802.11n WiFi Repeater

802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
802.11n
WiFi Repeater
Gebruikshandleiding
1
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
Functies .................................................................................. 4
Apparaatvereisten.................................................................. 5
Dit document gebruiken ........................................................ 5
Notatieconventies ........................................................... 5
Typografische conventies .............................................. 5
Speciale boodschappen................................................. 5
Ondersteuning krijgen ........................................................... 6
Computer-/systeemvereisten ................................................ 6
Inhoud van de verpakking ..................................................... 6
Betekenissen & activeringen van de LEDs.......................... 6
Bovenzijde....................................................................... 6
Achterzijde en linker paneel en onderzijde ................... 7
Voor Windows 98SE/ME/2000/XP ....................................... 8
Voor Windows Vista-32/64.................................................. 13
Voor Windows 7-32/64 ........................................................ 18
Voor Windows 8-32/64 ........................................................ 23
Aansluiten van de Hardware............................................... 28
Draadloze verbinding........................................................... 29
Geavanceerde configuratie met routermodus ................... 31
Toegang tot de webpagina's ............................................... 34
Uw instellingen testen.......................................................... 36
Standaard apparaatinstellingen .......................................... 37
Draadloze instellingen ......................................................... 41
LAN-interface-instellingen ................................................... 43
Het LAN IP-adres en subnetmasker wijzigen .................... 45
Toon client ............................................................................ 48
Over firmware-versies ......................................................... 50
Handmatig bijwerken van de firmware ............................... 50
Instellingen naar een bestand opslaan .............................. 52
Instellingen uit bestand laden ............................................. 54
Naar fabrieksinstellingen resetten ...................................... 56
Uw gebruikersnaam en wachtwoord instellen ................... 59
Configureren Ethernet Pc's ................................................. 61
Voordat u begint ........................................................... 61
Windows® XP Pc’s....................................................... 61
Windows 2000 Pc’s ...................................................... 62
Windows Me Pc’s ......................................................... 63
2
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Windows 95, 98 Pc’s .................................................... 63
Windows NT 4.0-werkstations ..................................... 64
Statische internetinformatie aan uw Pc’s
toewijzen .................................................................... 65
IP-adressen .......................................................................... 67
Structuur van een IP-adres .......................................... 67
Netwerkklassen ............................................................ 68
Subnetmaskers .................................................................... 68
UPnP-besturingspuntsoftware op Windows
ME ..................................................................................... 70
UPnP-besturingspuntsoftware op Windows XP
met Firewall ...................................................................... 71
SSDP vereisten ............................................................ 71
Suggesties voor het oplossen van problemen .................. 74
Het probleem diagnosticeren met behulp van
IP-toepassingen ............................................................... 76
ping ................................................................................ 76
nslookup ........................................................................ 77
3
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
1
Inleiding
Gefeliciteerd met het worden van de eigenaar van de
802.11n WiFi Repeater. U zult nu nu is staat zijn om via uw
high-speed xDSL/Kabel-modemverbinding toegang tot het
Internet te krijgen.
Deze handleiding zal u laten zien hoe uw 802.11n WiFi
Repeater aangesloten moet worden en hoe de configuratie
aangepast moet worden om het meeste uit uw nieuw product
te halen.
Functies
De onderstaande lijst bevat de belangrijkste kenmerken van
het apparaat en kan nuttig zijn voor gebruikers met kennis
van netwerkprotocollen. Als u geen ervaren gebruiker bent,
zullen de hoofdstukken in deze handleiding u voldoende
informatie geven om het meeste uit uw apparaat te krijgen.
De functies omvatten:

Network address translation (NAT) functies om
zekerheid voor uw LAN te bieden

Netwerkconfiguratie via DHCP-server en DHCP-client

Gebruiksvriendelijk configuratieprogramma
toegankelijk via een webbrowser
De 802.11n WiFi Repeater zorgt via een draadloze interface,
met WLAN-connectiviteit voor zowel de 802.11n WiFi
Repeater en een co-located PC of ander draadloos
gebaseerd apparaat, voor een directe verbinding met een
draadloos netwerk.
4
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Apparaatvereisten
Om de 802.11n WiFi Repeater te kunnen gebruiken, moet u
over het volgende beschikken:

Een breedband Internetverbinding via een draadloze
kabelmodem of xDSL-modem

Instructies van uw Internetprovider over het soort
Internettoegang die u zult gebruiken en de adressen nodig
om de toegang in te stellen

Eén of meer computers die een draadloze LAN-kaart
bevatten

TCP/IP-protocol voor elke PC

Voor de configuratie van het systeem met behulp van het
meegeleverde web-based programma: een webbrowser
zoals Internet Explorer v4 of hoger, of Netscape v4 of
hoger. Merk op dat versie 4 van elke browser de
minimale vereiste versie is – voor optimale
weergavekwaliteit, gebruik Internet Explorer v5, of
Netscape v6.1
Dit document gebruiken
Notatieconventies

Acroniemen worden gedefinieerd op het moment dat ze
voor de eerste keer in de tekst en ook in de woordenlijst
verschijnen.

Voor de beknoptheid wordt de 802.11n WiFi Repeater
aangeduid als “het apparaat”.
Typografische conventies

Cursieve tekst wordt gebruikt voor onderdelen die u in de
menu's en drop-downlijsten selecteert en de namen van
de weergegeven webpagina's.

