losse nummers f 3,50 Midden-Del Midden-Delfkrant nr. 68 verschijnt viermaal per jaar ant veertiende jaargang nr. 2, september 1990 . . \ .. . ·. . . . ~ ·~ 2 veertiende jaargang nr, 2, september 1990 Midden-Delfkrant REDACTIONEEL De Midden-Delfkrant verschijnt zesmaal per jaar Redactie: Arie van den Berg Ankie Maessen Jacques Moerman Arie Olsthoorn (coördinatie) Marika van Ooststroom Frits van Ooststroom (eindredactie) Aad van Paassen Henk Tetteroo Verder werkte(n) mee: Sjaan van Winden Fotografie: Fred Hess, 's-Gravenhage Vormgeving en productie: Fr~ts van Ooststroom Druk: Sieca Repro B.V., Delft 1990 is het jaar van de herdenkinq van de oortagsperiode 1940-1945. • Op aZZerZei pZaatsen en bij veterZei geZegenheden kreeg deze periode aandacht. Het accent van de herdenkingen Zag vanzeZfsprekend rond 5 en 10 mei van dit jaar. HoeweZ dit nummer pas in september verschijnt Zeek het de redactie toch gepast om ruim aandacht te schenken aan de oorZogstijd, die ook aan Midden-DeZ[Zand niet ongemerkt is voorbijgegaan. Bovendien geeft de redactie aan de Zezers graag de geZegenheid om hun eigen herinneringen aan de oorZogatijd eens op papier te zetten. Zie voor een oproep pagina 15. Het ziet er naar uit dat dit nummer het Zaatste is in de huidige vorm. Aangezien de productie van de krant steeds weer het kneZpunt bZeek (weinig Zezers zuZZen zich reaZiseren hoeveeZ handwerk, en dus tijd, er in de productie van één nummer zit), wordt met ingang van het komende nummer de productie uitbesteed aan onze drukker. Met behuZp van de computer zaZ de Midden-DeZfkrant dan tevens in een vernieuwd jasje gestoken worden. We zijn even benieuwd aZs u ... Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kopij Z~Jn van harte welkom bij de ~edactie. Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging weergeven. Redactie-adres: Oostveenseweg 6, 2636 ED Telefoon (01738) 86 30 c/l-1iddenEDelflaJld CVereniging Schipluiden Uitgave De Midden-Delfkrant is een uitga~e van de Midden-Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum Nidden-Delfland. Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Hidden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 22,50 per jaar, voor jeugdleden (t/m 17 jaar) f 7,50. Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Vlaardingen, onder vermelding van 1 nieuw lid'. U kunt ook bellen: (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) of schrijven: Secretariaat Midden-Delfland Vereniging, Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen. Opzegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Secretariaat Bestuur Midden-Delfland Vereniging Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) Postbank 3928463 Verenigingenregister Delft V 397143 J. Koorevaar, voorzitter Leeuwerikplantsoen 23 2636 ET Schipluiden Telefoon (01738) 88 74 Doel de bevolking van Midden-Delfland en omliggende steden te informeren over, en nauw te betrekken bij het beheer van het gebied en bij de voorbereiding en uitvoering van veranderingen in dit gebied; het kritisch volgen van dit beheer en van de voorbereiding en uitvoering van die veranderingen alsmede het stimuleren van een actieve inbreng van de bevolking daarin; het bevorderen van het onderlinge begrip tussen de verschillende belanghebbenden in dit gebied, mede door het stimuleren van onderlinge kon takten. (artikel 2 van de statuten) F.W. van Ooststroom secretaris/penningmeester Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds) D. van den Bosch Holierhoek 28, 2636 EJ Telefoon (01738) 89 03 Schipluiden J.P. van Noordt Westgaag 96 b, 3155 DJ Maasland Telefoon (01899) 181 57 S. van der Kooij Zuidbuurt 29, 3141 EN Maassluis Telefoon (01899) 143 96 P.W. van Winden Schieweg 166, 2627 AS Delft Telefoon (015) 56 31 17 M.J. Woudstra-Brinkhuis 't Woudt I, 2635 AB Den Hoorn Zh Telefoon (01738) 94 30 Midden-Delfkrant Midden-Delfland: belt-land? Het is bekend dat ons land, en vooral het dichtbevolkte en geindustrialiseerde westen, zich geen raad weet met de enorme hoeveelheden huis- en bedrijfsafval, rioolslib, baggerspecie, verontrei nigde grond e.d. De overheid zoekt driftig naar stortgelegenheid en dat zij daarbij binnen ZuidHolland het oog af en toe ook op Midden- Delfland richt wekt geen verwondering. Wel roept het de vraag op of deze functie verenigbaar is met de doeleinden van de bufferzone: inrichting en blij vende bestemming voor landbouw, natuur en recre~ atie en oplevering van het voltooide werk binnen, pak weg, nog hooguit een tiental jaren. Het ligt voor de hand dat daarbij twee vragen van groot belang zijn: hoe kunnen de milieu-risico's worden beheerst (onderwerp van een zgn. MER- procedure) en hoe lang moet de uiteindelijke bestemming ervoor worden opgeschort (de duur van het storten). Bij dit laatste moet worden bedacht dat het nagenoeg uitsluitend om terreinen met een recreatieve bestemming gaat . Dergelijk soort onderzoek en overleg heeft ertoe geleid dat een toekomstig recreatieterrein in de Aalkeetpolder onder Vlaardingen als stortplaats voor bouw- en sloopafval zal worden benut. Het gaat daarbij om hoeveelheden die in miljoenen kubieke meters worden gemeten en die resulteren in een kunstmatig heuvellandschap. Overigens is een door de gemeente Vlaardingen ingesteld kroonberoep tegen de aanwijzing om het bestemmingsplan aan te passen gegrond bevonden, zodat het storten voorhands geen doorgang kan vinden . Een tweede project, waarover de Reconstructiecommissie grotendeels overeenstemming met de aanv ra ger, de gemeente Rotterdam . had bereikt. betreft de Oost-Abtspolder (noordelijk gedeelte). Daar zou op een toekomstig recreatieterrein van 50 ha circa één miljoen kubieke meter verontreinigde grond moeten worden gestort. Ook hier onder het voorbehoud van acceptabele MER-resultaten en eisen met betrekking tot de oplevering en de gebruiksduur. Inmiddels kwam de provincie dit 'onderonsje' tussen Rotterdam en de Reconstructiecommissie op het spoor. Resultaat: de provincie stelt thans voor de stortplaats een meer regionale functie te geven, de te accepteren verontreinigingsraad van het te storten materiaal te verhogen en 3 de bereidheid om bij te dragen aan de oplossing van een precair probleem waar de hele gemeenschap mee te karnpen heeft en dat niet door al leen nee- zeggen kan worden opgelost. Een tweede reden is de financiële aantrekkelijkheid van dit soort projecten. Immers er worden aanzienlijke stortingsrechten geheven en wellicht kan daarvan wat wo rden afgeschoven naar Midden- Delfland en het recreatieschap in het bijzonder. Daarbij valt te bedenken dat alle recreatieschappen en zo ook dat voo r Midden-Delfland met financieringsproblemen worstelen, vooral op termijn voor de instandhouding en exploitatie . Elke storting in hun pot is dus welkom. Als evenwel financiële overwegingen. een door slaggevende rol gaan spelen dan zou dat een gevaarlijke ontwikkeling zijn. Er is maar weinig voor nodig om Midden- Delfland tot belt- land te maken. Sommigen zou dat best gelegen komen! D. van den Bosch de hoeveelheid te verdrievoudigen. Of de Reconstructiecommissie maar wil meewerken' Het hoeft geen betoog dat het hier, ook bij zorgvuldige begeleiding, om uiterst riskante zaken gaat. Daa rom is het raadzaam dat alle belanghebbenden - en dat kunnen er vele zijn op hun hoede zijn. Uiteraard geldt dat in de eerste plaats voor de Reconstructiecommissie zelf. Waarom niet eenvoudig nee gezegd tegen der gelijke verzoeken? Daarvoor ZlJn twee redenen te noemen. Ten eerste Het storten van ver·vui Zà rioo Zs Zib in de Oost...:.Abtspolder 4 veertiende jaargang nr. 2, september 1990 \ \ \ ... L F T ,' ' I I /<l~ s tuss•n ~ !2.00 '" D 00 I \ \\ \ \ .:.tiJ .