PDF toegang - Ewab

T00067
Inventaris van het archief van het
Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, 1546-1811
Els Elenbaas,
1999
Versie december 2014
Inhoudsopgave
Inleiding
2-8
Het gerecht
Het archief
De inventaris
Aanwijzingen voor de gebruiker
Nadere toegangen
Literatuur en bronnen
2-4
4-6
6-8
8
8
8
Inventaris
9 - 19
Criminele zaken
Extraordinaris zaken
Ordinaris zaken
9
9
9
Civiele zaken
10 - 11
Vrijwillige zaken
Onroerend goed zaken
Huwelijkse zaken
Andere zaken
11 - 16
11 - 13
13 - 14
14 - 16
Bestuurlijke zaken
16 - 18
Niet tot het archief behorende stukken
18 - 19
Concordans
20 - 24
1
Inleiding
Deze inventaris beschrijft de inhoud van het archief van het stadsgerecht van Wijk bij
Duurstede. De indeling en wijze van gebruik worden hieronder beschreven.
Eerst echter wordt een korte historische schets van het gerecht en zijn medewerkers
gegeven.
Het gerecht
In 1300 kreeg Wijk bij Duurstede stadsrechten van Gijsbert II van Abcoude. Dat hield in
dat de stad specifieke privileges verkreeg, zoals eigen bestuur en rechtspraak en het
houden van jaar- en weekmarkten. De stadsregering nam toen feitelijk de regeringstaak
van de landsheer over: de verdediging, de rechtspraak en de bevordering van de
welvaart.
Deze stadsregering werd gevormd door een magistraat, een oude raad en een schout,
ook wel hoofdofficier genoemd.
De magistraat bestond uit negen personen, te weten twee burgemeesters en zeven
schepenen. Zij werden steeds voor twee jaar gekozen. De voordracht voor de nieuw te
kiezen schepenen en burgemeester werd opgesteld door de zittende magistraat en de
schout, waarna normaal gesproken de (plaatsvervanger van de) landsheer de
uiteindelijke keuze maakte.
De oude raad bestond uit een wisselend aantal personen, namelijk personen die eerder
in de magistraat gezeten hadden. Zij hadden vaak voor het leven zitting.
Wellicht bestond deze situatie al in 1300. Bij het verkrijgen van het stadsrecht werd
gesproken over "die scepenen, raet ende gemeente der voirseiden poirten (Wijck) ...".
Hoewel het niet zeker is dat met "raet" de later bestaande oude raad bedoeld wordt, is dit
toch aannemelijk. Ook is het niet zeker dat er al vanaf 1300 zeven schepenen waren.
Een oorkonde uit 1429 meldt dit aantal al1. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat er
eerder minder schepenen waren.
De schout was een ambtenaar van de landsheer en later van de staten van Utrecht. Hij
was de enige betaalde persoon in de stadsregering. De leden van de magistraat en de
oude raad ontvingen alleen een onkostenvergoeding.
De schout, de magistraat en de oude raad oefenden samen het bestuur van de stad uit,
de zogenaamde politie.
De schout en schepenen hadden daarnaast ook nog tot taak de rechtspraak, de justitie.
De schout vorderde van het gerecht (de schepenen) de uitspraak in criminele en civiele
zaken, maakte dit vonnis bekend en legde het ten uitvoer. Aan de tot standkoming van de
1
Fruin blz. 37
2
feitelijke uitspraak had hij geen aandeel.
De stadsregering werd daarnaast nog zowel in bestuurlijke als rechterlijke taken ter zijde
gestaan door een secretaris, die op alle vergaderingen aanwezig was, de notulen maakte
en verantwoordelijk was voor het archief. Deze secretaris was ook een betaalde
ambtenaar en werd benoemd door gedeputeerde staten en eerder door de landsheer.
Omdat de taken vaak te veel voor één persoon waren had, de secretaris een beëdigde
klerk onder zich.
Sinds 1649 werd het werk zo omvangrijk dat ook nog een tweede secretaris werd
aangesteld.
Tot slot was er nog een bode in dienst, die o.a. de betrokkenen moest berichten wanneer
zij op een zitting van het gerecht dienden te verschijnen.
Deze zittingen vonden op vastgestelde tijden plaats in het stadhuis.
De normale (ordinaris) zittingen van de politie hadden in principe op maandag plaats en
die van justitie op dinsdag, om de week. De leden van de magistraat werden hiervoor niet
speciaal uitgenodigd, zij behoorden er gewoon te zijn.
Daarnaast waren er bijzondere (extra-ordinaris) zittingen. Omdat deze niet op de
gebruikelijke tijdstippen gehouden werden, diende de bode de schepenen hiervoor wel
speciaal uit te nodigen.
