Enige richtlijnen voor de bewindvoerder

Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
BEWINDSBUREAU
Locatie Utrecht
Vrouwe Justitiaplein 1
3511 EX Utrecht
Postbus 16005
3500 DA Utrecht
Locatie Amersfoort (zittingen)
Stationsstraat 81
3811 MH Amersfoort
Locatie Lelystad
Stationsplein 15
8232 DL Lelystad
Postbus 2035
8203 AA Lelystad
Locatie Almere (zittingen)
De Diagonaal 37
1315 XK Almere
T033
Versie: november 2014
Pagina 1
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
Het bewindsbureau is van op werkdagen 08.30 uur tot 17.00 uur telefonisch bereikbaar.
Het bewindsbureau Utrecht is telefonisch bereikbaar onder nummer:
030 – 2233780.Voor inhoudelijke vragen die rijzen nadat u bent benoemd, kunt u zich
wenden tot een administratief juridisch medewerker, via een telefonisch spreekuur bij
voorkeur bereikbaar op werkdagen van 13.30 – 16.00 uur onder nummer 030 – 2233193.
Het bewindsbureau Lelystad is telefonisch bereikbaar onder nummer:
0320 – 741110. Voor inhoudelijke vragen die rijzen nadat u bent benoemd, kunt u zich
wenden tot een administratief juridisch medewerker, via een telefonisch spreekuur bij
voorkeur bereikbaar op werkdagen van 13.30 – 16.00 uur onder nummer 0320 – 751763.
Dit zijn richtlijnen die gelden voor bewinden waarvoor toezicht wordt gehouden vanuit
de Rechtbank Midden-Nederland. Het gaat deels ook om uitleg van
verantwoordelijkheden die de bewindvoerder op grond van de wet en regelgeving heeft.
Deze richtlijnen gelden voor alle bewindvoerders.
Verdere richtlijnen, informatie, formulieren en dergelijke kunt u vinden op de
landelijke website http://www.rechtspraak.nl/naar-derechter/formulieren/pages/Curatele-bewind-mentorschap.aspx en de website van het
Bewindsbureau Midden-Nederland www.bewindsbureau-middennederland.nl. Mocht u
het antwoord op uw vraag niet op deze website vinden, dan kunt u het bewindsbureau
bellen of schrijven.
E-MAIL:
Vanaf nu kan er over verschillende onderwerpen gemaild worden met de rechtbank MiddenNederland. De rechtbank wil hiermee de correspondentie tussen de rechtbank en
procespartijen vereenvoudigen.
Over de volgende onderwerpen kan er voortaan gemaild worden met de rechtbank:
a) alle correspondentie met betrekking tot planning; zoals verhinderdata en
aanhoudingsverzoeken,
b) alle correspondentie met betrekking tot toevoegingen; de rechtbank verstuurt (in
strafzaken) en ontvangt (in civiele zaken) de definitieve toevoeging per post
c) verzoeken om diverse stukken of vonnissen: de te verstrekken informatie verstuurt de
rechtbank in de regel per post.
De rechtbank verstuurt daarnaast ontvangstbevestigingen en oproepingen/uitnodigingen die
volgens de wet geen handtekening behoeven zoveel mogelijk per e-mail.
Het is nog niet mogelijk om alle correspondentie via de e-mail te laten verlopen.
Processtukken en andere stukken die volgens de wet een handtekening vereisen, moeten op de
in de wet en/of procesreglementen voorgeschreven wijze ingediend worden bij de rechtbank.
Ook correspondentie die via het digitaal loket van de Rechtspraak verloopt, blijft via dat loket
lopen.
Het e-mailadres van het bewindsbureau is:
Voor Utrecht: [email protected]
Voor Lelystad: [email protected].
T033
Versie: november 2014
Pagina 2
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
Inhoudsopgave
1.
Definities
2.
Aanvang bewind
3.
Omvang bewind
4.
Gevolgen van het bewind
5.
Taak van de bewindvoerder
6.
Twee of meer bewindvoerders
7.
Voorafgaande toestemming of machtiging
8.
Rekening en verantwoording
9.
Beloning bewindvoerder
10.
Kosten bewindvoerder
11.
Schade door slecht bewind
12.
Verhuizing
13.
Schuldsanering
14.
Einde bewind
15.
Opheffing bewind of wijziging bewindvoerder
16.
Overlijden van de rechthebbende
17.
Einde taak bewindvoerder
T033
Versie: november 2014
Pagina 3
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
Enige richtlijnen voor de niet-professionele bewindvoerder1
1. Definities
Onder rechthebbende wordt verstaan: degene wiens goed of goederen onder bewind zijn
gesteld.
Onder goederen wordt onder meer verstaan: gelden, inclusief banksaldi, loon, pensioen,
uitkeringen, meubilair, sieraden, onroerende zaken, effecten, vorderingen en schulden.
Beschikken betekent: het verkopen, vervreemden of bezwaren van een of meer goederen die
onder bewind zijn gesteld, bijvoorbeeld een huis verkopen en in eigendom overdragen
(vervreemden) of een hypotheek daarop vestigen (bezwaren).
Onder beheren wordt verstaan: het als goed bewindvoerder zorgen voor de instandhouding
van de goederen die onder bewind zijn gesteld, de normale exploitatie ervan en het voeren
van de administratie daarover.
Een boedelbeschrijving is een schriftelijke opgave van bezittingen, schulden aan en schulden
van de rechthebbende. Zie hierna onder 5.
2. Aanvang bewind
De kantonrechter heeft u bij een schriftelijke uitspraak (die beschikking heet) benoemd tot
bewindvoerder.
