Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Voor Van Betreft Datum Versie Status MT/GMR/Raad van toezicht bestuurder Bestuursformatieplan 2014-2015 25 april 2014 1.5 definitief Aanleiding Periodiek (jaarlijks) beleidsproces, conform jaarplanning. Plaats in het proces Gremium MT Status Meningsvormend Opmerkingen Op basis van kerngegevens en uitgangspunten; afspraak om tot gezamenlijke aanpak knelpunten te komen. MT Adviserend Gericht op aanpak knelpunten GMR Adviserend OGMR GMR Instemmend PGMR RvT Informerend Ter informatie, want geen voornemen aanzienlijk deel van de formatie. tot ontslag van Overwegingen 1. In dit bestuursformatieplan voor het seizoen 2014/15 is ook een vooruitblik voor de jaren 2015, 2016 en 2017 gemaakt. In lijn met de p&c cyclus wordt medio zomer jaarlijks de meerjarenbegroting geactualiseerd. Hierin wordt de balans gezocht tussen baten en lasten. 2. De actuele omvang van de formatie is ongeveer 115 fte, op dit moment is de inschatting dat per aug 2014 er 108 fte in vaste dienst is (dus exclusief de huidige flex-contracten en inclusief het reeds aangekondigde natuurlijk verloop). 3. Het personele budget mag niet hoger zijn dan 82% van de baten en zal in de komende jaren verder moeten dalen tot ongeveer 80%. Hiermee wordt de financiële balans gerealiseerd tussen personele en materiele lasten in relatie tot de verwachte baten. 4. Bij de reductie van de personele lasten wordt het rechtstreeks werken in en met de klas (groep) zoveel mogelijk ontzien. Bovendien wenst het bestuur de toedeling van personeel meer te stoelen op sleutelfuncties/ratio’s. 5. De reductie van formatie wordt zoveel mogelijk langs de weg van het natuurlijk verloop gerealiseerd. De reductie van formatie wordt veroorzaakt door dalende leerlingenaantallen vanwege krimp en verhuizingen. 6. Het bestuur spant zich in om medewerkers met zgn flex-contracten voor de Stichting te behouden. Tegelijkertijd streeft het bestuur naar een blijvende flexibele schil in de formatie; hierbij wordt gedacht aan ongeveer 3 a 4 fte maximaal. 7. Gelet op fluctuaties tussen de scholen is er regelmatige interne mobiliteit noodzakelijk van het personeel in vaste dienst; deze mobiliteit wordt behandeld als een kwaliteitsoperatie. D.w.z. de individuele medewerker zit in haar kracht en heeft wat te bieden en de vragende school heeft een concreet en aantrekkelijk aanbod. De jaarlijkse wenseninventarisatie wordt hiervoor gebruik . 8. Professionaliteit, werkdruk en ziekteverzuim zijn nauw verweven onderwerpen. Ten behoeve van het werkbaar maken en houden van de professionaliteit is het schoolbestuur bezig met het ontwikkelen van een professioneel statuut. Daarmee heeft het schoolbestuur haar instrumentarium in deze gecompleteerd. 9. Met de partners van ‘Personeelsvoorziening Twente’ (PVT) wordt momenteel gewerkt aan het uitbouwen van de PVT tot een regionaal mobiliteitscentrum. Daarmee wordt het Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 1/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend instrumentarium t.b.v. mobiliteit verder geprofessionaliseerd. Besluit 1. Het MT van de stichting adviseert positief over het voorliggende BFP2014/15. 2. De GMR van de Stichting adviseert positief en de personeelsgeleding van de GMR stemt in met het voorliggende BFP2014/15. 3. De bestuurder van de Stichting stelt het BFP2014/15 vast. Uitvoeringsafspraken 1. Het MT heeft over het BFP gesproken op dd 11 mrt 2014, gericht op wenselijke nieuwe beleidsuitgangspunten. De knelpunten per school zijn geïnventariseerd. Deze zullen in de komende periode (tot aan de zomer) binnen de kaders van het BFP2014/15 worden aangepakt. 2. De GMR heeft het BFP besproken in haar vergadering van 24 april. De personeelsgeleding stemt in met het BFP. 3. De Raad van Toezicht van de Stichting heeft het concept BFP2014/15 besproken tijdens haar vergadering van 15 april 2014 (informatief). 4. De bestuurder van de Stichting stelt het BFP14/15 aansluitend vast. (26 april 2014) 5. In de komende maanden zal de bestuurder een rondgang maken om de hoofdlijnen van het BFP14/15 aan de onderwijsteams te presenteren en met de teams het gesprek te voeren over professionaliteit, werkdruk, resultaatsturing en autonomie; maar ook actuele onzekerheden met grote personele uitwerkingen, zoals nieuwe cao, bapo, krimp, kleine scholen. Consequenties Financieel 1. De opgenomen financiën en personele inzet zijn conform de begroting 2014. Consequenties Personeel 1. In het schooljaar 2014-2015 zal aan alle personele verplichtingen worden voldaan. Er zal medio 2014 interne mobiliteit noodzakelijk zijn. Deze zal zoveel mogelijk op basis van vrijwilligheid worden georganiseerd. 2. Met het oog op de verwachtte teruggang van leerlingen zal terughoudend worden omgegaan m.b.t. het aangaan van vaste personele verplichtingen. 3. Er worden geen vacatures opengesteld, na afronding van de noodzakelijke interne mobiliteit, kan vastgesteld worden of en in welke omvang aanvullende formatie ingezet kan worden. Hierbij wordt voorrang gegeven aan de huidige medewerkers op een flex-contract. 4. Huidige medewerkers op een zgn flex-contract krijgen na een positieve beoordeling, voorrang ingeval er formatieruimte ontstaat. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 2/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Bestuursformatieplan Stichting ROOS 2014-2015 Stichting ROOS Bestuursbureau Postbus 48 7460 AA Rijssen T F E I 0548 538 670 0548 538 679 [email protected] www.roos-twente.nl Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 Bestuursnummer : 41476 Auteur : Stichting ROOS Datum : 25 april 2014 Versie : 1.5 3/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Inhoud 1. Inleiding .................................................................................................................... 5 1.1 1.2 2. Algemeen .............................................................................................................. 5 Resultaten ............................................................................................................. 6 Bestuursbeleid ........................................................................................................... 8 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 Taak- functiedifferentiatie en competentiemanagement .............................................. 8 Formatieontwikkeling en mobiliteit ........................................................................... 9 Gebalanceerde professionele schoolteams ............................................................... 