Ron Meyboom - CBG-MEB

Collegedag, 4 juni 2014
De klinische blik op farmacovigilantie
Het ontdekken van nieuwe
‘geneesmiddelziekten’
Dr R.H.B. Meyboom
1960 Thalidomide
• Cardinale frustratie overheid en medische
wereld: onverwacht, zonder waarschuwing,
onvoorspelbaar, ernstig, veel slachtoffers
• “Hadden we het maar eerder geweten dan
hadden we sneller kunnen ingrijpen”
 1963 College ter beoordeling van
geneesmiddelen
 1963 Oproep Hoofdbestuur KNMG aan alle
artsen om bijwerkingen te melden
1964 Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen
(Staatstoezicht op de Volksgezondheid)
• Hoofddoel: “early warning”, bewaking, signaaldetectie
• Vrijwillige en vertrouwelijke rapportage van
vermoede bijwerkingen
• Onbekende, onverwachte, ernstige bijwerkingen; vooral nieuwe geneesmiddelen
• Centraal meldpunt toen enige uitvoerbare
methode
 Bewaken; beperkingen van begin af aan
duidelijk, lage verwachtingen
Principes meldingssysteem
• Wanneer verschillende artsen in het land
dezelfde onbekende onverwachte (vermoede)
bijwerking melden kan dit snel een waardevol
signaal opleveren
• Een melding is een bericht van een arts over
een patient met een vermoedelijk door een
geneesmiddel veroorzaakte stoornis
 Verre van ‘spontaan’, maar op dringend
verzoek of wettelijke verplichting
 Dokters hebben geen behoefte om te melden
 Vooral nieuwe geneesmiddelen en ernstige
bijwerkingen, vol bias
 Event-rapportage is wat anders
Voorbeelden geneesmiddelziekten (‘Type B’)
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Analgetica-nefropathie (papilnecrose, fenacetine)
Glafenine – anafylaxie; interstitiële nefritis; hepatitis
Practolol (Eraldin) – ‘oculomucocutane syndroom’
Coumarine-embryopathie (neusbrug hypoplasie e.a.)
Metamizol (Baralgin, Novalgin) – agranolocytose
Aprindine – agranulocytose
Nomifensine – hemolytische anemie; hepatitis
Nitrofurantoine – acute pulmonale syndroom
(eosinofiele pneumonie); chronische hepatitis
Valproïnezuur – spina bifida; hepatitis (bij kinderen)
Metrizamide – steriele meningitis
Ticlopidine – trombocytopenie (antilichaamvorming)
Ketoconazol – hepatitis
Triazolam (Halcion) – ‘Van der Kroef-syndroom’
Amoxicilline-clavulaanzuur – cholestatische hepatitis
Oculomucocutane syndroom door practolol
(Eraldin, IC, 1975†)
• Hyperkeratotische dermatitis
• Fibroserende ontsteking sereuze vliezen
(mesotheel):
• Scleroserende peritonits*
• Fibroserende conjuctivitis en keratitis
• Otitis media
• Pleuritis
• Pericarditis
• ‘BBG brief aan alle artsen’: totaal 17 meldingen
van peritonis op ca. 30000 gebruikers, 1/2000
* Brown P, Baddeley H, Read AE, Davies JD, McGarry. Sclerosing
peritonitis, an unusual reaction to a beta-adrenergic-blocking drug
(practolol). Lancet. 1974 Dec 21;2(7895):1477-81.
Redenen om een signaal te vermoeden
• Onverwacht: “Hoe verbaasd ben ik over deze
verschijnselen bij deze patiënt?”
• klinisch/pathologisch ongewoon (en kenmerkend en objectief)
• lage achtergrondsfrequentie, ongewone
leeftijds groep, e.d.
• typisch voor geneesmiddelreactie
• Geen duidelijke andere verklaring
• Nieuw geneesmiddel, onbekende bijwerking
• Suggestieve tijdsrelatie en beloop
• Farmacologische argumenten
• Eenduidige waarneming: ‘één primaire ziekte,
één geneesmiddel, één (nieuwe) stoornis
‘Van der Kroef / Halcion-syndroom’ door triazolam
‘Slaapmiddel zonder bijwerking’. Upjohn, 1979
• Angsten
• Agitatie, agressie, abnormaal gedrag
• Amnesie (anterograad, episodisch)
• Depressie
• Paranoïdie
• Depersonalisatie, derealisatie
• Dysesthesie – hyperacusis, fotofobie, abnormale
reuk, paresthesieën, unilaterale pijn
 Ten dele het (toen nog onbekende)
benzodiazepine-onttrekkingssyndroom
 Ook bij o.a. zolpidem en zopiclon
Meyboom RHB. Ned Tijdschr Geneeskd 1989;133:2185-90
• Voor het opsporenen en beoordelen van signalen
zijn zowel klinisch-medische, farmacologische als
epidemiologische expertise nodig
• Soms kan een klein aantal meldingen al een
belangrijke en sterke ‘early warning’ vormen,
zonder dat dit opvalt in de database. Klinische
beoordeling van individuele meldingen kan hier
uitkomst bieden.
• In een ‘reporting-database’ zijn typische en
ernstige geneesmiddelreacties vaak oververtegenwoordigd; hierdoor kunnen zulke
reacties op een nieuw geneesmiddel gemaskeerd
worden en onopgemerkt blijven. Ook hier kan de
klinische blik behulpzaam zijn.
• Tweerichtingsverkeer: informatie van melders
naar ‘t centrum en terug naar het veld
• Het landelijke meldingssyteem voor artsen blijft
een belangrijke bewakingsmethode, met name
voor onverwachte problemen waarvoor (nog)
geen betere manier van opsporen beschikbaar is
• Ook voor de bewaking van nieuwe
biofarmaceutica en oncolytica is een alert
klinisch (‘Direct Dr’) meldingssysteem van groot
belang; bij deze stoffen en hun zo andere
werkingsmechanismen moet men bedacht zijn
op grote en mogelijk ernstige verrassingen