Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Opvang en begeleiding uitgeprocedeerde asielzoekers 2015 Programma / Programmanummer BW-nummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. Asielzoekers die uitgeprocedeerd zijn en tussen de wal en het schip vallen kunnen (op bepaalde voorwaarden) terecht in de noodopvang. Hiervoor is het beleidskader ‘tussen de wal en het schip 2012-2014’ vastgesteld. Met het bijgevoegde raadsvoorstel willen we het genoemde beleidskader verlengen met een jaar. Dit voorstel regelt de subsidie Noodopvang aan Vluchtelingenwerk Oost Nederland, de invulling van de middelen uit het Coalitieakkoord voor de extra noodopvang en medicatie op basis van de uitspraak van 10 november jl. van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR). Ook informeren we de Raad over de noodopvang en de uitspraak ECSR naar aanleiding van de Motie: ‘Recht op bestaan’. MO20, Dorien Malawau-Wilson, 2956 Datum ambtelijk voorstel 8 december 2014 Registratienummer 2015.0330 2015.0349 2015.0173 Ter besluitvorming door het college 1.Voor het jaar 2015 een subsidie van € 242.125 te verlenen aan Vluchtelingenwerk Oost Nederland voor de uitvoering van de noodopvang uitgeprocedeerde asielzoekers; 2.Voor het jaar 2015 een bedrag ter hoogte van € 16.000 te reserveren voor de toetsing van de dossiers door de Stichting Inlia; 3.Voor het jaar 2015 een bedrag ter hoogte van € 10.000 te reserveren Steller Dorien Malawauvoor medicatie aan de GGD. Wilson 4.Voor het jaar 2015 een subsidie van € 35.000 te verlenen aan Stichting Noodopvang Vluchtelingen Nijmegen voor de uitvoering van een bed, bad en brood voorziening; 5.Voor het jaar 2015 een subsidie van 15.000 te verlenen aan het Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen voor het opvangen van kwetsbare vrouwen; 6. De subsidies en reserveringen van de beslispunten 1-5 ten laste te brengen van het programma Zorg & Welzijn, product Maatschappelijke opvang, deelproduct ‘Noodopvang uitgeprocedeerden’ (61309.D.); Paraaf akkoord Datum Paraaf akkoord Datum Zie vervolgblad Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 16 december 2014 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.22 Bestuursagenda Portefeuillehouder CVopvanguitgeprocedeerden2015812 (2) Collegevoorstel Vervolg beslispunten 7. De bijgevoegde brief aan de Raad reactie motie ‘Recht op bestaan’ vast te stellen. Aan de Raad voor te stellen 1.Het beleidskader ‘Tussen de Wal en het schip2012-2014’ te verlengen tot 1 januari 2016; CVopvanguitgeprocedeerden2015812 (2) Collegevoorstel 1 Probleemstelling Op basis van het Nederlandse asielbeleid worden kwetsbare vluchtelingen die uitgeprocedeerd zijn op straat gezet. Vluchtelingen hebben recht op een herhaalde asielaanvraag die ze in Nederland mogen afwachten. In die periode mogen zij geen gebruik maken van de Rijksopvang. Wegens humanitaire redenen en de risico’s voor de openbare orde en volksgezondheid heeft de gemeente Nijmegen (net als een aantal andere gemeenten) gekozen voor een noodopvang om een deel van deze doelgroep te kunnen opvangen. Wij bieden opvang aan uitgeprocedeerde asielzoekers die rechtmatig in Nederland verblijven of aantoonbaar meewerken aan terugkeer naar het land van herkomst. Dit wordt uitgevoerd door Vluchtelingenwerk Oost Nederland. Naast het gemeentelijk opvangaanbod zijn er vanuit de stad diverse opvanginitiatieven voor deze doelgroep georganiseerd door: Stichting Gast, het Wereld Vrouwenhuis (Huize Mariam) en de Diaconie. Samen vangen zij ongeveer 80 uitgeprocedeerde asielzoekers op. Stichting Gast en Vluchtelingenwerk Oost Nederland werken nauw samen. Vluchtelingenwerk toetst aan de hand van de gestelde criteria en de cliënt kan geplaatst worden bij Stichting Gast of Vluchtelingenwerk. In 2013 zijn 97 melders uitgesloten van de opvang omdat er onvoldoende binding is met Nijmegen, er geen juridisch perspectief meer is of omdat ze geen asielachtergrond hebben. Dit geeft aan dat er naast de bestaande voorzieningen behoefte is aan meer opvangplekken. Op 11 november 2014 is de motie ‘Recht op bestaan!’ ingediend. In deze motie heeft de Raad het college verzocht de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten serieus te nemen en hiervoor een aantal acties uit te zetten. Zie hieronder meer uitleg over deze uitspraak. 2 Juridische aspecten & beleidskader Beleidskader tussen de Wal en het Schip 2012-2014 In het beleidsplan ‘Tussen de wal en het schip 2012 -2014’ is opgenomen dat gemeente Nijmegen opvang biedt aan uitgeprocedeerde asielzoekers (afkomstig uit Nijmegen) die een vervolgprocedure hebben lopen of aantoonbaar meewerken aan hun terugkeer. Maar ook uitgeprocedeerden in een kwetsbare positie op basis van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Europese Terugkeerrichtlijn. Het uitgangspunt is dat opvang van tijdelijke aard dient te zijn. Middelen bed bad brood coalitieakkoord In het huidige coalitieakkoord is opgenomen dat Nijmegen € 60.000 extra middelen wil inzetten voor de noodopvang, waarvan € 10.000 voor medicatie. Uitspraak Europees Comité voor Sociale Rechten – bed, bad en brood Op 10 november jl. is de definitieve uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) gepubliceerd. De strekking van de uitspraak is dat de overheid verantwoordelijk is voor het bieden van bed, bad en brood voor ongedocumenteerden. Dit kunnen asielzoekers zijn, maar ook migranten. Het is niet aan de orde of de uitgeprocedeerde asielzoeker perspectief heeft in Nederland en/of meewerkt aan terugkeer, er worden geen voorwaarden gesteld. De uitspraak van het ECSR heeft geen directe werking, maar rechters wegen het mee in hun oordeel. Gemeenten kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor de opvang. In Nijmegen loopt een bezwaarprocedure waarin een beroep wordt gedaan op deze uitspraak. De staatssecretaris heeft kenbaar gemaakt eerst de aanbeveling van het comité van ministers af te wachten in het voorjaar van 2015. Dan zal er op landelijk niveau besluitvorming plaatsvinden of er uitvoering wordt gegeven aan deze uitspraak. Op dit moment ligt er een plan dat door de G4 en VNG is opgesteld over het bieden van bed, bad en brood waarbij centrumgemeenten een rol spelen. Er wordt voorgesteld om een sobere Collegevoorstel Vervolgvel 3 nachtopvang te organiseren met daarbij een opvang voor kwetsbaren. Hierin dient de Rijksoverheid wel financieel bij te staan. Dit plan wordt op korte termijn besproken in het overleg van de G32 Sociale Pijler en in de VNG-commissie Integratie & Asiel. Er zijn een aantal gemeenten die besloten hebben om te starten met een bed, bad en brood voorziening naar aanleiding van deze uitspraak. Tot nu toe zijn dit de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht en Rotterdam. 3 Doelstelling Met dit voorstel geven wij uitvoering aan onze zorgtaak voor uitgeprocedeerde asielzoekers. De grondslag hierover is het beleidskader ‘Tussen de wal en het schip 2012 -2014’ en de uitspraak van het Europees Comité van Sociale Rechten 1 juli 2014 (klachtnr. 90/2013), publicatie 10 november 2014. Daarnaast geven we uitvoering aan de motie ‘Recht op bestaan’. 4 Argumenten 2.Subsidieverlening aan Vluchtelingenwerk Oost Nederland (VWON) VWON is deskundig op het gebied van vluchtelingen, zowel op maatschappelijk maar met name op juridisch vlak. VWON maakt ook deel uit van een landelijk netwerk waardoor zij op de hoogte is en wordt gehouden van ontwikkelingen rondom de doelgroep. Daarom is VWON bij uitstek geschikt om de noodopvang en begeleiding van ongedocumenteerde asielzoekers op zich te nemen. Vluchtelingenwerk geeft naast de doelgroep in de noodopvang ook juridische begeleiding aan de doelgroep in de opvang bij Stichting Gast. VWON zal in 2015 ongeveer 24 personen opvangen en begeleiden. Vluchtelingenwerk werkt met vrijwilligers, de juridische ondersteuning wordt door een betaalde kracht uitgevoerd. 3.Toetsing dossiers stichting Inlia Om in aanmerking te komen voor de noodopvang in Nijmegen dient de uitgeprocedeerde te voldoen aan een aantal criteria zoals omschreven in het beleidsplan ‘Tussen de Wal en het schip’. De toetsing wordt uitgevoerd door de landelijke en onafhankelijke instelling Stichting Inlia. De Stichting Inlia voert deze toetsing uit bij de gemeenten die aangesloten zijn bij het L.O.G.O. (Landelijk Overleg van Gemeentebesturen inzake Opvang− en terugkeerbeleid). 4.Medicatie uitgeprocedeerde asielzoekers Sinds 1 januari 2014 moeten onverzekerde ongedocumenteerde asielzoekers € 5 per medicatie betalen. Dit is door het CVZ ingevoerd. Dit leidt tot situaties waarbij ongedocumenteerden niet meer aan medicatie kunnen komen. Hulpverleningsorganisatie betalen nu voor een deel deze kosten, maar het moment is aangebroken dat zij dit niet meer kunnen opbrengen. In het huidige coalitieakkoord zijn er per 1 januari 2015 middelen voor beschikbaar gesteld. De hoogte van dit bedrag is gebaseerd op medicatieafname door uitgeprocedeerde asielzoekers in 2013. Omdat Praktijkbuitenzorg veelvuldig in aanraking komt met deze doelgroep is de taak om de € 5 uit te betalen belegd bij de GGD. 5.Subsidieverlening aan Stichting Noodopvang Vluchtelingen Nijmegen (SNOV) Naar aanleiding van een gesprek met Vluchtelingenwerk, Stichting Gast, het Wereldvrouwenhuis en de Diaconie over de extra middelen noodopvang uit het coalitieakkoord is de Stichting Noodopvang Vluchtelingen Nijmegen weer in het leven geroepen. Deze stichting heeft een subsidieaanvraag ingediend om een nachtopvang te starten dat voldoet aan de uitspraak van het ECSR. Met deze voorziening creëren we 20 extra opvangplaatsen in 2015 voor uitgeprocedeerden zonder perspectief. Deze opvang valt niet onder het beleidskader ‘Tussen de Wal en het schip’. Dit initiatief wordt uitgevoerd door vrijwilligers. Collegevoorstel Vervolgvel 4 6.Subsidie verlening aan Wereldvrouwenhuis – Huize Mariam Een nachtopvang is niet voor iedereen geschikt. Mensen met medische of psychische problematiek hebben een stabielere omgeving nodig. Het Wereldvrouwenhuis biedt deze stabiele omgeving aan ongedocumenteerde vrouwen met deze achtergrond. Deze stichting heeft een subsidieaanvraag ingediend om deze vrouwen betere medische zorg en begeleiding te kunnen geven. Ook dit initiatief wordt door vrijwilligers uitgevoerd. 5 Financiën Overzicht van de subsidies en reserveringen voor de opvang uitgeprocedeerde asielzoekers in 2015: Organisatie Vluchtelingenwerk Oost Nederland Stichting Inlia GGD Stichting Noodopvang Vluchtelingen Nijmegen Huize Mariam Taak Noodopvang & juridische begeleiding: opvangen uitgeprocedeerden met perspectief Toets criteria noodopvang Uitbetalen € 5 per medicatie aan uitgeprocedeerden Nachtopvang: opvangen van uitgeprocedeerden Opvang kwetsbaren: opvangen van kwetsbare vrouwen Subsidie Bedrag € 242.125 Reservering Reservering € 16.000 € 10.000 Subsidie € 35.000 Subsidie € 15.000 Historisch overzicht van de subsidieverlening aan het VWON ‘reguliere werkzaamheden’ 2012-2015 Jaartal Bedrag 2012 2013 2014 2015 € 189.262 € 205.000 € 198.955 € 242.125 Ten opzichte van 2014 worden in 2015 meer uitgeprocedeerde asielzoekers opgevangen. Daarnaast zat in voorgaande jaren een deel van de juridische begeleiding van uitgeprocedeerde asielzoekers in de reguliere subsidie van Vluchtelingenwerk Oost Nederland. De juridische begeleiding is nu meegenomen in de subsidie voor de noodopvang, waardoor het bedrag ten opzichte van 2014 