Schoolondersteuningsprofiel College De Heemlanden 1 . Inleiding Met dit schoolondersteuningsprofiel worden de mogelijkheden van College De Heemlanden beschreven voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Daarmee worden ook de grenzen van ons onderwijs duidelijk. Het schoolondersteuningsprofiel brengt zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school in beeld op het niveau van basis- en extra-ondersteuning. Daarvoor worden veel gegevens opgenomen die direct en indirect betrekking hebben op de mogelijkheden van de school. Het gaat bijvoorbeeld om gegevens over de aanwezige deskundigheid en methodieken in het team, de ruimte die er is om aandacht en tijd te schenken aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, de voorzieningen waarover de school beschikt en tot slot de kwaliteit van de organisatie. Het profiel wordt verkort weergegeven in de schoolgids, met verwijzingen naar websites voor een verdere concrete uitwerking, opdat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om een dekkend aanbod te realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. De schoolondersteuningsprofielen voor de verschillende scholen laten onderwijsinhoudelijke en (ortho)pedagogische verschillen zien tussen het onderwijsaanbod van scholen. Die verschillen worden duidelijk doordat de ondersteuningsprofielen volgens een vergelijkbaar stramien zijn opgesteld. 2 . Algemene Gegevens 2012-2013 2.1. Gegevens school Naam school College De Heemlanden Brin nr Brin nummer: 22 NE Onderwijssoort Leerweg Onderwijssoort: HAVO/Atheneum/ Atheneum (+) Specifieke profilering Specifieke profilering: Atheneum (+) Uitstroomresultaten Zie Vensters voor Verantwoording http://www.schoolvo.nl/?p_schoolcode=4006022NE-000 Toezichtarrangement Inspectie: basis, het hoogst haalbare toezicht Adres: De Slinger 48, Postadres: Postbus 224, 3995 DE Houten 3990 GA Houten Telefoon: 030-6379944 Toezichtarrangement per richting Adres Postcode/Plaats Telefoon Versie 5 februari 2014 E-mail E-mail: [email protected] Website: www.heemlanden.nl Directie Directeur/bestuurder: Namen Marjolein Willemsen Directielid interne ondersteuning Bob Saarloos (conrector) Namen en contactpersonen interne ondersteuners 2012-2013 Naam en contact gegevens Functie en taken Arianne Verhaar ([email protected]) Zorgcoördinator Francis Holtslag ([email protected]) Counselor, trainer faalangst Jos van Hasselt ([email protected] Counselor Frederik de Lang ([email protected]) Counselor/vertrouwenscontactpersoon Eveline van Ginneke ([email protected]) André Stolk ([email protected]) Suzan Oosterdijk ([email protected]) Toos Nieuwenhuisen ([email protected]) Marja Kuipers ([email protected]) Heleen v.d. Berge ([email protected]) Hanneke Jansen ([email protected]) Amanda Moonen ([email protected]) Antoinette de Wit ([email protected]) Carmen Albitrouw ([email protected]) Vivian van Schaik ([email protected]) Marisa de Wit ([email protected]) Veronique Lampe ([email protected]) Janneke Bruntink ([email protected]) Marie-Jeanne Veraart ([email protected]) Vertrouwenscontactpersoon Trainer sociale vaardigheden Trainer sociale vaardigheden/ School maatschappelijk werker Leerlingbegeleider structureren en plannen Leerlingbegeleider structureren en plannen Leerlingbegeleider dyslexie Leerlingbegeleider dyslexie Trainer faalangst Trainer faalangst Remediale hulp rekenen Remediale hulp rekenen Remediale hulp rekenen Remediale hulp taal Remediale hulp taal Remediale hulp taal Remediale hulp taal Namen en contactpersonen Kernpartners 2012 - 2013 Naam en contact gegevens Functie en taken Jos de Jong (j.dejong@lzvo) Directeur samenwerkingsverband LZVO Laura Bakker ([email protected]) Leerplichtambtenaar Suzan Oosterdijk ([email protected]) Schoolmaatschappelijk werk Lianne Oudshoorn GGD arts Jeugdgezondheidszorg ([email protected]) Barthie Jhagroe Bureau Jeugdzorg Centrum voor Jeugd en Gezin ([email protected]) Jessica de Lange Jeugdwerk van Houten & Co ([email protected]) Ilse de Lange Politie Houten ([email protected]) Versie 5 februari 2014 2.2. Missie en Visie van College De Heemlanden Missie De missie van College