ant Midden-Del - Midden

losse nummers f 3,50
Midden-Del
Midden-Delfkrant nr. 68
verschijnt viermaal per jaar
ant
veertiende jaargang nr. 2, september 1990
.
. \
.. . ·.
. .
.
~
·~
2
veertiende jaargang nr, 2, september 1990
Midden-Delfkrant REDACTIONEEL
De Midden-Delfkrant verschijnt
zesmaal per jaar
Redactie:
Arie van den Berg
Ankie Maessen
Jacques Moerman
Arie Olsthoorn (coördinatie)
Marika van Ooststroom
Frits van Ooststroom (eindredactie)
Aad van Paassen
Henk Tetteroo
Verder werkte(n) mee:
Sjaan van Winden
Fotografie:
Fred Hess, 's-Gravenhage
Vormgeving en productie:
Fr~ts van Ooststroom
Druk:
Sieca Repro B.V., Delft
1990 is het jaar van de herdenkinq
van de oortagsperiode 1940-1945. •
Op aZZerZei pZaatsen en bij veterZei
geZegenheden kreeg deze periode
aandacht. Het accent van de
herdenkingen Zag vanzeZfsprekend
rond 5 en 10 mei van dit jaar.
HoeweZ dit nummer pas in september
verschijnt Zeek het de redactie toch
gepast om ruim aandacht te schenken
aan de oorZogstijd, die ook aan
Midden-DeZ[Zand niet ongemerkt is
voorbijgegaan.
Bovendien geeft de redactie aan de
Zezers graag de geZegenheid om hun
eigen herinneringen aan de oorZogatijd eens op papier te zetten. Zie
voor een oproep pagina 15.
Het ziet er naar uit dat dit nummer
het Zaatste is in de huidige vorm.
Aangezien de productie van de krant
steeds weer het kneZpunt bZeek (weinig
Zezers zuZZen zich reaZiseren hoeveeZ
handwerk, en dus tijd, er in de
productie van één nummer zit), wordt
met ingang van het komende nummer de
productie uitbesteed aan onze drukker.
Met behuZp van de computer zaZ de
Midden-DeZfkrant dan tevens in een
vernieuwd jasje gestoken worden.
We zijn even benieuwd aZs u ...
Overname van artikelen is in vele
gevallen mogelijk in overleg met de
redactie.
Kopij en suggesties voor kopij Z~Jn
van harte welkom bij de ~edactie.
Verantwoording
Publicatie van artikelen behoeft niet
te betekenen dat de daarin vervatte
meningen het inzicht van de MiddenDelfland Vereniging weergeven.
Redactie-adres:
Oostveenseweg 6, 2636 ED
Telefoon (01738) 86 30
c/l-1iddenEDelflaJld
CVereniging
Schipluiden
Uitgave
De Midden-Delfkrant is een uitga~e
van de Midden-Delfland Vereniging en
van de Stichting Bezoekerscentrum
Nidden-Delfland.
Abonnementen op de Midden-Delfkrant
zijn alleen mogelijk door lid te
worden van de Hidden-Delfland
Vereniging. De minimum contributie
bedraagt f 22,50 per jaar, voor
jeugdleden (t/m 17 jaar) f 7,50.
Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de
Midden-Delfland Vereniging te
Vlaardingen, onder vermelding van
1
nieuw lid'.
U kunt ook bellen: (OIO) 4 74 25 98
('s avonds) of schrijven:
Secretariaat Midden-Delfland
Vereniging, Londenweg 123,
3137 LV Vlaardingen.
Opzegging van het lidmaatschap/
abonnement uitsluitend schriftelijk
aan het secretariaat. Opzegging kan
slechts geschieden tegen het einde
van het verenigingsjaar en met
inachtneming van een opzegtermijn
van vier weken.
Secretariaat
Bestuur
Midden-Delfland Vereniging
Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen
Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds)
Postbank 3928463
Verenigingenregister Delft V 397143
J. Koorevaar, voorzitter
Leeuwerikplantsoen 23
2636 ET Schipluiden
Telefoon (01738) 88 74
Doel
de bevolking van Midden-Delfland en
omliggende steden te informeren over,
en nauw te betrekken bij het beheer
van het gebied en bij de
voorbereiding en uitvoering van
veranderingen in dit gebied;
het kritisch volgen van dit beheer en
van de voorbereiding en uitvoering
van die veranderingen alsmede het
stimuleren van een actieve inbreng
van de bevolking daarin;
het bevorderen van het onderlinge
begrip tussen de verschillende
belanghebbenden in dit gebied, mede
door het stimuleren van onderlinge
kon takten.
(artikel 2 van de statuten)
F.W. van Ooststroom
secretaris/penningmeester
Londenweg 123, 3137 LV Vlaardingen
Telefoon (OIO) 4 74 25 98 ('s avonds)
D. van den Bosch
Holierhoek 28, 2636 EJ
Telefoon (01738) 89 03
Schipluiden
J.P. van Noordt
Westgaag 96 b, 3155 DJ Maasland
Telefoon (01899) 181 57
S. van der Kooij
Zuidbuurt 29, 3141 EN Maassluis
Telefoon (01899) 143 96
P.W. van Winden
Schieweg 166, 2627 AS Delft
Telefoon (015) 56 31 17
M.J. Woudstra-Brinkhuis
't Woudt I, 2635 AB Den Hoorn Zh
Telefoon (01738) 94 30
Midden-Delfkrant
Midden-Delfland: belt-land?
Het is bekend dat ons land, en vooral het dichtbevolkte en geindustrialiseerde westen, zich geen
raad weet met de enorme hoeveelheden huis- en bedrijfsafval, rioolslib, baggerspecie, verontrei nigde grond e.d. De overheid zoekt driftig naar
stortgelegenheid en dat zij daarbij binnen ZuidHolland het oog af en toe ook op Midden- Delfland
richt wekt geen verwondering. Wel roept het de
vraag op of deze functie verenigbaar is met de
doeleinden van de bufferzone: inrichting en blij vende bestemming voor landbouw, natuur en recre~
atie en oplevering van het voltooide werk binnen,
pak weg, nog hooguit een tiental jaren.
Het ligt voor de hand dat daarbij
twee vragen van groot belang zijn:
hoe kunnen de milieu-risico's worden
beheerst (onderwerp van een zgn.
MER- procedure) en hoe lang moet de
uiteindelijke bestemming ervoor worden opgeschort (de duur van het
storten). Bij dit laatste moet worden
bedacht dat het nagenoeg uitsluitend
om terreinen met een recreatieve
bestemming gaat .
Dergelijk soort onderzoek en overleg
heeft ertoe geleid dat een toekomstig recreatieterrein in de Aalkeetpolder onder Vlaardingen als stortplaats voor bouw- en sloopafval zal
worden benut. Het gaat daarbij om
hoeveelheden die in miljoenen kubieke meters worden gemeten en die
resulteren in een kunstmatig heuvellandschap. Overigens is een door de
gemeente Vlaardingen ingesteld
kroonberoep tegen de aanwijzing om
het bestemmingsplan aan te passen
gegrond bevonden, zodat het storten
voorhands geen doorgang kan vinden .
Een tweede project, waarover de Reconstructiecommissie grotendeels
overeenstemming met de aanv ra ger, de
gemeente Rotterdam . had bereikt. betreft de Oost-Abtspolder (noordelijk
gedeelte). Daar zou op een toekomstig recreatieterrein van 50 ha circa
één miljoen kubieke meter verontreinigde grond moeten worden gestort.
Ook hier onder het voorbehoud van
acceptabele MER-resultaten en eisen
met betrekking tot de oplevering en
de gebruiksduur.
Inmiddels kwam de provincie dit
'onderonsje' tussen Rotterdam en de
Reconstructiecommissie op het spoor.
Resultaat: de provincie stelt thans
voor de stortplaats een meer regionale functie te geven, de te accepteren verontreinigingsraad van het
te storten materiaal te verhogen en
3
de bereidheid om bij te dragen aan
de oplossing van een precair probleem waar de hele gemeenschap mee
te karnpen heeft en dat niet door al leen nee- zeggen kan worden opgelost.
Een tweede reden is de financiële
aantrekkelijkheid van dit soort projecten. Immers er worden aanzienlijke stortingsrechten geheven en
wellicht kan daarvan wat wo rden afgeschoven naar Midden- Delfland en
het recreatieschap in het bijzonder.
Daarbij valt te bedenken dat alle
recreatieschappen en zo ook dat
voo r Midden-Delfland met financieringsproblemen worstelen, vooral
op termijn voor de instandhouding
en exploitatie . Elke storting in
hun pot is dus welkom. Als evenwel
financiële overwegingen. een door slaggevende rol gaan spelen dan zou
dat een gevaarlijke ontwikkeling
zijn. Er is maar weinig voor nodig
om Midden- Delfland tot belt- land te
maken. Sommigen zou dat best gelegen komen!
D. van den Bosch
de hoeveelheid te verdrievoudigen.
Of de Reconstructiecommissie maar
wil meewerken'
Het hoeft geen betoog dat het hier,
ook bij zorgvuldige begeleiding, om
uiterst riskante zaken gaat. Daa rom
is het raadzaam dat alle belanghebbenden - en dat kunnen er vele zijn op hun hoede zijn. Uiteraard geldt
dat in de eerste plaats voor de
Reconstructiecommissie zelf. Waarom
niet eenvoudig nee gezegd tegen der gelijke verzoeken? Daarvoor ZlJn
twee redenen te noemen. Ten eerste
Het storten van ver·vui Zà rioo Zs Zib
in de Oost...:.Abtspolder
4
veertiende jaargang nr. 2, september 1990
\
\
\ ...
