Aanpassing AOW-leeftijd - Actuarieel Genootschap

AANPASSING AOW-LEEFTIJD
Inleiding
Het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) publiceert elke twee jaar een overlevingstafel
aan de hand waarvan een inschatting kan worden gemaakt van de ontwikkeling van de
resterende levensverwachtingen voor verschillende leeftijden. In haar laatste publicatie
“Prognosetafel AG2014”, heeft het AG aandacht gegeven aan een eventuele verhoging
van de toekomstige AOW-leeftijd in het jaar 2024. Op basis van de Prognosetafel
AG2014 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd heeft het AG geconcludeerd
dat een aanpassing van de AOW-leeftijd in het jaar 2024 waarschijnlijk niet nodig is.
Verhoging van AOW-leeftijd
In de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd wordt de hoogte van de AOW-leeftijd
aan de resterende periodelevensverwachting op 65-jarige leeftijd gekoppeld. In de wet
staat dat deze koppeling, na een vaste stapsgewijze verhoging tussen 2014 en 2023 tot
67-jarige leeftijd, voor het eerst plaatsvindt op 1 januari 2024. De eventuele verhoging
van 0,25 jaar (3 maanden) hangt af van de uitkomst van de formule uit die wet:
V = (L – 18,26) – (P – 65)
Waarin:
V de periode is waarmee de pensioengerechtigde leeftijd wordt verhoogd;
L de geraamde macro gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in
het kalenderjaar van verhoging is;
P de pensioengerechtigde leeftijd in het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar
van verhoging is.
Indien V negatief is of minder dan 0,25 bedraagt, wordt de AOW-leeftijd niet aangepast.
Indien V 0,25 of meer bedraagt, wordt de AOW-leeftijd met drie maanden verhoogd.
De in de wet genoemde referentiewaarde 18,26 is een eerder door het CBS bepaalde
waarde van de “macro gemiddelde resterende levensverwachting” over de periode 2000
t/m 2009, dus een gemiddelde over tien jaar.
Verhoging AOW-leeftijd volgens het AG
Het AG heeft in haar publicatie aandacht gegeven aan deze formule. In Appendix B van
de publicatie “Prognosetafel 2014” staat vermeld dat ook latere ramingen L zullen zijn
gebaseerd op gemiddelden over een periode van 10 jaar, zoals de wet bij de uitleg van L
suggereert. De eventuele verhoging in 2024 zou, zoals het AG op basis van de uitleg van
L heeft geconcludeerd, dus moeten afhangen van de gemiddelde resterende
levensverwachting in de periode 2014 t/m 2023. In de publicatie is dit benaderd door de
resterende levensverwachting op 1 januari 2019 te nemen.
Memorie van Toelichting
De wet heeft een Memorie van Toelichting. Het daarin verwerkte rekenvoorbeeld geeft
een andere interpretatie van deze wet. Toekomstige ramingen van L zijn daarin niet
meer gebaseerd op het gemiddelde over een periode van 10 jaar, maar op basis van een
enkele waarde: de in 2019 geprognosticeerde levensverwachting van een 65-jarige in
2024. Op basis van de Prognosetafel AG2014 zal deze interpretatie in de Memorie van
Toelichting tot een stijging van de AOW-leeftijd in 2024 leiden.
Het verschil in uitkomst is daarmee te herleiden tot de verschillende invalshoeken van
waaruit de wet wordt geïnterpreteerd: een in de Memorie van Toelichting voorgeschreven
interpretatie of een –in de ogen van het AG- consistente wijze van interpretatie.