Vreemdelingenbewaring in getal 2009 2013 def

Vreemdelingenbewaring in getal
2009-2013
juli 2014
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Colofon
Directie
Afdeling
Bestuursondersteuning
Analyse, Strategie & Kennis
Adresgegevens
Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 30132
2500 GC Den Haag
www.dji.nl
Contactpersoon
Cyril van Schijndel
E: [email protected]
Auteurs
Cyril van Schijndel
Nol van Gemmert
Pagina 3 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Pagina 4 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Voorwoord
De publicatie Vreemdelingenbewaring in getal 2009-2013 geeft in kort bestek inzicht
in de wereld van de vreemdelingenbewaring in Nederland en is bedoeld voor
personen werkzaam in het veld van vreemdelingenbewaring, beleidsmakers,
onderzoekers en andere geïnteresseerden. Deze publicatie bevat informatie over
vreemdelingen die in de periode 2009-2013 in vreemdelingenbewaring in Nederland
verbleven.
De lezer vindt cijfermatige informatie en toelichting over de taken en het wettelijk
kader, de ontwikkelingen in de capaciteit, de aantallen gedetineerde vreemdelingen
in de periode 2009-2013, aard en omvang van de groepen die in bewaring zijn
gesteld, de nationaliteit, de gemiddelde duur van de bewaring en incidenten die er
plaatsvonden. Grafieken en tabellen maken een en ander meer inzichtelijk. Het
stroomschema op pagina 13 geeft in één oogopslag een beeld van het proces van
de vreemdelingenbewaring.
Aan de nationaliteit van de personen die in vreemdelingenbewaring worden gesteld,
zijn naast beleidskeuzes op nationaal niveau ten aanzien van
vreemdelingen/terugkeer ook niet zelden ontwikkelingen in Europa en op
wereldschaal af te lezen. Dit blijkt dan ook uit de cijfers en beschrijvingen in deze
publicatie.
In 2013 is het Masterplan DJI 2013-2018 in de Tweede Kamer besproken en
vastgesteld. Dit Masterplan brengt de financiële taakstelling van DJI in beeld,
schetst de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de invulling van de taakstelling en
biedt inzicht in de concrete uitwerking van de maatregelen en hun effecten op het
personeel en de capaciteit. Een belangrijk element uit het Masterplan voor
vreemdelingenbewaring is het (drastisch) terugbrengen van de capaciteit. De
effecten van de te nemen maatregelen op capaciteit en de inrichting hiervan zullen
in de publicaties van komende jaren zichtbaar worden.
Deze publicatie is één van de vier rapporten met kwantitatieve informatie over de
justitiabelen die in de periode 2009-2013 onder de verantwoordelijkheid vallen van
de vier organisatieonderdelen van de Dienst Justitiële inrichtingen. Naast de Directie
Bijzondere Voorzieningen (vreemdelingenbewaring) zijn dit de Directie Justitiële
Jeugdinrichtingen, de Directie Forensische Zorg en de Directie Gevangeniswezen.
Alle publicaties zijn ook te vinden op internet: www.dji.nl.
Peter Hennephof
Hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen
Pagina 5 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Inhoud
Colofon 3
Voorwoord 5
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Inleiding 9
Doel van de publicatie 9
Wettelijk kader vreemdelingenbewaring 9
Alternatieven voor vreemdelingenbewaring 10
Registratiewijziging van aan de grens geweigerde vreemdeling 11
Leeswijzer 11
2
2.1
2.2
Stroomschema vreemdelingenbewaring 13
Instroom vreemdelingen 13
Bewaring vreemdeling 14
3
3.1
Capaciteit vreemdelingenbewaring 15
Gemiddelde capaciteit 15
4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
Instroom in de vreemdelingenbewaring 17
Algemene ontwikkeling instroom 17
Instroom naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring 18
Instroom naar geslacht 20
Instroom naar nationaliteit 20
Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen 23
Instroom gezinnen met kinderen 24
5
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
Bezetting vreemdelingenbewaring 27
Algemene ontwikkeling bezetting 27
Bezetting naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring 28
Bezetting naar geslacht 28
Bezetting naar leeftijd 29
Bezetting naar nationaliteit 29
6
6.1
6.2
Uitstroom uit de vreemdelingenbewaring 32
Algemene ontwikkeling uitstroom 32
Bewaringsduur op basis van uitstroom 32
7
7.1
7.2
Bijlage 1
Bijlage 2
Incidenten 35
Ontvluchtingen 35
Suïcides 35
Begrippenlijst 37
Verblijfsduur op peilmoment 40
Pagina 7 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
1
Inleiding
1.1
Doel van de publicatie
Het doel van deze publicatie is in de eerste plaats om het management en
beleidsmedewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen en het
bestuursdepartement van het ministerie van Veiligheid en Justitie cijfermatig te
informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in de periode 2009-2013. In de
tweede plaats dient zij als naslagwerk voor direct betrokkenen en geïnteresseerden.
1.2
Wettelijk kader vreemdelingenbewaring
Vrijheidsontneming op grond van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna kortweg
vreemdelingenbewaring) is een maatregel om een vreemdeling aan wie de toegang
tot Nederland is geweigerd, dan wel de vreemdeling die niet (meer) in Nederland
mag verblijven en weigert zelfstandig te vertrekken, vast te houden in een inrichting
tot het moment dat vertrek of uitzetting mogelijk is. Deze inbewaringstelling maakt
handhaving van de Vreemdelingenwet mogelijk, zorgt dat de vreemdeling
beschikbaar is voor vertrek en voorkomt dat iemand uit het zicht verdwijnt. Hierbij
is van belang op te merken dat het toepassen van vreemdelingenbewaring slechts
dan geoorloofd is als met minder ingrijpende middelen niet hetzelfde doel kan
worden bereikt (het ultimum remedium-beginsel). Daarnaast moet er ook zicht zijn
op vertrek. Dat vreemdelingenbewaring als ultimum remedium wordt ingezet, is
tevens gewaarborgd doordat de vreemdeling dit bij toetsing van de
inbewaringstelling aan de rechter kan voorleggen. Indien de vreemdeling zelf nog
geen beroep heeft ingesteld tegen de inbewaringstelling, is de minister op grond van
artikel 94 Vw 2000 verplicht de rechtbank binnen vier weken na het opleggen van
de maatregel in kennis te stellen van zijn besluit tot inbewaringstelling.
Op grond van de Vreemdelingenwet wordt de vreemdeling in Nederland op basis
van een bestuursrechtelijke maatregel ingesloten, dus niet op grond van het
strafrecht. Deze maatregel wordt opgelegd door een hulpofficier, namens de
minister van Veiligheid en Justitie en niet door een rechter. Het bestuursrechtelijke
karakter van de maatregel is terug te zien in de wijze waarop de bewaring wordt
uitgevoerd. In grote lijnen houdt het in dat zo veel mogelijk bewegingsvrijheid
wordt geboden aan de ingeslotenen, maar wel met oog voor orde en veiligheid.
Binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft de Directie Bijzondere
Voorzieningen (DBV) de verantwoordelijkheid voor de vreemdelingenbewaring.
Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’ers) werden in 2010 nog
ondergebracht in een justitiële jeugdinrichting. In 2011 is dit beleid gewijzigd; vanaf
maart 2011 komen AMV’ers onder voogdij te staan en worden zij geplaatst in een
speciale voorziening van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In
bepaalde situaties kan het voorkomen dat een AMV’er nog in een Justitiële
Jeugdinrichting (JJI) of detentiecentrum wordt geplaatst (zie hoofdstuk 4).
In de vreemdelingenbewaring zijn er twee groepen te onderscheiden: aan de grens
geweigerde vreemdelingen en vreemdelingen die in Nederland worden aangehouden
wegens onrechtmatig verblijf. Zij worden ingesloten op respectievelijk artikel 6 of
artikel 59 van de Vreemdelingenwet (Vw 2000).
Pagina 9 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
• Vreemdelingen die aan de grens zijn geweigerd (artikel 6 Vw 2000)
Deze vreemdelingen krijgen geen toegang tot Nederland, omdat ze bijvoorbeeld
niet over een geldig paspoort beschikken, geen visum hebben of een gevaar
vormen voor de openbare orde of veiligheid.
De toegang is hun geweigerd aan een Schengen-buitengrens, zijnde Schiphol of
de Rotterdamse haven. Als het mogelijk is, worden deze mensen door de
vervoerder waarmee ze in Nederland zijn gekomen weer mee teruggenomen naar
het land van herkomst. Als dat niet (snel genoeg) lukt, komen de vreemdelingen
in bewaring in een zogenaamd grenshospitium.
• Vreemdelingen die onrechtmatig verblijven in Nederland (artikel 59 Vw 2000)
Artikel 59 betreft een maatregel die moet voorkomen dat vreemdelingen die
Nederland dienen te verlaten, zich onttrekken aan hun uitzetting. Deze
vreemdelingen worden bijvoorbeeld door de politie op straat aangetroffen of
opgepakt tijdens controles in verband met illegale arbeid, controles in het
openbaar vervoer, et cetera. Het betreft hier zowel illegale vreemdelingen die
nooit een asielprocedure hebben doorlopen (de zogenaamde ‘kale’ illegaal), als
uitgeprocedeerde asielzoekers en personen met een verlopen tijdelijke
verblijfsvergunning die weigeren Nederland zelfstandig te verlaten.