L F T
,'
'
I
I
/<l~ s
tuss•n
~
!2.00 '" D 00
I
\
\\
\
\
.:.tiJ .• .
I
I
/
ROTTER
Nederlandse opmars op 14 mei 1940
/
/
-- --
Midden-Delfkrant
5
De gevechten in en rond Overschie
in mei 1940
In het oostelijk deel van het Midden-Delflandgebied
vonden tussen 10 en 14 mei verschillende hevige
gevechtshandelingen plaats. Alleen al rond en in
Overschie verloren daarbij enige tientallen militairen en burgers het leven.
Hoewel daar in Duitse militaire kring zeer verschillend over werd gedacht, was ~~n van de hoofdbestanddelen van het Duitse aanvalsplan tegen
Nederland een grote luchtlandingsactie. Bij deze
direct tegen de 'Vesting Holland' gerichte actie
waren meer dan 1000 Duitse vliegtuigen betrokken,
waaronder zo'n 450 transportvliegtuigen.
Onder deel van dit plan, waar Hitler
zich persoonlijk mee bezig heeft gehouden, was een poging om de drie
vliegvelden rond 's-Gravenhage
(Ockenburg, Ypenburg en Valkenburg)
in één gecoÖrdineerde actie vanuit
de lucht te verove ren. De leiding
over deze actie kreeg de generaal
Graf Von Sponeck, de commandant van
de 22e Duitse Luftlande-Divisions.
Voor deze gelegenheid werd de divi sie versterkt met een bataljon parachutisten. In totaal landden bij
deze tegen Den Haag gerichte luchtlandingsactie circa 3000 man, hetzij
uitgeworpen als parachutist, hetzij
geland met een transportvliegtuig.
Het grootste deel van de troepen
kwam op 10 mei 1940 neer. De generaal
Von Sponeek zelf kwam in Kijkduin
terecht hoewel het de bedoeling was
dat hij vanuit de omgeving van
Ypenburg leiding zou geven aan de
Duitse acties.
Het Nederlandse leger was totaal
niet voorbereid op dergelijke grootschalige luchtlandingen. Toch waren
er overal in de 'Vesting Holland'
verspreide Nederlandse bewakings-
eenheden gelegerd. Zo ook op de betrokken vliegvelden. In Wateringen
bevond zich het stafkwartier van de
commandant van de Groep 's-Gravenhage.
De eerste Nederlandse tegenacties
op 1~ mei droegen nog een weinig
gecoordineerd karakter. Men was
ernstig in verwarring gebracht doordat op zoveel plaatsen tegelijk
Duitsers waren geland . Niet alleen
Weekblad voor OVERSCHIE
No. 35
10 Mei 1940
6e Jaargang
.-------------------------------------------------·~--------------------------------~
BELANGRIJK
Wij wekken de bevolking op zich te gedragen naar
het Koninklijk woord vnn onze geërbiedigde Koningin.
Laat een ieder zijn plicht doen op Je plaats welke hij
bekleedt. Blijf knlm. er i~ ~een reden tot paniek.
hie~ in Overschic al verschillende sl~chtoffers gemaakt.
Houdt U aan de bevelen en aanwijzingen van de overheid, 't zij militair of burgerlijk.
V unnf de komende nacht moet alles in 't duister blij-
We kunnen alleen blij zijn, dut de vijand ons ~elegen­
ven. leder zorge dus, dat ramen en deuren, welke licht
heid heeft gegeven, de plaats te kiezen, welke wij het
kunnen laten uitstralen, zijn afgeschermd, zodat er geen ·
lichtschijn naar buiten dringe.
liefst innamen, maarwelke hij ons nu heeft doen innemen .
Houdt Uw' kinderen van de straat. Gaat zelf niet anders dun noodzakelijk uit. De nieuws~ieri(!heid heeft
Denk er aan, nalatigheid in deze kan zware gevolgen
hebben, zoowel voor U als Uw medeburgers.
6
veertiende jaargang nr. 2, september 1990
kwamen militairen van de 22e Luft lande- Division bij de drie vliegvelden neer, ook bij Hoek van Hol land, bij Wassenaar en Delft landden
zij.
Tussen Overschie en Delft kwamen in
totaal circa 500 Duitse soldaten
neer. Over ht>t juiste nant<~l en de
precieze plaatsen zijn onvoldoende
gegevens beschikbaar. De nieuwe
Rijksweg 13, toen nog zonder middenberm, bood een goede landingsplaats,
maar met name tussen De Zweth en
Delft werden heel wat vliegtuigen
neergeschoten. In Overschie bevonden
zich op dat moment nauwelijks militairen . Op de rijksweg aan de noordrand van Overschie koos een met een
vrachtauto aangevoerde mitrailleur
positie. Nabij het viaduct i n Overschie werden zes Overschieënaars gedood, die zo onverstandig waren geweest om tijdens het optreden van de
Nederlandse militairen te komen
toekijken. Enige mitrailleursalvo's
uit een Duits vliegtuig maakten een
einde aan hun leven.
Overschie bezet
Rond Ypenburg en bij Delft stuitten
de Duitse militairen op flinke weerstand van de Nederlanders. Laat op
de avond van 10 mei kregen de verspreide delen van de ten zuiden van
Den Haag terecht gekomen eenheden
van de 22e Luftlande- Division de opdracht van de generaal Kesselring om
zich 'auf den Platz sÜdlich Delft
zurÜckzuziehen' . Tn ieder geval
hielden de hier neergekomen Duitsers
Rijksweg 13 stevig in handen. Doortocht voor Nederlandse militairen
was niet goed meer mogelijk . Op
11 mei trokken de Duitsers uit de
omgeving van Delft in de richting
van Overschie. Onderweg daarheen
ontmoetten zij geen Nederlandse
weerstand van betekenis en op de
vroege Pinksterzondag van 12 mei
1940 was Overschie in Duitse handen.
De divisie- arts Wischhusen gaf
leiding aan deze troepen. Hij
vestigde zijn commandopost in een
woning aan de zuidrand van Overschie.
Van daaruit kon ook de nieuwe ophaalbrug over het Schie- Schiekanaal
worden bestreken.
Ook Van Sponeek gaf gehoor aan de
oproep om zich in de omgeving van
Overschie te concentreren. Over de
juiste strategische doelstelling
van deze samenbundeling bestaat geen
absolute zekerheid. Het is plausibel
dat ondersteuning van de strijdende
militairen in Rotterdam de bedoeling
was, maar zeker is dat niet. Acute
militaire noodzaak bestond er voor
Van Sponeek niet om de omgeving van
Dekenburg te verlaten. De Neder landse tegenaanvallen waren hier nog
weinig krachtig geweest. In ieder
geval zette Van Sponeek in de nacht
van 11 op 12 mei een geforceerde
nachtmars in om dwars door Midden-
BEKENDMAKING
De BURGEMEESTER
van OVERSCHIE brengt
hiermede ter openbare
kennis dat door hem
het bevel is uitgevaar-digd dat . de Duitsehers
·in deze gemeente~ zijnde onderdanen van het
land waarmede Nederland in oorlog is, hunne
woonplaats niet mogen
verlaten, en dat zij van
18 tot 9 uur steeds in
hun woonhuizen moeten
zijn. ·
Overschie, 10 Mei 1940
De Burgemeester,
BAUMANN.
Delfland heen Overschie te bereiken.
Midden in de nacht bereikte Von
Sponeek met een kleine 400 man
Wateringen. Daar vonden toen in en
bij de kom van het dorp verwarde
vuurgevechten plaats met de Nederl3ndse militairen van het staf kwartier van de commandant van de
Groep 's- Gravenhage. In het centrum
van Wateringen drongen de Duitsers
het gemeentehuis en de Vios- garage
binnen. Bij deze busonderneming
werden vier bussen gevorderd waarmee
een deel van de soldaten naar Den
Hoorn trok. De overigen volgden
lopend. Te Wateringen gevangen genomen burgers werden na enige tijd
weer vrij gelaten. In de nacht van
12 op 13 mei kwam Von Sponeek via
Kethel in Overschie aan. De generaal vestigde zijn hoofdkwartier
de CoÖperatieve Graanmaalderij 'Ons
Belang' nabij de Hoge Brug over de
Delfshavense Schie. Verder vestigden
zich Duitsers in de Glimfabriek en
andere delen van Overschie.
Een verbinding werd gelegd met de
uit de richting Delft gekomen
troepen onder Wischhusen. (Van
Sponeek vervangt de arts door
Hauptmann Thoma ) .
Tegenaanvallen
Inmiddels bezon het Nederlandse
1
militaire commando zich op middelen
om de Duitse samenbundeling in
Overschie en omgeving aan te vallen .
De bezetting van Rijksweg 13 werd
als zeer hinderlijk ervaren. Vanuit
Rotterdam laat Overste Wilson de
situatie op de rijksweg verkennen.
Op 12 mei ziet een pantserwagen
kan s om ondanks hevig mitrailleurvuur over de rijksweg Overschie in
de richting Delft te passeren.
