betere samenwerking it en facilitaire dienst Tot 70.000 euro besparen op energie dcw april 2011 | in samenwerking met: |3 advancing information transport systems Faster, better, worldwide – Rittal The System biedt u alle nodige flexibiliteit voor het realiseren van de eenvoudigste tot de meest complexe IT-infrastucturen. Rittal - The System. Faster-better-worldwide. Dankzij een consistente keuze voor kwalitatief hoogwaardige materialen, optimale uitbreidingsmogelijkheden en tijdbesparende productkenmerken is Rittal TS 8 uitgegroeid tot het betrouwbaarste en meest veelzijdige behuizingsysteem op de markt. Daarnaast beschikt het TS 8-behuizingsysteem over een uitgebreid en makkelijk monteerbaar toebehorenpakket. TS 8-behuizingen staan garant voor optimale veiligheid voor uiteenlopende IT-toepassingen, van serverbeheer tot IT-koeloplossingen op rackniveau (LCP) en complete UPS systemen. Van eenvoudige tot complexe IT-oplossingen - het Rittal TS 8-systeem groeit met uw wensen mee. a 48 oneel Niets is onmogelijk Wat u ook bedenkt, het enorme productprogramma van Rittal biedt u alle vrijheid om een systeem op maat samen te stellen. U kunt het samenstellen ook aan Rittal overlaten, want Rittal biedt u de keuze uit de achttien meest populaire standaardconfiguraties. Al deze volledig voorgemonteerde netwerk- en serverracks zijn direct uit voorraad leverbaar. Achterzij Adver De kracht van TS 8: - Profielframe met onbegrensde bevestigingsmogelijkheden. - In diepte verstelbaar 19” frame, belastbaar tot 1000 kg. - Betrouwbaar sluitsysteem dankzij 4-punts vergrendeling en gebruiksvriendelijke veiligheidshandgreep. - Kabelinvoer via het dak (d.m.v. borstelinvoeren in de diepte). - Optimale ventilatie dankzij geperforeerde voor- en achterdeur met een 80% vrije luchtdoorlaat. - In gesloten uitvoering inzetbaar in omgevingen waar IP 54 wenselijk is. 4 | De beste IT-racks voor elke toepassing Rittal IT-Infrastructuur * Rack * Power * Cooling * Security * Global Service Rittal bv Postbus 246 6900 AE Zevenaar Tel.: + 31 (0)316 59 16 40 Fax.: + 31 (0)316 59 16 46 www.rittal.nl www.rimatrix5.nl |5 Meer klantwaarde realiseren begint met beter luisteren. (En meestal is dat ook beter voor uw portemonnee) Goed luisteren is volgens ons essentieel bij ICT-projecten. Dan lever je pas echt oplossingen waar een opdrachtgever behoefte aan heeft. Ook dat maakt de mensen van Sogeti tot ideale partners. Of het nu gaat om ontwerpen, bouwen, implementeren of beheren. In testen en architectuur lopen wij door onze aanpak zelfs voorop. Sogeti kan opdrachtgevers in alle sectoren verder helpen. Voor vandaag, morgen en overmorgen. Dankzij mensen met Passie voor ICT. 6 | sogeti.nl Staat voor resultaat. dcw colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters. jaargang 4, april 2011, nummer 3 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r arnoud van gemeren, [email protected] H o o f d r e dacti e ferry waterkamp [email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e maredijk 17, 2316 vr leiden te l e f o o n 071-521 49 98 e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e fred biloen te l e f o o n 06 34 73 54 24 e m a i l [email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n geert bakker, wim boone, jan boudestein, peter gloudemans, dirk harryvan, wim hendriksen, paul matthijsse, teus molenaar, erik de ruijter, graeme stoker, hans vandam, jan wiersma, loek wilden vo r m g e v i n g laura willemsen grafisch ontwerp druk 3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie Douches, koffiemachines en pleisters zijn misschien geen cruciale onder delen voor een datacenter, maar wel belangrijke speerpunten in het nieuwe dataplace dat onlangs de deuren open de in Alblasserdam. “Ik heb zelf een keer met een bloedende vinger een half uur door een datacenter gelopen op zoek naar een pleister”, vertelt managing director Gerben van der Veen als hij me rondleidt door zijn nieuwe datapaleis. “In dataplace hangen ze gewoon bij de ingang naar de datazaal.” Dataplace is ontworpen vanuit de ervaring die Van der Veen en zijn collega’s hebben opge daan als gebruikers van datacenterruimten. “Hoe vaak komt het niet voor dat je je servers op een karretje hebt geladen en vervolgens alles weer op moet tillen om over een drempel te komen? Als techneut heb ik ook heel wat keren op mijn knieën voor een rack gezeten om de software op een server te updaten. In dataplace kan dat via KVM over het netwerk.” Uiteraard is behalve over de praktische zaken ook over de techniek goed nagedacht, en dan is het helemaal mooi als ‘proven technology’ in de praktijk blijkt te weken. De ochtend na mijn bezoek aan Alblasserdam lees ik in mijn LinkedIn-updates een bericht van Van der Veen: “Sinds vanmorgen 02:00 is er in ons gebied een stroomstoring. Ons noodstroom bedrijf is momenteel actief en heeft alles netjes overgenomen.” En even later: “Stedin heeft op dit moment nog geen uitsluitsel over de oplostijd van hun storing. We draaien op noodstroom en hebben voldoende voorraad.” Het zijn precies deze praktijkervaringen die centraal stonden tijdens het allereerste congres dat DatacenterWorks heeft georganiseerd in samenwerking met Bicsi en dat op 15 april plaatshad in Tiel, een week nadat ik dit stukje heb getikt. Als ziektes, files of tegenslagen van een andere omvang geen roet in het eten hebben gegooid, hebben sprekers van onder andere Microsoft, SmartDC en dus ook dataplace hun dagelijkse praktijk met het publiek gedeeld. Deze uitgave van DatacenterWorks komt net iets te vroeg om daarvan uitgebreid verslag te kunnen doen, maar dat houdt u nog van ons tegoed. Als u ook aanwezig was in Tiel, dan verneem ik uiteraard graag wat u ervan vond! noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv Ferry Waterkamp [email protected] dcw april | redactioneel Tot bloedens toe 3 10 dcw april | inhoud 06 4 17 dcw management dcw koeling 06 tot 70.000 euro besparen op energie In de IT-industrie is verlaging van bedrijfskosten een belangrijk onderwerp en het huidige financiële klimaat heeft het belang ervan alleen maar vergroot. Het is prettig te constateren dat verlaging van de kosten hand in hand kan gaan met de vergroening van de IT-industrie. 17 datacenter wordt tropisch paradijs De Ashrae, bekend van de ‘Thermal Guidelines for Data Processing Environments’, publiceert binnenkort een derde versie van deze wereldwijd gebruikte richtlijnen. De aanbevolen waarden voor temperaturen en vochtigheid in datacenters worden opnieuw naar boven bijgesteld. dcw praktijk 10 datahotel is meer dan vierkante meters Bij TCN spreken ze niet van een datacenter, maar van een datahotel. “Dat heeft een gastvrijere klank”. dcw energie-efficiëntie 13 the green grid verruimt zijn scope Begin maart 2011 had het Green Grid Technical Forum plaats. waar een nieuwe richting voor The Green Grid (TGG) werd aangekondigd. 20 bodemkoeling in de ict-sector Duurzame energieopwekking voor klimaatbeheersing in gebouwen en processen staat zeer in de belangstelling. Meer en meer wordt gekozen voor het gebruik van de bodem als energiebron. 26 chameo verkleint ruimte met coolcube en hotcube Kleinere ruimten hebben minder koeling nodig, maar het vereist het nodige vakmanschap om dat voor elkaar te krijgen. “Daar hebben wij een specialisme van gemaakt”, zegt Remco van den Berg, directeur van Chameo. 34 20 23 zorgen over cat 6-kabels in datacenters Als we de recent aanbevolen industriestandaards in beschouwing nemen kan Cat 6-bekabeling voor proble men zorgen. Infrastructuurexperts wijzen erop dat deze bekabeling bij gebruik voor 10 Gbps risico’s met zich meebrengt. dcw beheer 28 private clouds onder handbereik (3) Private clouds leunen op een hypervisor en die standaard is bij wijze van spreken uitgevonden door VMware. Een nadere blik op zijn ‘beheerlus’-tools. 32 luties van datacenters op het vlak van energie-efficiëntie, virtualisatie, cloud computing en security. Op 24 februari werd in Brugge het Datacenter Colloquium voor de derde maal gehouden. dcw en verder 37 38 45 46 48 it room infra nieuws bicsi bouw nap of amsterdam column KOELSTRATEN Chameo Eco Logic™ & CAGING Entrance Solutions dcw verslag 32 impact van de cloud op het datacenter Jaarlijks nodigt Ingenium actoren uit de academische en bedrijfswereld uit. Deze denktank buigt zich over de evo dcw april | inhoud dcw bekabeling 28 Zie pagina 39 WWW.CHAMEOLOGIC.COM 5 Integratie IT en facilitaire dienst Tot 70.000 euro besparen op energie in de it-industrie is verlaging van bedrijfskosten sinds jaar en dag een belangrijk onderwerp, en het huidige financiële klimaat heeft het belang ervan alleen nog maar vergroot. het is prettig te constateren dat verlaging van de kosten hand in hand kan gaan met de verwezenlijking van doelstellingen voor een ander belangrijk thema: de vergroening van de it-industrie. Wim Hendriksen is Country Manager Benelux bij APC by Schneider Electric en Dirk Harryvan is CIO van Mansystems De IT is een energie-intensieve bedrijfstak en een vermindering van energiegebruik heeft een positieve werking op zowel de bedrijfskos ten als de milieubelasting. Tal van technische mogelijkheden zijn ontwikkeld om het ener giegebruik te verlagen, maar een belangrijke aanvulling daarop wordt vaak vergeten: het opzetten van een goede overlegstructuur. dcw april | management twee diensten 6 De afgelopen jaren hebben medewerkers van APC en Mansystems tientallen organisaties en hun datacenters bezocht, om met het OpenD CME-model (open datacenter measure of efficiency) de efficiëntie van hun IT en data centers te onderzoeken. Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek zijn vervolgens alle besparingsmogelijkheden in kaart ge bracht. Tijdens die onderzoeken kwamen op vallend vaak problemen aan het licht die sa menhangen met een- en hetzelfde gegeven: veel bedrijven kennen twee afdelingen die beide cruciaal zijn voor de levering van het hardwareplatform dat aan de basis van de ITdienstverlening staat. Het gaat daarbij om de facilitaire dienst en de IT-afdeling. De facilitaire dienst is verantwoordelijk voor de basis, waarop de IT-afdeling zijn activiteiten bouwt, en die vooral bestaat uit betrouwbare energievoorziening en dito koelinfrastructuur, twee kritieke onderdelen van een datacenter of serverruimte. De dataruimte die door de fa cilitaire dienst is voorzien van een basis, wordt door de IT-afdeling ingericht met servers en opslag- en netwerkapparatuur die vervolgens aan de energievoorziening worden gekoppeld. Het bijzondere is dat in veel bedrijven nauwe lijks of geen overleg plaatsheeft tussen de twee genoemde afdelingen, ook al zijn ze samen verantwoordelijk voor het goed functioneren van het datacenter. Wie kent zijn collegae van de facilitaire dienst of van de IT-afdeling? Waar wordt de grens getrokken waarbij de verant woordelijkheid van de ene dienst naar de an dere overgaat? Wie is er verantwoordelijk voor het noodaggregaat, de ups, koelmachine, beka beling, stroomverdelers en voedingen in de ITapparatuur? Het zijn stuk voor stuk onderwer pen waarover in veel bedrijven onduidelijkheid bestaat, omdat communicatie ontbreekt. Het is echter van cruciaal belang dat er regel matig wordt overlegd tussen medewerkers van de IT-afdeling en de facilitaire dienst, zodat aanpassingen kunnen worden besproken en de capaciteitsplanning kan worden afgestemd. Daarmee kunnen incidenten worden voorko men, die tot zowel kostbaar energieverlies als continuïteitsproblemen leiden. We zullen het belang van een overlegstructuur onderstrepen aan de hand van enkele voorbeelden. fase-onbalans De iets grotere datacenters en serverruimten zijn vaak voorzien van een 3-fasen-ups die voor continuïteit moet zorgen als er zich pro blemen voordoen met de energieleverantie. Veel medewerkers beseffen niet dat het bij een 3-fasensysteem noodzakelijk is dat alle drie de fasen zo gelijk mogelijk worden belast. Onba lans in de belasting van de fasen leidt ertoe dat het systeem voor compensatie zorgt door stroom af te vloeien naar de aarde, zodat sprake is van een vierde component. Veel ups’en zijn in staat de hoeveelheid stroom in deze extra component, de ‘neutraalstroom’, te meten. Het gaat daarbij veelal om verspild vermogen en dat kan een aanzienlijk deel van het totaal beslaan. In voorkomende gevallen wezige koelcapaciteit, maar ook door de aan wezigheid van de juiste stroomvoorziening. Het is betrekkelijk eenvoudig dit te bewerk stelligen. Als apparatuur wordt aan- of afge koppeld, moet ervoor worden gezorgd dat de afdeling erbij wordt betrokken die verant woordelijk is voor de stroomvoorziening van uit de ups. temperatuur De temperatuur en luchtvochtigheid in een datacenter zijn nog immer een heet hangijzer. Een probleem hierbij is dat de maat die ‘tem peratuur’ heet, vaak verschillend wordt geïn terpreteerd.Voor de meeste medewerkers staat de temperatuur in het datacenter gelijk aan de temperatuur die is ingesteld op de koelinstal latie. Het is echter een misvatting dat dit een correcte weergave biedt. Als we door een data In voorkomende gevallen gaat via de ‘neutraalstroom’ zelfs tot 30 % van het effectief gebruikte vermogen verloren. dcw april | management gaat via neutraalstroom zelfs tot 30 % van het effectief gebruikte vermogen verloren. Om te rug te komen op de verbinding tussen milieu belasting en kostenbesparing: in het extreemste geval is een derde van de energierekening voor vermogen dat ongebruikt weglekt en dus voor niets is opgewekt, met alle milieueffecten van dien. Het bewaken van de fasebalans is een continu proces, en in het kader daarvan moet de ITafdeling de apparatuur planmatig op het elek triciteitsnet aansluiten. De serverlocatie binnen een datacenter moet dus niet alleen worden bepaald door de beschikbare ruimte en de aan 7 dcw april | management center lopen, merken we dat de temperatuur allerminst constant is.Tijdens het bedrijvenon derzoek zijn in één datacenter temperaturen gemeten tussen de 6 en 36 °C, terwijl het koelsysteem 20 °C aangaf. Een ander veel voorkomend probleem is dat de koeling in veel datacenters wordt geleid naar locaties waar de hoogste temperatuur heerst. Het is een cruciale fout om te denken dat dit het efficiëntst is. Wie een koelsysteem op deze wijze inricht, beseft blijkbaar niet dat een datacenter als een technische ruimte moet worden beschouwd. Efficiënte koeling is er dus niet opgericht om een aangenaam werk klimaat te creëren, maar louter om op een spe cifieke locatie een voor de apparatuur optimaal geconditioneerde luchttoevoer te garanderen. Het gaat bij die specifieke locatie om de plaats waar apparatuur lucht aanzuigt. Bij servers en diskopslag gebeurt dit meestal aan de voorzijde van de IT-racks en bij netwerkapparatuur doorgaans aan de zijkant. Dit zijn dus precies de plekken waar de temperatuur moet worden gemeten, waarna de waarden worden gebruikt 8 De implementatie van een goede communicatiestructuur tussen facilitaire dienst en IT-afdeling leidt tot een betere efficiëntie. om de koelinstallatie aan te sturen. Als dit sys teem op de juiste wijze wordt geconfigureerd, kan een enorme energiebesparing worden ge realiseerd. Hoewel de exacte besparing sterk afhankelijk is van de apparatuurkeuze en van de instellingen die voorheen zijn gehanteerd, is het mogelijk het energiegebruik van een koel systeem te halveren door het goed in te stel len. Ook om op deze manier tot besparingen te komen is overleg nodig tussen de afdeling die verantwoordelijk is voor het koelsysteem (de facilitaire dienst) en de afnemers van deze dienst (de IT-afdeling). Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de condities die in het datacenter gelden en daarnaast moet worden toegewerkt naar een systeem waarbij voortdurend relevante informatie wordt uitge wisseld. Moderne IT-apparatuur is immers vergeven van de sensoren en alle data die daar door worden aangeleverd, zijn van grote waar de. Niet alleen om de IT-apparatuur te bewa ken, maar ook voor de aansturing van het datacenter als geheel. vochtregulatie Er zijn uiteraard nog meer aandachtsgebieden die afstemming tussen de IT-afdeling en de fa cilitaire dienst behoeven. Zo is ook luchtbe vochtiging een energie-intensief proces dat zowel bedrijfskosten als milieubelasting met zich meebrengt. De modernste IT-apparatuur kent een dermate hoge tolerantie ten opzichte van luchtvochtigheid, dat vochtregulatie slechts op zeer beperkte schaal nodig is. Er kan veel milieu- en financiële winst worden geboekt door in onderling overleg deze regulatie tot een minimum te beperken. Complexere on derwerpen betreffen harmonische vervuiling en faseverschuivingen bij stroom in spanning in het wisselstroomcircuit. Deze fenomenen zorgen niet alleen voor kostenpost, maar ook voor aanzienlijke continuïteitsrisico’s. Een laatste punt ter illustratie van de noodzaak tot overleg betreft de capaciteitsplanning. La ten we in gedachten nog eens naar het eigen datacenter gaan en ons afvragen of het ‘vol’ is. Aan de hand van welke criteria bepalen we dit? Kijken we naar de fysieke ruimte, de stroomcapaciteit, de koelcapaciteit, het gewicht van alle apparatuur? Het onderbelasten van de infrastructuur zorgt voor inefficiëntie en dat geldt niet alleen voor de IT-apparatuur, maar ook voor het gebouw en de bijbehorende in stallaties. De afgelopen jaren zijn er enorme efficiëntie sprongen gemaakt door in te zetten op virtua lisatie en door consolidatie naar een beperkt aantal kleine, maar zeer krachtige machines. Hierdoor kennen veel datacenters fysieke leeg stand en om goed op dergelijke ontwikkelin gen in te kunnen spelen, moeten nieuwe data centers een modulaire opbouw krijgen. De koel- en stroomcapaciteit moet daarbij, net als de fysieke ruimte, via een ‘just in time delive ry’-schema worden opgeleverd. En inderdaad, ook de implementatie van zo’n schema vereist structurele samenwerking tussen de IT-afde ling en de facilitaire dienst. de winst van communicatie In de praktijk blijkt dat de efficiëntste datacen ters met elkaar gemeen hebben dat er uitste kend wordt samengewerkt tussen de facilitaire dienst en de IT-afdeling. Efficiëntie kan daarbij worden uitgedrukt in de DCiE-waarde, die de uitkomst is van een som waarbij het energie gebruik van de IT wordt gedeeld door het to tale energiegebruik van het center. In een in efficiënte omgeving is een DCiE-waarde van minder dan 50 % gebruikelijk, terwijl deze waarde bij zeer efficiënt functionerende data centers kan oplopen tot boven de 75 %. Zelfs voor een bescheiden datacenter met een ITgebruik van 1 GWh (wat gelijk staat aan 1.000.000 kWh) kan een flinke efficiëntieslag leiden tot een besparing van 700.000 kWh (2 GWh totaalgebruik bij een DCiE van 50 % versus 1,3 GWh bij een DCiE van 75 %). Uit gaand van een kWh-prijs van tien eurocent, levert dit een verlaging van de energiekosten op van maar liefst 70.000 euro. De implementatie van een goede communica tiestructuur tussen de facilitaire dienst en de IT-afdeling leidt tot een betere efficiëntie, waardoor het milieu wordt ontzien en de be drijfskosten aanzienlijk worden verlaagd. Zo bezien is het onbegrijpelijk dat een dergelijke structuur nog steeds ontbreekt in veel bedrij ven. Zie ook het video-interview met Wim Hendriksen van APC by Schneider Electric en Dirk Harryvan van Mansystems op www.datacenterworks.nl/apcvideo In veel bedrijven heeft nauwelijks of geen overleg plaats tussen de IT-afdeling en de facilitaire dienst, ook al zijn ze samen verantwoordelijk voor het goed functioneren van het datacenter. advertentie All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ● [email protected] A5 adv def.indd 1 29-09-2008 12:05:47 Datahotel is meer dan vierkante meters “De klant moet zich welkom voelen” bij tcn spreken ze niet van een datacenter of een rekencentrum, maar van een datahotel. “dat heeft een gastvrijere klank”, vindt sales manager arno fens. “wij willen dat de klant zich welkom voelt, maar niet voor één nachtje”, grapt hij. het bedrijf heeft al datahotels in eemshaven en groningen en zal in het derde kwartaal 2011 op het mediapark datahotel hilversum openen. dcw april | praktijk Teus Molenaar is freelancejournalist 10 TCN heeft een opvallende historie. De onderneming is in 1992 be gonnen voor het Bouwfonds een verlaten object van 30.000 m2 in Nieuwegein een nieuwe bestemming te geven. Het is met succes om gebouwd tot, wat je zou kunnen noemen: een professioneel inkoop centrum voor de meubelbranche. Dit project was de start van Trammell Crow Nederland, een naam die in 2001 is omgezet naar TCN Property Projects, omdat dit meer paste bij de Europese ambities. De filosofie van de onderneming is nieuwe concepten te bedenken voor bestaande panden die niet meer voldoen aan de eisen des tijds. En om die con cepten tot een commercieel succes te brengen. Dat is mogelijk als de concepten herhaalbaar zijn; dus ook dat is een criterium. In 2008, toen de vastgoedmarkt de bodem had bereikt, heeft TCN zijn ambities ver naar beneden moeten bijstellen en het personeelsbestand meer dan moeten halveren naar 160 mensen. Dat jaar is ook de focus op de markt voor datacentra gericht. “De producten met de meeste groeipotentie zijn behouden”, licht Arno Fens, sales manager bij TCN, toe. Dat heeft niet alleen met marktomstandigheden te maken. “Wij hebben met de ontwikkeling van Telehouse Groningen in 2001 onze eerste schreden gezet op het pad van datacentra, destijds een vreemde markt voor ons. Toen dit een succes bleek en de markt om meer vroeg, hebben we in 2007 een nog groter datahotel ontwikkeld in Eemshaven. De volledige ontwikkeling gebeurt in eigen beheer; van ontwerp tot en met exploitatie. Bovendien zijn wij eigenaar van de datahotels.” TCN is ook eigenaar van de Spaanse Kubus, waarin onder meer de RIX (Rotterdam Internet Exchange) is gevestigd. voor de regio De onderneming onderscheidt twee producten: multi-tenant en singletenant. De single-tenants worden in opdracht van grote, vaak interna tionale bedrijven gerealiseerd. De belangstelling hiervoor heeft TCN doen besluiten zich mede te richten op de ontwikkeling van dataho tels, waar ook meerdere partijen een onderdak vinden, de zogenoemde multi-tenantlocaties. “Zo doen we dat ook bij het Mediapark in Hil versum, waarvan wij eigenaar zijn.Voor een van de gebouwen bestond de mogelijkheid dit gefaseerd te herontwikkelen tot een multi-tenant TCN-datahotel. Op den duur zou hier een datahotel kunnen komen met eenzelfde datavloeroppervlak als dat van Telehouse Groningen. Het is een groot gebouw met een hoge vloerbelastingcapaciteit en het for maat dat zich uitstekend leent voor een datacenter”, legt Fens uit. De eerste fase rondt TCN deze zomer af. De verdere ontwikkeling is mede afhankelijk van de vraag uit de markt. “Als er een klant komt die meteen 1000 m2 met racks wil en bijbehorend koel- en elektrisch vermogen, dan kunnen we snel schakelen”, zegt Fens. “Door een mo dulaire aanpak kunnen we ‘tailor made’-oplossingen leveren op het ge bied van stroom en koeling.” De opmerking dat mediabedrijven ook steeds meer digitaliseren en dus meer opslagruimte en computerverwerkingscapaciteit (onder andere voor streaming media) nodig hebben, ontlokt bij Fens de reactie dat het datahotel is bedoeld voor de hele regio. “Wij zien voordelen van ‘Hilversum’ op het gebied van betrouwbaarheid, flexibiliteit, efficiëntie en carrierneutraliteit. Bovendien ligt het geografisch tussen Amsterdam “Wij hebben met de ontwikkeling van Telehouse Groningen in 2001 onze eerste schreden gezet op het pad van datacentra.” energie-efficiënt Fens vertelt dat zijn onderneming maatschappelijk verantwoord onder nemen hoog in het vaandel heeft staan.“Dat betekent ook dat we in het ontwerpproces van een datahotel efficiëntie als uitgangspunt hanteren. Zo wordt in Hilversum in de eindfase de restwarmte van het datahotel gebruikt voor de verwarming van de kantoren op het Mediapark. Dat het milieu een belangrijk onderdeel is van de filosofie van TCN blijkt ook uit het feit dat wij de eerste datacenterpartij waren die het conve nant MJA3 Energie-efficiëntie uit 2008 heeft ondertekend.” De Meerjarenafspraken zijn hierbij een belangrijk instrument om ener gie-efficiëntie in de Nederlandse industrie te stimuleren. MJA3 is de voortzetting van MJA2. Hierin hebben overheid en bedrijfsleven de doelstellingen en afspraken over energie-efficiëntie en over verbeterin gen van de energie-efficiëntie vastgelegd. MJA3 heeft een looptijd tot en met 2020. Om hun energieprestatie te verbeteren kunnen MJA3bedrijven maatregelen uitvoeren op het gebied van procesefficiëntie (PE), ketenefficiëntie (KE) en duurzame energie (DE). De verbetering van de energieprestatie wordt vastgesteld via monitoring van het effect van alle maatregelen die in de periode 2006 - 2020 zijn uitgevoerd ten opzichte van de situatie in MJA3-referentiejaar 2005. “Wij zijn er trots op”, zegt Fens, “dat al onze plannen voor energie-efficiëntie zijn goed gekeurd door Agentschap.NL.” gecertificeerd In 2010 is het datahotel Telehouse Groningen heropend na een gron dige renovatie. Tijdens de opwaardering van de installaties is het cen trum in bedrijf gebleven. Inmiddels is het rekencentrum vrijwel geheel in gebruik door ict-bedrijven, ISP’s, zorgpartijen en overheden. Met een totale omvang van 10.000 m2 en 10 MW vermogen is Telehouse Groningen al jaren een van de grootste in Nederland. Tegelijk is de Groningse vestiging ISO 27001-gecertificeerd. “Met tien jaar datacenterervaring waren we ons bewust van het grote belang van het op orde hebben van de eigen procedures en risicoafwegingen. Er kwamen tijdens het traject dan ook geen verrassingen op ons af. Het certificeringsproces houd je wel alert op zaken die mogelijk tot een risico kunnen leiden. Waar nodig hebben we dat meteen opgelost.” Hij is er trots op dat het hele certificeringsproces ‘slechts’ vier maanden heeft geduurd. De certificering is uitgevoerd door Dekra Certifica tion Group. Woordvoerster Michelle Schoof van Dekra meldt dat vier maanden inderdaad een korte tijd is om een certificaat te behalen. Zij voegt eraan toe dat in Nederland zeventig tot tachtig bedrijven een ISO 27001-certificaat hebben voor hun ISM-systeem (information se curity management). dcw april | praktijk en Utrecht, is het goed bereikbaar en zou daarom goed als primaire of secundaire locatie voor die steden kunnen functioneren.” TCN richt zich op de wholsalemarkt die vraagt om eigen suites. “Maar als er bedrijven zijn die minder dan twintig racks willen plaatsen, kun nen wij die ook bedienen door samen te werken met onze gebruikers. Elk bedrijf, hoe groot of klein ook, kan op deze manier bij ons terecht.” 11 The Green Grid verruimt zijn scope Energie-efficiëntie maakt plaats voor duurzaamheid begin maart 2011 had het green grid technical forum plaats in het amerikaanse santa clara, californië. tijdens dit evenement werd door de kersverse executive director mark monroe een nieuwe richting voor the green grid (tgg) aangekondigd. Jan Wiersma is international director Emea voor Datacenter Pulse Een goed voorbeeld van deze brede aanpak is het Data Center Maturity Model dat tijdens het Technical Forum officieel werd gepubliceerd. 1. O verzicht van de onderdelen in het Data Center Maturity Model van The Green Grid. tgg data center maturity model Een goed voorbeeld van deze brede aanpak is het Data Center Ma turity Model dat tijdens het Technical Forum officieel werd gepubli ceerd (afbeelding 1). Waar voorheen door TGG vooral werd gekeken naar energie-efficiëntie op het facilitaire datacenterniveau, wordt in dit model gekeken naar alle componenten uit de IT-keten. Het model bekijkt facility (met onder andere power, cooling en ma nagement) en IT (met compute, storage en network). De volwassenheid op dit vlak kan in kaart worden gebracht op een schaal van 0 (onvol wassen) tot 5 (leading edge). Zodra er bepaald is waar de organisatie staat op deze schaal, kan een route worden uitgezet naar het volgende niveau (afbeelding 2). Op deze manier kan het management voor elk vlak een doel uitzetten voor de komende twee tot drie jaar. Het model geeft daarbij de mogelijkheid om per vlak een score toe te passen. Zo kan een organisatie dus op datacenter-cooling een 3 scoren en op ITstorage een 2. dcw april | energie-efficiëntie De afgelopen jaren is The Green Grid (TGG) zeer succesvol geweest in het creëren van aandacht voor energie-efficiëntie. Dit gebeurde onder andere met de door TGG ontwikkelde PUE (power usage effectiven ess). Dit meetinstrument voor de energie-efficiëntie van je datacenter omgeving is inmiddels internationaal geaccepteerd en de meeste kaders voor vaststelling en gebruik van PUE zijn bepaald. Mark Monroe kreeg begin 2011 de leiding over TGG. Hij heeft jaren lange ervaring op het gebied van datacenter en was de laatste jaren ac tief op het gebied van algemene duurzaamheid voor bijvoorbeeld Sun Microsystems. Hij is ook geen onbekende voor TGG, omdat hij één van de medeoprichters is. Zijn brede kennis op het vlak van duurzaamheid past perfect bij de nieuwe richting die TGG nu neemt. Op het Emea Tech Forum dat begin dit jaar werd gehouden, was al be kendgemaakt dat er twee nieuwe efficiëntie-eenheden zouden worden geïntroduceerd: CUE (carbon usage effectiveness) en de WUE (water usage effectiveness). CUE en WUE dienen als aanvulling op de PUE en zijn ontworpen om IT, facilitaire diensten en instanties die zich be zighouden met duurzaamheid te helpen bij het optimaliseren van data centers wereldwijd. Hiermee is duidelijk geworden dat de focus voor TGG verschuift van enkelenergie-efficiëntie naar de duurzaamheid van het gehele datacen ter, waar waterverbruik ook een belangrijk deel van uitmaakt. 13 2. De volwassenheid van het datacenter in kaart gebracht op een schaal van 1 tot 5. Het laagste niveau (Level 0) beslaat een omgeving waarin weinig tot geen aandacht is voor energie-efficiëntie. Bij Level 1 en 2 worden de industrie best practices toegepast en dat zijn de basis best practices die in geruime mate beschikbaar zijn in de markt. Level 5 word bestempeld als visionair.Vanaf Level 3 treffen we technologieën aan die leading edge zijn en volop in ontwikkeling. De gedachte hierbij is dat de markt en technologie over ongeveer vijf jaar de onderdelen uit Level 5 als ge meengoed zouden moeten zien. Op deze manier probeert TGG zowel de markt als eindgebruikers te stimuleren gezamenlijk te werken aan nieuwe energie-efficiënte oplossingen. De verwachting is dat state-of-the-artdatacenters zich zullen ontwik kelen van een Level 2 naar Level 5 rond 2016 (groene lijn in afbeelding 3). Een generiek datacenter zal zich ontwikkelen naar Level 3 (gele lijn) en slechter presterende datacentra zullen achter blijven en zich ontwik kelen naar Level 2 (rode lijn). Het Data Center Maturity Model is uiteraard een levend document waarvan op dit moment versie 1 is uitgegeven. Naarmate de technolo gie en mogelijkheden zich doorontwikkelen, zal ook het model worden bijgewerkt. Zoals ook destijds bij de PUE-ontwikkeling het geval was, is het model niet bedoeld als marketinginstrument of als vergelijking tussen bedrij ven onderling (benchmark). Het model is bedoeld als interne toetsing en handvat voor de interne doorontwikkeling van energie-efficiëntie. Een whitepaper over het model is te vinden via www.thegreengrid.com/en/ Global/Content/white-papers/DataCenterMaturityModel. 3. Ontwikkeling van de volwassenheid van datacenters. advertentie In samenwerking met Vaultex heeft Remtech een computerruimte gebouwd voor MCB In opdracht van ICTroom heeft Remtech een computerruimte gebouwd voor Vanderlande Remtech leverde in opdracht van Modulair een ruimte voor het Vlaams Parlement Remtech Wethouder Raamsstr. 