T00067 Inventaris van het archief van het Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, 1546-1811 Els Elenbaas, 1999 Versie december 2014 Inhoudsopgave Inleiding 2-8 Het gerecht Het archief De inventaris Aanwijzingen voor de gebruiker Nadere toegangen Literatuur en bronnen 2-4 4-6 6-8 8 8 8 Inventaris 9 - 19 Criminele zaken Extraordinaris zaken Ordinaris zaken 9 9 9 Civiele zaken 10 - 11 Vrijwillige zaken Onroerend goed zaken Huwelijkse zaken Andere zaken 11 - 16 11 - 13 13 - 14 14 - 16 Bestuurlijke zaken 16 - 18 Niet tot het archief behorende stukken 18 - 19 Concordans 20 - 24 1 Inleiding Deze inventaris beschrijft de inhoud van het archief van het stadsgerecht van Wijk bij Duurstede. De indeling en wijze van gebruik worden hieronder beschreven. Eerst echter wordt een korte historische schets van het gerecht en zijn medewerkers gegeven. Het gerecht In 1300 kreeg Wijk bij Duurstede stadsrechten van Gijsbert II van Abcoude. Dat hield in dat de stad specifieke privileges verkreeg, zoals eigen bestuur en rechtspraak en het houden van jaar- en weekmarkten. De stadsregering nam toen feitelijk de regeringstaak van de landsheer over: de verdediging, de rechtspraak en de bevordering van de welvaart. Deze stadsregering werd gevormd door een magistraat, een oude raad en een schout, ook wel hoofdofficier genoemd. De magistraat bestond uit negen personen, te weten twee burgemeesters en zeven schepenen. Zij werden steeds voor twee jaar gekozen. De voordracht voor de nieuw te kiezen schepenen en burgemeester werd opgesteld door de zittende magistraat en de schout, waarna normaal gesproken de (plaatsvervanger van de) landsheer de uiteindelijke keuze maakte. De oude raad bestond uit een wisselend aantal personen, namelijk personen die eerder in de magistraat gezeten hadden. Zij hadden vaak voor het leven zitting. Wellicht bestond deze situatie al in 1300. Bij het verkrijgen van het stadsrecht werd gesproken over "die scepenen, raet ende gemeente der voirseiden poirten (Wijck) ...". Hoewel het niet zeker is dat met "raet" de later bestaande oude raad bedoeld wordt, is dit toch aannemelijk. Ook is het niet zeker dat er al vanaf 1300 zeven schepenen waren. Een oorkonde uit 1429 meldt dit aantal al1. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat er eerder minder schepenen waren. De schout was een ambtenaar van de landsheer en later van de staten van Utrecht. Hij was de enige betaalde persoon in de stadsregering. De leden van de magistraat en de oude raad ontvingen alleen een onkostenvergoeding. De schout, de magistraat en de oude raad oefenden samen het bestuur van de stad uit, de zogenaamde politie. De schout en schepenen hadden daarnaast ook nog tot taak de rechtspraak, de justitie. De schout vorderde van het gerecht (de schepenen) de uitspraak in criminele en civiele zaken, maakte dit vonnis bekend en legde het ten uitvoer. Aan de tot standkoming van de 1 Fruin blz. 37 2 feitelijke uitspraak had hij geen aandeel. De stadsregering werd daarnaast nog zowel in bestuurlijke als rechterlijke taken ter zijde gestaan door een secretaris, die op alle vergaderingen aanwezig was, de notulen maakte en verantwoordelijk was voor het archief. Deze secretaris was ook een betaalde ambtenaar en werd benoemd door gedeputeerde staten en eerder door de landsheer. Omdat de taken vaak te veel voor één persoon waren had, de secretaris een beëdigde klerk onder zich. Sinds 1649 werd het werk zo omvangrijk dat ook nog een tweede secretaris werd aangesteld. Tot slot was er nog een bode in dienst, die o.a. de betrokkenen moest berichten wanneer zij op een zitting van het gerecht dienden te verschijnen. Deze zittingen vonden op vastgestelde tijden plaats in het stadhuis. De normale (ordinaris) zittingen van de politie hadden in principe op maandag plaats en die van justitie op dinsdag, om de week. De leden van de magistraat werden hiervoor niet speciaal uitgenodigd, zij behoorden