• . I I / ROTTER Nederlandse opmars op 14 mei 1940 / / -- -- Midden-Delfkrant 5 De gevechten in en rond Overschie in mei 1940 In het oostelijk deel van het Midden-Delflandgebied vonden tussen 10 en 14 mei verschillende hevige gevechtshandelingen plaats. Alleen al rond en in Overschie verloren daarbij enige tientallen militairen en burgers het leven. Hoewel daar in Duitse militaire kring zeer verschillend over werd gedacht, was ~~n van de hoofdbestanddelen van het Duitse aanvalsplan tegen Nederland een grote luchtlandingsactie. Bij deze direct tegen de 'Vesting Holland' gerichte actie waren meer dan 1000 Duitse vliegtuigen betrokken, waaronder zo'n 450 transportvliegtuigen. Onder deel van dit plan, waar Hitler zich persoonlijk mee bezig heeft gehouden, was een poging om de drie vliegvelden rond 's-Gravenhage (Ockenburg, Ypenburg en Valkenburg) in één gecoÖrdineerde actie vanuit de lucht te verove ren. De leiding over deze actie kreeg de generaal Graf Von Sponeck, de commandant van de 22e Duitse Luftlande-Divisions. Voor deze gelegenheid werd de divi sie versterkt met een bataljon parachutisten. In totaal landden bij deze tegen Den Haag gerichte luchtlandingsactie circa 3000 man, hetzij uitgeworpen als parachutist, hetzij geland met een transportvliegtuig. Het grootste deel van de troepen kwam op 10 mei 1940 neer. De generaal Von Sponeek zelf kwam in Kijkduin terecht hoewel het de bedoeling was dat hij vanuit de omgeving van Ypenburg leiding zou geven aan de Duitse acties. Het Nederlandse leger was totaal niet voorbereid op dergelijke grootschalige luchtlandingen. Toch waren er overal in de 'Vesting Holland' verspreide Nederlandse bewakings- eenheden gelegerd. Zo ook op de betrokken vliegvelden. In Wateringen bevond zich het stafkwartier van de commandant van de Groep 's-Gravenhage. De eerste Nederlandse tegenacties op 1~ mei droegen nog een weinig gecoordineerd karakter. Men was ernstig in verwarring gebracht doordat op zoveel plaatsen tegelijk Duitsers waren geland . Niet alleen Weekblad voor OVERSCHIE No. 35 10 Mei 1940 6e Jaargang .-------------------------------------------------·~--------------------------------~ BELANGRIJK Wij wekken de bevolking op zich te gedragen naar het Koninklijk woord vnn onze geërbiedigde Koningin. Laat een ieder zijn plicht doen op Je plaats welke hij bekleedt. Blijf knlm. er i~ ~een reden tot paniek. hie~ in Overschic al verschillende sl~chtoffers gemaakt. Houdt U aan de bevelen en aanwijzingen van de overheid, 't zij militair of burgerlijk. V unnf de komende nacht moet alles in 't duister blij- We kunnen alleen blij zijn, dut de vijand ons ~elegen ven. leder zorge dus, dat ramen en deuren, welke licht heid heeft gegeven, de plaats te kiezen, welke wij het kunnen laten uitstralen, zijn afgeschermd, zodat er geen · lichtschijn naar buiten dringe. liefst innamen, maarwelke hij ons nu heeft doen innemen . Houdt Uw' kinderen van de straat. Gaat zelf niet anders dun noodzakelijk uit. De nieuws~ieri(!heid heeft Denk er aan, nalatigheid in deze kan zware gevolgen hebben, zoowel voor U als Uw medeburgers. 6 veertiende jaargang nr. 2, september 1990 kwamen militairen van de 22e Luft lande- Division bij de drie vliegvelden neer, ook bij Hoek van Hol land, bij Wassenaar en Delft landden zij. Tussen Overschie en Delft kwamen in totaal circa 500 Duitse soldaten neer. Over ht>t juiste nant<~l en de precieze plaatsen zijn onvoldoende gegevens beschikbaar. De nieuwe Rijksweg 13, toen nog zonder middenberm, bood een goede landingsplaats, maar met name tussen De Zweth en Delft werden heel wat vliegtuigen neergeschoten. In Overschie bevonden zich op dat moment nauwelijks militairen . Op de rijksweg aan de noordrand van Overschie koos een met een vrachtauto aangevoerde mitrailleur positie. Nabij het viaduct i n Overschie werden zes Overschieënaars gedood, die zo onverstandig waren geweest om tijdens het optreden van de Nederlandse militairen te komen toekijken. Enige mitrailleursalvo's uit een Duits vliegtuig maakten een einde aan hun leven. Overschie bezet Rond Ypenburg en bij Delft stuitten de Duitse militairen op flinke weerstand van de Nederlanders. Laat op de avond van 10 mei kregen de verspreide delen van de ten zuiden van Den Haag terecht gekomen eenheden van de 22e Luftlande- Division de opdracht van de generaal Kesselring om zich 'auf den Platz sÜdlich Delft zurÜckzuziehen' . Tn ieder geval hielden de hier neergekomen Duitsers Rijksweg 13 stevig in handen. Doortocht voor Nederlandse militairen was niet goed meer mogelijk . Op 11 mei trokken de Duitsers uit de omgeving van Delft in de richting van Overschie. Onderweg daarheen ontmoetten zij geen Nederlandse weerstand van betekenis en op de vroege Pinksterzondag van 12 mei 1940 was Overschie in Duitse handen. De divisie- arts Wischhusen gaf leiding aan deze troepen. Hij vestigde zijn commandopost in een woning aan de zuidrand van Overschie. Van daaruit kon ook de nieuwe ophaalbrug over het Schie- Schiekanaal worden bestreken. Ook Van Sponeek gaf gehoor aan de oproep om zich in de omgeving van Overschie te concentreren. Over de juiste strategische doelstelling van deze samenbundeling bestaat geen absolute zekerheid. Het is plausibel dat ondersteuning van de strijdende militairen in Rotterdam de bedoeling was, maar zeker is dat niet. Acute militaire noodzaak bestond er voor Van Sponeek niet om de omgeving van Dekenburg te verlaten. De Neder landse tegenaanvallen waren hier nog weinig krachtig geweest. In ieder geval zette Van Sponeek in de nacht van 11 op 12 mei een geforceerde nachtmars in om dwars door Midden- BEKENDMAKING De BURGEMEESTER van OVERSCHIE brengt hiermede ter openbare kennis dat door hem het bevel is uitgevaar-digd dat . de Duitsehers ·in deze gemeente~ zijnde onderdanen van het land waarmede Nederland in oorlog is, hunne woonplaats niet mogen verlaten, en dat zij van 18 tot 9 uur steeds in hun woonhuizen moeten zijn. · Overschie, 10 Mei 1940 De Burgemeester, BAUMANN. Delfland heen Overschie te bereiken. Midden in de nacht bereikte Von Sponeek met een kleine 400 man Wateringen. Daar vonden toen in en bij de kom van het dorp verwarde vuurgevechten plaats met de Nederl3ndse militairen van het staf kwartier van de commandant van de Groep 's- Gravenhage. In het centrum van Wateringen drongen de Duitsers het gemeentehuis en de Vios- garage binnen. Bij deze busonderneming werden vier bussen gevorderd waarmee een deel van de soldaten naar Den Hoorn trok. De overigen volgden lopend. Te Wateringen gevangen genomen burgers werden na enige tijd weer vrij gelaten. In de nacht van 12 op 13 mei kwam Von Sponeek via Kethel in Overschie aan. De generaal vestigde zijn hoofdkwartier de CoÖperatieve Graanmaalderij 'Ons Belang' nabij de Hoge Brug over de Delfshavense Schie. Verder vestigden zich Duitsers in de Glimfabriek en andere delen van Overschie. Een verbinding werd gelegd met de uit de richting Delft gekomen troepen onder Wischhusen. (Van Sponeek vervangt de arts door Hauptmann Thoma ) . Tegenaanvallen Inmiddels bezon het Nederlandse 1 militaire commando zich op middelen om de Duitse samenbundeling in Overschie en omgeving aan te vallen . De bezetting van Rijksweg 13 werd als zeer hinderlijk ervaren. Vanuit Rotterdam laat Overste Wilson de situatie op de rijksweg verkennen. Op 12 mei ziet een pantserwagen kan s om ondanks hevig mitrailleurvuur over de rijksweg Overschie in de richting Delft te passeren. Het lag voor de hand om een aanval in de richting van Overschie vanuit Delft te ondernemen. In Rotterdam waren daarv oor zeker niet voldoende Nederlandse militairen aanwezig. In de vooravond van 12 mei ontving de commandant van het regiment Jagers, de overste Scherpenhuyzen, het bevel tot de aanval op Overschie over te gaan. Met verschillende legeronderdelen en gesteund door artillerie en enkele pantserwagens werden drie colonnes gevormd. Eén over de oude Rotterdamseweg