Bij de normale dinsdagse rechtszittingen waren de schout, drie van de zeven schepenen
en de secretaris aanwezig. Als op dinsdag geen besluit genomen was of als beroep
aangetekend was werden de zittingen op vrijdag vervolgd.
Bij de extra-ordinaris zaken waren over het algemeen meer schepenen aanwezig.
Op de dinsdagse zittingen werden zowel criminele zaken (processen tussen het gerecht
enerzijds en de "misdadiger" anderzijds) als civiele zaken (processen tussen burgers)
behandeld.
Naast de gebruikelijke dinsdagzittingen vonden ook op donderdag nog zittingen plaats.
Hier werden vooral civiele processen gevoerd over zaken betreffende kleine financiele
geschillen.
Behalve de rechtspraak in geschillen had het gerecht ook de vrijwillige rechtspraak tot
taak, zoals transporten van onroerend goed en het opstellen van testamenten.
De dagelijkse rechtsmacht was dus, zoals de naam aanduidt, de gewone, normale
rechtspraak.
De rechtspraak was dagelijks in alle zaken tenzij het tegendeel bewezen was.
Het grote verschil tussen de rechtspraak in de stad Wijk en de omliggende dorpen was
dat bij het verkrijgen van de stadsrechten ook de hoge jurisdictie was verkregen. De
3
dorpen hadden alleen de lage, de dagelijkse, jurisdictie en moesten zaken die de hogere
jurisdictie betroffen door het Hof van Utrecht laten behandelen.
Alleen bij beroepzaken en wanneer adviezen van rechtsgeleerden ingewonnen moest
worden, had het gerecht van Wijk met het Hof van Utrecht te maken.
Tot het gebied waarover de rechtspraak van het gerecht zich uitstrekte behoorde behalve
de stad Wijk ook de Vrijheid van Wijk, een gebied dat binnen een mijl (ca. 5,5 km)
buiten de stad lag.
In 1811 is het stadsgerecht als instantie opgeheven. De specifiek rechterlijke taken zijn
overgenomen door het kantongerecht en de arrondissementsrechtbank. De vrijwillige
zaken zijn overgenomen door de notarissen en de huwelijkse zaken door de Burgerlijke
Stand.
Het archief
De hierboven beschreven taken van het stadsgerecht van Wijk bij Duurstede zijn terug te
vinden in de archiefstukken die bewaard gebleven zijn.
Hoewel de stadsrechten reeds in 1300 zijn verkregen, lopen de archiefstukken lang zo
ver niet terug; het oudste stuk dateert uit 1546. Behalve het oudere gedeelte ontbreekt
ook veel archiefmateriaal van na 1546. In enkele series zijn heel duidelijk hiaten
aanwezig. Veel stukken zullen verloren gegaan zijn, door slordigheid, door perioden van
oorlog en zeker niet te vergeten de grote brand die Wijk bij Duurstede in 1485 teisterde.
Het laatste stuk dateert, zoals te verwachten is, uit 1811. De overgang naar de nieuwe
regeringsvorm is destijds heel snel gegaan en niet verwacht. Typerend hiervoor is het
deel waarin de gerechtsnotulen genoteerd werden. In 1809 is aan een nieuw dik deel
begonnen. Reeds na een gering aantal pagina's werd het register overbodig. De nog lege
pagina's zijn uitgeknipt!
In totaal heeft het archief een omvang van circa 11 meter. Dit is in verhouding met andere
steden heel weinig. Vergelijking met Rhenen, qua grootte en belangrijkheid vergelijkbaar
met Wijk bij Duurstede, maakt dit duidelijk. Van het Stadsgerecht van Rhenen (66) is ruim
35 meter bewaard. Vooral wat betreft de criminele rechtspraak is het verschil in omvang
evident. De reden hiervan is onbekend; het is niet waarschijnlijk dat in Rhenen veel meer
misdaden werden gepleegd.
Zoals hierboven reeds geschetst, is de rechtspraak vóór 1811 te verdelen in de
contentieuze rechtspraak (de rechtspraak in geschillen) welke weer onder te verdelen is
in criminele en civiele zaken, de vrijwillige rechtspraak en de regeling van bestuurlijke
zaken. Van deze onderdelen beschrijven we kort welke archiefstukken bewaard zijn.
Bij de criminele rechtspraak is het onderscheid tussen de extra-ordinaris en de ordinaris
zaken bewaard gebleven. De ordinaris zaken zijn die strafzaken waar een niet al te hoge
straf op stond, over het algemeen dus boetes en enkele dagen op water en brood. De
4
extra-ordinaris zaken zijn die strafzaken waar een hoge straf op stond, zoals lijfstraffen en
verbanningen.
Hoewel in de literatuur niet duidelijk is te achterhalen waar precies de grens tussen
ordinaris en extra-ordinaris zaken lag, is het zeker dat bij de laatste categorie geen
beroep op een hogere rechtbank mogelijk was.