De Heemlanden definieert de bestaansgrond van de school; het definieert wat de school voor haar leerlingen wil betekenen. De missie is gestoeld op de open oecumenische identiteit van de school en het feit dat De Heemlanden de enige school voor HAVO en Atheneum in Houten is. De school stelt zich ten doel te willen opvoeden tot verantwoordelijkheid voor de “gehele wereld” en kennis van en inzicht te willen bieden in de religieuze inspiratie die mensen beweegt. De school wil leerlingen zowel maatschappelijk als geestelijk vormen met een kritisch oog voor concrete toepassingen in de eigen tijd. Deze missie verwoorden we de komende jaren als volgt: College De Heemlanden stelt leren centraal en stimuleert leerlingen over hun grenzen te kijken, in zichzelf en de ander te geloven en zich te ontwikkelen. In samenwerking met ouders leren we onze leerlingen verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, de ander en de wereld om hen heen. Vaardig en met goede resultaten vervolgen onze leerlingen hun levensweg en loopbaan. Kernwaarden De open oecumenische identiteit geeft richting aan het realiseren van de missie; deze identiteit geeft aan waarvoor we als medewerkers staan, waarin we geloven, wat ons verbindt en wie we willen zijn. Deze identiteit vatten we in kernwaarden, die het kompas van de organisatie zijn, de kern van de organisatiecultuur. De kernwaarden van College De Heemlanden zijn groei, verbondenheid en ambitie. Alle medewerkers handelen vanuit deze kernwaarden en spreken elkaar aan op hun handelen. Zij stimuleren de leerlingen zich deze kernwaarden eigen te maken waarbij hun gedrag geldt als voorbeeld voor onze leerlingen. De kernwaarden bepalen het imago van de school. College De Heemlanden gaat uit van wat iemand kan. Zij stimuleert de groei van haar leerlingen en medewerkers. De school zet leermiddelen in en organiseert activiteiten die de ontwikkeling van leerlingen en medewerkers bevorderen, die hen stimuleren na te denken over wie zij zijn en hoe zij hun ontwikkeling zichtbaar maken in school en daarbuiten. De school volgt actief eigentijdse ontwikkelingen en beoordeelt kritisch de vraag of en hoe deze ontwikkelingen de groei van leerlingen en medewerkers kunnen ondersteunen. Groei uit zich in waarneembaar gedrag door nieuwsgierigheid te tonen, vragen te stellen en te reflecteren. Verbondenheid Medewerkers verbinden zich met elkaar en onderling om van elkaar te leren en daardoor te groeien. Medewerkers en leerlingen dragen bij aan een veilige omgeving waarin een ieder respectvol met de ander omgaat en waaraan gezamenlijkheid en kracht ontleend wordt. Samen met de ouders zetten medewerkers zich in om de ontwikkeling en prestaties van onze leerlingen/hun kinderen te stimuleren en ondersteunen. De school betrekt leerlingen en ouders bij de dialoog over de visie op en de praktijk van het onderwijs. Medewerkers, leerlingen en ouders geven blijk van hun verbondenheid door zich als ambassadeur van de school op te stellen. Verbinden uit zich in waarneembaar gedrag zoals dat beschreven is in de pedagogische visie van de school. De belangrijkste indicatoren van dit gedrag zijn: medewerkers kennen hun leerlingen, bieden vertrouwen en veiligheid en spreken hen aan op hun verantwoordelijkheid. College De Heemlanden biedt onderwijs van een kwalitatief hoogstaand niveau. Medewerkers bieden leerlingen uitstekende begeleiding en stimuleren hen in hun ambitie. Het onderwijs Versie 5 februari 2014 bereidt leerlingen goed voor op hun vervolgopleiding op hogeschool of universiteit, binnen of buiten onze eigen landsgrenzen. Ambitie uit zich in concreet waarneembaar gedrag door toewijding en ijver te tonen, werk van hoge kwaliteit af te leveren, initiatief te nemen om verbeteringen aan te brengen, innovaties op gang te brengen, te tonen het beste uit jezelf en de ander te willen halen. 2.3. Kengetallen leerlingpopulatie. De beschrijving van de leerlingpopulatie vindt plaats aan de hand van de volgende gegevens: Aantal leerlingen (per afdeling) Totaal: Aantal fte. Aantal leraren. Aantal oop. Tussentijdse uitstroom naar ander vo. Tussentijdse uitstroom naar vso. Plaatsing op en terugkeer van rebound. Aantal ll. met lwoo. Aantal leerlingen met rugzak. Tussentijdse opstroom + toelichting. Tussentijdse afstroom + toelichting. Aantal verwijderde leerlingen. Aantal geschorste Leerlingen. Aantal leerlingen besproken in het ZAT/IZO. 3 . 