Barend Cruyff met watermerk

Barend Cruyff 'kwajongen' van 60 jaar
'Ze zingen de sterren van de hemel' meldt Barend me
als ik binnenval in de ruimte waar hij zijn meer dan 300
vogels houdt. Als ze net zo zingen als hij kan praten,
zijn het allemaal goudvinken, bedenk ik. Want Barend
kan meer en beter praten als een vol nest Roodstaart
Papegaaien.
De geboren en getogen Purmerender gaat fluitend (en
dat geld ook voor zijn handel) door het leven. Wat hem
betreft zou het leven net zo lang mogen duren als een
kanarie een heel wittebrood op eet. 'Ik heb m'n hele
leven maar wat aan 'gevogeld' wijst hij op zijn bonte
verzameling gevederde vrienden. 'Het is voor 70%
hobby. Want als ik het voor m'n brood moest doen, was
ik slecht af.'
Hij is verknocht aan Purmerend. Als hij over de brug bij
het postkantoor gaat, verkeert hij voor zijn gevoel buiten de stad. Op vakantie gaat hij heel af en toe. Maar,
als hij in zijn achteruitkijkspiegel het bord 'Purmerend
50 km' ontwaart, is hij feitelijk ver genoeg van huis.
Op de Achterdijk 46 woont hij al 33 jaar en ondanks de
lage hypotheekrente krijgt zelfs geen meedenkbank
hem in beweging. Van vogels weet hij meer dan de BVD
van het Koningshuis. Of het nou om een duikelaar of om
een kluiveduiker (vogel van bijzondere pluimage: J.K.)
gaat; Barend herkent ze allemaal. Van blinde vink tot
dove kwartel; hij ziet en hoort het meteen. Ook van
duiven is zijn kennis enorm. En dan bedoelt hij uiteraard niet bij welke Chinees ze het lekkerste smaken...
'Van vogels ben ik altijd gek geweest. Al op 10-jarige
leeftijd stond ik ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel' licht hij zijn grote liefde toe.
Barend Cruijff, in één van zijn ‘’wagentjes’’
'In ben geboren in de Westersteeg. M'n vader had een
ijssalon in de Nieuwstraat. Karsten op de Kaasmarkt en
de toko van m'n ouwe heer waren de eerste snackbars
van Purmerend. Ik hielp in de weekeinden mijn vader in
de zaak en werkte door de weeks op de taxi en de
ambulance bij Ruis. Vooral als er dansen was geweest
in Het Heerenlogement was het bij ons in de zaak 'bal'.
Brooddronken jongeren kwamen dan naar onze tent en
dan hadden we weleens de poppen aan het dansen'
verhaalt hij over de snackbar.
Barend was voor de zaak geknipt. Hij had een 'bovenbouw' als de Koepelkerk, en als hij in focuste op ernstig,
was je blij als je wist waar de nooduitgang was.
Zowel in als buiten de vogelhandel heeft hij van alles
beleeft. 'Zo heb ik ooit eens op een feestavond in Het
Heerenlogement gevochten tegen een heuse Grizzlybeer. Die had het voortvarende feestcommittee aan
laten rukken ter verhoging van het vermaak. Nou, dat
heb ik geweten. Ik kreeg meer klappen dan er
klinknagels in de vroegere Hembrug zaten' herinnert hij
zich pijnlijk.
Met een juist bij sportschool Bruins aangeleerde
heupworp waande Barend zich rijk en sterk en meende
hij 'Bruintje' om te kunnen leggen. Toen het dier echter
door het gestuntel wat geprikkeld raakte, belandde
Barend in de (beren)-boot. Het beest haalde zodanig
uit, dat het pinkelhoutje van de stoere Purmerender
achter in de zaal terecht kwam, waar de prijzen voor
de Tombola waren uitgestald. Naar zijn neus heeft hij
een week moeten zoeken en daarmee was het bravoure
getemperd. 'Wat ging ik af' meldt hij nog bijna in
narcose.
'Op de ziekenauto heb ik zo'n 20 jaar gezeten. Het is nu
haast onvoorstelbaar, maar ik reed er in de beginjaren
alleen op. Als ik dan iemand op moest halen, vroeg ik
onderweg aan een bekende of die even mee wilde om
te helpen. Als de mensen hun naam noemden, wist ik al
naar welk ziekenhuis (Stads of Lidwina) ze moesten. Dramatisch was ondermeer de brand in het PEN-huisje
en het ongeluk met het viaducht over de A7. Bij dat
ongeluk heb ik Chris van Braam, die zo'n beetje alles
had gebroken wat een mens aan botten in zich heeft,
naar het V.U. moeten brengen. Ik denk dat ik toen harder heb gereden als Emerson Fittipaldi, toen die in
1978 wereldkampioen werd.