langs de Schie, één over de rijksweg en één over Delfgauw richting Oude Leede. Het bleek dat de Duitsers zich al grotendeels hadden teruggetrokken. Volgens opdracht werd rond half drie 's morgens ter hoogte van de Hofweg onder Overschie gestopt, in afwachting ~an nadere bevelen. Die kwamen wel, maar anders dan men verwachtte. Omstreeks vier uur 's morgens kwam de opdracht om zich op Delft terug te trekken. Ter plaatse begreep men daar niets van en overste Scherpenhuyzen vroeg om schriftelijke bevestiging daar van. Achtergrond van deze terugtrekkende beweging was de vrees van generaal Winkelman aan Nederlandse zijde dat de Duitsers bij Rotterdam zouden doorbreken. Om de Residentie te beschermen moest rond Den Haag een pantserafweerfront worden gevormd waar alle artillerie en ander zwaar materieel voor nodig was. Voor het Rotterdamse commando kwam de afgelasting van de Nederlandse aanval als een teleurstelling. Kolonel Scharroo gaf aan de commandant van het Depot Luchtstrijdkrachten opdracht om langs de Rotterdamse Schie ter hoogte van de Schans een prikactie uit te voeren. Deze aanval werd in de loop van de ochtend van de 13e mei ingezet en was ondanks verliezen aan mensenlevens en gewonden niet zonder succes. Zonder versterking was echter verdere opmars niet mogelijk. Deze kwam en omstreeks vijf uur 'smiddags ving op drie plaatsen aan de zuid- en zuidwestkant van Overschie een Nederlandse actie aan. De actie in het zuid- oosten langs de Rotterdamse Schie onder kapitein Mante li ep vast in heftig Duits vuur. Kapitein Mante werd aangereden, toen de eigen pantserHagen op · een gegeven ogenblik hard achteruit reed. De spoorlijn tussen station Schiedam Midden-Delfkrant en de Delfshavense Schie werd verdedigd door de luitenant der mariniers De Jong met een aantal mari niers en infanterie-secties. Deze groep viel aan langs de Schiedamse Schie en door de Spaanse Polder. Nog voor het donker werd liep deze actie vast op hevig vuur vanuit de Glimfabriek langs de Sc hiedamse Schie. De Nederla ndse aanval over het Schie- Schiekanaal langs de rijksweg verliep aanvankelijk succesvoller. De hier optredende infanteriesecties onder kapitei n Sc hol passeerdPn de brug en wisten de ee rste huizenrijen t e bereiken ond0 hevig Duits vuur. Twee militairen sneuvelen en negen werden gevangen genomen . Toch vond kapitein Schol het niet verantwoord om zijn manne n temid8en van een veel sterkere vijand de nacht door t e laten brengen. Rond negen uur · 's avonds t rok hij ze terug over het Schie- Schiekanaal. Nieuwe opmars naar Overschie Omdat de verwachte pantseraanval op Rotterdam was uitgebleven acht de commandant van 'Ve sting Holland' het verantwoord om de aanval op Overschie te hervatten. Kolonel Scharroo had daar va nuit Rotterdam sterk op aangedrongen. De nieuwe aanval we rd krachtig aangepakt. Opnieuw kwam de leiding te berusten bij de overste Scherpenhuyzen, de commandant van het regiment Jagers. Westelijk van de Schie trad de le compagnie van het 3e Bataljon Grenadiers op; over de oude weg tussen Delft en Overschie het 2e Bataljon Grenadiers; over de rijksweg het 2e Bataljon van het 12e Regiment Infanterie en over Rodenrijs in de richting van Schie broek het 3e Bataljon van het 9e Regiment infanterie. De versterkingen bestonden uit een aantal stukken pantserafweer gesch ut en mortieren, een batterij veldartil lerie en enkele pantserwagens, terwijl in Delft nog extra artillerie gereed stond. Overste Scherpenhuyzen kreeg de bevoegdheid om zonder nadere machtiging Overschie met alle artillerie te bestoken. Dinsdagmorgen 14 mei om 9.00 uur ving deze - laatste - Nederlandse aanval plaats. Rond het middaguur werd de Hofweg bereikt zonder ernstige weerstand te ontmoeten . Door tekort aan radioverbindingen stokte hier de actie . Nadat de opmar s was hervat, vond voor de ogen 7 van de soldaten het bombardement op Rotte r dam plaat s. Regelmatig moest dekking worden gezocht voor de groepen bommenwerpers die over raasden om terug te keren naar het oosten. Begr ijpelijk had het bombardement een enorm demoraliserende invloed op de Nederlandse soldaten. De meest oostelijke groep kreeg bovendien nog een bombardement te verduren. Toch werd de opmars richting Overschie voortgezet. Ter hoogte van de Doenkade openden de Duits ers het vuur. Zij hadden zich onder meer ver schanst in korenmolen 'De Hoop' en een nabijgelegen fabriek. Op aanwijzing van de heer A. Rodenbur g werden diverse doelen door de Nederlander s onder vuur genomen. Ondanks forse verliezen, ook aan Nederlandse zijde, hadden de Nederlanders tegen de avondschemer ing de dorpsrand bereikt. Enige voltreffers op de molen De Hoop aan de Delftweg. De molen werd zowel door Nederlanders als door Duitsers onder vuur genomen . Door het gat in de romp ziet u op de achtergrond Overschie . 8 veer ti ende jaargang nr. 2, september 1990 Bij de molen sneuvelden vier Nederlanders en werden diverse mensen gewond. Op de autoweg raakte ook overste Scherpenhuyzen zodanig gewond dat hij naar het hospitaal moest worden overgebracht. De Nederlanders trokken zich enigszins terug om de volgende dag de aanval te hervatten. Het oostelijke bataljon was Schiebroek inmiddels gepasseerd en wachtte nadere bevelen af . De westelijk van de Schi e via De Kandelaar opgerukte Grenadiers raakten op ongeveer 500 meter afstand van de rolbrug over de Schiedamse Schie in hevig vuur gewikkeld met de langs de Schiedamse Schie genestelde Duitsers . De begeleidende artillerie opende het vuur op de Glimfabriek en andere doelen . In deze situatie bereikte de Neder landse troepen het bericht van de capitulatie . Hoewel nog incidentele gevechten plaatsvonden, betekende dit het einde van de strijd om Overschie. Mogelijk werd Overschie daardoor gespaard voor hevige straatgevechten met de Duitse troepen, die allerminst van zins waren zich op deze 14e mei over te geven. In de nacht van 13 op 14 mei had Graf von Sponeek bericht ontvangen dat op 14 mei geprobeerd zou worden hem te ontzetten via een zware pantseraanval. Groep C van de 9e Duitse Pantserdivisie zou de taak krijgen om Von Sponeek t e ontzetten met de versterkte SS- Leibstandarte 'Adolf Hitler' voorop . Maar wel nadat de groepen A en B de weg voor hen vrijgemaakt hadden. Zover is het echter niet gekomen door het bekende bombardement op Rotterdam en de daaruit voortvloeiende capitulatie. GÖring, een persoonlijke vriend van Von Sponeck, kon gerust zijn. In de avond van de 14e mei om 22 . 00 uu r was het Ie bataljon van de Leibstandar te 'Adolf Hitler' Overschie al gepasseerd. J.M. John van den Berg Literatuur Algemeen Overzicht van de strijd om en in de Vesting Ho l land Mei 1940, Ministerie van Oorlog, 's Gravenhagc l'J54, E.H.Bonge r s, Opmars naar Rotterdam, Dee l 1 : De Luchtlanding, Deel 3: De Laatste Fase, Jhr.T.W.M. van Grotenhuis van Onstein, De Gevechtshandelingen van II Bataljon Grenadiers van 10-14 mei 1940 in ' De Militaire Spectator'van december 1941 (110 jrg . , nr. 12) L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereld oorlog , Deel 3 mei 1940, 's Gravenhage 1970, C. de Jong, Imitatie MarinieG Dieren 1978, Manuscript, 'Over::;chle in Oorlogstijd' (nooit uitgegeven publicatie), H.D.Scherpenhuijzen, De gevechten nabij en in Overschie op 12, 13 en 14 mei 1940 (manuscript). Alle publikaties ZlJn in te zien in het museum 'Oud Overschie', Overschiese Dorpsstraat 138 Midden-Delfkrant 10 me1. 1940 0p de eerste dag van de Tweede Wereldoorlog voor Nederland zijn er ook oorlogshandelingen verricht in ons gebied. De hier volgende foto's eh het verhaal zijn van de toen 21-jarige Henk van den Berg, veehouder en wonende aan de Rotterdamseweg, de oostelijke grens van het huidige Midden-Delfland gebied. Deze foto's zijn gemaakt op of in de omgeving van de huidige Rijksweg 13. Met deze actie slaagden de Duitsers er in de Rijksweg Den HaagRotterdam in handen te krijgen. 