3d 4286 BV Almkerk T 0183 402277 E [email protected] I www.remtech.nl GET IN CONTROL datacenter pulse summit Voorafgaand aan het Green Grid Technical Forum organiseerde Datacenter Pulse (DCP), een platform voor en door datacenterei genaren, een dag voor zijn leden in het kader van de alliantie tussen Datacenter Pulse en The Green Grid (TGG). Tijdens deze bijeen komst, waar alleen datacentereigenaren en eindgebruikers welkom waren, werd gekeken naar de richting die TGG aan het nemen is, en werd daar feedback op gegeven. De DCP-stack – waarin de bouwblokken voor de functionaliteit van het datacenter worden beschreven – is alweer twee jaar oud en is onderworpen aan een kritische blik. De huidige versie (2) is bedoeld als referentiemodel om gesprekken binnen organisaties makkelijker te maken en onderlinge relaties en afhankelijkheden te kunnen laten zien. De rechterzijde van het model, dat handelt over duurzaamheid in relatie tot datacenterinput, zoals stroom en water, en output, was onder andere de aanleiding voor TGG om te werken aan het Data Center Maturity Model. Deze twee modellen komen hier mooi samen. In het model is ook aan te geven welke ‘convergence’ (versmelting) er op dit moment gaande is in de datacenter- en IT-industrie. Zo zien we cloud computing, datacentercontainers en IT-appliances, die allemaal hun druk uitoefenen op de totale IT-keten. Ook werd nogmaals duidelijk dat bij doorvoering van duurzaamheidoplos singen vooral naar de hele keten moet worden gekeken, omdat puntoplossingen elkaar negatief kunnen beïnvloeden. dcp top 10 De Top 10-zaken die datacentereigenaren ’s nachts uit hun slaap houden werd ook bijgewerkt. Deze werd voor het eerst gepubli ceerd in 2009.Voor 2011 zijn de Top 10-aandachtspunten: 1. Industry Alignment 2. Standardized Stack Framework 3. Data Center Certification 4. Move from Availability to Resiliency (new) 5. More products enabling modularity 6. Simple, top-level efficiency metric 7. Wire-line Power Network 8. Liquid Cooled IT Equipment Options (new) 9. Expanded IT Equipment Power Options 10. Infrastructure Intelligence (Convergence) (new) Varicontrol 1.0 Turn data into knowledge Kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) als luchtvochtigheid, temperatuur en energieverbruik worden vaak door verschillende individuele systemen gemeten, waardoor een datacenter zeer complex te beheren kan zijn. Minkels lanceert daarom Varicontrol 1.0, een geïntegreerd datacenterbeheersysteem waarin de lokale intelligentie van individuele systemen samengebracht wordt. Varicontrol 1.0 bouwt voort op de uitgebreide ervaring van Minkels op het gebied van datacenterinfrastructuur en kennis van de specifieke behoeften van datacenterbeheerders. Varicontrol 1.0 is een geïntegreerd systeem voor het bewaken van alle infrastructurele datacenterindicatoren. Open structuur maakt eenvoudige integratie met Building Management Systems mogelijk. Real-time PUE visualisatie. Gebruiksvriendelijke user interface. Neem contact met ons op als u wilt weten hoe Varicontrol 1.0. u kan helpen operational excellence te realiseren in uw dagelijkse datacenteroperaties. www.minkels.com/varicontrol A N A E G I D E C O M PA N Y [email protected] • TEL. 0413-311 100 DataCenter Infrastructure Solutions First Class****** Rack IT Power IT Cool IT Connect IT Maintain IT Different situations and different conditions require the right club on the golf course. So success is always that bit closer when you have the right club at hand. And it’s pretty much the same situation when we’re talking about data center infrastructure analysis. Emerson Network Power has the right solution available for all situations and the respective given complexity – up-to-date, as required and highly efficient in reducing operating costs (TCO/ROI). We give you future-proof solutions from one single source. More information at www.knuerr.com www.avocent.com www.aperture.com www.emerson.com E M E R S O N . C O N S I D E R I T S O L V E D . TM Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. • ©2010 Emerson Network Power • Ideas, Graphics, Editorial Team: Gropp/Huber Monitor IT de ashrae, bekend van de ‘thermal guidelines for data processing environments’, publiceert binnenkort een derde versie van deze wereldwijd gebruikte richtlijnen. de aanbevolen waarden voor temperaturen en vochtigheid in datacenters worden opnieuw naar boven bijgesteld, waardoor langer gebruik kan worden gemaakt van compressorloze (passieve) warmtewisselaars voordat de airco aan moet. doel is uiteraard om de koeling minder hard te laten werken om zo de energierekening te drukken. de vraag is natuurlijk: tot waar zijn die waarden op te rekken en wanneer komt de grens in zicht dat ict-apparatuur voortijdig de geest geeft door te hoge temperaturen? Paul Matthijsse is freelancejournalist Nieuwe Ashrae-richtlijnen Datacenter wordt tropisch paradijs Aanbevolen werd veel meer gebruik te gaan maken van warmtewisselaars. het geheime receptenboek van de fabrikan ten behoort, die niet allemaal zullen staan te trappelen om de concurrentie wijzer te ma ken. Overigens zijn er nog meer instituten die richtlijnen voor datacenters publiceren. De Telecommunication Industry Association (TIA) heeft de ‘Ansi/TIA-942-1 2005 Tele communications Infrastructure Standard for Data Centers’ opgesteld, terwijl Network Equipment Building Systems (Nebs) soort gelijke aanbevelingen voor telecominstallaties doet. ashrae tc 9.9 Het Technical Committee 9.9 (TC 9.9) van Ashrae, zoals de werkgroep heet die zich met de thermische aspecten van datacenters be zighoudt, begon zijn werk in 2002. Doel was om dé onafhankelijke autoriteit op het gebied van klimaatbeheersing binnen de gehele da tacommunicatiewereld te worden, dus IT en telecommunicatie samen. Daartoe werden de verschillende werkomgevingen in klassen ingedeeld. Class 1 betreft een standaard data center, in Class 2 vallen IT-ruimten, kantoren en laboratoria, Class 3 is voor huizen en het kantoor aan huis, terwijl Class 4 productie omgevingen of winkels betreft. 2004: 25 °c In 2004 publiceerde Ashrae voor het eerst thermische aanbevelingen voor datacenters en aanverwante installaties. Tot die tijd moesten datacenterbeheerders van al hun apparatuur de maximaal toegestane werktemperatuur achterhalen. De laagst aangetroffen tempera tuur gold vervolgens als leidraad, waaraan nog een veiligheidsmarge naar beneden werd toe gevoegd. De algemene notie was ook: kou der is altijd beter.Vandaar dat werd gemikt op luchttemperaturen van 20 of 21 °C, met als resultaat dat al die koelsystemen als een tiere lier stonden te draaien! Met de 2004-editie van de Ashrae-richtlijnen voor datacenters was deze club er voor het eerst in geslaagd om, samen met de thermi dcw april | koeling Ashrae staat voor American Society of Hea ting, Refrigerating and Air-conditioning En gineers en is opgericht in de (goeie ouwe?) tijd van paarden, cowboys en indianen, na melijk in 1894. Tegenwoordig is Ashrae een internationale organisatie waarbij thermische specialisten uit de hele wereld zijn aange sloten. De organisatie telt naar eigen zeggen 51.000 leden, die deels werkzaam zijn bij ITen telecombedrijven.Via Ashrae wordt gepro beerd zoveel mogelijk kennis op dit gebied te delen met als doel een bijdrage te leveren aan een duurzamere wereld. Zoveel mogelijk, omdat een deel van die kennis natuurlijk tot 17 dcw april | koeling 18 sche specialisten van de belangrijkste IT-fa brikanten, tot gemeenschappelijke aanbeve lingen voor het gehele datacenter te komen. In 2004 werd de aanbevolen hoogste werk temperatuur van datacenters op 25 °C gesteld, wat al een stuk hoger was dan de toen gebrui kelijke waarden. Ook belangrijk was dat men het erover eens was geworden wat en waar precies moest worden gemeten: de plek waar koele lucht de IT-apparatuur binnenstroomt werd hier als meetpunt aangewezen, voor zo wel temperatuur als relatieve vochtigheid. nogal wat gebruikers van datacenters voor een hogere temperatuur kozen, om de snel oplo pende kosten van koeling het hoofd te bieden. Dus stelde Ashrae, in navolging van de praktijk, ook de aanbevolen werktemperaturen naar boven bij op 27 °C. De toegestane (allowable) temperatuur voor Class 1-omgevingen werd op 32 °C bepaald, terwijl Class 2-omgevingen tot 35 °C mogen hebben. Tegelijkertijd werd aanbevolen veel meer gebruik te gaan maken van warmtewisselaars, zoals het inrichten van warme en koude straten. 2008: 27 °c 2011: nog warmer Vier jaar later, in 2008, publiceerde het TC 9.9 een tweede editie van de thermische richtlijnen. In de praktijk bleek namelijk dat Het kan best een graadje warmer zonder dat de boel oververhit raakt. zijn, is al wel bekend dat de aanbevolen (re commended) en toegestane waarden opnieuw naar boven zijn bijgesteld. En opnieuw is dit in navolging van de praktijk van datacenters, het blijkt namelijk dat het best een graadje warmer kan zonder dat de boel oververhit raakt. Een graadje meer of minder maakt op jaarbasis voor de stroomrekening al gauw een groot verschil. Op meerdere plekken op het web valt dan ook te lezen dat de 2008-richt lijnen door velen als te rigide werden ervaren. Deze oprekking reflecteert echter ook het feit dat de afgelopen jaren veel progressie is ge boekt op het gebied van warmtebeheersing. Dat is waar de nieuwe Thermal Guidelines for Data Processing Environments 2011 dan ook sterk de nadruk op legt: stap zoveel mogelijk De derde editie wordt dit voorjaar gepubli ceerd. Hoewel de precieze temperaturen op het moment van schrijven nog niet bekend 2004 version 2008 version low end temperature 20 °C 18 °C high end temperature 25 °C 27 °C low end moisture 40 % RH 5.5 °C DP high end moisture 55 % RH 60 % RH & 15 °C DP De eerste twee edities van Ashrae's thermische richtlijnen. over op niet-mechanische, compressorloze koeling (ook bekend als vrije koeling). Dat kan gevolgen hebben voor de manier waarop toe komstige datacentra worden ingericht. Door minder cpu’s per vierkante meter te plaatsen en door racks verder van elkaar af te zetten kunnen de luchtstromen langer met passieve warmtewisselaars worden gekoeld, waardoor de stroomrekening lager uitvalt. De huur van het pand zal echter weer duurder uitvallen: je hebt immers meer vierkante meters nodig om dezelfde hoeveelheid apparatuur te herbergen. Een klassiek kip-en-eiverhaal dus! waar ligt de grens? De vraag is natuurlijk hoe lang je kunt door gaan met het naar boven bijstellen van de werktemperaturen. Van 20 naar 24 °C bleek geen probleem, van 24 naar 27 °C ook niet en volgens de op handen zijnde nieuwe publica tie van Ashrae kan het dus nog wel wat war mer dan die 27 °C. Maar ergens ligt een punt waarop apparatuur gaat haperen en in het erg ste geval defect kan raken. Als dat binnen de garantieperiode van een server gebeurt, is het van belang gegevens over de dagelijkse tem peraturen in het datacenter aan de fabrikant te kunnen overleggen. Dus moeten die ook permanent worden gelogd en bewaard. Welke precieze aanbevelingen Ashrae gaat doen, moeten we nog even afwachten, maar de nieuwe richtlijnen weerspiegelen wel een verandering in het denken over datacenter koeling. De rekenkracht van processoren zal de komende jaren in lijn met de wet van Moore alleen maar toenemen en dus zullen serverracks naar alle waarschijnlijkheid meer stroom blijven vragen. Dat uitsluitend met airco’s koelen is voor de toekomst geen optie, want veel te duur – nog afgezien van de on gewenste CO2-uitstoot die daarmee gemoeid is. Dus moeten we inderdaad naar een ander datacenterontwerp, waarin de potentie van natuurlijke warmtewisselaars optimaal wordt benut. Gelukkig is de markt daar al hard mee bezig! de rol van kleding De Ashrae houdt zich zeker niet alleen met hightechomgevingen bezig, maar onderzoekt bijvoorbeeld ook de rol die kleding (en dus mode) speelt op het ‘ther misch welbehagen’ van mensen in klimaat beheerste gebouwen. De organisatie heeft hiervoor een grote database ontwikkeld. Momenteel wil het deze studie uitbrei den naar niet-westerse landen, zoals India, China en Pakistan. Vooral de eerste twee zijn grote energieslurpers en daarom is het van belang meer te weten te komen over de thermische effecten van niet-westerse kleding, zoals boerka’s en sari’s (die fraai gekleurde Indiase doeken die gedraaid om het lichaam worden gedragen), om zo ventilatie- en aircosystemen ter plekke te kunnen optimaliseren. advertentie DFC² : het geld komt u aanwaaien! Meer computervermogen op een kleiner oppervlak zorgt voor een stijging van de vraag naar energie-efficiënte airconditioners voor computerruimten. DFC², het ‘Directe Vrije Koeling’ concept van Stulz met innovatieve wegklapbare warmtewisselaar, is de meest milieuvriendelijke en energiezuinige koeloplossing die wordt toegepast in de CyberAir airconditioners. Ook bij een hoge buitentemperatuur kan dankzij de intelligente DFC² besturing de computerruimte met buitenlucht vrij gekoeld worden. Behaal een enorme energiebesparing in uw computerruimte met DFC² ! STULZ Groep BV Weverij 7-9 1185ZE AMSTELVEEN Tel.: +31(20) 545 1111 WWW.STULZ.NL Als het elektriciteitsnet ontoereikend is Bodemkoeling in de ict-sector duurzame energieopwekking voor klimaatbeheersing in gebouwen en processen staat zeer in de belangstelling. meer en meer wordt gekozen voor het gebruik van de bodem als energiebron. geotherm energy systems is betrokken bij verschillende projecten in de ict-sector waar bodemenergie wordt toegepast voor koeling. het betreft zowel koeling van grote vermogens in datacenters als kleinere systemen in bijvoorbeeld telecombehuizingen in het veld. dcw april | koeling Jan Boudestein, Geotherm Energy Systems 20 Door de groeiende hoeveelheid opgestelde apparatuur in datacenters is ook de vraag naar koeling de afgelopen jaren sterk toegenomen. De warmteproductie in datacenter vraagt om forse koelinstallaties die veel elektrische energie verbruiken. De beperking hierbij is vaak de beschikbaarheid van stroom uit het elektriciteitsnet. Het komt nu re gelmatig voor dat naar alternatieve locaties moet worden uitgeweken, omdat het net niet toereikend is. Het gebruik van passieve koeling met grondwater is een duurzaam al ternatief voor de koeling met koelmachines. Door het wegvallen van de, voor actieve koeling benodigde koelmachine, is alleen energie nodig voor het grondwatertransport van de haalbron via de warmte wisselaar naar de retourbron. Berekeningen wijzen uit dat het beno digd elektrisch vermogen voor passieve koeling met grondwater maar zo’n 2 – 4 % bedraagt van het afgegeven vermogen aan koeling. Rekenvoorbeeld: Koelvraag datacenter 350 kW, Temperatuur traject 13 – 19 °C, Soortelijke warmte water 4180 J/(kg.K) 350[kW] =50[m 3/h] Grondwaterdebiet [m 3/h]= 4180[J/(kg.K) x(19-13[°C]) 3600[sec] Het benodigde drukverschil om 50 m³/h grondwater te onttrekken en via een warmtewisselaar in de bodem te injecteren is afhankelijk van de dimensionering van het grondwatersysteem. In dit rekenvoorbeeld gaan we uit van 3,5 bar opvoerhoogte voor de bronpomp. Als we kijken naar dit werkpunt ( 50 m3/h bij 3,5 bar) in de pompgrafiek dan komen we uit op 8,5 kW bij een rendement van 55 % voor de pomp. Met 8,5 kW elektrisch vermogen kunnen we dus 350 kW thermisch vermogen uit een grondwatersysteem halen. Als we dit vertalen naar een rendementsgetal dan praten we over een COP van 41. neutrale energiebalans Het grondwater in Nederland heeft een temperatuur van circa 11 ºC. Dit temperatuurniveau is zeer geschikt als bron voor het actief op wekken van warmte en koude met een warmtepomp of koelmachine. Energetisch gezien is het nog beter de temperatuur direct te benutten wat bij vrije of passieve koeling gebeurt. De temperatuurtrajecten die hiervoor worden toegepast, liggen hoger dan gebruikelijk. Daarom moet het afgiftesysteem daarvoor geschikt zijn. Er is wel een aantal factoren dat meespeelt en dat ervoor zorgt dat deze wijze van koelen niet ongestraft altijd en overal kan worden toe gepast. Bij bodemkoeling wordt de warmte van het proces overgedra gen aan het grondwater. De warmte uit het datacenter gaat dus de bo dem in waardoor die ter plekke van de retourbron wordt opgewarmd. De opwarming kan zich in de loop van de tijd zover uitbreiden dat deze de haalbron bereikt en het koelproces in gevaar komt. Daarom, en om andere gebruikers niet in de weg te zitten, moet er net zoveel koude als warmte in de bodem worden geladen. Deze neutrale ener giebalans is ook een eis van de provincie, die vergunningverlener is. In de installatie moet een voorziening worden getroffen om de ener giebalans te kunnen realiseren. De beste optie is vanuit het datacen trum een afnemer voor de ontrokken warmte te vinden, zodat het grondwater afgekoeld de bodem in kan. Het betreft laagwaardige warmte die niet altijd direct kan worden ingezet. Wel kan de warmte bijvoorbeeld goed thermisch worden opgewaardeerd met een warm tepomp. De COP van een warmtepomp met een aanvoertemperatuur van 19 ºC is zeer gunstig. Als er geen afnemer kan worden gevonden, moet een regeneratievoorziening in het grondwatersysteem worden opgenomen. Dit kan bijvoorbeeld een koeltoren of een drycooler zijn. Met zo’n systeem kan, als de buitentemperatuur het toelaat, koude in de bodem worden geladen. Ook kan het worden gebruikt om direct het datacenter te koelen. De regeneratievoorziening heeft dan een dubbele functie en moet voldoende vermogen kunnen leveren voor beide processen. Op dit moment is een project gaande bij het KNMI met bodemkoeling waar Geotherm Energy Systems een grondwater systeem voor het datacenter gaat realiseren. Door een toenemende vraag naar bandbreedte voor internet en te lefonie neemt ook de hoeveelheid apparatuur in het veld toe. Deze apparatuur staat doorgaans opgesteld in betonnen behuizingen die voorzien zijn van ruimtekoeling in de vorm van elektrisch aange dreven compressiekoeling. Geen duurzame oplossing en daarom is er naar alternatieven gezocht. Gezien de relatief kleine vermogens en de beperkte beschikbare ruimte rondom de behuizingen is het gebruik van gesloten bodem collectoren de meest voor de hand liggende oplossing. Bij een produ cent van buitenopstellingskasten is hiervoor een proefopstelling gere aliseerd, waarmee goede resultaten zijn geboekt. Na ruim een jaar vol continu koelen van een telecomkast is de aanvoertemperatuur nog steeds 13 ºC. De bodem ziet kans door de aanwezige grondwaterstro ming de geladen warmte voldoende af te voeren. Dit komt overeen met de uitkomsten van de simulatie die vooraf is gemaakt met het Earth Energy Designer softwarepakket dat voor de dimensionering van dit systeem is gebruikt. Wel is gebleken dat, door het gebrek aan energiebalans, er meer boor meters moeten worden gemaakt dan wanneer er ’s winters kan wor den geregenereerd. Alleen is door het ontbreken van warmtevraag in de behuizing geen mogelijkheid koude in de bodem te laden. Het plaatsen van een drycooler buiten de behuizing zou een goede oplos sing zijn. De praktijk heeft echter uitgewezen dat dit soort appara tuur behoorlijk vandalisme gevoelig is. Geotherm heeft samen met een leverancier van betonnen behuizingen een concept ontwikkeld, waarbij de behuizing zelf als regeneratievoorziening wordt gebruikt. Door via de buitenzijde van de behuizing koude af te staan aan de bodem kan een regeneratie tot 40 % worden gerealiseerd. Hiervoor is een doordacht concept ontwikkeld dat voor een scheiding tussen de binnen- en de buitenzijde van de behuizing zorgt. Dit levert een forse reductie van het aantal boormeters op en dat maakt deze toepassing zeer interessant. kleine temperatuurverschillen. Het blijkt dus dat de verschillen tussen de temperaturen van grond water en afgiftesystemen vrij klein zijn en dat het zaak is om te zorgen voor een ontwerp, waarbij de aandacht voor de temperatuurtrajec ten van groot belang is. Een zo laag mogelijke opslagtemperatuur en een zo hoog mogelijk temperatuurtraject voor de koeling zullen het grondwaterdebiet beperken. dcw april | koeling Passieve koeling met grondwater is een duurzaam alternatief voor koeling met koelmachines. 