Plan van Aanpak CO2- Footprint CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen (referentiejaar 2012) Wegenbouw Lansink bv Te Saasveld Saasveld, 04 april 2014 Auteur: Karin Koopman Geaccordeerd door: Martine Kleizen Directeur Wegenbouw Lansink bv INHOUD 2 1 INLEIDING 3 3 3 4 1.1 Over dit Rapport 1.2 Betrokkenen 1.3 Over het bedrijf 2 CO2 FOOTPRINT 2012 2.1 Grenzen 2.1.1 Scopes 2.1.2 Organisatiegrenzen 2.1.3 Projecten met gunningsvoordeel. 2.2 CO2 Emissiegegevens 2.3 CO2 Footprint 2012 2.4 Analyse CO2 Footprint 2.4.1 Scope 1: Directe CO2 emissie 2.4.2 Scope 2: Indirecte emissie 2.5 Invloed van Meetonnauwkeurigheden en Onzekerheden binnen Scope 1 en 2 2.6 Voortgang ten opzichte van het referentiejaar 2.6.1 Normalisering meetresultaten 3 CO2 REDUCTIEBELEID 3.1 Beleidsverklaring van Directie 3.2 Kwantitatieve doelen 2016 3.3 Reductiemaatregelen en verantwoordelijken 4 CO2 REDUCTIEPLAN 4.1 Reductie 4.1.1 Brandstoffen voor verwarming (Scope 1) 4.1.2 Voertuigbrandstof (Scope 1) 4.1.3 Elektriciteit (Scope 2) 4.1.4 Zakelijk verkeer met prive auto’s en vliegtuig reizen 4.2 Duurzame energie 5 BIJLAGEN 5.1 Gegevensbronnen 5.2 Wagenpark en brandstofgebruik CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen -2- 5 5 5 6 6 6 7 7 8 9 10 10 11 11 13 14 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 1 INLEIDING 1.1 Over dit Rapport Dit Rapport beschrijft de CO2-footprint, de CO2-reductiedoelstellingen en de CO2reductiemaatregelen van Wegenbouw Lansink bv. Leeswijzer: Hoofdstuk 2 beschrijft onze CO2-footprint voor 2012, dit is tevens ons referentie jaar. Hoofdstuk 3 bevat onze kwantitatieve reductiedoelen voor de komende 5 jaar voor scope 1&2 emissies van ons bedrijf en onze projecten, uitgedrukt in percentages ten opzichte van 2012. Hoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in onze projecten. 1.2 Betrokkenen Bij de totstandkoming van dit rapport zijn betrokken: Martine Kleizen Karin Koopman - Directeur - Administratief medewerkster CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen -3- 1.3 Over het bedrijf Wegenbouw Lansink bv levert en verwerkt materialen ten behoeve van de wegenbouw. Wegenbouw Lansink bv beschikt over een asfalt set, diverse kranen, shovel- en transportmaterieel. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden wordt er gewerkt met een team van ruim 40 trouwe medewerkers. In 2013 hadden we zelfs 45 medewerkers vanwege de vele werken die we hadden aangenomen. De voornaamste werkzaamheden van Wegenbouw Lansink bestaan uit: Aanleg en onderhoud van wegen; Riolerings-, bestratings- en asfalteringswerkzaamheden; Aanleg van sportvelden; Bouw- en woonrijp maken van bestemmingsplannen; Advies & ontwerp. De kleinschaligheid van onze organisatie zorgt ervoor dat we snel op ontwikkelingen kunnen reageren. Zoals bijvoorbeeld wijzigingen in planning of in de uitvoering. De korte lijnen binnen onze organisatie staan garant voor een hoge mate van flexibiliteit bij Wegenbouw Lansink bv. Hierdoor kunnen we snel en alert op de wensen van de klant inspelen. Kwaliteit Ons bedrijf voldoet voor al haar activiteiten aan de benodigde certificerings-eisen. Door interne kwaliteits- en milieuzorg, ervaring en kennis van de nieuwste ontwikkelingen in de branche, biedt Wegenbouw Lansink kwalitatief hoogwaardige duurzame producten en diensten. We werken volgens de ISO 9001-2008, VCA ⃰ ⃰ 2008/5.1 en de Stichting Erkenning Bestratingsbedrijf. Daarnaast zijn we erkend leerbedrijf voor Fundeon en Aequor. Arbeidsomstandigheden Het handhaven en verbeteren van arbeidsomstandigheden, milieuaspecten en kwaliteit is ons speerpunt. Zowel bij de arbeidsomstandigheden als vanuit het milieu-oogpunt, kijken we naar de situatie waarin onze medewerkers werken met betrekking tot veiligheid, gezondheid en hun welzijn. Deze manier van werken staat bij Wegenbouw Lansink bv centraal. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen -4- 2 CO2-Footprint 2013 2.1 Grenzen 2.1.1 Scopes De CO₂-footprint in deze rapportage heeft betrekking op scope 1 en 2 zoals gedefinieerd in de CO₂-Prestatieladder (versie 18 juli 2012) van SKAO. Dit is toereikend voor Certificering op niveau 3 van de CO₂-Prestatieladder. Scope 1 (directe emissies): emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door verbruik van brandstoffen voor verwarming, emissies door het eigen wagenpark en emissies door gebruik van koude middelen. Scope 2 (indirecte emissies): emissies ten gevolge van het gebruik van elektriciteit en zakelijk verkeer met privé auto’s en vliegtuigen. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen -5- 2.1.2 Organisatiegrenzen Wegenbouw Lansink bv is een zelfstandige organisatie, met één vestiging (te Saasveld). Wegenbouw Lansink bv is geen bedrijfsmatig onderdeel van een grotere organisatie of holding. Daarnaast heeft Wegenbouw Lansink bv geen aparte zelfstandige bedrijfsonderdelen. De CO2-footprint heeft betrekking op: Het kantoor en werkplaats Brandstoffen voor alle vervoermiddelen en mobiele werktuigen in eigendom Werkzaamheden op locatie Zakelijk verkeer met privéauto’s Wegenbouw Lansink b.v. is een bedrijf met vele jaren ervaring in huis. Ons bedrijf is kundig op het gebied van de grond-, water en wegenbouw. Hiervoor ontwikkelen we projecten voor en met onze opdrachtgevers, die tevens door Wegenbouw Lansink b.v. van A tot Z worden uitgevoerd. De kracht zit in de flexibiliteit van onze onderneming. Wegenbouw Lansink b.v. is gevestigd te Saasveld. Opdrachtgevers bestaan uit gemeenten, provincies, bedrijven, instellingen en particulieren.Wegenbouw Lansink b.v. is als familiebedrijf opgericht in 1920 en in 1958 onder de huidige naam voortgezet. Wegenbouw Lansink b.v. houdt zich bezig met grond-, water- en wegenbouwwerken voornamelijk in de provincies Overijssel en Gelderland. Aanleg en onderhoud van wegen;riolerings-, bestratings- en asfalteringswerkzaamheden,erf- en bedrijfsverhardingen, bouw- en woonrijp maken van bestemmingsplannen en advies & ontwerp zijn onze voornaamste werkzaamheden. 2.1.3 Projecten met gunningsvoordeel In deze periode zijn de volgende projecten met gunningsvoordeel actief en vormen onderdeel van deze rapportage: Er zijn geen projecten met gunningsvoordeel Het afgelopen jaar hebben wij twee keer een aanbesteding gehad waar gevraagd werd naar minimaal niveau 3 op de CO2 prestatieladder, wij hebben allebei niet aangenomen. Afgelopen jaar waren er veel meer EMVI-aanbestedingen. In deze regio hebben wij nog weinig te maken met de CO2 prestatieladder in combinatie met de aanbesteding. 2.2 CO2-Emissiegegevens De CO2-footprint is opgesteld met behulp van de milieubarometer van stichting Stimular. De gebruikte CO2-Emissiefactoren komen overeen met de eisen van de CO2Prestatieladder. De gerapporteerde periode loopt synchroon aan het boekjaar van Wegenbouw Lansink bv, welke loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2.3 CO2-Footprint 2013 Alle energiegegevens van 2013 zijn ingevoerd in de Milieubarometer. In bijlage 1 staan de bronnen van deze energie gegevens. In bijlage 2 is het brandstofverbruik van ons wagenpark nader toegelicht. In tabel 1 op de volgende pagina staat een overzicht van de energiestromen van het bedrijf en de bijbehorende CO2-uitstoot. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen -6- Tabel 1. Energiestromen en CO2 –footprint 2013 Thema CO2 scope 1 Aardgas voor verwarming Diesel Personenwagen (in liters) diesel Bestelwagen (in liters) diesel Vrachtwagen (in liters) diesel CO2 scope 2 Ingekochte elektriciteit Gedeclareerde km personenwagen Brandstoffen CO2-parameter 4.358 m3 Mobiele werktuigen 74.994 liter Zakelijk verkeer 18.795 liter Goederenvervoer 22.207 liter Goederenvervoer 46.113 liter kg CO2 / m3 kg CO2 / 3,14 liter kg CO2 / 3,14 liter kg CO2 / 3,14 liter kg CO2 / 3,14 liter Subtotaal 1,83 CO2equivalent 7,95 ton CO2 235 ton CO2 58,9 ton CO2 69,6 ton CO2 145 ton CO2 516 ton CO2 Elektriciteit 35.972 kWh 0,455 kg CO2 / kWh 16,4 ton CO2 Zakelijk verkeer 22.721 km 0,210 kg CO2 / km 4,77 ton CO2 Subtotaal Totaal Compensatie Netto CO2uitstoot 21,1 ton CO2 537 ton CO2 0 ton CO2 537 ton CO2 CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 7 2.4 Analyse CO2-Footprint 2.4.1 Scope 1: Directe CO2-emissie De directie emissie van CO2 is gemeten en berekend als 516 ton CO2. In scope 1 veroorzaakt diesel voor mobiele werktuigen het meeste CO2-uitstoot namelijk: 235 ton per jaar (45,5% van de directe CO2- emissie). Het Wagenpark van Wegenbouw Lansink bv bestaat uit 2 vrachtwagens, 13 busjes, 12 bedrijfsauto’s en materieel zoals shovel, mobiele kraan, rupskraan en een asfalt set bestaande uit een fietspadmachine, afwerkmachine, grote wals, kleine wals en een sproeiwagen. Met dit wagenpark is in 2013 162108 liter diesel getankt. Sinds 1 januari 2013 is er geen verschil meer tussen zwavelhoudende diesel en gewone diesel. Alles is nu gewone diesel. CO2 Scope 1 1,5% 28,10% 13,5% 45,5% Aardgas voor verwarming Diesel mobiele werktuigen 11,4% Personenwagen (in liters) diesel Bestelwagen (in liters) diesel Vrachtwagen (in liters) diesel 2.4.2 Scope 2: Indirecte CO2-emissie De indirecte emissie van CO2 is gemeten en berekend als 21,1 ton CO2. In scope 2 veroorzaakt de ingekochte elektriciteit de meeste CO2-uitstoot namelijk: 16,4 ton per jaar (77,7 % van de totale indirecte CO2-emissie). Conform de voorwaarden van de CO2-prestatieladder betreft dit allemaal stroom met een grijs label. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 8 CO2 Scope 2 23% 78% Ingekochte elektriciteit Personenwagen in km Privéauto’s voor zakelijk verkeer Er wordt op beperkte schaal bij zakelijke bezoeken gebruik gemaakt van een privé-auto. In 2013 is er in totaal 22721 km gedeclareerd, goed voor 4,77 ton CO2 (23%) van de totale indirecte emissie. Dit is 7% meer dan in 2012. Wegenbouw Lansink bv heeft ervoor gekozen de emissie-inventaris niet te laten verifiëren door een gecertificeerde instelling. Vliegreizen zakelijke doeleinden Er zijn in 2013 geen zakelijke vliegreizen geweest voor medewerkers van Wegenbouw Lansink bv. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 9 Scope 1 en 2 250 Aardgas 200 Ton CO₂ Diesel mobiele werktuigen Zakelijk verkeer in ltr 150 Bestelwagens Vrachtwagens 100 Elektriciteit Zakelijk verkeer in km 50 0 1 2.5 Invloed van Meetonnauwkeurigheden en Onzekerheden binnen Scope 1 en 2 Uit voorgaande blijkt dat het overgrote deel van de CO2-emissie wordt veroorzaakt door het gebruik van het eigen wagenpark en materieel (516 ton CO2) en het elektriciteitsverbruik (16,4 ton CO2). Het is dan ook van belang om deze emissies nauwkeurig vast te leggen. Scope 1: Alle voertuigen zijn gekoppeld met eigen brandstofpassen. Op projectlokaties wordt getankt vanuit een gezamenlijke brandstoftank, waarvan de gebruiksgegevens volledig bekend zijn. Er wordt een kilometerregistratie bijgehouden, echter de omgevingscondities tijdens het verbruik zijn zodanig van invloed dat is gekozen om de CO2-emissie op basis van de brandstofgegevens te bepalen. Aangezien het materieel nu ook gebruikt maakt van de gewone diesel houden de machinisten vanaf 18 augustus 2013 zo goed mogelijk bij wat zij tanken aan diesel. De asfaltploeg heeft dat nog niet gedaan in 2013. De asfaltploeg houdt vanaf april 2014 wekelijks bij wat het brandstof verbruik is geweest van die betreffende week. De meetgegevens van het brandstofverbruik ten behoeve van verwarming komen van gasmeters van de energieleverancier. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. Voor CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 10 2013 is het gasverbruik geschat, omdat de officiële jaarafrekening nog niet beschikbaar was op het moment van de audit. Scope 2: De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik wordt nu sinds juli 2013 maandelijks genoteerd. Vanaf januari 2014 loopt het energieverbruik van jan-dec., welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. De meetgegevens van zakelijke kilometers met privé-voertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. 2.6 Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Door Wegenbouw Lansink bv zijn de eerste metingen in het kader van de ISO 14064norm over het kalenderjaar 2011. In verband met de eisen van de CO2 prestatieladder is een nieuw referentiejaar vastgesteld. Deze rapportage over het jaar 2012 geldt daarom als referentiejaar op basis waarvan de toe- of afname van de CO2-emissie wordt vastgesteld. 2.6.1 Normalisering meetresultaten Voor vergelijking van de emissie in het referentiejaar en die tijdens toekomstige periodes, is een maatstaf bepaald op basis waarvan de meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor Wegenbouw Lansink bv is de totale CO2-emissie van scope 1 en 2 genormaliseerd weergegeven, dit is op basis van de omzet per jaar. In onderstaande tabel is de totale CO2-emissie van scope 1 en 2 genormeerd weergegeven. Scope 1 Omzet Aardgas Diesel mobiele werktuigen Zakelijk verkeer ltr Bestelwagens Vrachtwagens Scope 2 Electriciteit Zakelijk verkeer Ton CO2 2012 8.500.000 9,36 266 Kg CO2/1000€ 2012 2013 10.000.000 7,95 1,10 235 31,29 2013 44,8 67,4 177 58,9 69,6 145 5,27 7,93 20,82 5,89 6,96 14,50 17 4,45 16,4 4,77 2,00 0,52 1,64 0,48 0,79 23,5 In 2013 is de omzet van Wegenbouw Lansink bv groter dan in 2012. Binnen scope 1 is de CO2-emissie van de mobiele werktuigen, vrachtwagens en bestelwagens afgenomen. Een verklaring kan zijn dat vanaf juni 2013 de bandenspanning maandelijks wordt gecontroleerd en sinds oktober 2013 hebben we een nieuwe EURO-5 vrachtwagen, er is nog maar één EURO-3 vrachtwagen. Ook houden de machinisten vanaf augustus 2013 bij wat hun diesel CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 11 verbruik is. Het personeel wordt ook d.m.v. het info-bulletin op de hoogte gehouden over de CO2 reductie. Het zakelijkverkeer is toegenomen, dit komt omdat een aantal medewerkers nog geen bedrijfsauto hadden en deze werknemers veel extra kilometers hebben gereden vanwege de extra werkzaamheden in het afgelopen jaar. 3 CO2-Reductiebeleid 3.1 Beleidsverklaring van Directie Beleidsverklaring Wegenbouw Lansink B.V Wegenbouw Lansink bv is een familiebedrijf, waarin thans de 4e generatie werkzaam is. Wegenbouw Lansink bv levert en verwerkt materialen ten behoeve van civiele werken. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden wordt er gewerkt met een team van ruim 40 gemotiveerde medewerkers. Wegenbouw Lansink B.V. maakt keuzes op basis van de continuïteit van het bedrijf en het ondersteunen en behouden van goed vakmanschap. Onze werkzaamheden betreffen: - Aanleg en onderhoud van wegen; Riolerings-, bestratings- en asfalteringswerkzaamheden; Bouw- en woonrijpmaken van bestemmingsplannen; Aanleg van sportvelden; Advies en ontwerpwerkzaamheden. Wegenbouw Lansink bv haalt haar kracht uit de flexibiliteit van de onderneming. Er worden korte lijnen gehanteerd in de omgang met zowel opdrachtgevers als leveranciers, waardoor we snel op veranderende omstandigheden in kunnen springen. Ook de kleinschaligheid van de onderneming levert hier een bijdrage aan. Wij kenmerken ons als een gedegen