Vette tekst wordt gebruikt voor tekenreeksen dat u typt
wanneer door het programma daarom gevraagd wordt en
om de belangrijke punten te benadrukken.
Speciale boodschappen
Dit document maakt gebruik van de volgende pictogrammen
om uw aandacht op specifieke instructies of verklaringen te
vestigen.
Opmerking
Definitie
Biedt een verduidelijking of niet-essentiële informatie over het
huidige onderwerp.
Verklaart termen of afkortingen die wellicht voor veel lezers
onbekend kunnen zijn. Deze termen zijn ook in de woordenlijst
opgenomen.
5
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Biedt boodschappen die van groot belang zijn, met inbegrip
van boodschappen die betrekking hebben op de persoonlijke
veiligheid of integriteit van het systeem.
WAARSCH
UWING
Ondersteuning krijgen
Geleverd door:
Helpdesknummer:
Website:
2
Kennismaking met het apparaat
Computer-/systeemvereisten

1. Pentium 200 MHz-processor of hoger

2. Windows 98SE, Windows Me, Windows 2000,
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8

3. 64 MB RAM-geheugen of hoger

4. 25 MB vrije schijfruimte
Inhoud van de verpakking
1. 802.11n WiFi Repeater
2. CD-ROM (software & handleiding)
3. Beknopte installatiegids
Betekenissen & activeringen van de LEDs
Bovenzijde
De bovenzijde bevat lampjes, Light Emitting Diodes (LED's)
genoemd, die de status van het apparaat aangeven.
6
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Figure 1: Bovenzijde en LEDs
Label
POWER
Kleur
groen
WLAN
groen
WPS
groen
Functie
Aan: het apparaat is ingeschakeld
Uit: het apparaat is uitgeschakeld
Aan: WLAN-verbinding tot stand gebracht
en actief
Knipperen: Geldig draadloos pakket wordt
overgedragen
Aan: Internetverbinding tot stand gebracht
en actief
Uit: WPS-verbinding is niet tot stand
gebracht en actief
Knipperen: Geldig WPS-pakket wordt
overgedragen
Achterzijde en linker paneel en onderzijde
De achterzijde, het rechter paneel en de onderkant bevatten
een “Restore Defaults”-knop, de poorten voor de gegevens- en
voedingsaansluitingen van het apparaat.
7
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3
Label
Functie
WPS
Druk voor ten minste 3 volle seconden op deze
knop en de WPS-LED zal knipperen om WPS
te starten.
Ga nu naar de draadloze adapter of het
apparaat en druk op de “WPS”-knop. Zorg
ervoor om binnen 120 seconden (2 minuten)
na het indrukken van de “WPS”-knop van de
Repeater op de knop te drukken.
RESET
Reset-knop. RESET de 802.11n WiFi Repeater
naar de standaardinstellingen.
Druk voor ten minste 6 volle seconden op deze
knop om het apparaat naar de standaardinstellingen
te RESETTEN.
Computerconfiguraties onder verschillende
OS, om automatisch het IP-adres te
verkrijgen
Voordat u de configuratie van de 802.11n WiFi Repeater
begint, configureer de PC zoals hieronder, om automatisch
het IP-adres/DNS-server te verkrijgen.
Voor Windows 98SE/ME/2000/XP
1. Klik op “Start”-> “Control Panel” (in de klassieke
weergave). In het Configuratiescherm, dubbelklik op
"Network Connections" om door te gaan.
8
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. Klik eenmaal met de RECHTER muisknop op “Wireless
Network Connection” en klik vervolgens op “Properties”.
9
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Dubbelklik op “Internet Protocol (TCP/IP)”.
10
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
11
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
4. Vink “Obtain an IP address automatically” en “Obtain
DNS server address automatically” aan en klik
vervolgens op “OK” om door te gaan.
5. Klik op “Show icon in notification area when
connected”(zie de afbeelding hierboven) en klik op “OK”
om de installatieprocedures te voltooien.
12
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Voor Windows Vista-32/64
1. Klik op “Start” -> “Control Panel” -> “View network
status and tasks”.
13
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. In “Netwerkverbindingen beheren”, klik op “Manage
network connections” om door te gaan.
14
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Klik eenmaal met de RECHTER muisknop op “Wireless
Network Connection” en klik vervolgens op “Properties”.
15
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
4. Het scherm zal de informatie “User Account Control”
weergeven en klik op “Continue” om door te gaan.
5. Dubbelklik op “Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4)”.
16
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
6. Vink “Obtain an IP address automatically” en “Obtain
DNS server address automatically” aan en klik
vervolgens op “OK” om door te gaan.
17
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Voor Windows 7-32/64
1. Klik op “Start” -> “Control Panel” (in de
categorieweergave) -> “View network status and
tasks”.
18
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. In het configuratiescherm, klik op “Change adapter
settings” om door te gaan.
19
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Klik eenmaal met de RECHTER muisknop op “Wireless
Network Connection” en klik vervolgens op
“Properties”.
20
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
4. Dubbelklik op “Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4)”.
21
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
5. Vink “Obtain an IP address automatically” en “Obtain
DNS server address automatically” aan en klik
vervolgens op “OK” om door te gaan.
22
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Voor Windows 8-32/64
1. Beweeg de muis of klik in de rechterbovenhoek en klik op “Settings”.
23
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. Klik op “Control Panel”.
24
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Klik op “View network status and tasks”.
4. In het configuratiescherm, klik op “Change adapter settings” om door te
gaan.
25
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
5. Klik eenmaal met de RECHTER muisknop op “Ethernet” en klik
vervolgens op “Properties”.
6. Dubbelklik op “Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4)”.
26
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
7. Vink “Obtain an IP address automatically” en “Obtain DNS server
address automatically” aan en klik vervolgens op “OK” om door te gaan.
27
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
4
Uw apparaat aansluiten
Dit hoofdstuk bevat de basisinstructies voor het aansluiten
van het apparaat op een computer of WLAN en het Internet.
Naast het configureren van het apparaat, moet u de
eigenschappen voor het Internet van uw computer(s)
configureren. Voor meer details, zie de volgende secties:

Configureren Ethernet Pc's
In dit hoofdstuk wordt ervan uitgegaan dat u al een
DSL/kabel-dienst van uw Internet serviceprovider (ISP) hebt
geïnstalleerd. Deze instructies bevatten een
basisconfiguratie die compatibel met de setup van uw
thuisnetwerk of klein zakelijk netwerk zou moeten zijn.
Raadpleeg de volgende hoofdstukken voor aanvullende
configuratie-instructies.
Aansluiten van de Hardware
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het apparaat op de
muurtelefoonaansluiting, het stopcontact en uw computer(s)
of netwerk moet worden aangesloten.
WAARSCHUWING
Voordat u begint, schakel de stroom voor alle
apparaten uit. Deze omvatten uw computer(s), uw
LAN hub/switch (indien van toepassing) en het
apparaat.
Het onderstaande diagram illustreert de aansluitingen voor
de hardware. De lay-out van de poorten op uw apparaat kan
afwijken van de weergegeven lay-out. Raadpleeg de stappen
die volgen voor specifieke instructies.
Stap 1. Sluit de voedingsaansluiting aan
Steek de 802.11n WiFi Repeater in een stopcontact.
28
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
5
Hulpprogramma-CD uitvoeren
Draadloze verbinding
1. Dubbelklik op het pictogram voor draadloze netwerken
op uw computer en zoek naar de draadloze netwerken
waarvoor u de SSID-naam hebt ingevoerd.
2. Klik op de WiFi-repeater met de SSID die u hebt
ingevoerd (de standaardinstelling SSID = ELROxxxx,
xxxx = laatste 4 cijfers van WLAN MAC-adres, die op
de apparaatsticker kan worden gevonden) wordt
weergegeven om te verbinden.
29
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Als het draadloze netwerk niet is gecodeerd, klik op
“Connect Anyway” om verbinding te maken.
4. Als het draadloze netwerk gecodeerd is, voer de
netwerksleutel in die bij uw verificatietype en -sleutel
hoort (de standaardinstellingen Security Mode =
WPA2 Mixed, Passphrase = laatste 8 cijfers van
WLAN MAC-adres, die op de apparaatsticker kan
worden gevonden).
5. Klik op “Connect” of “Apply”.
6. Nu bent u klaar om het draadloze netwerk op Internet of
intranet te gebruiken.
30
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Geavanceerde configuratie met routermodus
7. Plaats de meegeleverde CD in uw cd-romstation.
8. De CD dient automatisch te starten, met het venster
weergegeven zoals hieronder getoond. Als de CD niet
automatisch start, gaat u naar Windows Verkenner,
selecteer uw cd-romstation en dubbelklik op
“autorun.exe”.
9. Om het apparaat te configureren, klik op “Advanced
Configuration”.
10. Een alternatieve manier is om uw webbrowser te starten,
typ in de adresbalk http://192.168.0.1 en druk op [Enter]
op het toetsenbord.
31
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
11. Voer de gebruiker User Name in: admin en Login
Password: admin en klik vervolgens op de “OK”-knop.
12. Klik op het “Quick Setup”-menu.
13. Klik op de “Site Survey”-knop.
32
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
14. Nu zult u de AP’s kunnen zien die door de WiFi Repeater
zijn gescand, zoals hieronder afgebeeld.
15. Klik in de kolom “Select” op het keuzerondje van de
corresponderende SSID van de AP waarmee u wilt dat
de WiFi Repeater verbinding moet maken.
16. Voer de bijbehorende parameters in.
17. Klik op de “Connect”-knop.
18. Een ogenblik geduld...
19. Verbinding geslaagd! Wacht 2 minuten tijdens het
opstarten.
20. Als de WPS-LED brandt, dan is de 802.11n WiFi
Repeater volledig geconfigureerd en geschikt voor
draadloze Internetverbindingen.
21. Als de WPS-LED niet brandt, reset het apparaat naar de
fabrieksinstellingen door de “Reset”-knop 6 volle
seconden ingedrukt te houden en configureer opnieuw.
33
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
6
Aan de slag met de Webpagina’s
Het apparaat bevat een reeks webpagina's die een interface
bieden naar de software die op het apparaat geïnstalleerd is.
Het stelt u in staat om de apparaatinstellingen te
configureren om te voldoen aan de behoeften van uw
netwerk. U kunt het vanaf elke PC die via de WLAN op het
apparaat is aangesloten met uw webbrowser openen.
Toegang tot de webpagina's
Voor toegang tot de webpagina's, hebt u het volgende nodig:

Een PC of laptop aangesloten op de draadloze Interface
van het apparaat.