21 Enabling Fast Deployment... The AMP NETCONNECT Sigma-Link Copper Cabling System from TE Connectivity is pre-terminated, 100% factory-tested and easy to install. KEY PRODUCT FEATURES: l Plug&Go copper cabling system utilizing: Cat. 7A; Cat. 7; Cat. 6A; Cat. 6; Cat. 5e l Integrated detection via POF for easy identification/traceability after installation l Cables in standard lengths or “customized” to minimize unwanted cable l Patch panels in either flat or angled high density configuration l Pre-terminated and 100% tested at factory l Three termination options available: cassette-to-cassette, cassette-to-jack, cassette-to-open-end-assembly l 25 year system performance warranty from TE Connectivity Tyco Electronics Nederland B.V., Rietveldenweg 32, 5222 AR `s-Hertogenbosch Tel.: +31-[0]73-6246246, Fax: +31-[0]73-6246958 E-mail: [email protected], Web: www.ampnetconnect.nl AMP, AMP NETCONNECT, SIGMA-LINK, NETCONNECT, TE Logo and TE Connectivity are trademarks. Problemen spelen op grote schaal als we de recent aanbevolen industriestandaards in beschouwing nemen kan bekabeling van categorie 6 voor problemen zorgen. infrastructuurexperts van siemon wijzen erop dat deze bekabeling, die zelfs in nieuwe datacenterprojecten nog wel wordt toegepast, bij gebruik voor 10 gbps risico’s met zich meebrengt. Graeme Stoker is marketingmanager van Siemon Er zijn twee belangrijke punten waarom bekabeling van categorie 6 problemen kan veroorzaken. Ten eerste is het niet zeker dat Cat 6-be kabeling de snelheid van 10 Gbps haalt. Ten tweede gebruiken som mige kabels de aderdikte 26 AWG, die dunner is dan wat de standaards voorschrijven. Om er zeker van te zijn dat 10GBase-T ten volle is te gebruiken, raden infrastructuurexperts van Siemon aan om uitsluitend kabels toe te passen van Cat 6A of hoger. Ook de normalisatie-instituten die de telecommunicatiestandaards ont wikkelen voor ontwerp en installatie van bekabeling in datacenters, zo als ISO/IEC en TIA, geven dit advies: het is beter om in datacenters als minimumeis Cat 6A aan te houden. Volgens de norm ISO/IEC 247643 moeten de distributiekabels van datacenters minimaal voldoen aan de eisen van klasse EA (equivalent aan TIA Cat 6A). Het document voor Ansi/TIA-942-A2 (draft) stelt expliciet dat Cat 6A de aanbevolen kabelkwaliteit is voor horizontale kabels en backbones in nieuwe datacenters. migratie naar 10gbase-t Netwerkapparatuur voor 10GBase-T is steeds ruimer verkrijgbaar, zo dat beslissers in datacenters zullen willen profiteren van de kostenbespa ringen, het gemak, de betrouwbaarheid en de flexibiliteit die 10 Gbpstechnologie biedt voor twisted-pairkoperkabels. Als de ondersteunende infrastructuur daarvoor al aanwezig is, is dit eenvoudig. Als echter de aanwezige kabels ongeschikt zijn, wordt het moeilijker. Soms is invoe ring onmogelijk zonder een upgrade van de aanwezige bekabeling. Weliswaar vertegenwoordigt bekabeling slechts een gering deel van de kosten van de infrastructuur, maar vervanging van kabels is zeer ingrij pend voor de continuïteit en inzetbaarheid van het datacenter. Hybride bekabeling is ook niet de oplossing. In de standaards wordt namelijk aangeraden in de kabelgoten Cat 6A-kabels voor 10 Gbps niet dcw april | bekabeling Zorgen over Cat 6-kabels in datacenters 23 dcw april | bekabeling 24 ongebundeld, in naast elkaar liggende bundels of in dezelfde bundel als Cat 6-kabels met 10GBase-T te leggen. Het installeren van nieuwe 6Akabels naast bestaande Cat 6-bekabeling is dus geen oplossing. Eerder aangelegde Cat 6-bekabeling kan weliswaar beperkte ondersteu ning bieden voor 10GBase-T. Maar deze kabels zijn voor nieuwe data centers zeker niet aan te raden. Ook voldoet de aderdikte 26 AWG niet aan de standaards. Bovendien zijn er aanzienlijke afstandsbeperkingen bij het gebruik van Cat 6 voor 10GBase-T. Volgens de standaards moe ten Cat 6-verbindingen korter dan 37 m 10Base-T ondersteunen. Bij 37 tot 55 m werken de applicaties wel of niet, afhankelijk van overspraak uit andere kabels (AXT, alien crosstalk). Dit betekent dat bij 10GBase-T over reeds geïnstalleerde Cat 6-kabels voor elke afzonderlijke verbin ding de overspraak moet worden getest. Dat kost erg veel tijd en dan nog is er geen zekerheid. Het komt erop neer dat er geen garanties zijn dat 10GBase-T met Cat 6 goed werkt, zelfs niet over korte afstanden, omdat de onderlinge over spraak sterk afhangt van de kabeldichtheid in de kabelgoten. Of aan de eisen van ISO/IEC TR 24750 en TSB-155-A wordt voldaan, is alleen vast te stellen door ter plaatse ingewikkelde overspraaktests uit Het is niet zeker dat Cat 6bekabeling de snelheid van 10 Gbps haalt. te voeren op elke afzonderlijke verbinding. In de meeste datacenter installaties zullen waarschijnlijk maatregelen nodig zijn de overspraak tegen te gaan. De gebruikelijke maatregelen tegen overspraak zijn niet makkelijk door te voeren vanwege vullingsrestricties aan de kabelgo ten en omdat mogelijk verbindingen of componenten moeten worden vervangen. Ook zijn er geen richtlijnen te stellen aan grote installaties of bij toekomstige verplaatsingen, uitbreidingen of aanpassingen (MAC – moves, adds, changes). schaal van het probleem De problemen met Cat 6 zullen zich waarschijnlijk voordoen bij vrij veel datacenters die voor deze bekabelingstandaard hebben gekozen. Dergelijke kabels zijn op grote schaal verkocht en zijn in elke sector tegenwoordigd. Een recent marktonderzoek dat is uitgevoerd door IDC, geeft een idee van de potentiële 10GBase-T-migratie. Hieruit bleek dat in het tweede kwartaal van 2010 een miljoen 10GbE-poorten zijn geleverd. Een groot deel daarvan is waarschijnlijk ingezet in datacenters, zodat er een aan zienlijke vraag moet zijn naar 10GBase-T-migratie. Wat ook bijdraagt aan de zorgen over Cat 6-kabels in datacenters, is het feit dat voor deze standaard geen applicaties meer worden ontwikkeld. Zowel ISO als TIA gaan er in hun standaards vanuit dat bekabeling systemen een nuttige levensduur hebben van ruim tien jaar. De kabel standaards voor Cat 6 en klasse E dateren van 2002, zodat deze systemen al ruim over de helft van hun verwachte levensduur heen zijn. Bo vendien ontwikkelen werkgroepen voor applicatieontwikkeling, zoals IEEE 802.3 of ATM, geen nieuwe ethernet- of andere datatransmissie oplossingen meer die geschikt zijn voor Cat 6-bekabeling. kan niet, kan niet, kan niet Nog een reden om te waarschuwen tegen Cat 6 in het datacenter is dat Cat 6 UTP of 26 AWG-kabels 10GBase-T niet tot de volle lengte van 100 m ondersteunen, wat de ontwerpflexibiliteit sterk vermindert. Door te streven naar kortere verbindingen is apparatuur niet meer vrij overal te plaatsen en kunnen extra patching-zones of switches nodig zijn. Zo worden de kosten voor connectiviteit, apparatuur en energie gebruik hoger. Cat 6-bekabeling ondersteunt niet de energiebesparende short-reach mode (datacentermodus). Volgens de IEEE-standaard voor 10GBase-T kan de short-reachmode per poort ongeveer 1 W besparen bij het ge bruik van korte kabels (< 30 m) van minimaal Cat 6A. Cat 6 kan deze energiebesparende modus niet gebruiken, wat slecht is voor zowel de investering als het milieu. Ook kunnen Cat 6-kabels, waarbij dunnere geleiders zijn toegepast, minder goed warmte afvoeren dan de kabels van Cat 6A of hoger. In datacenters wordt het steeds warmer: de aanbevelingen van Ashrae gaan tot 27 °C. Er ontstaat meer insertion loss bij een hogere kabeltempera tuur. In datacenters zitten de meeste kabels aan de achterkant van de serverkasten, waar de temperatuur het hoogst is. Door de hogere ver mogens bij PoE+ (power over ethernet plus) ontstaat ook meer warmte en dat draagt eveneens bij aan de temperatuurproblemen. ISO en TIA specificeren een temperatuurafhankelijke derating-factor om de hori zontale kabellengte boven 20 °C te bepalen. Voor horizontale kabels met dunnere aders gelden nog meer lengtebeperkingen bij hogere tem peraturen, in vergelijking met Cat 6A en in het bijzonder met shielded Cat 6A en hoger. duidelijke boodschap Het is duidelijk dat in veel datacenters al bekabeling van Cat 6 ligt.Wil len beheerders en/of eigenaars daar 10GBase-T gaan gebruiken, dan moeten experts elke afzonderlijke verbinding ter plaatse gaan testen op overspraak van andere kabels. Dat is geen fijn vooruitzicht, maar met zo’n legacy bekabeling is uitgebreid testen de enige manier om de ca paciteit van 10 Gbps te kunnen gaan benutten. Nadat het testwerk is uitgevoerd, zal vanwege te veel overspraak een deel van de bekabeling opnieuw moeten worden geïnstalleerd. Voor wie beslist over toekomstige bekabeling is de boodschap helder: gebruik altijd alleen Cat 6A of hoger. Zoals het document van ANSI/ TIA-942-A2 al stelt, is Cat 6A het aanbevolen systeem voor horizontale kabels en backbones in nieuwe datacenters. Gebruik voor nieuwe bekabeling altijd alleen Cat 6A of hoger. advertentie Nooit meer blindvliegen en een minimale PUE Ons Datacenter Monitoring & Control Systeem (DMCS) is gebaseerd op open industriële standaarden. Ons pakket wordt wereldwijd gebruikt voor meer dan 1.000.000 bedrijfskritische applicaties. Perf-IT richt zich op betrouwbare real-time monitoring & control toepassingen voor datacenters. Met meer dan 25 industriële-ITers zijn wij goed uitgerust voor het monitoren en optimaliseren van uw datacenter. Het DMCS van Perf-IT is een real-time integratie-, toezicht- en besturingsplatform voor computerruimtes en datacenters voor alle apparatuur ongeacht merk of type. U kunt hiermee de performance van uw datacenter benchmarken en omzetten in bruikbare KPI's (van Green Grid of anderen) en gebaseerd hierop uw operatie automatisch optimaliseren. Wij zijn er trots op dat verschillende toonaangevende data centers in Nederland Perf-IT gebruiken voor hun dagelijkse operatie. Perf-IT wordt ook ingezet voor de besturing van uw klimaat beheersing. Het gewenste koelvermogen wordt dan auto matisch aangepast aan de buitentemperatuur, luchtvochtigheid, de bezettingsgraad en het drukverschil tussen de koude en warme gang. Perf-IT B.V.: Het is vooral de combinatie tussen efficiënt powermanagement en intelligente klimaatbeheersing die tot meer energie-efficiënte informatietechnologie leidt. T +31 (0)184 43 54 30 | E [email protected] | I www.perf-it.eu Chameo verkleint ruimte met Coolcube en Hotcube “Simpel gezegd doen wij de koelkastdeur dicht” het klinkt heel simpel: kleinere ruimtens hebben minder koeling nodig, maar het vereist het nodige vakmanschap om dat voor elkaar te krijgen. temeer daar tegelijkertijd de toegankelijkheid veilig en toch vriendelijk moet zijn. “daar hebben wij een specialisme van gemaakt”, zegt remco van den berg, directeur van chameo. Teus Molenaar is freelancejournalist dcw april | koeling Als we het kantoor binnenlopen van Chameo in Alphen aan den Rijn, is een van de medewer kers bezig met een Skype-sessie. Op het beeld scherm is een monteur te zien die automatisch werkende deuren plaatst volgens de aanwijzin gen van Chameo. De monteur is bezig bij een villa in Thailand en de medewerker in Alphen aan de Rijn kan op het beeldscherm zien wat hij doet en direct met hem communiceren. “Daar liggen onze wortels”, zegt Remco van den Berg, directeur van Chameo. “De Chameo Groep is vier jaar geleden opgericht door een paar mensen die hun sporen hebben verdiend op het vlak van afsluitingen en automatische 26 toegangen. Ik ben zelf bijvoorbeeld ook regis ter security expert. Wij mogen daardoor audits doen op het gebied van veiligheid en beveili ging van toegangverlening bij organisaties. Dat is eveneens een onderdeel van ons.” Maar we zijn niet naar Alphen aan den Rijn af gereisd om over open deuren te praten. Het gaat ons om de Coolcube en Hotcube die Chameo heeft ontwikkeld. koelkastdeur dicht “Als je in een serverruimte komt, zie je vaak dat er veel verschillende kasten in staan. Dat is historisch zo gegroeid. Je begint met één ser ver en later nog een paar. Die stop je in een kast. Vervolgens komen er meer servers bij en die stop je weer in een andere kast.Vanwege de doorzettende miniaturisering in de hardware, krijg je dan gauw te maken met kasten van ver schillende hoogten en grootten. Ook al heb je niet te maken met kasten die in formaat van elkaar verschillen, dan nog zul je vaak meema ken dat de serverruimte veel groter is dan no dig. Als de computerapparatuur kleiner wordt, ga je niet de ruimte steeds verbouwen”, legt Van den Berg uit. Dat ruime jasje betekent evenwel dat er meer lucht moet worden gekoeld dan noodzakelijk is.“Dat kost natuurlijk energie en CO2-uitstoot, waar dat niet nodig is”, zegt Van den Berg. “Dat los je op door de ruimte kleiner te maken. Sim pel gezegd doen wij de koelkastdeur dicht.” Chameo heeft een systeem ontwikkeld waarbij boven de rijen met kasten een glazen plafond wordt geplaatst. Dit is gemaakt van gelaagd vei ligheidsglas. “Wij hebben voor glas gekozen, omdat dit transparant is, niet verkleurt in de tijd of door temperatuurverschillen, zoals dat bij kunststof wel het geval is, het licht van bestaan de armaturen doorlaat en 100 % herbruikbaar is.” Het plaatsen van een glazen plafond om de ruimte te verkleinen heeft als voordeel dat de bestaande kasten kunnen blijven staan; er is dus geen sprake van een desinvestering, benadrukt Van den Berg. prettige werkomgeving Aan de voorkant komen glazen schuifdeuren (het oorspronkelijke specialisme van Chameo). “Daarbij benutten we onze kennis van bevei liging. Maar tegelijkertijd moeten de beheer ders van de IT-infrastructuur makkelijk kunnen in- en uitlopen. Vaak hebben ze hun handen vol met van alles en nog wat en soms moeten zij zich echt in alle bochten wringen om hun computerruimte binnen te komen. Dat is bij ons niet nodig. Een druk op de knop, eventueel beveiligd met toegangscontrole, is voldoende om de deuren te openen.” Remco van den Berg, directeur van Chameo “Ook al heb je niet te maken met kasten die in formaat van elkaar verschillen, dan nog zul je vaak meemaken dat de serverruimte veel groter is dan nodig.” kameleon als beeldmerk Een aan de onderkant rood aangelopen kameleon is het beeldmerk van Chameo. “Nee”, legt Van den Berg uit, “het heeft er niet mee te maken dat het diertje het veel te warm heeft en nodig koeling behoeft.” De keuze voor deze meester in camouflage stamt uit de ‘toegankelijkheidstak’ van de onderneming. “Wij hebben een systeem ontwikkeld dat past op alle automatisch openschuivende deuren. Omdat dit apparaat zo flexibel is in te zetten, kwamen we op de vergelijking met een kameleon. Chameo – onze bedrijfsnaam – is daar een verbastering van.” Toevalligerwijs verwijst het rode lichaam van de kameleon ook naar oververhitting. Daarom past dit kwetsbare beestje – dat be scherming nodig heeft – ook zo goed als beeldmerk bij de afkoelingsactiviteiten die het bedrijf onderneemt. moeten we de situatie opmeten en – in nauwe samenspraak met de opdrachtgever – een pas sende oplossing ontwerpen. Omdat we even wel met modulaire systemen werken, zijn onze oplossingen zeker niet duurder dan degene die andere aanbieders in portefeuille hebben.” De kennis van en ervaring met toegangsyste men gebruikt Chameo eveneens bij het ont werp en de bouw van kooien in een rekencen trum. “Ook bij caging is ons uitgangpunt het creëren van een prettige werkomgeving voor de beheerders in relatie tot een gecontroleerde toegang. Je moet immers voorkomen dat onbe voegden een kooi binnen komen.” Het bedrijf richt zich met zijn oplossingen op de overheid en het midden- en kleinbedrijf. “Caging kunnen we natuurlijk in de grote da tacenters toepassen, maar de glazen kubussen zijn vooral interessant voor de middelgrote en kleinere serverruimten. Ik mag geen namen noemen van organisaties waar we al aan de slag zijn geweest, maar je moet denken aan politie korpsen, openbaar vervoer, ziekenhuizen, nota rissen, advocatenkantoren, en dergelijke. Door de tevredenheid van onze klanten hebben onze oplossingen tot nog toe via mond-tot-mondre clame hun weg naar anderen gevonden.” niet iedereen naar de cloud Juist kleinere organisaties overwegen ‘volledig naar de cloud’ te gaan. Dan hebben ze helemaal geen servers meer in een bepaalde ruimte staan en valt er dus ook niks te ‘verkleinen’. Ze heb ben gewoon geen koelkastdeur meer die dicht moet.