De onderbewindstelling van een goed of goederen begint een dag na verzending of
verstrekking van de beschikking door de griffier, tenzij de beschikking een later tijdstip van
ingang vermeldt. Op die dag begint ook de taak van de bewindvoerder.
3. Omvang bewind
In de beschikking staat wat er onder het bewind valt. Bijna altijd wordt het bewind ingesteld
over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de rechthebbende. Daaronder valt
ook geld, en verder alles waar de rechthebbende recht op gaat krijgen, zoals toekomstig
inkomen en een eventuele erfenis.
Wanneer de rechthebbende in gemeenschap van goederen getrouwd is, valt onder (al) zijn
goederen ook zijn aandeel in de huwelijksgoederengemeenschap. Vaak zullen in
gemeenschap van goederen gehuwde personen gemeenschappelijke bankrekeningen hebben.
Regelmatig is ook niet duidelijk wie van beide echtgenoten welk goed heeft ingebracht. Het is
dan lastig te bepalen welke goederen onder bewind vallen, en die onduidelijkheid is ook
hinderlijk voor de andere echtgenoot die geen bescherming nodig heeft. Dit kan voor de
kantonrechter reden zijn om bij het instellen van het bewind de omvang van het bewind te
beperken tot bepaalde goederen, zoals een spaarrekening of een huis. Daarnaast kan de
Indien ook een mentorschap is uitgesproken wordt de mentor voor zijn taakuitoefening
verwezen naar de Aanbevelingen Mentorschap, te vinden op www.rechtspraak.nl.
1
T033
Versie: november 2014
Pagina 4
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
kantonrechter aanwijzingen te geven om problemen te voorkomen.
Let op: In alle gevallen omvat het bewind ook de goederen die in de plaats van de onder
bewind gestelde goederen of goed komen (zoals bijvoorbeeld de opbrengst van een verkocht
huis), en ook de opbrengsten en/of andere voordelen die een onder bewind staand goed
oplevert, bijvoorbeeld, rente, dividend of huur, tenzij bij de instelling van het bewind anders
is bepaald.
Daarnaast kan een echtgenoot of echtgenote na instelling van het bewind verzoeken om
vrijstelling van de verplichting om rekening en verantwoording af te leggen (zie hierna onder
8). Daarvoor is wel een voorwaarde dat hij of zij de enige bewindvoerder is. De verplichting
om een boedelbeschrijving te maken en om machtiging te vragen voor verplichtingen boven
de € 1.500,-- blijft dan wel bestaan (zie hierna onder 5.3 en 7).
Indien zich na instelling van het bewind problemen over de omvang van het bewind
voordoen, kan zowel de bewindvoerder als een belanghebbende aan de kantonrechter om
beperking of uitbreiding van het bewind verzoeken.
4. Gevolgen van het bewind
De onderbewindstelling heeft allereerst tot gevolg dat de rechthebbende de onder bewind
staande goederen niet meer zelf mag beheren (zie de definitie hiervoor onder 1). Het beheer
van de onder bewind staande goederen komt aan de bewindvoerder toe met uitsluiting van de
rechthebbende. Beheer betekent dat de bewindvoerder controleert of de inkomsten van
rechthebbende binnenkomen, dat de bewindvoerder zorgt voor betaling van de gewone
dagelijkse uitgaven en zorgt dat gewoon dagelijks onderhoud aan de goederen wordt
uitgevoerd. Hierbij hoort ook de verantwoordelijkheid om een goede administratie van
inkomsten en uitgaven van of namens de rechthebbende bij te houden.
De onderbewindstelling heeft verder tot gevolg dat de rechthebbende zelf niet meer over de
onder bewind staande goederen mag beschikken (zie de definitie hiervoor onder 1). Dit is
slechts anders als de rechthebbende toestemming heeft van de bewindvoerder of (indien als de
bewindvoerder toestemming weigert) machtiging van de kantonrechter om zelf te mogen
beschikken over bepaalde onder bewind staande goederen. De bewindvoerder mag alleen
beschikken over onder bewind gestelde goederen (zoals het verkopen van een huis of het doen
van een grote, niet alledaagse aankoop) met toestemming van de rechthebbende of, als deze
daartoe niet in staat is of toestemming weigert, met schriftelijke en voorafgaande machtiging
van de kantonrechter. Voor een opsomming van de belangrijkste beschikkingshandelingen
waarvoor machtiging (altijd vooraf) benodigd is (als rechthebbende geen toestemming kan of
wil geven) wordt verwezen naar hierna onder 7.
Let op:
Het feit dat de rechthebbende niet meer zelf mag beheren en beschikken, wil nog niet zeggen
dat hij dat feitelijk ook niet meer kan doen. Zo kan de rechthebbende juridisch geldige
overeenkomsten aangaan. Als de contractuele wederpartij van de rechthebbende niet op de
hoogte is van de onderbewindstelling, dan is er sprake van een rechtsgeldige overeenkomst en
zal de bewindvoerder de financiële verplichtingen van de rechthebbende moeten nakomen.
Als de wederpartij wel op de hoogte is van het bewind, kan deze de vordering niet worden
verhaald op het vermogen van de rechthebbende, tenzij de rechthebbende de overeenkomst
T033
Versie: november 2014
Pagina 5
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
met instemming van de bewindvoerder heeft gesloten.