2009-2010 B1 en B2 517 havo 300 vmbo 108 ath. 377 1302 Ongeveer 95 136 42 2010-2011 B1 en B2 508 havo 407 vmbo 158 ath. 472 1545 Ongeveer 95 138 44 2011-2012 B1 en B2 521 Havo 382 Vmbo 155 Ath 436 1494 Ongeveer 89 115 39 2012-2013 B1 en B2 566 Havo 374 Vmbo 74 Ath 468 1482 Ongeveer 92 117 35 6 - 1 1 1 1 0 9 21 6 27 6 24 3 27 Ongeveer 10% van de lln van de H/A en V/H klassen stroomt op bij bevordering. 0 Vanuit de H/A en V/H klassen stroomt elk jaar 1% bij bevordering af 6 Ongeveer 10% van de lln van de H/A en V/H klassen stroomt op bij bevordering. 0 Vanuit de H/A en V/H klassen stroomt elk jaar 1% bij bevordering af. 1 Ongeveer 10% van de lln van de H en H/A klassen stroomt op bij bevordering. 0 Vanuit de H en H/A klassen stroomt elk jaar 1% bij bevordering af Ongeveer 10% van de lln van de H en H/A klassen stroomt op bij bevordering. 0 Vanuit de H en H/A klassen stroomt elk jaar 1% bij bevordering af Schatting: 25 intern dag; 5 extern dag. Schatting: 5/50 Schatting: 25 intern dag; 5 extern dag. Schatting: 5/50 Schatting: 25 intern dag; 5 extern dag. Schatting: 10/50 Schatting: 25 intern dag; 5 extern dag. Schatting: 10/50 De kwaliteit van onze basisondersteuning. Dagelijks geven onze docenten onderwijs aan onze leerlingen. We streven ernaar elke leerling tot zijn recht te laten komen. Daarbij houden wij rekening met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen en bieden waar nodig ondersteuning. Versie 5 februari 2014 Basisondersteuning is de ondersteuning die alle scholen moeten bieden en die integraal onderdeel vormt van het onderwijs en het aanbod van elke school in het samenwerkingsverband. De basisondersteuning is afgeleid van de kwaliteitseisen die de inspectie hanteert bij het toezicht op scholen. De basisondersteuning bestaat uit 7 afgesproken voorwaarden die beschrijven welk kwaliteitsniveau van passend onderwijs de samenwerkende scholen in het samenwerkingsverband 26-05 willen bereiken 1 a. 1. Voorwaarden De school heeft zicht op de leerontwikkeling van alle leerlingen en werkt opbrengstgericht. Dit is terug te zien doordat: - De school aan de inspectie-eisen in de standaard voldoet; - De school de ontwikkeling en vorderingen van iedere leerling systematisch bijhoudt. - De school voortbouwt op het leerlingvolgsysteem van de school van herkomst. - De school gebruik maakt van digitale overdrachtssystemen. 2. De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen zorgvuldig over (de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard). Dit is onder andere terug te zien doordat: - De school zich houdt aan de regionale afspraken voor doorgaande schoolloopbanen (PO-VO, VO- MBO). - De school systematisch uitstroomgegevens bijhoudt. - De school met kernpartners voor warme overdracht van leerlingen met een extra onderwijsondersteuningsbehoefte zorgt. - De school voor een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt zorgt en, waar nodig, extra begeleiding bij de start op de arbeidsmarkt. - Ouders tijdig betrokken worden bij de overdracht en overgang van leerlingen. 3. De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal veilig voor leerlingen en docenten (de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard). Dit is terug te zien doordat: - De school leerlingen actief ondersteunt bij het versterken van sociale vaardigheden. - De school hiervoor gebruik maakt van effectieve (ortho)pedagogische programma’s en methodieken. - De school een veilig sociaal-pedagogisch klimaat voor leerlingen en docenten bevordert. - De school ouders betrekt bij het bevorderen van een veilig sociaal-pedagogisch klimaat voor leerlingen en docenten. b. 1. Basisondersteuning in de school en in de klas De school werkt handelingsgericht en versterkt de handelingsbekwaamheid en competenties van haar personeel. Dit is terug te zien, doordat: - Docenten aan de competenties van SBL1 