hoger ligt. De subsidies en reservering in beslispunten 4 t/m 6 worden bekostigd met de extra middelen voor de noodopvang die in het coalitieakkoord 2014 beschikbaar zijn gesteld De subsidies en reserveringen voor de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers worden gedekt uit het programma Zorg & Welzijn, product Maatschappelijke opvang, deelproduct ‘Noodopvang uitgeprocedeerden’ (61309.D). Collegevoorstel Vervolgvel 5 6 Participatie en Communicatie In 2015 zal de nachtopvang van de SNOV starten. Betreft locatie is afgesproken met de stichting dat zij een zorgvuldig communicatietraject afleggen naar de omwonenden toe en zorgen voor een aanspreekpunt indien er klachten zijn. 7 Uitvoering en evaluatie Met de organisaties zijn afspraken gemaakt dat er na een periode van zes maanden de gemeente geïnformeerd wordt over de voortgang. De nachtopvang zal na zes maanden geëvalueerd worden. Dit ook naar aanleiding van de uitspraak van het Comité van Ministers en de reactie van het Kabinet. 8 Risico Op basis van de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten mogen er geen voorwaarden aan de uitgeprocedeerde asielzoeker worden gesteld. De voorwaarde dat een uitgeprocedeerde asielzoeker niet uit het AZC Nijmegen komt, maar uit het AZC in Grave is geen reden om de opvang af te wijzen. Dit kan zorgen voor een aanzuigende werking. Toch willen we ervoor zorgen dat we geen mensen uit andere gemeenten gaan opvangen. Hiervoor gaan we afspraken maken met andere gemeenten. De VNG en de G4 zijn in gesprek met het Rijk over een financiële compensatie voor de centrumgemeenten. Een ander risico is dat uitgeprocedeerde asielzoekers zonder enkel perspectief op een verblijfsvergunning in de gemeente blijven. Wij zijn deelnemer van het project Lokale samenwerking, een lokaal casusoverleg waarbij de Immigratie en Naturalisatiedienst, Dienst Terugkeer en Vertrek, de Vreemdelingenpolitie, Vluchtelingenwerk en Stichting Gast ook zijn aangesloten. In dit overleg bespreken we situaties waarbij uitgeprocedeerden langdurig in Nijmegen verblijven en geen toekomstperspectief hebben, hiervoor proberen we een oplossing te vinden. Dit kan verblijf zijn, maar ook terugkeer. Vluchtelingenwerk voert een project uit ‘Blik op de toekomst’ waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden in het land van herkomst om daar opnieuw een toekomst op te bouwen dat in Nederland niet mogelijk is. Bijlagen: voorstel aan de raad, brief aan de raad, beschikkingen, Nachtopvang plan Ter inzage: subsidieaanvraag Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail [email protected] Aan de gemeenteraad van Nijmegen Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Contactpersoon 16 december 2014 MO10/14.0013700 Dorien Malawau Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer Reactie motie: ‘Recht op bestaan!’ 12 november 2014 (024) 3292500 Geachte leden van de Raad, Op 12 november 2014 is de motie ‘Recht op bestaan!’ door uw raad aangenomen. In deze motie heeft u het college verzocht om onder andere het besluit van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) serieus te nemen en een aantal acties uit te zetten. Middels deze brief informeren wij u over de uitvoering van deze motie. Wij hebben besloten om de middelen voor extra noodopvang voor ongedocumenteerde asielzoekers zoals omschreven in het Coalitieakkoord, in te zetten voor een bed, bad en broodvoorziening die voldoet aan de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR). Deze voorziening wordt uitgevoerd door de Stichting Noodopvang Vluchtelingen (SNOV) en zal per medio januari 2015 starten. Daarnaast geven wij subsidie aan het Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen voor het opvangen van kwetsbare uitgeprocedeerde vrouwen. De uitvoering van de noodopvang door Vluchtelingenwerk Oost Nederland volgens het beleidskader ‘Tussen de Wal en het schip 2012-2014 wordt in 2015 ook voortgezet. In het komende jaar zal er naar aanleiding van de uitspraak van het ECSR verandering komen in het landelijk opvangbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Daarom stellen we voor het huidige beleidskader te verlengen met een jaar en gaan we met ingang van 2016 een nieuw beleidskader voorstellen met daarin alle nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Naar het Rijk toe zijn twee sporen uitgezet in samenwerking met gemeenten: een verzoek tot winteroverbrugging en; een voorstel over hoe invulling te geven aan de uitspraak van het ECSR. We lichten beide punten hieronder kort toe: 1. Op 19 november jl. is namens de LOGO gemeenten (Landelijk Overleg Gemeentebesturen inzake Opvang- en Terugkeerbeleid) een verzoek tot winteroverbrugging ingediend bij de staatssecretaris. In deze winteroverbrugging staat het verzoek opgenomen om financiële middelen ter beschikking te stellen en een www.nijmegen.nl Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Vervolgvel 1 voorlopige voorziening moratorium op het ontruimen van asielzoekers tot dat er een standpunt is vanuit het kabinet over hoe om te gaan met de uitspraak van het ECSR. 2. Er is een conceptplan opgesteld door de VNG en G4 over een samenwerking tussen het Rijk en gemeenten over de opvang van uitgeprocedeerden en migranten. Er wordt voorgesteld om een sobere nachtopvang te organiseren met daarbij een separate opvang voor kwetsbaren. Dit plan wordt op korte termijn besproken in het overleg van de G32 Sociale Pijler en in de VNG-commissie Integratie & Asiel. Er zijn een aantal gemeenten die besloten hebben om te starten met een bed, bad en brood voorziening naar aanleiding van deze uitspraak. Tot nu toe zijn dit de gemeenten Amsterdam en Eindhoven. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg www.nijmegen.nl Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 14 januari 2015 / 2/2015 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Opvang ongedocumenteerde asielzoekers Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 december 2014 Samenvatting Asielzoekers die uitgeprocedeerd zijn en tussen de wal en het schip vallen kunnen (op bepaalde voorwaarden) terecht in de noodopvang. Hiervoor is het beleidskader ‘tussen de wal en het schip 2012-2014’ vastgesteld. Met het bijgevoegde raadsvoorstel willen we het genoemde beleidskader verlengen met een jaar. Vervolgens informeren we uw Raad over de uitspraak ECSR naar aanleiding van de Motie: ‘Recht op bestaan’. Voorstel om te besluiten 1.Het beleidskader ‘Tussen de Wal en het schip 2012-2014’ te verlengen tot 1 januari 2016; Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail Dorien Wilson, 2956, [email protected] Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Op basis van het Nederlandse asielbeleid worden kwetsbare vluchtelingen die uitgeprocedeerd zijn op straat gezet. Vluchtelingen hebben recht op een herhaalde asielaanvraag die ze in Nederland mogen afwachten. In die periode mogen zij geen gebruik maken van de Rijksopvang. Wegens humanitaire redenen en de risico’s voor de openbare orde en volksgezondheid heeft de gemeente Nijmegen (net als een aantal andere gemeenten) gekozen voor een noodopvang om een deel van deze doelgroep te kunnen opvangen. Op 10 november jl. is de definitieve uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten gepubliceerd. Het kabinet heeft aangegeven eerst de aanbeveling van het comité van Ministers te willen afwachten voordat ze een uitspraak doen. Dit zal in het voorjaar van 2015 plaatsvinden. Naar aanleiding hiervan wordt voorgesteld om het huidige beleidskader ‘Tussen de Wal en het schip 2012-2014’ met een jaar te verlengen. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader Beleidskader tussen de Wal en het Schip 2012-2014 In het beleidsplan ‘Tussen de wal en het schip 2012 -2014’ is opgenomen dat gemeente Nijmegen opvang biedt aan uitgeprocedeerde asielzoekers (afkomstig uit Nijmegen) die een vervolgprocedure hebben lopen of aantoonbaar meewerken aan hun terugkeer. Maar ook uitgeprocedeerden in een kwetsbare positie op basis van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Europese Terugkeerrichtlijn. Het uitgangspunt is dat opvang van tijdelijke aard dient te zijn. Middelen bed bad brood coalitieakkoord In het huidige coalitieakkoord is opgenomen dat Nijmegen € 60.000 extra middelen wil inzetten voor de noodopvang, waarvan € 10.000 voor medicatie. Uitspraak Europees Comité voor Sociale Rechten – bed, bad en brood Op 10 november jl. is de definitieve uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) gepubliceerd. De strekking van de uitspraak is dat de overheid verantwoordelijk is voor het bieden van bed, bad en brood voor ongedocumenteerden. Dit kunnen asielzoekers zijn, maar ook migranten. Het is niet aan de orde of de uitgeprocedeerde asielzoeker perspectief heeft in Nederland en/of meewerkt aan terugkeer, er worden geen voorwaarden gesteld. De uitspraak van het ECSR heeft geen directe werking, maar rechters wegen het mee in hun oordeel. Gemeenten kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor de opvang. In Nijmegen loopt een bezwaarprocedure waarin een beroep wordt gedaan op deze uitspraak. De staatssecretaris heeft kenbaar gemaakt eerst de aanbeveling van het comité van ministers af te wachten in het voorjaar van 2015. Dan zal er op landelijk niveau besluitvorming plaatsvinden of er uitvoering wordt gegeven aan deze uitspraak. Op dit moment ligt er een plan dat door de G4 en VNG is opgesteld over het bieden van bed, bad en brood waarbij centrumgemeenten een rol spelen. Er wordt voorgesteld om een sobere nachtopvang te organiseren met daarbij een opvang voor kwetsbaren. Hierin dient de Rijksoverheid wel financieel bij te staan. Dit plan wordt op korte termijn besproken in het overleg van de G32 Sociale Pijler en in de VNG-commissie Integratie & Asiel. Er zijn een aantal gemeenten die besloten hebben om te starten met een bed, bad en brood voorziening naar Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 aanleiding van deze uitspraak. Tot nu toe zijn dit de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht en Rotterdam. Relatie met programma In ons Coalitieakkoord is opgenomen: ‘een ander onderdeel van onze maatschappelijke opvang heeft betrekking op vluchtelingen en asielzoekers. Uitgeprocedeerde asielzoekers hebben geen recht meer op verblijf in een AZC. Voor deze mensen vinden wij dat wij als gemeente bad, bed en brood moeten faciliteren. We zijn hiertoe niet wettelijk verplicht, maar we vinden het onacceptabel dat, veelal getraumatiseerde, personen op straat belanden’. 2 Doelstelling Dit voorstel regelt de verlenging van het beleidskader ‘Tussen de Wal en het schip 2012-2014’. Met dit voorstel geven wij vorm aan onze zorgtaak voor uitgeprocedeerde asielzoekers. 3 Argumenten Verlengen beleidskader Tussen de Wal en het Schip In 2015 zal er naar aanleiding van de uitspraak van het ECSR verandering komen in het landelijk opvangbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Op basis daarvan raden we aan om het huidige beleidskader met een jaar te verlengen en voor vanaf 2016 een nieuw beleidskader vast te stellen met daarin alle nieuwe ontwikkelingen meegenomen. 4 Risico’s Er zitten geen risico’s aan dit voorstel. 5 Financiën Vluchtelingenwerk Oost Nederland ontvangt van ons subsidie om de Noodopvang uit te voeren. 6 Participatie en Communicatie Wij zullen uw raad informeren over de voortgang van de zorgtaak en de verdere besluitvorming door het kabinet in de loop van 2015. 