Een webbrowser geïnstalleerd op de PC. De vereiste
minimale browserversie is Internet Explorer v4 of
Netscape v4. Voor de beste weergavekwaliteit, gebruik
de meest recente versie van Internet Explorer, Netscape
of Mozilla Firefox. Vanaf een willekeurige LAN-computer,
start uw webbrowser, typ de volgende URL in de
adresbalk en druk op [Enter] op het toetsenbord:
http://192.168.0.1
De startpagina van de status voor de webpagina's wordt
weergegeven:
34
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Figure 2: Startpagina
De eerste keer dat u op een item uit het linkermenu
klikt, wordt een inlogvenster weergegeven. U moet
uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren voor
toegang tot de pagina’s.
Een inlogscherm wordt weergegeven:
Figure 3: Inlogscherm
35
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
1. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in. De eerste
keer dat u zich bij het programma aanmeldt, gebruikt u
deze standaard logins:
Opmerking
User Name:
admin
Password:
admin
U kunt het wachtwoord op elk gewenst moment wijzigen of u
kunt uw apparaat configureren zodat u geen wachtwoord
hoeft in te voeren. Zie het hoofdstuk “Wachtwoord”.
2. Klik op “OK”. U bent nu klaar om uw apparaat te
configureren.
Dit is de eerste pagina die wordt weergegeven elke keer dat
u op de webpagina’s inlogt.
Opmerking
Als u een foutbericht ontvangt of de welkomstpagina wordt niet
weergegeven, zie suggesties in “Problemen oplossen”.
Uw instellingen testen
Zodra u uw hardware hebt aangesloten en uw Pc’s
geconfigureerd hebt, moet elke computer in uw WLAN de
DSL/Kabel-verbinding kunnen gebruiken voor toegang tot het
Internet.
Om de verbinding te testen, schakel het apparaat in, wacht
30 seconden en controleer vervolgens of de LEDs als volgt
gaan branden:
Tabel 1. LED-Indicators
Label
Kleur
Functie
POWER
groen
WLAN
groen
WPS
groen
Aan: het apparaat is ingeschakeld
Uit: het apparaat is uitgeschakeld
Aan: WLAN-verbinding tot stand gebracht
en actief
Knipperen: Geldig draadloos pakket wordt
overgedragen
Uit: WPS-verbinding is niet tot stand
gebracht en actief
Knipperen: Geldig WPS-pakket wordt
overgedragen
Als de LEDs zoals verwacht branden, test uw
Internetverbinding vanaf een LAN-computer. Om dit te doen,
open uw webbrowser en typ de URL van een externe
36
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
website (zoals http://www.yahoo.com) in. De LED met de
label WPS moet constant branden als het apparaat op de
voorkant AP wordt aangesloten.
Standaard apparaatinstellingen
Naast het afhandelen van de xDSL/Kabel-modemverbinding
met uw Internetprovider, kan het apparaat een
verscheidenheid aan diensten op uw netwerk bieden. Het
apparaat is vooraf geconfigureerd met standaardinstellingen
voor gebruik met een typisch thuisnetwerk of klein
bedrijfsnetwerk.
De tabel hieronder toont enkele van de belangrijkste
standaardinstellingen; deze en andere functies worden in de
daaropvolgende hoofdstukken volledig beschreven. Als u
met netwerkconfiguratie bekend bent, controleer deze
instellingen om te verifiëren dat zij voldoen aan de behoeften
van uw netwerk. Volg de instructies om ze, indien nodig, te
wijzigen. Als u met deze instellingen onbekend bent, probeer
het apparaat zonder wijziging te gebruiken of neem contact
op met uw Internetprovider voor hulp.
WAARSCH
UWING
Optie
Het is raadzaam dat u vóór het wijzigen van de
standaardconfiguratie met uw Internetprovider contact
opneemt.
Standaardinstelling
Uitleg/Instructies
WAN-poort IPadres
DHCP-client
Dit is het tijdelijk publieke IP adres van de WANpoort op het apparaat. Het is een ongenummerde
interface die wordt vervangen zodra uw ISP een
“echt” IP-adres toewijst. Zie Network Settings ->
WAN-interface.
LAN-poort IP-adres
Toegewezen statisch IP-adres:
192.168.0.1
Dit is het IP-adres van de LAN-poort op het
apparaat. De LAN-poort verbindt het apparaat met
het Ethernet-netwerk. Doorgaans zult u dit adres
niet hoeven te wijzigen. Zie Network Settings ->
LAN-interface.
Subnetmasker:
255.255.255.0
DHCP (Dynamic
Host Configuration
Protocol)
De DHCP-server is ingeschakeld
met de volgende groep
adressen:
192.168.0.100
tot
192.168.0.200
Het apparaat onderhoudt een groep privé IPadressen voor dynamische toewijzing aan uw LANcomputers. Voor het gebruik van deze service,
moet u uw computers hebben ingesteld om
dynamisch IP-informatie te accepteren, zoals
beschreven in “Configureren Ethernet Pc’s”.
37
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
7
Snelle setup (deze functie kan variëren
afhankelijk van de router, client of WiFi-APmodus)
De “Quick Setup”-pagina geeft nuttige informatie weer over
de installatie van het apparaat, met inbegrip van:

details van de draadloze instellingen van het apparaat
Om deze pagina weer te geven:
1. In het linker menu, klik op “Quick Setup”. De volgende
pagina wordt weergegeven:
2. Klik op de “Site Survey”-knop.
38
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Nu zult u de AP’s kunnen zien die door de WiFi Repeater
zijn gescand, zoals hieronder afgebeeld.
4. Klik in de kolom “Select” op het keuzerondje van de
corresponderende SSID van de AP waarmee u wilt dat
de WiFi Repeater verbinding moet maken.
5. Voer de bijbehorende parameters in.
6. Klik op de “Connect”-knop.
7. Een ogenblik geduld...
8. Verbinding geslaagd! Wacht een ogenblik tijdens het
opstarten.
39
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
9. Als de WPS-LED brandt, dan is de 802.11n WiFi
Repeater volledig geconfigureerd en geschikt voor
draadloze Internetverbindingen.
10. Als de WPS-LED niet brandt, reset het apparaat naar de
fabrieksinstellingen door de “Reset”-knop 6 volle
seconden ingedrukt te houden en configureer opnieuw.
40
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
8
Draadloze instellingen
In dit hoofdstuk wordt ervan uitgegaan dat u al uw draadloze
Pc’s hebt ingesteld en een compatibele draadloze kaart op
het apparaat hebt geïnstalleerd. Zie het hoofdstuk
“Configureren draadloze Pc’s”.
Draadloze instellingen
De pagina “Draadloos netwerk” stelt u in staat om de
draadloze functies van uw apparaat configureren. Voor
toegang tot de pagina “Draadloos netwerk”:
In het linker menu, klik op “Wireless Setup”. De volgende
pagina wordt weergegeven:
41
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Veld
SSID
Omschrijving
Geef de naam van het netwerk op.
Elk draadloos LAN-netwerk gebruikt een unieke netwerknaam
om het netwerk te identificeren. Deze naam wordt de Service Set
Identifier (SSID ) genoemd. Wanneer u de draadloze adapter
instelt, specificeert u de SSID. Als u verbinding met een
bestaand netwerk wilt maken, moet u de naam voor dat netwerk
gebruiken. Als u uw eigen netwerk gaat opzetten, kunt u uw
eigen naam verzinnen en het op elke computer gebruiken. De
naam kan maximaal 20 tekens zijn en letters en cijfers bevatten.
Encryption
Configureer de codering naar “Uitschakelen”, “WEP”,
“WPA(AES)”, “WPA2(AES)” of “WPA-Mixed”
Sleutellengte
Selecteer de sleutellengte 64-bits of 128-bits
Sleutelopbouw
Selecteer de sleutelopbouw ASCII (5 tekens), Hex (10 karakters),
ASCII (13 tekens) of Hex (26 tekens)
Coderingsinstelling
Voer de coderingssleutel in
Pre-Shared Key
Format
Configureer de opbouw van de vooraf gedeelde sleutel naar
wachtwoordzin of HEX (64 tekens)
Pre-Shared Key
Typ de vooraf-gedeelde sleutel in
42
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
9
LAN-interface
Dit hoofdstuk beschrijft het configureren van de parameters
voor het lokale netwerk die op de LAN-poort van uw
toegangspunt aansluit. Hier kunt u de instelling wijzigen voor
het IP-adres, het subnetmasker, de DHCP enz...
Opmerking
U moet alleen de details van de adressering wijzigen als uw
ISP u daarom vraagt of als u met netwerkconfiguratie
vertrouwd bent. In de meeste gevallen hoeft u geen
wijzigingen in deze configuratie aan te brengen.
LAN-interface-instellingen
Om de configuratie van de LAN-interface te controleren:
1. In het linker menu, klik op “Network Settings” -> “LAN
Interface”. De volgende pagina wordt weergegeven:
43
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Veld
Omschrijving
IP Address
Het LAN IP-adres
Standaard: 192.168.0.1
Subnet Mask
Het LAN-netmasker
Standaard: 255.255.255.0
Default Gateway
De LAN Gateway
Standaard: 0.0.0.0
DHCP
DHCP-type: Uitschakelen, DHCP-Client of Server
Standaard: DHCP-server
DHCP Client Range
Specificeer het start- en eindadres van de IP-adresgroep.
Standaard start IP: 192.168.0.100
Standaard eind IP: 192.168.0.200
Show Client
De computers/apparaten van de DHCP-client die op het apparaat
zijn aangesloten zullen hun informatie in de tabel met de DHCPclientslijst weergegeven krijgen. De tabel geeft het IP-adres, het
MAC-adres en de verstreken tijd van de DHCP-lease voor elke
client computer/apparaat weer.
Domain Name
Een domeinnaam is een gebruikersvriendelijke naam die in
plaats van het bijbehorende IP-adres wordt gebruikt.
Domeinnamen moeten uniek zijn; hun toewijzing wordt
gecontroleerd door de Internet Corporation for Assigned Names
and Numbers (ICANN). Domeinnamen zijn een cruciaal onderdeel
van URL's, die een bepaald bestand op een website identificeren.
802.1d Spanning
Tree
De Spanning Tree in- of uitschakelen
Clone MAC
Address
MAC Spoofing op LAN
Standaard: 000000000000
44
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Het LAN IP-adres en subnetmasker wijzigen
Om de configuratie van de LAN-interface te controleren:
2. In het linker menu, klik op “Network Settings” -> “LAN