10 Professionalisering................................................................................................ 11 Behoud jonge leerkracht ....................................................................................... 11 Opleiden in de school: Broedplaats, kweekvijver, ..................................................... 11 Functiemix .......................................................................................................... 12 3. Toewijzing van de middelen ..................................................................................... 13 4. Passend onderwijs ................................................................................................... 14 5. Personele inkomsten................................................................................................ 15 5.1 Rijksbijdragen OCW .............................................................................................. 15 5.1.1 Personele lumpsum............................................................................................................... 5.1.2 Budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid .............................................................................. 5.2 Zorgmiddelen ...................................................................................................... 15 5.2.1 Middelen uit het samenwerkingsverband ................................................................................. 5.2.2 Leerling Gebonden Financiering .............................................................................................. 5.3 Overige baten ...................................................................................................... 16 5.3.1 Overige Rijksbijdragen .......................................................................................................... 6. Schooljaar 2014-2015 .............................................................................................. 17 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Personele inzet op Stichtingsniveau ........................................................................ 17 Functionele formatie ratio...................................................................................... 19 Geen plaatsing in het risico dragend deel van de formatie ......................................... 21 Formatie in meerjarig perspektief ........................................................................... 21 Toekomstperspectief ............................................................................................. 21 7. Ontwikkeling leerlingenaantallen ............................................................................ 22 8. Besluiten en medezeggenschap ............................................................................... 23 Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 4/23 15 15 16 16 16 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 1. 1.1 Inleiding Algemeen Het bestuursformatieplan geeft de geplande inkomsten en uitgaven op het personele vlak weer van Stichting ROOS. In de besteding van de personele inkomsten is het beleid omtrent het personeel en de verdeling van de personele middelen verwerkt. Het bestuursformatieplan heeft betrekking op het schooljaar 2014/2015. Het bevoegd gezag is op grond van het gestelde in de CAO Primair Onderwijs, onderdeel formatiebeleid, eveneens verplicht tot het opstellen van de Meerjaren formatieplanning voor de komende vier schooljaren. In dit bestuursformatieplan is een eerste vooruitblik gemaakt naar de drie hiernavolgende schooljaren. Hierin zijn nog geen aanvullende maatregelen doorgevoerd, om een juiste balans van baten en lasten te kunnen borgen. In het bestuursformatieplan worden de aan het bestuur toegekende inkomsten in geld weergegeven. Het door het bestuur en het directieoverleg vastgestelde beleid is in het formatieoverzicht verwerkt. De inkomsten en uitgaven zijn opgenomen zoals bekend op het moment van opstellen van dit plan. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 5/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 1.2 Resultaten In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven voor de komende kalenderjaren weergegeven. De cijfers zijn gebaseerd op de vastgestelde begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2014 – 2017, vastgesteld medio 2013, op basis van de realistische leerlingenprognose. Exploitatiebegroting Baten 3.1 (Rijks)bijdragen OC&W 3.2 Overige overheidsbijdragen 3.5 Overige baten Realisatie 2012 € Realisatie 2013 € Begroting 2014 € Begroting 2016 € Begroting 2015 € 8.613.620 34.810 360.9364 8.663.661 59.727 270.138 8.833.958 47.723 312611 8.636.889 38.631 291.454 7.774.583 15.500 397.244 7.503.333 15.500 392.054 9.009.364 8.993.526 9.194.292 8.966.974 8.187.327 7.910.887 7.413.287 108.657 707.782 698.897 7.366.885 151.125 663.552 676.728 7.395.757 185.321 687.784 665.939 7.266.265 206.244 655.736 664.529 6.672.672 190.000 652.000 670.000 6.368.264 190.000 652.000 670.000 8.926.623 8.858.290 8.934.801 8.792.774 8.184.672 7.880.264 Saldo baten minus lasten 80.741 133.783 259.491 174.200 2.655 30.623 Saldo financiële baten en lasten 18.224 17.966 10.158 -5.700 8.000 8.000 98.965 151.749 269.649 168.500 10.655 38.623 Totaal baten 4.1 4.2 4.3 4.4 Realisatie 2011 € Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo exploitatie Bovenstaande tabel is voor de jaarschijven 2015 en 2016 gebaseerd op de meerjarenbegroting 2014-2017, vastgesteld medio 2013. Daarin zijn de extra inkomsten voortkomend uit de diverse najaarsakkoorden 2013 (nog) niet verrekenend. Bovendien wenst het schoolbestuur vast te houden aan de overeengekomen systematiek van Planning en Control binnen de stichting. Overigens geeft de tabel een helder inzicht welke de effecten zijn, indien onverhoopt de extra baten geen struktureel karakter krijgen. Dat betekent dat het schoolbestuur zich genoodzaakt ziet de omvang van de personele kosten drastisch te reduceren. Beleidsmatig zal er op het personele vlak rekening moeten worden gehouden met een dalend budget vanwege de leerlingendaling, hoe groot de daling werkelijk zal zijn, hangt sterk af van het feitelijke aantal ingeschreven leerlingen. Voor de meer jaren doorkijk hanteert het schoolbestuur de overzichten zoals beschikbaar gesteld via het Platform Arbeidsmarktbeleid Primair Onderwijs (september 2013), www.scenariomodelpo.nl . Voor de jaren 2014 - 2017 is nog niet duidelijk op welke