7 Uitvoering en evaluatie In 2015 zal naar aanleiding van de uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten geïnventariseerd worden wat er nodig is aan opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg iTt&,sGn de wal en hei schip Onze zorgtaak voor kwetsbare asielzoekers zonder verblijfsstatus in Nijmegen 2012- 2014 Inhoudsopgave Inleiding P. 3 1 De Nijmeegse zorgtaak p. 4 2 Ontwikkelingen en cijfers 2.1 Landelijke ontwikkelingen 2.2 De Nijmeegse stand van zaken P. 5 P. 5 P. 5 3 Juridisch kader 3.1 Het Nederlandse vreemdelingenrecht 3.2 WMO 3.3 Kinderrechten P. 7 P« 7 P. 7 P. 7 4 Uitgangspunten en criteria noodvoorzieningen 4.1 Uitgangspunten 4.2 Doelgroepen zorgtaak 4.3 Criteria noodvoorzieningen p. 8 p. 8 p. 8 P. 9 5 Uitvoering en samenwerking 5.1 Uitvoering 5.2 Monitoring p. 10 p. 10 p. 11 2 Inleiding Op 16 november 2011 heeft de meerderheid van de gemeenteraad zich uitgesproken over onze zorgtaak ten aanzien van dakloze asielzoekers. De gemeenteraad heeft ons verzocht deze zorgtaak te handhaven en het een nieuwe visie voor te leggen. Het vorige beleidskader 'Zorgtaak voor uitgeprocedeerde asielzoekers in Nijmegen 2009- 2010' liep in 2010 af, het jaar dat de noodopvang overbodig zou moeten zijn geworden als gevolg van het gesloten bestuursakkoord tussen de VNG en het Rijk inzake de afwikkeling van de nalatenschap oude vreemdelingenwet (het generaal pardon). Anno 2012 zien wij veel ontwikkelingen en aanscherpingen vanuit het Rijk op het gebied van vreemdelingen en zien wij helaas nog steeds een groep kwetsbare mensen zonder verblijfsstatus binnen onze gemeente die een beroep op ons doet voor noodvoorzieningen. Een herijkte visie kon met deze ontwikkelingen en de lange geschiedenis die Nijmegen kent met de noodopvang niet uitblijven. Nijmegen is van oudsher een veilige haven voor asielzoekers en vluchtelingen. Al sinds 1998 faciliteren wij maatschappelijke instellingen om de noodopvang te organiseren voor mensen zonder verblijfsstatus die tussen de wal en het schip vallen vanwege wetten, pech, onwil of onmacht. Soms gaat het om kinderen, soms zijn het mensen met een ernstig psychische of fysieke aandoening. Het gaat bovenal om mensen binnen onze gemeenschap die vanwege de situatie waarin zij verkeren bijzonder kwetsbaar zijn en zichzelf niet kunnen redden. Mensen waarvan wij het vanuit humanitair en maatschappelijk oogpunt en de openbare orde onwenselijk vinden dat zij op de straat zijn aangewezen. Daarom bieden wij hen noodvoorzieningen en maatschappelijke begeleiding zodat zij vanuit daar kunnen werken naar een toekomstperspectief, ofwel in Nederland ofwel in land van herkomst. De gemeente Nijmegen is niet de enige gemeente die noodvoorzieningen biedt aan uitgeprocedeerden. De meeste grote gemeenten in Nederland bieden noodvoorzieningen. Met deze gemeenten werken wij nauw samen aan een eenduidige aanpak om de verantwoordelijkheid voor opvang van deze mensen terug te leggen bij het rijk. In dit document beschrijven wij de uitgangspunten van onze zorgtaak voor uitgeprocedeerde asielzoekers en de voorwaarden die wij verbinden aan het in aanmerking komen voor noodvoorzieningen voor deze groep voor de periode 2012 tot en met 2014. De zorgtaak heeft als belangrijk uitgangspunt dat de voorzieningen en begeleiding van tijdelijke aard zijn. We willen daarmee voorkomen dat wij bijdragen aan uitzichtloosheid. Terugkeer is en blijft het uitgangspunt, tenzij een perspectief in Nederland kansrijk(er) en (meer) gewenst is binnen een aanvaardbare termijn. Dit beleidskader wordt ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van Nijmegen. 3 1. De Nijmeegse zorgtaak Op 25 mei 2007 zijn de VNG en het Rijk tot een bestuursakkoord gekomen inzake de afwikkeling van de nalatenschap oude vreemdelingenwet (het generaal pardon). In dat bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt omtrent een sluitende aanpak van het Rijk met betrekking tot het asielbeleid en de beëindiging van gemeentelijke noodvoorzieningen voor ex-asielzoekers. Het Rijk zou zich inspannen om te voorkomen dat gemeenten worden geconfronteerd met afgewezen asielzoekers die verstoken zijn van opvangvoorzieningen. De gemeenten hebben zich om die reden gecommitteerd aan de afspraak om de gemeentelijke (financiering van) noodopvang uiterlijk eind 2009 te zullen beëindigen. Ondanks het feit dat de gemeente Nijmegen deze afspraken wil nakomen, constateren wij dat er van een sluitende aanpak van het Rijk vooralsnog onvoldoende sprake is. Ook na de inwerktreding van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) zien wij uitgeprocedeerde 'nieuwe wetters' met lopende procedures en/of andere obstakels voor terugkeer zoals problemen met de vaststelling van hun identiteit. Daarnaast zijn er nog steeds mensen (zowel oude wetters als nieuwe wetters) die feitelijk niet kunnen terugkeren vanwege de onveilige situatie in het herkomstland en/of het niet kunnen verkrijgen van reisdocumenten bij de ambassade. Zij dienen binnen 28 dagen na het definitief worden van de afwijzende beslissing ons land te verlaten, maar kunnen of willen dat niet. De bovengenoemde groepen komen niet meer in aanmerking voor rijksvoorzieningen en hebben geen enkele (legale) vorm van inkomsten waardoor zij niet kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud of onderdak. Een leven in de marge is dan bijna onvermijdelijk. Asielbeleid is en blijft landelijk beleid waar wij in principe geen enkele verantwoordelijkheid voor (willen) hebben. Desalniettemin wordt de Nijmeegse samenleving met de negatieve consequenties geconfronteerd. Het Nijmeegse gemeentebestuur krijgt meer dan eens casussen