er gewoon te zijn. Daarnaast waren er bijzondere (extra-ordinaris) zittingen. Omdat deze niet op de gebruikelijke tijdstippen gehouden werden, diende de bode de schepenen hiervoor wel speciaal uit te nodigen. Bij de normale dinsdagse rechtszittingen waren de schout, drie van de zeven schepenen en de secretaris aanwezig. Als op dinsdag geen besluit genomen was of als beroep aangetekend was werden de zittingen op vrijdag vervolgd. Bij de extra-ordinaris zaken waren over het algemeen meer schepenen aanwezig. Op de dinsdagse zittingen werden zowel criminele zaken (processen tussen het gerecht enerzijds en de "misdadiger" anderzijds) als civiele zaken (processen tussen burgers) behandeld. Naast de gebruikelijke dinsdagzittingen vonden ook op donderdag nog zittingen plaats. Hier werden vooral civiele processen gevoerd over zaken betreffende kleine financiele geschillen. Behalve de rechtspraak in geschillen had het gerecht ook de vrijwillige rechtspraak tot taak, zoals transporten van onroerend goed en het opstellen van testamenten. De dagelijkse rechtsmacht was dus, zoals de naam aanduidt, de gewone, normale rechtspraak. De rechtspraak was dagelijks in alle zaken tenzij het tegendeel bewezen was. Het grote verschil tussen de rechtspraak in de stad Wijk en de omliggende dorpen was dat bij het verkrijgen van de stadsrechten ook de hoge jurisdictie was verkregen. De 3 dorpen hadden alleen de lage, de dagelijkse, jurisdictie en moesten zaken die de hogere jurisdictie betroffen door het Hof van Utrecht laten behandelen. Alleen bij beroepzaken en wanneer adviezen van rechtsgeleerden ingewonnen moest worden, had het gerecht van Wijk met het Hof van Utrecht te maken. Tot het gebied waarover de rechtspraak van het gerecht zich uitstrekte behoorde behalve de stad Wijk ook de Vrijheid van Wijk, een gebied dat binnen een mijl (ca. 5,5 km) buiten de stad lag. In 1811 is het stadsgerecht als instantie opgeheven. De specifiek rechterlijke taken zijn overgenomen door het kantongerecht en de arrondissementsrechtbank. De vrijwillige zaken zijn overgenomen door de notarissen en de huwelijkse zaken door de Burgerlijke Stand. Het archief De hierboven beschreven taken van het stadsgerecht van Wijk bij Duurstede zijn terug te vinden in de archiefstukken die bewaard gebleven zijn. Hoewel de stadsrechten reeds in 1300 zijn verkregen, lopen de archiefstukken lang zo ver niet terug; het oudste stuk dateert uit 1546. Behalve het oudere gedeelte ontbreekt ook veel archiefmateriaal van na 1546. In enkele series zijn heel duidelijk hiaten aanwezig. Veel stukken zullen verloren gegaan zijn, door slordigheid, door perioden van oorlog en zeker niet te vergeten de grote brand die Wijk bij Duurstede in 1485 teisterde. Het laatste stuk dateert, zoals te verwachten is, uit 1811. De overgang naar de nieuwe regeringsvorm is destijds heel snel gegaan en niet verwacht. Typerend hiervoor is het deel waarin de gerechtsnotulen genoteerd werden. In 1809 is aan een nieuw dik deel begonnen. Reeds na een gering aantal pagina's werd het register overbodig. De nog lege pagina's zijn uitgeknipt! In totaal heeft het archief een omvang van circa 11 meter. Dit is in verhouding met andere steden heel weinig. Vergelijking met Rhenen, qua grootte en belangrijkheid vergelijkbaar met Wijk bij Duurstede, maakt dit duidelijk. Van het Stadsgerecht van Rhenen (66) is ruim 35 meter bewaard. Vooral wat betreft de criminele rechtspraak is het verschil in omvang evident. De reden hiervan is onbekend; het is niet waarschijnlijk dat in Rhenen veel meer misdaden werden gepleegd. Zoals hierboven reeds geschetst, is de rechtspraak vóór 1811 te verdelen in de contentieuze rechtspraak (de rechtspraak in geschillen) welke weer onder te verdelen is in criminele en civiele zaken, de vrijwillige rechtspraak en de regeling van bestuurlijke zaken. Van deze onderdelen beschrijven we kort welke archiefstukken bewaard zijn. Bij de criminele