Het lag voor de hand om een aanval
in de richting van Overschie vanuit
Delft te ondernemen. In Rotterdam
waren daarv oor zeker niet voldoende
Nederlandse militairen aanwezig. In
de vooravond van 12 mei ontving de
commandant van het regiment Jagers,
de overste Scherpenhuyzen, het bevel
tot de aanval op Overschie over te
gaan. Met verschillende legeronderdelen en gesteund door artillerie
en enkele pantserwagens werden drie
colonnes gevormd. Eén over de oude
Rotterdamseweg langs de Schie, één
over de rijksweg en één over Delfgauw
richting Oude Leede. Het bleek dat de
Duitsers zich al grotendeels hadden
teruggetrokken. Volgens opdracht
werd rond half drie 's morgens ter
hoogte van de Hofweg onder Overschie
gestopt, in afwachting ~an nadere
bevelen. Die kwamen wel, maar anders
dan men verwachtte. Omstreeks vier
uur 's morgens kwam de opdracht om
zich op Delft terug te trekken.
Ter plaatse begreep men daar niets
van en overste Scherpenhuyzen vroeg
om schriftelijke bevestiging daar van.
Achtergrond van deze terugtrekkende
beweging was de vrees van generaal
Winkelman aan Nederlandse zijde dat
de Duitsers bij Rotterdam zouden
doorbreken. Om de Residentie te
beschermen moest rond Den Haag een
pantserafweerfront worden gevormd
waar alle artillerie en ander zwaar
materieel voor nodig was.
Voor het Rotterdamse commando kwam
de afgelasting van de Nederlandse
aanval als een teleurstelling.
Kolonel Scharroo gaf aan de commandant van het Depot Luchtstrijdkrachten opdracht om langs de
Rotterdamse Schie ter hoogte van de
Schans een prikactie uit te voeren.
Deze aanval werd in de loop van de
ochtend van de 13e mei ingezet en
was ondanks verliezen aan mensenlevens en gewonden niet zonder
succes. Zonder versterking was echter
verdere opmars niet mogelijk. Deze
kwam en omstreeks vijf uur 'smiddags ving op drie plaatsen aan de
zuid- en zuidwestkant van Overschie
een Nederlandse actie aan.
De actie in het zuid- oosten langs
de Rotterdamse Schie onder kapitein
Mante li ep vast in heftig Duits
vuur. Kapitein Mante werd aangereden, toen de eigen pantserHagen
op · een gegeven ogenblik hard achteruit reed.
De spoorlijn tussen station Schiedam
Midden-Delfkrant
en de Delfshavense Schie werd verdedigd door de luitenant der mariniers De Jong met een aantal mari niers en infanterie-secties. Deze
groep viel aan langs de Schiedamse
Schie en door de Spaanse Polder.
Nog voor het donker werd liep
deze actie vast op hevig vuur vanuit
de Glimfabriek langs de Sc hiedamse
Schie.
De Nederla ndse aanval over het
Schie- Schiekanaal langs de rijksweg
verliep aanvankelijk succesvoller.
De hier optredende infanteriesecties
onder kapitei n Sc hol passeerdPn de
brug en wisten de ee rste huizenrijen
t e bereiken ond0 hevig Duits vuur.
Twee militairen sneuvelen en negen
werden gevangen genomen . Toch vond
kapitein Schol het niet verantwoord
om zijn manne n temid8en van een veel
sterkere vijand de nacht door t e
laten brengen. Rond negen uur ·
's avonds t rok hij ze terug over
het Schie- Schiekanaal.
Nieuwe opmars naar Overschie
Omdat de verwachte pantseraanval op
Rotterdam was uitgebleven acht de
commandant van 'Ve sting Holland' het
verantwoord om de aanval op Overschie
te hervatten. Kolonel Scharroo had
daar va nuit Rotterdam sterk op aangedrongen. De nieuwe aanval we rd
krachtig aangepakt. Opnieuw kwam de
leiding te berusten bij de overste
Scherpenhuyzen, de commandant van
het regiment Jagers. Westelijk van
de Schie trad de le compagnie van
het 3e Bataljon Grenadiers op; over
de oude weg tussen Delft en Overschie
het 2e Bataljon Grenadiers; over de
rijksweg het 2e Bataljon van het
12e Regiment Infanterie en over
Rodenrijs in de richting van Schie broek het 3e Bataljon van het 9e
Regiment infanterie. De versterkingen bestonden uit een aantal
stukken pantserafweer gesch ut en
mortieren, een batterij veldartil lerie en enkele pantserwagens, terwijl in Delft nog extra artillerie
gereed stond. Overste Scherpenhuyzen kreeg de bevoegdheid om
zonder nadere machtiging Overschie
met alle artillerie te bestoken.
Dinsdagmorgen 14 mei om 9.00 uur
ving deze - laatste - Nederlandse
aanval plaats. Rond het middaguur
werd de Hofweg bereikt zonder
ernstige weerstand te ontmoeten .
Door tekort aan radioverbindingen
stokte hier de actie . Nadat de
opmar s was hervat, vond voor de ogen
7
van de soldaten het bombardement
op Rotte r dam plaat s. Regelmatig
moest dekking worden gezocht voor de
groepen bommenwerpers die over
raasden om terug te keren naar het
oosten. Begr ijpelijk had het bombardement een enorm demoraliserende
invloed op de Nederlandse soldaten.
De meest oostelijke groep kreeg
bovendien nog een bombardement te
verduren. Toch werd de opmars
richting Overschie voortgezet. Ter
hoogte van de Doenkade openden de
Duits ers het vuur. Zij hadden zich
onder meer ver schanst in korenmolen
'De Hoop' en een nabijgelegen fabriek. Op aanwijzing van de heer
A. Rodenbur g werden diverse doelen
door de Nederlander s onder vuur
genomen. Ondanks forse verliezen,
ook aan Nederlandse zijde, hadden
de Nederlanders tegen de avondschemer ing de dorpsrand bereikt.
Enige voltreffers op de molen De
Hoop aan de Delftweg. De molen werd
zowel door Nederlanders als door
Duitsers onder vuur genomen . Door
het gat in de romp ziet u op de
achtergrond Overschie .
8
veer ti ende jaargang nr. 2, september 1990
Bij de molen sneuvelden vier Nederlanders en werden diverse mensen
gewond. Op de autoweg raakte ook
overste Scherpenhuyzen zodanig gewond dat hij naar het hospitaal moest
worden overgebracht.
De Nederlanders trokken zich enigszins terug om de volgende dag de
aanval te hervatten.
Het oostelijke bataljon was Schiebroek inmiddels gepasseerd en
wachtte nadere bevelen af . De westelijk van de Schi e via De Kandelaar
opgerukte Grenadiers raakten op ongeveer 500 meter afstand van de rolbrug over de Schiedamse Schie in
hevig vuur gewikkeld met de langs
de Schiedamse Schie genestelde
Duitsers . De begeleidende artillerie
opende het vuur op de Glimfabriek
en andere doelen .
In deze situatie bereikte de Neder landse troepen het bericht van de
capitulatie . Hoewel nog incidentele
gevechten plaatsvonden, betekende
dit het einde van de strijd om
Overschie. Mogelijk werd Overschie
daardoor gespaard voor hevige
straatgevechten met de Duitse
troepen, die allerminst van zins
waren zich op deze 14e mei over te
geven. In de nacht van 13 op 14 mei
had Graf von Sponeek bericht ontvangen dat op 14 mei geprobeerd zou
worden hem te ontzetten via een
zware pantseraanval. Groep C van de
9e Duitse Pantserdivisie zou de taak
krijgen om Von Sponeek t e ontzetten
met de versterkte SS- Leibstandarte
'Adolf Hitler' voorop . Maar wel
nadat de groepen A en B de weg voor
hen vrijgemaakt hadden.
Zover is het echter niet gekomen
door het bekende bombardement op
Rotterdam en de daaruit voortvloeiende capitulatie. GÖring, een persoonlijke vriend van Von Sponeck, kon
gerust zijn. In de avond van de
14e mei om 22 . 00 uu r was het Ie bataljon van de Leibstandar te 'Adolf
Hitler' Overschie al gepasseerd.
J.M. John van den Berg
Literatuur
Algemeen Overzicht van de strijd om
en in de Vesting Ho l land Mei 1940,
Ministerie van Oorlog,
's Gravenhagc l'J54,
E.H.Bonge r s, Opmars naar Rotterdam,
Dee l 1 : De Luchtlanding,
Deel 3: De Laatste Fase,
Jhr.T.W.M. van Grotenhuis van
Onstein, De Gevechtshandelingen van
II Bataljon Grenadiers van 10-14 mei
1940 in ' De Militaire Spectator'van
december 1941 (110 jrg . , nr. 12)
L. de Jong, Het Koninkrijk der
Nederlanden in de Tweede Wereld oorlog , Deel 3 mei 1940,
's Gravenhage 1970,
C. de Jong, Imitatie MarinieG
Dieren 1978,
Manuscript, 'Over::;chle in Oorlogstijd'
(nooit uitgegeven publicatie),
H.D.Scherpenhuijzen, De gevechten
nabij en in Overschie op 12, 13 en
14 mei 1940
(manuscript).