Als het bewind openbaar is gemaakt doordat het is ingeschreven in het openbare register met
betrekking tot curatele en bewind, dan wordt eenieder geacht van het bewind op de hoogte te
zijn. Via internet had immers dat register kunnen worden geraadpleegd. Bewinden die zijn
ingesteld na 1 januari 2014 wegens verkwisting of het hebben van problematische schulden
zijn van rechtswege ingeschreven in het openbare register. Voor bewinden die na 1 januari
2014 zijn ingesteld op grond van geestelijke of lichamelijke toestand van de rechthebbende
kan de rechter openbaarmaking hebben bepaald. Voor zover een bewind niet openbaar is
gemaakt kan – ook als het bewind is uitgesproken vóór 1 januari 2014 – alsnog om
openbaarmaking worden verzocht als daarvoor aanleiding is.
5. Taak van de bewindvoerder
5.1. Algemeen
In grote lijnen is de taak van de bewindvoerder bij bewind over het gehele vermogen van een
rechthebbende (de meest gebruikelijke vorm van bewind) om te zorgen voor de financiële
huishouding van de rechthebbende: zorgen dat rekeningen betaald worden en dat geen
onverantwoorde uitgaven worden gedaan. Daarnaast moet de bewindvoerder zorgen voor een
goede administratie. Een bewindvoerder moet van tevoren machtiging vragen van de
kantonrechter die toezicht houdt, om te mogen beschikken over onder bewind staande
goederen. De toezichthoudende kantonrechter is sinds 2007 in beginsel de kantonrechter van
de woonplaats van de rechthebbende. Zie hierover verder paragraaf 7.
De bewindvoerder gaat niet over persoonlijke rechten, zoals stemmen of trouwen. De
rechthebbende mag dus stemmen of trouwen zonder dat de bewindvoerder daar zeggenschap
over heeft.
5.2. Wat u zo snel mogelijk moet doen na aanvang bewind:
a)
Het regelen van de bankzaken
Na het ingaan van het bewind moet de bewindvoerder:
- de bank(en) waar de rechthebbende rekening(en) heeft lopen, in kennis stellen van zijn
benoeming;
- zo nodig – de tenaamstelling van de rekening(en) aanpassen;
- bestaande kredietlimieten beperken;
- eventueel bankpassen innemen;
- regelen naar wie de bankafschriften worden gestuurd / wie via internet inzage krijgt in het
gebruik van de rekening(en);
- eventueel weekgeld of zakgeld regelen zo nodig op een leefgeldrekening.
Wanneer de rechthebbende bij aanvang van het bewind nog helemaal geen bankrekening
heeft, moet de bewindvoerder zo’n rekening openen op naam van de rechthebbende. Alle
ontvangsten en betalingen dienen dan over die rekening te lopen.
Let op: Alle bank- en spaarrekeningen moeten op naam van alleen de rechthebbende blijven
of komen te staan. Een rekening op naam van een ander dan de rechthebbende met de
aantekening “inzake rechthebbende” is daarom niet toegestaan. Ook een ‘en/of’ rekening met
T033
Versie: november 2014
Pagina 6
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
de bewindvoerder is daarom niet toegestaan; het vermogen van de rechthebbende dient een
afgescheiden vermogen te zijn.
Een uitzondering wordt slechts gemaakt voor de tenaamstelling van de bank- en
spaarrekeningen van een echtpaar dat in gemeenschap van goederen is getrouwd, waarvan de
ene partner de bewindvoerder en de andere partner de rechthebbende is.
Wanneer de rechthebbende schulden maakt, kan het raadzaam zijn om meteen na instelling
van het bewind de bankpassen/chippassen te laten blokkeren na overleg met de
rechthebbende. Als het bewind is ingesteld op de grond ‘geestelijke of lichamelijke toestand’
of is ingesteld vóór 1 januari 2014 en nog niet is openbaar gemaakt, kan de bewindvoerder
aan de rechtbank verzoeken om het bewind openbaar te maken.
Wanneer de rechthebbende is opgenomen in een tehuis of verpleeginrichting kan de
bewindvoerder met (de administratie van) dat tehuis afspreken dat men daar een rekening
opent of aanhoudt, waarop de bewindvoerder een bedrag stort of bijdragen laat storten
waarvan bepaalde zorguitgaven worden gedaan. De bewindvoerder moet hierop toe te zien,
omdat hijzelf rekening en verantwoording moet afleggen aan de rechthebbende of aan de
kantonrechter, ook over de uitgaven van zo’n rekening.
Bij meer dan € 100.000,-- aan liquide vermogen, moet de bewindvoerder het liquide
vermogen zoveel mogelijk verdelen over rekeningen bij meerdere banken die vallen onder de
garantieregeling van De Nederlandse Bank. Daarbij is van belang dat de verdeling zodanig
plaatsvindt dat het totale bedrag op rekeningen van banken die vallen onder één en dezelfde
vergunninghouder bij De Nederlandse Bank niet hoger is dan € 100.000,--.
b)
Inschrijving in het kadaster
Het bewind en de benoeming tot bewindvoerder moet de bewindvoerder laten inschrijven in
het Kadaster (een openbaar register), indien de rechthebbende een onroerende zaak, zoals
een huis, heeft dat onder het bewind valt. Derden kunnen zich daarna niet meer beroepen op
onwetendheid met het bewind. Dit is vooral van belang als het bewind niet openbaar is
gemaakt. U ontvangt op verzoek een extra afschrift van de beschikking waarmee u naar het
kadaster kunt gaan.
c)
Verzekering
De bewindvoerder moet controleren of de rechthebbende verzekerd is tegen ziektekosten en
wettelijke aansprakelijkheid.