rechtspraak is het onderscheid tussen de extra-ordinaris en de ordinaris zaken bewaard gebleven. De ordinaris zaken zijn die strafzaken waar een niet al te hoge straf op stond, over het algemeen dus boetes en enkele dagen op water en brood. De 4 extra-ordinaris zaken zijn die strafzaken waar een hoge straf op stond, zoals lijfstraffen en verbanningen. Hoewel in de literatuur niet duidelijk is te achterhalen waar precies de grens tussen ordinaris en extra-ordinaris zaken lag, is het zeker dat bij de laatste categorie geen beroep op een hogere rechtbank mogelijk was. Het verschil in zaken is waarschijnlijk hetzelfde als het verschil tussen zaken die gerechten met de lage jurisdictie mochten berechten en de zaken die zij naar een hoger gerecht moesten verwijzen. Voor de civiele rechtzaken werden diverse rollen bijgehouden, in feite een agenda voor de te behandelen onderwerpen op de zittingdagen. Naderhand werd deze rol aangevuld met hetgeen besproken was. In de "Ordonnantie der stad Wyck" van 16562 wordt in hoofdstuk VI "Ordonnantie op de forme en maniere van procederen" genoemd dat twee ordinaris burgerrollen moeten worden gehouden, de één van eisen en de ander van alle volgende termijnen. Daarnaast moet nog een extraordinaris rol gehouden worden, "tot kosten van partyen, waarop die en sullen alle saken in materie van arrest, onwaringe, bodeloon, gereet om gereet, ende maalschade, midsgaders van buyten-luyden tegen de ingesetenen ende borgeren deser stadt ende vrijheydt van dien, ... alles indien partyen op voornoemde rolle aanleggen sullen willen, ende anders niet." Voor de ordinaris zaken wordt nog onderscheid gemaakt tussen de grote rol , waar zaken te vinden zijn die steeds behandeld worden in termijnen van acht dagen en die aldoor op dinsdag plaatsvinden, en de kleine rol, betreffende zaken waar het gaat om bedragen van minder dan 12 gulden. Deze laatste zaken worden afzonderlijk behandeld op de donderdag. Het lijkt aannemelijk dat deze ordonnantie een situatie vastlegt die in elk geval deels ook vóór 1656 al bestond. Sommige rollen dateren namelijk al van ruim voor 1656. Ze zijn tamelijk compleet bewaard gebleven. De belangrijkste archiefstukken in de civiele zaken worden dan ook gevormd door de hierboven genoemde rollen, de eisrol, de grote rol (waar de zaken inderdaad plaatsvonden op dinsdagen, meestal om de week, soms elke week), de kleine rol (waar de zaken plaatsvonden op donderdagen) en de extraordinaris of arrestrol. Ook enkele concepten voor deze rollen zijn bewaard gebleven. Zoals eerder al vermeld, werden op dinsdagen de ordinaris criminele zaken en de civiele zaken behandeld. De weerslag hiervan is te vinden in de sententies die in deze zaken zijn opgesteld. Zij zijn door elkaar in de registers opgenomen. Bij de vrijwillige rechtspraak is onderscheid te maken tussen zaken betreffende onroerend goed, huwelijkse zaken en andere zaken. Het belangrijkste, en grootste, onderdeel der vrijwillige rechtspraak is de overdracht van onroerend goed, de transporten, die in een bijna complete serie vanaf 1576 bewaard zijn; 2 Water p. 1110 artikel II 5 alleen het register met akten tussen 1598 en 1604 ontbreekt in de reeks. Dat dit er wel geweest moet zijn, blijkt duidelijk uit de oude "nummering" (met letters) van de delen. De letter D ontbreekt. Het tweede onderdeel van de vrijwillige rechtspraak was het noteren van de huwelijken van personen die niet voor de gereformeerde kerk wilden trouwen. Vanaf 1614 zijn deze huwelijken bijgehouden in een apart register. Van voor die tijd is niets bewaard gebleven, terwijl toch aannemelijk is dat er toen ook huwelijken gesloten zijn. Het derde onderdeel wordt door de "andere zaken" gevormd. Ook in de tijd waarin het archief gevormd is, werd al een dergelijk onderscheid gemaakt. Het register waarin de akten genoteerd zijn, heeft ook als opschrift "allerlei acten". Het betreft voornamelijk attestaties en