1.3
Alternatieven voor vreemdelingenbewaring
Voordat vreemdelingenbewaring wordt opgelegd, wordt op individueel niveau
bepaald of met minder ingrijpende maatregelen kan worden volstaan. Om de
mogelijkheden te verruimen, zijn in 2012 vier pilots gestart die als alternatief
kunnen dienen voor het opleggen van vreemdelingenbewaring. Deze alternatieven
zijn:
• Het opleggen van een meldplicht bij de Vreemdelingenpolitie (VP) in combinatie
met facilitering bij terugkeer door de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) aan
vertrekplichtige vreemdelingen die opvang/verblijf hebben bij betrouwbaar te
achten particulieren of instanties.
• Het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel in een vrijheidsbeperkende
locatie voor ex-alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers) die op het
moment van beëindigen van het Project Perspectief daar in behandeling waren.
Het project Perspectief begeleidde Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers bij het
verkrijgen van een verblijfsvergunning of de terugkeer naar het land van
herkomst om te voorkomen dat ze in Nederland in de illegaliteit terecht kwamen.
• Het onderzoeken van een door of namens de vertrekplichtige vreemdeling vooraf
te betalen borgsom, die wordt geretourneerd als het grondgebied van de
Europese Unie aantoonbaar verlaten is.
• Het mede financieren van terugkeerprojecten van non-gouvernementele
organisaties en stichtingen, die lokaal gesteund worden door gemeenten en/of
kerkelijke instanties.
In 2013 zijn deze pilots geëvalueerd. In de brief aan de Tweede Kamer van 13
september 20131 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aangegeven de
1
De inhoud van de brief “Toezeggingen op Rapporten en adviezen vreemdelingenbeleid” is
terug te vinden op www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2013/09/13/brief-tweede-kamer-toezeggingen-op-rapporten-enadviezen-vreemdelingenbeleid.html onder het item Documenten en publicaties.
Pagina 10 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
pilots als lichtere toezichtmaatregelen te verankeren in het terugkeerbeleid. De
maatregelen worden anders dan de pilots in beginsel aan de voorkant opgelegd. Dat
betekent dat voorafgaand aan de inbewaringstelling wordt gekeken of een lichtere
maatregel mogelijk is. De daadwerkelijke oplegging blijft echter afhankelijk van de
bereidheid van de vreemdeling actief te werken aan vertrek.
Voor de vreemdeling die niet bereid is actief te werken aan vertrek, maar waar de
DT&V mogelijkheden ziet om op korte termijn vertrek te realiseren en er geen reëel
risico op onttrekking bestaat, waardoor bewaring nog niet aan de orde is, kan
ervoor gekozen worden om bijvoorbeeld een vrijheidsbeperkende maatregel of een
meldplicht op te leggen.
1.4
Registratiewijziging van aan de grens geweigerde vreemdeling
In september 2009 heeft er een wijziging in de manier van registratie
plaatsgevonden van de vreemdelingen die op grond van artikel 6 zijn ingesloten. De
in bewaring gestelde vreemdelingen die op de passantencellen van de Koninklijke
Marechaussee (KMar) op het complex Schiphol-Oost verbleven en waarvan de
uitzetting binnen één of twee dagen te realiseren was, werden tot aan september
2009 door DJI geregistreerd. Omdat deze vreemdelingen feitelijk onder de
verantwoordelijkheid van de KMar vallen, is besloten om de registratie van deze
groep vreemdelingen over te dragen aan de KMar. DJI registreert nu alleen nog de
vreemdelingen die op basis van de inbewaringstelling daadwerkelijk geplaatst
worden in een DJI-locatie. Deze wijziging heeft haar weerslag op de cijfers in de
publicatie, omdat de bovengenoemde ‘KMar-vreemdeling’ vanaf 2010 (en een deel
van 2009) dus niet meer in deze DJI-cijfers zit. Hierdoor is het niet goed mogelijk
om de cijfers uit 2009 te vergelijken met de andere jaren uit de verslagperiode.
1.5
Leeswijzer
In de hierna volgende hoofdstukken komen de volgende onderwerpen aan bod:
• Hoofdstuk 2 geeft inzicht in het proces van de vreemdelingenbewaring; van
aanhouding VP/KMar tot aan de terugkeer naar het land van herkomst.
• Hoofdstuk 3 brengt de ontwikkeling van de capaciteit van 2009 tot en met 2013
in beeld.
• Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de instroom in de vreemdelingenbewaring en een
aantal achtergrondkenmerken: wettelijke grondslag, geslacht en nationaliteit.
Tevens wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de instroom van
Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen en gezinnen met kinderen.
• In hoofdstuk 5 komen dezelfde kenmerken terug. Nu hebben ze betrekking op de
gedetineerdenpopulatie op 30 september van ieder jaar. Aanvullend is de leeftijd
en de bewaringsduur van de zittende populatie in beeld gebracht.
• Hoofdstuk 6 levert gegevens over de uitstroom uit de vreemdelingenbewaring en
de bewaringsduur op basis van uitstroom.
• Hoofdstuk 7 biedt inzicht in incidenten: het aantal ontvluchtingen en suïcides.
De publicatie bevat één bijlage:
• Bijlage 1 geeft een lijst met definities van de gebruikte begrippen in deze
publicatie.
Pagina 11 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
2
Stroomschema vreemdelingenbewaring
Stroomschema vreemdelingenbewaring
Instroom vreemdeling
Instroom
VP
Bewaring vreemdeling
Locatie VP
DJI Detentiecentrum
Instroom
KMAR
ZHP
2.1
Vreemdeling
naar land van
herkomst
Locatie
KMAR
Instroom vreemdelingen
De vreemdelingenpolitie (VP) houdt vreemdelingen staande die illegaal in Nederland
verblijven. Deze vreemdelingen kunnen een aantal dagen in bewaring worden
gesteld op een politiebureau. De Koninklijke Marechaussee (KMar) en de
Zeehavenpolitie (ZHP) voeren controles uit aan de Schengen-buitengrenzen op
luchthavens en in zeehavens. Hierbij kan een vreemdeling staande worden
gehouden en de toegang tot Nederland worden geweigerd.
Tevens kan de KMar langs de ‘binnengrenzen’ in het kader van het Mobiel Toezicht
Veiligheid (MTV) vreemdelingen staande houden. Deze controles vinden plaats in
het gebied direct achter de grens en worden steekproefsgewijs uitgevoerd op de
wegen, in de treinen, op het water en bij luchtverkeer. Op 28 december 2010 heeft
de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over de uitvoering van MTV aan de
binnengrenzen. In het kort komt de uitspraak erop neer dat bij MTV alleen
aangetroffen vreemdelingen met criminele antecedenten, illegalen die verdacht
worden van criminele activiteiten, ongewenst verklaarde vreemdelingen en illegalen
die betrokken zijn bij bijzondere zaken (zoals terrorisme) in bewaring kunnen
worden gesteld. Een bij MTV aangetroffen illegale vreemdeling die niets met deze
zaken van doen heeft, wordt aangezegd Nederland te verlaten. Het aantal
inbewaringstellingen vanuit het MTV in 2011 is door deze gewijzigde aanpak
Pagina 13 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
drastisch gedaald.2 Dit effect is in de hier voorliggende cijfers ook duidelijk terug te
zien.
Op 1 juni 2011 is de wetgeving rondom MTV aangepast en zijn er beperkingen in
frequentie en intensiteit vastgelegd in het Vreemdelingenbesluit. Naar het oordeel
van de RvS leek het MTV te veel op systematische grenscontroles zoals die worden
uitgeoefend aan de buitengrenzen van het Schengengebied en was de juridische
basis voor het toezicht niet goed geregeld. De wijziging van het
Vreemdelingenbesluit heeft dit nu hersteld. Met name op luchthavens en in treinen
zijn door deze wetgeving minder controles toegestaan dan in de jaren hiervoor. De
restricties die golden bij het in bewaring stellen van illegale vreemdelingen
(criminele antecedenten, etc.) kwamen met de gewijzigde wetgeving te vervallen.
2.2
Bewaring vreemdeling
De vreemdeling wordt vanuit de locatie VP/KMar overgebracht naar een
detentiecentrum, alwaar het vertrekproces in gang wordt gezet. De regievoerders
van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) regelen het uitzetproces. In de
detentiecentra werken medewerkers van DT&V om het gedwongen vertrek te
bewerkstelligen. De dienst ontvangt van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND),
de Politie of de Koninklijke Marechaussee dossiers van vreemdelingen waarvan is
vastgesteld dat zij Nederland dienen te verlaten. Op basis van het dossier wordt een
vertrekplan opgesteld en doorgenomen met de vreemdeling. Het plan geeft aan
welke activiteiten DT&V verricht en welke activiteiten de vreemdeling zelf moet
verrichten.