9 Om 7 uur 's morgens vlogen onver wachts Duitse vliegtuigen laag over. Mijn broer Jan en ik zijn toen in een afgeknotte wilg geklommen om het beter te kunnen zien. Achteraf besef je dat dit levensgevaarlijk was. Later op die dag landden veel vliegtuigen op de rijksweg en in het land er vlak naast. De meesten stonden tussen de Akkerdijkseweg en Delft. Eén vloog er tegen deze weg aan en brandde .uit vlak voor het witte huis, later 'de Klok' genoemd, dat er nu nog staat. Uit dit vliegtuig zag ik toen nog soldaten komen, (één stond er in brand), die eerst op de Akkerdijkseweg naar de Rotterdamseweg liepen en toen halverwege, dwars door de sloten naar de andere vliegtuigen liepen. In het vliegtuig zijn zeker zes soldaten omgekomen. Toen we later gingen kijken lagen er nog noodrantsoenen in het gras en een fototoestel. Het was die eerste dag erg gevaarlijk. Er werd vanuit het huis van De Graaf geschoten richting Rotterdamseweg. Ook voor ons had dit gevolgen: mijn vader en mijn broer Kees zaten achter op het erf de koeien te melken, toen er plotseling werd geschoten, dwars door ons melkhok heen. Er werd zelfs een koptouw doorgeschoten, waardoor deze koe weer los liep. De gaten zijn nog zichtbaar in het dak van deze schuur. Die middag zijn de koeien niet gemolken, op handen en voeten zijn mijn vader en broer naar huis gekropen. De koeien bleven staan en hadden veel last van hun uiers, her was tenslotte mei. De volgende morgen zijn we verder gegaan, maar we kon den de melk niet naar de fabriek brengen. De ene dag zaten er Duitsers in dat huis, de volgende dag weer Hollanders. Vanuit dat huis is er nog een motorordonnans doodgeschoten op de Rotterdamseweg aan het begin van ons pad. De Duitsers zijn toen palen in ons land gaan zetten zodat er geen vliegtuigen konden landen. Ze boorden een gat van zo'n 20 à 25 cm doorsnee en 70 cm diep. Hier werden palen ingezet van ongeveer drie meter lang. Ik heb nog een keer een big uit zo'n gat moeten halen. Weer later werden deze palen stiekum 's morgens vroeg afgezaagd door mensen die dit als brandstof nodig hadden. Vooral bij mist hoorde je de zagen piepen. Het was die eerste dag zo gevaarlijk dat buren besloten met het gezin op paard en wagen te vluchten . Eén buurman is toen geraakt en is hier later aan overleden. Dit was zo mijn verslag van de eerste oorlogsdag. H. van den Berg 10 veertiende jaargang nr. 2, se ptember 1990 Oorlog en bezetting Aan de periode 1940- 1945 is een groot aantal publicaties gewijd, waarin de geschiedenis van deze voor Nederland donkere jaren, wordt beschreven . Toch zijn bepaalde, plaatselijke situaties daarbij slechts in geringe mate onder de schijnwerpers gebracht. Vooral foto's van lokale gebeurtenissen zijn weinig te vinden . De amateur-fot ografen hadden andere dingen, waaraan ze aandacht moesten besteden. Bovendien was foto - materiaal schaars. Daar kwam nog bij dat in bepaalde ra yons en in de buurt van militaire objecten fo tograferen verboden was . Mede in verband met bovenstaande overwegingen is de redactie van de Midden-Delfkrant van mening dat een serie foto's, beschikbaar gesteld door de heer C. Tetteroo te Schipluiden, voor velen interessant zal zijn. Deze foto's werden vaak gemaakt onder zeer moeilijke omstandigheden; soms vanaf het dak van de eigen woning, soms bij verboden objecten onder het oog van de Duitsers. Met dank aan de heer Tetteroo willen we aandacht vragen voor deze unieke foto's, die illustraties zijn bij bepaalde details van oorl og en bezetting. 1. Spandoek op de BiJmenwaters ~oot te De~ft (20 ju~i 1941) 2. Uuitse troepen op de Woudse weg te Schip~uiden (mei 1940) 3. Duitse so~daten op de Woudsev!eg (oktobe r 1940) 4. De Hoornse wa~ (1942) Midden-Delfkrant 11 1/2 3/4 5/6 1. Wegversperring bij het kruispunt Wester~ee. De boven de muren uitstekende vierkanten stonden op een ronde punt zodat ze dicht konden rollen (mei 1945) 2. De Oranjes~uis op de Maasdijk. Het bovenste stuk van de toren was uitkijkpost (1945) 3. Duitse arbeidsdienst op de Woudseweg te Schipluiden (juni 1942) 4. Inundatie Abtswoude bij Rozewoning 5. Klaas Enge~brechtpo~der gezien vanaf de Zijdebrug in de Woudsepo~der 6. Zouteveense Polder gezien vanaf de Abtswoudseweg 12 veertiende jaargang nr. 2, september 1990 Mijn oorlogsjaren te Schipluiden M. van der Kooij was van 2 september 1935 tot 1 oktober 1~45 werkzaam op de secretarie van de gemeente Schipluiden. Als ambte naar die aanvankelijk nauwgezet de voorschriften naleefde, ontwikkelde hij zich gedurende de oorlog s jaren tot een saboteur van de ~ichtlijnen van de overheid. Als tweede ambtenaar van de secretarie was hij in de periode 1940-1945 belast met het bijhouden van het bevolkingsregister en met het uitreiken van distributiestamkaarten en persoonsbewijzen. Distributiestamkaarten en persoonsbewijzen Twee documenten speelden in de oorlog een uitermate belangrijke rol, te weten de distributiestamkaart en het persoonsbewijs. De distributiestamkaart, die nog in de herfst van 1939 door de Nederlandse regering was uitgereikt, was bedoeld om bi j de distributiekantoren periodiek bonkaarten voor levensmiddelen te verkrijgen . De kaart was zo eenvoudig ingericht, dat verificatie van de bezitter niet mogelijk was. In oktober 1940 werd bepaald, dat de distributiestamkaart dienst moest gaan doen als identiteitsbewijs. Om die kaart als zodanig bruikbaar te maken, moest iedere Nederlander van 15 jaar of ouder bij het bevolkingsregister zijn of haar foto op die kaart laten bevestigen en door afstempeling met een gemeentestempel laten waarmerken. links : 1 PK te Delft (18 juli 1940) rechts : I nundati e Zou tcuemwe Polder Dit was echter een voorlopige maatr egel , want in 1941 werd het per soonsbewijs verplicht gesteld. Op het persoonsbewijs, dat werd afgelezen op de be volk in ~ sbureaus, kwam niet alleen een gewaarmerkte foto van de betrokkene, maar ook diens vingerafdruk en handtekening. Het persoonsbewijs werd vervaardigd van dun karton met watermerk en was bedrukt met een speciale drukinkt . Door deze maatregelen kon dit document vrijwel niet nagemaakt worden. Om vervalsing nog moeilijker te maken en om de controle te vergemakkelijken werd er in Den Haag een centraal registe r in het leven geroepen met kaarten, de zogenaamde ontvangstbewijzen, van alle in Nederland afgegeven persoonsbewijzen . Als een persoonsbewijs werd uitgereikt , dan moest het bevolkingsbureau tegelijkertijd ' het ontvangstbewijs met dezelfde gegevens - met inbegrip van foto, handtekening en vingerafdruk opsturen naar Den Haag. Het centrale register was in deze stad ondergebracht in het gebouw Kleijkamp tegenover het Vredespaleis. De identificatiéplicht, de beginnende akties van de Duitsers tegen de Joden en de in 1941 begonnen Geuzen- processen brachten onder invloed van de ~llegale pers en van radio Oranje in de winter van 1941/1942 een verandering teweeg in de houding van veel Nederlanders tegenover de Duitse bezetters. Begin 1941 ging men er in 'goede' ambtelijke kr i ngen toe over fictieve personen te creëren. Kaa rten ( persoonskaarten ) met fictieve gegevens werden opgenomen in het plaatselijk bevolkingsregister. Distributiestamkaarten en persoonsbewijzen met fictieve gegevens werden vervolgens uitgereikt aan onderduikers die daaraan behoefte hadden. Inmiddels saboteerde een steeds groter wordend aantal Nederlanders de arbeidsinzet (de verplichte tewerkstelling in Duitsland), terwijl het aantal onderduikers ook toenam door de razzia's op Joden, het terugvoeren van Nede rlandse exmilitairen in krijgsgevangenschap en de vervolging van personen om politieke redenen. Onderduikers waren er ook te Schipluiden, die door Rien van der Kooij (de schrijver van dit artikel ) naar vermogen werden geholpen. Nadat de uitreiking van persoonsbewijzen een feit was geworden, moesten op last van Rauter in 1942 de eerste distributiestamkaarten worden ingewisseld voor twee distri butiestamkaarten. De bedoeling was onfterduikers af te snijden van de verstrekking van distributiebonnen. Daartoe moest bij een ieder, die persoonlijk zijn tweede distributiestamkaart moest komen afhalen, een controlezegel op zijn persoonsbewijs worden geplakt. Natuurlijk we rd deze maatregel te Schipluiden op effectieve wijze ondervangen. Heel wat inwoners kwamen niet persoonlijk op de secretarie van Schipluiden. Niet ontkend kan worden dat de gemeentelijke bevolkingsregisters de grondslag hebben gevormd voor alle Duitse vervolgingsmaatregelen. Opgemerkt moet echter worden dat die gemeentelijke bevolkingsregistratie er al was, voordat Nederland werd bezet. Tijdens vijf jaren bezetting werden 13 Midden-Delfkrant er naar schatting 60.000 personen door de Sicherheitspolizei gearresteerd, waaronder 15.000 illegale werkers. Daar staat tegenover dat de meeste illegale werkers, misschien ongeveer 30.000 e n ongeveer 300.000 andere onderduike rs zic h ond a nks de controlemogelijkheden aan de greep van de bezetter hadden kunnen onttrekken. Dit is voor een groot gedeelte het gevo lg geweest van de aktiviteit van groepen die hulp ga ven aan onderduikers, waarbij de bevolkingsboekhouding een grote positieve rol heeft gespeeld. Afgifte van niet-authentieke persoonsbewijzen De hulp aan onderduikers ontwikkelde . zich langs twee lijnen, namelijk de aktiviteit van falsificatiegroepen buiten het ambtelijk apparaat om, en de aktiviteit van groepjes 'goede' ambtenaren juist met inschakeling van de bevolkingsboekhouding. Zo'n groepje 'goede' ambtenaren bestond ook in een paar plattelandsgemeentes rond Delft. Medio 1942 begonnen enkele bevolkingsambtenaren uit o.a. Berkel, Nootdorp, Pijnacker, Schipluiden en Maasland aan dit ambtenarenver ze t. Onder het mom van een studiebijeenkomst was er af en toe een vergadering - steeds weer in een andere gemeente - waar dan werd gesproken over manieren om door malversaties in en met het bevolkings register onderduikers aan de nodige bescheiden te kunnen helpen. Duidelijk zal zijn dat deze bescheiden nooit konden worden afgegeven op de ware namen van de ondergedokenen. Soms was heL ook nodig hen van een ander geboortejaar te voorzien om he n bij razzia's geen onnodige risico's te laten lopen. Elk van de ambtenaren had weer banden met het plaatselijk verzet. Zo was er te Schipluiden regelmatig contact tussen Rien van der Kooij en Piet van der Windt. Een nieuwe ontwikkeling diende zich aan, toen de Duitsers uittreksels uit geboorteregisters gingen vragen. In een vergadering van ons groepje werd het vermoeden uitgesproken, dat de Duitsers er inmiddels achter waren gekomen, dat er persoonsbewij zen met fictieve gegevens werden af gegeven. Voor een goed begrip even een korte toelichting. Naast het bevolkingsregister, waarin alle bewoners van een plaats op alfabetisch gerangschikte kaarten (persoonskaarten) zijn vermeld, bestaan er registers van de burgerlijke stand, waarin bepaalde feiten als bijvoorbeeld geboorten chronologisch worden beschreven in een vastbladig register. Of een persoonsbewijs fictieve gegevens vermeldde, was door de Duitsers eenvoudig te controleren in de op dat persoonsbewijs getypte geboorteplaats. Ontbrak daar de betreffende geboorte- akte dan waren de gegevens fic tief en was de gecontroleerde persoon een onderduiker. Het systeem was daarmee kwetsbaar geworden en de afgifte van persoonsbewijzen met fictieve gegevens een riskante onderneming. Jn ons groepje werd een oplossing gevonden door de regi~L~rs van de burgerlijke stand in het systeem te betrekken . In de registers van de burgerlijke stand, te weten de re gisters van geboorten, werd in de ongeveer met de onderduiker overeenkomende leeftijd een geboorte-akte opgezocht van een persoon die als kind was overleden. Daarna werden persoonsbewijzen afgegeven; niet meer met fictieve gegevens, maar met echte te verifiëren gegevens . Admi nistrctief werd zo'n overledene als het ware weer tot leven gebracht. Op naam van de overledene werd in het bevolkingsregister een kaart (persoonskaart) tussengevoegd en op die naam werden een tweede distributiestamkaart en persoonsbewijs afgegeven . Om controle verder te bemoeilijken werden verhuizingen naar de (meewerkende) gemeenten op de persoonskaarten vermeld en ook in die gemeente administratief verwerkt. Voorts werd voor het afgegeven persoonsbewijs een kaart , ontvangstbe-· wijs) naar het centraal register in Den Haag gezonden. Bij controle door de Duitsers klopte het bevolkingsregister met de burgerlijke stand en het persoonsbewijs klopte met beiden. Verder was het persoonsbewijs echt, inclusief gemeentestempel en handtekening van de betreffende ambtenaar, die daarmee een groot risico liep. De persoonsbewijzen waren alleen niet authentiek in rlie zin dat gebruik werd gemaakt van andere persoonsgegevens. Ambtelijk verzet te Schipluiden De door de ambtelijke verzetsorganisatie, waaronder Schipluiden viel, afgegeven niet-authentieke persoonsbewijzen waren vermaard bij de illegaliteit en meestal bestemd voor personen die een vergroot risico liepen . Niet zo vr eemd was het daarom dat in februari 1945 Leen de Kool ('Frans . P.B.S.' van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) naar Schipluiden kwam om zich op de hoogte te stellen van het in de kring gebruikte systeem. De bespreking met 'Frans P.B . S.' vond plaats ten huize van· Kalkman aan de Tramkade. Aanwezig waren daarbij verder: Bram Kalkman, leider van het regi onaal overleg van de L.O., Rien van der Kooij; bevolkingsambtenaar van Schipluiden, Jan de Koning, zoon van de gereformeerde predikant te Schipluiden en Piet van der Windt, beiden van de Schipluidens illegaliteit. Behalve over het systeem van afgifte van de niet- authentieke persoonsbewijzen werd er gesproken over het kraken van de persoonsbewijzencen trale in Den Haag en het onmiddellijk vrijmaken te Schipluiden van een aantal door 'Frans P.B . S.', benodigde blanke persoonsbewijzen. In Inundatie bij 't Woudt 14 veertiende jaargang nr. 2, se.,tember 1990 verband met het veilig stellen van de vele te Schipluiden afgegeven niet-authentieke persoonsbewijzen werd afgezien van het laten verdwijnen van het plaatselijke bevolkingsregister. Natuurlijk kon er in die tijd geen lijst worden bijgehouden van de verstrekte niet-authentieke persoonsbewijzen. Dank zij het in 1985 uitgekomen boek van Harold E.Jansen, getiteld 'Vlucht 648' (Elmar, Rijswijk) werd één geval aan de vergetelheid ontrukt. Het boek gaat over de bemanningsleden van een Amerikaanse bommenwerper, die op 26 september 1944 boven het Westland werd neergeschoten . Drie van de bemanningsleden van dat vliegtuig kwamen woensdagmiddag 27 september 1944 terecht bij Jan Doelman op boerderij 'Landlust', Oostgaag 67 te Maasland. Deze boerderij was een ontmoetingscentrum voor leden van de illegaliteit. Eén van de mensen die daar woensdagavond de Amerikanen ontmoette, was Arie van der Kooij, Oostgaag 73, een tuinder die achter 'de Leeuwenwoning' aan de Oostgaag te Maasland zijn tuin had. De Amerikanen kond<'n ni.Pt op boerderij 'Landlust' blijven, maar moesten voor ze vertrokken voorzien worden van een persoonsbewijs . Donderdag 28 of vrijdag 29 september kwam Piet van der Windt aan Rien van der Kooij vragen om een persoonsbewijs voor een Amerikaanse piloot. Het officiële stuk werd door Rien klaargemaakt ten name van Johannes Koole, met de aantekening dat hij doofstom was. Het persoonsbewijs, dat om veiligheidsredenen geantidateerd was, kreeg Piet van der Windt mee met de opdracht om te zorgen voor de vereiste vingerafdruk. Het daarvoor benodigde koffertje met spullen werd hem eveneens meegegeven. Achteraf gezien was het persoonsbewijs bestemd voor de staartschutter van de bommenwerper Walter Kasievich. Op 30 september werd Kasievich door Cor van der Kooij, broer van de eerder genoemde Arie van der Kooij, naar de familie Hoogendam gebracht in de Broekpolder te Vlaardingen. Volledigheidshalve wordt nog vermeld dat de tweede Amerikaan Maleolm Edwardsen naar de familie Keijzer in De Lier werd gebracht. Maar omdat daar Duitse militairen waren ingekwartierd, kreeg hij van 24 november 1944 tot 11 januari 1945 onderdak bij de familie Van Leeuwen op 'Huis ten Dorp', Gaagweg 40 te Schipluiden. De derde Amerikaan, Marvin Charwat, bleef te Maasland, waar hij huisvesting verkreeg bij de familie Huisman, Kerkweg 29. Balans Aan het eind van de oorlog waren er naar schatting 200 . 