procuraties en soms testamenten, pandingen en arresten. Onder het onderdeel andere zaken vallen ook de stukken die betrekking hebben op het beheer van boedels door het gerecht. Het derde grote gedeelte van het archief betreft de bestuurlijke zaken. Deze worden voornamelijk gevormd door de gerechtsnotulen, die voor sommige perioden zowel in klad, in concept en in definitieve vorm bewaard zijn. Een belangrijk onderdeel zijn de brieven die bij het gerecht zijn binnengekomen. Ten slotte vallen onder de bestuurlijke functie van het gerecht de registraties voor de 20ste en 40ste penning, notities over gehouden verkopingen en een register waarin bijgehouden werd welke archiefstukken tijdelijk uitgeleend waren. De inventaris Hieronder wordt eerst een korte schets gegeven van eerder vervaardigde inventarissen, daarna wordt de momenteel gehanteerde indeling besproken. In 1893 heeft mr. R. Fruin Th. Az. de "Catalogus van de archieven der collegiën, die voor 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben" opgesteld. Hierin worden de rechterlijke archieven van de steden van het Sticht Utrecht besproken, waaronder Wijk bij Duurstede. In de loop der tijd zijn enkele archiefstukken aan het rechterlijk archief van Wijk bij Duurstede toegevoegd en zijn nieuwe inzichten in inventariseren ontstaan. In het voormalige Rijksarchief in Utrecht was men reeds begonnen met het vervaardigen van nieuwe inventarissen van de gerechtsarchieven van de steden Montfoort, IJsselstein en Rhenen. Ten behoeve van onderzoekers werden tevens enige nadere toegangen vervaardigd. Nadat de archieven van het gerecht Wijk bij Duurstede in april 1997 overgebracht waren naar het Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied - Utrechtse Heuvelrug (het huidige RHC Zuidoost Utrecht) leek het wenselijk een nieuwe inventaris te maken voor dit veel geraadpleegde archief, waarbij het vervaardigen van nadere toegangen een betere 6 toegankelijkheid voor de gebruiker bewerkstelligt. De basisindeling van het archief volgt in grote lijnen de hierboven geschetste taken van het gerecht, waarbij tevens is getracht een gelijksoortige opbouw als bij de inventarissen van de reeds eerder bewerkte stadsgerechtsarchieven te maken. Tevens is gekeken of een eventueel nog aanwezige oude orde hersteld kon worden. Weliswaar zijn enkele registers van een nummer voorzien - de nummers 5 t/m 22 zijn bewaard gebleven - maar deze nummering doet geen andere indeling van het archief veronderstellen. De nummers zijn waarschijnlijk niet direct in de tijd waarin de registers werden bijgehouden op de boeken genoteerd maar iets later. De sententies in criminele zaken (nrs. 1 t/m 3 van deze inventaris) zijn 5 t/m 7 genummerd. Ze behelsen de hele periode 1637 t/m 1810. De oude nummers 8 t/m 11 vinden we terug in de sententies in civiele zaken (nrs 33 t/m 36 van deze inventaris). De periode hiervan loopt van 1636 t/m 1748. Het is dus onwaarschijnlijk dat de nummering al van de 17de eeuw zou dateren; ze konden toen onmogelijk voorzien dat er tot 1810 slechts 3 delen nodig waren. De volgorde bij de stukken betreffende de contentieuze rechtspraak is getracht steeds hetzelfde te houden, namelijk eerst de rollen, dan de sententies en de overige stukken. Bij de ordinaris criminele zaken ontbreken de sententies. Dit komt omdat, zoals eerder geschreven, deze gelijk met de civiele zaken in één register zijn ingeschreven. Omdat de civiele zaken veruit in de meerderheid zijn, staan ze in de inventaris ook onder die zaken genoemd. In tegenstelling tot de eerder gemaakte inventaris van Fruin zijn alle stukken betreffende de extra-ordinaris processen - die onderscheiden waren in adviezen van rechtsgeleerden, verhoren, een appèlzaak en deklaraties van kosten - per proces bijeengevoegd en van een nadere toegang voorzien. Ook de stukken betreffende de ordinaris processen zijn van een nadere toegang voorzien. Het laatste gedeelte van de