingadviseurs, met als aandachtsgebied pensioen
en overige oudedagsvoorzieningen. Daarnaast is hij sinds 2001 verbonden aan het
Fiscaal Instituut van Tilburg University. In
2014 promoveerde hij aan de Tilburg University op het proefschrift ‘Personal pensions in
the EU: Guidelines for an integrated model’.
eigen bedrijf en nadere voorschriften voor
de wijze van reservering. Weten we die
vragen bevredigend te beantwoorden, dan
moet ook het beleggen voor het pensioen
in de eigen onderneming mogelijk zijn.’
Mr. drs. Michael Visser (34)
heeft fiscaal recht en fiscale
economie gestudeerd aan Tilburg
University. Hij is sinds 2005 parttime werkzaam als onderzoeker/
docent bij het Competence Centre
for Pension research en het Fiscaal
Instituut van diezelfde universiteit. Sinds 2014 is hij daarnaast
zelfstandig ondernemer met zijn
bedrijf Pensioen GeMi, dat onder
andere lezingen en workshops op
het gebied van pensioen verzorgt.
oor een gezonde oudedagsvoorziening is het wenselijk
dat er voldoende waarborgen
zijn dat er ook daadwerkelijk
geld is om bij pensionering te gebruiken.
Voor mij hoort daarbij dat zowel werknemers als ondernemers het geld, in elk
geval voor een deel, buiten hun directe
beschikkingsmacht onderbrengen. Het is
daarnaast prima om de eigen onderneming te zien als onderdeel van het totale
pensioen en om daarin te investeren en te
beleggen. Je bent dan wat minder gebonden aan strikte regels die bij professionele
uitvoerders gelden en het past helemaal
bij de vrijheid van het ondernemen.
Ondernemers hebben natuurlijk veel
vertrouwen in hun bedrijf; ze verwachten
dan ook fantastische opbrengsten voor
hun pensioen, maar in de praktijk blijkt dat
toch regelmatig tegen te vallen.
Een paar jaar geleden heb ik de Pensioenschijf van vijf bedacht, die het Nibud als
consumententool heeft doorontwikkeld.
Naast de drie traditionele pijlers AOW,
werknemerspensioen en lijfrente, kent de
schijf ook pensioen in vrij vermogen, zoals
spaargeld of de eigen woning, maar ook de
eigen onderneming. De vijfde is investeren
in menselijk kapitaal, zodat je langer kunt
doorwerken. Die pensioenschijf laat zien
dat ik vrijheid voorsta, ook voor de ondernemer. Als ik kijk naar het huidige pensioenstelsel voor werknemers, dan ervaar ik
dat als beklemmend: te weinig keuzemogelijkheden en te weinig zeggenschap. De
pensioenopbouw voor ondernemers vind
ik daarentegen vrijblijvend en met weinig
waarborgen omkleed. De wetgever heeft
lang geleden bij het ondernemerspensioen
twee doelstellingen bij elkaar gebracht die
eigenlijk niet te verenigen zijn: voorzien
in een interne financieringsbehoefte en
sparen voor de oude dag. Aan de financieringsbehoefte van de ondernemer kan
de wetgever beter op een andere wijze
tegemoetkomen dan via de pensioenfaciliteit. Wat mij betreft gaan we bedenken hoe we kunnen toegroeien naar één
aanvullend pensioensysteem, zowel voor
ondernemers als werknemers, met voor
beide groepen voldoende vrijheden. En
met meer aanbieders, want in de praktijk
zijn ze gebonden aan verzekeraars. Die verplichte winkelnering lijkt me niet wenselijk. Bij lijfrente is op een gegeven moment
de markt opengegooid voor banken; dat
lijkt me hier ook niet verkeerd. Tegenwoordig zijn er premiepensioeninstellingen,
PPI’s, die misschien ook wel geschikt zijn
voor ondernemers. Een discussie over één
aanvullend systeem lijkt me bij uitstek geschikt voor de nationale pensioendialoog
die staatssecretaris Klijnsma van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid is gestart. Voor
nu zou mijn boodschap aan ondernemers
zijn: leg niet al je pensioeneieren in één
mandje.’
15