voorgelegd die dakloze uitgeprocedeerde asielzoekers in zeer schrijnende situaties betreffen. Dakloosheid, ongeacht verblijfsstatus, is een gemeenschappelijke problematiek waar maatschappelijke organisaties, noch het gemeentebestuur aan ontkomen. Aan de gevolgen daarvan, een mogelijke toename in de (overlevings)criminaliteit, vrouwenhandel en gedwongen prostitutie evenals het ontstaan van een uitzichtloos zwerfcircuit, ontkomen wij evenmin. Humanitaire aspecten, maar ook het belang van handhaving van openbare orde, veiligheid en volksgezondheidsrisico's, dienen te worden afgewogen bij het bieden van opvang. Daarom hebben wij er voor gekozen om onze verantwoordelijkheid in het kader van de zorgtaak voor kwetsbare uitgeprocedeerden in Nijmegen voort te zetten en op een verantwoorde wijze een niet-structurele, niet-geïnstitutionaliseerde, noodopvang voor dakloze asielzoekers in te richten. 4 2. Ontwikkelingen en cijfers 2.1 Landelijke ontwikkelingen Met de inwerkingtreding van de aangescherpte Vreemdelingenwet in 2000 laat het aantal asielaanvragen een scherpe daling zien (tabel 1). De belangrijkste landelijke ontwikkeling de afgelopen jaren is het generaal pardon geweest, wat in 2007 is afgekondigd. Voor 27.300 asielzoekers kwam met het pardon een einde aan de onzekerheid over hun verblijf in Nederland. Zij mochten in Nederland blijven. Zo'n 6000 mensen vielen buiten de boot voor een pardonvergunning. In de grafiek hieronder zien we dat het aantal aanvragen in 2007 aanzienlijk is gedaald, waarna het eind 2007 en in 2008 weer toenam als gevolg van het categoriale beschermingsbeleid ten aanzien van Irakese en Somalische asielzoekers. Sinds 2008 is het aantal asielaanvragen redelijk stabiel gebleven. x 100 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2007 2008 2011 2010 2009 Bron: IND 2.2 De Nijmeegse stand van zaken 2.2.1 Huidige doelgroep Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers er in totaal in Nijmegen (of Nederland) verblijven, is niet met zekerheid te zeggen doordat zij niet geregistreerd zijn in de Gemeentelijke BasisAdministratie (GBA). Organisaties als St. Gast en Vluchtelingenwerk schatten het aantal uitgeprocedeerde asielzoekers dat niet in aanmerking komt voor de noodopvang en dus door hen wordt afgewezen begin 2012 op zo'n 100 mensen. Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers en alleenstaande voorheen minderjarige asielzoekers (ex- AMA's) een beroep hebben gedaan op de gemeente en daarvoor in aanmerking zijn gekomen, laat de onderstaande tabel zien. 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 5 Na de aankondiging van de pardonregeling in 2006, is er een toestroom van uitgeprocedeerde asielzoekers naar de noodvoorziening geweest. De tabel laat zien dat er de afgelopen jaren een aanzienlijke afname is geweest. Na de afwikkeling van de pardonregeling is het aantal mensen dat een beroep deed op de noodvoorziening gestabiliseerd. 2.2.2 Ondersteuning Uitgeprocedeerde asielzoekers die voldoen aan de criteria, kunnen de volgende ondersteuning verwachten: • Huurbijdrage wanneer er geen adequate voorliggende opvangvoorziening voorhanden is; • Leefgeld als er geen andere inkomsten zijn (bijv. inkomen van andere verblijfsgerechtigde gezinsleden); • Maatschappelijke en juridische begeleiding. 2.2.3 Resultaten noodopvang 2010- 2011 Van de 64 ondersteunde mensen in 2010 zijn er 26 mensen uitgestroomd. In 2011 zijn er van de 39 mensen 21 uitgestroomd. Onderstaand een overzicht van de reden van uitstroom over de periode 2010 -2011. Reden uitstroom Verblijfsvergunning Opvang door het rijk Teruggekeerd Andere (particuliere) opvang Verdwenen in illegaliteit Totaal Aantal mensen 23 5 6 6 8 47 De bovenstaande gegevens tonen aan dat voor een aanzienlijke groep, meer dan 70%, legalisering van verblijf, perspectief in land van herkomst of rijksopvang is gerealiseerd. 6 3. Juridisch kader 3.1 Het Nederlandse vreemdelingenrecht Het juridisch kader betreffende niet- verblijfsgerechtigden in Nederland, vreemdelingen genoemd, wordt gevormd door de Vreemdelingenwet 2000. Een vreemdeling is eenieder die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld (art. 1 onder m Vw). Daaronder vallen zowel vergunningaanvragen op grond van asiel als reguliere aanvragen. Met de koppelingswet, de wet die het recht op collectieve voorzieningen koppelt aan verblijfsrecht, worden uitgeprocedeerde asielzoekers en andere vreemdelingen uitgesloten van gebruikmaking van collectieve voorzieningen zoals bijstand, zorg- en huurtoeslag, maar ook voorzieningen in het kader van de WMO. Het Nederlandse vreemdelingenrecht is zeer dynamisch en gevoelig voor politieke trends. Zo zijn er door het Kabinet Rutte veel aanscherpingen aangekondigd op uiteenlopende gebieden van het Vreemdelingenrecht. Zo was de strafbaarstelling van illegaliteit een van de voorgenomen wijzigingen, alsook het aanscherpen van de criteria voor gezinshereniging. Doordat de ontwikkeling van het Nederlandse vreemdelingenrecht echter nauw in verbinding staat met de politieke prioriteiten van andere Europese lidstaten, is de haalbaarheid van dergelijke aanpassingen moeilijk in te schatten. Vooral wanneer het botst met Europese wetgeving. Zo ook met de Vreemdelingenwet en enkele internationale verdragen en richtlijnen. Als gemeente zijn wij niet gebonden aan de implementatie of uitvoering van internationale wet- en regelgeving. Dat is een verantwoordelijkheid van het Rijk. Wij zien dat gemeenten echter in toenemende mate gedwongen worden om, in uitzondering op de Vreemdelingenwet, in het kader van Europese wetgeving noodvoorzieningen te bieden. Wij respecteren de basisrechten van de mens en streven er naar deze ook na te leven, ongeacht verblijfsstatus. 