000 à 250.000 niet-authentieke persoonsbewijzen in omloop, waarvan er slechts zo'n 80.000 à 90.000 door falsificatiegroepen waren gemaakt. Dit betekent dat de meeste persoonsbewijzen in omloop waren gebracht door groepjes 'goede' ambtenaren. In het bevrijdingsjaar bleek ook Schipluiden zijn aandeel te hebben geleverd bij het in omloop brengen van niet-authentieke persoonsbewijzen. Immers in dat jaar werden in het bevolkingsregister von Sc hipluiden een groot aantal niet-authentieke (met persoonsbewijzen corresponderende) kaarten (persoonskaarten) aangetroffen. In een brief van 16 augustus 1945 stelde de burgemeester van Schipluiden de noodzaak van 'het weder in orde brengen van het bevolkingsregister'. Maasland 1940-1945 Een belangrijk deel van het oorlogsgebeuren is aan Maasland vrijwel voorbijgegaan. Er is in de meidagen niet gevochten, er liepen niet vaak Duitsers in het dorp, er waren niet veel echt foute Maaslanders, razzia' s en echte honger bleven de Maaslanders bespaard. Op een belangrijk punt echter was Maasland niet alleen een 'haantje de voorste', maar speelde bovendien een 'eerste viool'. Ik doel daarbij op het verzet . Maasland had al in de zomer van 1940 zijn Geuzen en in de loop van de oorlog groeide het uit tot het verzetscentrum van het Westland . Het verzet 'Vlaardingen-Westland' had er zijn hoofdkwartier, de di stricts-commandant verbleef er veelvuldig, e ve nals de veel gezochte 'Drie Musketiers' . Het had ook zijn 'Engelandvaard er', die later als geheim agent werd gedropt en als zodanig geruime tijd in het centrum van ons land heeft gefunctioneerd. Honderden onderduikers-burgers, militairen, joden, verzetsmensen, piloten, zowel mannen als vrouwen, waren in ons mooie dorp onderdak gebracht en werden van kleding, voedsel en geld voorzien. van der Voorjaar 1945 werden enkele tientallen Maaslanders, samen met verlinks: Olie t anks t e Pernis branden na zetscollega's uit andere Westlandse dorpen, naar Rotterdam overgebracht, een aanvat van zes Beauforts vtiegtoen men vreesde voor een geweldtuigen van Castet Cammand op 21 mei dadige bevrijding van het westen 1940 rechts: Nachtetijke aanvat op de koget- door de geallieerden, waaraan het gieterij te Detft. Deze foto is gemaakt verzet zijn steentje zou moeten bijdragen. vanaf de Woudseweg op 21 juti 1941 . Gelukkig is dat er niet van gekomen, Vier barakken met 22 mitjoen geweermaar de mannen waren er klaar voor patronen en duizenden 20 mm granaten gingen de tucht in . · en zouden hun plicht hebben gedaan. M. Kooij Midden-Delfkrant Oproep Voor veel mensen betekent de oorlogs periade 1940- 1945 een t ijd met onuitwisbare herinneringen . Angst en onzekerheid, maar ook betrokkenheid en saamhorigheid, plezier soms ... Herinneringen aan grote gebeurtenissen die de geschiedenis bepaalden, maar ook herinneringen aan kleine , persoonlijke zaken die alleen voor de betrokkenen van belang leken . De redactie van de Midden- Delfkrant vraagt u om deze ' grote ' of ' kleine ' herinneringen eens op papier te zetten . Het herdenkingsjaar 1990 i s daarvoor een uitgelezen gelegenheid. In het laatste nummer van dit jaar bieden wij graag ruimte aan deze pRrsoonli,jkc (J!?:lr?hiedndzri;jvinr; . Inzendingen gaa rne vóór 10 november 19.90 ann het rerinef;Ü<- ndrr.n 7Jon de Middcm- Ue 1-j'knm ~ : Oostveenseweg 6 26.16 ED Schip luiden . De laatste getuigen uit de oorlogs pei•iode 1940- 194 5. Hierboven één van de twee bunkertjes in de Klaas Engelbrechtspolder te Schipluiden, nabij het nieuwe gemaal aan de Rijksstraatweg . 15 Onder: Wegversperring langs de Schie bij Delft (juist buiten MiddenDelfland gelegen) . Wellicht zijn er nog meer zichtbare herinneringen uit die periode in Midden- Delfland? 16 veer~iende Rijksweg 19: werk ~n Schipluiden stilgelegd jaargang nr. 2, september 1990 de wet toen en nu zeker niet overtreden.' Aldus Bakker. M.a.w.: RWS is weloverwogen gestopt met het werk . ONGELOOFWAARDIG Op 14 mei j.l. ZlJn de werkzaamheden aan RW 19 in de Klaas Engelbrechtspolder (tu ssen Den Hoorn en Schipluiden) stilgelegd. Enkele weken lang is er zand gestort, zijn er sloten verbreed en leidingen verlegd. Ook in december was er al zand gestort. In dit stuk een toelichting en een reactie. Het werk is gestopt, omdat een juridische procedure nog niet is afgerond. Deze procedure hoort bij de Wet Geluidhinder . Uit onderzoek was gebleken, dat bij een aantal woningen in de buurt van de rijksweg meer herrie zal gaan optreden dan is toegestaan volgens deze wet. Het provinciebestuur had toen besloten hiervoor een 'verklaring- van-geen- bezwaar' af te geven . Hiertegen was de Werkgroep Stop RW 19, samen met een groep mensen die in de buurt van het tracé wonen, in beroep gegaan bij de Raad van State. De Raad van State sprak op 18 april uit, dat men niet met de aanleg van de weg mocht beginnen zolang dit beroep niet was afgehandeld. WETSOVERTREDING De vraag dringt zich dan op of Rijkswaterstaat (RWS) hier niet de wet heeft overt r eden . Nog meer vraagtekens rijzen er, als we weten dat de woordvoerder van RWS in een tijdsbestek van een paar dagen tegenstrij dige verklaringen hierover aflegt. In de 'Delftsche Courant' van 15 mei j . l. lezen we dat projectleider J.Bakker van RWS de financiele schade die ontstaat door onderbreking van de werkzaamheden nog niet kan ramen, maar 'Het zal in elk geval beperkt blijven . Door onderhandelin 2en met de aannemers komen we er wel uit'. Aldus Bakker. M. a . w.: RWS is min of meer door de situatie overvallen en probeert nu een mouw te passen aan het probleem. Maar in 'Trouw' van 18 mei j.l. lezen we iets heel anders. Bakker zegt hier: 'Wij zijn vanaf december niet bezig geweest met de aanleg van de weg, maar met voorbereidingen voor de aanleg. We leggen geen aardlaag of asfalt aan, maar verleggen leidingen. Dat mag . Het verschil tussen aanleg en voorbereidingen daartoe is subti el, dat geef ik toe. Voor de ze kerheid hebben we daarom besloten een aantal werkzaamheden te stoppen in april . We naderden toen het aanleg-s tadium. Maar we hebben De lezig die Bakker hier (in '~rouw') geeft is zeer ongeloofwaardig, want 1 RWS is meteen gestopt met de werkzaamheden, nadat er vragen waren gerezen en gesteld, om precies te zijn door o.a. het Schipluidense gemeenteraadslid Govert van Oord op 11 mei j .1.. 2 De borden langs de Woudseweg en de Rijksstraatweg s preken duidelijke taal: 'Aanleg aardebaan RW 4'. Hoe kan Bakker dan volhouden geen aardlaag aan te leggen? Wekenlang z ijn hier zeven vrachtwagens aan het zandstorten geweest. 3 Als RWS het idee had gehad dat men zonder wettelijk bezwaar gewoon door had kunnen werken, dan had men het op een uitspraak van de rechter kunnen laten aankomen. Dan zou men ook zeker nog enkele weken hebben kunnen doorwerken. Ke nneli jk had men er weinig vertrouwen in, dat de rechter de werkzaamhden van RWS rechtmatig zou noemen . Al met al: het lijkt er wel heel sterk op, dat RWS buiten het boekje is gegaan. Alweer dus. Overigens gaan de werkzaamheden op het grondgebied van de gemeente Rijswijk 'gewoon' door. (Dit deel van RW 19 hoort bij het Hoefijzer van Den Haag en kan dus eventueel los gezien word en van de rest van RW 19). Henk Tetteroo 11 juni 1990 liu r•J 111u i ac.mkundiuüzu /Jalt Ju a.mluu van de aarden baan in de Klaas r·, F.n:rrlb r'echtspol-nr.Y', hn.