voldoen. Dat wil zeggen: interpersoonlijk, SBL: Stichting Beroepskwaliteit Leraren Versie 5 februari 2014 - - - pedagogisch, vakinhoudelijk, didactisch en organisatorisch competent, competent in het samenwerken met de collega’s en de omgeving en competent in reflectie en ontwikkeling. Docenten goed kunnen omgaan met verschillen in de klas. De school de competenties van docenten in handelings- en opbrengstgericht werken versterkt De leerontwikkeling inzichtelijk is en systematisch met ouders en leerling wordt besproken. De school voor elke leerling met extra onderwijsbehoeften een ondersteuningsarrangement opstelt en dit vastlegt in een onderwijs ontwikkelingsperspectief (OOP). De school binnen alle lessen met een groepsplan werkt. De school ondersteuning en begeleiding heeft ingericht volgens de vijf cycli van handelingsgericht werken: analyseren, nader diagnosticeren, plannen voorbereiden, plannen uitvoeren, evalueren. De school ouders bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectief betrekt. 2. De school werkt samen met kernpartners aan een effectieve ondersteuningsstructuur (de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard). Dit is terug te zien doordat: - De school de rollen en verantwoordelijkheden van interne ondersteuners heeft vastgelegd en volgens het model van het Nederlands Jeugd Instituut werkt. - De school de interne werkprocessen hierop heeft ingericht. - De school ouders bij beslissingen over de ondersteuning van hun kind betrekt. 3. De school heeft de verantwoordelijkheid van leerling, ouders, docenten en ondersteuners voor de ontwikkeling van de leerling vastgelegd. De school heeft in haar schoolplan duidelijk omschreven: - Wat zij leerlingen biedt aan onderwijs- en ontwikkelingsmogelijkheden. - Hoe de interne signalerings-, ondersteunings- en begeleidingsstructuur is ingericht. - Welke rollen en verantwoordelijkheden interne ondersteuners hebben. - Wat ouders van de school mogen verwachten. - Wat de school van ouders verwacht; hoe inspraak en medezeggenschap zijn geregeld (WMS/WOR). - Hoe bij klachten en geschillen moet worden gehandeld (transparante procedures). - Hoe zij ouders betrekt bij beslissingen die hun kind betreffen en ouders toegang biedt tot informatie en tot begeleiding bij de toewijzing van extra onderwijsondersteuning. 4. De school stelt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en begeleiding vast (de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard). Dit is terug te zien doordat: - De school doelen heeft geformuleerd voor het ondersteuningsaanbod en beschreven hoe zij die wil realiseren. - De school kan aantonen welke ondersteuning en begeleiding zij aan leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte heeft geboden. - De school jaarlijks met kernpartners de inzet en opbrengst van de ondersteuning en begeleiding evalueert. Versie 5 februari 2014 - De school met leerling en ouders de inzet en opbrengst van ondersteuning en begeleiding evalueert aan de hand van het ontwikkelingsperspectief. 3.1. De onderwijsondersteuningstructuur op het College De Heemlanden De school werkt samen met kernpartners aan een effectieve ondersteuningsstructuur. We hebben een duidelijke leerlingbegeleidingsstructuur. In ons leerlingbegeleidingsboekje en ons zorgbeleidsplan zijn alle vormen van begeleiding vastgelegd met alle rollen en verantwoordelijkheden van onze mentoren (1e lijnszorg), leerlingbegeleiders (2e lijnszorg) en specialisten van buiten de school (3e lijnszorg). Ook hebben we daarin onze protocollen opgenomen en aanmeldingsformulieren voor het inzetten van begeleiding. We hanteren hiervoor het model van het NJI. We betrekken de ouders bij onze bevindingen en hulpvragen en brengen ze op de hoogte van de inzet van onze leerlingbegeleiding. Er bestaan duidelijke zorgroutes waarin de mentor de spil van begeleiding is. Het IZO (intern zorgoverleg) en het ZAT (Zorg Advies Team-extern) adviseren in de hulpvragen die door de mentoren door de verschillende teams binnen de school zijn ingebracht. De school maatschappelijk werker, de ambulante begeleider, leerplichtambtenaar en onderwijskundige