5.3. Overige taken van de bewindvoerder
d)
Boedelbeschrijving
Binnen drie maanden na zijn benoeming moet de bewindvoerder een boedelbeschrijving
(‘eerste beschrijving’) opmaken van de zaken die onder het bewind vallen (dat wil zeggen een
schriftelijke opgave van de vermogenstoestand van de rechthebbende bij aanvang van het
bewind) en die bij de toezichthoudende kantonrechter inleveren.
Per 1 september 2011 kan de eerste beschrijving digitaal worden ingediend. Dit is mogelijk
gemaakt om het opstellen en indienen van de eerste beschrijving gemakkelijker te maken. Om
T033
Versie: november 2014
Pagina 7
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
hiervan gebruik te kunnen maken, moet u beschikken over een DigiD, waarover u meer
informatie kunt vinden op www.digid.nl. U kunt de uitleg en weblink terugvinden op onze
website www.bewindsbureau-middennederland.nl.
Indien u geen gebruik wilt of kunt maken van deze mogelijkheid, kunt u ook formulieren voor
het doen van rekening en verantwoording via onze website downloaden. Ten slotte kunt u het
bewindsbureau vragen om toezending van deze formulieren.
Het is belangrijk dat de bewindvoerder ook de schulden van de rechthebbende in kaart brengt,
onderzoekt of rechthebbende vorderingen op anderen heeft (met andere woorden of anderen
schulden hebben aan de rechthebbende) en of er een nog onverdeelde erfenis is. Deze
informatie moet ook te worden vermeld in de boedelbeschrijving.
Na ontvangst van de boedelbeschrijving bepaalt de kantonrechter wanneer u voor het eerst
een rekening en verantwoording (R&V) moet insturen: u krijgt hiervoor formulieren met
een bijbehorende toelichting, waarop u onder meer de inkomsten en uitgaven over een
bepaalde periode (meestal een jaar) kunt invullen. Aan de hand van die formulieren
controleert de kantonrechter of het goed gaat.
e)
Doelmatige belegging van het vermogen
Verder moet de bewindvoerder zorgen voor een doelmatige belegging van het vermogen
van de rechthebbende, voor zover dit onder bewind staat en niet nodig is voor de verzorging
van de rechthebbende. Zo kan de bewindvoerder zelfstandig en zonder voorafgaande
toestemming van de rechthebbende of de kantonrechter bijvoorbeeld een spaarrekening
openen met een marktconforme rente. Voor risicovollere beleggingen in bijvoorbeeld
aandelen of effecten is wel toestemming van de rechthebbende of voorafgaande machtiging
van de kantonrechter nodig. In beginsel wordt een dergelijke belegging slechts toegestaan op
basis van een beleggingsplan met een defensief karakter. Zie paragraaf 7: voorafgaande
toestemming of machtiging.
f)
Vertegenwoordiging
De bewindvoerder heeft als taak de rechthebbende te vertegenwoordigen in en buiten
rechte als het gaat om goederen die onder het bewind vallen. Bijvoorbeeld bij de verkoop van
het huis van de rechthebbende tekent de bewindvoerder de koopovereenkomst en de
leveringsakte. Bij een procedure over een goed dat onder het bewind valt, zal de
bewindvoerder namens de rechthebbende moeten optreden en deze moeten
vertegenwoordigen, ook bij een mondelinge behandeling van de zaak door de rechter. Om in
rechte te kunnen optreden voor de rechthebbende heeft de bewindvoerder een machtiging
nodig van de rechthebbende of van de kantonrechter, als de rechthebbende geen machtiging
kan of wil afgeven.
De bewindvoerder moet de kantonrechter zo snel als mogelijk op de hoogte stellen van:
het overlijden van de rechthebbende;
het overlijden van partner, kind, ouder, broer of zus van de
rechthebbende;
het vermoeden dat rechthebbende zijn wil niet meer goed kan bepalen, als hij dat bij
aanvang van het bewind wel kon;
de verhuizing van de bewindvoerder en/of rechthebbende (zie hierna onder 12);
het overlijden van een medebewindvoerder (zie ook hierna onder 16);
T033
Versie: november 2014
Pagina 8
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
-
de langdurige verhindering van de bewindvoerder in de uitvoering van zijn taken door
bijvoorbeeld ziekte.
g)
PGB-inkomsten
De PGB-inkomsten en -uitgaven vallen ook onder de verantwoordelijkheid van de
bewindvoerder. De PGB-gelden moeten op een aparte rekening ten name van de
rechthebbende worden ontvangen en betalingen in verband met het PGB moeten van die
rekening worden gedaan.
6. Twee of meer bewindvoerders
De kantonrechter kan twee of meer bewindvoerders benoemen als dit zinvol is voor de
uitvoering van het bewind. Als er twee of meer bewindvoerders zijn benoemd, dan kan elke
bewindvoerder alle bewindwerkzaamheden alleen verrichten, tenzij de kantonrechter anders
bepaalt. In ieder geval moeten beide bewindvoerders te tekenen voor de juistheid van de
boedelbeschrijving en de (eind-)rekening en verantwoording.
Beide bewindvoerders zullen worden aangeschreven op het adres van één van beiden, in
beginsel degene die als eerste staat vermeld in de beschikking tot instelling van het bewind.
7. Voorafgaande toestemming of machtiging
7.1. Algemeen
Voor een aantal beschikkingshandelingen heeft de bewindvoerder vooraf toestemming nodig
van de rechthebbende of, als deze geen rechtsgeldige toestemming kan of wil geven,
schriftelijke machtiging van de kantonrechter.
Wanneer het bewind is ingesteld vanwege de geestelijke gesteldheid van de rechthebbende,
zal steeds machtiging van de kantonrechter moeten worden gevraagd, tenzij de kantonrechter
anders bepaalt.