wijze de extra middelen uit de diverse najaarsakkoorden van 2013 zullen doorwerken. De vraag kan zelfs opgeworpen worden of deze extra middelen door gebrek aan overeenstemming in de sector m.b.t. Sectorakkoord en cao, niet komen te vervallen. De invulling van vacatures (inclusief vervanging), het aangaan van verplichtingen aan tijdelijken, de regelingen van de CAO o.a. met betrekking tot de termijnen voor een vast dienstverband, het wel of niet invullen van natuurlijk verloop zijn zaken Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 6/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend die weloverwogen dienen te worden uitgevoerd. Gezien de toenemende krimp zal de exploitatie voor de jaren 2014 - 2017 onder druk komen te staan, daarom zien we ons genoodzaakt terughoudend om te gaan met de omvang van de vaste formatie. Tegelijkertijd moet worden vermeden dat de omvang van de flexibele schil te groot wordt. Daarbij moet balans gezocht worden tussen het voeren van goed personeelsbeleid binnen de cao PO en de noodzaak van het beschikken over een flexibele schil in de personeelsbezetting. Er is op grond van de realistische leerlingenprognose en de feitelijke ontwikkeling van het natuurlijk verloop geen noodzaak functies met ingang van 1 augustus 2014 in het risico dragend deel van de formatie te plaatsen, dit met het oog op eventueel ontslag van een aantal betrokken medewerkers in vaste dienst per 1 augustus 2015. Op welke wijze dit perspectief ook in volgende jaren zich ontwikkelt, is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van het leerlingaantal en eventuele nieuwe bezuinigingen c.q. lastenverhogingen (premies e.d.). De omvang van de baten is sterk afhankelijk van de leerlingenaantallen. De verwachting is dat even als vorige jaren, in 2014 e.v. het leerlingenaantal als gevolg van demografische ontwikkelingen en de gevolgen van de economische crises, verder en versterkt zal afnemen. Gerekend wordt echter met de feitelijke uitstroom uit groep 8 en de actuele instroom in groep 1; overigens sluit dat aan bij de prognose zoals dat vanuit het Arbeidsmarkt Platform Primair Onderwijs beschikbaar gesteld wordt. Dat betekent dat er op de komende peildatum van 1 okt 2014 ongeveer 1.530 leerlingen ingeschreven zullen zijn. Deze leerlingen zullen in 75 groepen worden ingedeeld, waarmee de gemiddelde groepsgrootte 20,5 bedraagt. Dit lage groepsgemiddelde wordt vooral beïnvloed door het grote aantal ‘kleine scholen’ in het scholenbestand van de stichting. Op 1 okt aanstaande is de verwachting dat 12 van de 14 scholen minder dan 145 leerlingen heeft. In par 7 schetsen wij het realistisch beeld van de ontwikkeling van het leerlingenaantal in de komende jaren. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 7/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 2. Bestuursbeleid In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de beleidsterreinen personeel en formatie. Naast de bestuursspecifieke kenmerken zijn ook enkele algemene toelichtingen opgenomen. Het al eerder vastgestelde Arbobeleidsplan is het afgelopen jaar verder uitgewerkt met een vastgesteld ziekteverzuimbeleidsplan. Het Arbobeleidsplan zal het komende jaar meer inhoud gaan krijgen. In het strategisch beleidsplan is competentiemanagement een speerpunt. Het functiebouwwerk en de bijbehorende functiebeschrijvingen en competentieprofielen zijn definitief vastgesteld. 2.1 Taak- functiedifferentiatie en competentiemanagement De volgende functies komen voor in het functiebouwwerk van Stichting ROOS, onderverdeeld naar de drie functiefamilies pedagogisch-didactisch, ondersteunend en management. Pedagogisch didactisch Onderwijsassistent Leraar ondersteuner Leerkracht LA Leerkracht LB Ondersteuning (schoolnivo) Adm. medewerker Conciërge Ondersteuning (bestuursburo) Beleidsmedewerker P&O Medewerker financiën Managementassistent Management Schooldirecteur Bestuurder In het kader van competentiemanagement zijn in de afgelopen periode voor de functiefamilies pedagogischdidactisch, voor de ondersteuning (bestuursniveau) en voor de functiefamilie management (schooldirecteur en bestuurder) competentieprofielen en functiebeschrijvingen vastgelegd. Voor alle medewerkers van het schoolbestuur gelden drie generieke competenties. Deze drie competenties (Samenwerken, Resultaatgerichtheid en Zelfontwikkeling) zijn cruciale kwaliteiten waarover alle medewerkers ongeacht functie(-familie) in voldoende mate moeten beschikken. Deze drie competenties vormen min of meer de sleutel tot het toekomstbestendig maken en onderhouden van de roos-organisatie. Om het belang te onderstrepen voegen wij onderstaande tabel toe, daarin worden de drie competenties in enkele steekwoorden geconcretiseerd. Competentie Concretisering in gedragkenmerken Samenwerken Actief en constructief Deelt informatie Kan afstemmen Toont initiatief Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 8/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Is behulpzaam Komt afspraken na Resultaatgerichtheid Stelt doelen Controleert doelen Is standvastig Weerstaat tegenwerking Is oplossingsgericht Zelfontwikkeling Heeft inzicht in eigen rol in de organisatie Vraagt feedback Staat open voor feedback Leert van feedback Ontwikkelt eigen ontwikkeldoelen Is leergierig, onderzoekend Volgt scholing Recentelijk is een notitie tot stand gekomen, waarin de positie, rol en opdracht voor het toekomstig management van de stichting is geformuleerd. Ook wordt daarin de aansluiting gerealiseerd bij het ‘schoolleidersregister’. De omvang van het management binnen de stichting is evenals de andere functiefamilies gerelateerd aan het aantal leerlingen, de notitie voorziet in de mogelijkheid tot meer maatwerk om daarmee tegemoet te komen aan de specifieke vereisten/behoeften voortkomend uit specifieke situaties en omstandigheden m.b.t. de schoolontwikkeling. In het komend seizoen wordt de kloof tussen het wenselijk kwaliteitsbeeld en het feitelijk kwaliteitsbeeld in beeld gebracht, zodat in het BFP 2015/2016 het streefbeeld geconcretiseerd kan worden. Dit mede in relatie tot het aandeel ‘frictieformatie’. 