“Dat zal zeker het geval zijn bij kleine ad ministratiekantoren of andere kleinere bedrij ven, maar er zullen toch altijd wel organisaties zijn die hun data van de primaire processen bij zich willen houden. Ziekenhuizen, politiekorp sen, overheid, maar ook productiebedrijven zul len volgens mij niet zo snel alles uit de cloud gaan betrekken. Er blijft daarom werk genoeg te doen voor Chameo”, is Van den Bergs over tuiging. “Ook bij caging is ons uitgangpunt het creëren van een prettige werkomgeving voor de beheerders.” dcw april | koeling De aanpak van Chameo betekent dat er altijd sprake is van maatwerk. “Geen enkele server ruimte is dezelfde”, zegt de directeur. “Daarom 27 Private clouds binnen handbereik (3) Provisioning met VMware vCloud private clouds leunen op een hypervisor en die standaard is bij wijze van spreken uitgevonden door vmware. een nadere blik op zijn ‘beheerlus’-tools en nog specifieker op de provisioningen inventorydimensie van het geheel. is fysieke en virtuele capaciteit als één geheel te beheren, inclusief bare-metal inrichting? en hoe zit het met de inhoud van een vm, en met transparante aansturing van hybride iaas-cloudcapaciteit? dcw april | beheer Erik de Ruijter is IT Architect bij ABN AMRO Bank 28 Waar virtualisatie voor Microsoft en Citrix een ‘later bijgekochte loot aan de stam’ is, daar vormt ze voor VMware de ‘raison d'ètre’.Vanuit de eerste stappen op het pad van virtualisatie, met oudgediende VMware Workstation en het type-2 platform VMware (GSX) Server, zijn we aangeland bij de huidige vSphere 4.1-stack. Een instapversie waarmee één server tegelijk kan worden beheerd, is gratis (met uitzondering van support), en de serieuzere modules zijn alle net als bij Microsoft en Citrix tegen betaling. Maar laten we eerst één stapje hoger kijken: naast de datacentrum- en/ of servervirtualisatie, de productgroep die in deze serie over utility com puting relevant is, kent VMware nog twee groepen. Dat zijn de ‘desktop and EUC’-groep, met onder andere View (voor virtual desktops) en ThinApp, en de vFabric-applicatieserver die is gebaseerd op de Java Spring-technologie. Terug naar de datacentergroep. Die zouden we kunnen onderverde len in ‘essentiële hypervisorfuncties’ versus ‘bredere beheerstack die ook door third-partytools kan worden vervuld’. ESXi (de hypervisor) plus de vCenter-console en vCloud Director zijn dan de essentiële functies; alle andere vCenter-modules zitten hoger in de stack, net als de vShieldDit is het derde artikel uit een serie van vier. In de eerste aflevering is de monitoringdimensie aan de orde gekomen en de mogelijkhe den van Hyper-V van Microsoft. Vorige maand stonden we stil bij XenServer en Selfservice Portal van Citrix. In deze aflevering kijken we aan de hand van VMware naar de extra complicaties voor beheer van public clouds (of private clouds met gebruikmaking van pu blieke providers). Volgende maand zoomen we in het slot van deze artikelenreeks in op het soort cloud dat een datacentrum primair zal willen bieden: IaaS oftewel Infrastructure as a Service. 1. De VMware virtualisatietool-‘stack’. securitytools. Afbeelding 1 geeft een overzicht van de virtualisatietool‘stack’, inclusief de EUC-tools. De meeste producten in afbeelding 1 komen we straks tegen bij de matching van onze wensen en het VMware-aanbod. Omdat het bedrijf, zoals zo vele in de industrie deels door overnames is gegroeid, kan het geen kwaad voor een paar productgroepen de 'wortels' aan te geven. Die verklaren namelijk mede de niet altijd voltooide onderlinge inte gratie. • IT Business Management heeft als fundament VMware Service Ma nager (SM) wat een binnen de EMC Ionix-divisie ontwikkelde ‘wit teboorden beheertool’ was. Het bezit ook een eigen CMDB die we straks in de wensenmatch gaan terugzien. • Application Management bestaat uit verschillende bloedgroepen. AppSpeed (performance) komt straks terug, en het 'discovery' deel is de vrij unieke Application Discovery Manager (ADM).Via een soort netwerkcrawling en verkeersanalyse brengt ADM de samenhang tus sen allerlei applicaties in beeld, en kan dat dan weer aan een CMDB rapporteren. matching in meten en beslissen • In de ‘infrastructure management’-hoek zijn de meeste tools zelf bouw, al komt Configuration Manager (via de Ionix-route) uitein delijk van de zelfstandige Windows-experts Configuresoft. In de meetkant zit de meeste functionaliteit in vCenter, de lichte of zware versies. Voor performancemetingen bijvoorbeeld kan vCenter zelf zien welke VM's er zwaar dan wel licht belast zijn qua cpu- en RAM-belasting, en kan automatisch herallocatie doorvoeren. Een be slissing in de trant van ‘totale load is te hoog, er moet capaciteit bij’ zou echter door een third-partyproduct moeten worden genomen. En voor hartslagbewaking scoort vCenter ook ruim voldoende. Zelfs in de vSphere Fault Tolerant-option kan vCenter zorgen dat een bepaalde VM bit-voor-bit (lockstep mode) wordt gerepliceerd op een VM in een tweede machine, zodat er bij hostuitval absoluut geen data verloren gaat en de applicatie onverstoorbaar door blijft draaien. Alleen voor per formancechecks vanaf het endpoint is er een add-onmodule, vCenter AppSpeed, die complete ‘triage’ doet, en dat gaat veel verder dan wat pakweg Microsoft of HP kunnen. Niet alleen de totale responstijd, maar ook een breakdown per systeemlaag; dit soort high-endopties zien we verder alleen bij specifieke diagnosetools, zoals van Compuware, CA Wily en BMC. [onderschrift] 2. private cloud-loopfuncties in samenhang.in samenhang. 2. private cloud-loopfuncties microsoft citrix (hyper-v & system center) (xenserver) vmware (vsphere) Performance ‘van binnenuit’ (API) Operations Manager Beperkt in WLB, rest third party vCenter biedt API en doet optimalisatie, ‘zwaardere’ eist third party Performance ‘van buitenaf ’ (responstijd) SCOM ‘synthetic transactions’ Third party (XenDesktop bevat wel stukje) vCenter AppSpeed, inclusief triage op alle schakels Uitval Heartbeat check VMM Heartbeat check in HA-optie Heartbeat check, inclusief HA-optie en 100 % fault tolerance op VM-niveau met de FT-optie Workflowdialogen SC Service Manager WLB voor runtime-acties vCenter indien in semi-automatic mode sturend Selfservice initiatief SCSM en ‘SCVMM SelfService Portal’ SelfService Portal, maakt ook de configsets voor WLB vCloud Request Manager VM bij/af SCVMM, maar liefst via SCSM Standaard XenServer-scripts, ondersteund door WLB vCenter-standaard Hypervisor op bare-metal SCCM of basis W2008 Momenteel scripting, provisio ning-optie is in beta vCenter Configuration Manager, ook voor latere templatecompliance VM inhoud wijzigen (appdistributie) SCCM Lab Manager Software Packages VCM of de ThinApp-route Netwerksettings wijzi gen (loadbalancing) SCSM plus Opalis plus third party (netwerk-) tools Lab Manager en/of SSP Scripts vanuit vCloud Orchestrator;VCM indien de setting in een softwarestuk zit Toegang tot IaaS-cloud Via SCVMM OpenCloud API (zo als RackSpace) vCloud API Inventoryrapporten (CMDB) SCCM en SCSM XenCenter; dit en WLB kunnen VCM en vCenter Service data aanleveren aan overall rapport Manager, plus exportopties. Meten Beslissen (acties) Tabel 1. VMware-aanbod per deelgebied vergeleken met het aanbod van Microsoft en Citrix. dcw april | beheer Provisioning en inventory 29 Bij het beslissen zit VMware enigszins met een ‘generatiekloof ’. vCenter werkt op het niveau van een ESXi ‘vCenter-domain’, dat vaak bestaat uit maximaal 50 -100 hosts. vCloud Manager werkt op een niveau ho ger, tot maximaal 25 vCenter-domains kunnen weer in één omgeving worden beheerd voor zaken als capaciteitsrapportage en overall provi sioning. Ook vCenter Lab Manager, een tool voor ontwikkelaars en testers in hetzelfde marktsegment als Citrix VMLogix, zal worden opge volgd door een vCloud-product. Momenteel is de situatie zo dat work flowdialogen in vCenter zitten, maar een latere integratie met Service Manager is te verwachten. vCenter zal bijvoorbeeld wél zelfdenkend VM’s willen verplaatsen en op aangeven van een third-partybeslissing (of AppSpeed) hele sets VM’s erbij neerzetten, maar voor pakweg beslis singen over opslagresourcepools wordt aangeraden om vCenter voor deelgebied functies Meten (Microsoft System Center) Platformsupport Hyper-V, Vmware 4.x. In VNext komt XenServer Performance van binnenuit Vrijwel volledig via SCOM; poli cies worden ingesteld gestuurd door metingen via WMI en PerfMon Performance van buitenaf SCOM ‘synthetic transactions’ Uitval van een VM of host Heartbeat in SCVMM. Nadruk ligt op directe-foutconclusie, niet op root cause analyse of business ser vice view Beslissen (Citrix) Automatische scripts meten – provisioning Workload balancing. Beslissen dat een applicatie ‘te zwaar belast’ is: third party. Nadruk ligt op snel ca paciteit aanpassen, change manage ment mag nooit als hinderpaal in het proces zitten. Workflows voor goedkeuren WLB SelfService ortal SelfService Portal (bepaalt ook de configuratie van WLB-scripts) dcw april | beheer Provisioning en inventory 30 CMDB (eigen of export) vCenter Service Manager en Con figuration Manager, onderlinge in terface wordt gepland. Nadruk ligt op volautomatisch (lights-out) endto-end werken, geen handmatige stappen toegestaan Feitelijke provisioning Bare-metal: VCM VM bij/af: basis vCenter, scripts kunnen in vCloud Orchestrator worden gebouwd Inhoud van VM: VCM Netwerksettings wijzigen: indien in VM dan VCM, indien protocol, zoals SNMP of WEBM, dan via vCloud Orchestrator Interactie met IaaS-cloud vCloud Director Tabel 2. Utility-computinglus uitgesplitst per functie. stellen te laten doen die de beheerder dan goedkeurt of wijzigt. Selfser vicedialogen, vervolgens, zitten in de vCloud Request Manager. Ook zij gebruiken het ‘vApp’-template waarin we meerdere VM’s gezamenlijk definiëren die voor een bepaalde applicatie nodig zijn. Deze module helpt ook met het registeren van softwarelicenties voor de toepassin gen, en geeft deze weer vrij wanneer een (test-)omgeving automatisch expireert. Tot slot werkt vCloud Manager ook transparant naar extern gehoste IaaS-clouds (private hosted of public) toe, mits de serviceprovi der vSphere draait natuurlijk. Een bepaalde workload kan dus hybride worden gedeeld over interne en externe capaciteit. uitdagingen en scoresprovisioning Over naar het belangrijkste aandachtsgebied in dit verhaal, inventory en provisioning. Eerst zullen we de ervaringen met Microsoft en Citrix samenvatten, die ook de hoofdproblemen in dit veld aanduiden: • Hoewel een private cloud graag opereert ‘binnen de grenzen van het toegewezen machinepark’, waarop dus de juiste hypervisor al is geïnstalleerd, kan een capaciteit-uit-de-kraanfunctie er toch niet omheen ook geregeld nieuwe bare-metal machines te installeren. En dat niet alleen via het goeie ouwe beheerdershandwerk. Het opti male model hiervoor is integratie met de VM-provisioning, en liefst zelfs een ‘bare-metal inventor’ die tools als LANDesk en Symantec Altiris (met een via PXE gestart mini-OS plus agent) bieden. Bij MS en Citrix zagen we toch twee aparte werelden. • Erbij plaatsen van VM’s, gebaseerd op een template, is mooi, maar soms eist een extra functie ook extra applicaties. Denk hierbij aan configuratiefiles of MSI-installaties. Ook hier bieden de concurren ten vaak geheel aparte werelden en tools. Natuurlijk mogen ze uit de ‘fysieke Windows/Linux-wereld’ afkomstig zijn, maar integratie met de VM-console is gewenst. • CMDB-integratie is voor alle drie niveaus gewenst: dus fysieke hosts, VM’s en de applicaties in een VM. Dit geldt zowel wanneer de ven dor zelf ‘een’ CMDB kent, zoals Microsoft en VMware, als wanneer er uitsluitend met andere CMDB-domeinen moet worden gekop peld. En tot slot ook, net als de voor meten en workflow in cursieve tekst in tabel 2 aangegeven ‘speciale accenten van de private cloud’ (afwijkend van hoe Itil-beheer in de fysieke wereld wordt ingericht), een bijzonder accent aan inventory en provisioning in de cloudwereld: lights-out wer ken en samenhang van applicatielagen is nog veel essentiëler. In de ‘ge wone’ wereld kunnen we bijvoorbeeld nog handmatig faseren wanneer patches over servers en werkstations worden uitgerold, of een server eerst vanaf bare-metal inrichten en daarna importeren in de inventory, of per ‘Tier’ van een 3-Tier-applicatie zaken bijplaatsen. Willen we de functionaliteit in cloudvorm aanbieden dan moet die hele ‘handmatige’ dimensie botweg verdwijnen, want alles moet elkaar volautomatisch vinden voor de dynamische op- en neerschaling. SML (service mode ling language) kan gaan helpen in het definiëren van deze relaties, en volgt op dat vlak onder andere DCML (datacenter markup language) op. Onder andere Microsoft en HP zijn volop met SML bezig maar VMware kiest, helaas, vooralsnog voor een proprietary-aanpak terwijl ze op andere interoperability-terreinen wél standaards volgen, denk aan OVF. Laten we over gaan naar wat VMware ons te bieden heeft. Dat is voor een duidelijk deel al realiteit, namelijk het volautomatisch aanpassen van de VM-capaciteit, maar er zijn ook delen ‘nog onvoltooide integratie’. vCenter Configuration Manager, die begin vorig jaar via EMC-Ionix is binnengehaald, gaat hét werkpaard worden voor de koppeling met de binnen-VM-wereld en in elk geval voor een deel met de fysieke we reld. vCenter CM is ooit zijn leven gestart als Configuresoft Enterprise Configuration Manager en was altijd al goed in applicatiedistributie en in bewaking van systemen of deze nog wel ‘template-compliant’ zijn. De functionaliteit om ESXi zelf op bare-metal machines uit te rollen is pas onlangs geïntegreerd, en nog lang niet zo krachtig als de zelfstandige PXE-bootopties die VMware hiervoor had. Ook de inventory op alle drie de lagen, met hun drill-downsamenhang vanaf host naar applicaties, eist nog het nodige huiswerk. Maar qua bouwstenen biedt VMware in de provisioning gewoon meer kwaliteit en meer visie dan de concur renten. geïntegreerd. Deze visie heeft VMware duidelijk wel en dat is dan weer een pluspunt vergeleken met de ‘doelbewuste multimodule-aanpak’ van met name Microsoft. Ook de brug naar externe IaaS-clouds toe is dik in orde en gewoon concreet leverbaar volgens één protocol. Dit laatste kan wederom niet van de concurrenten worden gezegd . Het lights-out werken in de private-cloudlus is daarmee dik in orde en het ‘huiswerk’ aan onderlinge module-integratie en het liefst ook meer support voor open beheerstandaarden wordt bij VMware opgepakt! vmware-visie Het moge duidelijk zijn: vSphere staat als overall private-cloudplatform volop zijn mannetje, en biedt vergeleken met Microsoft en de Citrix/ Xen-broeders minimaal dezelfde basisfunctionaliteit. Qua proviosio ning heeft VMware dankzij vooral Configuration Manager meer kracht voorhanden dan de conculega’s, maar CM moet nog wat meer worden 3. vCloud Request Manager-architectuur. advertentie Datacenter Colloquium Ingenium 2011 Impact van de cloud op het datacenter jaarlijks nodigt ingenium actoren uit de academische en bedrijfswereld uit om ieder zijn visie over de sterk evoluerende technologieën binnen datacenters te geven. deze denktank buigt zich over de evoluties van datacenters op het vlak van energie-efficiëntie, virtualisatie, cloud computing en security. op 24 februari werd in brugge het datacenter colloquium voor de derde maal gehouden. dcw april | verslag Ir. Wim Boone ([email protected]) is businessunit manager bij Ingenium ICT-Datacentra en docent aan het Post Universitair Centrum van de Universiteit Leuven 32 Het bouwen van een cloud vereist dat deze ook in een datacenter wordt ondergebracht. Dit kost heel veel geld. Het feit dat deze investeringen liefst niet worden gedragen door het bedrijf zelf, werkt het cloudmodel in de hand. Niet elk midden- en kleinbedrijf is bereid fors te investeren in een datacenter. Ict is kritisch, maar wordt nog altijd als ondersteu nende dienst en kostenfactor gezien. De kostprijs van een datacenter bedraagt al gauw tussen de 10.000 euro (Tier 2, zonder redundantie) en 16.000 euro (Tier 3, met redundantie) per m² en dit alleen al voor de technieken (energiedistributie, koeling, beveiliging). De onderhoudskosten ervan bedragen ook snel 5 % van de investeringskosten per jaar. Bedrijven of overheden met veel kleine datacenters doen er goed aan om na te denken over de schaalvoordelen die twee à drie grotere datacenters kunnen bieden. Dit kan hetzij in eigen beheer, hetzij bij een housingprovider. Naast