%Jr>krm onder' een her•j'ta to1•m . Midden-Delfkrant Graven voor de toekomst Geslaagde aktiedag ~n Schiedam Op 21 april organiseerde de Nationale Milieu Aktie (NMA) in samenwerking met een aantal landelijke en regionale milieu-groepe ringen plus de gemeente Schiedam(!) een grote manifestatie tegen het verkeers - en vervoersbeleid van de regering. Over het waarom en over het verloop gaat dit artikel. Het rapport 'Zorgen voor morgen', uitgekomen in 1988 en geschreven in opdracht van de vorige regering, concludeerde dat de toekomst van natuur en milieu er rampzalig uitziet. Zo zou ongeveer 80% van de bossen sterven, als de vervuiling op korte termijn niet met 80% zou worden teruggebracht. GESTRUISVOGELD Sindsdien zijn er heel veel woorden gewijd of, liever gezegd, vuil gemaakt aan de milieuproblemen. Maar er zij n nog maar bitter weinig maatregelen getroffen door de overheid. En de mentaliteit en het gedrag van de meeste mensen zijn er niet veel op vooruit gegaan. Er wordt grootschalig 'gestruisvogeld', moet je vaststellen. Als we naar de sector verkeer en vervoe r kijken, dan zien we dat er in onze regi o bij Rijk en Provincie nog een schrjkbarende hoevee l heid wegen op het programma staat. Zo wil het Rijk gaan bouwen: RW 19 en een tweede Bene lux tun nel in het ver lengde daarvan, de Van Blankenburgtunnel ten westen daarvan en het Haagse Hoefijzer ten zuiden van Rijswijk. En de Provincie wil gaan aanleggen: de SW 53 (Delft - Zoeter meer ) en de SW 11 (d eel van het Haagse Hoefijzer). En verder moeten in het Westland nog het Broekpoldertracé (te n zuiden van Kwintsheul) en het Vlietpoldertracé ( ten oosten van Naaldwijk) geasfalteerd worden. In de regio Amsterdam zijn de plannen al even alarmerend. Het is duidelijk: veel meer wegen betekent veel meer vervuiling. En dat terwijl de vervuiling juist sterk verminderd moe t worden! DRT ED!JT7.END Daarom dus , dat er alle reden was om te protesteren tegen dit beleid en te pleiten voor een beter. Dat gebeurde op 21 april onder het motto 'Schep nieuwe wegen weg, bouw aan 17 openbaar vervoer'. Zo'n drieduizend mensen ( politieschatting ) kwamen naar de Laan van Bol'Es in Schiedam om dit protest te ondersteunen . Voor deze plaats, een deel van het zandlichaam van Rijksweg 19, was gekozen om twee redenen. De akties tegen Rijksweg 19 zijn misschien wel de langst-lopende tegen nieuw asfalt in heel Nederland. En daarnaast: als Rijksweg 19 niet zou worden aangelegd, dan zou het vrijwel zinloos worden om de tweede Beneluxtunnel in het verlengde van Rijksweg 19 te bouwen. M.a. w.: het gaat hier om zeer ingrijpende beslissingen over de infrastructuur. Het aktieterrein 18 veertiende j3acgane nr . 2, september 1990 HAPPENING De dag is een zeer plez i erige en gezellige happening geworde n. Natuu r lijk dankzij het prettige wee r , maar ook doordat er veel te beleven viel: optredens van mu z i ek- en cabaretgroepen en va n clowns, die over het terrein rondstapten. Verder: toespraken van o.a. de Tweede Kamer leden Wolffensperger (D'66) , Willems (G roen Links) en Feenstra (PvdA) . (Deze PvdA-man verklaarde dat zijn partij zich zal inspannen voor een ~eroverweging van de over Rijksweg 19 genomen beslissing.) Een sloopauto werd symbolisch ingegraven. En op de informati2markt presenteerde zich een flink aantal organisaties uit de groene hoek, waaronder de Midden-Delflandvereniging. Je kon ook zelf aan de slag: er werd een symbolische trambaan gegraven . Het viel me op in wat voor een razend tempo mensen bezig waren, alsof ze al hun ongenoegen wilden wegscheppen. EN NU"~ Een logische vraag na zo 'n dag is: wat levert het op? Ik denk : veel publiciteit (het tv-journaal besteedde enkele minuten aan de manifestatie). Verder: zo'n succes kan oppeppend werken voor alle mensen die vinden dat een ande r beleid nodig is. En misschien wel het meest concrete: de gedachte, dat de strijd tegen Rijksweg 19 (en tegen andere wegen en tunnels!) nog niet gestaakt is. Rijkswg 19: onderzoek naar besluitvorming He nk Tetteroo Kort geleden is er een artikel verschenen over de geschiedenis van de besluitvorming bij RW 19. Dit artikel vormt een bewerking van een af studeerscriptie, ge schreven door de sociologen J. van der Veen en P.Louwerse en afgerond in 1987. Deze scriptie is gebaseerd op een zeer groot aantal schriftelijke stukken (o . a. rapporten, krante- artikelen, Kamerstukken ) en op interviews met sleutelpersonen uit de milieubeweging, uit de politieke hoek en van Rijkswaterstaat. Beide partijen zijn dus aan het woord gelaten. Het onderzoek is gericht op de periode tot en met eind 1984. Toen nl. (om precies te zijn op 28 november 1984) vond de geruchtmakende vergadering plaats van de Reconstructiecommissie Midden- Delfland waarin de commissic uitspr ak dat de rijksweg met de voorstellen van het Rijk, zoals die tot dan toe bekend waren, aanvaardbaar ingepast genoemd kon worden . Het oogt waarschijnlijk minder ge- toch is het zo: de onderzoekers zetten o.a. enkele flinke vraagtekens bij de manier waa r op Rijkswaterstaat in al die jaren heeft geopereerd. Iedereen, die zich betrokken voelt bij de besluitvorming bij RW 19, zou dit artikel moeten lezen. Het is geschreven door E.Snel en J.v.d.Veen en verschenen in het tijdschrift 'Beleid en Maatsc happi j' (1990, nr 2). Het losse nummer kunt U bestellen bij: Boompers, Postbus 1058, 7940 KB MEPPEL, (05220 ) - 54306. Maar voor informatie over artikel en / of scriptie kunt u ook bij mij terecht. Henk Tetteroo Boliviastraat 20 2622 BL Delft •~loFnnn (01S) n2 07 86 Midden-Delfkrant Het leven op de Keenenburg Heel lang is al bekend dat in Schipluiden in een ver verleden een kas teel is gebouwd, dat 'de Keenenburg' werd genoemd. Deze naam was ontleend aan een klein riviertje dat zich in de nabijheid door het landschap s lingerde , de Keen. Vele eeuwen werd het kasteel bewoond door de Heren van Keenenburg. In de tweede helft van de 18de eeuw kwam er een einde aan deze situatie. Door een geleidelijke bewustwording van de gewone man werden de rechten en privileges van de adel in belangrijke mate beknot. Dit had tot gevolg dat er vaak minder gel d beschikbaar was voo r het onderhoud van kastelen en andere adellijke woonhuizen. Deze kwamen langzamer hand tot verval. In 1791 werd de Keerrenburg in het openbaar verkocht. In 1798 werd het kasteel gesloopt. Al l een de funderingen bleven achter in de grond . Dit betekende het einde van deze indrukwekke nde woonburcht. Hoe indrukwekkend en belangri jk de Keerrenb urg in het verleden geweest is, werd pas duidelijk door de opgravi ngen , die in de laatste decennia op het kasteelte rrein werden uitgevoerd. Daarbij zijn de funde ringen blootgelegd en in kaart gebracht. Tevens kwamen talrijke bodemvondsten aan de oppervlakte in de vorm va n bouwfragmenten, gebruiksvoorwerpen, restanten van etenswaren, glas- en aardewerk, speelgoed enzovoort . Speciaal de beerputten en de slotgracht l eve rden een grote hoeveelheid scherven en botten van dieren op. Deze werden door leden van de Historische Vereniging 'Oud Schipluiden' zorgvuldig schoongemaakt, gesorteerd, gecombineerd en indien mogelijk, gelijmd en ger estaureerd. In 1989 werd door de gemeente het bouwplan Keerrenbu rg voorbereid . In verband daarmee is een uitgebreide opgraving verricht op het terrein, waar men in het ve r leden nog niet gegraven had. Juist daar vermoedde men de vroegste bewoningsresten . Het betekende de laatste