civiele zaken zijn stukken betreffende specifieke processen, adviezen van rechtsgeleerden en enkele deklaraties van kosten voor het procederen. Deze drie onderdelen zijn voorzien van een nadere toegang. De vrijwillige zaken zijn voor de duidelijkheid nog eens onderverdeeld in drie categorieën: onroerend goed zaken, huwelijkse zaken en andere zaken. De huwelijkse zaken vormen ook een duidelijk verschil met de "inventaris Fruin". In de benadering uit het eind van de 19de eeuw was deze functie niet in het archief van het gerecht bijeengebracht. In 1811 waren deze archiefbescheiden namelijk naar de secretaries van de gemeenten overgebracht om te dienen als retroacta van de Burgerlijke Stand. Zij waren verwijderd uit het gerechtelijk gedeelte van het archief, waar ze oorspronkelijk echter wel bijhoorden. Dit laatste blijkt duidelijk bij de dorpsgerechten. De huwelijken voor het gerecht en de transporten van onroerend goed zijn daar vaak 7 tezamen in één register vermeld. De huwelijksregisters zijn nu weer met de rest van het archief verenigd, overeenkomstig het herkomstbeginsel. De inventaris besluit met een tweetal stukken die eigenlijk niet tot het archief behoren. Het zijn stukken die door functionarissen voor privé-doeleinden opgesteld zijn en naderhand aan het archief zijn toegevoegd omdat ze daar uit de "aard der zaak" betrekking op hadden. Aanwijzingen voor de gebruiker Bij het aanvragen van stukken moeten worden opgegeven: - de naam en het beheersnummer van het archief tussen ronde haken - de of het inventarisnummer(s) van de stukken. Bijvoorbeeld: - Stadsgerecht Wijk bij Duurstede, 1546-1811 (67) - 31, 65 en 71. Nadere toegangen Er is een aantal nadere toegangen. Dit betreft de inventarisnummers 5-7, 9, 38-62 en 73. Literatuur en bronnen x W. van Es, J. van Doesburg, I.B.S. van Koningsbruggen , Van Dorestad naar Wijk bij Duurstede, Wijk bij Duurstede, 1998 x J.Ph. de Monté VerLoren, Rechterlijke organisatie in het gebied van den Krommen Rijn, Utrecht, 1948 x L. Cortenrade, De Wijkse regenten, van timmerman tot rentenier, Wijk bij Duurstede, 1983 x R. Butterman, Het stadsbestuur van Wijk bij Duurstede in de tweede helft van de zeventiende eeuw, Bunnik, 1993 x Generale ordonnantie (1598) x J. van de Water, 'Groot Placcaatboet vervattende alle de placaten, ordonnantien en edicten, der edele mogende heeren Staten 's Lands van Utrecht; mitsgaders van de ed. groot achtb. heeren borgemeester en vroedschap der Stad Utrecht; tot het jaar 1728 ingesloten', 3 dln., Utrecht, 1729. x J.Ph. de Monte VerLoren, Hoofdlijnen uit de ontwikkeling der rechterlijke organisatie in de Noordelijke Nederlanden tot de Bataafse omwenteling. Vijfde druk bewerkt door J.E. Spruit, Deventer, 1972. x mr. R. Fruin Th. Az. , Catalogus van de archieven der collegiën, die voor 1811 binnen de tegenwoordige provincie Utrecht rechterlijke functiën uitgeoefend hebben, Utrecht, 1893 (in noten aangeduid als Fruin). 8 INVENTARIS Criminele zaken Extraordinaris zaken 1-3. Register van sententies, 1637-1810. 1. 2. 3. 3 delen 1637-1668 1669-1729 1730-1810 4. Register van getuigenverklaringen ("Gerechts Secreete Resolutien"), 1749-1752. 1 deel 5-7. Stukken betreffende diverse processen, 1648-1799 5. 6. 7. 3 pakken 1648-1743 1749-1772 1798-1799 Ordinaris zaken De sententies staan bij de civiele zaken (zie inv. nrs 31 - 37). 8. 9. 10. Schoutsrol, 1667-1810. 1 pak Stukken betreffende diverse processen, 1630-1791. 1 pak Accoorden in criminele zaken, 1693-1717. 1 omslag 9 Civiele zaken 11-14. Rol van eisen, 1602-1811. 11. 12. 13. 14. 4 pakken 1602-1633 1656-1707, nov 1707, dec -1723; 1727-1753, 7 aug 1753, 25 sep-1811 15-24. Grote rol, 1588-1806. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 5 delen, 5 pakken 1588-1593 1601-1607 1608-1613, 15 jun 1613, 7 sep-1633 1634-1640 1658-1664, 22 jul 1664, 20 sep-1675 1693-1698 1702-1718 1721-1806 deel deel deel deel deel pak pak pak pak pak 25-26. Kleine rol, 1616-1810. 