Het verschil in zaken is waarschijnlijk hetzelfde als het verschil tussen zaken die
gerechten met de lage jurisdictie mochten berechten en de zaken die zij naar een hoger
gerecht moesten verwijzen.
Voor de civiele rechtzaken werden diverse rollen bijgehouden, in feite een agenda voor
de te behandelen onderwerpen op de zittingdagen. Naderhand werd deze rol aangevuld
met hetgeen besproken was.
In de "Ordonnantie der stad Wyck" van 16562 wordt in hoofdstuk VI "Ordonnantie op de
forme en maniere van procederen" genoemd dat twee ordinaris burgerrollen moeten
worden gehouden, de één van eisen en de ander van alle volgende termijnen. Daarnaast
moet nog een extraordinaris rol gehouden worden, "tot kosten van partyen, waarop die en
sullen alle saken in materie van arrest, onwaringe, bodeloon, gereet om gereet, ende
maalschade, midsgaders van buyten-luyden tegen de ingesetenen ende borgeren deser
stadt ende vrijheydt van dien, ... alles indien partyen op voornoemde rolle aanleggen
sullen willen, ende anders niet."
Voor de ordinaris zaken wordt nog onderscheid gemaakt tussen de grote rol , waar zaken
te vinden zijn die steeds behandeld worden in termijnen van acht dagen en die aldoor op
dinsdag plaatsvinden, en de kleine rol, betreffende zaken waar het gaat om bedragen van
minder dan 12 gulden. Deze laatste zaken worden afzonderlijk behandeld op de
donderdag.
Het lijkt aannemelijk dat deze ordonnantie een situatie vastlegt die in elk geval deels ook
vóór 1656 al bestond. Sommige rollen dateren namelijk al van ruim voor 1656. Ze zijn
tamelijk compleet bewaard gebleven.
De belangrijkste archiefstukken in de civiele zaken worden dan ook gevormd door de
hierboven genoemde rollen, de eisrol, de grote rol (waar de zaken inderdaad
plaatsvonden op dinsdagen, meestal om de week, soms elke week), de kleine rol (waar
de zaken plaatsvonden op donderdagen) en de extraordinaris of arrestrol. Ook enkele
concepten voor deze rollen zijn bewaard gebleven.
Zoals eerder al vermeld, werden op dinsdagen de ordinaris criminele zaken en de civiele
zaken behandeld. De weerslag hiervan is te vinden in de sententies die in deze zaken zijn
opgesteld. Zij zijn door elkaar in de registers opgenomen.
Bij de vrijwillige rechtspraak is onderscheid te maken tussen zaken betreffende onroerend
goed, huwelijkse zaken en andere zaken.
Het belangrijkste, en grootste, onderdeel der vrijwillige rechtspraak is de overdracht van
onroerend goed, de transporten, die in een bijna complete serie vanaf 1576 bewaard zijn;
2
Water p. 1110 artikel II
5
alleen het register met akten tussen 1598 en 1604 ontbreekt in de reeks. Dat dit er wel
geweest moet zijn, blijkt duidelijk uit de oude "nummering" (met letters) van de delen. De
letter D ontbreekt.
Het tweede onderdeel van de vrijwillige rechtspraak was het noteren van de huwelijken
van personen die niet voor de gereformeerde kerk wilden trouwen. Vanaf 1614 zijn deze
huwelijken bijgehouden in een apart register. Van voor die tijd is niets bewaard gebleven,
terwijl toch aannemelijk is dat er toen ook huwelijken gesloten zijn.
Het derde onderdeel wordt door de "andere zaken" gevormd. Ook in de tijd waarin het
archief gevormd is, werd al een dergelijk onderscheid gemaakt. Het register waarin de
akten genoteerd zijn, heeft ook als opschrift "allerlei acten". Het betreft voornamelijk
attestaties en procuraties en soms testamenten, pandingen en arresten.
Onder het onderdeel andere zaken vallen ook de stukken die betrekking hebben op het
beheer van boedels door het gerecht.
Het derde grote gedeelte van het archief betreft de bestuurlijke zaken. Deze worden
voornamelijk gevormd door de gerechtsnotulen, die voor sommige perioden zowel in klad,
in concept en in definitieve vorm bewaard zijn. Een belangrijk onderdeel zijn de brieven
die bij het gerecht zijn binnengekomen.
Ten slotte vallen onder de bestuurlijke functie van het gerecht de registraties voor de
20ste en 40ste penning, notities over gehouden verkopingen en een register waarin
bijgehouden werd welke archiefstukken tijdelijk uitgeleend waren.
De inventaris
Hieronder wordt eerst een korte schets gegeven van eerder vervaardigde inventarissen,
daarna wordt de momenteel gehanteerde indeling besproken.