Je kwam weleens helemaal verslagen thuis. Een traumateam hadden ze nog nooit van gehoord, dus was het
je vrouw die je moest opvangen. Die deed na zulke
ongelukken natuurlijk ook geen oog meer dicht. Bij
Jaap Bruning, die vroeger op de Achterdijk een
begrafenisonderneming runde, reed ik op de lijkwagen.
Dat werk werd me op den duur te doods.
Ook in de vogelhandel heb ik hele aparte dingen
beleefd. Ik dreef veel handel met het Midden-Oosten.
Zo kreeg ik op een keer eens bezoek van Abdoel Latif Al
Hwalik uit Koeweit, die volgens mij meer vrouwen had
dan ik zangkanaries. Hij wilde persé zijdehoenders in
blauw en oranje. Geloof me of niet, maar zelfs in de
Ark van Noach zijn die er niet in blauw en oranje
geweest. Gelukkig had ik een goede kennis in Waspik.
Die spoot ze met waterverf eenvoudigweg in de
gewenste kleur, met als gevolg dat het achteraf voor
mij de kip met de gouden eieren werden' laat hij
breedlachend weten.
'In 1978 kwam ploseling de eerwaarde Gyalwa Karmapa,
een zeer hoge Boedhistische monnik uit Nepal, met nog
zeven andere monnikken, hier de steeg in. Die kocht
ondermeer een wagonlading aan Kardinaalsvogels.
Oecumenisch gezien zal dat wel de juiste keus zijn
geweest. Ze hadden het zo naar hun zin, dat ik werd
uitgenodigd voor een belangrijke bijeenkomst in Vleuten. Ik kreeg daar een bakkie met 'lekkers' aangeboden,
waarvoor ik nog dezelfde dag naar de weekeinddokter
ben geweest. Maar, het was een geweldige belevenis'
verteld hij met smaak.
In 1969 had hij zijn eigen voetbalteam. Natuurlijk was
de naam 'The Bird Boys'. Barend had bij één zo'n
wedstrijd eens reclame laten maken dat 'Cruyff' de
aftrap zou nemen. Heel de media nam het over. Op het
moment supreme verscheen Barend met een pruik op,
en nam de aftrap. Inderdaad, Cruyff had de aftrap
genomen... Maar teleurgestelde bezoekers zijn nog in
staat om hem te tackelen.
Bekend is zijn strijd tegen het sluiten van de
pluimveemarkt. Diverse keren verscheen hij daarvoor
voor het gerecht. Brullen was het toen de vrouwelijke
Officier van Justitie uit het bewijsmateriaal een Aviertje opviste met daarop de wekelijkse reclame van
Barend in die tijd. Met koeieletters stond daarop 'PiepShow' op de Achterdijk. Een dove kwartel kon haar
horen lachen.
Ooit gaf hij zich door de telefoon uit voor advocaat omdat hij een rechter wilde spreken.
Toen de 'Edelachtbare Cruyff' werd doorverbonden
kwam de rechter niet meer bij van het lachen.
Dinsdags
is
hij
controleur
op
de
Koeien-
en
Schapenmarkt. 'Dat doe ik al zo'n 12 jaar. Prachtig
werk' diept hij een andere tak uit zijn kleurrijke leven
op.
Voor de radio was hij ooit te horen in de programma's
'Onder de mensen' van Kees Brusse en voor Veronica bij
Wil Luikinga. Lezingen over tropische vogels heeft hij in
het hele land gegeven. Ik sta al een kwartier met de
kruk van de buitendeur in mijn hand als hij het heeft
over een Beo. 'Die heeft een tijdje gelogeerd bij
iemand in een privé-club. Toen hij terugkwam, had hij
woorden in de mond die ik nog niet in mijn hand durf
te nemen' besluit Barend.
Z'n vrouw Dieuw is in al zijn handel en wandel zijn steun
en toeverlaat. Bij haar is hij honk- en hokvast. Want het
verschil tussen een kleurrijke en een vreemd(e) vogel
weet hij -gelukkig- fluitend te benoemen.
Jouke Kooiker, 1995
Vormgeving: Saskia van den Berg