Invullijst Koekompas 1. Melken: a. Tanklokaal - schoon & opgeruimd - tanktemperatuur 3-4 C - voorkoeler aanwezig - melkwacht in functie - vulling tankmelk na 1e melkmaal (con) - er vriest melk aan de 1e 8 uur i/d tank (aut) e. Preventie - sluitende dierziekten/-geneesmiddelen registratie - deelname MPR / CMT-test / BO - behandelplan totaal / actueel (< 1 jaar) - ligboxen schoon - vliegenbestrijding - melkseparatie van zieke/behandelde dieren - wachttijden aangehouden / delvotest ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee voldoende / onvoldoende ja / nee ja ja ja ja ja ja ja / / / / / / / nee nee nee nee nee nee nee b. Melkmethode - separeren & markeren incl wachttijden - melkershandschoenen - voorbehandeling papier/doek - dip / spray - lijst met “uit-te-houden”dieren ja ja ja ja ja / / / / / nee nee nee nee nee c. Reiniging - melkput schoon - open spoelbak andere doeleinden - melkklauwen schoon - filter schoon (buis openen) ja ja ja ja / / / / nee nee nee nee d. Onderhoud - KOM sticker + datum - Actueel meetrapport ( < 1 jaar ) - Pulsator /melk-pulsatieslangen conditie ok - Tepelvoeringen vervanging / conditie ok - Afschot melkleiding - 2e melkinstallatie okay (meetrapport) ja ja ja ja ja ja / / / / / / nee nee nee nee nee nee Conventioneel melken : Automatisch melken : a. Melkmethode - Het filter wordt 2 x daags (24 uur) vervangen - Het filter wordt na gebruik gecontroleerd op vlokjes - De borstel/beker van voorbehandelmethode is schoon - De spenen zijn schoon bij aansluiten - Spray-installatie werkt goed - Adequaat handelen n.a.v. attentielijsten - Aantal mislukte melkingen / aansluitpogingen < 5 % - Gemiddelde melkfrequentie ligt tussen 2,4 en 3 - % oudmelkte koeien < 40% (> 200 dg L+ dalende melkgift) - Melkfreqeuntie van oudmelkte koeien < 2,5 - Te behandelen koeien worden eerst in programma ingevoerd - Melk van behandelde koeien wordt volledig gesepareerd - Wachttijden na behandeling worden nageleefd - Biest wordt tot met met 3 dagen na afkalven gesepareerd ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee b. Reiniging - De melkplaats wordt 2 x per dag schoongemaakt ja / nee - De Melkinstallatie wordt minimaal 3 x per etmaal gereinigd(hoofdrein.) ja / nee - Dosering reinigingsmiddel volgens voorschrift ja / nee - Voldoende water gebruikt bij hoofdreiniging ja / nee - Temperatuur hoofdreiniging: begin 65 C / eind > 40 C ja / nee - Voorkoeler is tijdens reiniging buiten werking ja / nee - De ondervulling naar tank is schoon ( na reiniging klep controle) ja / nee - Binnenzijde tank en koppelingen zijn schoon na reiniging ja / nee- Regelmatige zuurreiniging ja / nee - Maximaal 1 reinigingsvat op voorraad ja / nee c. Onderhoud - Minimaal 2 x per jaar onderhoud KOM gecertificeerd - Actueel meetrapport aanwezig (max. 6 maanden oud) - Volgens meetrapport is er luchtlekkage (punt 3.9) - Volgens meetrapport functioneert pulsator naar behoren - Melk- en pulsatieslangen vertonen haarscheuren - Tepelvoeringen worden conform voorschrift vervangen (2500-7500( - Tweede melkinstallatie voor separaat melken wordt jaarlijks in onderhoud meetrapport meegenomen ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee 2. Voeding en Water: a. Conservering + uitkuilmanagement - broei en/of schimmel veel / weinig / nee ( broei: > 20 C of warmer dan buiten) - uitkuilresten veel / weinig / nee - uitkuilresten gesepareerd ja / nee - voorkant kuil glad / grof - conservering ja / nee - afvoer perssappen/regenwater ja / nee - afdekken zand/banden/grond/e.d. ja / nee - voersnelheid > 1.5 meter ja / nee b. Voer op voergang / wei - kwantiteit goed / matig / onvoldoende - kwaliteit goed / matig / onvoldoende - passend bij de groep (energie/eiwit/structuur) * melkkoeien ja / nee * droge koeien ja / nee * jongvee ja / nee * kalveren ja / nee - rantsoen afgestemd met kuilanalyse ja / nee - mineralen droge koeien ja / nee c. Watervoorziening - hoeveelheid * aantal koeien _______ * aantal drinkbakken _______ < 30 koe / drb / > 30 koe / drb * lengte drinkbak / > 7 cm / koe _______ ja / nee * schoonmaakfrequentie _______ / maand * aantal sneldrinkers / < 15 koeien/sd _______ ja / nee < 15 koe / sd // 16 – 20 k/sd // > 20 koe / sd * doorstroomsnelheid > 15L/min// 10-15L/min // < 10L/min - bereikbaarheid goed / matig / slecht - drinkhoek < 60 / > 60 - bezinksel geen / matig / slecht - helderheid helder / matig / troebel - kleur ___________ - geur geen / wel d. Voermanagement - voergoot schoon ja / nee - selectie-mogelijkheden ja / nee - kuilanalyses aanwezig / gebruikt ja / nee - vragen veehouder : * restvoer # kwantiteit (> 5%) : ________________ # samenstelling : ________________ * aantal keren voeren / dag : _______ * aantal keren aanschuiven / dag : _______ ( > 2 á 3 x / dag ) * KV-opbouw : _______ (1kg/3dg omhoog) 3. Huisvesting: a. Voerhek - aantal dieren ______ - aantal voerplaatsen ______ * gangbaar 100 % / 80 – 100 % / < 80% * robot > 70 % / 50 – 70 % / < 50% - breedte voerhek (> 75 cm) ______ - hoogte voerhek (> 160 cm voor HK) ______ goed / glimmend b. Stalomgeving - licht : ( “krant lezen” ) > 125 lux / 100 – 125 lux / < 100 lux * voerhek goed / matig / slecht * boxen goed / matig / slecht * looppad koeien goed / marig / slecht - ventilatie : * klimaat fris / muf * ventilatiemogelijkheden goed / beperkt / geen - borstel(s) : * roterend aanwezig / afwezig * vast aanwezig / afwezig - ondergrond kwantiteit : *1- / 2-rijen boxen loopruimte voerhek / loopruimte ligboxen > 3,5 / 3- 3,5 / < 3 m > 3 / 2-3 / < 2 m * 3-rijen boxen loopruimte voerhek / loopruimte ligboxen > 4 / 3,5 – 4 / < 3,5 m > 3,5 / 2,5-3,5 / < 2,5 m - ondergrond kwaliteit : vlak/droog/stroef/schoon <> redelijk <> los/nat/glad - ondergrond soort : rubber / deels rubber / beton c. Ligcomfort - aantal koeien _________ - aantal ligplaatsen _________ 110 % / 90 – 110 % / < 90% - hardheid ligplaatsen zacht / tussen-in / hard (knietest) diepstrooisel-zand e.d. / rubberen matras / mat - hygiene ligplaatsen (bodem/mat/mest) < 10% vies / > 10% vies (hygienescoringslijst UGCN: dijen 3 / 4) - maat ligboxen : * breedte > 115 cm / 110 cm / < 110 cm * lengte > 260 cm / 240 cm / 220 cm - kopruimte * lengte voor knieboom/brisketboard >1m / <1m * obstakel voor koe (hoogte) < 22 cm / > 22 cm d. Weidegang - duur : dag & nacht / beperkte weidegang(=120 