Wanneer een vreemdeling besluit om mee te werken aan vrijwillig vertrek, kan hij
een beroep doen op de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Ook de
medewerkers van het IOM hebben een plek in het detentiecentrum. Het IOM is een
onafhankelijke organisatie die wereldwijd migranten ondersteunt. Het IOM kan deze
personen ondersteunen door een vervangend reisdocument aan te vragen, het
ticket naar de eindbestemming te betalen, te regelen dat zonder begeleiding van
autoriteiten wordt gereisd, voor begeleiding in het land van herkomst te zorgen of
een eventuele financiële bijdrage leveren.
2
In de Rapportage Vreemdelingenketen periode juli-december 2011 is in het hoofdstuk
Toezicht en handhaving meer informatie te vinden over MTV.
Pagina 14 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
3
Capaciteit vreemdelingenbewaring
De insluiting van vreemdelingen vindt plaats in een detentiecentrum of een locatie
met een ‘regime grenslogies’. In de vreemdelingenbewaring geldt een regime
waarin zo veel mogelijk vrijheid wordt geboden. In de reguliere detentiecentra
mogen de vreemdelingen tussen 8.00 en 12.00 uur uit hun verblijfsruimten en
tussen 13.00 en 17.00 uur. In die uren wordt een programma aangeboden. De
vreemdeling kan vrij telefoneren, luchten, bezoek ontvangen (twee uur in de week
en in het weekeinde), gebruik maken van geestelijke verzorging, bibliotheek en van
sport- en recreatiemogelijkheden als zang, dans, tekenen en schilderen. Buiten de
activiteiten verblijven de ingeslotenen op een gemeenschappelijke verblijfsruimte of
afdeling. Ouders met kinderen die in een detentiecentrum verblijven en artikel 6vreemdelingen die aan de grens zijn geweigerd, beschikken over een
dagprogramma dat doorloopt tot 21.00 uur.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemiddelde
vreemdelingencapaciteit over de laatste jaren, onderscheiden naar capaciteit voor
artikel 59/6 Vw en uitzetcentra.
3.1
Gemiddelde capaciteit
Doordat in de verslagperiode de instroom in de vreemdelingenbewaring sterk
afneemt (zie hoofdstuk 4), is er minder behoefte aan detentiecapaciteit voor
vreemdelingen. Om de vraag naar plaatsen beter in overeenstemming te brengen
met het aanbod aan plaatsen zijn een aantal capaciteitsmaatregelen genomen:
• Vanaf 2009 werd capaciteit onder de noemer ‘in stand te houden capaciteit’
buiten gebruik gesteld. In 2012 is deze capaciteit opgelopen tot gemiddeld 700
plaatsen. De ‘in stand te houden capaciteit’ werd zeer beperkt gefinancierd (onder
andere voor de kosten van huurcontracten). De gemiddelde capaciteit in tabel 3.1
is exclusief de ‘in stand te houden capaciteit’.
• Het introduceren van reservecapaciteit. Deze capaciteit moet binnen vier
maanden inzetbaar zijn om (tijdelijke) pieken in de instroom van de in te sluiten
vreemdelingen op te vangen. De kostprijs van de reservecapaciteit is weliswaar
hoger dan de kostprijs van de eerder genoemde ‘in stand te houden’ capaciteit,
maar ligt wel beduidend lager dan de kostprijs van de direct inzetbare capaciteit.
Met het aanwijzen van reservecapaciteit is in 2009 gestart met gemiddeld 130
plaatsen en is toegenomen tot 390 plaatsen in 2013.
Tabel 3.1 Gemiddelde capaciteit onderscheiden naar artikel 59/6 Vw en
uitzetcentra en reservecapaciteit 2009-2013
Vreemdelingenbewaring (art. 59/6 Vw2000)
2009
2010
2011
2012
2013
1.744
1.763
1.529
1.548
1.530
Uitzetcentra
482
486
421
202
161
Reservecapaciteit
130
130
130
325
390
2.356 2.379
2.080
Totale vreemdelingencapaciteit
2.075 2.081
Pagina 15 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Grafiek 3.1 Gemiddelde capaciteit 2009-2013
2.379
2.356
2.249
2.226
2.080
2.081
2.075
1.950
1.750
1.691
390
325
2009
130
130
130
2010
Totale capaciteit
2011
Direct inzetbare capaciteit
2012
2013
Reservecapaciteit
De voornoemde maatregelen hebben geleid tot een afname van de gemiddelde
capaciteit (inclusief reservecapaciteit) van 2.356 plaatsen in 2009 tot 2.081 plaatsen
in 2013; dit is een capaciteitsvermindering van circa 12%.
De bezetting (zie hoofdstuk 5) is fors lager dan de gemiddelde capaciteit. Dit kan
deels worden verklaard doordat er binnen vreemdelingenbewaring rekening moet
worden gehouden met een bepaalde differentiatie. Denk hier aan gescheiden
onderbrenging man/vrouw, art. 6 en art. 59, extra zorgafdeling etc. Bij een lagere
bezetting zal dit effect, relatief gezien, groter zijn omdat er een grotere frictie
optreedt.
De capaciteit van de vreemdelingenbewaring zal conform het Masterplan DJI de
komende jaren worden teruggebracht tot 933 plaatsen, waarmee de capaciteit meer
in lijn wordt gebracht met zowel de huidige bezetting als de meerjarenprognoses
voor vreemdelingenbewaring.
Tabel 3.2 Gemiddelde in stand te houden capaciteit
2009
2010
2011
2012
2013
400
400
700
700
395
De gemiddelde in stand te houden capaciteit is in 2013 teruggebracht naar het
niveau van 2009 en 2010.
Pagina 16 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
4
Instroom in de vreemdelingenbewaring
In beginsel is het de eigen verantwoordelijkheid van een vreemdeling om te
vertrekken als het hem of haar niet of niet langer is toegestaan in Nederland te
verblijven. Een vreemdeling krijgt na een afwijzing op een verzoek voor een
verblijfsvergunning of na het verlopen van een tijdelijke verblijfsvergunning dan ook
eerst de gelegenheid zelfstandig te vertrekken. Indien een vreemdeling er niet in
slaagt om binnen de verleende vertrektermijn zelfstandig te vertrekken, kan de
vreemdeling onder een vrijheidsbeperkende maatregel met intensieve begeleiding
door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) verder werken aan zijn zelfstandig
vertrek. Gedwongen vertrek is alleen aan de orde als de vreemdeling zelf geen actie
onderneemt voor het noodzakelijke vertrek. Vreemdelingenbewaring wordt dan
toegepast indien er zicht is op vertrek zodat voorkomen kan worden dat hij zich aan
het toezicht onttrekt.
Dit hoofdstuk laat de ontwikkeling van de instroom in de vreemdelingenbewaring
zien.
4.1
Algemene ontwikkeling instroom
De instroom in de vreemdelingenbewaring vertoont in de verslagperiode een dalend
verloop. De registratiewijziging waaraan in de inleiding is gerefereerd, zorgt in 2010
voor een trendbreuk. De instroom in dat jaar is iets lager dan in 2009, maar valt
feitelijk hoger uit doordat de in bewaring gestelde vreemdelingen (artikel 6 Vw) op
de passantencellen van de KMar geen onderdeel meer uitmaken van het
instroomcijfer bij DJI. Vanaf 2011 neemt de instroom sterk af. In 2013 is de
instroom gedaald tot 3.668 vreemdelingen; in vergelijking met 2010 is dat een
afname van 53%.
Grafiek 4.1 Instroom vreemdelingenbewaring 2009-2013
7.867
7.812
6.104
5.420
3.668
2009
2010
2011
2012
2013
De sterk afgenomen instroom vanaf 2011 kent een aantal oorzaken:
• Door een uitspraak van de Raad van State (RvS) op 28-12-2010 betreffende het
MTV konden minder vreemdelingen in bewaring worden gesteld (zie hoofdstuk 2).
Pagina 17 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Door de gewijzigde wetgeving is het aantal uitgevoerde persoonscontroles vanaf
2012 wel weer iets toegenomen (in 2013 een stijging van 6% ten opzichte van
2012). Dit heeft echter niet geleid tot een toename van het aantal
inbewaringstellingen: in 2011 bedroeg het aantal inbewaringstellingen vanuit MTV
640, in 2012 en 2013 daalde dit aantal naar respectievelijk 630 en 4303.
• Op 24 december 2010 is de Europese Terugkeerrichtlijn (TR) van kracht
geworden. Het uitgangspunt van deze richtlijn is dat vreemdelingen niet langer
dan zes maanden in vreemdelingenbewaring mogen worden gehouden. Deze
termijn kan worden verlengd met 12 maanden, mits er zicht bestaat op
uitzetting. De TR is één jaar later geïmplementeerd in de nationale wet- en
regelgeving. Met de implementatie in de wetgeving en de uitleg die er door
jurisprudentie aan wordt gegeven, is het proces van inbewaringstelling formeel
juridisch complexer geworden.
• Een stringentere toepassing van het ultimum remedium beginsel, waardoor er
meer gebruik gemaakt wordt van alternatieven voor bewaring.
Het WODC heeft in 2011 een publicatie uitgegeven waarin een schatting wordt
gepresenteerd van het aantal illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen in de
periode januari 2009 – december 20094. Het aantal geschatte vreemdelingen in
2009 bedroeg 97.145; in 2005 was het geschatte aantal 128.907 vreemdelingen.