hebben een vaste plek binnen onze zorgstructuur. Er is een lijntje met het Centrum voor Jeugd en Gezin voor advies. Meer informatie is te vinden in het zorgbeleidsplan dat te downloaden is van www.vensters.nl 3.2. Preventie en licht curatieve interventies Versie 5 februari 2014 Eerstelijns zorg De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal veilig voor leerlingen en docenten. De mentor is op de hoogte van het dossier bij binnenkomst. De mentorlessen hebben een vaste plek in ons onderwijs. Wij ondersteunen leerlingen actief bij het versterken van hun sociale vaardigheden. Dit doen we tijdens de mentorlessen met de methode Tumult. Daarnaast wordt de methode studievaardigheden “Leren op maat” gebruikt in de mentorlessen van de onderbouw en krijgen verschillende andere maatschappelijke thema’s de aandacht. Bureau Halt en Stichting Voorkom worden ingeschakeld in het ondersteunen van deze thema’s. Rond de herfstvakantie neemt de mentor de school vragenlijst af (SVL). Deze resultaten worden gebruikt om een beeld te krijgen van het welbevinden van de leerling. We vinden het belangrijk dat de mentor zijn leerlingen goed kent. Hij controleert regelmatig het gedrag en het welbevinden van zijn leerlingen. De mentor gebruikt zijn mentoraat en lessen om de leerlingen goed in beeld te hebben en te volgen. Er vindt een kennismakingsgesprek plaats tussen de mentor en de leerling en een kennismaking met ouders. De mentor maakt gebruik van spreekuren om individuele gesprekken te voeren met zijn leerlingen. Ouders krijgen een aantal malen per jaar de mogelijkheid mentoren en docenten te spreken tijdens een ouderavond. De school maakt ook gebruik van leerlingmentoren die opgeleid zijn om de mentor te ondersteunen in zijn begeleiding. Ouderejaars leerlingen worden opgeleid om ondersteuning te bieden in verschillende vakken of voor het huiswerk. Iedere leerling kan deelnemen in de leerlingenraad of plaatsnemen in een klankbordgroep. Tweedelijns zorg Als een mentor vastloopt in de eerstelijns zorg, zijn er mogelijkheden om vanuit tweedelijns zorg begeleiding in te schakelen. In de tabel hieronder staat een overzicht van de begeleidingsmogelijkheden die de school kan bieden. Begeleidingsmogelijkheden VO scholen, onderscheiden naar basissteun en extra steun en extern Begeleiding Basissteun Extra steun Ouders / Gemeente/ VSO Remediale hulp taal en rekenen x Faalangstreductie training x Rouwverwerking x Algemene leerlingbegeleiding, w.o. mentoraat, evt. counselor x Studiebegeleiding, leren leren, kiezen x Motorische remediale hulp Sociale vaardigheidstraining Agressie regulatie training Versie 5 februari 2014 x x x x x Ambulante begeleiding m.b.t . visuele, auditieve beperkingen Ambulante begeleiding lichamelijke beperkingen en langdurig zieken x Arrangementen waarin extra begeleidingstijd, middelen, expertise, aanpassingen gebouw Nader beschreven in de schoolondersteuningsprofielen x x Schoolarts / verpleegkundige Schoolmaatschappelijk werk x x x Jeugdzorg x Leerplicht x Logopedie x Muziektherapie x Drama therapie x Bewegingstherapie x De langdurig zieke leerling Voor de leerlingen die regelmatig ziek zijn, hanteren wij ons verzuimprotocol. We brengen de jeugdarts en de leerplichtambtenaar op de hoogte. Indien nodig wordt de leerling met ouders door deze externen opgeroepen. Als er sprake is van langdurig ziekteverzuim wordt er samen met de mentor, teamleider, leerling en ouders een plan opgesteld en wordt er evt. een aanvraag gedaan voor faciliteiten bij het IZO met behulp van het faciliteitenprotocol. De zorgcommissie en het ZAT kunnen hierbij ondersteunen. Eduniek wordt ingeschakeld voor thuisonderwijs en inzet van de webchair. Als een leerling wordt opgenomen zal er contact gezocht worden met ZIEZON om samenwerking met onderwijs in het ziekenhuis af te stemmen. Een aanvraag voor extra steun is nodig als er expertise geboden moet worden vanuit cluster 3. Deze extra steun zal ook aangevraagd moeten worden als we individuele vakondersteuning op school moeten inzetten of hulp nodig hebben van de leerlingbegeleider of mentor bij het plannen en structureren van het