dg 6u/dg) / geen (zomer) / dgn: ___ / / uren/ dg: ___) - kavelpad: schoon, vlak, droog / losse steentjes 4. Dierwelzijn : a. activiteit melkvee (totale koppel inspecteren direct bij binnenkomst) - aantal niet-actieve koeien: _________ / ______ % > 30% / 17-23% < 10% - gedrag koppel: schuw / onrustig / normaal / rustig / mak b. conditiescore (totale koppel) - score 1 / 2 / 3 / 4 / 5 aantal : ______/_____/_____/______/_____ - score 1 / 5 < 5% // 5-9% // 9-12 % // 12-15% // > 15 % score : 5 // 4 // 3 // 2 // 1 c. lokomotiescore ( > 25% koppel inspecteren) - score 1 / 2 / 3 / 4 / 5 : aantal : _____/_____ /_ ____/_____ /_____ - score 3 / 4 / 5 : < 10 % // 10-17% // 17-23% // 23-30% // > 30 % score : 5 // 4 // 3 // 2 // 1 d. hakscore (meest voorkomende score is bepalend) - score 1 / 2 / 3 / 4 / 5 : aantal : _____/_____ / _____/_____ /_____ e. hygiënescore UGCN - uier achter score 1/2/3/4 : aantal : ____ / ____ / ____ / _____ - uier zijkant score 1/2/3/4 : aantal : ____ / ____ / ____ / _____ - dijen score 1/2/3/4 : aantal : ____ / ____ / ____ / _____ - onderbenen score 1/2/3/4 : aantal : ____ / ____ / ____ / _____ f. afwijkende dieren : - herkauwende (liggende) dieren : aantal : ______ ( > 2/3 ) - pensscore (afw : 1 of 5 ) : aantal : ______ (< 10 % / > 20% koppel) - mestscore : goed (3) / matig ( 2 / 4 ) / slecht ( 1 of 5 ) g. algemene indruk - haarkleed dof (sc 1) / glanzend (sc 5) - huidbeschadigingen algemeen aantal: _________ < 5% / 5 – 10% / 10-15% / 15 – 20 % / > 20% Score : 5 / 4 / 3 / 2 / 1 h. Werkroutines : a. werk-, loop- en kruislijnen - looplijnen : jong naar oud / schoon naar vies - kruislijnen : mest <> voer - kans op mestcontact : groot / redelijk / klein / incidenteel / afwezig b. diergezondheidstatus - BVD - IBR - Salmonella - Para-TBC - Neospora vrij / onderzoek / besmet / onbekend vrij / onderzoek / besmet / onbekend onverdacht / ongunstig status A / status B / status C gunstig / ongunstig / onbekend c. preventie - afkalfstal en hygiene - kalf direct weg bij moeder - biest alleen van eigen moeder - kunstmelk - aankoop vee ja - aankoop mest ja - aankoop ruwvoer ja - apart onbesmet ruwvoer jongvee - jongvee < 6 mnd heeft geen contact met ouder vee ja / ja / ja / ja / / weinig / / weinig / / weinig / ja / ja / d. bedrijfsbehandelplan - melkvee (< 1 jaar) - uieraandoeningen - klauwaandoeningen - geboortewegaandoeningen - luchtwegaandoeningen - jongvee ( < 1 jaar) / / / / / / aanwezig aanwezig aanwezig aanwezig aanwezig aanwezig nee nee nee nee nee nee nee nee nee afwezig afwezig afwezig afwezig afwezig afwezig i. Diergezondheid / Dierziekte incidentie : a. DDD : __________________ DDD 3-4eG : ____________________ b. celgetal afgelopen jaar - % verhoogd / % nieuw verhoogd _______ % / _______ % Score : 5 / 4 /3 / 2 / 1 : < 15% // 15-20% // 20–25 % // > 30 % - tankmelkcelgetal nu / verloop _______ / _______ ( 5: < 150 / 4: 150-200 / 3 : 200-250 / 2 : 250-300 / 1 : > 300 - MPR ( 3 / 4 /5 / 6 weekse ) ja / nee (max sc 4) b. registratie laatste 6 mnd behandeld: ja / nee (max sc 3) - klinische mastitis (norm : < 20%) ______ (<10% / 20-30% / > 40%) - klauwproblemen norm : < 20%) ______ (<10% / 20-30% / > 40%) * stinkpoten ___________ * mortellaro ___________ * tyloom ___________ * zoolverkleuring / bevangen ___________ * wittelijn defect ___________ * zoolzweer ___________ * bekapte kreupele dieren / maand ___________ - aan de nageboorte ( norm : < 9% ) _______ (< 6% / 9-12% / > 15%) - stofwiselingsstoornissen (norm: < 10%) _______ (< 5% / 10-15% / > 20%) * melkziekte ___________ * slepende melkziekte ___________ * lebmaagverplaatsing ___________ - witvuilen (norm : < 9%) ________ (< 6% / 9-12% / > 15%) - verwerpers (norm : < 3 %) ________ (< 2% / 3 – 5% / > 8 %) * 100 – 260 dg ___________ * vrucht te vroeg eraf zien komen ___________ * doodgeboren kalveren ___________ * dood binnen 24 uur na geboorte ___________ - gedwongen afvoer (norm : < 20%) _________ (<15% /20-25%/>30%) (= vervanging% - melkproduktie selectie – verkocht naar MVH) - overige ziekten (norm : < 6%) ___________ * bijzondere ziekte ___________ * leverbot(behandeling) ___________ c. momenteel zieke dieren ___________ - specificatie : ___________________________________________ ___________________________________________ j. Jongvee a. voeding en water - biestvoorziening - op tijd < 30 min : 2 ltr - voldoende < 8 uur : 4 lr) - kalf drinkt zelf - kunstmelk - biest – kunstmelk – water – hooi – krachtvoer - krachtvoer - voldoende goed ruwvoer - voldoende vers drinkwater b. huisvesting - 2 – 3 wkn : eenling-boxen op stro - tot 4 - 5 mnd : strohok - > 5 mnd : ligboxen c. leeftijdsverschil in groepen i. 0 – 2 mnd : max 14 dg ii. 2 – 6 mnd : max 1 mnd iii. > 6 mnd : max 2 mnd d. weidegang e. dierwelzijn - conditiescore > 3 - pensvulling - mestscore - ontwikkeling : goed in relatie tot leeftijd - algemene indruk - onthoorningsregime ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee _________ ja / nee ________________ ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee ja / nee volledig / deel / niet goed / onvoldoende goed / onvoldoende goed / onvoldoende goed / onvoldoende goed / onvoldoende geen/ verdoofd / door d’arts f. dierziekte incidentie (aantal laatste 6 mnd) - registratie ja / nee - diarree _____ < 20% - longaandoeningen _____ < 15% - navelontsteking _____ < 15% - parasitaire aandoeningen _____ < 15% - dood binnen 24 uur _____ < 15% - dood na 24 uur _____ < 10% - ringschurft _____ 0% g. werkroutines - werk- , kruis- en looplijnen aanwezig / afwezig - mestcontact ja / nee - bedrijfsbehandelplan jongvee ja / nee Verslaglegging en evaluatie Bij de afname van Koe-Kompas vindt altijd een evaluatie plaats van het vorige Koe-Kompas en minimaal eenmaal per jaar het bedrijfsbehandelplan. Opzet van verslaglegging Aanvullend op elke KSF score kunnen de belangrijkste bevindingen die uit het Koe-Kompas voort komen kort worden weergeven. Er wordt een beschrijving gegeven van de situatie, en samen met de veehouder worden actiepunten opgesteld. Opzet van evaluatie Jaarlijks worden twee Koe-Kompassen afgenomen, dus elke zes maanden. Bij Koe-Kompas bezoeken worden altijd de actiepunten van het vorige bezoek geëvalueerd. -Kompas? -Kompas beoordelen of genomen maatregelen gewenst effect hebben.
© Copyright 2024 ExpyDoc