2.2 Formatieontwikkeling en mobiliteit Bij de voorbereiding van de formatieplanning voor het schooljaar 2014-2015 zijn de volgende wensen van de medewerkers geïnventariseerd: - (Vrijwillige) overplaatsing (mobiliteit); - Het opnemen, uitbreiding c.a. beëindiging van het seniorenverlof (BAPO); - Taakvermindering of volledig ontslag (op eigen verzoek, FPU); - Gewenste uitbreiding van de huidige (deeltijd)betrekking. Interne mobiliteit is een kwaliteitsoperatie en dient vanuit de kracht van het personeel plaats te vinden. Vanuit de positieve motivatie van de medewerker en het profiel van de ‘vragende partij’ willen we de meest optimale match tot stand brengen. Directeuren dragen niet hun ‘zwakke schakel’ voor, maar denken in het brede belang van de stichting. M.a.w. personele problemen worden opgelost waar ze zich voordoen en medewerkers krijgen de ruimte Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 9/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend om vanuit positieve motivatie te mobiliseren. Hierbij wordt dus veel rekening gehouden om de juiste persoon op de juiste plek binnen ROOS te plaatsen. Om deze mobiliteit vanuit het positieve vorm te laten krijgen, worden bij de formatiebesprekingen met de directeuren de volgende stappen doorlopen: 1) doelstelling van de bespreking (groei, krimp, kwaliteit) 2) actualisatie personele inzet en valideren data 3) formatie inzet op grond van projectfinanciering 4) huidige formatie inzet t.b.v. de schooltaken 5) huidige groepsindeling 6) Forecast leerlingaantal 1 oktober 2014 7) Concretisering formatiereductie door: a. natuurlijk verloop b. stoppen flex c. stoppen uitbreidingen in flex 8) benoeming knelpunten als gevolg van het bovenstaande 9) diverse afzonderlijke gesprekken met direct betrokkenen (medewerker en leidinggevende) 10) afronding voor zomervakantie Zodra de gesprekken met de directeuren zijn afgerond, hebben de Bestuurder, beleidsmedewerker P&O de knelpunten van iedere school in kaart gebracht en teruggekoppeld naar het MT. Vanuit de gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid zijn de gesignaleerde knelpunten in beeld gebracht en opgelost. Op dit moment vinden nog op bilaterale wijze gesprekken plaats met de directeuren over de uitvoering van de genomen beslissingen. Gedurende de periode tot de zomervakantie 2014 worden de schoolformaties waar nodig nog verder ingevuld. 2.3 Gebalanceerde professionele schoolteams De personeelsbezetting binnen het Primair Onderwijs kenmerkt zich door twee sterke afwijkingen t.o.v. het algemeen beeld. In de eerste plaats is ruim 85% van de medewerkers vrouw. Dat fenomeen is al geruime tijd aanwezig en vormt kennelijk een structurele eigenschap in de personeelsopbouw van de sector. Toch wordt eveneens algemeen erkend dat het voor het scheppen van een adequaat pedagogisch klimaat op school, wenselijk is dat de verhouding man – vrouw min of meer in balans is. Samen met de lerarenopleiding wordt gewerkt aan versterking van imago van de sector en het binden van mannelijke studenten. Ook in het aannamebeleid brent het schoolbestuur die prioriteit waar mogelijk tot werking. In de tweede plaats is het aantal deeltijd-werkenden in de sector (en binnen de stichting), overweldigend 1. Het fulltime werken vormt de uitzondering. Dat leidt tot veel extra belasting inzake afstemming, overdracht en overleg. Het leidt bovendien tot oplopende risico’s m.b.t. versnippering en voortdurende personele wisselingen in de groepsbezetting; bijvoorbeeld ingeval van frequent verzuim. Een schoolteam samengesteld met overwegend deeltijd-werkenden raakt daardoor makkelijk overbelast. Juist in tijden van krimp is het zaak oog te krijgen voor de structurele zwakten in de werkorganisatie. Het is dan ook van belang om de formatieve randvoorwaarde t.b.v. het vestigen van een professionele organisatiecultuur goed in het oog te houden. Daarom is het streven van het schoolbestuur er op gericht de schoolteams wat compacter samen te stellen. Het is duidelijk dat aan het recht op deeltijdwerk niet kan worden getornd. Tegelijkertijd is het dringend wenselijk, verdergaande versnippering tegen te gaan. Het schoolbestuur is niet voornemens met beperkende maatregelen te komen, er wordt gestreefd om 1 Slechts 44% van de formatie heeft een aanstellingsomvang van 0,8FTE of hoger. Dit is nog exclusief de BAPO-opname. M.a.w. in de operationele inzet is dat percentage nog lager. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 10/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend binnen de schoolteams te komen tot zgn ‘kernteams’ waarin voldoende beschikbaarheid over de dagen in de week, spreiding over de relevante onderdelen van de schoolorganisatie en betrokkenheid van de sleutelfuncties en – deskundigheden tot stand wordt gebracht. De groepsverantwoordelijkheid wordt in de regel gedragen door de medewerker met de grootste werktijdfaktor, tevens wenst het schoolbestuur een maximum te stellen aan het aantal leraren voor 1 en dezelfde groep, nl niet meer dan twee. Overigens is dat ook de praktijk van alledag binnen de roos-scholen. Het schoolbestuur wenst zoveel mogelijk in samenspraak met schoolteams te onderzoeken of teamsamenstelling mede geënt kan worden op spreiding over sleutelkennisgebieden, man/vrouw verhouding, deeltijd/fulltime ratio. De wenselijke omslag zal zich stap voor stap voltrekken, waarbij de tijdshorizon zich over meerdere jaren uitstrekt. 2.4 Professionalisering Het onderwijs is een kennis en kunde gedreven sector. Hoogwaardige, actuele wetenschappelijke kennis over het organiseren van leer- en ontwikkelingsprocessen bij kinderen, moet voortdurend worden ververst en geactualiseerd met de nieuwste inzichten en resultaten. Terecht krijgt dit onderwerp veel prioriteit in het landelijk beleid, ook binnen het schoolbestuur wordt dit belang onderkend. Bij voortduring wordt deelname aan lerarenbeurs gestimuleerd. In totaliteit besteden de scholen 98.100 euro aan scholing en professionalisering. Medio 2013 is de Bestuursacademie van start gegaan, na een eerste periode blijkt dat het succes tegenvalt. De omvang van het schoolbestuur is te klein voor een effectieve organisatie van een eigen bestuursacademie en de verwachting dat regionale (nabije) schoolbesturen zich zouden aansluiten, is uitgebleven. Daarom wordt het project Intensivering samenwerking lerarenopleiding – werkveld, aangegrepen om de opleiding, scholing en professionalisering roos-breed te stimuleren. Een van de schooldirecteuren zal de professionaliseringsagenda van de Stichting ROOS gaan ‘trekken’. Hierbij krijgt de onderlinge uitwisseling en reflectie (kringen, klankbord, gebruikersgroep, themagroep) prioriteit. Een lerende organisatie willen we vooral opbouwen door middel van projectmatig werken, waarbij de professional in wisselend samengestelde groepen eigen ervaren problemen/knelpunten tot een oplossing brengt. Het zwaartepunt in de lerende onderwijsorganisatie ligt