Kwartaalbericht Starters ING Economisch Bureau Lichte opleving starters in derde kwartaal Het aantal starters groeide in het derde kwartaal met 0,9% ten opzichte van 2013. Dankzij deze lichte opleving komt het totaal over de eerste negen maanden van 2014 op bijna 97.500. Slechts zo’n 1.000 minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Toch zal dit gat met 2013 waarschijnlijk niet worden gedicht. De werkloosheid daalt en het aantal vacatures neemt toe. Dit lijkt de vlucht naar ‘noodgedwongen’ zelfstandig ondernemerschap te verminderen. Ook het Kabinet trekt aan de rem door de aanpak van schijnzelfstandigheid. Aantal starters blijft hoog Ook dit jaar blijft het aantal starters relatief hoog. In het derde kwartaal werden een kleine 29.300 nieuwe bedrijven opgestart. Hiermee groeide het aantal starters met bijna 1% ten opzichte van het derde kwartaal van 2013. Daarmee wordt de trend van de eerste twee kwartalen, met een dalend aantal starters, doorbroken. Er is echter over het gehele jaar (tot en met september) nog wel sprake van een lichte achterstand (1%) ten opzichte van 2013. Figuur 1 Ontwikkeling aantal starters (groei / krimp jaar-op-jaar per kwartaal 140.000 4% 120.000 2% 100.000 0% 80.000 60.000 -2% 40.000 -4% 20.000 0 -6% 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014* Aantal starters Ontwikkeling BBP (r-as, joj in %) Bron: KvK, bewerking (en raming 2014) ING Economisch Bureau Figuur 2 Ontwikkeling starters per provincie Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Groningen Friesland Gelderland Limburg Zeeland Drenthe Flevoland Overijssel Noord-Brabant Totaal 2013 jan-sep 8.111 20.326 21.834 3.054 3.138 10.520 4.978 1.748 2.284 2.887 5.878 13.679 98.437 2014 jan-sep 8.528 20.690 21.962 3.059 3.124 10.409 4.840 1.693 2.208 2.725 5.535 12.697 97.470 j-o-j % +/5,1% 1,8% 0,6% 0,2% -0,4% -1,1% -2,8% -3,1% -3,3% -5,6% -5,8% -7,2% -1,0% Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau Meer starters in Randstad Met name in de Randstad is sprake van een toename van het aantal starters. De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht noteerden gezamenlijk een groei van 1,8% tot en met het derde kwartaal. Deze drie provincies zijn goed voor meer dan de helft van het totaal aantal starters. Vooral Utrecht presteert, met een groei van ruim 5% in de eerste drie kwartalen, bovengemiddeld ten opzichte van andere regio’s in Nederland. Enerzijds is dat te relateren aan het feit dat Utrecht vorig jaar juist een van de weinige regio’s was met een dalend aantal starters. Anderzijds is ook een aantal factoren te noemen die ondernemerschap in Utrecht stimuleren. Gedacht kan worden aan de in Europees verband geroemde concurrentiekracht van deze regio. Utrecht werd eind vorig jaar voor de tweede achtereenvolgende keer door de Europese Commissie uitgeroepen tot de meest competitieve regio van Europa. Daarnaast is Utrecht een van de weinige regio’s met een groeiende potentiele beroepsbevolking (alle mensen tussen 15-65 jaar oud). Overijssel en Noord-Brabant kennen dit jaar een krimp in het aantal starters, terwijl zij vorig jaar juist tot de stijgers behoorden. Teruglopende werkloosheid leidt tot minder noodgedwongen ondernemerschap Figuur 3 Ontwikkeling (+/-) aantallen starters jan-sep 2014 versus jan-sep 2013. Zakelijke dienstverlening Cultuur, sport en recreatie Groothandel Gezondheidszorg Onderwijs Vervoer en opslag Industrie Horeca Detailhandel Bouw Landbouw, bosbouw en visserij -2000 -1500 -1000 -500 0 500 1000 Bron: KvK, bewerking ING Economisch Bureau Ondernemerschap in bouw en landbouw Niet alleen tussen de regio’s zijn verschillen waarneembaar in het aantal starters. Ook binnen de sectoren varieert de ontwikkeling van het aantal starters. Groeiers dit jaar zijn de bouw en landbouw. De bouw kent in 2014, na jaren van krimp, eindelijk weer groei. De sector klimt vanuit een diep dal langzaam omhoog. Dit geldt nog niet voor de werk gelegenheid, die gedurende het eerste half jaar in deze sector nog steeds kromp. De behoefte aan een flexibele schil in de bouw blijft groot, wat bijdraagt aan een toename van zelfstandigen in deze sector. Ook in de landbouw mag zelfstandig ondernemerschap op belangstelling rekenen. Een tekort aan personeel in de agrarische sector zorgt er voor dat steeds vaker zzp’ers ingeschakeld worden. Zelfstandigen kunnen onder meer helpen piekperioden bij agrarische bedrijven op te vangen. Andere sectoren waar het aantal starters in de eerste drie kwartalen van 2014 toenam zijn industrie, horeca en detailhandel. Minder starters cultuur en zakelijke dienstverlening Met name in de zakelijke dienstverlening is dit jaar sprake van een forse daling van het aantal starters. Onder meer binnen IT dienstverlening is een omslagpunt zichtbaar. Zo steeg volgens het CBS de omzet in IT dienstverlening gedurende het eerste half jaar van 2014 en is ook de werkgelegenheid groeiende. Dit