25. 26. 2 pakken 1616-1713, 26 jan 1713, 2 feb – 1810 27-29. Extraordinaris ofte arrestrol, 1616-1810. 27. 28. 29. 3 pakken 1606-1685, 7 mei 1685, 26 mei - 1713, 7 mrt 1713, 23 mrt - 1808, 8 aug 10 30. Concepten van verschillende rollen, 1784-1803. 1 pak 31-37. Register van civiele sententies, 1546-1811. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 7 delen 1546-1547 N.B.1 bevat tevens enkele machtigingen N.B.2 geschenk van mr. J.A. Grothe 1578-1591 N.B. geschenk van mr. B.J.L. baron de Geer van Jutphaas 1636 - 1655, 8 okt 1655, 4 okt - 1682, 13 mrt 1682, 4 apr - 1694, 5 mrt 1694, 8 mei - 1748, 2 juli 1753, 30 okt - 1811 38-39. Stukken betreffende civiele processen, 1625-1810. 38. 39. 40. 41. 1625-1694 1705-1810 Adviezen van rechtsgeleerden in civiele zaken, 1640-1720. N.B. 2 pakken 1 pak Enkele oudere adviezen zijn te vinden in inv.nr. 133. Stukken bevattende deklaraties van kosten in twee civiele zaken, 1755-1756, 1768. 1 pak Vrijwillige zaken Onroerend goed zaken 42-62. Protokollen van transporten, plechten en testamenten, 1546-1811. 1 omslag en 20 delen 11 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 1546-1548 omslag 1552-1554 deel N.B. uit collectie Booth 1562 deel 1576-1583, 8 aug deel N.B. bevat ook lijst burgereden 1577-1594 (zie eveneens inv.nr. 73) en formulieren van eedsaflegging voor functionarissen van het gerecht 1583, 10 aug-1593 deel 1604-1610, 8 feb deel 1610, 10 apr-1617, 29 aug deel 1617, 4 aug-1626, 20 okt deel N.B. achterin een alfabetische naamindex 1626, 22 aug-1640, 16 apr deel N.B. achterin een alfabetische naamindex 1640, 22 apr-1651, 19 aug deel N.B. achterin een alfabetische naamindex 1651, 19 aug-1660, 21 feb deel N.B. achterin een alfabetische naamindex 1660, 23 feb-1669, 1 okt deel N.B. achterin een alfabetische naamindex 1669, 18 okt-1684, 7 feb deel N.B. achterin een alfabetische naamindex 1684, 18 jan-1700, 4 jan deel N.B. voorin een alfabetische naamindex 1700, 9 jan-1711, 2 apr deel N.B. voorin een alfabetische naamindex 1711, 22 apr-1726, 24 okt deel N.B. voorin een alfabetische naamindex 1726, 8 nov-1752, 18 apr deel N.B. voorin alfabetische naamindex 1726-1749 en achterin 1750-1752 1752, 27 jul-1774, 11 jan deel 1774, 26 jan-1794 deel 1795-1809 deel N.B. bevat chronologisch overzicht 1795-1799 1810-1811 deel 63-66. Minuten van transporten, plechten en testamenten, 1647-1811. 63. 64. 65. 1647-1660; 1747-1752; 1755-1759 1760-1764; 1792-1799 1801-1808 12 4 pakken 66. 1809-1811 67. Minuten van estimaties ten behoeve van de collaterale erfgenamen en kwitanties bij transporten en plechten, voor afdracht van de 20ste en 40ste penning, 1672-1792 (met hiaten). 1 pak 68. Stukken betreffende koopcondities en procuraties, behorende bij transporten en plechten, 1612-1662. 1 pak 69. Protokollen van schuldbekentenissen, 'willige condemnatien' en akten van huur en ingebruikgeving, 1546-1547; 1578-1610. 1 pak Huwelijkse zaken 70. Bijlagen bij huwelijken, 1706, 1779-1811 1 pak 71. Verzoeken om in ondertrouw te mogen gaan en een ondertrouwakte, 1806-1809; 1810. 1 omslag 72. Verklaringen dat personen voor de hervormde kerk in ondertrouw zijn opgenomen, 1796-1810 1 pak 73. Register bevattende burgereden en huwelijksinschrijvingen, met formulier voor burgereed en formulieren voor trouwen, 1604-1782 1 deel N.B.1 specificatie: formulier voor burgereed, voorin burgereden, 1604-1782 (fol. 1 t/m 50) huwelijken 1614-1696 (fol. 105v-160) en 1696-1731 (fol. 52-104v) formulieren voor trouwen (fol. 50/51 en 105) N.B.2 voor burgereden 1577-1594 zie inv.nr. 45; voor 1782-1797 zie het archief 13 van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede 1300-1810 (1), inv.nr. 71. N.B.3 Een digitale index (Nadere Toegang) op de burgereden 1577-1797 is beschikbaar. 74. Register bevattende huwelijksinschrijvingen, afkondigingen van huwelijken van gereformeerden en andere protestantsgezinde personen ingevolge publicatie van burgemeesters en raad van 21 feb. 1780, huwelijk personen van joodse natie 1731-1811. 