bij het gezamenlijk werken aan bruikbare oplossingen. Het neemt meer de vorm van een zgn ‘onderwijswerkplaats’ aan. 2.5 Behoud jonge leerkracht Het perspektief van de formatie is afnemend als gevolg van de steeds sterker wordende krimp. Dat draagt het risiko in zich, dat de instroom van jonge leraren stagneert. Op dit moment is de gemiddelde leeftijd ongeveer 44 jaar. De leeftijdspiramide laat zien dat de omvang van de groep medewerkers van >50jr groter is dan de groep jonger dan 40jr. Het streven van het schoolbestuur is de gemiddelde leeftijd van het medewerkersbestand te stabiliseren. Daartoe zijn er weinig instrumenten en mogelijkheden, bovendien is het wettelijk kader behoorlijk dwingend gericht op het langer doorwerken. Wel biedt het pensioen (ABP) maximale mogelijkheden tot flexibiliteit; zo kan er vanaf 60 jaar in deeltijd pensioen worden opgenomen. Van de mogelijkheden om na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst te blijven, wenst het schoolbestuur geen gebruik te maken, juist ook met het oog om zoveel mogelijk jonge leraren in dienst te houden. 2.6 Opleiden in de school: Broedplaats, kweekvijver, Dit project vormt een rijke inspiratiebron waaruit nieuwe initiatieven voort kunnen komen. Vanuit de vastgestelde notitie Toekomstbestendige Managementstruktuur is reeds het initiatief voortgekomen een zgn ‘Kweekvijver toekomstig leidinggevenden’ te vormen. De samenwerking met de lerarenopleiding moet op schoolnivo leiden tot Broedplaatsen voor innovatie. Recent is vanuit de lerarenopleiding het initiatief ontstaan te komen tot duale leer/werk trajecten voor pas afgestudeerden, gericht op het verhogen van het aantal Master-afgestudeerden. Het schoolbestuur streeft naar een consolidatie van het huidig aantal opleidingsscholen; op dit moment zijn vijf roos-scholen opleidingsschool. Gelet op de krimpende leerlingenaantallen, dalende formatie en de latere pensionering, lijkt het onverstandig te ruime aantallen leraren in opleiding te nemen. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 11/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 2.7 Functiemix Medio 2013 heeft het schoolbestuur een zgn tussenevaluatie opgesteld m.b.t. de invoering van de functiemix. De uitkomst laat zien dat er weliswaar bijna 30% LB-functies toegewezen, maar dat het benoemingscriterium (opleiding op master-nivo) tot vertraagde uitvoering leidt. Daarop is besloten tot de deelname aan masteropleidingen te stimuleren door additioneel studieverlof mogelijk te maken. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 12/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 3. Toewijzing van de middelen Bestuursformatieplan De verwachtte leerlingaantallen van de school op 1 oktober 2014 a.s. zijn de basis voor de formatieberekeningen voor het schooljaar 2014-2015. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van de leerlingaantallen. De ontvangsten WSNS (Passend Onderwijs) voor Stichting ROOS zijn aangepast aan de nieuwe bedragen, conform opgave door de SWV. Hetzelfde geldt voor de Leerling Gebonden Financiering (rugzakformatie) en overige extra inkomsten en te declareren loonkosten. Voor zover wijzigingen hierin bekend zijn op het moment van opstellen van dit plan, zijn deze meegenomen. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 13/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 4. Passend onderwijs Het is pijnlijk duidelijk dat de invoering van Passend Onderwijs gepaard gaat met een bezuiniging. De landelijke verevening zal stevig doorwerken in onze regio. Het aandeel LGF toekenningen en het aantal plaatsingen (verwijzingen) in het SO (speciaal onderwijs cluster 3 en 4) ligt in deze regio hoger dan het rekenkundig landelijk gemiddelde. Dat betekent dat vanaf 2016 er gekort zal worden op de regionale budgeten t.b.v. zorg en ondersteuning van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften (nu nog LGF) en dat vanuit het regionale zorgbudget de additionele plaatsingen in het SO bekostigd moeten worden. In het uiterste geval zal het schoolbestuur financieel moeten gaan bijdragen aan de regionale zorgstruktuur, in plaats van de huidige situatie waarin het schoolbestuur een financiële bijdrage ontvangt t.b.v. het inrichten van de zorglijn in de scholen (interne begeleiding). De effecten in financiële zin zijn voor de Stichting ROOS nu nog slechts in indicatieve zin in te schatten. Het nieuwe samenwerkingsverband heeft haar beleidskader inmiddels geformuleerd en is bezig op grond van de laatste opgave van het ministerie, de concrete omvang van lichte en zware zorgmiddelen door te rekenen. Het is een redelijke verwachting dat het schoolbestuur vanaf 1 aug 2014 een lichte daling van inkomsten tegemoet kan zien. Overigens zal bij overschrijding van de landelijke norm additionele plaatsen in het SO ingekocht moeten worden, door het schoolbestuur. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 14/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 5. Personele inkomsten 5.1 5.1.1 Rijksbijdragen OCW Personele lumpsum De personele lumpsum vormt de basis van de personele bekostiging. De hoogte van dit bedrag wordt vastgesteld op basis van een aantal variabelen, waarvan de belangrijkste zijn: de leerlingaantallen van de school op 1 oktober van het voorgaande jaar (de zogeheten T-1 methode) en de Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL) van het onderwijzend personeel van de school op die datum. Op genoemde peildatum wordt via het salarissysteem de leeftijd en de taakomvang gemeten ter bepaling van de GGL. Ieder lid van het onderwijzend personeel tot de leeftijd van 50 jaar telt mee met de werkelijke leeftijd, er is geen ondergrens. Onderwijzend personeel van 50 jaar en ouder telt mee als 50-jarige. Als de GGL van de school lager is dan 30, dan wordt deze vastgesteld op 30. Er wordt per leerling een vast bedrag en een GGL-afhankelijk bedrag toegekend. Ook per schoolgewicht wordt een vast bedrag en een GGL-afhankelijk bedrag vastgesteld. De hoogte van de bedragen is verschillend per soort onderwijs. Deze worden apart vastgesteld voor basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs (SBO) en scholen voor speciaal onderwijs en /of voortgezet speciaal onderwijs (vallen onder de WEC). Bij Stichting Roos komen alleen basisscholen voor. 5.1.2 Budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid Naast de basisformatie wordt er een budget Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (P&A) toegekend. Hieruit kunnen de kosten worden betaald voor o.a. nascholing, betaald ouderschapsverlof, beloningsdifferentiatie, functiedifferentiatie, herintredersperiodieken, werkgelegenheidsbeleid, arbokosten en schoolbegeleiding. Bij dreigend ontslag van personeelsleden dient rekening te worden gehouden met de verplichte inzet van een deel van het personeelsbudget volgens de verplichting van het participatiefonds. Er geldt een vast bedrag per school en er wordt een bedrag toegekend per leerling en per schoolgewicht. Voor basisscholen is een vergoeding opgenomen voor kleine scholen (minder dan 145 leerlingen) en voor de beloning van schoolleiders van kleine scholen (minder dan 195 leerlingen). 