3.2 WMO in toenemende mate via juridische procedures aanspraak gemaakt op WMO voorzieningen bij gemeenten op basis van internationale mensenrechtenverdragen door kwetsbare vreemdelingen. Op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn wij gebonden aan de maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare burgers binnen onze gemeente. Een uitzondering hierop vormt de groep mensen zonder verblijfsrecht (art. 8 WMO). In tegenstelling tot deze uitzonderingsmaatregelen, breidt de jurisprudentie die gemeenten verplicht om toch collectieve voorzieningen te bieden aan deze groep, zich in een rap tempo uit. De grondslag voor deze uitspraken wordt vaak gevonden in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Zo zijn het college van B&W van de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Emmen, Arnhem, Den Haag, Sittard- Geleen, Alkmaar en Almere al door de rechter verplicht om kwetsbare mensen zonder verblijfsrecht, met name gezinnen en zieken, toegang te bieden tot de maatschappelijke opvang en/ of andere collectieve voorzieningen. Vooralsnog beschouwen wij de noodvoorzieningen als laatste strohalm, alleen verstrekt in zeer noodzakelijke gevallen onder strikte voorwaarden. Met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) delen wij dan ook het standpunt dat juridisch afgedwongen opvang via de WMO niet wenselijk is maar dat wij als gemeenten wel gevolg dienen te geven aan de uitspraak van de rechter. 3.3 Kinderrechten Het gerechtshof Den Haag heeft in zijn beslissing van 19 januari 2011 besloten dat de overheid van gezinnen met minderjarige kinderen niet meer de opvangvoorzieningen mag beëindigen. Als gevolg van deze ontwikkeling heeft het Rijk de zogenoemde Gezinsopvanglocaties (GOL's) geopend. Het Rijk biedt echter gezinnen met kinderen die voor deze uitspraak al op straat verbleven, nog steeds geen opvang waardoor het nog steeds voorkomt dat kinderen op straat staan. Inmiddels heeft het Europees Comité voor Sociale Rechten in een rapport uit 2012 over Nederland gesteld dat het beleid nog steeds niet voldoet aan de normen uit het Europees Sociaal Handvest omdat Nederland nog altijd geen opvang biedt aan alle kinderen die onrechtmatig in het land zijn. Hier is tot op heden nog geen gehoor aan gegeven door het Rijk. Kinderen hebben recht op (ononderbroken) onderwijs, zorg en onderdak. Wij zullen dan ook toezien op de naleving hiervan binnen onze gemeente en waar mogelijk het Rijk wijzen op haar verantwoordelijkheid en verplichting om alle kinderen de voorzieningen te bieden waar zij recht op hebben. 7 4. Uitgangspunten en criteria noodvoorzieningen 4.1 Uitgangspunten • Asielbeleid is landelijk beleid Wij willen benadrukken dat asielbeleid rijksbeleid is. Met de noodopvang ondervangen wij als gemeente vanuit onze zorgplicht de hiaten van dat beleid. Om dit probleem neer te leggen waar het hoort, maken wij deel uit van het platform LOGO, het Landelijk Overleg van Gemeentebesturen inzake Opvang- en terugkeerbeleid. Dat is een breed platform van meer dan 70 gemeenten die als doel heeft de verantwoordelijkheid terug te brengen waar deze thuishoort: bij het Rijk. • Tijdelijkheid en perspectief Noodopvang dient geen open eindconstructie te worden. Het is bedoeld als een tijdelijke oplossing in afwachting van een definitieve beslissing van de IND betreffende het al dan niet verkrijgen van een verblijfsvergunning, van een beslissing ten aanzien van uitstel van vertrek of van rijksopvang in het kader van vertrek en uitzetting. Er dient dus perspectief te zijn om uitzichtloosheid te voorkomen. Voor betrokkene asielzoekers mag de noodopvang geen aanleiding geven om de procedures die strekken tot het kunnen nemen van een dergelijke beslissing door de IND, te frustreren en dient daardoor ook sober doch humanitair verantwoord te zijn. • Faciliterende rol De gemeente kiest voor een faciliterende rol door het beschikbaar stellen van financiële middelen. Hoewel verschillende maatschappelijke organisaties in Nijmegen direct of indirect betrokken zijn bij verlenen van noodopvang aan asielzoekers, zal de gemeente slechts met één organisatie in zee gaan voor het organiseren en uitvoeren van noodopvang voor de groep van asielzoekers die voldoen aan de in dit document genoemde criteria. De toetsing van de dossiers wordt bij een derde partij neergelegd om de toetsing zo onafhankelijk mogelijk te laten verlopen. • Financieel plafond Het door de Raad beschikbaar gestelde budget voor het creëren van een noodvoorziening voor asielzoekers betreft een vast maximaal bedrag voor de jaren 2012 tot 2015, namelijk € 250.000. Uit dat bedrag moeten alle directe en indirecte kosten die verband houden met het organiseren en uitvoeren van de noodopvang worden bekostigd. Als het plafond bereikt is, krijgen de meest kwetsbaren (gezinnen met kinderen, zieken) voorrang. 4.2 Doelgroepen zorgtaak De volgende groepen asielzoekers kunnen in aanmerking komen voor noodvoorzieningen vanuit de gemeente: 1.Legaal in Nederland verblijvende vreemdelingen die verstoken zijn van voorzieningen van Rijkswege. Niet in alle onderdelen van de asielprocedure, met name bij een herhaalde of tweede asielaanvraag, is er recht op rijksopvang. Ook als ex-asielzoekers een reguliere vervolgaanvraag doen (bijv. op grond van schrijnende omstandigheden of een buitenschuld procedure) is er geen recht op opvang. 2. Vreemdelingen die actief en controleerbaar meewerken aan hun vertrek na definitieve afwijzing van hun aanvraag om toelating maar dit niet binnen de door de rijksoverheid gestelde 28- dagentermijn kunnen realiseren en daardoor van rijkswege buiten de voorzieningen komen te vallen. 