schoolwerk van de zieke leerling. In dit geval zal de school een ontwikkelingsperspectief opstellen samen met de ouders en de leerling. De leerling met verslavingsproblematiek Wanneer we vermoeden dat er sprake is van een verslaving (drugs, alcohol, gamen, gokken) zal de counselingsgroep benaderd worden voor advies. Zij gaat met ouders en leerling in gesprek in het kader van het privacy protocol en kunnen doorverwijzen naar de externe hulpverlening. De leerling met psychische problematiek De leerlingen die vastlopen door psychische problemen kunnen we ondersteunen met hulp van de counselors en schoolmaatschappelijk werk. Per leerling wordt bekeken of een ontwikkelingsperspectief opgesteld moet worden. Als we merken dat deze gesprekken Versie 5 februari 2014 intensiever en consequenter gevoerd moeten worden, zal er geadviseerd worden in een doorverwijzing. Het IZO onderzoekt of extra steun aangevraagd moet worden en of expertise vanuit cluster 4 nodig is. De spijbelende leerling Als de leerling spijbelt, wordt dit direct zichtbaar in ons registratiesysteem. Ouders krijgen hiervan een melding en de leerling een sanctie. Bij blijvend spijbelgedrag zal de mentor samen met de leerling verschijnen op het spreekuur op school van de leerplichtambtenaar. Als de leerling zich vervolgens nog niet houdt aan de afspraken over zijn aanwezigheid gaat het verzuimprotocol in werking en wordt er opnieuw een melding gedaan bij de leerplichtambtenaar en ook de jeugdarts. Het IZO en het ZAT worden betrokken om advies te geven in deze problematiek. Tenslotte zal er een Reboundaanvraag gedaan worden als we als school merken niet handelingsbekwaam te zijn. De leerling met gedragsproblematiek Zodra de leerling problemen in het gedrag vertoont waar de klasgenoten en/of docenten binnen of buiten de lessen last van hebben, vindt een gesprek met de mentor plaats. In het team worden duidelijke afspraken gemaakt en wordt bekeken of er een ontwikkelingsperspectief opgesteld moet worden. Het IZO en het ZAT kunnen adviseren in de hulpvraag. Als we merken dat we hulpvraag niet kunnen beantwoorden, zal de extra steun aangevraagd worden met expertise vanuit cluster 4. De begaafde leerling De begaafde leerlingen op onze school krijgen extra uitdaging binnen de vakken. Met een A+ plaatsing worden deze leerlingen uitgedaagd zowel binnen als buiten het vak. In de havo/vwo stromen vindt zoveel mogelijk differentiatie plaats en is er aandacht voor vakoverstijgende vaardigheden. 3.3 Planmatig werken De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen zorgvuldig over. We hebben een warme overdracht met de basisscholen. In Onderwijs Transparant wordt door de basisschool een onderwijskundig rapport ingevuld met alle testgegevens en adviezen. Ons leerlingvolgsysteem Magister is gekoppeld aan Onderwijs Transparant. Hier worden de gegevens van de voorgaande school in bewaard. De startsituatie wordt goed in beeld gebracht door alle leerlingen te screenen op begrijpend lezen, woordenschat, spelling en rekenen. Deze Cito toetsen worden in de in de eerste drie jaren afgenomen. Daarnaast vindt er in het eerste jaar en het tweede jaar onderzoek plaats naar het welbevinden, sociale vaardigheden en faalangst van de leerling. De mentor plant individuele gesprekken met de leerlingen en organiseert effectieve leerlingbesprekingen waarin de onderwijsbehoeften van de leerlingen besproken wordt in het team. In Magister worden de komende jaren alle cijfers genoteerd, het Cito volgsysteem ingevoerd, inzet van leerlingbegeleiding, faciliteiten en zorg genoteerd, een logboek, het overdrachtsformulier ingevuld en het verzuim bijgehouden. De leerontwikkeling is inzichtelijk en wordt systematisch met ouders en leerling besproken. De school werkt handelingsgericht en versterkt de handelingsbekwaamheid en competenties van het personeel. De docenten brengen differentiatie aan binnen de lessen en we werken met groepsplannen. In sommige gevallen stellen we voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften een ondersteuningsarrangement op en we leggen dit vast in een ontwikkelingsperspectief. We betrekken ouders bij