Als de rechthebbende bij aanvang van het bewind nog wel in staat was om te oordelen over de
rekening en verantwoording of een uitgave waarvoor een machtiging nodig zou zijn, maar de
bewindvoerder betwijfelt of dat nog steeds het geval is, dan moet de bewindvoerder die
twijfel aan de kantonrechter melden (zie hierna onder 5 punt 7) en veiligheidshalve
machtiging te vragen.
De machtiging die de bewindvoerder nodig heeft, moet per brief aan de kantonrechter worden
gevraagd bij wie ook de rekening & verantwoordingen moeten worden ingediend, onder
bijvoeging van stukken die van belang zijn voor de beoordeling het verzoek om machtiging.
7.2. De belangrijkste handelingen waarvoor machtiging nodig is
De belangrijkste beschikkingshandelingen met betrekking tot onder bewind vallende
goederen waarvoor voorafgaande toestemming van de rechthebbende of machtiging van de
kantonrechter nodig is:
T033
Versie: november 2014
Pagina 9
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
a) Uitgaven/aankopen vanaf € 1.500,-Het uitgangspunt is dat aankopen of opdrachten aan derden voor bedragen boven € 1.500,-niet alledaags zijn. Hiervoor moet u vooraf schriftelijk machtiging aan de kantonrechter
vragen als de rechthebbende niet zelf toestemming kan of wil geven. Bij uitgaven/aankopen
kunt u bijvoorbeeld denken aan aanschafkosten van nieuwe meubels, betaling van een
vakantie of de aankoop van een huis.
U heeft geen machtiging nodig als het gaat om betaling van een belastingaanslag of om de
vastgestelde bijdrage AWBZ, dan wel om de terugbetaling van teveel ontvangen bijdrage
ABWZ (dit wordt beschouwd als beheer).
b) Verkoop of bezwaren van goederen
Een voorbeeld hiervan is de verkoop van een onroerende zaak (zoals een huis, een garage, een
stuk grond). Ook kunt u denken aan het vestigen van een recht van hypotheek op een
onroerende zaak waarvan rechthebbende eigenaar is.
Bij een machtigingsverzoek tot verkoop van de woning van de rechthebbende of tot
opzegging van de huurwoning omdat de rechthebbende in een instelling verblijft, moet u
aannemelijk maken dat de rechthebbende daarin niet (meer) kan wonen, bijvoorbeeld met een
medische verklaring. Bij verkoop van een huis moet u daarnaast onderbouwen dat de
verkoopprijs in overeenstemming is met de waarde door het meesturen van een recente
beschikking van de gemeente met een WOZ-waardebepaling en/of een taxatierapport, beide
bij voorkeur niet ouder dan 6 maanden. Daarnaast moet u de koopovereenkomst meesturen als
deze al is afgesloten. In die koopovereenkomst moet dan de ontbindende voorwaarde staan
dat machtiging van de kantonrechter moet zijn verkregen en de koper geen schadevergoeding
kan vorderen als de machtiging niet wordt verleend.
c) Het beleggen van geld van de rechthebbende
U heeft een voorafgaande machtiging nodig voor het beleggen van geld van de rechthebbende
(anders dan door storting op een spaarrekening met marktconforme rente). Alleen als sprake
is van een defensief of zeer defensief beleggingsprofiel, zal de kantonrechter machtiging
verlenen. Als er bij start van het bewind beleggingen zijn met een meer risicovol
belegginsprofiel, dan moeten die in beginsel op een verantwoorde wijze worden omgezet in
beleggingen met een (zeer) defensief beleggingsprofiel. Voor het beleggen of herbeleggen
binnen de grenzen van een door de kantonrechter al eerder goedgekeurd beleggingsprofiel is
geen machtiging nodig. (Dit is een beheershandeling.)
d) Het pachten, verpachten, huren of verhuren ten behoeve van de rechthebbende
Voor het opzeggen van een huurovereenkomst en/of het sluiten van een (nieuwe)
huurovereenkomst is in beginsel een machtiging nodig. Als het gaat om een verhuizing
waarbij een huurovereenkomst wordt opgezegd en een nieuwe huurovereenkomst wordt
aangegaan en de kosten voor de rechthebbende ongeveer gelijk zijn, dan hoeft u geen
machtiging te vragen.
e) Het uitlenen van geld of de rechthebbende als borg of hoofdelijk medeschuldenaar
verbinden voor de schuld van een ander
Als u vraagt om een machtiging om geld van de rechthebbende te mogen uitlenen, moet u een
T033
Versie: november 2014
Pagina 10
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
(concept) akte van geldlening meesturen waaruit blijkt wat is afgesproken over de
verschuldigde rente, de opeisbaarheid en - met name - welke zekerheid er wordt gesteld
(zoals bijvoorbeeld een recht van hypotheek, pandrecht of garantstelling door een bank).
Verder zal (onder andere) worden gekeken naar de hoogte van het resterende liquide
vermogen na de eventuele lening en wat het beland van de rechthebbende is bij deze lening.
f) Het lenen van geld door rechthebbende
g) Nalatenschappen
Als de rechthebbende gerechtigd is tot een (deel van een) nalatenschap, is machtiging nodig
voor de volgende handelingen:
- het aannemen van een making (nalatenschap of legaat) waaraan lasten of voorwaarden
zijn verbonden voor rechthebbende;
- het verwerpen van een nalatenschap;
- het afzien van het beroep op de legitieme portie namens rechthebbende (als die legitieme
portie mogelijk is aangetast);
- het instemmen met de verdeling van een nalatenschap;
- het niet vereffenen van een nalatenschap volgens de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek
(er zijn specifieke bepalingen op grond waarvan ontheffing aan de kantonrechter moet
worden gevraagd);
- het instemmen met een aangifte erfbelasting;
- het uitbetalen van een nog niet opeisbaar kindsdeel uit de nalatenschap van de overleden
echtgenoot van rechthebbende;
- het geven van toestemming dat een nalatenschap, waarin de rechthebbende
(mede)gerechtigd is, voor een bepaalde tijd onverdeeld wordt gelaten.