Interface”. De volgende pagina wordt weergegeven:
45
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Typ het IP-adres in en verander het standaard IP-adres
van de LAN-poort.
4. Klik in het vak “IP Address and Subnet Mask” en typ een
nieuw IP-adres en subnetmasker in.
5. Wijzig het bereik van de standaard DHCP-client.
6. Klik op “Apply Changes”.
7. Wijzigen instellingen succesvol! Wacht 20 seconden….
46
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Ook moet u wellicht uw DHCP-lease vernieuwen:
Windows 95/98
a. Selecteer “Run...” in het “Start”-menu.
b. Voer winipcfg en klik op “OK”.
c. Selecteer uw Ethernet-adapter uit het rolmenu
d. Klik op “Release All” en vervolgens op “Renew All”.
e. Sluit het dialoogvenster van winipcfg.
Windows NT/Windows 2000/Windows XP
a. Open een opdrachtvenster.
b. Typ “ipconfig/release” in het opdrachtvenster.
c. Typ “ipconfig/renew”.
d. Typ “exit” om het opdrachtvenster te sluiten.
Linux
a. Start een shell
b. Typ “pump –r” om de lease vrij te geven.
c. Typ “pump” om de lease te vernieuwen.
Opmerking
Als u het LAN IP-adres van het apparaat wijzigt terwijl u via uw
webbrowser verbonden bent, zult u worden onderbroken. U
moet een nieuwe verbinding openen door uw nieuw LAN IPadres in te voeren als de URL.
47
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Toon client
Om het IP-adres, het MAC-adres en de verstreken tijd van
de DHCP-lease voor elke client computer/apparaat weer te
geven.
1. In het linker menu, klik op “Network Settings” -> “LAN
Interface”. De volgende pagina wordt weergegeven:
2. Klik op de knop “Show Client”. De volgende pagina wordt
weergegeven:
48
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
10
Status
Deze pagina toont de actuele informatie voor het apparaat.
Het zal de LAN, WAN en firmware-informatie van het
systeem tonen. Deze pagina zal andere gegevens
weergeven, in overeenstemming met de WAN-instellingen.
1. In het linker menu, klik op “Management” -> “Status”. De
volgende pagina wordt weergegeven:
49
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
11
Firmware bijwerken
Over firmware-versies
Firmware is een softwareprogramma. Het wordt op uw
apparaat als read-only geheugen opgeslagen.
Uw apparaat kan controleren of er nieuwere firmwareversies
beschikbaar zijn. Als er een latere versie is, kunt u het via het
Internet downloaden en op uw apparaat installeren.
Opmerking
Als er een firmware-update beschikbaar is, wordt u sterk
aangeraden om het op uw apparaat te installeren om ervoor te
zorgen dat u volledig van alle nieuwe ontwikkelingen van de
functie profiteert.
Handmatig bijwerken van de firmware
U kunt de meest recente firmwareversie handmatig vanaf de
website van de provider naar de bestandsfolder op uw PC
downloaden.
Zodra u de nieuwste firmwareversie naar uw PC hebt
gedownload, kunt u als volgt handmatig selecteren en
installeren:
1. In het linker beheermenu, klik op “Upgrade Firmware
Upgrade”. De volgende pagina wordt weergegeven:
2. Klik op de knop “Browse…”.
Figure 4: Handmatige update van de installatiesectie
(Merk op dat als u bepaalde browsers (zoals Opera 7)
gebruikt, dan is de knop “Browse” gelabeld als
“Choose”.)
Gebruik het vak “Choose file” om naar de relevante map
te navigeren waar de firmware-versie is opgeslagen.
3. Zodra u het bestand hebt geselecteerd dat moet worden
geïnstalleerd, klik op “Open”. Het directorypad van het
bestand wordt in de “New Firmware Image”
weergegeven: tekstvak.
4. Klik op “Upload”. Het apparaat controleert of het
geselecteerde bestand een bijgewerkte versie van de
50
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
firmware bevat. Een statusscherm verschijnt in beeld,
wacht een ogenblik…….
5. De firmware-update is voltooid. De volgende pagina
wordt weergegeven:
51
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
12
Opslaan/Opnieuw laden instellingen
Op deze pagina kunt u de huidige instellingen naar een
bestand opslaan of de instellingen herladen van het bestand
dat eerder is opgeslagen.
Bovendien, kunt u de huidige configuratie naar
fabriekinstellingen resetten.
Als u wijzigingen in de standaardconfiguratie aanbrengt maar
vervolgens wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
configuratie van de fabriek, kunt u dit doen door het apparaat
naar de fabrieksinstellingen te resetten.
Instellingen naar een bestand opslaan
Hiermee kunt u de huidige instellingen naar een bestand
opslaan.
1. In het linker Management men, klik op “Reset factory
default”. De volgende pagina wordt weergegeven:
Figure 5: Resetten naar standaardinstellingenpagina
Optie
Instellingen naar
een bestand
opslaan
Instellingen uit
bestand laden
Instellingen
resetten naar
fabrieksinstellingen
Omschrijving
Sla de instellingen naar een bestand op