In 1893 heeft mr. R. Fruin Th. Az. de "Catalogus van de archieven der collegiën, die voor
1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend
hebben" opgesteld. Hierin worden de rechterlijke archieven van de steden van het Sticht
Utrecht besproken, waaronder Wijk bij Duurstede.
In de loop der tijd zijn enkele archiefstukken aan het rechterlijk archief van Wijk bij
Duurstede toegevoegd en zijn nieuwe inzichten in inventariseren ontstaan.
In het voormalige Rijksarchief in Utrecht was men reeds begonnen met het vervaardigen
van nieuwe inventarissen van de gerechtsarchieven van de steden Montfoort, IJsselstein
en Rhenen. Ten behoeve van onderzoekers werden tevens enige nadere toegangen
vervaardigd.
Nadat de archieven van het gerecht Wijk bij Duurstede in april 1997 overgebracht waren
naar het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied - Utrechtse Heuvelrug (het huidige RHC
Zuidoost Utrecht) leek het wenselijk een nieuwe inventaris te maken voor dit veel
geraadpleegde archief, waarbij het vervaardigen van nadere toegangen een betere
6
toegankelijkheid voor de gebruiker bewerkstelligt.
De basisindeling van het archief volgt in grote lijnen de hierboven geschetste taken van
het gerecht, waarbij tevens is getracht een gelijksoortige opbouw als bij de inventarissen
van de reeds eerder bewerkte stadsgerechtsarchieven te maken.
Tevens is gekeken of een eventueel nog aanwezige oude orde hersteld kon worden.
Weliswaar zijn enkele registers van een nummer voorzien - de nummers 5 t/m 22 zijn
bewaard gebleven - maar deze nummering doet geen andere indeling van het archief
veronderstellen. De nummers zijn waarschijnlijk niet direct in de tijd waarin de registers
werden bijgehouden op de boeken genoteerd maar iets later. De sententies in criminele
zaken (nrs. 1 t/m 3 van deze inventaris) zijn 5 t/m 7 genummerd. Ze behelsen de hele
periode 1637 t/m 1810. De oude nummers 8 t/m 11 vinden we terug in de sententies in
civiele zaken (nrs 33 t/m 36 van deze inventaris). De periode hiervan loopt van 1636 t/m
1748. Het is dus onwaarschijnlijk dat de nummering al van de 17de eeuw zou dateren; ze
konden toen onmogelijk voorzien dat er tot 1810 slechts 3 delen nodig waren.
De volgorde bij de stukken betreffende de contentieuze rechtspraak is getracht steeds
hetzelfde te houden, namelijk eerst de rollen, dan de sententies en de overige stukken.
Bij de ordinaris criminele zaken ontbreken de sententies. Dit komt omdat, zoals eerder
geschreven, deze gelijk met de civiele zaken in één register zijn ingeschreven. Omdat de
civiele zaken veruit in de meerderheid zijn, staan ze in de inventaris ook onder die zaken
genoemd.
In tegenstelling tot de eerder gemaakte inventaris van Fruin zijn alle stukken betreffende
de extra-ordinaris processen - die onderscheiden waren in adviezen van rechtsgeleerden,
verhoren, een appèlzaak en deklaraties van kosten - per proces bijeengevoegd en van
een nadere toegang voorzien.
Ook de stukken betreffende de ordinaris processen zijn van een nadere toegang
voorzien.
Het laatste gedeelte van de civiele zaken zijn stukken betreffende specifieke processen,
adviezen van rechtsgeleerden en enkele deklaraties van kosten voor het procederen.
Deze drie onderdelen zijn voorzien van een nadere toegang.
De vrijwillige zaken zijn voor de duidelijkheid nog eens onderverdeeld in drie categorieën:
onroerend goed zaken, huwelijkse zaken en andere zaken.
De huwelijkse zaken vormen ook een duidelijk verschil met de "inventaris Fruin". In de
benadering uit het eind van de 19de eeuw was deze functie niet in het archief van het
gerecht bijeengebracht. In 1811 waren deze archiefbescheiden namelijk naar de
secretaries van de gemeenten overgebracht om te dienen als retroacta van de Burgerlijke
Stand. Zij waren verwijderd uit het gerechtelijk gedeelte van het archief, waar ze
oorspronkelijk echter wel bijhoorden. Dit laatste blijkt duidelijk bij de dorpsgerechten. De
huwelijken voor het gerecht en de transporten van onroerend goed zijn daar vaak
7
tezamen in één register vermeld. De huwelijksregisters zijn nu weer met de rest van het
archief verenigd, overeenkomstig het herkomstbeginsel.
De inventaris besluit met een tweetal stukken die eigenlijk niet tot het archief behoren.