het opstellen van dit handelingsplan en ze worden tijdig betrokken bij de Versie 5 februari 2014 evaluaties en de overgang. Tenslotte zorgt de school voor een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en waar nodig extra begeleiding bij de start op de arbeidsmarkt. De school heeft de verantwoordelijkheid van leerling, ouders, docenten en ondersteuners voor de ontwikkeling van de leerling vastgelegd in een strategisch beleidsplan en een schoolondersteuningsprofiel deel B. We scholen de docenten in het handelingsgericht werken en het omgaan met verschillen in de klas op het gebied van taal en rekenen, dyslexie, dyscalculie, sociale vaardigheden, studievaardigheden, faalangst, ad(h)d, autisme spectrum stoornissen, depressie, agressie, sociale angstig/teruggetrokken gedrag, signaleren van de meest gangbare problematieken, LHBT. We vinden het belangrijk dat wij bij de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam zoeken naar de sterke kanten en interesses en deze benoemen en benutten. De docenten werken samen en communiceren transparant met de ouders en de leerling 3.4. Basiskwaliteit van het onderwijs. Bij het laatste bezoek van de inspectie in het voorjaar van 2013 is het toezichtkader van de school niet gewijzigd. De school heeft hierin een basisarrangement, dat betekent dat alles op orde is. Ontwikkelpunten zijn differentiatie binnen de les en het vormgeven van wat een “Heemlanden” basisles is. 4 . Extra ondersteuning Extra onderwijsondersteuning Binnen het samenwerkingsverband wordt een dekkende infrastructuur van extra onderwijsondersteuning ingericht om alle kinderen en jongeren met een extra ondersteuningsvraag een passend aanbod te bieden. Deze extra onderwijs-ondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het samenwerkingsverband. Arrangementen De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Als uitgangspunt geldt dat – waar mogelijk – de leerling weer terugkeert op de reguliere school met inzet van de ondersteuningsstructuur van de school. Een arrangement bestaat uit diverse onderdelen.: Het gaat om expertise, aandacht en tijd, voorzieningen, mogelijkheden van het gebouw en samenwerking met externe partners -De extra ondersteuning van de school wordt handelingsgericht geformuleerd en kan betrekking hebben op: • Leer- en ontwikkelingsondersteuning • Fysiek medische ondersteuning • Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning • Ondersteuning in de thuissituatie Versie 5 februari 2014 De ondersteuningsbehoefte van de leerlingen kan de mogelijkheden van de reguliere VO school overstijgen. Te denken valt aan: -de veiligheid van leerlingen en medewerkers -de leerbaarheid en aanspreekbaarheid van leerlingen in relatie met voorgang leerproces van alle leerlingen -de leerling moet opgeleid kunnen worden naar een diploma -intensiteit en verantwoordelijkheden t.a.v. lichamelijke verzorging -mogelijkheden (ook financieel) tot aanpassing van het gebouw en aanschaf van middelen -het totaal aantal leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en/of verdeling over de klassen (binnen het Samenwerkingsverband wordt een evenredig verdeling nagestreefd) Kenmerken van leerlingen, waarbij de ondersteuningsmogelijkheden van de regulier VO scholen kunnen worden overschreden. Deze leerlingen kan een passender aanbod geboden worden op een VSO school Leerlingkenmerken voor toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs, nu cluster 3 en 4 (nog sterk in ontwikkeling) Categorie; Cognitie (nu ZML) Vastgesteld T IQ < 55 en zeer geringe sociale zelfredzaamheid. De volgende onderwijsondersteuningsbehoeften worden vaststgesteld: - op het niveau van een verstandelijke beperking aangepast lesaanbod en taalniveau; - de leerling heeft een leeromgeving nodig die zeer prikkelarm en rustig is; - de leerling heeft een instructie nodig in zeer kleine stappen met een vast stappenplan met zeer veel voortdurende en blijvende herhaling; - de leraar functioneert als model en geeft altijd les volgens het model voordoen, samendoen, zelf-doen; - de leerling heeft een aanpak nodig waarbij nieuwe vaardigheden moeten worden aangeleerd vanuit