Infofiche Onderhoud Een correcte behandeling verlengt de levensduur van materialen. Bij sommige materialen wordt een handleiding toegevoegd. Lees deze aandachtig vóór het eerste gebruik! Een behandeling op maat is voor sommige materialen vereist om onaangename geurtjes of effecten te voorkomen. Sowieso verleng je er de levensduur mee. Hieronder vind je enkele algemene raadgevingen voor onderhoud van andere materialen. Inox materiaal Reinigen - Inox reinig je het best met een gewoon schuursponsje. Doe een beetje afwasmiddel en een scheut azijn op je spons. Wat je nooit mag doen, is met een staalborstel of grove schuurspons wrijven. Je zorgt voor krassen en de volgende kookbeurt gaat je pot nog sneller aanbakken. Ook sodakristallen zijn uit den boze! Afdrogen - Droog inox goed af, zodat ook alle kalk- en zoutresten verwijderd zijn. Deze stoffen kunnen namelijk inwerken en vlekken of roestvorming veroorzaken. Houtvuur - Potten die op een houtvuur staan, worden zwart. I.p.v. de potten na gebruik telkens te reinigen, kan je ze preventief insmeren met bruine zeep. Op het vuur wordt de zeep hard en zwart, maar na een wasbeurt zal je merken dat de pot zelf proper gebleven is. Labelen – Op elk potje past een dekseltje. Zorg dat dit zo blijft en geef elke ‘koppel’ een kleurcode (bv. met tape of nagellak). Gietijzeren pannen Reinigen - Gietijzeren pannen vormen naar verloop van gebruik een antiaanbaklaag. Reinig de pan met gewoon heet water (≤ 60°C), een borstel of schuurspons en biologische reinigingsmiddelen, schoonmaakzout of soda. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen en steek ze niet in de vaatwas! Eerste gebruik - Bij het eerste gebruik maak je de pan schoon met warm water en droog je die af. Warm de pan op met een halve liter schone plantenolie gedurende een half uur. Smeer daarna de pan in met zoutloze plantenolie. Gewoon gebruik - Bij gewoon gebruik verwarm je de pan gedurende twee minuten op de hoogste stand. Daarna voeg je het braadvet of olie toe. Gebruik geschikt braadvet (≥ 200°C), anders verbrandt het vet en beschadigt het de antiaanbaklaag. Zet daarna het gas op een lagere stand. Gietijzer heeft de eigenschap de hitte in het materiaal op te bouwen en vast te houden. Snijplanken Kleurcodes - Op rauw voedsel – vooral vlees, kip of vis – en in hun druipvocht kunnen ziekmakende bacteriën zitten. Door volgende kleurcodes te respecteren, vermijdt men kruisbesmetting en smaakoverdracht (tussen bijvoorbeeld vlees en vis): Wit – brood , kaas, … Geel – gevogelte Groen – groenten en fruit Blauw – vis Rood – rauw vlees Bruin – gebakken vlees Spek voor je Bek > Infofiche > Onderhoud 1 Reinigen - Het reinigen van snijplanken doe je best met afwasmiddel en een schuursponsje. Het is ook aangeraden de planken geregeld te ontsmetten met ontsmettingsmiddel of chloor. Hierbij is het belangrijk achteraf goed te spoelen! Stapelen - Vermijd het rechtstreeks op mekaar stapelen van vochtige snijplanken. Voetjes onder de snijplanken zorgen voor tussenruimte bij het stapelen. Hiervoor is ook een rekje verkrijgbaar voor zes snijplanken. Bewaartemperaturen Bij het bewaren, vervoeren en serveren van voedselwaren is het uiterst belangrijk steeds de temperatuur in het oog te houden. Voedselvergiftigingen via ziektekiemen komen helaas al te vaak voor. Plaats thermometers in de warmste zones van de diepvries, koelkast, containers voor koud transport… en noteer de temperatuur op regelmatige tijdstippen. Vlees: max. 7°C Bewerkte groenten en fruit: 7°C Gevogelte, vis en gehakt: max. 4°C Diepvriesproducten: -18°C Controleer ook regelmatig de temperatuur van voeding in bain-maries en containers voor warm transport d.m.v. een kerntemperatuurmeter. Gasvuur Opbergen - Een gasvuur bewaar je best ondersteboven. Zo valt er geen stof en vuil in de brandergaatjes. Zorg voor voldoende ventilatie. Je voorkomt er vocht en dus roest mee in de brandergaatjes. Reinigen - Koppel vóór onderhoud het gasvuur los van gasfles en gasdarm. Zo voorkom je vuil en roest in het membraan van de gasontspanner. Reinig de branderkop minstens één keer per jaar met een staalborstel. Draai daarna je vuur om of blaas het uit met perslucht. Regelkraantjes - De regelkraantjes moeten soepel werken. Smeer ze indien nodig met een spray op basis van teflon of met vaseline. Gebruik nooit een tang om de kraantjes te bedienen! Brandergaatjes - Zijn er brandergaatjes verstopt? Gebruik een naald, ijzerdraad of een opengeplooide paperclip om het gaatje vrij te maken. Je kan ook proberen de gaatjes vrij te blazen met perslucht. Is er een brandergaatje dicht geroest? Boor het gaatje voorzichtig terug uit. Let op de diameter van de brandergaatjes, neem in geen geval een boor die groter is dan de gaatjes! Denk bij het uitboren aan de juiste hellingshoek van het gaatje. Blaas daarna goed uit met perslucht. Vlam regelen - Test je vuur. Zie je een blauwe vlam, dan heb je een goede en efficiënte verbranding. Een gele vlam duidt op een onvolledige verbranding van het gas. Je moet dan de luchttoevoer regelen. Bij een metalen gasvuur regel je de luchttoevoer door de stalen ring te verschuiven. Bij de tripatte regel je de toevoer met de regelschroeven aan de onderkant van de kraantjes. Met dank aan info van Agrotel Non-food bvba en Hopper Winkel. Spek voor je Bek > Infofiche > Onderhoud 2
© Copyright 2024 ExpyDoc