de investerings- of huurkosten is ook de energiefactuur belang rijk. De energiefactuur van een server is na drie jaar vaak groter dan de initiële investeringskosten. code of conduct data centre Het geven van een groene tint maakt de investering vaak nog zwaarder, maar is wel een noodzakelijk kwaad. Ook de Europese Commissie zag dit enkele jaren geleden in en vaardigde een Greenbuilding label uit dat wordt toegekend aan duurzame en energiezuinige gebouwen. Een specifiek label voor datacenters werd in navolging van gebouwen uitge vaardigd: de Code of Conduct Data Centre. De bijlage van deze code bevat heel wat aanbevelingen om zowel de fa cilities van het datacenter als de IT-apparatuur die erin wordt opgesteld energiezuiniger te maken. Ingenium mag zich sinds 2010 Data Centre Endorser noemen wat inhoudt dat energiezuinige technieken worden gepromoot. Een lacune die nog in de code aanwezig is, betreft het toepassen van energiezuinige technieken op de ict-apparatuur zelf. Werk voor de Hogeschool West-Vlaanderen(Howest) om de code op dit vlak aan te vullen. Software die energiezuinig omgaat met zijn I/O-resources is het optimum, maar is nog niet het voorwerp van de best practices in de code. hybride clouds De bepaling van de virtuele resources die een applicatie van de cloud nodig heeft, is niet altijd een exacte wetenschap. Het energieaspect wordt in de Code of Conduct Data Centre globaal bekeken. Het heeft immers weinig zin grote investeringen te doen in duurzame technische installaties, als de ict-apparatuur niet efficiënt met energie omgaat. Waar Ingenium zich voornamelijk concentreert op fa cilities, vormt de virtualisatielaag het onderzoeksgebied bij uitstek bij het Sizing Servers Lab van Howest. In het laboratorium wordt de effec ying en yang Waar in de jaren zestig de mainframes het symbool waren van centraal IT-beheer, werden in de jaren tachtig de eerste pc’s gecommercialiseerd. Vandaag is een nieuwe centralisatiebeweging met de cloud alomte genwoordig. Een mix van private cloud, community cloud en public cloud vormen een hybride cloud die allicht voor heel wat bedrijven een evenwichtige oplossing is tussen een blind vertrouwen in een externe partner en het eigen datacenter. De vergelijking met energiecentrales gaat ten dele op: grote bedrijven investeerden in de 19de eeuw in eigen energiecentrales. De huidige consument haalt zijn energie uit het stopcontact. Niemand bouwt zelf een eigen energiecentrale. En toch zien we een decentrale energie productie terug via zonnepanelen, zonneboilers, windmolens, … stelt Savaco terecht. Omnis comparatio claudicat. Of worden we binnenkort zelf producent van IT-kracht? Wim Boone, organisator van het Datacenter Colloquium Ingenium 2011. performantie in de cloud Uit het onderzoek aan Howest blijkt dat er enorm veel powerprofielen opgenomen zijn in virtualisatiesoftware. Het juiste profiel te kiezen om tot een optimaal resultaat te komen, is geen sinecure en afhankelijk van het soort applicatie. Pas na de fine tuning van de database, rekeninten sieve applicatie, … kan de tuning van het powermanagement beginnen. deelnemers aan het colloquium: Wim Boone: organisator en expert in datacenters bij ingenieurs bureau Ingenium Wilfried Baeten, zaakvoerder Centix, vertrouwd met virtualisa tieprojecten Maarten Loose, zaakvoerder Super-Visions, gespecialiseerd in beheersystemen voor netwerken Koen Rommens, netwerkbeheerder en hoofd medische instrumentatie AZ Sint Jan te Brugge Johan De Gelas, hoogleraar Howest Kortrijk en verantwoorde lijke in het Tetra-project Cloud computing en virtualisatie Joakim Steyls, student Howest ICT met masterproef ‘Business model cloud computing voor KMO’ Willem Vereecken, IBBT Gent Frederik Van Hecke, master student computerwetenschappen UGent Carl Sabbe, gedelegeerd bestuurder Savaco, dienstenleverancier op vlak van IT Benjamin Jacobs, CTO bij Combell, hostingbedrijf Dieter Sarrazyn, Ascure, beveiligingsspecialist Geert Liekens, Marketing en Sales voor Jordens Data Center Maarten Wolters, zaakvoerder FundIT, dienstenleverancier in IT dcw april | verslag tiviteit van virtualisatietechnieken op servers getest naast features, zoals power capping. Uit de testen blijkt dat fabrikanten soms te veel de he mel op aarde beloven, maar de ict-apparatuur soms averechts reageert: bij bepaalde I/O-bewerkingen zal door inschakeling van energie-efficiënte technieken die 10 % energie besparen, de performance bij geheugenin tensieve applicaties vaak tot 50 % trager zijn. De tijd om de bewerkingen uit te voeren is groter en vergt dus in totaal meer energie! Centix merkt op dat naast de virtualisatie van servers er nu volop wordt ontwikkeld om ook storage, netwerk en applicatie-infrastructuur te vir tualiseren. Daardoor is er minder behoefte aan ‘ijzer’ in het datacenter. De consolidatieverhouding is gestegen van vier naar twintig machines die tegenwoordig op één server worden gevirtualiseerd. Realistische voorspellingen stellen dat in 2014 er 50 TB per rack zal worden ver scheept. De beperkende factor die nu vaak over het hoofd wordt gezien, is de vloerbelasting: twee ton per m² is lang geen uitzondering meer. Maar virtualisatie van de desktops (VDI) in grote bedrijven vereist dan wel weer meer ‘ijzer’ in het datacenter en verschuift zo het energiege bruik van de desktop naar het datacenter. Reken op 1 GB RAM per VDI-sessie. Het finale plaatje blijft: groeiende nood aan energie in het datacenter! VDI wordt wel intelligenter. Dubbels, zoals het besturingssy steem Windows 7, worden gecentraliseerd. Data duplication zorgt daar door voor minder druk op het storagesysteem. Combell merkt terecht op dat hierbij nieuwe problemen moeten worden opgelost. Upgrades van besturingssystemen voor verschillende gebruikers, upgrades van an tivirusprogramma’s, restoren van een cloud,… Door gebruik te maken van miniclouds is het risico wel in grote mate te beperken. Het momentum om uit te besteden is al enige tijd aan de gang. De voordelen zijn besparingen door schaalvoordeel, redundantie en ten slotte het model van de cloud, lees IT-kracht uit een datastopcontact. Een performante en redundante aansluiting op een internetprovider met een duidelijke en strenge SLA (Service Level Agreement) is een belangrijke voorwaarde om het risico op (inter)netuival te beperken. 33 Het zomaar inschakelen van een powerprofiel is een gok die ‘energie duurder’ in plaats van ‘energieduurzamer’ kan zijn. Dit doortrekken naar de cloud van de providers (IaaS en vooral PaaS), houdt in dat deze een goed begrip moeten hebben van virtualisatie technieken en hun optimalisatie. Howest stelt dat de klant op voorhand goed moet weten wat hij van de cloud nodig heeft op het vlak van cpukracht, storage en dergelijke om het juiste cloudabonnement te kunnen kiezen. Of het maandelijks huurgeld voor een stukje cloud kan wel eens tegenvallen voor de performance die men er slechts voor terugkrijgt. De bepaling van de virtuele resources die een applicatie van de cloud nodig heeft, is niet altijd een exacte wetenschap. Wie gebruik maakt van PaaS, zoals de Google Apps om software te ontwikkelen, ziet nog een extra zorg. Immers, naar wie belt de ontwik kelaar van Google Apps als deze een nieuwe versie ongevraagd lanceert en de door jou daarop gebouwde applicatie crasht? Een SLA afsluiten met Google? Gratis is zelden hetzelfde als voor niks. cores voor 60 % belast is en de andere helft wordt uitgeschakeld. Dit vermindert ook het energiegebruik in plaats van elke core op 30 % te laten werken. De klant die hiervan gebruikmaakt, kan zo zijn energiefactuur zien da len bij de housingprovider. Op voorwaarde dat het energiegebruik apart moet worden betaald, heeft de klant daar voordeel bij. Het uitschakelen van servers in hun geheel is in de praktijk not done, hoewel daar geen reden toe is. Maar de onterechte vrees blijft dat iets dat is uitgeschakeld, niet probleemloos weer opstart. Het onderzoek aan UGent spitst zich onder meer toe op het dynamisch aanmaken van een buffer die leert aan de hand van het gedrag dat gebruikers hebben. Aan het einde van de werkdag leert het algoritme dat er de komende uren weinig activiteit zal zijn en wordt de infrastructuur uitgeschakeld. Bij het begin van de dag weet het algoritme uit ervaring dat vanaf een bepaald uur de infrastructuur weer moet worden opgeschakeld en doet dit ook. dynamisch vermogenbeheer inhibitors Niettegenstaande wordt in UGent ook onderzoek gedaan naar het dy namisch vermogensbeheer op een gevirtualiseerde datacenterinfrastruc tuur. Uitgaande van een dergelijke infrastructuur waarin 20 % reserve zit op de nominale belasting van het datacenter, is men in staat een deel van de servers af te zetten, zeker ’s nachts. Binnenin een quadcoreserver kan de virtualisatielaag ervoor zorgen dat bijvoorbeeld de helft van de Het zomaar inschakelen van een powerprofiel is een gok die ‘energieduurder’ in plaats van ‘energieduurzamer’ kan zijn. Howest stelt vast dat er voor het mkb nog heel wat hindernissen zijn om in de cloud te gaan. Confidentialiteit, privacy, integriteit en beschikbaar heid doen twijfelen. Het is ook abstract wat de cloud kan betekenen op vlak van baten, risico’s en kosten voor het mkb. Ook FundIT bevestigt dat er geen vertrouwen noch kennis is bij de hedendaagse bedrijfsleiders om alles buiten de deur te plaatsen ondanks dat het datacenter vaak een veredelde bergruimte is. Juridische aspecten en onduidelijke of zelfs ontbrekende SLA's zijn daar ook debet aan. Zo is het aan te raden eigenaar te zijn van de virtuele machines om bij opzegging van het cloudcontract de discussie over eigendomsrecht van de data te vermijden. Bovendien ligt er de vraag welk profiel de toekomstige ict-manager zal hebben. Vast staat dat een profiel eerder zal zijn gebaseerd op een controlerend managerstype dan op een analytisch ingestelde hard- of softwarespecialist. advertentie Combell onderscheidt zich van een Amazon door een managed en al dus persoonlijke omgeving aan te bieden. Amazon heeft wel veel meer financiële middelen en is een prijzenkraker, maar doet dit op een un managed infrastructuur. inventory & application management Supervisions benadrukt het belang van inventory management in de cloud. Hoe weet een gebruiker of IT-manager nog wat waar draait en welke data waar zijn opgeslagen in de cloud? Bij performanceproble men is het vaak niet eenvoudig om de bron ervan te achterhalen bij gebruik van de cloud. Het monitoren van de performance van virtuele applicaties is een vak op zich. API’s van een Amazon of Google zijn voorhanden, maar op het gedrag ervan heb je als gebruiker geen greep. security Security biedt ook heel wat uitdagingen binnen de cloud. Ascure stelt dat de zichtbare kosten gemakkelijk zijn op te sommen: fysieke beveili ging van het datacenter, zoals toegangscontrole, branddetectie, sloten op de deuren van de racks. Er zijn echter ook heel wat onzichtbare kosten: certificatie ISO2700x, compliancy met SOX of andere, training en de implementatie en controle van een security policy. Naast de ‘klassieke’ beveiliging van het netwerk door firewalls, antivirus programma’s en de beveiliging van data door encryptie, zijn er in virtu ele datacenters nog extra aandachtspunten. Vragen die worden gesteld in een gedeelde omgeving van virtuele servers, virtuele netwerken en virtuele storage, zijn: waar bevinden zich mijn gegevens en wie heeft er toegang tot mijn gegeven? Dit leidt tot het ontstaan van een nieuw risico: wie beheert de ma nagementinterface van de hypervisor die meestal mee uitbesteed is? De zichtbare kosten mogen dan al uitbesteed zijn, maar de onzichtbare kosten blijven. Security wordt niet uitbesteed door te kiezen voor een virtueel datacenter, maar moet steeds over de ganse infrastructuur wor den bekeken: reëel én virtueel. Om de risico’s te beperken werkt Combell met 1 VLAN en LUN per klant. De afweging die wordt gemaakt, ligt in het vinden van het even wicht tussen security, usability en cost. facilities en ict: een verstandshuwelijk Het stokpaardje van Wim Boone is het bijeenbrengen van facility managers en ict-managers aan dezelfde tafel bij datacenterprojecten. Iedereen is momenteel nog bezig met optimalisatie in zijn domein: de facility manager ziet het groen als stroomvoorziening en koeling kunnen worden geoptimaliseerd, terwijl de ict-manager vooral vir tualisatietechnieken als groen ziet. Wanneer in een datacenter met groene servers de temperatuur aan de inlaat van de servers wordt verhoogd om minder energie aan koudeproductie te moeten besteden, maar dit tot gevolg heeft dat de ventilatoren in de servers sneller beginnen te draaien, dan zou het bepalen van het optimum hiervan pas een onderwerp zijn dat beide werelden verplicht tot kritische samenwerking. Alvast stof voor een volgend Datacenter Colloquium. advertentie Drie uitdagingen voor iedere datacenter manager – garanderen van betrouwbaar dataverkeer, plannen voor toekomstige migratie en energiebeheer Nexans helpt met betrouwbare netwerkinfrastructuren die een migratiepad bieden naar hoge data snelheden (40G/100G) en tegelijk meeste potentieel biedt voor energiebesparing. Met Environmental Monitoring en Access Control ( EMAC ) en LANsense Intelligent Infrastructure Management, biedt Nexans een compleet pakket van infrastructuuroplossingen voor datacenters. Nexans Cabling Solutions Overschieseweg 317 NL - 3112 NC Schiedam Tel: 010 248 3470 • [email protected] www.nexans.com/LANsystems Global expert in cables and cabling systems Connectivity of the Cloud TelecityGroup is Europa’s toonaangevende provider van premium netwerkonafhankelijke datacenters. We zijn gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen en beheren van robuuste, veilige omgevingen met hoge connectiviteit waar bedrijven hun bedrijfskritische web- en internet infrastructuren kunnen vestigen. Onze datacenters bevinden zich op de belangrijkste Europese connectiviteitsknooppunten. Een TelecityGroup datacenter is een dynamisch ‘digital ecosystem’ met directe toegang tot talrijke telecomoperators en contentdistributienetwerken, de grootste breedbandnetwerken, Europese internet exchanges en cloud hubs, waar het faciliteren van opslag, delen en distribueren van data, content, applications en media mogelijk is. Bewaak de kwaliteit van glasvezel in uw netwerk gebruik van glasvezel in datacenter of computerruimte biedt krachtige voor delen voor bandbreedte en de stapsgewijze, maar snelle opbouw van die bandbreedte. er zijn diverse factoren die direct invloed hebben op de kwaliteit van het netwerk en daardoor ook impact hebben op de totale demping van een verbinding. Geert Bakker, namens IT Room Infra Glasvezelconnecties, kabelinfrastructuur, transmitters en ontvangers zijn onderhevig aan bijvoorbeeld temperatuureffecten of veroudering. Daarbij spelen specificaties voor veiligheidmarges en de timing van reparaties een rol. Dat deze factoren een rol spelen in kosten, kwaliteit en gebruik van het netwerk, spreekt haast voor zich. Dat de ‘linking pin’ hierin meestal over het hoofd wordt gezien, niet. Connectoren zijn cruciale componenten, die het geheel aan netwer kelementen met elkaar verbinden. Dat is natuurlijk ook de functie van connectoren. Goed onderhoud van deze componenten is daarom van groot belang. Zowel maximale prestaties van de apparatuur in het netwerk als het voorkomen van het ‘uit de lucht vallen’ van een netwerk, kunnen met goed onderhoud van connectoren worden aan gepakt. manieren worden uitgevoerd: droog, nat en hybride. De droge methode wordt uitgevoerd met stofvrije doekjes, watjes of linten (Cletop). Bij de natte methode wordt een oplosmiddel als iso propylalcohol gebruikt om plakkend vuil en dergelijke van de ‘end face’ te verwijderen. De hybride methode gebruikt een combinatie van de droge en de natte methode. Zowel op het gebeid van inspectie van een netwerk als op deskundigheid van connectorreiniging heeft C.N. Rood mogelijkheden aan te bieden. Inspectie is hierbij de eerste stap. Zowel de connector als de ring moet worden geïnspecteerd. De vervuiling zit over het algemeen in het concrete connectiegebied: ‘the endface’. Dit is ook het zichtbaar ste deel van de connector. In de ring zitten drie zones. De glasvezel in het centrum heet de core, het medium voor de transmissie van licht. In de tweede zone ‘the cladding’ bevindt zich optisch materiaal, waardoor het licht wordt gereflecteerd en in de core blijft. De buiten ste zone bestaat uit beschermend materiaal, om beschadiging van de glasvezel tegen te gaan. Om de ‘endface’ goed te inspecteren is professionele instrumentatie gewenst. Deze onderdelen zijn klein, waardoor een visuele inspectie met het blote oog niet mogelijk is. De componenten kunnen vies of beschadigd (door krassen) zijn. Dat verschil zal moeten worden vastgesteld. Tijdens installatiewerkzaamheden met connectoren, maar ook tijdens het onderhoud is de inspectie uiteindelijk gewenst om de componen ten schoon te maken of te houden. Na de inspectie met een ‘video inspection probe’ kan de status worden vastgesteld. Dit kan eveneens door automatische diagnosesoftware. Reiniging kan op meerdere dcw april | it room infra inspectie 37 Emerson introduceert SmartSolutions Emerson Network Power introduceert SmartSolutions, een portfolio van intelligente en geïntegreerde infrastructuursystemen voor datacen ters. SmartSolutions moet datacenterbeheerders helpen bij het kostenef ficiënt managen van capaciteit, efficiëntie en beschikbaarheid. Hierbij wordt gebruikgemaakt van interoperabele systemen die zijn geconfigureerd om de implementatie te versnellen. Daarnaast zijn de systemen aanpasbaar aan veranderingen en kunnen zij de kosten ver lagen. Als onderdeel van de portfolio introduceert het bedrijf ook SmartRow, SmartMod en SmartAisle. SmartRow is een standalone da tacenterinfrastructuur die IT-apparatuur tot 20 kW ondersteunt in een afgesloten multirackconfiguratie. De oplossing is voorzien van geïnte greerde stroomvoorziening, koeling, infrastructuurbeheer en brandblus systeem. SmadMod is een geïntegreerde infrastructuur in een behuizing die snel inzetbaar moet zijn. Het systeem is te gebruiken als aanvulling op bestaande datacentercapaciteit. De SmartMod wordt geleverd in een configuratie voor een breed scala aan capaciteitsbehoeften, waardoor de oplossing de meest voorkomende datacenterdichtheden moet kunnen ondersteunen. Het derde product dat Emerson introduceert, SmartAisle, is een infra structuur die de efficiëntie en flexibiliteit moet verhogen via een rijge baseerde infrastructuur voor nieuwe en bestaande datacenters. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een modulair opgebouwd ontwerp. ■ advertentie De Multimaster-Technologie Modulaire UPS oplossingen 10 – 20 kW Module met geïntegreerde Decentrale Parallel Architectuur Voordelen • Schaalbaar (tot 120kW per rack) • Flexibele batterij-configuratie • Minimale bedrijfskosten • In normaal bedrijf veilig uitbreidbaar Technische Details • THDi < 3 % • Ingangsvermogensfactor > 0.99 • Efficiency tot 95.5 % • 100 % actief vermogen bij cos 1 • Vermogensdichte 272 kW/m2 Newave UPS Systems B.V. [email protected] / www.newaveups.nl NLEnergie kiest voor Green Cube All IT Rooms heeft van De Nederlandse Energie Maatschappij (NLEnergie) de opdracht ontvangen om een nieuwe computerruimte te leveren. NLEnergie heeft gekozen voor het Green Cube-concept van All IT Rooms. De oppervlakte van de computerruimte moet worden verdubbeld ten opzichte van de bestaande ruimte. Daarnaast heeft de energiemaatschappij als eis gesteld dat de nieuwe computerruimte efficiënt met energie moet omgaan. “All IT Rooms bleek met de Green Cube aan al onze eisen te kunnen voldoen”, zegt chief operating of ficer Harald Dinger van NLEnergie. “De Green Cube is een merkonafhankelijk concept om tot een groene computer ruimte te komen”, zegt Ronald Kok, directeur van All IT Rooms. “We kunnen hierbij werken met elk merk en type racks. Met dit concept kan een afgesloten warme of koude gang worden gecreëerd. In het geval van De Nederlandse Energie Maatschappij hebben we gekozen de koude gang af te sluiten.” ■ Doorstart activiteiten Glidepath en iTricity APC treedt toe tot Green-IT Amsterdam APC by Schneider Electric treedt als partner toe tot de stichting GreenIT Regio Amsterdam. Het bedrijf gaat zijn expertise delen met regio nale partners binnen de stichting om zo de energiekosten en milieube lasting van datacenters in de regio Amsterdam te beperken. Het is hiervoor volgens de organisatie belangrijk dat leveranciers ge avanceerde technieken bieden om de energie-efficiëntie van datacen ters te optimaliseren. De energiebehoefte van datacenters groeit met ongeveer 15 % per jaar. Gezien de huidige ontwikkeling zullen datacen ters in 2030 naar verwachting tussen de 30 en 40 % van het wereldwijde energiegebruik consumeren. In de regio Amsterdam zijn datacenters verantwoordelijk voor de uit stoot van 6 % van de totale CO2-uitstoot, een percentage dat bij onge wijzigd beleid fors zal groeien. Verschillende gemeenten in deze regio hebben daarom samen met de ict-sector en kennisinstellingen de stich ting Green-IT Regio Amsterdam opgezet. Momenteel zijn 35 partners toegetreden tot de stichting. ■ Inter Access en CTB zetten de activiteiten van datacenterdienstverleners Glidepath en iTricity voort. De bedrijven gaan hiervoor samenwerken met een gespecialiseerde dienstverlener op het gebied van datacenterdien sten. De bedrijven zeggen met het voortzetten van de activiteiten de con tinuïteit van de dienstverlening aan de klanten van Glidepath en iTricity te willen waarborgen. Inter Access en CTB vertegenwoordigen samen ruim tweederde van de klanten en omzet van Glidepath en iTricity. ■ Unica ICT Rooms gaat serverruimten bouwen Unica breidt zijn activiteiten uit met Unica ICT Rooms. Unica ICT Rooms maakt deel uit van de Unica-groep en realiseert centrale (MER) en decentrale (SER) server- en computerruimten. Het bedrijf richt zich op bedrijven in de top van het mkb. De organisatie heeft ervaring met het realiseren van grote commerciële datacenters voor bedrijven als KPN, Telecity Group en Equinix. Ze zegt daarnaast expertise te hebben in het aanleggen van technologisch geavan ceerde ict-infrastructuren, voice- en data-oplossingen en fysieke beveili ging.Tijs Hulsbergen is aangesteld als manager van Unica ICT Rooms. ■ advertentie KOELSTRATEN & CAGING Chameo Eco Logic™ Entrance Solutions WWW.CHAMEOLOGIC.COM Siemon introduceert OM4glasvezelkabelsystemen Siemon, leverancier van netwerkinfrastructuur, brengt verschillende nieuwe plug&play OM4-glasvezelkabelsystemen op de markt. De sys temen voorzien in een multi-modeoptie voor grotere afstand voor 10 Gbps-applicaties. Daarnaast voorzien de systemen in migratiemoge lijkheden voor 40 Gbps- en 100 Gbps-applicaties. De systemen zijn vooraf afgemonteerd met duplex trunkingkabels en worden in het veld voorzien van traditionele kabels en connectiviteit. Het bedrijf heeft de RazorCore-kabel gecombineerd met twaalfvezeli ge MTP-connectoren. De MTP-naar-MTP-kabelsystemen kunnen op maat worden geleverd en worden volgens Siemon in een kort tijdbestek geïnstalleerd. De systemen zijn beschikbaar in versies van 12 tot 144 vezels, waarbij een veelvoud van twaalf wordt gehanteerd. De systemen kunnen worden geconfigureerd op basis van applicatievereisten. Daarnaast maakt het bedrijf bekend ook zijn MTP-naar-LC, LC-naarLC en SC-naar-SC trunking-glasvezelkabelsystemen beschikbaar te stellen in OM4-configuraties. Met 10 Gbps MTP-naar-LC-systemen kunnen multivezel MTP-connectors integreren met LC- of SC-inter faces in bestaande netwerkapparatuur, terwijl de LC-naar-LC-trunks en SC-naar-SC-trunks voorzien in highperformance 10 Gbps-glasvezel koppelingen, zonder de complexiteit van het opnieuw afmonteren van de aanwezige kabels. ■ advertentie Politie krijgt afdeling datacenter AT&T koopt Amerikaanse tak T-Mobile AT&T neemt voor 39 miljard dollar de Amerikaanse tak van T-Mobile over van Deutsche Telekom. T-Mobile kocht onlangs nog voor 250 mil joen dollar een datacenter in East Wenatchee, Washington. Ook dit da tacenter komt door de overname in handen van AT&T. Het datacenter biedt ruim 35.000 m2 aan datacenterruimte. Daarnaast is er bijna 7000 m2 kantoorruimte aanwezig. AT&T zegt de overname te hebben gedaan om zijn kritieke infrastruc tuur in de Verenigde Staten te kunnen verstevigen. Zo wil het bedrijf de umts-zendmasten van T-Mobile gaan inzetten voor 4G-verbindingen via LTE. Deze moeten de huidige 3G-verbinding van T-Mobile gaan vervangen. ■ Schneider Electric koopt Summit Energy Services Schneider Electric neemt Summit Energy Services over. Hiervoor heeft het bedrijf een overeenkomst getekend. Het overgenomen bedrijf is ac tief in het uitbesteden van energie-inkoop en duurzaamheidsdiensten voor industriële, commerciële en institutionele organisaties. Door de overname krijgt Schneider Electric de beschikking over een klantgericht dienstenplatform om energiecontracten af te sluiten, de verslaglegging rondom energie te verzorgen en inzicht in het energie gebruik van organisaties te bieden. Daarnaast krijgt het bedrijf ook het online-platform dashboarDView in zijn bezit. Dit platform biedt energie- en duurzaamheidsrapportages, waarmee bedrijven hun energiegebruik en de -kosten en de effecten hiervan op het milieu kunnen beheren. ■ Nexans introduceert microbundelkabels Nexans heeft kabels op basis van een microbundelontwerp geïntrodu ceerd. De microbundel is een flexibele kleine buis die maximaal twaalf vezels bevat. De kabels hebben een kleine buigradius, waardoor het ge bruik van duurdere ‘bend insensitive’ vezels niet nodig is. De nieuwe technologie maakt de productie van kleine en lichte kabels mogelijk die even robuust zijn als traditionele ‘loose tube’-kabels. De be kabeling is voor zowel horizontale als verticale installaties bruikbaar en is leverbaar in een variant voor binnenshuis en een universele versie. De binnenshuisversie is volgende Nexans eenvoudig te installeren, ter wijl de universele variant onder meer waterbestendig is. De mantel is daarnaast uv-bestendig en dankzij glasvezels is de kabel ook bestand tegen knaagdieren. ■ Perf-IT monitort datacenter NedZone Perf-IT heeft van NedZone de opdracht gekregen voor de besturing en monitoring van het nieuwe datacenter dat momenteel in aanbouw is. NedZone te Steenbergen gaat een behoorlijke nieuwbouw plaatsen. Het nieuwe datacenter wordt verdeeld over drie bouwlagen en heeft een totale oppervlakte van 2250 m². De koeling is gebaseerd op het DFC2 (direct free cooling) van Stulz. De integrale monitoring en DCF2-besturing wordt geleverd door Perf-IT. Dit concept wordt al in een aantal datacenters in onder andere Ne derland ingezet. In ons land kan voor ruim 90 % van de tijd gebruik worden gemaakt van buitenlucht voor de koeling van een datacenter. Hierdoor zal de verwachte PUE zeer laag zijn. ■ Afgelopen maand te zien en te lezen op www.green-it-works.nl: OEC Power Distribution Units & Monitoring Software Om de ict-problemen bij de politie voorgoed te verhelpen moeten de huidige ict-systemen en -organisatie worden vervangen door een cen trale afdeling. Dit heeft de Korpsbeheerdersraad geadviseerd aan minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. De Korpsbeheerdersraad bestaat uit de burgemeesters van de grootste steden in Nederland. De afdeling moet Datacenter Politie Nederland gaan heten en wordt een nieuwe afdeling. Datacenter Politie Nederland wordt verantwoordelijk voor het beheer van alle ict-systemen die op een centraal punt draaien. De afdeling moet binnen drie jaar volledig zijn opgebouwd. De politie korpsen mogen van de Korpsbeheerdersraad dan ook niet meer investe ren in vernieuwing van de huidige ict-voorzieningen. De aanbevelingen volgen na een maandenlange computerstoring bij acht korpsen in Noordoost-Nederland. Hierbij werd een fout in één van de Citrix-servers maandenlang over het hoofd gezien en werd daarnaast te laat ingegrepen. ■ • All IT Rooms doet onderzoek naar energiebesparing • Verenigde Naties kiezen Microsofts ITPAC voor data center Nairobi • Microsoft beheert datacenters met gaming controller • Datacenter HP testomgeving voor groene technologie • Nieuwe tools Green Grid voor datacentermanagers WWW.OEC.NU Personalia prooij leidt silver peak in nederland Atos Origin biedt CO2neutrale hostingdiensten aan Silver Peak Systems, leverancier van WAN-optimalisatieoplossingen voor datacenteromgevingen, opent een vestiging in Nederland. Het kantoor moet als basis dienen voor sales, support en marketinginitiatie ven in Nederland, België, Luxemburg en de Scandinavische landen. Het bedrijf heeft Hugo Prooij aangesteld als sales manager voor de Benelux en de Nordics-regio. Daarnaast stelt het Exclusive Networks aan als distributeur voor de Benelux en de Scandinavische landen. De opening van het nieuwe kantoor is onderdeel van een wereldwijde uit breiding van het bedrijf. ■ IT-dienstverlener Atos Origin gaat CO2-neutrale hostingdiensten aan bieden. Met de diensten wil de dienstverlener klanten ondersteunen bij het realiseren van een duurzamere bedrijfsvoering. Atos Origin zegt drie stappen te hebben ondernomen om de CO2-neu trale hostingdiensten te realiseren. Het bedrijf heeft PUE doorgevoerd in al zijn datacenters, waardoor deze efficiënter omgaan met energie. Daarnaast wil het bedrijf een CO2-auditprogramma doorvoeren voor al zijn datacenters. Hiermee wordt de CO2-uitstoot van de verschillende datacenters in kaart gebracht. Tot slot gaat het bedrijf via de Carbon-Neutral Company de uitstoot van 117.000 ton CO2 compenseren door investeringen te doen in een windturbineproject in de Thar-woestijn in India. ■ van son projectleider all it rooms All IT Rooms heeft Richard van Son aangetrokken. Van Son gaat de rol van projectleider vervullen. Het aantrekken van de nieuwe medewerker was volgens All IT Rooms noodzakelijk door de snelle groei van het aantal opdrachten. Voorheen was Van Son actief voor onder andere Getronics, Koning & Hartman en ICT Room. Van Son is sinds februari in dienst bij All IT Rooms. ■ advertentie People are the basis for our success: clients, employees, partners and stakeholders. And many other people whose lives we want to improve through our work. That is what makes us a people’s business. Close to the markets, in which our clients operate and close to their projects, in which we are personally involved. Worldwide, local Tebodin. Always close. Datacenter services Our ability to offer consulting and engineering services provides our clients with a single point of contact for all their needs. Our datacenter specialists are on hand with the experience Part of Royal BAM Group and expertise necessary to assist in the selec- Tebodin always close tion, development, design, construction and maintenance of datacenters on both greenfield and brownfield sites. For further information please contact Bramske Dudok van Heel via [email protected] www.tebodin.com Ziekenhuisgroep Twente vernieuwt datacenters R&M wint iF Product Design Award 2011 R&M, fabrikant van bekabeling, heeft de iF Product Design Award 2011 gewonnen met de Cat 6A-module. De prijs werd toegekend voor het ontwerp, de prestaties en het installatiegemak van de module. R&M kreeg de prijs op de eerste dag van de CeBIT 2011, de ict-beurs die begin maart plaatshad in Hannover. De Cat 6A-module is een RJ45-verbinding voor 10 Gb-netwerken gericht op onder andere datacenters. De behuizing bevat techniek om hoge-frequentiecommmunicatiesignalen over twisted-pair koperbeka beling te verzenden. Daarnaast bevat de module een piramidevorming contactblok en afschermende segmenten die elektromagnetische inter ferentie tussen de aderen reduceert. ■ Emerson helpt datacenters recyclen Emerson Network Power presenteert Recycling Ratios: the next step for datacenter sustainability. Met het positioneringsdocument wil het bedrijf datacentermedewerkers ondersteunen bij de reductie van vaste afvalstof, wat volgens Emerson een belangrijk duurzaamheidissue is. Ook introduceert het bedrijf een online-calculator waarmee datacen termedewerkers informatie kunnen krijgen over de aanpak die in het document naar voren komt. Het positioneringsdocument geeft formu les om de materiaalinput en –output te meten, inclusief de elementen die nodig zijn voor de besturing van het datacenter. Recycling Ratios biedt volgens Emerson een methode om de efficiën tie te meten in de loop der tijd. Zo kan van de startup van een data center tot apparatuurvervanging na een jaar of zeven en een eventuele verhuizing worden gemeten. ■ Nexans benoemt Simac tot VAR-partner Nexans Cabling Solutions heeft Simac Electronics per april 2011 benoemd tot VAR (value added reseller). Hierdoor biedt Simac klanten een totaaloplossing voor zowel de glasvezel- als de koperinfrastructuur van een datacenter. Simac Electronics gaat onder andere kabels, patchkabels, pre fab multikabels, connectoren, panelen, outlets en high density patchracks (ODF) leveren. Deze vallen in de categorie 5E, 6, 6A, 7 en 7A. ■ OEC Power Distribution Units & Monitoring Software De Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) gaat zijn datacenters up graden. De verouderde serveromgevingen worden vervangen door een unified computing-omgeving van Cisco. De omge ving bestaat uit 2 Cisco-controllers en 33 Cisco-bladeservers. De oplossing moet ZGT meer schaalbaarheid en flexibiliteit geven. Daarnaast worden server-, netwerk-, storage- en virtua lisatie-mogelijkheden in één systeem gecombineerd. De orga nisatie beschikt over een datacenter in Almelo en Hengelo. ■ WWW.OEC.NU All IT Rooms, DatacenterWorks, Rittal, Stulz en Technalia presenteren dé portal voor groene IT en groene data centers Green IT Works is de enige Nederlandse portal die is gericht op groene IT en groene datacenters. Met dagelijks: - nieuws - achtergronden - blogs - video - whitepapers - en meer Green IT Works is een initiatief van All IT Rooms, DatacenterWorks, Rittal, Stulz en Technalia. Wilt u altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws op het gebied van groene IT en groene datacenters? Ga dan nu naar www.Green-IT-Works.nl De komende maanden zijn er verschillende mogelijkheden om dicht bij huis kennis te maken met Bicsi. Op het moment dat u dit leest is het DatacenterWorks Jaarcongres in Tiel net achter de rug. Van 6 tot 8 juni heeft in Edinburgh de Bicsi European Conference & Exhibition plaats. Verder is er een ReMember-programma geïntroduceerd om meer mensen kennis te laten maken met de vereniging. Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi. Maak kennis met Bicsi Tijdens het DatacenterWorks Jaarcongres beantwoordden eindge bruikers, aanbieders en sprekers van beroepsverenigingen (waaron der Bisci) actuele vragen over zowel het ontwerpen en inrichten van nieuwe datacenters, als het optimaliseren van bestaande. Belangrijk om te vermelden voor de Bicsi-leden is het feit dat deelname aan dit gratis congres hen CEC's (Continuing Education Credits) opleverden voor de persoonlijk behaalde certificeringen, zoals de RCDD-titel. Bicsi 2011 European Conference & Exhibition In de vorige DatacenterWorks stond al een aantal belangrijke onder werpen uit het programma van de Bicsi European Conference & Ex hibition in Edinburgh. Het volledige programma is te vinden op de website www.bicsi.org, waar geïnteresseerden zich tegelijkertijd voor deelname kunnen registreren. In totaal worden er van 6 tot en met 8 juni maar liefst dertien diep gaande presentaties over de techniek en de ontwikkelingen op het gebied van netwerkinfrastructuren gegeven. Verder gaat een aantal installateurs de strijd met elkaar aan om de Bicsi Cabling Skills Chal lenge te winnen en zijn er veel mogelijkheden om met collega-profes sionals te netwerken en businesskansen te bespreken. BICSI ReMember Om meer collega's en andere vakgenoten kennis te laten maken met de ledenvoordelen heeft Bicsi speciaal voor Europa het ReMemberprogramma gelanceerd. Dit programma loopt tot 30 april en komt erop neer dat bestaande leden worden beloond wanneer ze nieuwe leden aanbrengen. Kortom een initiatief gericht op het stimuleren van het bekende ‘ons kent ons’-principe, dat de basis vormt voor veel nonprofitverenigingen. De te verdienen bonus moet echter wel worden besteed aan Bicsi-producten. Uiteraard is meer informatie over het ReMember-programma eveneens op de Bicsi-website te vinden. Voor meer informatie over Bicsi en de ledenvoordelen kunt u binnen Nederland terecht bij: Joop Ierschot, RCDD, Benelux Country Chair, via: [email protected] Gertjan Roozeboom, RCDD, via: [email protected] dcw april | bicsi FenceWorks, de uitgever van DatacenterWorks, organiseerde in sa menwerking met Bicsi Europe en de sponsoren Emerson Network Power, All IT Rooms en R&M op 15 april een leerzaam congres over de ontwikkelingen op het gebied van datacenters en andere compu terruimten. Een uitgebreid verslag van dit evenement leest u in de volgende DatacenterWorks. Dat er veel ontwikkelingen zijn en aankomen blijkt onder andere uit de drie belangrijkste prioriteiten op de agenda’s van CIO’s volgens een recente publicatie op www.cio.nl, te weten: 1. de behoefte aan meer bandbreedte; 2. het moeten managen van meer apparaten en gebruikers, vooral mobiele; 3. het benutten van de voordelen die cloudcomputing biedt. 45 Bouw NAP of Amsterdam (3) Pand ondergaat metamorfose de medewerkers van bam maken grote vorderingen bij de bouw van het nap of amsterdam op schiphol. de toegangseisen zijn aangescherpt en de betrokken medewerkers van terremark krijgen werkplekken in het bouwdorp, uitkijkend op het snel veranderende bouwterrein. eind april moet de civiele bouw zijn afgerond, daarna begint de inrichting van het pand onder leiding van hoofdaannemer mercury. dcw april | praktijk Hans Vandam is freelancejournalist 46 In DatacenterWork nummer 1, 2011 heb ben we de bouw van Terremarks NAP of Amsterdam op Schiphol geïntroduceerd. De komende maanden wordt er hard ge werkt om één van de grootste datacenters van Nederland te realiseren. En dat proces volgen we op de voet, in zowel tekst als beeld. In aflevering 2 stond het ‘groene as pect’ centraal en in deze de afronding van de civiele bouw. Op het Schipholterrein zijn ruim vijfhonderd bedrijven gevestigd. Het NAP of Amsterdam is van deze bedrijven het enige datacenter en claimt met deze locatie internationale zicht baarheid en herkenbaarheid. Het bouwen (van een datacenter) op Schiphol is echter ge bonden aan allerlei restricties. Eerder gingen we in op de milieueisen, maar behalve het milieu is ook het aanzicht erg belangrijk. Een welstandscommissie heeft daarvoor een aantal regels opgesteld, die onder meer afdwingen dat er vanaf de aanpalende snelweg (A9) geen storende elementen zichtbaar mogen zijn. Omdat wordt gestreefd naar een uniforme uitstraling van de gebouwen treft Terremark een aantal maatregelen. Zo wordt er, onder andere om de koelinstallatie aan het oog te 1. De 'nullen en enen' die worden gebruikt voor het metaalkleurige hek dat om het pand wordt geplaatst. onttrekken, rondom het pand een hoog, me taalkleurig hek met allemaal nullen en enen geplaatst (af beelding 1). Maar zover is het nog niet. analyses Bij de bouw van het datacenter moesten aller eerst de oorspronkelijke inboedel en muren worden verwijderd om het pand te strippen. Er zaten gaten in de betonvloer van onder an dere afwasmachines, die gevuld zijn met ge wapend beton. De achterkant van het pand is weggehaald, omdat hier extra ruimte wordt gecreëerd voor de elektrotechnische instal latie, inclusief ups-systemen en generatoren van het datacenter (af beelding 2). Gedurende de bouw zijn er continu analyses gedaan om de vorderingen in de bouwplan nen en de efficiëntie te meten. Uit één ana lyse bleek dat het voor de luchtstroom beter was de koelsystemen aan de rechterkant te 2. De achterkant van het pand is weggehaald, omdat hier extra ruimte wordt gecreëerd voor de elektrotechnische installatie, inclusief upssystemen en generatoren van het datacenter. 4. Voor eind april staat de afronding van civiele bouw gepland en dan moet ook de fundering gereed zijn. gedaanteverwisseling Eind april staat de afronding van de civiele bouw gepland. Dan zal de fundering van de uitbouw gereed zijn en is het pand aan de bui tenkant dicht (af beelding 4). Ook zal de ge vel een gedaanteverwisseling ondergaan. Nu wordt deze nog gekenmerkt door laadpunten voor vrachtwagens, maar eind april moet daar het ontvangstpunt voor klanten zijn ver rezen. Vervolgens wordt de elektrische en mechanische apparatuur geïnstalleerd, zoals switching-apparatuur, koelmachines, blusin stallaties en luchtbehandelinginstallaties. “Omdat de direct betrokken medewerkers van Terremark nu over werkplekken in het bouwdorp beschikken, begint het voor ons steeds meer te leven. Het is echt een enorme bron van motivatie en enthousiasme. Ieder een kijkt uit naar het moment dat we het da tacenter in gebruik nemen”, vertelt Eric Lisi cia, VP datacenters Europe bij Terremark. veiligheidsschoenen. Zonder deze uitrusting mag je het terrein niet betreden. Na het af ronden van de training mogen bezoekers, let wel, zelfstandig rondlopen in de keten en onder begeleiding een kijkje nemen op het bouwterrein. In het volgende nummer wordt nader ingegaan op de techniek en de instal laties. bezoekers Voor nieuwsgierige medewerkers of buiten staanders is het niet toegestaan zomaar even een kijkje te gaan nemen. Ook in deze fase is het beveiligingsniveau al vrij hoog. Alle be zoekers krijgen een badge en moeten voor dat zij het bouwterrein betreden een training volgen over beveiliging, risico’s en de bij behorende PPE (personal protection equip ment), zoals een beveiligingsbril, een vest en "Het is echt een enorme bron van motivatie en enthousiasme." dcw april | praktijk installeren in plaats van aan weerszijden van het pand. Op basis daarvan is, al na de start van de bouw, de beslissing genomen alsnog de koelinstallaties aan de rechterzijde neer te zetten (af beelding 3). Daarnaast zijn er diep gaande risicoanalyses gemaakt over de vei ligheid van het datacenter in relatie tot lan dingsbanen, aanvliegroutes en waterstanden bij een eventuele overstroming. 3. De koelinstallaties worden aan de rechterzijde van het gebouw geplaatst. 47 weet u hoeveel overcapaciteit uw datacenter heeft? waarschijnlijk veel meer dan u zich realiseert. natuurlijk, een beetje rek moet erin zitten. maar hebt u zich wel eens afgevraagd of alles wat er in uw rekencentrum staat ook daadwerkelijk nodig is? neem van mij aan, het is de moeite waard. het kan op jaar basis 50 % op uw energierekening besparen. Loek Wilden is Systems Engineer bij APC by Schneider Electric dcw april | column Het kan 50 % goedkoper! 48 Even recapituleren. Rond datacenters voeren momenteel drie items de boventoon: virtualisatie, rationalisatie en consolidatie. Hoewel elk van deze onderwerpen een eigen specifiek aandachtsgebied heeft, draaien ze in de kern van de zaak om hetzelfde. Meer doen met minder. Wie servers en apparatuur de deur uit doet, kan de energierekening flink omlaag brengen. Maar of daarmee ook maximaal wordt bespaard ….? In de praktijk leidt virtualiseren ertoe dat het aantal servers in het rekencentrum fors wordt teruggebracht. Prima uiteraard, maar daarmee wordt wel de fysieke infrastructuur veel minder efficiënt. De racks blijven immers gewoon staan, de voeding van de racks blijft intact, en hetzelfde geldt voor andere zaken als kabels, koeling, elektriciteitsvoor ziening. Daar ligt een enorm besparingspotentieel. Ooit werd bij de inrichting van het datacenter uitgegaan van de maximaal te verwachten belasting. 1 kW per rack was de vuistregel. De facilitaire dienst legde daar een marge bovenop. Pieken moesten immers kunnen worden opgevangen. Daardoor werd destijds een infrastructuur aangelegd die voorzag in 1,5 kW per rack. Dubbel uitgevoerd natuurlijk, want een kabelbreuk of defecte voeding mocht de bedrijfsvoering niet verstoren. Dit betekent dat de energievoorziening van een rack standaard een overcapaciteit heeft van 150 tot 200 %. Dat geldt voor elk rack, voor elke rij, en daarmee dus voor de totale ruimte. Die overcapaciteit verdubbelt op het moment dat het aantal servers door virtu alisatie wordt gehalveerd. Dat is een simpel sommetje. En soortgelijk rekenwerk gaat op voor de koeling van uw datacenter. Ook die is ooit berekend op de maximale belasting. Na het virtualiseren is veel minder koeling vereist. Hetzelfde geldt voor het vloeropper vlak. Deze overdaad staat haaks op de ITIL-aanpak die uitgaat van het ‘just in time’-principe. Te weinig wordt nog beseft dat dit JIT-principe ook bij (ver)bouw van het datacenter kan worden toegepast. Vandaag capaciteit kopen die u pas ‘morgen’ nodig hebt, is niet verstandig, want we willen de Capex & Opex zo laag mogelijk houden. ‘Morgen’ capaciteit te kort komen, is nog minder gewenst. Met goede capaciteitsplanning zijn beide situaties te voorkomen. Er zijn inmiddels tools voorhanden voor het plannen van de benodigde capaciteit. Deze programma’s geven nauwkeurig aan wat u nodig hebt en wellicht nog belangrijker, op welk moment u het nodig hebt. ‘Just in time’ in het rekencentrum kan u flinke besparingen opleveren. Win een iPad2 Laat uw contactgegevens achter op www.ictroomflex.nl Gebruik actiecode: flex50 Dé compacte computerruimte die flexibel meegroeit 2015 2011 Voorbeeld Startconfiguratie – Fase 1 2013 Voorbeeld Groeiconfiguratie – Fase 2 Voorbeeld Eindconfiguratie – Fase 3 ICTroom FLEX is door onze ingenieurs specifiek ontworpen en ontwikkeld als ‘Pay as you Grow’ computerruimte. Energie efficiëntie, modulair, schaalbaar en compact zijn enkele van de vele kenmerken van ICTroom FLEX. Configuraties met in aanvang enkele systeemracks kunnen veilig en zonder down-time worden uitgebouwd tot een robuuste IT omgeving. > Starten met 6 systeemracks en gefaseerd doorgroeien naar 20 systeemracks? > Starten met 20 kW en flexibel uitbreiden naar 80 kW aan power en koeling? > OBF (Off-Balance Leasing) tegen een vast bedrag per maand? ICTroom FLEX wordt in concept direct bij u aan tafel geconfigureerd. Bel +31 (0)20 820 3000 of reserveer voor deze unieke ervaring op www.ictroomflex.nl Met ICTroom FLEX kiest u voor een technisch en financieel verantwoorde inrichting van uw computerruimte. ICTroom FLEX groeit niet alleen flexibel mee met de vraag naar meer racks, power, koeling en beheer, maar sluit ook naadloos aan op doelstellingen ten aanzien van MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Go FLEX! Tokyostraat 27-29 | 1175 RB Lijnden | T +31 (0)20 820 3000 | [email protected] | www.ictroom.nl InRow koelingopties zorgen voor meer energie efficiëntie. Onze InRow-units zijn verkrijgbaar als vloer- of plafondmodel (vloermodel hier weergegeven). Uw bedrijfsbehoeften en IT-belasting zijn dynamisch. Voortaan is uw koeling dat ook. Even voorstellen: Uitgebreide en flexibele koelingopties van APC by Schneider Electric voor uw on-demand koelingbehoeften De warmte in datacenters loopt meer en meer op Racks staan vol met apparatuur, met als gevolg de hoogste rackvermogensconcentraties ooit. Het resultaat: een ongeëvenaard hitteniveau in elke rij. Ondertussen heeft de virtualisatie haar intrede gedaan, wat leidt tot een dynamische belasting en wisselende hotspots. Het wordt moeilijker om deze uitdaging het hoofd te bieden met alleen traditionele verhoogde vloeren en perimeterkoeling. Hoe kunt u dan voor voldoende koeling zorgen op de plekken waar dat nodig is? En hoe kunt u de koeling stroomlijnen om de energiekosten tot een minimum te beperken? APC by Schneider Electric™ levert de efficiënte en doeltreffende oplossing die u nodig hebt: InRow™-koeling. InRow-units zijn verkrijgbaar in twee modellen: vloermodellen en onze nieuwe plafondmodellen, die allebei voor afkoeling van hittebronnen zorgen. De flexibiliteit van de InfraStruxure architectuur: Ventilatoren met variabele snelheden verlagen de hitte en verbeteren de efficiëntie Sensoren op het rack controleren de temperatuur en verschaffen u real-time informatie over waar de hittebron zich bevindt. Wanneer de hittebelasting zich in de kamer verplaatst, passen de ventilatoren met variabele snelheden zich automatisch aan om aan de vraag te voldoen. Door de koeling nauw af te stemmen op de hittebelasting, gebruikt u de koeling die nodig is op de juiste plaats en op het juiste moment. Ook zorgt u voor minder verspilling, omdat wordt voorkomen dat warme en koude lucht zich vermengen waardoor er geen hotspots ontstaan. U verbetert de efficiëntie en vermijdt overmatige koeling. De plafondunits bieden u de koeling die u nodig hebt binnen de bestaande ruimte. Modulair ontwerp biedt maximale flexibiliteit De schaalbare, modulaire InRow-koelingunits kunnen eenvoudig en snel worden gebruikt als basis van uw volledige koelingarchitectuur. Of kunnen binnen een bestaand datacenter worden geplaatst naast de bestaande perimeterkoeling voor een high-density ruimte met hoge dichtheid. In dit soort hybride-omgeving hoeft u niet van voren af aan te beginnen en de installatie gebeurt snel en eenvoudig, waardoor u uw IT on-demand aan uw bedrijfsbehoeften kunt aanpassen. Maak van elke kamer een datacenter van wereldformaat. InfraStruxure kan worden gebruikt als een standalone, modulaire, schaalbare, op maat gemaakte oplossing die eenvoudig ontworpen, gebouwd en geïnstalleerd kan worden door kleine, opstartende datacenters. Verleng de levensduur van uw datacenter. Bestaande datacenters kunnen InfraStruxure onderdelen toevoegen aan de bestaande architectuur en, voor een nog hogere optimalisatie, onze management software gebruiken. Uitbreiding met de modulaire architectuur voor grote datacenters. Middelgrote/grote omgevingen kunnen InfraStruxure inzetten als een ‘pay-as-you-grow’, schaalbare architectuuroplossing met zones. Next Generation InfraStruxure InRow-koeling maakt deel uit van de Next Generation InfraStruxure™- oplossing, de unieke, schaalbare, aanpasbare en on-demand datacenterarchitectuur van APC by Schneider Electric. Download white paper ‘Calculating Total Cooling Requirements for Data Centres’ en maak kans op een Lenovo® all-in-one touch screen PC! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 85698t Tel 0800-020-3244 • Fax 0347-325225 ©2011 Schneider Electric. Alle rechten voorbehouden. De merken Schneider Electric, APC, InRow, en InfraStruxure zijn eigendom van Schneider Electric Industries SAS of de aan haar gelieerde ondernemingen. Alle overige merken zijn eigendom van de desbetreffende eigenaren. APC Benelux – Postbus 219 – 4130 EE Vianen – Nederland • 998-5048_NL
© Copyright 2024 ExpyDoc