Instellingen uit een bestand laden
Reset de instellingen naar de fabrieksinstellingen
52
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. Klik op “Save…”.
3. Als u hier tevreden mee bent, klik op “Save” en blader
vervolgens naar waar het bestand moet worden
opgeslagen. Of klik op “Cancel” om het te annuleren.
53
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Instellingen uit bestand laden
Hiermee kunt u de instellingen uit het bestand herladen dat
eerder is opgeslagen.
1. In het linker beheermenu, klik op “Reset factory default”.
De volgende pagina wordt weergegeven:
Figure 6: Resetten naar standaardinstellingenpagina
2. Klik op “Browse” om naar de config.dat te bladeren.
54
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
3. Als u hier tevreden mee bent, klik op “Upload” om het
laden van de instellingen uit het bestand te starten.
4. Zodra het laden van de instellingen uit het bestand is
afgerond, zal het bericht hieronder worden weergegeven.
55
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Naar fabrieksinstellingen resetten
Als u wijzigingen in de standaardconfiguratie aanbrengt maar
vervolgens wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
configuratie van de fabriek, kunt u dit doen door het apparaat
naar de fabrieksinstellingen te resetten.
Opmerking
Als u uw apparaat naar de fabrieksinstellingen reset, worden
alle eerdere configuratiewijzigingen die u hebt aangebracht
door de fabriek standaardconfiguratie overschreven.
Software-reset:
1. In het linker beheermenu, klik op “Reset factory default”.
De volgende pagina wordt weergegeven:
Figure 7: Resetten naar standaardinstellingenpagina
56
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. Klik op “Reset Settings to Default”.
3. Deze pagina herinnert u eraan dat het resetten naar de
fabrieksinstellingen niet ongedaan kan worden gemaakt eventuele wijzigingen die u in de basisinstellingen hebt
aangebracht, zullen worden vervangen. Als u hier
tevreden mee bent, klik op “OK”. Of klik op “Cancel” om
het te annuleren.
4. Herladen instellingen succesvol! Wacht een ogenblik
tijdens het opstarten...
5. Zodra het resetten naar fabriekinstellingen is voltooid, zal
het de statuspagina weergegeven.
57
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
58
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
13
Wachtwoord
U kunt met behulp van wachtwoordbeveiliging de toegang
naar de webpagina’s op uw apparaat beperken. Met de
wachtwoordbeveiliging ingeschakeld, moeten gebruikers een
gebruikersnaam en wachtwoord invoeren alvorens toegang
tot de webpagina’s te krijgen.
Standaard, is wachtwoordbeveiliging voor uw apparaat
ingeschakeld en zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord
als volgt ingesteld:
Gebruikersnaam: admin
Wachtwoord: admin
Uw gebruikersnaam en wachtwoord instellen
Opmerking
Niet-geautoriseerde gebruikers kunnen proberen om toegang
tot uw systeem te krijgen door uw gebruikersnaam en
wachtwoord te raden. Wij adviseren dat u de standaard
gebruikersnaam en wachtwoord naar uw eigen unieke
instellingen wijzigt.
Om het standaardwachtwoord te wijzigen:
1. In het linker beheermenu, klik op “Password”. De
volgende pagina wordt weergegeven:
Figure 8: Momenteel gedefinieerd administratief wachtwoord:
Setup-pagina
59
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
2. Deze pagina toont de instellingen van de huidige
gebruikersnaam en het wachtwoord. Wijzig uw eigen
uniek wachtwoord in de desbetreffende vakken. Ze
kunnen een willekeurige combinatie van letters en cijfers
zijn met een maximum van 30 tekens. De
standaardinstelling gebruikt “admin” voor de
gebruikersnaam en “admin” voor wachtwoord.
3. Als u tevreden bent met deze instellingen, klik op
“Apply”. U zult op de zien pagina zien dat de nieuwe
gebruiker op de “Currently Defined Users”-pagina wordt
weergegeven. U moet zich op de webpagina's met uw
nieuwe gebruikersnaam en nieuw wachtwoord
aanmelden.
Figure 9: Administratief wachtwoord
4. Wijzigen instellingen succesvol.
5. Voer de nieuwe User name en Password.
6. Klik op “Apply”.
60
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Figure 10:
A
Inlogpagina
Uw computers configureren
Deze bijlage bevat instructies voor het configureren van de
Internetinstellingen op uw computers om met het apparaat te
werken.
Configureren Ethernet Pc's
Voordat u begint
Standaard wijst het apparaat automatisch de vereiste
Internetinstellingen aan uw Pc’s toe. U moet de Pc’s
configureren om deze informatie te accepteren wanneer het
wordt toegewezen.
In sommige gevallen kunt u handmatig internetinformatie aan
sommige of al uw computers willen toewijzen in plaats van het
apparaat dat te laten doen. Zie “Statische internetinformatie
aan uw Pc’s toewijzen” voor instructies.
Opmerking