1 deel N.B. specificatie: huwelijksinschrijvingen, 1731-1811 (fol. 163-287) register van afkondigingen van huwelijken van gereformeerden en andere protestantsgezinde personen ingevolge publicatie van burgemeesters en raad van 21 feb 1780, 1780-1806 (fol. 339-362) huwelijk personen van joodse natie, 1798 (fol. 387/388, 1 akte) formulier van trouw (fol. 390v) Andere zaken 75. Protokollen van procuratien, arresten en pandingen, 1613 76-82. Register van allerlei scabinale akten, 1604-1623, 1638-1706. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 3 pakken, 4 delen 1604-1623 1 pak 1638 - 1650, 10 sep 1 pak 1650, 17 sep - 1656, 22 mrt 1 pak 1656, 25 mrt - 1661, 23 jul 1 deel 1661, 30 jul - 1675, 10 mrt 1 deel N.B. bevat los een alfabetisch overzicht van personen op blz. 1-113 1675, 19 mrt – 1684, maart 1 deel 1684 , april - 1706 1 deel Register van allerlei scabinale akten, 1677-1678. N.B. 1 omslag 1 omslag overlapt gedeeltelijk met inv.nr 81 14 84-86. Minuten van allerlei scabinale akten, 1566-1810 (met hiaten). 84. 85. 86. 87. 88. 3 pakken 1566-ca. 1660 1665-1668 1669-1674; 1715-1810 Niet-scabinale akten, ter registratie overgegeven aan het gerecht, 1630-1811. 1 omslag Register van aangebrachte niet-scabinale akten, 1654-1730. 1 deel N.B. overlapt gedeeltelijk inv.nr 87 89-94. Papieren betreffende boedels, door het gerecht vereffend, en de opbrengst van bij dekreet verkochte goederen, 1622-ca. 1809. 6 pakken 89. 90. 91. 92. 93. 94. 1622-1644 1646-1653 1654-1660, 20 mrt 1660, 9 jul-1672 1673-1678 1678- ca. 1809 95. Stukken van allerhande aard, hetzij tot boedels behorend, hetzij in processen overlegd, 1586-1810. 1 omslag 96. Register van 'aangebrachte pretensien op desolate boedels en de opbrengst van bij dekreet verkochte goederen', 1669-1680. 1 omslag 97. Register van in consignatie gegeven gelden, 15 98. 1677-1756. 1 deel Protokollen van akten van bruikleen en bewaargeving, 1807-1811. 1 omslag Bestuurlijke zaken 99. 'Maniere ende ordonnantie der stadt Wijck bij Duyrstadt, waernaer een idelijck borger hem sal hebben te regulieren' (1598) 1 omslag N.B.1 het laatste deel ontbreekt N.B.2 Een transcriptie van de gehele ordonnantie is uitgegeven in "De Middeleeuwse Rechtsbronnen", tweede deel door R. Fruin Th. Azn., 1897, p. 229-292 N.B. 3 Schenking van mr B.J.L. Baron de Geer van Jutphaas 100-104. Register van gerechtsnotulen, 1552, 1668-1725. 100. 101. 102. 103. 104. 5 delen 1552 N.B. Schenking van mr B.J.L. Baron de Geer van Jutphaas 1668-1685 1686-1701, 7 dec 1701, 12 dec-1715, 4 maart 1715, 12 maart - 1725 105-121. Concepten van de gerechtsnotulen, 1679-1811. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 1679-1696, febr N.B. bevat ook enkele concepten van sententies 1696, febr -1713, 29 okt 1713, 9 nov-1751, 23 mrt 1751, 12 apr - 1756, 28 sep 1756, 6 okt - 1764, 2 okt 1764, 8 okt - 1766, 6 jul 1766, 22 jul - 1772, 1 mei 16 9 pakken en 8 delen pak pak pak deel deel deel deel 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 1772, 5 mei - 1778, 12 mei 1778, 26 mei - 1782, 5 aug 1782, 6 aug - 1787, 27 jun 1787, 21 jul - 1796, 29 nov 1796, 13 dec - 1798, 15 dec 1798, 16 dec - 1799, 8 aug 1799, 31 aug - 1801, 15 dec 1802, 8 jan - 1803, 5 apr 1803, 28 jun - 1809, 7 feb 1809, 10 jan - 1811 deel deel deel pak pak pak pak pak pak deel Kladaantekeningen van de gerechtsnotulen, 1750, 1795-1798, 1803. 1 pak 123. Brieven, ingekomen bij het gerecht, met minuten van antwoorden betreffende criminele zaken, 1589-1811. 1 pak 124. Brieven, ingekomen bij het gerecht, behandeld in de gerechtsnotulen, 1795-1808. 125. 126. 127. 128. 129. Register van ontvangsten van de belasting van de 20e en 40e penning, 1670-1714. NB Met oudere overdrachten, waaronder die van enkele goederen te Amerongen, Cothen en Overlangbroek 1 pak 1 deel Register van ontvangsten van de belasting van de 20e en 16e penning, 1781-1794. 