Het zijn stukken die door functionarissen voor privé-doeleinden opgesteld zijn en
naderhand aan het archief zijn toegevoegd omdat ze daar uit de "aard der zaak"
betrekking op hadden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bij het aanvragen van stukken moeten worden opgegeven:
- de naam en het beheersnummer van het archief tussen ronde haken
- de of het inventarisnummer(s) van de stukken.
Bijvoorbeeld:
- Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, 1546-1811 (67)
- 31, 65 en 71.
Nadere toegangen
Er is een aantal nadere toegangen. Dit betreft de inventarisnummers 5-7, 9, 38-62 en
73.
Literatuur en bronnen
x W. van Es, J. van Doesburg, I.B.S. van Koningsbruggen , Van Dorestad naar Wijk bij
Duurstede, Wijk bij Duurstede, 1998
x J.Ph. de Monté VerLoren, Rechterlijke organisatie in het gebied van den Krommen
Rijn, Utrecht, 1948
x L. Cortenrade, De Wijkse regenten, van timmerman tot rentenier, Wijk bij Duurstede,
1983
x R. Butterman, Het stadsbestuur van Wijk bij Duurstede in de tweede helft van de
zeventiende eeuw, Bunnik, 1993
x Generale ordonnantie (1598)
x J. van de Water, 'Groot Placcaatboet vervattende alle de placaten, ordonnantien en
edicten, der edele mogende heeren Staten 's Lands van Utrecht; mitsgaders van de
ed. groot achtb. heeren borgemeester en vroedschap der Stad Utrecht; tot het jaar
1728 ingesloten', 3 dln., Utrecht, 1729.
x J.Ph. de Monte VerLoren, Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in
de Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling. Vijfde druk bewerkt door
J.E. Spruit, Deventer, 1972.
x mr. R. Fruin Th. Az. , Catalogus van de archieven der collegiën, die voor 1811 binnen
de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben, Utrecht,
1893 (in noten aangeduid als Fruin).
8
INVENTARIS
Criminele zaken
Extraordinaris zaken
1-3.
Register van sententies,
1637-1810.
1.
2.
3.
3 delen
1637-1668
1669-1729
1730-1810
4.
Register van getuigenverklaringen ("Gerechts Secreete Resolutien"),
1749-1752.
1 deel
5-7.
Stukken betreffende diverse processen,
1648-1799
5.
6.
7.
3 pakken
1648-1743
1749-1772
1798-1799
Ordinaris zaken
De sententies staan bij de civiele zaken (zie inv. nrs 31 - 37).
8.
9.
10.
Schoutsrol,
1667-1810.
1 pak
Stukken betreffende diverse processen,
1630-1791.
1 pak
Accoorden in criminele zaken,
1693-1717.
1 omslag
9
Civiele zaken
11-14. Rol van eisen,
1602-1811.
11.
12.
13.
14.
4 pakken
1602-1633
1656-1707, nov
1707, dec -1723; 1727-1753, 7 aug
1753, 25 sep-1811
15-24. Grote rol,
1588-1806.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
5 delen, 5 pakken
1588-1593
1601-1607
1608-1613, 15 jun
1613, 7 sep-1633
1634-1640
1658-1664, 22 jul
1664, 20 sep-1675
1693-1698
1702-1718
1721-1806
deel
deel
deel
deel
deel
pak
pak
pak
pak
pak
25-26. Kleine rol,
1616-1810.
25.
26.
2 pakken
1616-1713, 26 jan
1713, 2 feb – 1810
27-29. Extraordinaris ofte arrestrol,
1616-1810.
27.
28.
29.
3 pakken
1606-1685, 7 mei
1685, 26 mei - 1713, 7 mrt
1713, 23 mrt - 1808, 8 aug
10
30.
Concepten van verschillende rollen,
1784-1803.
1 pak
31-37. Register van civiele sententies,
1546-1811.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
7 delen
1546-1547
N.B.1 bevat tevens enkele machtigingen
N.B.2 geschenk van mr. J.A. Grothe
1578-1591
N.B. geschenk van mr. B.J.L. baron de Geer van Jutphaas
1636 - 1655, 8 okt
1655, 4 okt - 1682, 13 mrt
1682, 4 apr - 1694, 5 mrt
1694, 8 mei - 1748, 2 juli
1753, 30 okt - 1811
38-39. Stukken betreffende civiele processen,
1625-1810.
38.
39.
40.
41.
1625-1694
1705-1810
Adviezen van rechtsgeleerden in civiele zaken,
1640-1720.
N.B.
2 pakken
1 pak
Enkele oudere adviezen zijn te vinden in inv.nr. 133.
Stukken bevattende deklaraties van kosten in twee civiele zaken,
1755-1756, 1768.
1 pak
Vrijwillige zaken
Onroerend goed zaken
42-62. Protokollen van transporten, plechten en testamenten,
1546-1811.