3. Vreemdelingen voor wie het voor het gemeentebestuur op humanitaire gronden onacceptabel is dat zij buiten enige vorm van opvang verblijven. Dit wordt getoetst door een onafhankelijke, externe organisatie. 8 4.3 Criteria noodvoorzieningen De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om in aanmerking te komen voor noodvoorzieningen zijn: • Geen adequate voorliggende voorziening voorhanden; • Binding hebben met de stad Nijmegen (zie hieronder de richtlijnen hiervoor); Aan de bovenstaande criteria moet altijd zijn voldaan voordat wordt beoordeeld of er aan andere criteria is voldaan. Vervolgens: • Rechtmatig verblijf in Nederland door procedure of voorbereiding daarop, of; • Aantoonbaar bereid mee te werken aan terugkeer. Een terugkeertraject duurt maximaal 3 maanden; • Kwetsbaar zijn volgens de definitie gehanteerd in Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad (de Europese Terugkeerrichtlijn), in combinatie met artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de mens (EVRM). Onder deze definitie vallen minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, bejaarden, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen en personen die gefolterd of verkracht zijn of andere ernstige vormen van psychisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan en die, gezien de jurisprudentie die inmiddels is ontstaan op grond van artikel 8 EVRM, in het bijzonder recht hebben op bescherming van hun privéleven. Op het moment dat er op grond van kwetsbaarheid op grond van de psychische en/ of fysieke gesteldheid een beroep op de noodvoorziening wordt gedaan, dient daar een advies van een door de gemeente aan te wijzen onafhankelijke instantie aan ten grondslag te liggen. Richtlijnen voor vaststellen stadsbinding Na een verzoek tot opvang of andere voorzieningen, beoordeelt de uitvoerende organisatie zo spoedig mogelijk of de verzoeker binding heeft met de gemeente Nijmegen. Hiervoor wordt gekeken naar de volgende feiten en omstandigheden: • de cliënt heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar zijn of haar hoofdverblijf in Nijmegen gehad. Dit moet blijken uit de geregistreerde inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie of het bekend en geregistreerd zijn bij zorginstellingen, dan wel bekendheid hierover bij de politie; • De geboorteplaats is Nijmegen (met name in het geval van kinderen). 9 5. Uitvoering en samenwerking 5.1 Uitvoering Een verzoek om noodvoorzieningenverstrekking van de gemeente verloopt als volgt: Asielzoeker meldt zich bij de uitvoerende lokale organisatie De uitvoerende organ'satie doet een quickscan van het dossier. Als deze oordeelt dat de asielzoeker voldoet aan de voorwaarden, stuurt de uitvoerende organisatie het dossier door naar de toetsende organisatie. De toetsende organisat e rapporteert binnen twee weken aan de gemeente en de uitvoerende organisatie of iemand al dan niet voldoet aan de voorwaarden aan de hand van een beschikkina. Na akkoord van de gemeente inventariseert de uitvoerende organisatie welke voorzieningen nodig zijn en verstrekt deze voorzieningen in overleg met de gemeente. De uitvoerende organisatie ondersteunt waar nodig bij het vinden van onderdak. Om de drie maanden toetst de toetsingsorganisatie of de asielzoeker nog voldoet aan de voorwaarden. Toetsing dossiers Een onafhankelijke organisatie wordt belast met de toetsing aan de vastgestelde criteria voor verwijzing tot verstrekking van noodvoorzieningen, volgt het dossierverloop en beëindigt de verwijzing als betrokkene niet langer aan de criteria voldoet. De organisatie rapporteert dit aan de gemeente. De aanmelding gaat doorgaans namens de asielzoeker via de uitvoerende organisatie maar kan ook door de asielzoeker zelf worden gedaan. Vervolgens wordt dit aan de gemeente Nijmegen en de uitvoerende stichting gemeld. Uitvoering De uitvoerende organisatie organiseert vervolgens de begeleiding en faciliteert waar nodig de financiële ondersteuning en ondersteuning bij het vinden van onderdak. Dit kan zij doen in samenwerking met andere partijen. De subsidiering hiervan verloopt echter altijd via een partij, die tevens het enige aanspreekpunt is van de gemeente wat betreft de organisatie van de noodvoorzieningen. De groep die in aanmerking komt voor noodvoorzieningen krijgt begeleiding om zicht te houden op het perspectief en te sturen op het tijdelijke karakter van de ondersteuning. De begeleiding heeft betrekking op: 1. Juridische ondersteuning in de aanvraagprocedure 2. Ondersteuning bij de voorbereidingen op terugkeer 3. Maatschappelijke ondersteuning 10 5.2 Monitoring • Cijfers noodopvang De uitvoerende organisatie informeert ons driemaandelijks over het totale aantal mensen in de noodopvang. Wanneer iemand niet meer aan de voorwaarden voldoet, stroomt deze na een periode van maximaal drie maanden uit. Wij worden door de uitvoerende organisatie geïnformeerd over de reden van uitstroom. • Kosten De uitvoerende organisatie stelt ons tijdig op de hoogte wanneer zij het subsidiebedrag denkt te overschrijden. Een aanvulling op het subsidiebedrag is afhankelijk van de budgettaire ruimte en wordt niet verstrekt voor personele of organisatorische kosten, tenzij dit samenhangt met een toename van het aantal mensen die noodvoorzieningen ontvangen. • Toelating in overleg met gemeente De uitvoerende organisatie wacht eerst het akkoord van de gemeente af voordat noodvoorzieningen worden verstrekt. • Voortgangsoverleggen De organisatie van de noodopvang wordt in 2012 na drie maanden met de samenwerkingspartners geëvalueerd. Na een jaar neemt het voortgangsoverleg af naar tweemaal per jaar. Het proces kan worden aangepast als de omstandigheden daar om vragen. 11
© Copyright 2024 ExpyDoc