Als blijkt dat de rechthebbende erfgenaam dan wel onterfd is, moet de bewindvoerder zo
spoedig mogelijk de kantonrechter informeren. Daarbij moet de bewindvoerder de naam en
standplaats van de eventueel ingeschakelde notaris opgeven en of er een testament is.
De bewindvoerder kan voor de rechthebbende een erfenis niet zuiver aanvaarden; de
bewindvoerder moet de erfenis beneficiair aanvaarden. De beneficiaire aanvaarding moet de
bewindvoerder in laten schrijven in het boedelregister op de griffie van de rechtbank van de
laatste woonplaats van de overledene, zo mogelijk na overleg met de bij de boedel betrokken
notaris. Het griffierecht dat is verschuldigd voor die inschrijving is voor rekening van de
rechthebbende.
Alleen met machtiging van de kantonrechter mag de bewindvoerder een erfenis verwerpen,
tenzij de rechthebbende in staat is daar zelf een beslissing over te nemen. Als de
rechthebbende niet in staat zijn wil te bepalen, dan moet de bewindvoerder zo spoedig
mogelijk de omvang van de nalatenschap vaststellen. Als het saldo van de nalatenschap
negatief is, moet de bewindvoerder een machtiging tot verwerping vragen en de nalatenschap
verwerpen, tenzij er goede redenen zijn om de nalatenschap toch beneficiair te aanvaarden.
h) Een schenking doen of een schenking aanvaarden onder last of voorwaarde
De kantonrechter geeft in het algemeen geen machtiging voor een schenking door een
rechthebbende (die daarover zelf niet meer kan beslissen), tenzij de rechthebbende ook
voorafgaand aan het bewind periodiek vergelijkbare giften deed en deze schenkingstraditie
ook aangetoond kan worden. Daarnaast hanteert de kantonrechter een vermogenslimiet met
het oog op de huidige en toekomstige behoeften van de rechthebbende. In beginsel wordt elk
verzoek om een schenking te mogen doen – ook als er een traditie is aangetoond – afgewezen
als er na aftrek van de schenking minder liquide vermogen (zoals een bedrag op een
T033
Versie: november 2014
Pagina 11
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
spaarrekening) overblijft dan € 30.000,--. Een verzoek om te mogen schenken moet daarom
goed zijn gemotiveerd en zijn voorzien van bewijsstukken.
i) Het aangaan van een (vaststellings)overeenkomst ter beëindiging van een geschil, tenzij
het geschil een bedrag lager dan € 700,-- betreft of de overeenkomst tijdens een
schikkingscomparitie tot stand is gekomen.
j) Het afkopen van een verzekeringspolis
In geval van twijfel verdient het aanbeveling om met de griffie contact op te nemen.
8. Rekening en verantwoording
De bewindvoerder is verplicht jaarlijks en aan het einde van het bewind rekening en
verantwoording af te leggen van het door hem gevoerde bewind. De kantonrechter kan van
die verplichting geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen. Ook als het tehuis waar de
rechthebbende verblijft, met instemming van de bewindvoerder uitgaven doet, moet de
bewindvoerder daarover verantwoording af te leggen.
Een rekening en verantwoording bestaat uit een overzicht van de ontvangsten en uitgaven, een
opgave van het vermogen en van eventuele schulden in een bepaalde periode (meestal een
jaar). De bewindvoerder moet een kopie van het eerste en het laatste bankafschrift van alle
rekeningen uit die periode bijvoegen en een overzicht van de effecten, als die er zijn.
Ook moet uit de rekening en verantwoording blijken welk bedrag aan PGB op welke
bankrekening(en) is ontvangen. De PGB beschikkingen (de beschikking waarin is bepaald
welke voorschotten worden betaald en de beschikking waarin het PGB definitief is
vastgesteld) moet de bewindvoerder bij de rekening en verantwoording voegen. De rekening
en verantwoording over de besteding van het PGB zelf moet aan het zorgkantoor worden
gestuurd.
U kunt de (eind)rekening en verantwoording digitaal indienen met DigiD. Om hiervan
gebruik te kunnen maken, moet u beschikken over een DigiD, waarover u meer informatie
kunt vinden op www.digid.nl. U kunt de uitleg en weblink terugvinden op onze website
www.bewindsbureau-middennederland.nl. Indien u geen gebruik wilt maken van deze
mogelijkheid, kunt u ook het formulier voor het doen van rekening en verantwoording via
onze website downloaden. Als u dit formulier op de computer invult, werkt het op dezelfde
manier (het formulier voert berekeningen automatisch uit). Na invulling moet u het formulier
wel printen, ondertekenen en aan de rechtbank sturen. U kunt het formulier natuurlijk ook
printen en met de hand invullen. Ten slotte kunt u om toezending van dit formulier vragen bij
ons bewindsbureau.