1 omslag en 20 delen
11
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
1546-1548
omslag
1552-1554
deel
N.B. uit collectie Booth
1562
deel
1576-1583, 8 aug
deel
N.B. bevat ook lijst burgereden 1577-1594 (zie eveneens inv.nr. 73)
en formulieren van eedsaflegging voor functionarissen van het gerecht
1583, 10 aug-1593
deel
1604-1610, 8 feb
deel
1610, 10 apr-1617, 29 aug
deel
1617, 4 aug-1626, 20 okt
deel
N.B. achterin een alfabetische naamindex
1626, 22 aug-1640, 16 apr
deel
N.B. achterin een alfabetische naamindex
1640, 22 apr-1651, 19 aug
deel
N.B. achterin een alfabetische naamindex
1651, 19 aug-1660, 21 feb
deel
N.B. achterin een alfabetische naamindex
1660, 23 feb-1669, 1 okt
deel
N.B. achterin een alfabetische naamindex
1669, 18 okt-1684, 7 feb
deel
N.B. achterin een alfabetische naamindex
1684, 18 jan-1700, 4 jan
deel
N.B. voorin een alfabetische naamindex
1700, 9 jan-1711, 2 apr
deel
N.B. voorin een alfabetische naamindex
1711, 22 apr-1726, 24 okt
deel
N.B. voorin een alfabetische naamindex
1726, 8 nov-1752, 18 apr
deel
N.B. voorin alfabetische naamindex 1726-1749 en achterin 1750-1752
1752, 27 jul-1774, 11 jan
deel
1774, 26 jan-1794
deel
1795-1809
deel
N.B. bevat chronologisch overzicht 1795-1799
1810-1811
deel
63-66. Minuten van transporten, plechten en testamenten,
1647-1811.
63.
64.
65.
1647-1660; 1747-1752; 1755-1759
1760-1764; 1792-1799
1801-1808
12
4 pakken
66.
1809-1811
67.
Minuten van estimaties ten behoeve van de collaterale erfgenamen en kwitanties
bij transporten en plechten, voor afdracht van de 20ste en 40ste penning,
1672-1792 (met hiaten).
1 pak
68.
Stukken betreffende koopcondities en procuraties, behorende bij transporten en
plechten,
1612-1662.
1 pak
69.
Protokollen van schuldbekentenissen, 'willige condemnatien' en akten van huur en
ingebruikgeving,
1546-1547; 1578-1610.
1 pak
Huwelijkse zaken
70.
Bijlagen bij huwelijken,
1706, 1779-1811
1 pak
71.
Verzoeken om in ondertrouw te mogen gaan en een ondertrouwakte,
1806-1809; 1810.
1 omslag
72.
Verklaringen dat personen voor de hervormde kerk in ondertrouw zijn opgenomen,
1796-1810
1 pak
73.
Register bevattende burgereden en huwelijksinschrijvingen, met formulier voor
burgereed en formulieren voor trouwen,
1604-1782
1 deel
N.B.1 specificatie:
formulier voor burgereed, voorin
burgereden, 1604-1782 (fol. 1 t/m 50)
huwelijken 1614-1696 (fol. 105v-160) en 1696-1731 (fol. 52-104v)
formulieren voor trouwen (fol. 50/51 en 105)
N.B.2 voor burgereden 1577-1594 zie inv.nr. 45; voor 1782-1797 zie het archief
13
van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede 1300-1810 (1), inv.nr. 71.
N.B.3 Een digitale index (Nadere Toegang) op de burgereden 1577-1797
is beschikbaar.
74.
Register bevattende huwelijksinschrijvingen, afkondigingen van huwelijken van
gereformeerden en andere protestantsgezinde personen ingevolge publicatie van
burgemeesters en raad van 21 feb. 1780, huwelijk personen van joodse natie
1731-1811.
1 deel
N.B.
specificatie:
huwelijksinschrijvingen, 1731-1811 (fol. 163-287)
register van afkondigingen van huwelijken van gereformeerden en andere
protestantsgezinde personen ingevolge publicatie van burgemeesters en
raad van 21 feb 1780, 1780-1806 (fol. 339-362)
huwelijk personen van joodse natie, 1798 (fol. 387/388, 1 akte)
formulier van trouw (fol. 390v)
Andere zaken
75.
Protokollen van procuratien, arresten en pandingen,
1613
76-82. Register van allerlei scabinale akten,
1604-1623, 1638-1706.
76.
77.
78.
79.
80.
81.
82.
83.
3 pakken, 4 delen
1604-1623
1 pak
1638 - 1650, 10 sep
1 pak
1650, 17 sep - 1656, 22 mrt
1 pak
1656, 25 mrt - 1661, 23 jul
1 deel
1661, 30 jul - 1675, 10 mrt
1 deel
N.B. bevat los een alfabetisch overzicht van personen op blz. 1-113
1675, 19 mrt – 1684, maart
1 deel
1684 , april - 1706
1 deel
Register van allerlei scabinale akten,
1677-1678.