Alle publikaties ZlJn in te zien in
het museum 'Oud Overschie',
Overschiese Dorpsstraat 138
Midden-Delfkrant
10 me1. 1940
0p de eerste dag van de Tweede Wereldoorlog voor
Nederland zijn er ook oorlogshandelingen verricht
in ons gebied. De hier volgende foto's eh het verhaal zijn van de toen 21-jarige Henk van den Berg,
veehouder en wonende aan de Rotterdamseweg, de
oostelijke grens van het huidige Midden-Delfland gebied. Deze foto's zijn gemaakt op of in de omgeving van de huidige Rijksweg 13. Met deze actie
slaagden de Duitsers er in de Rijksweg Den HaagRotterdam in handen te krijgen.
9
Om 7 uur 's morgens vlogen onver wachts Duitse vliegtuigen laag over.
Mijn broer Jan en ik zijn toen in
een afgeknotte wilg geklommen om het
beter te kunnen zien. Achteraf besef
je dat dit levensgevaarlijk was.
Later op die dag landden veel vliegtuigen op de rijksweg en in het land
er vlak naast. De meesten stonden
tussen de Akkerdijkseweg en Delft.
Eén vloog er tegen deze weg aan en
brandde .uit vlak voor het witte huis,
later 'de Klok' genoemd, dat er nu
nog staat. Uit dit vliegtuig zag ik
toen nog soldaten komen, (één stond
er in brand), die eerst op de Akkerdijkseweg naar de Rotterdamseweg
liepen en toen halverwege, dwars
door de sloten naar de andere vliegtuigen liepen. In het vliegtuig zijn
zeker zes soldaten omgekomen. Toen
we later gingen kijken lagen er nog
noodrantsoenen in het gras en een
fototoestel.
Het was die eerste dag erg gevaarlijk.
Er werd vanuit het huis van De Graaf
geschoten richting Rotterdamseweg.
Ook voor ons had dit gevolgen: mijn
vader en mijn broer Kees zaten achter
op het erf de koeien te melken, toen
er plotseling werd geschoten, dwars
door ons melkhok heen. Er werd zelfs
een koptouw doorgeschoten, waardoor
deze koe weer los liep. De gaten zijn
nog zichtbaar in het dak van deze
schuur.
Die middag zijn de koeien niet gemolken, op handen en voeten zijn
mijn vader en broer naar huis gekropen. De koeien bleven staan en
hadden veel last van hun uiers, her
was tenslotte mei. De volgende morgen
zijn we verder gegaan, maar we kon den de melk niet naar de fabriek
brengen.
De ene dag zaten er Duitsers in dat
huis, de volgende dag weer Hollanders. Vanuit dat huis is er nog een
motorordonnans doodgeschoten op de
Rotterdamseweg aan het begin van ons
pad.
De Duitsers zijn toen palen in ons
land gaan zetten zodat er geen
vliegtuigen konden landen. Ze boorden een gat van zo'n 20 à 25 cm
doorsnee en 70 cm diep. Hier werden
palen ingezet van ongeveer drie meter lang. Ik heb nog een keer een
big uit zo'n gat moeten halen. Weer
later werden deze palen stiekum
's morgens vroeg afgezaagd door mensen die dit als brandstof nodig hadden. Vooral bij mist hoorde je de
zagen piepen.
Het was die eerste dag zo gevaarlijk
dat buren besloten met het gezin op
paard en wagen te vluchten . Eén
buurman is toen geraakt en is hier
later aan overleden.
Dit was zo mijn verslag van de eerste oorlogsdag.
H. van den Berg
10
veertiende jaargang nr. 2, se ptember 1990
Oorlog en
bezetting
Aan de periode 1940- 1945 is een
groot aantal publicaties gewijd,
waarin de geschiedenis van deze voor
Nederland donkere jaren, wordt beschreven . Toch zijn bepaalde, plaatselijke situaties daarbij slechts in
geringe mate onder de schijnwerpers
gebracht. Vooral foto's van lokale
gebeurtenissen zijn weinig te vinden . De amateur-fot ografen hadden
andere dingen, waaraan ze aandacht
moesten besteden. Bovendien was
foto - materiaal schaars. Daar kwam
nog bij dat in bepaalde ra yons en in
de buurt van militaire objecten fo tograferen verboden was .
Mede in verband met bovenstaande
overwegingen is de redactie van de
Midden-Delfkrant van mening dat een
serie foto's, beschikbaar gesteld
door de heer C. Tetteroo te Schipluiden, voor velen interessant zal
zijn. Deze foto's werden vaak gemaakt onder zeer moeilijke omstandigheden; soms vanaf het dak van de
eigen woning, soms bij verboden objecten onder het oog van de Duitsers.
Met dank aan de heer Tetteroo willen
we aandacht vragen voor deze unieke
foto's, die illustraties zijn bij
bepaalde details van oorl og en bezetting.
1.
Spandoek op de BiJmenwaters ~oot te
De~ft (20 ju~i 1941)
2.
Uuitse troepen op de Woudse weg te
Schip~uiden (mei 1940)
3.
Duitse so~daten op de Woudsev!eg
(oktobe r 1940)
4.
De Hoornse wa~ (1942)
Midden-Delfkrant
11
1/2
3/4
5/6
1.
Wegversperring bij het kruispunt
Wester~ee. De boven de muren uitstekende vierkanten stonden op een
ronde punt zodat ze dicht konden
rollen (mei 1945)
2.
De Oranjes~uis op de Maasdijk. Het
bovenste stuk van de toren was uitkijkpost (1945)
3.
Duitse arbeidsdienst op de Woudseweg
te Schipluiden (juni 1942)
4.
Inundatie Abtswoude bij Rozewoning
5.
Klaas Enge~brechtpo~der gezien vanaf
de Zijdebrug in de Woudsepo~der
6.
Zouteveense Polder gezien vanaf de
Abtswoudseweg
12
veertiende jaargang nr. 2, september 1990
Mijn oorlogsjaren te Schipluiden
M. van der Kooij was van 2 september 1935 tot 1
oktober 1~45 werkzaam op de secretarie van de gemeente Schipluiden. Als ambte naar die aanvankelijk
nauwgezet de voorschriften naleefde, ontwikkelde
hij zich gedurende de oorlog s jaren tot een saboteur
van de ~ichtlijnen van de overheid. Als tweede
ambtenaar van de secretarie was hij in de periode
1940-1945 belast met het bijhouden van het
bevolkingsregister en met het uitreiken van
distributiestamkaarten en persoonsbewijzen.
Distributiestamkaarten en persoonsbewijzen
Twee documenten speelden in de oorlog een uitermate belangrijke rol,
te weten de distributiestamkaart en
het persoonsbewijs. De distributiestamkaart, die nog in de herfst van
1939 door de Nederlandse regering
was uitgereikt, was bedoeld om bi j
de distributiekantoren periodiek
bonkaarten voor levensmiddelen te
verkrijgen . De kaart was zo eenvoudig ingericht, dat verificatie van
de bezitter niet mogelijk was. In
oktober 1940 werd bepaald, dat de
distributiestamkaart dienst moest
gaan doen als identiteitsbewijs. Om
die kaart als zodanig bruikbaar te
maken, moest iedere Nederlander van
15 jaar of ouder bij het bevolkingsregister zijn of haar foto op die
kaart laten bevestigen en door afstempeling met een gemeentestempel
laten waarmerken.
links :
1 PK te Delft (18 juli 1940)
rechts :
I nundati e Zou tcuemwe Polder
Dit was echter een voorlopige maatr egel , want in 1941 werd het per soonsbewijs verplicht gesteld. Op
het persoonsbewijs, dat werd afgelezen op de be volk in ~ sbureaus, kwam
niet alleen een gewaarmerkte foto
van de betrokkene, maar ook diens
vingerafdruk en handtekening. Het
persoonsbewijs werd vervaardigd van
dun karton met watermerk en was bedrukt met een speciale drukinkt .
Door deze maatregelen kon dit document vrijwel niet nagemaakt worden.
Om vervalsing nog moeilijker te maken
en om de controle te vergemakkelijken
werd er in Den Haag een centraal
registe r in het leven geroepen met
kaarten, de zogenaamde ontvangstbewijzen, van alle in Nederland afgegeven persoonsbewijzen . Als een persoonsbewijs werd uitgereikt , dan
moest het bevolkingsbureau tegelijkertijd ' het ontvangstbewijs met dezelfde gegevens - met inbegrip van
foto, handtekening en vingerafdruk opsturen naar Den Haag. Het centrale
register was in deze stad ondergebracht in het gebouw Kleijkamp tegenover het Vredespaleis.
De identificatiéplicht, de beginnende akties van de Duitsers tegen de
Joden en de in 1941 begonnen Geuzen-
processen brachten onder invloed
van de ~llegale pers en van radio
Oranje in de winter van 1941/1942
een verandering teweeg in de houding
van veel Nederlanders tegenover de
Duitse bezetters. Begin 1941 ging
men er in 'goede' ambtelijke kr i ngen
toe over fictieve personen te
creëren. Kaa rten ( persoonskaarten )
met fictieve gegevens werden opgenomen in het plaatselijk bevolkingsregister. Distributiestamkaarten en
persoonsbewijzen met fictieve gegevens werden vervolgens uitgereikt
aan onderduikers die daaraan behoefte hadden.
Inmiddels saboteerde een steeds
groter wordend aantal Nederlanders
de arbeidsinzet (de verplichte
tewerkstelling in Duitsland), terwijl het aantal onderduikers ook
toenam door de razzia's op Joden,
het terugvoeren van Nede rlandse exmilitairen in krijgsgevangenschap
en de vervolging van personen om politieke redenen. Onderduikers waren
er ook te Schipluiden, die door
Rien van der Kooij (de schrijver
van dit artikel ) naar vermogen werden geholpen.
Nadat de uitreiking van persoonsbewijzen een feit was geworden,
moesten op last van Rauter in 1942
de eerste distributiestamkaarten
worden ingewisseld voor twee distri butiestamkaarten. De bedoeling was
onfterduikers af te snijden van de
verstrekking van distributiebonnen.
Daartoe moest bij een ieder, die
persoonlijk zijn tweede distributiestamkaart moest komen afhalen, een
controlezegel op zijn persoonsbewijs
worden geplakt. Natuurlijk we rd deze
maatregel te Schipluiden op effectieve wijze ondervangen. Heel wat
inwoners kwamen niet persoonlijk op
de secretarie van Schipluiden.
Niet ontkend kan worden dat de gemeentelijke bevolkingsregisters de
grondslag hebben gevormd voor alle
Duitse vervolgingsmaatregelen. Opgemerkt moet echter worden dat die gemeentelijke bevolkingsregistratie er
al was, voordat Nederland werd bezet.
Tijdens vijf jaren bezetting werden
13
Midden-Delfkrant
er naar schatting 60.000 personen
door de Sicherheitspolizei gearresteerd, waaronder 15.000 illegale
werkers. Daar staat tegenover dat de
meeste illegale werkers, misschien
ongeveer 30.000 e n ongeveer 300.000
andere onderduike rs zic h ond a nks de
controlemogelijkheden aan de greep
van de bezetter hadden kunnen onttrekken. Dit is voor een groot gedeelte het gevo lg geweest van de
aktiviteit van groepen die hulp ga ven aan onderduikers, waarbij de
bevolkingsboekhouding een grote
positieve rol heeft gespeeld.
Afgifte van niet-authentieke persoonsbewijzen
De hulp aan onderduikers ontwikkelde
. zich langs twee lijnen, namelijk de
aktiviteit van falsificatiegroepen
buiten het ambtelijk apparaat om, en
de aktiviteit van groepjes 'goede'
ambtenaren juist met inschakeling
van de bevolkingsboekhouding.
Zo'n groepje 'goede' ambtenaren bestond ook in een paar plattelandsgemeentes rond Delft. Medio 1942 begonnen enkele bevolkingsambtenaren
uit o.a. Berkel, Nootdorp, Pijnacker,
Schipluiden en Maasland aan dit
ambtenarenver ze t. Onder het mom van
een studiebijeenkomst was er af en
toe een vergadering - steeds weer in
een andere gemeente - waar dan werd
gesproken over manieren om door malversaties in en met het bevolkings register onderduikers aan de nodige
bescheiden te kunnen helpen. Duidelijk zal zijn dat deze bescheiden
nooit konden worden afgegeven op de
ware namen van de ondergedokenen.
Soms was heL ook nodig hen van een
ander geboortejaar te voorzien om
he n bij razzia's geen onnodige
risico's te laten lopen. Elk van de
ambtenaren had weer banden met het
plaatselijk verzet. Zo was er te
Schipluiden regelmatig contact tussen Rien van der Kooij en Piet van
der Windt.
Een nieuwe ontwikkeling diende zich
aan, toen de Duitsers uittreksels
uit geboorteregisters gingen vragen.
In een vergadering van ons groepje
werd het vermoeden uitgesproken,
dat de Duitsers er inmiddels achter
waren gekomen, dat er persoonsbewij zen met fictieve gegevens werden af gegeven.
Voor een goed begrip even een korte
toelichting. Naast het bevolkingsregister, waarin alle bewoners van een
plaats op alfabetisch gerangschikte
kaarten (persoonskaarten) zijn vermeld, bestaan er registers van de
burgerlijke stand, waarin bepaalde
feiten als bijvoorbeeld geboorten
chronologisch worden beschreven in
een vastbladig register. Of een persoonsbewijs fictieve gegevens vermeldde, was door de Duitsers eenvoudig te controleren in de op dat persoonsbewijs getypte geboorteplaats.
Ontbrak daar de betreffende geboorte- akte dan waren de gegevens fic tief en was de gecontroleerde persoon een onderduiker. Het systeem
was daarmee kwetsbaar geworden en de
afgifte van persoonsbewijzen met
fictieve gegevens een riskante
onderneming.
Jn ons groepje werd een oplossing
gevonden door de regi~L~rs van de
burgerlijke stand in het systeem te
betrekken . In de registers van de
burgerlijke stand, te weten de re gisters van geboorten, werd in de
ongeveer met de onderduiker overeenkomende leeftijd een geboorte-akte
opgezocht van een persoon die als
kind was overleden. Daarna werden
persoonsbewijzen afgegeven; niet
meer met fictieve gegevens, maar met
echte te verifiëren gegevens . Admi nistrctief werd zo'n overledene als
het ware weer tot leven gebracht.
Op naam van de overledene werd in
het bevolkingsregister een kaart
(persoonskaart) tussengevoegd en op
die naam werden een tweede distributiestamkaart en persoonsbewijs afgegeven . Om controle verder te bemoeilijken werden verhuizingen naar de
(meewerkende) gemeenten op de persoonskaarten vermeld en ook in die
gemeente administratief verwerkt.
Voorts werd voor het afgegeven persoonsbewijs een kaart , ontvangstbe-·
wijs) naar het centraal register in
Den Haag gezonden.
Bij controle door de Duitsers klopte
het bevolkingsregister met de burgerlijke stand en het persoonsbewijs
klopte met beiden. Verder was het
persoonsbewijs echt, inclusief gemeentestempel en handtekening van de
betreffende ambtenaar, die daarmee
een groot risico liep. De persoonsbewijzen waren alleen niet authentiek in rlie zin dat gebruik werd gemaakt van andere persoonsgegevens.
Ambtelijk verzet te Schipluiden
De door de ambtelijke verzetsorganisatie, waaronder Schipluiden viel,
afgegeven niet-authentieke persoonsbewijzen waren vermaard bij de illegaliteit en meestal bestemd voor
personen die een vergroot risico
liepen .
Niet zo vr eemd was het daarom dat in
februari 1945 Leen de Kool ('Frans .
P.B.S.' van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) naar
Schipluiden kwam om zich op de hoogte te stellen van het in de kring
gebruikte systeem. De bespreking met
'Frans P.B . S.' vond plaats ten huize
van· Kalkman aan de Tramkade. Aanwezig
waren daarbij verder: Bram Kalkman,
leider van het regi onaal overleg
van de L.O., Rien van der Kooij; bevolkingsambtenaar van Schipluiden,
Jan de Koning, zoon van de gereformeerde predikant te Schipluiden en
Piet van der Windt, beiden van de
Schipluidens illegaliteit.
Behalve over het systeem van afgifte
van de niet- authentieke persoonsbewijzen werd er gesproken over het
kraken van de persoonsbewijzencen trale in Den Haag en het onmiddellijk vrijmaken te Schipluiden van
een aantal door 'Frans P.B . S.', benodigde blanke persoonsbewijzen. In
Inundatie bij 't Woudt
14
veertiende jaargang nr. 2, se.,tember 1990
verband met het veilig stellen van
de vele te Schipluiden afgegeven
niet-authentieke persoonsbewijzen
werd afgezien van het laten verdwijnen van het plaatselijke bevolkingsregister.
Natuurlijk kon er in die tijd geen
lijst worden bijgehouden van de
verstrekte niet-authentieke persoonsbewijzen. Dank zij het in 1985
uitgekomen boek van Harold E.Jansen,
getiteld 'Vlucht 648' (Elmar, Rijswijk) werd één geval aan de vergetelheid ontrukt. Het boek gaat over
de bemanningsleden van een Amerikaanse bommenwerper, die op 26 september 1944 boven het Westland werd
neergeschoten . Drie van de bemanningsleden van dat vliegtuig kwamen
woensdagmiddag 27 september 1944
terecht bij Jan Doelman op boerderij
'Landlust', Oostgaag 67 te Maasland.
Deze boerderij was een ontmoetingscentrum voor leden van de illegaliteit. Eén van de mensen die daar
woensdagavond de Amerikanen ontmoette, was Arie van der Kooij,
Oostgaag 73, een tuinder die achter
'de Leeuwenwoning' aan de Oostgaag
te Maasland zijn tuin had. De Amerikanen kond<'n ni.Pt op boerderij
'Landlust' blijven, maar moesten
voor ze vertrokken voorzien worden
van een persoonsbewijs .
Donderdag 28 of vrijdag 29 september kwam Piet van der Windt aan
Rien van der Kooij vragen om een
persoonsbewijs voor een Amerikaanse
piloot. Het officiële stuk werd door
Rien klaargemaakt ten name van
Johannes Koole, met de aantekening
dat hij doofstom was. Het persoonsbewijs, dat om veiligheidsredenen
geantidateerd was, kreeg Piet van
der Windt mee met de opdracht om te
zorgen voor de vereiste vingerafdruk. Het daarvoor benodigde koffertje met spullen werd hem eveneens meegegeven. Achteraf gezien
was het persoonsbewijs bestemd voor
de staartschutter van de bommenwerper Walter Kasievich. Op 30 september werd Kasievich door Cor van
der Kooij, broer van de eerder genoemde Arie van der Kooij, naar de
familie Hoogendam gebracht in de
Broekpolder te Vlaardingen.
Volledigheidshalve wordt nog vermeld dat de tweede Amerikaan Maleolm
Edwardsen naar de familie Keijzer in
De Lier werd gebracht. Maar omdat
daar Duitse militairen waren ingekwartierd, kreeg hij van 24 november
1944 tot 11 januari 1945 onderdak
bij de familie Van Leeuwen op 'Huis
ten Dorp', Gaagweg 40 te Schipluiden.
De derde Amerikaan, Marvin Charwat,
bleef te Maasland, waar hij huisvesting verkreeg bij de familie
Huisman, Kerkweg 29.
Balans
Aan het eind van de oorlog waren er
naar schatting 200 . 000 à 250.000
niet-authentieke persoonsbewijzen in
omloop, waarvan er slechts zo'n
80.000 à 90.000 door falsificatiegroepen waren gemaakt. Dit betekent
dat de meeste persoonsbewijzen in
omloop waren gebracht door groepjes
'goede' ambtenaren.
In het bevrijdingsjaar bleek ook
Schipluiden zijn aandeel te hebben
geleverd bij het in omloop brengen
van niet-authentieke persoonsbewijzen. Immers in dat jaar werden in
het bevolkingsregister von Sc hipluiden een groot aantal niet-authentieke (met persoonsbewijzen corresponderende) kaarten (persoonskaarten) aangetroffen. In een brief van
16 augustus 1945 stelde de burgemeester van Schipluiden de noodzaak
van 'het weder in orde brengen van
het bevolkingsregister'.
Maasland
1940-1945
Een belangrijk deel van het oorlogsgebeuren is aan Maasland vrijwel
voorbijgegaan. Er is in de meidagen
niet gevochten, er liepen niet vaak
Duitsers in het dorp, er waren niet
veel echt foute Maaslanders, razzia' s
en echte honger bleven de Maaslanders
bespaard. Op een belangrijk punt
echter was Maasland niet alleen een
'haantje de voorste', maar speelde
bovendien een 'eerste viool'. Ik
doel daarbij op het verzet . Maasland
had al in de zomer van 1940 zijn
Geuzen en in de loop van de oorlog
groeide het uit tot het verzetscentrum van het Westland . Het verzet
'Vlaardingen-Westland' had er zijn
hoofdkwartier, de di stricts-commandant verbleef er veelvuldig, e ve nals
de veel gezochte 'Drie Musketiers' .
Het had ook zijn 'Engelandvaard er',
die later als geheim agent werd gedropt en als zodanig geruime tijd in
het centrum van ons land heeft gefunctioneerd.
Honderden onderduikers-burgers,
militairen, joden, verzetsmensen,
piloten, zowel mannen als vrouwen,
waren in ons mooie dorp onderdak gebracht en werden van kleding, voedsel en geld voorzien.
van der
Voorjaar 1945 werden enkele tientallen Maaslanders, samen met verlinks: Olie t anks t e Pernis branden na
zetscollega's uit andere Westlandse
dorpen, naar Rotterdam overgebracht,
een aanvat van zes Beauforts vtiegtoen men vreesde voor een geweldtuigen van Castet Cammand op 21 mei
dadige bevrijding van het westen
1940
rechts: Nachtetijke aanvat op de koget- door de geallieerden, waaraan het
gieterij te Detft. Deze foto is gemaakt verzet zijn steentje zou moeten bijdragen.
vanaf de Woudseweg op 21 juti 1941 .
Gelukkig is dat er niet van gekomen,
Vier barakken met 22 mitjoen geweermaar de mannen waren er klaar voor
patronen en duizenden 20 mm granaten
gingen de tucht in .
·
en zouden hun plicht hebben gedaan.
M.
Kooij
Midden-Delfkrant
Oproep
Voor veel mensen betekent de oorlogs periade 1940- 1945 een t ijd met onuitwisbare herinneringen . Angst en
onzekerheid, maar ook betrokkenheid
en saamhorigheid, plezier soms ...
Herinneringen aan grote gebeurtenissen
die de geschiedenis bepaalden, maar
ook herinneringen aan kleine ,
persoonlijke zaken die alleen voor
de betrokkenen van belang leken .
De redactie van de Midden- Delfkrant
vraagt u om deze ' grote ' of ' kleine '
herinneringen eens op papier te
zetten . Het herdenkingsjaar 1990 i s
daarvoor een uitgelezen gelegenheid.
In het laatste nummer van dit jaar
bieden wij graag ruimte aan deze
pRrsoonli,jkc (J!?:lr?hiedndzri;jvinr; .
Inzendingen gaa rne vóór 10 november
19.90 ann het rerinef;Ü<- ndrr.n 7Jon de
Middcm- Ue 1-j'knm ~ :
Oostveenseweg 6
26.16 ED Schip luiden .
De laatste getuigen uit de oorlogs pei•iode 1940- 194 5. Hierboven één van
de twee bunkertjes in de Klaas
Engelbrechtspolder te Schipluiden,
nabij het nieuwe gemaal aan de
Rijksstraatweg .
15
Onder: Wegversperring langs de Schie
bij Delft (juist buiten MiddenDelfland gelegen) . Wellicht zijn er
nog meer zichtbare herinneringen uit
die periode in Midden- Delfland?
16
veer~iende
Rijksweg 19:
werk ~n Schipluiden stilgelegd
jaargang nr. 2, september 1990
de wet toen en nu zeker niet overtreden.' Aldus Bakker. M.a.w.: RWS
is weloverwogen gestopt met het
werk .
ONGELOOFWAARDIG
Op 14 mei j.l. ZlJn de werkzaamheden aan RW 19 in
de Klaas Engelbrechtspolder (tu ssen Den Hoorn en
Schipluiden) stilgelegd.
Enkele weken lang is er zand gestort, zijn er
sloten verbreed en leidingen verlegd. Ook in
december was er al zand gestort.
In dit stuk een toelichting en een reactie.
Het werk is gestopt, omdat een juridische procedure nog niet is afgerond. Deze procedure hoort bij de
Wet Geluidhinder . Uit onderzoek was
gebleken, dat bij een aantal woningen
in de buurt van de rijksweg meer
herrie zal gaan optreden dan is toegestaan volgens deze wet. Het provinciebestuur had toen besloten hiervoor
een 'verklaring- van-geen- bezwaar' af
te geven . Hiertegen was de Werkgroep
Stop RW 19, samen met een groep mensen die in de buurt van het tracé
wonen, in beroep gegaan bij de Raad
van State. De Raad van State sprak
op 18 april uit, dat men niet met de
aanleg van de weg mocht beginnen zolang dit beroep niet was afgehandeld.
WETSOVERTREDING
De vraag dringt zich dan op of
Rijkswaterstaat (RWS) hier niet de
wet heeft overt r eden . Nog meer vraagtekens rijzen er, als we weten dat
de woordvoerder van RWS in een tijdsbestek van een paar dagen tegenstrij dige verklaringen hierover aflegt.
In de 'Delftsche Courant' van 15 mei
j . l. lezen we dat projectleider
J.Bakker van RWS de financiele
schade die ontstaat door onderbreking van de werkzaamheden nog niet
kan ramen, maar 'Het zal in elk geval beperkt blijven . Door onderhandelin 2en met de aannemers komen we
er wel uit'. Aldus Bakker. M. a . w.:
RWS is min of meer door de situatie
overvallen en probeert nu een mouw
te passen aan het probleem.
Maar in 'Trouw' van 18 mei j.l.
lezen we iets heel anders. Bakker
zegt hier: 'Wij zijn vanaf december
niet bezig geweest met de aanleg van
de weg, maar met voorbereidingen
voor de aanleg. We leggen geen aardlaag of asfalt aan, maar verleggen
leidingen. Dat mag . Het verschil
tussen aanleg en voorbereidingen
daartoe is subti el, dat geef ik toe.
Voor de ze kerheid hebben we daarom
besloten een aantal werkzaamheden te
stoppen in april . We naderden toen
het aanleg-s tadium. Maar we hebben
De lezig die Bakker hier (in '~rouw')
geeft is zeer ongeloofwaardig, want
1
RWS is meteen gestopt met de werkzaamheden, nadat er vragen waren gerezen en gesteld, om precies te zijn
door o.a. het Schipluidense gemeenteraadslid Govert van Oord op 11 mei
j .1..
2
De borden langs de Woudseweg en de
Rijksstraatweg s preken duidelijke
taal: 'Aanleg aardebaan RW 4'.
Hoe kan Bakker dan volhouden geen
aardlaag aan te leggen? Wekenlang
z ijn hier zeven vrachtwagens aan het
zandstorten geweest.
3
Als RWS het idee had gehad dat men
zonder wettelijk bezwaar gewoon door
had kunnen werken, dan had men het
op een uitspraak van de rechter
kunnen laten aankomen. Dan zou men
ook zeker nog enkele weken hebben
kunnen doorwerken. Ke nneli jk had men
er weinig vertrouwen in, dat de
rechter de werkzaamhden van RWS
rechtmatig zou noemen .
Al met al: het lijkt er wel heel
sterk op, dat RWS buiten het boekje
is gegaan. Alweer dus.
Overigens gaan de werkzaamheden op
het grondgebied van de gemeente
Rijswijk 'gewoon' door. (Dit deel
van RW 19 hoort bij het Hoefijzer
van Den Haag en kan dus eventueel
los gezien word en van de rest van
RW 19).
Henk Tetteroo
11 juni 1990
liu r•J 111u i ac.mkundiuüzu /Jalt Ju a.mluu
van de aarden baan in de Klaas
r·,
F.n:rrlb r'echtspol-nr.Y', hn.%Jr>krm onder'
een her•j'ta to1•m .
Midden-Delfkrant
Graven voor de toekomst
Geslaagde aktiedag
~n
Schiedam
Op 21 april organiseerde de Nationale Milieu Aktie
(NMA) in samenwerking met een aantal landelijke en
regionale milieu-groepe ringen plus de gemeente
Schiedam(!) een grote manifestatie tegen het
verkeers - en vervoersbeleid van de regering. Over
het waarom en over het verloop gaat dit artikel.
Het rapport 'Zorgen voor morgen',
uitgekomen in 1988 en geschreven in
opdracht van de vorige regering,
concludeerde dat de toekomst van natuur en milieu er rampzalig uitziet.
Zo zou ongeveer 80% van de bossen
sterven, als de vervuiling op korte
termijn niet met 80% zou worden
teruggebracht.
GESTRUISVOGELD
Sindsdien zijn er heel veel woorden
gewijd of, liever gezegd, vuil gemaakt aan de milieuproblemen. Maar
er zij n nog maar bitter weinig maatregelen getroffen door de overheid.
En de mentaliteit en het gedrag van
de meeste mensen zijn er niet veel
op vooruit gegaan. Er wordt grootschalig 'gestruisvogeld', moet je
vaststellen.
Als we naar de sector verkeer en
vervoe r kijken, dan zien we dat er
in onze regi o bij Rijk en Provincie
nog een schrjkbarende hoevee l heid
wegen op het programma staat. Zo wil
het Rijk gaan bouwen: RW 19 en een
tweede Bene lux tun nel in het ver lengde daarvan, de Van Blankenburgtunnel ten westen daarvan en het
Haagse Hoefijzer ten zuiden van
Rijswijk. En de Provincie wil gaan
aanleggen: de SW 53 (Delft - Zoeter meer ) en de SW 11 (d eel van het
Haagse Hoefijzer). En verder moeten
in het Westland nog het Broekpoldertracé (te n zuiden van Kwintsheul) en
het Vlietpoldertracé ( ten oosten van
Naaldwijk) geasfalteerd worden.
In de regio Amsterdam zijn de plannen al even alarmerend.
Het is duidelijk: veel meer wegen
betekent veel meer vervuiling. En
dat terwijl de vervuiling juist
sterk verminderd moe t worden!
DRT ED!JT7.END
Daarom dus , dat er alle reden was om
te protesteren tegen dit beleid en
te pleiten voor een beter. Dat gebeurde op 21 april onder het motto
'Schep nieuwe wegen weg, bouw aan
17
openbaar vervoer'. Zo'n drieduizend
mensen ( politieschatting ) kwamen
naar de Laan van Bol'Es in Schiedam
om dit protest te ondersteunen .
Voor deze plaats, een deel van het
zandlichaam van Rijksweg 19, was
gekozen om twee redenen.
De akties tegen Rijksweg 19 zijn
misschien wel de langst-lopende
tegen nieuw asfalt in heel Nederland. En daarnaast: als Rijksweg 19
niet zou worden aangelegd, dan zou
het vrijwel zinloos worden om de
tweede Beneluxtunnel in het verlengde van Rijksweg 19 te bouwen. M.a. w.:
het gaat hier om zeer ingrijpende
beslissingen over de infrastructuur.
Het aktieterrein
18
veertiende j3acgane nr . 2, september 1990
HAPPENING
De dag is een zeer plez i erige en
gezellige happening geworde n. Natuu r lijk dankzij het prettige wee r ,
maar ook doordat er veel te beleven
viel: optredens van mu z i ek- en
cabaretgroepen en va n clowns, die
over het terrein rondstapten. Verder:
toespraken van o.a. de Tweede Kamer leden Wolffensperger (D'66) , Willems
(G roen Links) en Feenstra (PvdA) .
(Deze PvdA-man verklaarde dat zijn
partij zich zal inspannen voor een
~eroverweging van de over Rijksweg
19 genomen beslissing.) Een sloopauto werd symbolisch ingegraven. En
op de informati2markt presenteerde
zich een flink aantal organisaties
uit de groene hoek, waaronder de
Midden-Delflandvereniging. Je kon
ook zelf aan de slag: er werd een
symbolische trambaan gegraven . Het
viel me op in wat voor een razend
tempo mensen bezig waren, alsof ze
al hun ongenoegen wilden wegscheppen.
EN
NU"~
Een logische vraag na zo 'n dag is:
wat levert het op? Ik denk : veel
publiciteit (het tv-journaal besteedde enkele minuten aan de manifestatie). Verder: zo'n succes kan
oppeppend werken voor alle mensen
die vinden dat een ande r beleid
nodig is. En misschien wel het meest
concrete: de gedachte, dat de strijd
tegen Rijksweg 19 (en tegen andere
wegen en tunnels!) nog niet gestaakt
is.
Rijkswg 19:
onderzoek naar besluitvorming
He nk Tetteroo
Kort geleden is er een artikel verschenen over de geschiedenis van de
besluitvorming bij RW 19. Dit artikel vormt een bewerking van een af studeerscriptie, ge schreven door de
sociologen J. van der Veen en
P.Louwerse en afgerond in 1987. Deze
scriptie is gebaseerd op een zeer
groot aantal schriftelijke stukken
(o . a. rapporten, krante- artikelen,
Kamerstukken ) en op interviews met
sleutelpersonen uit de milieubeweging, uit de politieke hoek en van
Rijkswaterstaat. Beide partijen zijn
dus aan het woord gelaten. Het onderzoek is gericht op de periode tot
en met eind 1984. Toen nl. (om precies te zijn op 28 november 1984)
vond de geruchtmakende vergadering
plaats van de Reconstructiecommissie Midden- Delfland waarin de commissic uitspr ak dat de rijksweg met de
voorstellen van het Rijk, zoals die
tot dan toe bekend waren, aanvaardbaar ingepast genoemd kon worden .
Het oogt waarschijnlijk minder ge-
toch is het zo: de onderzoekers
zetten o.a. enkele flinke vraagtekens bij de manier waa r op Rijkswaterstaat in al die jaren heeft
geopereerd.
Iedereen, die zich betrokken voelt
bij de besluitvorming bij RW 19, zou
dit artikel moeten lezen.
Het is geschreven door E.Snel en
J.v.d.Veen en verschenen in het
tijdschrift 'Beleid en Maatsc happi j'
(1990, nr 2). Het losse nummer kunt
U bestellen bij: Boompers, Postbus
1058, 7940 KB MEPPEL, (05220 ) - 54306.
Maar voor informatie over artikel
en / of scriptie kunt u ook bij mij
terecht.
Henk Tetteroo
Boliviastraat 20
2622 BL Delft
•~loFnnn
(01S) n2
07 86
Midden-Delfkrant
Het leven op de Keenenburg
Heel lang is al bekend dat in Schipluiden in een
ver verleden een kas teel is gebouwd, dat 'de
Keenenburg' werd genoemd. Deze naam was ontleend
aan een klein riviertje dat zich in de nabijheid
door het landschap s lingerde , de Keen. Vele eeuwen
werd het kasteel bewoond door de Heren van
Keenenburg.
In de tweede helft van de 18de eeuw
kwam er een einde aan deze situatie.
Door een geleidelijke bewustwording
van de gewone man werden de rechten
en privileges van de adel in belangrijke mate beknot. Dit had tot gevolg dat er vaak minder gel d beschikbaar was voo r het onderhoud
van kastelen en andere adellijke
woonhuizen. Deze kwamen langzamer hand tot verval. In 1791 werd de
Keerrenburg in het openbaar verkocht. In 1798 werd het kasteel gesloopt. Al l een de funderingen bleven
achter in de grond . Dit betekende
het einde van deze indrukwekke nde
woonburcht.
Hoe indrukwekkend en belangri jk de
Keerrenb urg in het verleden geweest
is, werd pas duidelijk door de opgravi ngen , die in de laatste decennia op het kasteelte rrein werden
uitgevoerd. Daarbij zijn de funde ringen blootgelegd en in kaart gebracht. Tevens kwamen talrijke
bodemvondsten aan de oppervlakte in
de vorm va n bouwfragmenten, gebruiksvoorwerpen, restanten van etenswaren,
glas- en aardewerk, speelgoed enzovoort . Speciaal de beerputten en de
slotgracht l eve rden een grote hoeveelheid scherven en botten van
dieren op. Deze werden door leden
van de Historische Vereniging 'Oud
Schipluiden' zorgvuldig schoongemaakt, gesorteerd, gecombineerd en
indien mogelijk, gelijmd en ger estaureerd.
In 1989 werd door de gemeente het
bouwplan Keerrenbu rg voorbereid . In
verband daarmee is een uitgebreide
opgraving verricht op het terrein,
waar men in het ve r leden nog niet
gegraven had. Juist daar vermoedde
men de vroegste bewoningsresten .
Het betekende de laatste kans om het
in kaart brengen van de fundering te
voltooien. Deze opgraving, uitgevoerd door het R.O.B. met assistentie van een nnntnl enthousiaste
amate urs, bleek een goede greep te
zijn. De bouwkundige aspecten van
het oude slot konden stuk voor stuk
in tekeningen worden vastgelegd,
zodat tenslotte een samenhangend
geheel werd verkregen . Daarbij
bleek dat sommige oude prenten, die
van de Keerrenburg bekend zijn, volkomen konden worden ingepast in het
patroon van de opgegraven funderings resten .
Door de realisering van de wijk
Keerrenburg kan de opgraving van 1989
niet anders dan de laatste zijn. In
ieder geval ten aanzien van de
komende decennia. Daarom lag het voor
de hand dat aan de resultaten, voor
zover ze al zijn uitgewerkt, meer
bekendheid wordt gegeven. In het
plaatselijke museum 'het Tramstation'
is daarom een tentoonstelling ingericht, die het leven op de Keenenburg tot onderwerp heeft. Het is
niet de eerste expositie die door
'Oud Schipluiden' aan de Keerren burg
wordt gewijd . Dit kasteel immers
heeft meer dan 400 jaar het wel en
wee van het dorp Schipluiden mede
bepaald. Werd bij de vorige tentoons telling de aandacht speciaal
gevestigd op de aard en de veelheid
van de bodemvondsten, deze keer is
19
bij de opstelling gekozen voor de
beantwoording van de vraag: Hoe werd
er door de bewoners van dit kasteel
geleefd? Uiteraard kan deze vraag
niet in alle opzichten beantwoord
worden . Er is evenwel een begin gemaakt. Aan verschillende aspecten
van he t dagelijkse leven wordt aandacht besteed: Hoe was de verhouding tussen de kasteelbewoners en
de bedienden? Hoe waren de maaltijden? Waarmee vermaakte men zich?
Was er sprake van een uitgesproken
luxe ? Bi j de benadering van deze
vragen wordt niet alleen gebruik
gemaakt van alles, wat de bodem te
zien gaf, maar ook van de beschikbare archiefgegevens.
Bij het tentoonstellen van de bodemvondsten i s een belangrijke plaats
ingeruimd voor de bouwfragmenten.
Vele interessante details van het
kasteel werden in de bodem aangetroffen: behalve kloostermoppen en
ijsselstenen, ook sierstukken in
hardsteen uitgevoerd en s oms voorzien van een jaartal, uit marmer gehouwen vloertegels en gebakken plavuizen, al of niet van glazuur
voorzien, kleine ruitjes, in lood
gevat, zandstenen elementen en dakpannen en leien, zware palen die.
dienden om de fundering te versterken, onderdelen van bruggen, restanten van een botenhuisje en nog veel
meer.
Naast de bouwfragmenten was er nog
ander materiaal dat in overvloedige
hoeveelheden werd opgegraven, namelijk gebruiksvoorwerpen, gemaakt
van aardewerk of glas. Deze voorwerpen waren kennelijk afkomstig
Foto uit 19?8 van de opgraving van de
Ïundamenten van kasteel Keenenburg .
20
Midden-Delfkrant
veertiende jaargang nr. 2, september 1990
uit de servieskasten, de keuken en
de bottelarij. Op enkele uitzonderingen na was dit materiaal te
dateren als 16de, 17de of 18de
eeuws. Er waren zee r fraaie kannen
en kruiken van steengoed bij. De
vroege gemaakt in Raeren of Sigburg,
de latere in Westerwald. Ook allerlei soort keukengerei, afkomstig van
de inlandse pottenbakkerijen. Bij
dit materiaal is de verscheidenheid
in vorm bijzonder groot . We noemen
de grapen en kannen, de fruittestjes
en papkommen, de kook- en voorraad potten, de braadpannen, de schotels,
borden en drinkbekers. Ook werden er
meer bijzondere voorwerpen gevonden,
bijvoorbeeld een paar vetvangers,
die dienden om onder het braadspit
geplaatst te worden, een komfoor en
een spreeuwenpot.
voorwerpen gevonden: theekopjes,
tinnen bordjes, puddingvormpjes,
fruittestjes en zelfs een miniatuur
olielampje en een blaker. Verder
behoren ook knikkers, bikkels, een
tol en speelschijfjes tot de bodemvondsten.
Uit het bovengenoemde materiaal
konden bepaalde conclusies worden
getrokken ten aanzien van het doen en
laten van de personen die binding
hadden met het kasteel. De tentoonstelling, die hieruit resulteerde,
is nog tot half september te zien
in museum 'het Tramstation', Otto
van Zevenderstraat 2 te Schipluiden .
De openingstijden van het museum
zijn: elke woensdag en zat erdag van
14.00 tot 16.00 uur. Gr oepen belangstellenden kunnen een tele fonische
afspraak maken voor andere tijden.
Telefoon (01 738) 84 24 of 86 30 .
A.A. Olsthoor>n
Het vele glaswerk dat we rd opgegra ven, bleek voor de deskundigen belangrijke gegevens te bevatten . Ook
hieruit konden conclusies getrokken
worden t en aanzien van de leefwijze
van de kasteelbewoners. Behalve een
groot aantal wijn- en voorraadflessen, waren er kelkglazen en bekers,
schenkkannetjes, flacons en schaaltjes . Het merendeel van dit glaswerk
is versierd met een masker, een
reliëf en ribben of een netwerkpatroon. Bepaalde fragmenten van kost bare glazen duiden er op dat de bewoners van de Keenenbu r g tot de zeer
gegoeden behoorden . Het ligt voor de
hand, dat het waardevolle glaswerk
niet bestemd was voor de tafel van
de bedienden maar uitsluitend door
de kasteelbewoners en hun gasten
~~~rd gebruikt.
Ook wat h~t andere serviesgoed betreft is dit onde r scheid waar te
nemen. Voor de kasteelheren en hun
familie werden de tafels gedekt met
tinnen, delftse (aardewerk) of
porseleinen borden. Lepels en messen
waren van tin of zilver. De messen
hadden fraaie heften van bewer kt
been, ivoor of zilver. We nemen aan
dat dit alles geplaatst werd op
linnen tafellakens. Aan de tafel van
de bedienden werd minder zorg best eed. De brij werd uit een papkom
of gra pe gegeten , waarbij een hou ten lepel werd gebruikt. Ook ze tte
men wel de kookpot op tafel, waarna
iedereen toetastte. Soms gebr uikte
men houten borden, bijvoorbeeld
voor de hutspot. Wanneer er een mes
aanwezig was, diende dat voor gezamenlijk gebruik. Het bier dronk men
uit drinkkannen van grof aardewerk .
Vrije tijd voor spel en ontspanning
was er in die tijd bijna uitsluitend
voor de welgestelden en de kinderen.
Voor de volwassenen was er onder
andere de jacht, de visserij en voor
de avonden het schaakspel. Het spelen van de kinderen bestond grotendeels uit het nabootsen van volwassenen. Zo werden er op het terrein
van de Keenenburg allerlei miniatuur
Maasland Anno 1840
Ons
goede~
oude dorp
Onlangs vers cheen een bijzonder aar dig boekwerkje over Maasland in 1840.
Het werd geschreven door Teun van de
Kooij, al zeer lang Hagenaar, maar
geboren in Maasland. Door nauwe familiebanden bleef hij altijd met
Maasland meeleven en hij publiceerde
al meerdere malen over zijn geboor tedorp.
Het thans verschenen boek wordt uitgegeven in verband met het lSO-jarig
bestaan van de provincie Zuid- Holland. Een schrijfwedstrijd uitgeschreven door de Culturele Raad van
Zuid-Holland vormde de directe aanleiding.
Het gaat in het boek vooral om de
sfeer van het dorpsleven in 1840.
Hoe gingen boeren, burgers en buitenlui toen met elkaar om? Waarover
zouden zij gepraat hebben en hoe
kwamen zij aan de kost? Veel gegevens daarover komen in het boek naar
Boerderij aan de Boonervliet/Zuidbuurt waar
Teun van der Kooij werd
geboren. Aquarel A.J.
Brinkhuis, 16 september
1894
voren en de schrijver schroomt niet
om op passende wijze een en ander
van zijn persoonlijk commentaar te
voorzien, ook over de gemeenteraad,
de kerk en de school.
Het boekje tel t 55 pagina's en is
ruim voorzien van foto's . De prijs
is f 14,50. Het is verkrijgbaar bij
Boekhuis Den Draak in Vlaardingen en
Maassluis, bij boekhandel Van der
Meer en in De Schilpen te Maasland.
Leden van de Midden- Delfland Vereniging kunnen het schriftelijk, of
door middel van een giro-overschrijving op postrekening 48 41 30
(t.n.v. T.van de Kooij te 's- Graven- ;
hage) bestellen bij de auteur. Het
adres: T.van de Kooij, Laan van
Meerdervoort 1133, 2555 BA 'sGravenhage.
U betaalt een geringe tegemoetkoming
in de verzendkosten, zodat de prijs
dan ~7,50 bedraagt.