kans om het in kaart brengen van de fundering te voltooien. Deze opgraving, uitgevoerd door het R.O.B. met assistentie van een nnntnl enthousiaste amate urs, bleek een goede greep te zijn. De bouwkundige aspecten van het oude slot konden stuk voor stuk in tekeningen worden vastgelegd, zodat tenslotte een samenhangend geheel werd verkregen . Daarbij bleek dat sommige oude prenten, die van de Keerrenburg bekend zijn, volkomen konden worden ingepast in het patroon van de opgegraven funderings resten . Door de realisering van de wijk Keerrenburg kan de opgraving van 1989 niet anders dan de laatste zijn. In ieder geval ten aanzien van de komende decennia. Daarom lag het voor de hand dat aan de resultaten, voor zover ze al zijn uitgewerkt, meer bekendheid wordt gegeven. In het plaatselijke museum 'het Tramstation' is daarom een tentoonstelling ingericht, die het leven op de Keenenburg tot onderwerp heeft. Het is niet de eerste expositie die door 'Oud Schipluiden' aan de Keerren burg wordt gewijd . Dit kasteel immers heeft meer dan 400 jaar het wel en wee van het dorp Schipluiden mede bepaald. Werd bij de vorige tentoons telling de aandacht speciaal gevestigd op de aard en de veelheid van de bodemvondsten, deze keer is 19 bij de opstelling gekozen voor de beantwoording van de vraag: Hoe werd er door de bewoners van dit kasteel geleefd? Uiteraard kan deze vraag niet in alle opzichten beantwoord worden . Er is evenwel een begin gemaakt. Aan verschillende aspecten van he t dagelijkse leven wordt aandacht besteed: Hoe was de verhouding tussen de kasteelbewoners en de bedienden? Hoe waren de maaltijden? Waarmee vermaakte men zich? Was er sprake van een uitgesproken luxe ? Bi j de benadering van deze vragen wordt niet alleen gebruik gemaakt van alles, wat de bodem te zien gaf, maar ook van de beschikbare archiefgegevens. Bij het tentoonstellen van de bodemvondsten i s een belangrijke plaats ingeruimd voor de bouwfragmenten. Vele interessante details van het kasteel werden in de bodem aangetroffen: behalve kloostermoppen en ijsselstenen, ook sierstukken in hardsteen uitgevoerd en s oms voorzien van een jaartal, uit marmer gehouwen vloertegels en gebakken plavuizen, al of niet van glazuur voorzien, kleine ruitjes, in lood gevat, zandstenen elementen en dakpannen en leien, zware palen die. dienden om de fundering te versterken, onderdelen van bruggen, restanten van een botenhuisje en nog veel meer. Naast de bouwfragmenten was er nog ander materiaal dat in overvloedige hoeveelheden werd opgegraven, namelijk gebruiksvoorwerpen, gemaakt van aardewerk of glas. Deze voorwerpen waren kennelijk afkomstig Foto uit 19?8 van de opgraving van de Ïundamenten van kasteel Keenenburg . 20 Midden-Delfkrant veertiende jaargang nr. 2, september 1990 uit de servieskasten, de keuken en de bottelarij. Op enkele uitzonderingen na was dit materiaal te dateren als 16de, 17de of 18de eeuws. Er waren zee r fraaie kannen en kruiken van steengoed bij. De vroege gemaakt in Raeren of Sigburg, de latere in Westerwald. Ook allerlei soort keukengerei, afkomstig van de inlandse pottenbakkerijen. Bij dit materiaal is de verscheidenheid in vorm bijzonder groot . We noemen de grapen en kannen, de fruittestjes en papkommen, de kook- en voorraad potten, de braadpannen, de schotels, borden en drinkbekers. Ook werden er meer bijzondere voorwerpen gevonden, bijvoorbeeld een paar vetvangers, die dienden om onder het braadspit geplaatst te worden, een komfoor en een spreeuwenpot. voorwerpen gevonden: theekopjes, tinnen bordjes, puddingvormpjes, fruittestjes en zelfs een miniatuur olielampje en een blaker. Verder behoren ook knikkers, bikkels, een tol en speelschijfjes tot de bodemvondsten. Uit het bovengenoemde materiaal konden bepaalde conclusies worden getrokken ten aanzien van het doen en laten van de personen die binding hadden met het kasteel. De tentoonstelling, die hieruit resulteerde, is nog tot half september te zien in museum 'het Tramstation', Otto van Zevenderstraat 2 te Schipluiden . De openingstijden van het museum zijn: elke woensdag en zat erdag van 14.00 tot 16.00 uur. Gr oepen belangstellenden kunnen een tele fonische afspraak maken voor andere tijden. Telefoon (01 738) 84 24 of 86 30 . A.A. Olsthoor>n Het vele glaswerk dat we rd opgegra ven, bleek voor de deskundigen belangrijke gegevens te bevatten . Ook hieruit konden conclusies getrokken worden t en aanzien van de leefwijze van de kasteelbewoners. Behalve een groot aantal wijn- en voorraadflessen, waren er kelkglazen en bekers, schenkkannetjes, flacons en schaaltjes . Het merendeel van dit glaswerk is versierd met een masker, een reliëf en ribben of een netwerkpatroon. Bepaalde fragmenten van kost bare glazen duiden er op dat de bewoners van de Keenenbu r g tot de zeer gegoeden behoorden . Het ligt voor de hand, dat het waardevolle glaswerk niet bestemd was voor de tafel van de bedienden maar uitsluitend door de kasteelbewoners en hun gasten ~~~rd gebruikt. Ook wat h~t andere serviesgoed betreft is dit onde r scheid waar te nemen. Voor de kasteelheren en hun familie werden de tafels gedekt met tinnen, delftse (aardewerk) of porseleinen borden. Lepels en messen waren van tin of zilver. De messen hadden fraaie heften van bewer kt been, ivoor of zilver. We nemen aan dat dit alles geplaatst werd op linnen tafellakens. Aan de tafel van de bedienden werd minder zorg best eed. De brij werd uit een papkom of gra pe gegeten , waarbij een hou ten lepel werd gebruikt. Ook ze tte men wel de kookpot op tafel, waarna iedereen toetastte. Soms gebr uikte men houten borden, bijvoorbeeld voor de hutspot. Wanneer er een mes aanwezig was, diende dat voor gezamenlijk gebruik. Het bier dronk men uit drinkkannen van grof aardewerk . Vrije tijd voor spel en ontspanning was er in die tijd bijna uitsluitend voor de welgestelden en de kinderen. Voor de volwassenen was er onder andere de jacht, de visserij en voor de avonden het schaakspel. Het spelen van de kinderen bestond grotendeels uit het nabootsen van volwassenen. Zo werden er op het terrein van de Keenenburg allerlei miniatuur Maasland Anno 1840 Ons goede~ oude dorp Onlangs vers cheen een bijzonder aar dig boekwerkje over Maasland in 1840. Het werd geschreven door Teun van de Kooij, al zeer lang Hagenaar, maar geboren in Maasland. Door nauwe familiebanden bleef hij altijd met Maasland meeleven en hij publiceerde al meerdere malen over zijn geboor tedorp. Het thans verschenen boek wordt uitgegeven in verband met het lSO-jarig bestaan van de provincie Zuid- Holland. Een schrijfwedstrijd uitgeschreven door de Culturele Raad van Zuid-Holland vormde de directe aanleiding. Het gaat in het boek vooral om de sfeer van het dorpsleven in 1840. Hoe gingen boeren, burgers en buitenlui toen met elkaar om? Waarover zouden zij gepraat hebben en hoe kwamen zij aan de kost? Veel gegevens daarover komen in het boek naar Boerderij aan de Boonervliet/Zuidbuurt waar Teun van der Kooij werd geboren. Aquarel A.J. Brinkhuis, 16 september 1894 voren en de schrijver schroomt niet om op passende wijze een en ander van zijn persoonlijk commentaar te voorzien, ook over de gemeenteraad, de kerk en de school. Het boekje tel t 55 pagina's en is ruim voorzien van foto's . De prijs is f 14,50. Het is verkrijgbaar bij Boekhuis Den Draak in Vlaardingen en Maassluis, bij boekhandel Van der Meer en in De Schilpen te Maasland. Leden van de Midden- Delfland Vereniging kunnen het schriftelijk, of door middel van een giro-overschrijving op postrekening 48 41 30 (t.n.v. T.van de Kooij te 's- Graven- ; hage) bestellen bij de auteur. Het adres: T.van de Kooij, Laan van Meerdervoort 1133, 2555 BA 'sGravenhage. U betaalt een geringe tegemoetkoming in de verzendkosten, zodat de prijs dan ~7,50 bedraagt.
© Copyright 2024 ExpyDoc