Deze daling zou er mede toe bijgedragen kunnen hebben dat het aantal
inbewaringstellingen in de verslagperiode een dalend verloop kent.
4.2
Instroom naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring
Grafiek 4.2 Instroom naar wettelijke grondslag van de
vrijheidsontnemende maatregel 2009-2013
7.867
7.812
7.547
7.260
6.104
5.844
5.420
5.168
3.668
3.504
607
260
265
2009
2010
2011
Totaal
3
Artikel 59 Vw
252
2012
164
2013
Artikel 6 Vw
In de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-december 2013 is in het hoofdstuk
‘Toezicht op legaal verblijf’ meer informatie te vinden over dit onderwerp.
4
Schatting illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen in 2009.
Pagina 18 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
De instroom van vreemdelingen die op grond van artikel 59 Vw in bewaring zijn
gesteld, doorbreekt in 2010 de dalende trend. Deze opwaartse ontwikkeling is van
korte duur; vanaf 2011 neemt de instroom sterk af naar 3.504 vreemdelingen in
2013. Ten opzichte van 2010 is dit een daling van circa 54%.
De instroomcijfers van de ‘artikel 6 vreemdelingen’ kunnen pas vanaf 2010 vanwege
de registratiewijzigingen met elkaar in verband worden gebracht (zie inleiding). Om
deze instroom toch te kunnen relateren aan het eerste jaar van de verslagperiode is
in tabel 4.1 een onderscheid gemaakt tussen de aan de grens geweigerde
vreemdelingen met een asielaanvraag en zonder een asielaanvraag.
De aan de grens geweigerde vreemdeling die een asielaanvraag indient, wordt
overgebracht naar het aanmeldcentrum (AC) op Schiphol waar hij of zij een
vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6 Vw 2000 krijgt opgelegd. In
het AC vindt de eerste beoordeling van de asielaanvraag plaats. Bij een negatieve
beslissing wordt de vreemdeling overgeplaatst naar het grenshospitium om
uiteindelijk te worden uitgezet. Indien het niet mogelijk is om binnen de gestelde
termijn van acht werkdagen het asielverzoek goed te beoordelen, kan de
vreemdeling eveneens geplaatst worden in het grenshospitium. Indien de IND het
onderzoek niet binnen de termijn van zes weken kan afronden, wordt de
vreemdeling uitgeplaatst naar een open centrum.
Van de groep vreemdelingen met een (afgewezen) asielaanvraag die geplaatst zijn
in een grenshospitium, kan het verloop van de instroom inzichtelijk gemaakt
worden.
Tabel 4.1 Instroom van de aan de grens geweigerde vreemdelingen 20092013
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
Art. 6 Vw (asiel)
247
41
249
94
235
90
230
91
133
81
Art. 6 Vw (overig)
360
59
16
6
25
10
22
9
31
19
Totaal
607 100
265 100
260 100
252 100
164 100
In 2011 en 2012 neemt de instroom van het aantal aan de grens geweigerde
vreemdelingen met een asielaanvraag geleidelijk af. Van die geleidelijkheid is in
2013 geen sprake meer wanneer de instroom is gedaald tot 133 personen; ten
opzichte van 2012 is dit een daling van iets meer dan 42%. Het totaal aantal
ingestroomde grens geweigerde vreemdelingen (asiel + overig) is in 2013 met 38%
afgenomen ten opzichte van 2010.
Pagina 19 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
4.3
Instroom naar geslacht
Tabel 4.2 Instroom naar geslacht 2009-2013
2012
2013
Aantal
2009
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
% Aantal
%
Man
6.795
86
6.794
87
5.311
87
4.609
85
3.255
89
Vrouw
1.072
14
1.018
13
793
13
811
15
413
11
Totaal
7.867 100
Geslacht
2010
2011
7.812 100
6.104 100
5.420 100
3.668 100
Ondanks de jaarlijkse daling van de totale instroom in de verslagperiode is het
aantal vrouwen in 2012 ten opzichte van 2011 gestegen. In 2013 doet deze stijging
zich niet meer voor; ten opzichte van 2012 daalt de instroom met 49% naar 413
vrouwen.
4.4
Instroom naar nationaliteit
Tabel 4.3 Instroom naar nationaliteit top 10 2009-2013, in procenten
2009
2010
2011
2012
2013
Land
% Land
% Land
% Land
% Land
Somalië
9,0 Marokko
6,5 Marokko
7,6
Irak
6,8 Irak
8,8 Somalië
6,2 Afghanistan
6,4 Afghanistan
5,1
Marokko
5,9 Marokko
5,8 Afghanistan
5,9 Somalië
5,1 Somalië
4,7
Turkije
4,4 Turkije
4,1 Marokko
5,1 Irak
4,2 Algerije
4,5
China
3,5 China
3,8 China
4,8 China
3,5 Turkije
3,4
Algerije
3,4 Georgië
3,4 Nigeria
3,6 Rusland
3,0 Nigeria
2,8
Suriname
3,4 Afghanistan
3,3 Turkije
2,9 Algerije
2,9 Suriname
2,7
Nigeria
3,4 Algerije
3,2 Iran
2,9 Nigeria
2,9 Iran
2,7
India
3,1 Nigeria
3,1 Suriname
2,6 Turkije
2,8 India
2,7
Afghanistan
2,6 Suriname
2,5 Algerije
2,4 Iran
2,7 Rusland
2,6
Totaal 10
47,4 Totaal 10
48,2 Totaal 10
45,4 Totaal 10
40,0 Totaal 10
38,8
Overig
46,4 Overig
45,9 Overig
48,4 Overig
53,3 Overig
54,0
Onbekend
Totaal
10,9 Somalië
6,2 Onbekend
100 Totaal
10,0 Irak
%
5,9 Onbekend
100 Totaal
6,2 Onbekend
100 Totaal
6,6 Onbekend
100 Totaal
De top 5 van 2013 bestaat uit: Marokko (7,6% van de totale instroom), Afghanistan
(5,1%), Somalië, Algerije en Turkije. In 2013 wordt de top 3 vertegenwoordigd door
dezelfde landen als in 2012.
Het aandeel Marokkaanse en Algerijnse vreemdelingen in 2013 (7,6% en 4,5%) was
in de verslagperiode nog niet eerder zo hoog. Waar Marokko ieder jaar tot de top 5
van nationaliteiten behoort, was dit voor Algerije tot 2013 nog niet het geval.
Vreemdelingen met de Irakese en Chinese nationaliteit komen in 2013 niet meer
voor in de top 10 van ingestroomde nationaliteiten, terwijl ze in de jaren daarvoor
standaard onderdeel uitmaakten van de top 5 van nationaliteiten.
Pagina 20 van 40
7,2
100
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Wat opvalt in 2012 is de instroom van vreemdelingen uit de Russische Federatie;
nog niet eerder behoorde deze nationaliteit tot de top 10. Ondanks een lichte
afname staan de Russische vreemdelingen nog steeds in de top 10 van 2013.
De daling van de instroom van vreemdelingen met de Surinaamse nationaliteit in
2010 valt toe te schrijven aan de registratiewijziging van de aan de grens
geweigerde vreemdelingen. De Surinaamse vreemdelingen maakten tot en met
2009 namelijk een aanzienlijk deel uit van de populatie op de passantencellen van
de KMar.
Het aandeel van ingestroomde vreemdelingen van wie de nationaliteit onbekend is,
bedraagt doorgaans zo’n 6 a 7%. Echt opmerkelijk is dat relatief hoge percentage
niet, omdat bij personen in vreemdelingenbewaring door het ontbreken van de
juiste identiteitspapieren, dan wel het gebruik van aliassen de nationaliteit op het
moment van registratie niet altijd bekend is.
De onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het jaar
2013, sinds 2009. De grafiek laat duidelijk de ontwikkeling per land zien. Zo
vormden de Somalische vreemdelingen in 2009 10,9% van het totaal, in 2013 is dit
aandeel afgenomen tot 4,7%. Van alle nationaliteiten die in 2013 instromen, zijn de
Marokkanen de omvangrijkste groep.
Tabel 4.4 Instroomtrend nationaliteit top 5 van 2013
Land
Marokko
Afghanistan
2009
2010
2011
2012
2013
%
%
%
%
%
5,9
5,8
5,1
6,5
7,6
2,6
3,3
5,9
6,4
5,1
Somalië
10,9
10,0
6,2
5,1
4,7
Algerije
3,4
3,2
2,4
2,9
4,5
Turkije
4,4
4,1
2,9
2,8
3,4
De onderstaande grafiek toont de ontwikkeling in absolute zin.
Grafiek 4.3 Trend nationaliteit top 5 van 2013 op basis van de instroom
Pagina 21 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Van een aantal nationaliteiten zal de ontwikkeling van de instroom nader worden
verklaard.
Somalië
In 2009 is er een zeer sterke toename van het aantal ingestroomde Somaliërs.