5.2 Zorgmiddelen Naast de reguliere rijkssubsidies, zoals hiervoor weergegeven, ontvangt het bestuur middelen in kader van leerlingenzorg. deze middelen dienen te worden ingezet voor extra leerlingenzorg ter voorkoming van uitstroom van leerlingen van het basisonderwijs naar het speciaal onderwijs. Deze systematiek komt met ingang van 1 aug 2014 goeddeels te vervallen, als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs. Uitsluitend voor enkele Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 15/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend specifieke, overwegend betrekking hebbend op fysieke, handicaps, blijven nog persoonsgebonden budgetten beschikbaar. (syndroom van down, begeleiding van blinde/slechtziende en dove c.q. slechthorende kinderen. 5.2.1 Middelen uit het samenwerkingsverband De middelen zorgformatie worden afgedragen aan de samenwerkingsverbanden (SWV) waaraan de scholen deelnemen. Deze bestaan uit een bedrag per leerling. Het samenwerkingsverband kent hieruit middelen toe aan de binnen hun samenwerkingsverband werkende basisscholen. Een deel van de middelen is nodig voor de kosten van het samenwerkingsverband. In het zorgplan van de samenwerkingsverbanden waaronder de scholen van Stichting ROOS vallen, is de wijze van verdeling en inzet van de zorgformatie aan basisscholen geregeld. Deze systematiek komt m.i.v. 1 aug 2014 te vervallen, in het kader van passend onderwijs. Vanaf dat moment ontvangt het schoolbestuur van het nieuwe samenwerkingsverband ‘lichte’ zorgmiddelen als opvolger van de voormalige WSNS-middelen. 5.2.2 Leerling Gebonden Financiering Voor zogeheten ‘geïndiceerde leerlingen’ wordt leerlinggebonden financiering ontvangen (het ‘rugzakje’). Ouders van leerlingen met een handicap hebben het recht om hun kind aan te melden bij een school voor regulier basisonderwijs. De ouders kunnen dus een keuze maken tussen regulier en speciaal basisonderwijs. De leerling dient eerst te worden geïndiceerd door een Commissie voor de indicatiestelling. Indien de leerling gebruik blijft maken van regulier onderwijs en niet naar het speciaal onderwijs gaat ontvangt de basisschool een vergoeding vanwege de extra kosten die worden gemaakt als gevolg van de handicap van de leerling. De begeleidende school voor speciaal onderwijs ontvangt een bedrag voor de ambulante begeleiding van de leerling in het basisonderwijs. 5.3 Overige baten Naast bovengenoemde budgeten zijn er nog diverse projectgelden. Deze gelden worden voor een bepaalde periode toegekend. De middelen dienen te worden ingezet voor de doelen waarvoor ze zijn toegekend. 5.3.1 Overige Rijksbijdragen In geval van bijzondere omstandigheden kan een school in aanmerking komen voor aanvullende (rijks-)formatie voor bijvoorbeeld visueel gehandicapte leerlingen, schipperskinderen, asielzoekerskinderen en opname van kinderen uit een ‘Blijf-van-mijn-lijf’-huis. Voor bepaalde categorieën gelden nadere voorwaarden, bijvoorbeeld een minimum aantal leerlingen dat aanwezig moet zijn. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 16/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 6. Schooljaar 2014-2015 6.1 Personele inzet op Stichtingsniveau In onderstaand overzicht wordt een samenvatting weergegeven van de personele inzet in het komend schooljaar, inclusief de BAPO-vervanging, vervanging t.b.v. Ouderschapsverlof en onbetaald verlof, additionele inzet vanwege zorgbehoefte, projecten. In te zetten formatie (FTE), indicatie peildatum 11 april 2014 Entiteiten Norm cf FFR 7,77 3,651 Weemewereld 5 Tormentil 6,4 Blokstoeke 7 Holterenk 7,7 Touwladder 5,4 Haarschool 10,5 Dijkerhoek 4,8 Peppel 6,104 Widerode 11,6 Schakel 7,1 Drie Linden 4 Heem 7,6 gem.mid. 1,4705 b.bureau 3,7777 totaal 99,8732 a dd forma ti e (zorg, projekten) 2,0486 Lera renbeurs 0 Ba po 2,3005 verva ng. onbet verl of 0,1049 Ouders cha ps verl of 1,3346 Functi onel e/pers onel e fri cti e 2,2045 FTE inzet regulier: 107,8663 Salto Bosschool lesgrp Tot 1 aug'14 5 3 4 5 4 6 4 9 4 5 10 5,5 3 6 73,5 8,3513 3,651 6,0826 6,3265 6,6098 8,6205 5,4066 11,8434 4,8558 6,7559 12,8845 7,8091 4,9541 8,2488 3,675 3,7777 109,8526 operationeel 8,1195 3,4192 5,8529 6,3265 6,5537 7,2175 5,3276 10,8201 4,7715 6,6559 11,7761 7,3779 4,6569 7,736 1,4705 3,7777 101,8595 2,0486 0 2,3005 0,1049 1,3346 2,2045 109,8526 indirect 0,2318 0,2318 0,2297 0 0,0561 1,403 0,079 1,0233 0,0843 0,1 1,1084 0,4312 0,2972 0,5128 2,2045 0 7,9931 Op basis van de functionele formatie ratio (FFR) is in de eerste kolom de norm weergegeven. Op peildatum van 11 april is de prognose van de formatieinzet per 1 aug 2014 weergegeven, uitgesplitsnaar operationele inzet en indirecte inzet. Als de normformatie wordt afgezet tegen de geprognosticeerde operationele formatieinzet van 1 augustus a.s. is duidelijk dat de formatie op stichtingsnivo in balans is. Wel zullen er nog personele mutatie moeten plaatsvinden tussen de scholen om de plannen van inzet per school sluitend te kunnen krijgen. Er is geen boventalligheid op stichtingsnivo, maar evenmin is er vacatureruimte op stichtingsnivo. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 17/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Hieronder wordt in een tabel de formatie uitgesplitst naar functiefamilies en de afzonderlijke entiteiten (scholen, bestuursbureau, gemeenschappelijke middelen). Directe Formatie Scholen Indirect formatiebeslag OA LO LA LB MAN Onderst Sa l to 0 0 4,8115 2,478 0,73 0,1 Bos s chool 0 0 2,35 0,7692 0,2 Di jkerhoek 0 0 4,3715 0 0,3 Ha a rs chool 0 0 6,8196 3,1355 Hol terenk 0 0 5,3005 0,9 Weemewerel d 0,4127 0 3,8181 Bl oks toeke 0,6026 0 4,7002 Scha kel 0 0 3,3242 Tormentil 0 0 3,1583 0,6476 0 0 0 Dri e Li nden Het Heem Peppel Wi derode Frictie TOTAAL 0 0,2318 0 0 0 8,3513 0,1 0 0,2318 0 0 0 3,651 0,1 0,0843 0 0 0 0 4,8558 0,865 0 1,0233 0 0 0 0 11,8434 0,8 0,217 0,164 0,2904 0 0,9486 0 8,6205 0,9921 0,63 0 0,1736 0,0561 0 0 0 6,0826 0,4209 0,83 0 0 0,0561 0 0 0 6,6098 3,0537 1 0 0,2731 0,1581 0 0 0 7,8091 2,5682 0,6 0 0 0 0 0 0 6,3265 2,4005 1,0088 0,6 0 0,1923 0 0,1049 0 0 4,9541 4,5384 2,1976 1 0 0,1025 0,3103 0 0,1 0 8,2488 0 0 4,9559 1 0,5 0,2 0 0 0 0,1 0 6,7559 0,8535 0 7,3935 2,3678 1,06 0,1013 0,2084 0 0 0,9 0 12,8845 0 0 4,7263 0 0,5 0,1013 0,079 0 0 0 0 5,4066 0,706 0,4475 2,2045 3,675 Touwl a dder Gem Mi ddel en Bes tuurs burea u Totalen BAPO Ou.Verlof Onbet V. Addition. 