familiebedrijf, waarbij de klant koning is ! De directie van Wegenbouw Lansink bv ondersteunt duurzaamheid in al haar aspecten. Milieuzorg, energie-efficiency, verantwoord ondernemen en daarmee zeker duurzaamheid zijn de afgelopen jaren een belangrijke pijler geworden in onze organisatie. De afgelopen jaren is het steeds duidelijker geworden dat we met zijn allen moeten meegaan in de tijd en dat we actief moeten inspringen op de daarbij behorende veranderingen. Open communicatie/korte lijnen We hanteren korte lijnen richting zowel opdrachtgevers als leveranciers en afnemers. Dit gebeurt in een open communicatiestructuur. We gaan graag de dialoog aan, om samen tot goede oplossingen te komen, waarbij het belangrijk is dat alle partijen met het eindresultaat tevreden zijn. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 12 Wegenbouw Lansink bv voelt zich maatschappelijk betrokken en toont dit in het ondersteunen van diverse clubs, verenigingen en stichtingen in zowel Saasveld als omliggende plaatsen. Dit betreft onder meer de muziekvereniging, de volley- en voetbal, Jong Nederland Scouting, Kerkeiland (restauratie kerkgebouw), Heemkundevereniging, Zomerfeesten, Carnaval etc. Goed Werkgeverschap Het werken in de infrasector gebeurt door mensen, die al dan niet gebruik maken van machines. Onze mensen zijn het kapitaal van onze onderneming. Daarom vinden we het zeer belangrijk dat de veiligheid van deze mensen te allen tijde gewaarborgd is. Het naleven van de VCA** eisen is hier een belangrijke voorwaarde voor. Door middel van toolboxmeetings en startwerkbesprekingen proberen wij het bewustzijn hiervoor te vergroten. Daarnaast vinden we het belangrijk dat er een prettige werksfeer heerst en dat mensen zich thuis voelen in het bedrijf. Alertheid Het is van het grootste belang om constant alert te zijn op alles wat er gebeurt in het bedrijf en op de diverse werkplekken ten aanzien van Kwaliteit Arbeid en Milieu. Hierin werken we met de richtlijnen van de ISO 9001/2008. Hierbij kijken we ook nadrukkelijk welke kwaliteit we moeten leveren, volgens welke richtlijnen er gewerkt moet worden en uiteindelijk of de opdrachtgever tevreden is. Efficiënt Transport Wegenbouw Lansink bv zet zich in om het vervoer en transport zo rendabel en efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden. We streven naar gecombineerde vrachten, gezamenlijk vervoer van en naar de werkplekken en vanuit huis (carpooling), waardoor we de vervoersbewegingen kunnen terugdringen. Hierdoor kunnen we de logistiek omtrent het bouwproces optimaliseren. Duurzaamheid geldt voor diverse aspecten, waarmee wij te maken hebben in ons werk, te weten: 1. Veilig werken met oog voor de gezondheid (mentaal en fysiek); 2. Het leveren van kwaliteit en klanttevredenheid; 3. Werken met oog voor het milieu en de besparing hierop. Aspecten 1 en 2 zijn vertaald in de VCA** en ISO normering. In deze beleidsverklaring wordt met name aandacht geschonken aan het derde aspect: het werken met oog voor het milieu. Hoe kunnen we de belasting van het milieu verminderen, ofwel de vertaling in ons bedrijf van de CO2 prestatieladder. Wegenbouw Lansink B.V. heeft zich ten doel gesteld om haar energieverbruik waar mogelijk te reduceren. In dit plan zijn onze taakstellingen hiervoor opgenomen. De energiedoelstellingen zijn vertaald in taakstellingen in Hoofdstuk 4 van dit Plan van Aanpak. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 13 De doelstelling voor 2016 is 7% CO2-reductie ten opzichte van 2012. Deze doelstelling is gericht op het totale energieverbruik van de organisatie: - Het kantoor; De werkplaats-kantine; Zakelijk verkeer van privéauto’s; Brandstoffen voor alle vervoermiddelen inclusief mobiele werktuigen; Werkzaamheden op locatie. Alle medewerkers werkzaam bij Wegenbouw Lansink B.V. hebben de taak om bij hun werkzaamheden energie te besparen. Het thema energiebesparing is een vast onderdeel bij het stuurgroepoverleg, het directie-overleg en de individuele functioneringsgesprekken. Eenmaal per jaar zal de beleidsverklaring en het Plan van Aanpak worden beoordeeld. Zonodig zal deze worden aangepast aan veranderende omstandigheden. De beleidsverklaring wordt besproken in het directieoverleg en wordt teruggekoppeld naar de stuurgroepvergadering. Stand van zaken Op 5 juli 2013 heeft Wegenbouw Lansink bv CO2-bewust certificaat niveau 3 gehaald. Dit was net in de periode dat Wegenbouw Lansink bv twee grote werken had aangenomen, die af moesten binnen een bepaalde tijd. De cursus “Het Nieuwe Draaien” is daardoor ook pas in januari 2014 gevolgd door de machinisten en niet al in oktober 2013. Wel zijn alle bestuurders van de busjes en bedrijfsauto’s hun bandenspanning maandelijks gaan bijhouden. Het kantoorpersoneel is begonnen met de lampen uit te doen als er niemand is, de verwarming lager gezet als er niemand is. De werknemers spreken elkaar erop aan. Ondanks dat dit het eerste jaar is na de certificering en we een hogere omzet hadden dan in 2012 heeft Wegenbouw Lansink bv al de doelstelling voor 2016 gehaald. In 2013 is 48,7 ton CO2 minder uitgestoten, dit is 8,3 % minder dan het referentiejaar 2012. Medio 2014 wordt gekeken met hoeveel procent we de doelstelling moeten aanpassen. De directie beoordeling in 2013 vindt samen met de externe audit ISO en VCA plaats, die is in september 2014. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 14 3.2 Kwantitatieve doelen 2016 De kwantitatieve doelen voor 2016 zijn gebaseerd op de CO2-footprint van 2012 (hoofdstuk 2 van deze rapportage) en het CO2-reductieplan (hoofdstuk 4 van deze rapportage). Kwantitatieve Doelen tot 2016 Scope 1 Reductie Besparing op totale CO₂uitstoot 2013-2016 5 % op brandstof voor verwarming 5 % op voertuigbrandstof van eigen wagenpark 0,5 Ton CO2 14,46 Ton CO2 10% op brandstof mobiele werktuigen 26,6 Ton CO2 Scope 2 Reductie besparing op totale CO2uitstoot 5 % op elektriciteit Totaal % Besparing 2013 % 0,08 % 1,4 Ton CO2 2,47 % 15,7 ton CO2 0,24 % 2,68% 4,5% 31 Ton CO2 5,29 % 0,85 Ton CO2 besparing op totale CO2uitstoot 0,14 % 0,6 Ton CO2 0,10 % 42,4 Ton CO2 7,19 % 48,7 Ton CO2 8,31% Over een periode van 4 jaar is de CO2-uitstoot gereduceerd met 7 % ofwel 1,75 % per jaar. Wegenbouw Lansink bv heeft in 2013 al de reductiedoelstelling voor 2016 gehaald. In totaal is er al 48,7 ton CO2 uitstoot bespaart. Het doel was om 42,2 ton CO2 uitstoot totaal te besparen in 2016. Wegenbouw Lansink bv heeft in 2013 de CO2-uitstoot met 8,3 % gereduceerd. Medio 2014 wordt gekeken of het plan van aanpak moet worden aangepast voor 2016. 3.3 Reductiemaatregelen en verantwoordelijken CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 15 De komende 4 jaar voeren we de volgende reductiemaatregelen uit. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4 van deze rapportage. Het eerste doel is om de directe emissie (scope 1) te verminderen door het creëren van een grotere bewustwording bij de medewerkers, door middel van toolbox-meetings, waarin de voortgang wordt besproken, volgen van “het nieuwe draaien”, bandenspanning elke maand controleren en elkaar erop wijzen als er onnodig brandstof wordt verspild. Daarnaast wordt er ook in de individuele functioneringsgesprekken aandacht aan besteed. Dit moet in de periode 2013-2016 leiden tot een structurele reductie van het brandstof verbruik in het materieel en het eigen wagenpark. Bij de indirecte emissie (scope 2) wordt reductie bereikt door terugdringen van het stroomverbruik en toepassing van groene stroom medio 2014. Dit kan door aan/uit schakelaars bij