Ondanks een lichte daling ten opzichte van 2009 blijven de Somaliërs in 2010 het
hoogst genoteerd staan in de top 5.5 De instroom van Somaliërs neemt in 2011 in
absoluut opzicht aanzienlijk af naar 378 personen (6,2%); een daling van circa 52%
ten opzichte van 2010. Ondanks deze daling staat Somalië nog steeds hoog in de
top 10 van nationaliteiten; alleen de instroom van Irakese vreemdelingen is in 2011
hoger. Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf. De Somalische asielzoekers
kregen in 2009 te maken met scherpere toelatingseisen (het categoriaal
beschermingsbeleid voor deze groep werd per 19 mei 2009 beëindigd), met als
gevolg dat meer asielverzoeken werden afgewezen. Dit verklaart mede de stijging
van het aantal ingestroomde Somaliërs in vreemdelingenbewaring in 2009. Op 7
januari 2011 heeft het Europees Hof voor de rechten van de Mens een interim
measure (tijdelijke maatregel) opgelegd teneinde de dreigende uitzetting van twee
Somalische vreemdelingen stop te zetten. Een uitvloeisel van deze maatregel was
dat alle gedwongen uitzettingen naar Somalië van personen afkomstig uit Centraalen Zuid Somalië werden opgeschort. Hierdoor konden in 2011 minder Somaliërs in
bewaring worden gesteld. Eind november 2011 wordt weer een aanvang genomen
met het effectueren van uitzettingen naar Somalië. Op 17 juli 2012 doet de RvS
echter de uitspraak dat Somaliërs niet kunnen worden uitgezet naar hun land van
herkomst en daarom ook niet in vreemdelingenbewaring mogen worden genomen.
In 2012 worden tot en met juni 201 Somaliërs in bewaring gesteld. Als uitvloeisel
van de uitspraak is het aantal inbewaringstellingen in juli tot en met december
gedaald naar 75. Hiermee is de instroom in 2012 ten opzichte van 2011 met 27%
gedaald. In december 2012 meldt staatssecretaris Teeven aan de Tweede Kamer
dat de situatie in Somalië is verbeterd en dat Somaliërs weer uitgezet kunnen
worden. Dit plan oogst veel kritiek. De President van het Europese Hof voor de
Rechten van de Mens treft daarom op 27 februari en 7 maart 2013 een voorlopige
voorziening die uitzettingen verbood. Door de beperkte mogelijkheden om Somaliërs
uit te zetten, worden in 2013 minder Somaliërs in bewaring gesteld.
China
Op 5 september 2008 doet de Raad van State een uitspraak over Chinezen in
vreemdelingenbewaring. Chinezen mogen alleen nog in vreemdelingenbewaring
worden gesteld als ze binnen een 'redelijke termijn' kunnen worden uitgezet.
Aangezien deze bevolkingsgroep moeilijk uitzetbaar is, resulteert dit in een daling
van de instroom in de vreemdelingenbewaring in 2009. In 2010 is er op ambtelijk
niveau overleg gevoerd met de Chinese autoriteiten, teneinde meer draagvlak te
creëren voor de medewerking aan de terugkeer van Chinese vreemdelingen. Mede
door deze inspanningen neemt de instroom van Chinezen in 2010 weer toe (vooral
in de tweede helft van 2010). In absolute zin stabiliseert de instroom in 2011 (294).
Eind juni 2012 besluiten de Chinese autoriteiten geen uitzettingen meer te
5
In de Rapportage Vreemdelingenketen periode januari-juni 2010 is in de bijlage ‘Somaliërs in
de vreemdelingenketen’ meer informatie te vinden over ontwikkelingen die met dit onderwerp
samenhangen.
Pagina 22 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
accepteren op basis van een EU-staat. Deze staat is een soort reisdocument dat
onder voorwaarden wordt afgegeven door de Nederlandse overheid. Ook worden
laissez passers (een reisdocument waarmee de diplomatieke vertegenwoordiging
van een land een onderdaan in staat stelt eenmalig terug te reizen naar het
betreffende land) maar in summiere mate afgegeven door de Chinese autoriteiten.
Het gevolg is dat de instroom in 2012 daalt naar 189 personen, omdat zicht op een
spoedige uitzetting in veel gevallen ontbreekt en bewaring om die reden niet kan
worden bevolen. Omdat deze situatie in 2013 nog niet wezenlijk is veranderd, wordt
er nog steeds zeer terughoudend omgegaan met het in bewaring stellen van
Chinese vreemdelingen. De instroom neemt hierdoor verder af naar 47 personen. In
2013 maken ze dan ook geen deel meer uit van de top 10 van ingestroomde
nationaliteiten.
Irak
In de verslagperiode maakt Irak tot en met 2011 altijd deel uit van de top drie van
nationaliteiten die instromen in vreemdelingenbewaring. In 2011 vormen Irakezen
zelfs de omvangrijkste groep. Op 14 november 2011 delen de Irakese autoriteiten
mee dat uitzettingen naar Irak alleen nog kunnen plaatsvinden indien de betrokkene
in het bezit is van een geldig paspoort of laissez passer. Uitzettingen met een EUstaat zijn vanaf dat moment niet meer mogelijk. De RvS oordeelt op 13 april 2012
dat geen concrete aanknopingspunten bestaan die de verwachting rechtvaardigen
dat op korte termijn zal kunnen worden overgegaan tot gedwongen vertrek van
Irakese vreemdelingen naar Irak, ook indien die vreemdelingen de vereiste
medewerking verlenen. Onder deze omstandigheden ontbreekt voor een
vreemdeling die niet over een geldig reisdocument beschikt, het zicht op uitzetting
naar Irak binnen een redelijke termijn. Deze uitspraak leidde er toe dat op 20 april
2012 circa 70 bewaringszaken van Irakese vreemdelingen werden opgeheven. Het
aantal Irakezen dat in bewaring werd gesteld, nam na de uitspraak ook drastisch af;
stroomden in 2011 nog 549 Irakezen in, in 2012 was dit aantal gedaald naar 230.
Staatssecretaris Teeven heeft in juli 2013 Irak bezocht. Het bezoek is een
belangrijke stap om op termijn tot een gezamenlijke oplossing met Irak te komen
over de terugkeerproblematiek. Vanwege die terugkeerproblematiek daalde de
instroom van Irakese vreemdelingen in 2013 naar 88 personen.
4.5
Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen
Sinds eind 2006 worden Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’ers) die in
vreemdelingenbewaring worden gesteld niet meer geplaatst in de reguliere
detentiecentra voor vreemdelingenbewaring, maar op speciaal voor hen ingerichte
opvanglocaties in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). Enkele dagen voor de
uitzetting kunnen de AMV’ers overgeplaatst worden naar een detentiecentrum.
Tabel 4.5 Instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen 2009-2013
2009
2010
2011
2012
2013
296
219
92
49
25
Indien de uitzetting binnen enkele dagen gerealiseerd kan worden, bestaat de
mogelijkheid om AMV’ers direct in het DC Rotterdam te plaatsen (zonder een eerder
verblijf in een JJI). Circa 40 AMV’ers werden in 2010 direct geplaatst; in zowel 2011
als 2012 is dit aantal gedaald naar circa 20 AMV’ers. In 2013 neemt dit aantal sterk
af naar 4 AMV’ers.
Pagina 23 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
In juni 2010 heeft de toenmalige minister van Justitie Hirsch Ballin in een brief aan
de Tweede Kamer laten weten dat hij vreemdelingenbewaring van AMV’ers verder
wil beperken. In 2011 is hiertoe een besluit genomen.6 In een brief aan de Tweede
Kamer van 10 maart 2011 schrijft minister Leers (Immigratie en Asiel) dat
alleenstaande illegale vreemdelingen niet meer in detentie terecht komen. In plaats
daarvan komen zij onder voogdij en krijgen zij voorlopig huisvesting in speciale
voorzieningen van het COA voor alleenstaande jongeren. Daar staan zij onder
intensief toezicht. Alleen bij wijze van uitzondering kunnen alleenstaande
minderjarige vreemdelingen nog in bewaring gesteld worden in een JJI. Detentie
van alleenstaande minderjarigen mag alleen plaatsvinden als de overheid
zwaarwegende belangen heeft om de beschikbaarheid van de vreemdeling te
kunnen garanderen. In beginsel gaat het daarbij om plaatsing van AMV’ers die
verdacht zijn van of veroordeeld zijn voor een misdrijf of AMV’ers die zich eerder
aan een toezichtmaatregel hebben onttrokken.
De discussie over de inperking voor vreemdelingenbewaring van AMV’ers kan in
2010 mede de oorzaak zijn dat het aantal ingestroomde AMV’ers in 2010 gedaald is
ten opzichte van 2009. Als gevolg van de nieuwe maatregelen ten aanzien van
AMV’ers neemt vanaf 2011 de instroom sterk af; in het laatste jaar van de
verslagperiode worden 25 AMV’ers in een JJI geplaatst.
4.6
Instroom gezinnen met kinderen
In het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind staat dat de overheid bij
een minderjarige alleen bewaring mag toepassen als uiterste maatregel en dat de
termijn zo kort mogelijk moet zijn. Om deze reden gaan gezinnen naar de
gezinslocatie (GL) als alternatief voor bewaring van gezinnen met kinderen. Bij
plaatsing in een GL is er sprake van een vrijheidsbeperkende maatregel. Maximaal
twee weken voor de datum van het vertrek uit Nederland kan een geheel gezin in
vreemdelingenbewaring worden geplaatst. Dit gebeurt in het DC Rotterdam waar
speciale faciliteiten voor de opvang van kinderen aanwezig zijn. De
vreemdelingenbewaring van een heel gezin kan alleen worden verlengd als er
sprake is van fysiek verzet tegen de uitzetting of als op het laatste moment een
nieuwe aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt ingediend.