1 deel Aankondiging te houden verkopingen en verhuringen, 1806-1809. 1 pak Notities van gehouden verkopingen, 1806-1811. 1 pak Klad van een request van de secretaris van het gerecht vanwege een zijns inziens 17 te hoge boete voor een abuis in het bepalen van de leges, 1747 130. 1 stuk Memorie van leges, ten behoeve van de hoofdofficier (J.H. van Lijnden) ontvangen door de secretaris, okt. 1790 - okt. 1791. 1 stuk 131-132. Register van het lichten van processtukken ter secretarie, 1653, 1658, 1675, 1677, 1696-1705 (1798). Met enige andere notities. 131. N.B. - 132. N.B. - 2 deeltjes (los) 1653, 1658, 1675, 1677, 1706-1719, 1756 Hierin tevens afschriften van verklaringen dat militairen voor enkele jaren in dienst genomen zijn, 1706-1719 verklaringen uit 1756 dat een proces uit 1753 gelicht is. 1696-1705 Hierin tevens een soort uitleenregister, 1748-1798. memorie van stukken die 'te hooff hebben gebracht en waaraan geappelleert was', 1677-1678. Niet tot het archief behorende stukken 133. Verkorte gerechtsnotulen, 1788-1794. 1 pak beginnend met gebed dat voor elke ordinairis vergadering voorgelezen moest worden N.B. Overgebracht uit het archief van de provincie; waarschijnlijk afkomstig van de schout (hoofdofficier) J.H. van Lijnden van Lünenburg. Dit laatste is heel waarschijnlijk omdat het korte uittreksels zijn van de periode dat hij hoofdofficier was. Het begint op de dag waarop zijn aanstelling bekend wordt gemaakt (27-04-1788) en eindigt bij het begin van de Bataafse Tijd; wellicht is toen een ander aangesteld. 134. Register van voorbeelden van adviezen van rechtsgeleerden in verschillende processen opgesteld door A. Booth, secretaris 1630-1636, 18 1634-1636. N.B. 1 deel behoorde oorspronkelijk bij de collectie van C. Booth; bevat enkele Wijkse voorbeelden 19 Concordans Oud nr Nieuw nr (Fruin, 1893) (Elenbaas, 1999) 557-1 557-2 558-1 558-1 558-2 559 560 561-1 561-2 561-3 562 563 564 565 566 567-1 567-2 567-3 567-4 568-1 568-2 568-3 568-4 568-5 568-6 568-6 568-7 568-7 568-7 568-8 568-8 569-1 569-2 569-3 569-4 569-5 569-6 569-7 569-8 569-9 569-10 569-11 6 4 5 6 7 6 5 1 2 3 5 5 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 21 22 23 23 24 27 27 27 27 27 27 28 28 28 28 28 20 569-12 569-13 569-14 569-15 569-16 569-17 569-18 569-19 569-20 569-21 569-22 569-23 570-1 570-2 570-3 570-4 570-5 570-6 570-7 570-8 570-9 570-10 570-11 570-12 570-13 570-14 570-15 570-16 570-17 571 572-1 572-2 573 574 575-1 575-2 575-3 575-4 575-5 575-6 575-7 575-a 575-b 576 577-1 577-2 577-3 577-4 578 579 28 28 28 28 29 29 29 29 29 29 29 29 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 26 26 26 26 26 26 30 38 39 133 40 31 32 33 34 35 36 37 130 131 41 63 64 65 66 67 68 21 580-1 580-2 580-3 580-4 580-5 580-6 580-7 580-8 580-9 580-10 580-11 580-12 580-13 580-14 580-15 580-16 580-17 580-18 580-19 580-20 580-21 581-1 581-1 581-2 582-1 582-2 582-3 582-4 583 584 585-1 585-2 585-3 585-4 585-5 585-6 585-7 585-8 585-9 585-10 585-11 585-12 585-13 585-14 585-15 585-16 585-a 586 587 588-1 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 84 85 86 69 69 69 69 75 98 76 76 76 76 76 77 77 77 77 78 78 78 79 80 81 82 83 87 88 89 22 588-2 588-3 588-4 588-5 588-6 588-6 589 590 591 592-1 592-2 592-3 592-4 592-5 593-1 593-2 593-3 593-4 593-5 593-6 593-7 593-8 593-9 593-10 593-11 593-12 593-13 593-14 593-15 593-16 593-17 593-18 593-19 593-20 593-21 593-22 593-23 593-24 593-25 593-26 593-27 593-28 593-29 593-30 593-31 593-32 593-33 593-34 593-35 594 90 91 92 93 94 95 96 97 99 100 101 102 103 104 105 106 106 106 106 106 106 106 106 106 106 107 107 107 107 107 108 109 110 111 112 113 114 115, 124 115, 124 115, 124 116, 124 117, 124 118, 124 118, 124 118, 124 119, 124 119, 124 120, 124 121 122 23 595 596 596-a 596-b 597 598 599 599A 599B 599B 599C 599D 133 123 125 126 127 128 129 70 71 72 73 (buiten model) 74 (buiten model) 24
© Copyright 2025 ExpyDoc