2,5164 0 63,3745 21,3393 0,317 1 2,7777 10,615 4,0143 3,7777 2,3005 1,3346 0,1049 2,0486 2,2045 109,8526 87,2302 101,8595 Betekenis afkortingen: OA: onderwijsassistent. LO: leraarondersteuner. LA: leraar LA-functie. LB: leraar LB-functie. MAN: management. Onderst: ondersteunende functies. Ou.Verlof: ouderschapsverlof. Onbet.V.: onbetaald verlof. Add: additioneel. In bovenstaande tabel is de operationele formatie zichtbaar gemaakt, immers de vervanging vanwege BAPO en/of Ouderschapsverlof zijn weliswaar voor rekening van de werkgever, maar vormen geen uitbreiding van het aantal lesgroepen. Er is voor gekozen de zgn frictie-formatie zichtbaar te maken; ingeval er sprake is van aangetoond haperend functioneren, wordt een gericht maatwerktraject ingericht. Het is reëel deze formatie niet mee te rekenen in de operationele ruimte van de betreffende school. Daarom wordt dit formatiebeslag opgenomen bij de entiteit Gemeenschappelijke Middelen. In de directe formatie is het aandeel locatiecoordinatie toegerekend aan de functiefamilie ‘management’. In de functies LA en LB zijn ook de sleutelfuncties Coach E-Learning, Intern Begeleider opgenomen. Hieronder wordt in een tabel weergegeven in welke omvang. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 18/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Sleutelfuncties Leraren Formatie vlgs ratio Operationeel 71,3 84,2 Coach E-Learning 3,8 1,46 Intern Begeleider 5,1 4,3618 management ondersteuning 11,23 10,9 6,91 5,6536 Er is in de functiefamilie pedagogisch-didactisch 87 FTE beschikbaar om vanaf aug 2014 de 74 lesgroepen te bemensen, daarvan wordt bijna 9 FTE ingezet t.b.v. de sleutelfuncties IB en E-coach. De totale personele inzet voor de jaren 2015 - 2018 wordt in de komende maanden nader bepaald bij het opmaken van de meerjarenbegroting 2015-2018. Voor de komende jaren zal de inzet in overeenstemming gebracht moeten worden met de streefwaarde van 80% personele lasten t.o.v. de baten. Met name in 2015 en volgend jaren is het op dit moment erg ongewis of dit langs de weg van natuurlijk verloop gerealiseerd kan worden. Het natuurlijk verloop vanwege leeftijdsontslag (vanaf 65 jr) zal zich voordoen in het seizoen 14/15 in een omvang van 2 FTE. In onderstaande tabel een overzicht van het leeftijdsontslag in de daarop volgende seizoenen: Se i zoe n 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 FTE me t l e e fti jdonts l a g 2,0 0,8 2,4 3,0 4,7 1,9 Het beleid van het schoolbestuur is gericht op het bevorderen van de instroom van jonge(-re) medewerkers en beschouwd het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd als voltooiing van de loopbaan. 6.2 Functionele formatie ratio De verdeling van uren over specifieke taken of functies zijn tot op heden per school verschillend. Zo is de Intern Begeleider op school A voor één dag vrijgesteld van lesgevende taken, terwijl dat op school B maar een halve dag is. Daarnaast is een aantal onderwijsondersteunende functies niet evenredig over de scholen verdeeld. In aansluiting op het vorig bestuursformatieplan wordt de ontwikkeling doorgezet te komen tot een meer functionele toewijzing van taken/functies binnen de stichting, gerelateerd aan leerlingenaantallen. Daartoe zijn sleutelfuncties geïdentificeerd en wordt een ratio toegepast gerelateerd aan de actuele leerlingaantallen i.r.t. de ontwikkeling van het kostenniveau. Overigens wordt de ratio als richtsnoer genomen, per school wordt situationeel en zoveel mogelijk op maat, formatie toegewezen. Als ‘hard’ criterium wordt het aandeel personele lasten t.o.v. de inkomsten op stichtingsniveau gehanteerd. De noodzakelijke aanpassingen op schoolnivo worden zoveel mogelijk langs de weg van de geleidelijkheid doorgevoerd. In het schema hieronder is een verhoudingstabel opgenomen; Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 19/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend Sleutelgebieden Verhouding leerkracht - kinderen Verdeelsleutel 1 op: 21,5 1.533 71,30 Verhouding Iber - kinderen 1 op: 300 5,11 Verhouding directeur - kinderen 1 op: 200 7,67 verhouding e coordinator - kinderen 1 op: 400 3,83 verhouding loc coordinatie - kinderen 1 op: 600 2,56 verhouding bestuursburo - kinderen 1 op: 500 3,07 verhouding schooladministratie - kinderen 1 op: 800 1,92 verhouding concierge - kinderen 1 op: 800 1,92 13 71 1,65 afrondingsbuffer groepen bestuurder 1,00 Formatie (genormeerd vlgs verdeelsleutels) 100,02 Formatie t.l.v. schoolbestuur, vanwege: Bapo Ouderschapsverlof Onbetaald verlof (deels) personele /functionele fricties Additionele Formatie (externe dekking) Totale formatie: 2,5 2 1 3 1 109,52 De geplande inzet t.b.v. de functiefamilie ‘pedagogisch didactisch’ uit het BFP14/15 ligt op het niveau van een inzet conform de functionele sleutelratio. De inzet in de functiefamilie ‘management’ ligt eveneens onder de functionele sleutelratio. Ten aanzien van de invulling van eventuele vacature ruimte geldt het volgende; in de eerste plaats zal de invulling op basis van zgn flex-contracten plaatsvinden. Ten tweede is bij de invoering van de functiemix vastgelegd dat naast de functieverzwaring (van LA naar LB) ook taakafsplitsing naar beneden (onderwijsassistent en leerkrachtondersteuner) plaatsvindt. Gelet op de lage inzet van onderwijsassistent en leerkrachtondersteuner in de huidige formatie, zullen de vacatures op met name die functies gericht worden. De invulling van de ruimte t.b.v. schooladministratie en conciërge zal in overleg met de schooldirecteuren plaatsvinden; het verdiend aanbeveling hierbij aan te sluiten bij de huidige vorm waarin conciërgewerkzaamheden worden verricht, (een conciërge tbv meerdere scholen, al dan niet via inhuur van bv Soweco). Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 20/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 6.3 Geen plaatsing in het risico dragend deel van de formatie Gelet op het voorliggend inzicht in de personeelskosten en de ontwikkeling van de inkomsten (leerlingaantallen) is er geen reden voor het komend seizoen een deel van de formatie te plaatsen in het ‘risico dragend deel’ van de formatie. Daarmee voorziet het schoolbestuur geen noodzaak tot gedwongen ontslagen vanwege leerlingendaling (daling inkomsten) m.i.v. 1 aug 2014 en 2014. Het is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van het leerlingaantal op stichtingsniveau, of deze situatie ook in 2015 en 2016 zo zal kunnen blijven. De ervaringen in de afgelopen jaren leren dat er telkens een natuurlijk verloop (van ongeveer anderhalf FTE) optreedt, boven op het leeftijdsontslag bij 65jaar. Het is duidelijk dat de teldatum 2014 eveneens van groot belang is. 6.4 Formatie in meerjarig perspektief Op grond van de actuele inschatting van het leerlingaantal, het huidig kostenniveau en de geldende stuurgetallen (aandeel personeelskosten t.o.v. baten), zal het meerjarig formatieperspektief als volgt zijn: Teldatum Leerlingen okt-09 1707 okt-10 1723 okt-11 1699 okt-12 1632 okt-13 1579 okt-14 1532 okt-15 1456 okt-16 1412 okt-17 1358 FTE 127 123 120 115 112 107 99 94 92 Baten 9.129.766 8.885.956 9.009.364 8.993.526 9.194.292 8.966.974 8.187.327 7.910.887 7.752.594 GPL 60566 61620 61777 64060 66000 66000 66000 66000 66000 Pers.Lasten 7.691.830 7.576.206 7.413.287 7.366.900 7.395.757 7.266.265 6.672.672 6.368.264 6.202.075 ratio 84,3% 85,3% 82,3% 81,9% 80,4% 81,0% 81,5% 80,5% 81,0% Daar moet het formatiebeslag bijgeteld worden dat noodzakelijk is t.b.v. de BAPO, Ouderschapsverlof en Onbetaald verlof. Bovendien moet rekening worden gehouden met tijdelijke uitbreidingen i.v.m. toekenning van lerarenbeurs en specifieke zorgmiddelen t.b.v. de begeleiding van kinderen met bv syndroom van Down, dove en/of slechtziende kinderen. Vanaf 2015 is (nog) geen rekening gehouden met de extra inkomsten voortkomend uit de landelijke akkoorden. De terugloop van leerlingen leidt tot afnemende formatiebehoefte, de natuurlijke uitstroom en het natuurlijk verloop kan in de komende paar jaren onvoldoende zijn om de reductie te realiseren. Daarom is het van belang een flexibele schil in de formatie te handhaven, waarbij aangetekend wordt dat deze schil van beperkte omvang moet zijn. 6.5 Toekomstperspectief Het dalend leerlingenaantal heeft al met ingang van het seizoen 2013/14 geleid tot een fusieproces tussen twee scholen van de stichting. Naar verwachting wordt dat fusieproces met succes afgesloten, met als resultaat dat er een geïntegreerde onderwijsorganisatie gaat ontstaan t.b.v. het onderwijs op een tweetal locaties in de gemeente Hellendoorn. De daling van het leerlingenaantal zet zich nog verder voort en het ligt in de lijn van de verwachting dat ook in het komend seizoen het schoolbestuur op teldatum van okt 2014 zich geconfronteerd ziet met de onmogelijkheid 13 brinnummers voor bekostiging op te kunnen voeren. In de komende maanden wordt een extra inspanning gedaan om de externe positionering van de Stichting m.b.v. onder meer ‘social media’ te versterken. Toch zal nagedacht moeten worden op welke wijze de eventualiteit van ontoereikende leerlingenaantallen t.b.v. ontheffing op grond van bestuurlijk gemiddelde schoolgrootte, tegemoet getreden kan worden. Dat heeft nog geen gevolgen voor de formatie in het komend seizoen, maar zal wellicht wel doorwerken in het seizoen 15/16. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 21/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 7. Ontwikkeling leerlingenaantallen Voor de bepaling van de omvang van het beschikbare budget is inzicht vereist in de leerlingaantallen. Onderstaand overzicht geeft per school de (te verwachten) ontwikkeling weer van het aantal leerlingen op teldatum 1 oktober 2014, 2015, 2016 en 2017. Hierbij is uitgegaan van de prognose m.b.t. de reeele instroom in groep 1, de zgn zij-in/uitstroom en de uitstroom uit groep 8, t.b.v. de komende teldatum (2014). Voor de jaren daarop volgend baseert het schoolbestuur zich op de overzichten zoals beschikbaar uit de landelijke prognose en scenario overzichten, het al eerder genomende Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs. Volgens opgave van de scholen zal het leerlingenaantal op 1 okt ’14 47 leerlingen lager zijn dan op 1 okt 2013. Onderaan de tabel wordt in een percentage de vergelijking gemaakt met het basisjaar 2006. In dat jaar is de Stichting opgericht en bedroeg het leerlingaantal op 1 okt 1.753 kinderen. Brinnr. 1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 Entiteit Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal aantal 06BY De Schakel 111 106 109 114 107 95 88 07GF De Touwladder 89 93 101 90 94 93 90 08TJ Tormentil 121 116 113 119 108 104 94 08TN Widerode 228 226 215 210 205 203 199 09SG Blokstoeke 95 92 88 90 86 87 82 10DG Dijkerhoek 81 75 71 76 74 72 74 10LY Weemewereld 60 70 73 81 79 79 80 10UJ Bosschool 37 33 39 32 27 22 20 11JA De Holterenk 152 154 139 121 117 113 108 11UO Haarschool 225 214 203 195 184 188 183 18IF De Salto 144 129 115 107 95 83 73 18JP De Drie Linden 62 66 61 62 56 52 54 18LF t Heem 164 140 147 132 140 141 136 18MS De Peppel 130 118 105 101 85 81 76 Totaal 1699 1632 1579 1530 1457 1413 1357 96,9% 93,1% 90,1% 87,3% 83,1% 80,6% 77,4% Voor de komende jaren blijft in onze regio een daling van het leerlingenaantal geprognosticeerd. Het aantal geboorten is sterk afgenomen, daar van afgeleid laat de ooko de omvang van de toekomstige cohorten een (forse) daling zien, zo neemt het aantal 4 jarigen in de komende 4 jaar in de gemeente Hellendoorn af met 95 kinderen, nl van 410 kinderen van 4 jaar tot 315. Voor de gemeente Wierden is de afname 45 kinderen, de afname in de gemeente Twenterand is 65, in Rijssen is de afname 30. Per school zijn de prognoses wisselend. Dit kan voor de komende jaren personele overplaatsingen tussen scholen noodzakelijk maken. Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 22/23 Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend 8. Besluiten en medezeggenschap Dit bestuursformatieplan voor het schooljaar 2014/2015 en voor de meerjaren termijn 2014/2015 – 2016/2017 heeft de instemming van de personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, verwoord tijdens de GMR-vergadering op 24 april 2014. Het bestuursformatieplan is gelet op de positieve advisering van het MT en de instemming van de personeelsgeleding van de GMR, door de bestuurder vastgesteld op 25 april 2014. De definitieve versie wordt verspreid onder de schooldirecteuren, GMR-leden en de Raad van Toezicht. Rijssen 25 april 2014. Drs H.J.Wevers Bestuurder Personeelsbeleid, BestuursFormatiePlan 14/15 23/23
© Copyright 2024 ExpyDoc