concrete ervaring en moeten aansluiten bij de belevingswereld van het kind; - de leerling heeft activiteiten nodig die structuur bieden met een stap voor stap plan en die zelfcorrigerend zijn met directe feedback; - de leerling heeft een leerkracht nodig die hem de tijd geeft om informatie te verwerken en hem beloont voor zijn inzet; - de leerling heeft een leraar nodig die leerstof in hoeveelheid beperkt en structureert zodat de leerling succes kan ervaren; - de leerling heeft altijd voor- en verlengde instructie nodig; - de leerling heeft een leraar nodig die voortdurend ordening en structuur van buitenaf aanbiedt. Categorie: Lichamelijke stoornis (nu LG en meervoudig MG) en langdurig ziek (nu LZ) Hoofdzakelijk lichamelijke beperking, in combinatie met werkhouding en/of sociaal-emotionele problemen. Zwaardere motorische, lichamelijk, ziekte problemen. Onderwijsbehoeften liggen hoofdzakelijk op het gebied van: - gespecialiseerde (medische- en revalidatie-) zorg en dat meerdere keren per dag; Versie 5 februari 2014 - aangepaste onderwijs- en leeromgeving wat betreft ruimte, bed, verschoningsruimte, hygiëne, veiligheid; zelfredzaamheid / zelfstandigheid > een leraar en assistent die meer individuele hulp kan bieden: fysiek: hulp bij de dagelijkse verzorging; educatief: hulp bij organisatie- en planningsvaardigheden. Categorie: gedragsproblematiek en sociaal-emotionele ontwikkeling (nu cluster 4) - Werkhouding: de leerling heeft vaker en intensiever dan de andere leerlingen aandacht / aansturing / aanmoediging nodig in de taakcyclus; dit is meetbaar te maken door bijvoorbeeld het aantal keren dat de leraar moet langsgaan tijdens de GIP-rondes, of in een percentage (GIP staat voor: Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leraar /); toezicht op andere modellen zoals activerende of directe instructie in het vo. de leerling heeft vaker dan andere leerlingen remedial teaching nodig dan andere leerlingen of voor meer vakken (niet als gevolg van laag IQ); de leerling heeft erg veel structuur en toezicht nodig; de leerling is in een trajectgroep geplaatst, maar valt ook daar uit. - Reactieve problemen/sociaal-emotioneel: de leerling heeft meerdere keren per week voorbereiding nodig op het gedrag in de vrije situatie / de pauze in de aula/ het wisselen van roosters e.d; de leerling heeft meer dan gemiddeld positieve feedback nodig; de leerling heeft meer dan gemiddeld communicatie nodig tussen school en ouders over de beleving op school; de leraar moet meer dan gemiddeld zijn best doen om contact te krijgen met de leerling. - 5 . Gedrag: de leerling is een gevaar voor zichzelf of de omgeving, fysiek of verbaal ongewenst gedrag richting andere leerlingen of volwassenen, of richting zichzelf (bedreiging, intimidatie, daadwerkelijk geweld); heeft meerdere keren per week extra toezicht nodig in vrije situaties; heeft meerdere keren per dag bijsturing nodig op het storende gedrag in de klas; heeft meerdere keren per week (dag) extra stimulans nodig om mee te doen in de groep (samenwerken, contacten leggen); heeft meer dan gemiddeld communicatie nodig tussen school en ouders over het gedrag op school. Onze ontwikkelagenda In dit schoolondersteuningsprofiel hebben wij beschreven welke ondersteuning wij bieden aan ouders en leerlingen en welke kwaliteit wij nastreven. Op basis van dit profiel hebben wij plannen gemaakt voor de toekomst. We willen met name werken aan differentiatie binnen de lessen, in het kader van de invoering van passend onderwijs én in het kader van de doelen van de school, leerlingen zien als individu en de leerling waar mogelijk op maat bedienen. Versie 5 februari 2014 De ambitie van alle scholen binnen het samenwewrkingsverband is om de docenten zodanig te ondersteunen dat zij binnen 5 jaar in staat zijn handelingsgericht te werken, uitgaande van de verschillende ondersteuningsbehoeften van leerlingen. De ondersteuning zal geboden worden door orthopedagogen binnen de scholen en deskundigen vanuit de diensten Ambulante Begeleiding die beschikken over deze expertise. Versie 5 februari 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc