Gemeenteraad 10 september 2014 Actualiteit van het raadslid de heer Groot Wassink van 8 september 2014 inzake een bed-, bad- en broodvoorziening voor uitgeprocedeerde vluchtelingen in Amsterdam Voorzitter, Al geruime tijd speken wij in deze raad over de problematiek van uitgeprocedeerde asielzoekers en dan vooral over de verschillende zogenaamde ‘vluchtinitiatieven’. Waarbij aangetekend dat er natuurlijk meer uitgeprocedeerde asielzoekers in Amsterdam zijn dan de georganiseerde en bekende groepen. Vanaf het begin heeft het CDA daarbij aangegeven voorstander te zijn van de opvang van de meest kwetsbare uitgeprocedeerde asielzoekers. Ofwel door maatschappelijke organisaties, gefaciliteerd door de gemeente, ofwel door de gemeente zelf. Niemand is er voorstander van dat in Amsterdam mensen door het ijs heen zakken. Daarom was en is er ook steun van het CDA voor het initiatiefvoorstel van mevrouw Van Doorninck. En hier zou de landelijke overheid ook zeker meer verantwoordelijkheid moeten nemen dan dat zij nu doet. Ik verwijs hierbij naar de motie van mijn CDAcollega Van Hijum die hierover in Kamer is aangenomen. Tegelijkertijd blijft het voor het CDA helder dat uitgeprocedeerd uitgeprocedeerd is en uitgeprocedeerde asielzoekers zich aan de vertrekplicht zouden moeten houden. Er is immers een procedure geweest bij de IND, die vervolgens vaak nog door één of meer rechters wordt getoetst. En voor een geloofwaardige en houdbare asielpolitiek is het noodzakelijk dat men zich houdt aan de uitkomst van een dergelijke procedure: terugkeer, of recht op verblijf. Graag hoor ik van de burgemeester nogmaals de bevestiging dat er wel degelijk opvang is als er wordt meegewerkt aan vertrek naar het herkomstland en ben ik met mevrouw Moorman benieuwd naar het antwoord op de vraag hoeveel van de uitgeprocedeerde asielzoekers uit de ‘Vluchthavengroep’ een beroep hebben gedaan op het ‘buitenschuldcriterium’. Ten aanzien van de Bed/bad/broodvoorziening staat het CDA enigzins huiverig. Het CDA ziet voorlopig weinig in een algemene gemeentelijke opvanginstelling voor uitgeprocedeerde asielzoekers, zonder dat er daarbij een perspectief is op een oplossing, zoals terugkeer naar het land van herkomst en zonder dat dat in harmonie plaatsvindt met het Rijksbeleid. Maar het staat de burgemeester zeker vrij om de mogelijkheden daartoe te verkennen en ik begrijp ook zijn overwegingen daarbij. Ik ben dan ook benieuwd onder welke voorwaarden een dergelijke instelling dan zou kunnen functioneren. Voorzitter, concluderend. Het CDA zal de motie van de heer Groot Wassink dus niet steunen.
© Copyright 2024 ExpyDoc