N.B.
1 omslag
1 omslag
overlapt gedeeltelijk met inv.nr 81
14
84-86. Minuten van allerlei scabinale akten,
1566-1810 (met hiaten).
84.
85.
86.
87.
88.
3 pakken
1566-ca. 1660
1665-1668
1669-1674; 1715-1810
Niet-scabinale akten, ter registratie overgegeven aan het gerecht,
1630-1811.
1 omslag
Register van aangebrachte niet-scabinale akten,
1654-1730.
1 deel
N.B. overlapt gedeeltelijk inv.nr 87
89-94. Papieren betreffende boedels, door het gerecht vereffend, en de opbrengst van
bij dekreet verkochte goederen,
1622-ca. 1809.
6 pakken
89.
90.
91.
92.
93.
94.
1622-1644
1646-1653
1654-1660, 20 mrt
1660, 9 jul-1672
1673-1678
1678- ca. 1809
95.
Stukken van allerhande aard, hetzij tot boedels behorend, hetzij in processen
overlegd,
1586-1810.
1 omslag
96.
Register van 'aangebrachte pretensien op desolate boedels en de opbrengst van
bij dekreet verkochte goederen',
1669-1680.
1 omslag
97.
Register van in consignatie gegeven gelden,
15
98.
1677-1756.
1 deel
Protokollen van akten van bruikleen en bewaargeving,
1807-1811.
1 omslag
Bestuurlijke zaken
99.
'Maniere ende ordonnantie der stadt Wijck bij Duyrstadt, waernaer een idelijck
borger hem sal hebben te regulieren'
(1598)
1 omslag
N.B.1 het laatste deel ontbreekt
N.B.2 Een transcriptie van de gehele ordonnantie is uitgegeven in "De
Middeleeuwse Rechtsbronnen", tweede deel door R. Fruin Th. Azn., 1897,
p. 229-292
N.B. 3 Schenking van mr B.J.L. Baron de Geer van Jutphaas
100-104. Register van gerechtsnotulen,
1552, 1668-1725.
100.
101.
102.
103.
104.
5 delen
1552
N.B. Schenking van mr B.J.L. Baron de Geer van Jutphaas
1668-1685
1686-1701, 7 dec
1701, 12 dec-1715, 4 maart
1715, 12 maart - 1725
105-121. Concepten van de gerechtsnotulen,
1679-1811.
105.
106.
107.
108.
109.
110.
111.
1679-1696, febr
N.B. bevat ook enkele concepten van sententies
1696, febr -1713, 29 okt
1713, 9 nov-1751, 23 mrt
1751, 12 apr - 1756, 28 sep
1756, 6 okt - 1764, 2 okt
1764, 8 okt - 1766, 6 jul
1766, 22 jul - 1772, 1 mei
16
9 pakken en 8 delen
pak
pak
pak
deel
deel
deel
deel
112.
113.
114.
115.
116.
117.
118.
119.
120.
121.
122.
1772, 5 mei - 1778, 12 mei
1778, 26 mei - 1782, 5 aug
1782, 6 aug - 1787, 27 jun
1787, 21 jul - 1796, 29 nov
1796, 13 dec - 1798, 15 dec
1798, 16 dec - 1799, 8 aug
1799, 31 aug - 1801, 15 dec
1802, 8 jan - 1803, 5 apr
1803, 28 jun - 1809, 7 feb
1809, 10 jan - 1811
deel
deel
deel
pak
pak
pak
pak
pak
pak
deel
Kladaantekeningen van de gerechtsnotulen,
1750, 1795-1798, 1803.
1 pak
123.
Brieven, ingekomen bij het gerecht, met minuten van antwoorden betreffende
criminele zaken,
1589-1811.
1 pak
124.
Brieven, ingekomen bij het gerecht, behandeld in de gerechtsnotulen,
1795-1808.
125.
126.
127.
128.
129.
Register van ontvangsten van de belasting van de 20e en 40e penning,
1670-1714.
NB Met oudere overdrachten, waaronder die van enkele goederen
te Amerongen, Cothen en Overlangbroek
1 pak
1 deel
Register van ontvangsten van de belasting van de 20e en 16e penning,
1781-1794.
1 deel
Aankondiging te houden verkopingen en verhuringen,
1806-1809.
1 pak
Notities van gehouden verkopingen,
1806-1811.
1 pak
Klad van een request van de secretaris van het gerecht vanwege een zijns inziens
17
te hoge boete voor een abuis in het bepalen van de leges,
1747
130.