Aan een kind dat deel uitmaakt van een in bewaring gesteld gezin, wordt geen
vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Ouders kunnen er voor kiezen om hun
kinderen gedurende de bewaring bij zich te houden, maar kunnen ook besluiten om
hun kind tot aan de uitzetting bij bijvoorbeeld familie onder te brengen. Daarnaast
kunnen zij desgewenst gebruik maken van door de overheid georganiseerde opvang
buiten de inrichting.
In paragraaf 1.3 werd verwezen naar de brief van de staatssecretaris van 13
september 2013 aan de Tweede Kamer. In deze brief wordt ook aandacht besteed
aan de kwetsbare groepen binnen de bewaring. Het beleid aangaande gezinnen met
kinderen is zo gewijzigd dat gezinnen niet in bewaring worden gesteld, tenzij zij zich
eerder aan het toezicht hebben onttrokken. Wanneer een gezin dan alsnog in
6
Op 13 maart 2011 is in navolging van het genomen besluit JJI De Maasberg gesloten. De
meeste AMV’ers zijn geplaatst in een centrum van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers
(COA).
Pagina 24 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
bewaring wordt gesteld, dan dient dit individueel gemotiveerd te worden en kan dat
voor maximaal twee weken.
Tabel 4.6 Instroom gezinnen met kinderen 2010-2013
2010
2011
2012
2013
Aantal gezinnen
149
174
201
89
Aantal kinderen
227
324
352
165
Het aantal gezinnen met kinderen dat instroomt, is in 2013 aanzienlijk gedaald. Dit
is mede het gevolg van de beleidswijziging. In 2013 zijn er na 13 september nog
maar zes kinderen opgenomen op de gezinsafdeling van het DC Rotterdam. De
verblijfsduur van deze gezinnen bedraagt in zowel 2010, 2011 en 2012 gemiddeld 8
dagen. In 2013 daalt de verblijfsduur naar 5 dagen.
Pagina 25 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
5
Bezetting vreemdelingenbewaring
In Nederland zijn er eind 2013 vier detentiecentra waar vreemdelingen met een
bestuursrechtelijke titel verblijven:
• DC
• DC
• DC
• DC
Alphen aan den Rijn
Schiphol
Rotterdam
Zeist
Per 1 juli 2014 is DC Alphen aan den Rijn overgedragen aan het gevangeniswezen.
Het is sindsdien een penitentiaire inrichting.
Binnen de detentiecentra verblijven mensen in principe op een meerpersoonscel
(mpc). De medische dienst bekijkt vooraf of er eventueel medische indicaties zijn
waardoor iemand niet op een mpc geplaatst kan worden. Het is mogelijk om een
verzoek te doen om samen met een landgenoot of een bekende een cel te delen.
In dit hoofdstuk bezien we nader verschillende kenmerken van de aanwezige
populatie in de afgelopen jaren. De vaste peildatum is ultimo september. Voor
peildatum ultimo september is gekozen, omdat uit analyses van het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) blijkt dat dit, gemiddeld genomen over het gehele jaar, het
meest representatieve meetmoment is.
5.1
Algemene ontwikkeling bezetting
Het verloop van de bezetting vertoont een grote gelijkenis met het verloop van de
instroom, zoals in het vorige hoofdstuk te zien was; in 2010 neemt de bezetting
geleidelijk af en in 2011 daalt deze sterk. In 2013 is de bezetting 621
vreemdelingen; ten opzichte van 2009 is dat een daling van 61%.
Grafiek 5.1 Bezetting vreemdelingenbewaring 2009-2013
1.579
1.555
1.191
949
621
2009
2010
2011
2012
2013
Minder inbewaringstellingen vanuit MTV door uitspraak RvS op 28-12-2010, het van
kracht worden van de Europese Terugkeerrichtlijn op 24 december 2010 en de
Pagina 27 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
toegenomen aandacht voor het opleggen van alternatieven voor bewaring, hebben
bijgedragen aan de sterke afname van de bezetting vanaf 2011 (zie hoofdstuk 4).
5.2
Bezetting naar wettelijke grondslag vreemdelingenbewaring
Grafiek 5.2 Bezetting naar wettelijke grondslag van de
vrijheidsontnemende maatregel 2009-2013
1.579
1.516
1.555
1.503
1.191
1.145
949
922
621
63
52
2009
46
2010
Totaal
2011
Artikel 59 Vw
599
27
22
2012
2013
Artikel 6 Vw
De onderlinge procentuele verdeling van beide groepen vreemdelingen (art. 59 en
art. 6) in de bezetting blijft in de verslagperiode nagenoeg gelijk. Het percentage
“artikel 59 vreemdelingen” ligt in die periode grofweg tussen de 96 en 97%.
In procentueel opzicht is de bezetting van de artikel 59 vreemdeling iets minder
sterk gedaald dan de bezetting van de aan de grens geweigerde vreemdeling; de
eerstgenoemde groep is in de verslagperiode met 60% gedaald en de
laatstgenoemde groep met 65%.
5.3
Bezetting naar geslacht
Tabel 5.1 Bezetting naar geslacht 2009-2013
2009
Geslacht
Man
2011
2012
2013
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
1.466
93
1.438
92
1.081
91
851
90
589
95
113
7
117
8
110
9
98
10
32
5
Vrouw
Totaal
2010
Aantal
1.579 100
1.555 100
1.191 100
949 100
621 100
In procentueel opzicht is er van 2010 tot en met 2012 sprake van een geringe
toename van de vrouwen; in 2013 neemt het percentage vrouwen af naar 5%.
Pagina 28 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Bij de instroom (hoofdstuk 4) is het percentage vrouwen hoger dan bij de bezetting
in de vreemdelingenbewaring. Dit verschil wordt veroorzaakt door de verblijfsduur.
De gemiddelde bewaringsduur van vrouwen is korter dan bij de mannen. Het
resultaat is dat op een willekeurig peilmoment het aandeel van de mannen in de
bezetting groter is.
5.4
Bezetting naar leeftijd
Tabel 5.2 Bezetting naar leeftijd 2009-2013
Leeftijd
minderjarig
18 en 19 jaar
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
2
0,1
0
0,0
0
0,0
0
0,0
0
0,0
51
3,2
51
3,3
63
5,3
37
3,9
20
3,2
20 t/m 29 jaar
722 45,7
596 38,3
478 40,1
324 34,1
221 35,6
30 t/m 39 jaar
498 31,5
512 32,9
326 27,4
306 32,2
204 32,9
40 t/m 49 jaar
233 14,8
306 19,7
226 19,0
180 19,0
115 18,5
50 t/m 59 jaar
60 jaar en ouder
onbekend
Totaal
Gemiddelde
57
3,6
61
3,9
71
6,0
70
7,4
49
7,9
5
0,3
11
0,7
15
1,3
15
1,6
6
1,0
11
0,7
18
1,2
12
1,0
17
1,8
6
0,9
1.579
100
1.555
100
1.191
100
949
100
621
100
32
33
33
34
34
De leeftijdscategorie ‘minderjarig' bevat alleen de AMV’ers die in de detentiecentra
zijn gedetineerd. De AMV’ers die zich in een JJI bevinden, zijn niet in de tabel
opgenomen.
Ondanks een verdere daling van de bezetting in 2012 is het absolute aantal
vreemdelingen van 50 jaar en ouder nagenoeg gelijk gebleven aan 2011; in
procentueel opzicht betekent dit een stijging ten opzichte van 2011 (van 7,3% naar
9%). In 2013 stabiliseert dit percentage. Voor de leeftijdscategorie van 20 tot en
met 29 jaar is het percentage in 2009 nog 45,7%; in 2013 is dit percentage
afgenomen tot 35,6%. Het toegenomen percentage vreemdelingen van 50 jaar en
ouder vertaalt zich in de gemiddelde leeftijd; deze neemt toe van 32 jaar in 2009
tot 34 jaar in 2012 en 2013.
5.5
Bezetting naar nationaliteit
De top 5 van 2013 bestaat uit: Marokko (9,7%), Algerije (9,0%), Suriname, India
en Afghanistan. Tabel 5.4 geeft de ontwikkeling weer van de top 5 landen van het
jaar 2013, sinds 2009.
De meest opmerkelijke ontwikkeling is dat Irak vanaf 2012 geen deel meer uitmaakt
van de top 10 van nationaliteiten in vreemdelingenbewaring; in 2010 en 2011
voerde Irak deze lijst nog aan met respectievelijk 9,3 en 9,6% van de bezetting. In
hoofdstuk 4 is al eerder gememoreerd aan de uitspraak van de RvS op 13 april
2012, met als uitgangspunt dat Irakezen zonder geldige reisdocumenten geen zicht
hebben om binnen redelijke termijn te worden uitgezet naar het land van herkomst.
Na deze uitspraak werd een groot aantal bewaringszaken van Irakezen opgeheven
en nam de instroom van deze bevolkingsgroep in het vervolg van het jaar sterk af,
met als effect dat hun aandeel in de bezetting van september 2012 was gedaald tot
1,8%. Dit percentage is in 2013 verder afgenomen naar 1,3.