De bewindvoerder moet het formulier ter goedkeuring en ondertekening voorleggen aan de
rechthebbende, als deze de rekening en verantwoording kan beoordelen. De bewindvoerder
moet de rekening en verantwoording dan niet afleggen aan de kantonrechter, maar ‘aan de
rechthebbende ten overstaan van de kantonrechter’. Dit betekent dat de rechthebbende de
rekening en verantwoording voor akkoord moet tekenen, waarna de bewindvoerder deze naar
de kantonrechter stuurt. Als de rechthebbende weigert om de rekening en verantwoording
voor akkoord te tekenen, dan kan dit voor de kantonrechter aanleiding zijn voor nader
onderzoek van de rekening en verantwoording.
Wanneer de rechthebbende niet (meer) in staat is om de rekening te beoordelen, stuurt de
T033
Versie: november 2014
Pagina 12
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
bewindvoerder deze rechtstreeks naar de kantonrechter. Als de rechthebbende de laatste keer
wel in staat was de rekening en verantwoording te beoordelen, maar op dit moment
(misschien) niet meer, dan moet de bewindvoerder dat aan de kantonrechter meedelen.
Ook als het bewind eindigt door opheffing van het bewind of de bewindvoerder wordt
vervangen, moet de rechthebbende de rekening en verantwoording tekenen als dat kan.
Bij vervanging van bewindvoerder, moet de bewindvoerder tevens verantwoording af te
leggen aan de opvolgend bewindvoerder.
Als het bewind eindigt door het overlijden van de rechthebbende, dan moeten de erfgenamen
van de rechthebbende tekenen voor de eind rekening en verantwoording of de executeur
testamentair als die is benoemd. Wie dat de executeur is of de erfgenamen zijn, blijkt uit een
verklaring van erfrecht. De bewindvoerder moet een verklaring van erfrecht meesturen met de
eind rekening en verantwoording.
Als er bezwaren zijn tegen de eindrekening en verantwoording, dan kan de kantonrechter deze
erfgenamen of de executeur een termijn geven om concrete schriftelijke bezwaren aan de
kantonrechter te sturen. Zo nodig zal de kantonrechter daarna een mondelinge behandeling
bepalen.
9. Beloning bewindvoerder
9.1. De periode tot 1 januari 2015
Voor de periode tot 1 januari 2015 zijn de jaarlijks geïndexeerde tarieven voor de beloning
die een bewindvoerder in rekening mag brengen te vinden op www.rechtspraak.nl onder
‘Aanbevelingen Meerderjarigenbewind’. Met ingang van 1 januari 2014 gelden de volgende
tarieven voor de niet-professionele bewindvoerder die om een beloning vraagt: in beginsel
niet meer dan € 593,- per jaar (€ 449,00 loon en € 144,00 ongespecificeerde kosten). Voor
2013 geldt het tarief van
€ 591,00,- (€ 447,50 loon en € 143,50 ongespecificeerde kosten).
Zijn er meer bewindvoerders, dan wordt de beloning gelijk over hen verdeeld, tenzij er andere
afspraken zijn gemaakt. Bij geschil beslist de kantonrechter.
Beloningen over eerdere jaren, waarvan de rekening & verantwoording reeds is goedgekeurd,
kunnen in beginsel niet meer worden gedeclareerd.
Wanneer bewind is ingesteld over de goederen van een echtpaar/economische eenheid,
bestaat de beloning voor de bewindvoerder uit het tarief voor één persoon met een opslag van
20%.
Bij bewind over grotere vermogens bedraagt de beloning op grond van het huidige wettelijke
systeem 5% van de netto-opbrengst van de vruchten van het vermogen (dat is bijvoorbeeld de
verkregen rente of het dividend). De kantonrechter kan de beloning op een ander bedrag
vaststellen, gelet op de hoogte van het vermogen en de omvang van de verrichte
werkzaamheden.
Indien de bewindvoerder zijn taak voor een deel uitbesteedt aan een derde, moet de
bewindvoerder de kosten van die derde aftrekken van zijn beloning.
T033
Versie: november 2014
Pagina 13
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
9.2. De periode na 1 januari 2015
In de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren van 4 november 2014 is
bepaald wat de beloning is voor bewindvoerders na 1 januari 2015. Die beloning is voor nietprofessionele bewindvoerders bepaald op € 600,-- (tarief per 1 januari 2015). Dit bedrag is
inclusief ongespecificeerde kosten en wordt jaarlijks geïndexeerd.
Een bewindvoerder die bewind uitvoert over twee personen die in gemeenschap van goederen
zijn getrouwd of op andere wijze een economische eenheid vormen, heeft recht op een
beloning van € 720,-- per jaar.
10. Kosten bewindvoerder
10.1. De periode tot 1 januari 2015
Als de bewindvoerder over de periode tot 1 januari 2015 een onkostenvergoeding wil
declareren bij de rechthebbende, die hoger uitvalt dan het standaard bedrag dat
ongespecificeerd kan worden gedeclareerd op basis van de Aanbevelingen (genoemd in
paragraaf 9), dan moet de bewindvoerder daarvoor altijd vooraf machtiging te vragen aan
de kantonrechter.
Als onkosten van de bewindvoerder kunnen worden aangemerkt:
 de kilometers die met de auto zijn gereden bij de uitvoering van het bewind à € 0,25 per
kilometer;
 de telefoonkosten die zijn gemaakt bij de uitvoering van het bewind.
10.2. De periode na 1 januari 2015
In de regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren van 4 november 2014 is
bepaald dat de kantonrechter alleen in uitzonderlijke gevallen de beloning op een andere
manier kan vaststellen dan conform dit tarief. De door de minister vastgestelde beloning is
inclusief ongespecificeerde kosten.
11. Schade door slecht bewind, aangifte van verduistering
Wanneer de bewindvoerder verwijtbaar te kort schiet in de zorg die van een goed
bewindvoerder verwacht mag worden, dan kan de bewindvoerder door de rechthebbende
aansprakelijk gesteld worden voor de schade, die daarvan het gevolg is. De toezichthoudende
kantonrechter kan die schade vaststellen op grond van een verzoek van of namens de
rechthebbende.
De kantonrechter houdt toezicht op het door de bewindvoerder gevoerde bewind. Daarom is
de bewindvoerder ook verplicht de kantonrechter te informeren. De toezichthoudende taak
van de kantonrechter kan ook inhouden dat de kantonrechter aangifte doet van (een
vermoeden van) ernstige strafbare feiten zoals verduistering.
T033
Versie: november 2014
Pagina 14
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
12. Verhuizing
Als de bewindvoerder of de rechthebbende verhuist, moet de bewindvoerder dit zo spoedig
mogelijk opgeven aan de kantonrechter, die tot op dat moment toezicht hield. Het kan zijn dat
door de verhuizing van de rechthebbende een kantonrechter van een andere rechtbank het
toezicht overneemt. Zie ook voor het vereiste van een machtiging 7.2 onder d.
13. Schuldsanering
Het beschermingsbewind kan samenvallen met een zogenaamd schuldsaneringsbewind,
uitgesproken op basis van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). In dat geval
is er beschermingsbewindvoerder ook een door de rechtbank benoemde wsnp-bewindvoerder,
die vergaande bevoegdheden heeft. Hiermee vervalt het beschermingsbewind niet! De
beschermingsbewindvoerder moet dan samenwerken met de wsnp-bewindvoerder om te
zorgen dat de rechthebbende voldoet aan de voorwaarden om uiteindelijk voor de schone lei
(schulden zijn niet meer opeisbaar) in aanmerking te komen.
Daarnaast hoeft het vermogen dat onder de schuldsanering valt, niet hetzelfde te zijn als de
goederen die door de kantonrechter onder bewind zijn gesteld (bijvoorbeeld als er sprake is
van beperkt bewind).
14. Einde bewind
Het bewind eindigt in de navolgende gevallen:
 als de rechthebbende overlijdt of onder curatele wordt gesteld, (zie paragraaf 16) en/of
 als de duur, waarvoor het bewind is ingesteld, is geëindigd, en/of
 als het bewind wordt opgeheven (zie paragraaf 15).
15. Opheffing bewind of wijziging bewindvoerder
Een verzoek tot opheffing van het bewind of wijziging van de bewindvoerder moet worden
ingediend bij de kantonrechter die toezicht houdt.
Een verzoek tot opheffing van het bewind of wijziging van de bewindvoerder (feitelijk een
verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder onder gelijktijdige benoeming van een
nieuwe bewindvoerder) kan worden ingediend door diegenen die ook de instelling van het
bewind kunnen verzoeken. Voor een opheffingsverzoek is griffierecht verschuldigd.
16. Overlijden van de rechthebbende
De bewindvoerder moet de kantonrechter zo spoedig mogelijk informeren als de
rechthebbende is overleden. Door het overlijden van de rechthebbende eindigt het bewind.
De bewindvoerder heeft niet tot taak de begrafenis te regelen: dat is een taak van de
nabestaanden/erfgenamen. Indien nodig kan de bewindvoerder daarbij wel als zaakwaarnemer
optreden.
De bewindvoerder moet eindrekening en verantwoording afleggen over zijn beheer tot
overlijdensdatum van de rechthebbende aan de erfgenamen of aan de executeur die belast is
T033
Versie: november 2014
Pagina 15
Rechtbank Midden-Nederland
Enige richtlijnen voor de bewindvoerder
met het beheer over de nalatenschap. Wie erfgenaam is blijkt uit een verklaring van erfrecht.
De eindrekening moet aan de kantonrechter te worden toegestuurd.
Als de erfgenamen of de executeur bezwaar maken tegen de eindrekening en verantwoording,
dan kan de kantonrechter deze erfgenamen of de executeur een termijn geven concrete
schriftelijke bezwaren aan de kantonrechter te sturen. Zo nodig zal daarna een zitting worden
bepaald.
17. Einde taak bewindvoerder
De taak van de bewindvoerder eindigt (onder meer):
a) Bij het einde van het bewind (zie paragraaf 14)
b) Als aan de bewindvoerder ontslag wordt verleend door de kantonrechter. In dat geval
eindigt zijn taak op de dag genoemd in de beschikking of als de beschikking in kracht van
gewijsde is gegaan.
c) Als de bewindvoerder overlijdt, failliet wordt verklaard, onder curatele wordt gesteld, als
één of meer van de goederen van de bewindvoerder onder bewind worden gesteld, dan
wel wanneer op de bewindvoerder de schuldsaneringsregeling van toepassing wordt
verklaard.
Bij overlijden van de bewindvoerder hebben de erfgenamen van de bewindvoerder geen
rekening- en verantwoordingsplicht, maar als zij op de hoogte zijn van het bewind, zij ze wel
verplicht alles te doen wat niet zonder nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld,
totdat er een nieuwe bewindvoerder is. Het is daarom belangrijk dat bewindvoerders mensen
in hun omgeving vertellen dat zij bewindvoerder zijn en te vragen om de kantonrechter op de
hoogte te stellen bij overlijden. Als er twee bewindvoerders zijn benoemd, moet de
overblijvende bewindvoerder de kantonrechter zo spoedig mogelijk in kennis stellen van het
overlijden van zijn medebewindvoerder.
Nadere informatie kan telefonisch en schriftelijk worden gevraagd aan het
Bewindsbureau, zie pagina 1 en 2.
T033
Versie: november 2014
Pagina 16