de computers te plaatsen en mede weer door een grotere bewustwording bij de medewerkers. Scope 1 verantwoordelijk voor invoering van de maatregel. Aanschaf nieuwe vrachtwagen 2013 - directie Het nieuwe draaien (januari 2014) - directie Het nieuwe rijden(bandenspanning) - directie Het nieuwe rijden voor bedrijfsbusjes(begin 2015) - directie Scope 2 - verantwoordelijk voor invoering van de maatregel. Eventueel groene stroom (medio 2014) - hoofd mmw Optimaliseren van inkoop - hoofd inkoop/directie Bij evt nieuwbouw CO2 bewust bouwen - directie CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 16 4 CO2-Reductieplan De CO2-uitstoot beperken is het meest (kosten)effectief in de volgende volgorde. 1) Energiebesparen door: Efficientere apparatuur/voertuigen gebruiken Apparatuur efficienter instellen Apparatuur/voertuigen minder uren laten maken 2) Duurzame energie gebruiken Zelf opwekken met bijv. zonnecellen, houtkachel, zonneboiler of windmolen Duurzame energie inkopen zoals groene stroom (met milieukeur), biogas of ethanol In dit hoofdstuk staat per scope een overzicht van de belangrijkste energie verbruikers, reeds genomen maatregelen en de geplande reductiemaatregelen. 4.1 Reductie 4.1.1 Brandstoffen voor verwarming (Scope 1) Ons brandstofverbruik wordt grotendeels bepaald door de volgende verbruikers. Verbruikers percentage verbruik verwarming van gebouwen 1,5 % voertuigen brandstof 98,5 % Verwarming van gebouwen. Reeds genomen reductiemaatregelen: Vloerverwarming in de werkplaats - 2010 Isoleren van de werkplaats - 2010 Groene stroom - 2014 Geplande reductiemaatregelen: Mogelijk nieuwbouw kantoor CO2 bewust bouwen - over ongeveer 5 jaar Isoleren dak van werkplaats en kantine - 2015 CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 17 4.1.2 Voertuigbrandstof (Scope 1) Ons verbruik van voertuigbrandstof wordt groten deels bepaald door de volgende verbruikers. Verbruikers percentage verbruik Mobiele werktuigen 45,5 % Personenauto's 11,4 % Bestelauto's 13,5 % Vrachtauto's 28,1 % Inkoop van voertuigen. Reeds genomen reductiemaatregelen: Aanschaf nieuwe vrachtwagen euro 5; levering oktober 2013 Vervangen verlichting door LED - monteur Vervangen tweetakt door aspen - monteur Geplande reductiemaatregelen: Aankoop zuinige machines - monteur + bedrijfsleiding Organisatie en planning Reeds genomen reductiemaatregelen: Cursus “Het nieuwe draaien” is in januari 2014 gevolgd door de machinisten, uitvoerders, monteur, bedrijfsleiding Greendriver, gestart 1 april 2014 voor bedrijfswagens Geplande reductiemaatregelen: voorlichting geven over “Het nieuwe rijden”, d.m.v. update in info Bulletin, bandenspanning elke maand meten BBS training vrachtwagen chauffeur( februari 2014) andere chauffeur begin 2015 Het nieuwe rijden voor busjes, januari 2015 Het Nieuwe Draaien in de praktijk (2015) 4.1.3 Elektriciteit (Scope 2) Er wordt waarschijnlijk in juni 2014 een overstap gemaakt naar groene stroom (Wind Energie). 4.1.4 Zakelijk verkeer met privé-auto’s en vliegtuig reizen Twee medewerkers van de calculatie hebben nu ook een bedrijfsauto (oktober en november 2014), door deze stap zal het zakelijkgebruik van eigen auto’s in 2014 afnemen. CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 18 4.2 Duurzame energie Maatregelen op het gebied van zelf duurzame energie opwekken zal pas over een paar jaar aan de orde komen, als er nieuw wordt gebouwd. Het inkopen van groen gas zal het komende jaar worden besproken. 5 Bijlagen. 5.1 Gegevens bronnen. 1 2 3 4 5 6 7 www.stimular.nl www.milieubarometer.nl www.skao.nl www.bouwendnederland.nl Administratie Lansink Wegenbouw www.wikipedia.nl www.agenschapnl.nl 5.2 Wagenpark en brandstofgebruik CO2-footprint, CO2-reductiedoelen en CO2-reductiemaatregelen 19
© Copyright 2024 ExpyDoc