Pagina 29 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Voor Chinese vreemdelingen is een soortgelijke beweging zichtbaar; in 2013 komt
China niet meer voor in de top 10 van nationaliteiten, terwijl deze bevolkingsgroep
in 2010, 2011 en 2012 steevast in de top 5 stond. Door verschillende oorzaken die
in hoofdstuk 4 zijn beschreven, is er voor Chinezen geen zicht op uitzetting,
waardoor bewaring niet kan worden bevolen. Hun aantal daalde in 2013 naar 4
personen (0,6%) in de bezetting van september 2013.
Tabel 5.3 Bezetting naar nationaliteit 2009-2013 in procenten
2009
2010
2011
2012
2013
Land
% Land
% Land
% Land
% Land
%
Somalië
9,3 Irak
9,6 Marokko
10,5 Marokko
9,7
Marokko
11,6 Irak
9,1 Marokko
8,3 China
7,7 Afghanistan
6,8 Algerije
9,0
Algerije
8,7 Algerije
7,8 Marokko
7,6 Algerije
5,4 Suriname
5,5
Irak
6,7 China
5,9 Afghanistan
6,6 China
4,7 India
5,3
India
6,1 India
4,5 India
5,0 India
4,7 Afghanistan
5,2
Suriname
3,7 Suriname
4,1 Algerije
4,7 Nigeria
3,9 Somalië
4,3
Sierra Le.
3,6 Somalië
3,6 Suriname
3,7 Iran
3,1 Egypte
3,7
Palestina
2,4 Sierra Le.
2,9 Iran
3,3 Suriname
3,0 Guinee
2,9
Eritrea
2,3 Iran
2,8 Nigeria
2,6 Ghana
2,6 Rusland
2,6
Nigeria
2,0 Afghanistan
2,4 Ghana
2,4 Sierra Le.
2,6 Libië
2,6
Totaal 10
56,2 Totaal 10
51,6 Totaal 10
53,2 Totaal 10
47,4 Totaal 10
50,8
Overig
38,9 Overig
42,1 Overig
41,1 Overig
42,9 Overig
40,5
Onbekend
Totaal
4,9 Onbekend
100 Totaal
6,3 Onbekend
100 Totaal
5,7 Onbekend
100 Totaal
9,7 Onbekend
100 Totaal
Vanaf 2010 komen de Somaliërs niet meer voor in de top 5 van nationaliteiten,
terwijl ze ultimo september 2009 nog de grootste groep vormden in de
vreemdelingenbewaring. Hun aantal is afgenomen van 183 personen (11,6%) in
2009 tot 27 personen in 2013 (4,3%). Bij de instroom zitten de Somalische
vreemdelingen in 2010, 2011, 2012 en 2013 wel in de top 5 van nationaliteiten. Dit
feit hangt mede samen met de beëindiging van het categoraal beschermingsbeleid
voor Somaliërs in 2009 (zie hoofdstuk 4). Hierdoor kon deze bevolkingsgroep vanaf
2010 “gemakkelijker” worden uitgezet, wat leidde tot een kortere bewaringsduur.
Vanaf 2011 kunnen Somalische vreemdelingen door rechterlijke uitspraken weer
moeilijker in vreemdelingenbewaring worden genomen. Omdat Somaliërs relatief
kort in vreemdelingenbewaring verblijven (54 dagen in 2013), wordt hun aandeel in
de populatie kleiner ten opzichte van de moeilijker uitzetbare nationaliteiten. India
en Algerije behoren tot de nationaliteiten die moeilijker uitzetbaar zijn; gemiddeld
verbleven Indiërs en Algerijnen in 2013 circa 142 dagen in vreemdelingenbewaring.
Hun aandeel in de bezetting ligt daarom beduidend hoger dan hun aandeel in de
instroom.
Op de volgende bladzijde geeft tabel 5.4 de ontwikkeling weer van de top 5 landen
van het jaar 2013, sinds 2009. Grafiek 5.3 toont deze ontwikkeling in absolute zin.
De Marokkanen en Indiërs behoren in de verslagperiode ieder jaar tot de top 5 van
nationaliteiten die ultimo september in vreemdelingenbewaring verblijven. In 2013
vormen de Marokkanen, net als in 2012, de grootste groep vreemdelingen.
Pagina 30 van 40
8,7
100
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Tabel 5.4 Trend nationaliteit top 5 van 2013
2009
2010
2011
2012
2013
%
%
%
%
%
Marokko
9,1
8,3
7,6
10,5
9,7
Algerije
8,7
7,8
4,7
5,4
9,0
Suriname
3,7
4,1
3,7
3,0
5,5
India
6,1
4,5
5,0
4,7
5,3
Afghanistan
1,6
2,4
6,6
6,8
5,2
Land
Grafiek 5.3 Trend nationaliteit top 5 van 2013
160
140
120
100
80
60
40
20
0
2009
2010
Marokko
2011
Algerije
2012
Suriname
2013
India
Afghanistan
Tabel 5.5 De duur van de vreemdelingenbewaring 2009-2013
2010
2011
Aantal
2009
%
Aantal
% Aantal
< 3 mnd
890
56,4
827
53,2
3 - < 6 mnd
382
24,2
411
26,4
6 - < 9 mnd
233
14,8
246
67
4,2
7
1.579
Duur
9 mnd t/m 1 jr
> 1 jaar
Totaal
Gemiddelde
97,1
2012
2013
%
Aantal
%
Aantal
%
656
55,1
470
49,5
350
56,4
316
26,5
261
27,5
140
22,5
15,8
173
14,5
165
17,4
103
16,6
53
3,4
40
3,4
47
5,0
27
4,3
0,4
18
1,2
6
0,5
6
0,6
1
0,2
100
1.555
100
1.191
100
949
100
621
100
102,7
99,3
110,5
100,2
Pagina 31 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
6
Uitstroom uit de vreemdelingenbewaring
Voor het daadwerkelijke vertrek van vreemdelingen uit Nederland werkt de Directie
Bijzondere Voorzieningen van DJI nauw samen met verschillende partners.
Belangrijke schakels in het terugkeerproces zijn de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND), de Dienst Terugkeer & Vertrek en organisaties (DT&V) als
Vluchtelingenwerk Nederland en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
In dit hoofdstuk komt de ontwikkeling van de uitstroom aan bod en wordt kort de
gemiddelde bewaringsduur na uitstroom belicht.
6.1
Algemene ontwikkeling uitstroom
De uitstroom volgt dezelfde tendens als de instroom (zie hoofdstuk 4). Bedroeg de
uitstroom in 2009 nog 7.932 vreemdelingen, in 2013 is deze gedaald naar 3.977
vreemdelingen. Dit is een afname van 50%. Net als bij de instroom moet wel de
kanttekening geplaatst worden dat er in 2010 een trendbreuk optreedt als gevolg
van de registratiewijziging van de aan de grens geweigerde vreemdelingen.
Grafiek 6.1 Uitstroom vreemdelingenbewaring 2009-2013
7.932
7.899
6.358
5.738
3.977
2009
6.2
2010
2011
2012
2013
Bewaringsduur op basis van uitstroom
In dit hoofdstuk wordt de gemiddelde verblijfsduur na uitstroom behandeld.
Tabel 6.1 Gemiddelde verblijfsduur in dagen 2009-2013
2009
2010
2011
2012
2013
73
74
76
75
72
In 2010 is de gemiddelde verblijfsduur na uitstroom 74 dagen; deze is nagenoeg
gelijk aan 2009, toen de verblijfsduur 73 dagen bedroeg. De vreemdelingen op de
passantencellen van de KMar maakten in 2009 nog deel uit van de uitstroom. De
verblijfsduur van deze vreemdelingen was doorgaans niet langer dan twee dagen.
Pagina 32 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Indien deze vreemdelingen buiten beschouwing worden gelaten, dan is de
gemiddelde verblijfsduur in 2009 ongeveer 76 dagen. Feitelijk is de gemiddelde
verblijfsduur in 2010 dus iets afgenomen ten opzichte van 2009. Gesteld kan
worden dat de verblijfsduur in de verslagperiode redelijk constant blijft.
Pagina 33 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
7
Incidenten
Tijdens het verblijf in een detentiecentrum kunnen er incidenten voorkomen. Twee
van deze incidenten zijn speciaal van belang: de ontvluchtingen en de suïcides.
7.1
Ontvluchtingen
Grafiek 7.1 Aantal ontvluchtingen uit vreemdelingenbewaring 2009-2013
3
3
0
2009
2010
2011
0
0
2012
2013
Bij iedere ontvluchting vindt er een grondige analyse plaats en worden er waar
nodig en mogelijk maatregelen getroffen om een herhaling te voorkomen. Te
denken valt aan bouwkundige aanpassingen en extra werk- en dienstinstructies voor
het personeel. In zowel 2009 als in 2011 hebben drie ontvluchtingen
plaatsgevonden. Na 2011 zijn er geen ontvluchtingen meer voorgekomen.