1 stuk
Memorie van leges, ten behoeve van de hoofdofficier (J.H. van Lijnden) ontvangen
door de secretaris,
okt. 1790 - okt. 1791.
1 stuk
131-132. Register van het lichten van processtukken ter secretarie,
1653, 1658, 1675, 1677, 1696-1705 (1798).
Met enige andere notities.
131.
N.B.
-
132.
N.B.
-
2 deeltjes (los)
1653, 1658, 1675, 1677, 1706-1719, 1756
Hierin tevens
afschriften van verklaringen dat militairen voor enkele jaren in dienst
genomen zijn,
1706-1719
verklaringen uit 1756 dat een proces uit 1753 gelicht is.
1696-1705
Hierin tevens
een soort uitleenregister, 1748-1798.
memorie van stukken die 'te hooff hebben gebracht en waaraan
geappelleert was', 1677-1678.
Niet tot het archief behorende stukken
133.
Verkorte gerechtsnotulen,
1788-1794.
1 pak
beginnend met gebed dat voor elke ordinairis vergadering voorgelezen moest
worden
N.B. Overgebracht uit het archief van de provincie; waarschijnlijk afkomstig van
de schout (hoofdofficier) J.H. van Lijnden van Lünenburg.
Dit laatste is heel waarschijnlijk omdat het korte uittreksels zijn van de
periode dat hij hoofdofficier was. Het begint op de dag waarop zijn
aanstelling bekend wordt gemaakt (27-04-1788) en eindigt bij het begin van
de Bataafse Tijd; wellicht is toen een ander aangesteld.
134.
Register van voorbeelden van adviezen van rechtsgeleerden in verschillende
processen opgesteld door A. Booth, secretaris 1630-1636,
18
1634-1636.
N.B.
1 deel
behoorde oorspronkelijk bij de collectie van C. Booth; bevat enkele Wijkse
voorbeelden
19
Concordans
Oud nr
Nieuw nr
(Fruin, 1893)
(Elenbaas, 1999)
557-1
557-2
558-1
558-1
558-2
559
560
561-1
561-2
561-3
562
563
564
565
566
567-1
567-2
567-3
567-4
568-1
568-2
568-3
568-4
568-5
568-6
568-6
568-7
568-7
568-7
568-8
568-8
569-1
569-2
569-3
569-4
569-5
569-6
569-7
569-8
569-9
569-10
569-11
6
4
5
6
7
6
5
1
2
3
5
5
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
21
22
23
23
24
27
27
27
27
27
27
28
28
28
28
28
20
569-12
569-13
569-14
569-15
569-16
569-17
569-18
569-19
569-20
569-21
569-22
569-23
570-1
570-2
570-3
570-4
570-5
570-6
570-7
570-8
570-9
570-10
570-11
570-12
570-13
570-14
570-15
570-16
570-17
571
572-1
572-2
573
574
575-1
575-2
575-3
575-4
575-5
575-6
575-7
575-a
575-b
576
577-1
577-2
577-3
577-4
578
579
28
28
28
28
29
29
29
29
29
29
29
29
25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
26
26
26
26
26
26
30
38
39
133
40
31
32
33
34
35
36
37
130
131
41
63
64
65
66
67
68
21
580-1
580-2
580-3
580-4
580-5
580-6
580-7
580-8
580-9
580-10
580-11
580-12
580-13
580-14
580-15
580-16
580-17
580-18
580-19
580-20
580-21
581-1
581-1
581-2
582-1
582-2
582-3
582-4
583
584
585-1
585-2
585-3
585-4
585-5
585-6
585-7
585-8
585-9
585-10
585-11
585-12
585-13
585-14
585-15
585-16
585-a
586
587
588-1
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
84
85
86
69
69
69
69
75
98
76
76
76
76
76
77
77
77
77
78
78
78
79
80
81
82
83
87
88
89
22
588-2
588-3
588-4
588-5
588-6
588-6
589
590
591
592-1
592-2
592-3
592-4
592-5
593-1
593-2
593-3
593-4
593-5
593-6
593-7
593-8
593-9
593-10
593-11
593-12
593-13
593-14
593-15
593-16
593-17
593-18
593-19
593-20
593-21
593-22
593-23
593-24
593-25
593-26
593-27
593-28
593-29
593-30
593-31
593-32
593-33
593-34
593-35
594
90
91
92
93
94
95
96
97
99
100
101
102
103
104
105
106
106
106
106
106
106
106
106
106
106
107
107
107
107
107
108
109
110
111
112
113
114
115, 124
115, 124
115, 124
116, 124
117, 124
118, 124
118, 124
118, 124
119, 124
119, 124
120, 124
121
122
23
595
596
596-a
596-b
597
598
599
599A
599B
599B
599C
599D
133
123
125
126
127
128
129
70
71
72
73 (buiten model)
74 (buiten model)
24