leidt binnen de zakelijke dienstverlening tot een daling in ‘noodgedwongen’ ondernemerschap. Ook de sector Cultuur is een opvallende daler als we kijken naar aantallen starters. In 2013 werd binnen deze sector juist een forse toename in starters genoteerd. Bezuinigingen in kunst en cultuur leidden er toe dat veel mensen hun baan verloren en vervolgens ‘noodgedwongen’ als zelfstandige van start gingen. Na deze piek in 2013 is het aantal starters weer afgenomen. Kwartaalbericht Starters 2 Zzp’ers zorg en onderwijs in onzekerheid Het aantal starters krimpt ook in zorg en onderwijs. Dit lijkt mede ingegeven door het Kabinetsbeleid waarbij schijnzelfstandigheid wordt aangepakt. Het afgelopen jaar richtte de Belastingdienst zich met name op deze sectoren. Ook ICT, transport en bouw staan strengere controles te wachten. In zowel zorg als onderwijs werden VAR verklaringen geweigerd en in sommige gevallen zelfs ingetrokken. Zzp’ers die niet voldoen aan de criteria voor fiscaal ondernemerschap kunnen hierdoor niet meer als zzp’er aan het werk. Met name in de thuiszorg heeft dit geleid tot problemen. Na een in hoger beroep, door de Belastingdienst, verloren rechtszaak drong de Tweede Kamer aan op een oplossing. Het Kabinet wil belemmeringen voor zzp’ers in de (thuis)zorg nu bestrijden met een aantal maatregelen. Zo wil men met Zorgverzekeraars Nederland afspraken maken om de contracten en overeenkomsten van zzp’ers in de zorg te verhelderen Schijnzelfstandigheid Daarmee wordt overigens geen afscheid genomen van het voornemen schijnzelfstandigheid en schijnconstructies te bestrijden. Op Prinsjesdag werd aangegeven dat het Kabinet dit beleid zal doorzetten. Daarmee hoopt men 100 miljoen euro te kunnen besparen. Ook ligt een wetsvoorstel klaar om de VAR verklaring te vervangen door de Beschikking geen loonheffingen (BGL). De opdrachtgever wordt dan mede verantwoordelijk voor de juistheid van de aanvraag. Onder meer vanuit de Raad van State is kritiek geuit op dit voorstel. Deze stelt dat de omvang van de problematiek mogelijk slechts gering is. Daarbij wordt verwezen naar een rapport van SEOR (Erasmus Universiteit) in opdracht van het ministerie van Economische Zaken (ZZP tussen werknemer en ondernemer, 2013). Daarin wordt gesproken over een geschat percentage schijnzelfstandigheid, variërend per sector, van 2% tot 14%. Rem op groei zzp? De aanpak van schijnzelfstandigheid komt voort uit de hoge groei van het aantal zzp’ers. De meest recente cijfers van het CBS over het tweede kwartaal van 2014 bevestigen deze groei. Ten opzichte het tweede kwartaal vorig jaar bedraagt de groei 4%. In de Miljoenennota stelt het Kabinet dat Nederland binnen de EU behoort tot de landen met de sterkste groei in zelfstandig ondernemerschap. Het CPB verwacht dat bij ongewijzigd beleid het aandeel zzp’ers van één op acht werkende mannen in 2010 op kan lopen tot één op vijf in 2030. De groei van zzp’ers draagt volgens de Miljoenennota bij aan werkgelegenheid, innovatie en productiviteit. Daarentegen dragen zzp’ers geen werknemerspremie af. Zij leveren een minder grote bijdrage aan het collectief. Het kabinet laat op dit moment een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar zzp’ers uitvoeren om de trends en gevolgen van de snelle groei beter te begrijpen. Men wil o.a. de gevolgen voor de economie, de solidariteit van de welvaartstaat en de overheidsfinanciën verder in kaart brengen. Lichte daling starters De uitkomst van het onderzoek naar zzp’ers en mogelijke (verdere) maatregelen van het Kabinet omtrent zelfstandig ondernemerschap zullen uiteraard van invloed zijn op het toekomstige aantal zelfstandige ondernemers. De maatregelen tegen schijnzelfstandigheid lijken in de tussentijd een middel om de snelle groei van zzp’ers enigszins af te remmen. Dit in combinatie met een licht stijgende werkgelegenheid, resulterend in minder ‘noodgedwongen’ ondernemerschap, zorgt naar verwachting voor een kleine afname van het aantal starters in 2014. Ondanks een licht groeiende economie blijft het klimaat voor ondernemers uitdagend en zijn de onzekerheden groot. De verwachting is daarom dat ook in 2015 de trend richting een krimpend aantal starters doorzet. Kwartaalbericht Starters 3 Figuur 4 Ontwikkeling aantal zzp’ers eerste kwartaal 2012 tot en met tweede kwartaal 2014 820 800 780 760 740 720 700 K1'12 K2'12 K3'12 K4'12 K1'13 K2'13 K3'13 K4'13 K1'14 K2'14 Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Max Erich, ING Economisch Bureau 06 83 63 57 85 [email protected] INGnl_Economie Volg ons op Twitter: Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nat ionale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te A msterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zo rgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit ra pport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 24 oktober 2014.
© Copyright 2024 ExpyDoc