7.2
Suïcides
Tabel 7.1 Aantal suïcides in vreemdelingenbewaring 2009-2013
2009
2010
2011
2012
2013
0
1
1
0
1
In de verslagperiode 2009-2013 hebben zich drie suïcides voorgedaan. Het aantal
suïcides in 2013 bedroeg één.
Pagina 35 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Bijlage 1
Begrippenlijst
Alleenstaande Minderjarige Vreemdeling
Een minderjarige vreemdeling die zonder ouders of wettelijk voogd naar Nederland
is gekomen.
Artikel 6 Vreemdelingenwet (synoniem grenslogies)
Bestuurlijke maatregel om een vreemdeling die aan de grens de toegang tot
Nederland is geweigerd, vast te houden in een inrichting, tot het moment dat
uitzetting mogelijk is.
Artikel 59 Vreemdelingenwet
Bestuurlijke maatregel om een vreemdeling die niet langer in Nederland mag
blijven, vast te houden in een inrichting, tot het moment dat uitzetting mogelijk is.
Binnengrenzen (Schengen)
Gemeenschappelijke landsgrenzen, daaronder begrepen rivier- en meergrenzen, van
de EU-landen, de luchthavens voor de interne vluchten en de zee-, rivier- en
meerhavens voor de regelmatige veerverbindingen.
Buitengrenzen (Schengen)
Landgrenzen van de EU-landen, met inbegrip van de rivier- en meergrenzen, de
zeegrenzen alsmede hun lucht-, rivier-, zee- en meerhavens, voor zover zij geen
binnengrenzen zijn.
Bewaringsduur op peilmoment
De bewaringsduur van de populatie wordt berekend op basis van de datum
inbewaringstelling (op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de
peildatum (30 september).
Capaciteit
Direct inzetbare capaciteit:
Het aantal plaatsen dat bestemd is voor vreemdelingenbewaring inclusief plaatsen
die tijdelijk niet bruikbaar zijn, niet zijnde reservecapaciteit of in stand te houden
capaciteit.
Reservecapaciteit:
Het aantal plaatsen dat binnen vier maanden inzetbaar moet zijn, om een (tijdelijk)
extra aanbod van in te sluiten justitiabelen op te vangen.
Toelichting:
Voor de reservecapaciteit geldt een lagere normprijs.
In stand te houden capaciteit
Intramurale plaatsen die buiten gebruik zijn gesteld maar die nog niet zijn
afgestoten.
Toelichting:
Betreft overschot aan capaciteit die echter niet is afgestoten maar voor een
bepaalde periode (ten minste 1 jaar) wordt aangehouden. Hiermee wordt
kapitaalvernietiging voorkomen. Deze capaciteit maakt geen deel meer uit van de
productietaakstelling.
Pagina 37 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Categoriaal beschermingsbeleid
De minister van Justitie kan op grond van het bepaalde in artikel 29, lid 1 onder d
van de huidige Vreemdelingenwet (Vw 2000) een zogeheten categoriaal
beschermingsbeleid voeren ten aanzien van een bepaalde groep asielzoekers of van
asielzoekers uit bepaalde staten of gebieden, indien de algemene situatie aldaar
dusdanig slecht is, dat het van een bijzondere hardheid zou getuigen mensen
daarheen terug te zenden.
Detentiecentrum
In de detentiecentra verblijven vreemdelingen waarbij uitzetting op korte termijn
nog niet mogelijk is, omdat bijvoorbeeld het identificatieproces nog in volle gang is.
Directie Bijzondere Voorzieningen (DBV)
Directie Bijzondere Voorzieningen is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van
vreemdelingenbewaring en grenslogies. Een deel van de capaciteit van deze directie
wordt ingehuurd door het gevangeniswezen voor insluiting van veroordeelde
strafrechtelijke illegalen in hun laatste vier maanden en voor de insluiting van
bolletjesslikkers.
EU-staat
Een EU-staat is een soort reisdocument dat onder bepaalde voorwaarden afgegeven
wordt door de Nederlandse overheid. Hiermee kan een vreemdeling uit Nederland
vertrekken.
Huis van bewaring
Door de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen penitentiaire inrichting,
vooral bedoeld voor nog niet in eerste aanleg veroordeelden.
Toelichting: In een HvB verblijven ook veroordeelden in afwachting van
doorplaatsing naar een gevangenis, een penitentiair programma of een Forensisch
Psychiatrisch Centrum. De Detentiecentra van de Directie Bijzondere Voorzieningen
hebben ook de bestemming HvB, maar deze centra zijn vrijwel uitsluitend bedoeld
voor personen in vreemdelingenbewaring.
Illegaal
Een illegaal is een vreemdeling die in Nederland verblijft zonder toestemming van
de overheid.
Instroom
Het aantal vreemdelingen dat, gedurende een bepaalde periode, nieuw of opnieuw
is ingestroomd in vreemdelingenbewaring.
Ontvluchting
Ontsnapping vanuit het beveiligde inrichtingsgebouw of vanaf het beveiligde terrein,
te weten het terrein binnen de ringmuur en/of het (penitentiaire) hekwerk.
Populatie vreemdelingenbewaring (synoniem: administratieve bezetting)
Het aantal vreemdelingen dat onder de administratieve verantwoordelijkheid van
een inrichting valt. Naast de fysiek aanwezigen betreft het ook de vreemdelingen die
tijdelijk elders verblijven (bijvoorbeeld op de Forensische Observatie- en
Begeleidingsafdeling).
Suïcide
Zelfmoord, niet natuurlijke dood.
Pagina 38 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Totale bewaringsduur (op basis van uitstroom)
De totale bewaringsduur wordt berekend op basis van de datum inbewaringstelling
(op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de datum van de
opheffing van de bewaring.
Uitstroom
Het aantal vreemdelingen dat, gedurende een bepaalde periode, is uitgestroomd uit
vreemdelingenbewaring.
Uitzetcentrum
Bij uitzetting op korte termijn gaat een vreemdeling naar een uitzetcentrum. Dit is
bijvoorbeeld het geval als alle reisdocumenten van een vreemdeling aanwezig zijn
en alleen nog gewacht moet worden op een beschikbare vlucht.
Uitzetting
Het van het Nederlands grondgebied verwijderen (‘verwijdering met de sterke arm’)
van een illegale vreemdeling.
Vreemdeling
Een persoon die niet in het bezit is van de nationaliteit waar hij of zij verblijft.
Vreemdelingenbewaring
Bestuursrechtelijke maatregel om een vreemdeling die de toegang tot Nederland is
geweigerd dan wel niet langer in Nederland mag blijven en weigert zelfstandig te
vertrekken, vast te houden in een inrichting, tot het moment dat uitzetting mogelijk
is.
Toelichting: Een vreemdeling wordt ingesloten op respectievelijk artikel 6 of artikel
59 van de Vreemdelingenwet (Vw 2000).
Vreemdelingenwet
Op 1 april 2001 is deze wet in werking getreden. Het voornaamste doel van deze
wet is om door betere en snellere procedures eerder antwoord te geven op het
verzoek tot verblijf in Nederland. De wet is vooral veranderd voor hen die asiel
aanvragen in Nederland. Ook de terugkeer, na afwijzing van het asielverzoek, is
veranderd.
Pagina 39 van 40
Vreemdelingenbewaring in getal | juli 2014
Bijlage 2
Verblijfsduur op peilmoment
De duur van de bewaring wordt berekend op basis van de datum inbewaringstelling
(op het politiebureau of de vreemdelingeninrichting) tot aan de peildatum (30
september).
De duur van de vreemdelingenbewaring 2009-2013
2010
2011
2012
Aantal
2009
%
Aantal
% Aantal
% Aantal
< 3 mnd
890
56,4
827
53,2
656
55,1
3 - < 6 mnd
382
24,2
411
26,4
316
26,5
6 - < 9 mnd
233
14,8
246
15,8
173
67
4,2
53
3,4
7
0,4
18
1.579
100
1.555
Duur
9 mnd t/m 1 jr
> 1 jaar
Totaal
Gemiddelde
97,1
102,7
2013
%
Aantal
%
470
49,5
350
56,4
261
27,5
140
22,5
14,5
165
17,4
103
16,6
40
3,4
47
5,0
27
4,3
1,2
6
0,5
6
0,6
1
0,2
100
1.191
100
949
100
621
100
99,3
110,5
100,2
In de verslagperiode zit gemiddeld 80% van de vreemdelingenpopulatie korter dan
6 maanden in detentie. De gemiddelde bewaringsduur ultimo september fluctueert
over de jaren en is in 2012 het hoogst (110,5 dagen) en in 2009 het laagst (97,1
dagen).
De gemiddelde bewaringsduur op een peilmoment moet niet verward worden met
de gemiddelde bewaringsduur, berekend tot het moment van de opheffing van de
bewaring (moment van uitstroom). Deze laatstgenoemde duur ligt doorgaans lager
dan de bewaringsduur op een peilmoment. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien
onlogisch, maar een persoon met een lange bewaringsduur heeft nu eenmaal een
grotere kans om deel uit te maken van de bezetting op een willekeurige peildatum
dan een kort verblijvende, terwijl bij de berekening van de duur van de
uitgestroomde vreemdeling elke persoon even zwaar meeweegt, ongeacht zijn
bewaringsduur.
Pagina 40 van 40