Als u uw LAN Pc’s via Ethernet op het apparaat
aangesloten hebt, volg de instructies die overeenkomen
met het besturingssysteem dat op uw PC geïnstalleerd
is:

Windows® XP Pc’s

Windows 2000 Pc’s

Windows Me Pc’s

Windows95, 98 Pc’s

Windows NT 4.0-werkstations
Windows® XP Pc’s
1. Klik op de “Start”-knop in de taakbalk van Windows en
klik vervolgens op “Control Panel”.
2. Dubbelklik op het pictogram “Network Connections”.
3. In het venster “LAN- of High-Speed Internet”, klik met de
rechtermuisknop op het pictogram dat overeenkomt met
uw netwerkinterfacekaart (NIC) en selecteer “Properties”.
(Vaak is dit pictogram gelabeld “Local Area Connection”).
Het dialoogvenster “Local Area Connection” wordt
weergegeven met een lijst van geïnstalleerde
netwerkitems.
4. Zorg ervoor dat het selectievakje aan de linkerkant van
het item met de label “Internet-Protocol TCP/IP” is
ingeschakeld en klik op “Properties”.
5. Klik in het dialoogvenster “Internet Protocol (TCP/IP)
Properties” op het keuzerondje met de label “Obtain an
IP address automatically”. Klik ook op het keuzerondje
met de label “Obtain DNS server address automatically”.
6. Klik tweemaal op “OK” om uw wijzigingen te bevestigen
en sluit vervolgens het configuratiescherm.
61
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Windows 2000 Pc’s
Controleer eerst voor het IP-protocol en indien nodig
installeer het:
1. Klik op de knop “Start” in de taakbalk van Windows, wijs
naar “Settings” en klik vervolgens op “Control Panel”.
2. Dubbelklik op het pictogram “Network and Dial-up
Connections”.
3. In het venster “Network and Dial-up Connections”, klik
met de rechtermuisknop op het pictogram “Local Area
Connection” en selecteer vervolgens “Properties”.
Het dialoogvenster “Local Area Connection” wordt
weergegeven met een lijst van geïnstalleerde
netwerkcomponenten. Als de lijst Internet Protocol
(TCP/IP) bevat, dan is het protocol al ingeschakeld. Ga
verder naar stap 10.
4. Klik op “Install…” als Internet Protocol (TCP/IP) niet als
een geïnstalleerde component wordt weergegeven.
5. In het dialoogvenster “Select Network Component Type”,
selecteer “Protocol” en klik vervolgens op “Add…”.
6. Selecteer “Internet Protocol (TCP/IP)” in de lijst met
netwerkprotocollen en klik vervolgens op “OK”.
U kunt worden gevraagd om bestanden vanaf uw
Windows 2000-installatie-CD of andere media te
installeren. Volg de instructies om de bestanden te
installeren.
7. Klik indien gevraagd op “OK” om de computer met de
nieuwe instellingen opnieuw op te starten.
Configureer vervolgens de Pc’s om IP-informatie te
accepteren die door het apparaat toegewezen wordt:
8. Dubbelklik in het configuratiescherm op het pictogram
“Network and Dial-up”.
9. In het venster “Network and Dial-up Connections”, klik
met de rechtermuisknop op het pictogram “Local Area
Connection” en selecteer vervolgens “Properties”.
10. Selecteer “Internet Protocol (TCP/IP)” in het
dialoogvenster “Local Area Connection Properties” en
klik vervolgens op “Properties”.
11. Klik in het dialoogvenster “Internet Protocol (TCP/IP)
Properties” op het keuzerondje met de label “Obtain an
IP address automatically”. Klik ook op het keuzerondje
met de label “Obtain DNS server address automatically”.
12. Klik tweemaal op “OK” om uw wijzigingen op te slaan en
sluit vervolgens het configuratiescherm.
62
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Windows Me Pc’s
1. Klik op de knop “Start” in de taakbalk van Windows, wijs
naar “Settings” en klik vervolgens op “Control Panel”.
2. Dubbelklik op het pictogram “Network and Dial-up
Connections”.
3. In het venster “Network and Dial-up Connections”, klik
met de rechtermuisknop op het pictogram “Network” en
selecteer vervolgens “Properties”.
Het dialoogvenster “Network Properties” wordt
weergegeven met een lijst van geïnstalleerde
netwerkcomponenten. Als de lijst Internet Protocol
(TCP/IP) bevat, dan is het protocol al ingeschakeld. Ga
verder naar stap 11.
4. Klik op “Add…” als Internet Protocol (TCP/IP) niet wordt
weergegeven als een geïnstalleerde component.
5. In het dialoogvenster “Select Network Component Type”,
selecteer “Protocol” en klik vervolgens op “Add…”.
6. Selecteer “Microsoft” in het vak van fabrikanten.
7. Selecteer “Internet Protocol (TCP/IP)” in de lijst met
netwerkprotocollen en klik vervolgens op “OK”.
U kunt worden gevraagd om bestanden van uw Windows
Me installatie-CD of andere media te installeren. Volg de
instructies om de bestanden te installeren.
8. Klik indien gevraagd op “OK” om de computer met de
nieuwe instellingen opnieuw op te starten.
Configureer vervolgens de Pc’s om IP-informatie te
accepteren die door het apparaat toegewezen wordt:
9. Dubbelklik in het configuratiescherm op het pictogram
“Network and Dial-up”.
10. In het venster “Network and Dial-up Connections”, klik
met de rechtermuisknop op het pictogram “Network” en
selecteer vervolgens “Properties”.
11. Selecteer “TCP/IP” in het dialoogvenster “Network
Properties” en klik vervolgens op “Properties”.
12. Klik in het dialoogvenster “TCP/IP Settings” op het
keuzerondje met de label “Server assigned IP address”.
Klik ook op het keuzerondje met de label “Server
assigned name server address”.
13. Klik tweemaal op “OK” om uw wijzigingen op te slaan en
sluit vervolgens het configuratiescherm.
Windows 95, 98 Pc’s
Controleer eerst voor het IP-protocol en indien nodig
installeer het:
1. Klik op de knop “Start” in de taakbalk van Windows, wijs
naar “Settings” en klik vervolgens op “Control Panel”.
2. Dubbelklik op het pictogram “Network”.
Het dialoogvenster “Network” wordt weergegeven met
een lijst van geïnstalleerde netwerkcomponenten. Als de
lijst TCP/IP bevat, dan is het protocol al ingeschakeld.
Ga verder naar stap 9.
3. Klik op “Add…” als TCP/IP niet als een geïnstalleerde
component wordt weergegeven.
63
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Het dialoogvenster “Select Network Component Type”
wordt weergegeven.
4. Selecteer “Protocol” en klik vervolgens op “Add…”.
Het dialoogvenster “Select Network Protocol” wordt
weergegeven.
5. Klik op “Microsoft” in de keuzelijst van fabrikanten en klik
vervolgens op “TCP/IP” in de keuzelijst “Network
Protocols”.
6. Klik op “OK” om naar het dialoogvenster “Network” terug
te keren en klik vervolgens nogmaals op “OK”.
U kunt worden gevraagd om bestandenvanaf uw
Windows 95/98-installatie-CD te installeren . Volg de
instructies om de bestanden te installeren.
7. Klik op “OK” om de PC te herstarten en voltooi de
installatie van TCP/IP.
Configureer vervolgens de Pc’s om IP-informatie te
accepteren die door het apparaat toegewezen wordt:
8. Open het configuratiescherm en klik vervolgens op het
pictogram “Network”.
9. Selecteer de netwerkcomponent met de label “TCP/IP”
en klik vervolgens op “Properties”.
Als u meerdere TCP/IP vermeldingen hebt, selecteer de
vermelding die aan uw netwerkkaart of adapter
gekoppeld is.
10. Klik in het dialoogvenster “TCP/IP Properties” op het
tabblad “IP Address”.
11. Klik op het keuzerondje met de label “Obtain an IP
address automatically”.
12. Klik op het tabblad “DNS Configuration” en klik
vervolgens op het keuzerondje met de label “Obtain an
IP address automatically”.
13. Klik tweemaal op “OK” om de wijizigingen op te slaan.
U zult worden gevraagd om Windows opnieuw op te
starten.
14. Klik op “Yes”.
Windows NT 4.0-werkstations
Controleer eerst voor het IP-protocol en indien nodig
installeer het:
1. Klik op de knop “Start” in de taakbalk van Windows NT,
wijs naar “Settings” en klik vervolgens op “Control
Panel”.
2. In het configuratiescherm, dubbelklik op het pictogram
“Network”.
3. In het dialoogvenster “Network dialog”, klik op het tabblad
“Protocols”.
Het tabblad “Protocols” en geeft een lijst van
geïnstalleerde netwerkprotocollen weer. Als de lijst
TCP/IP bevat, dan is het protocol al ingeschakeld. Ga
verder naar stap 9.
4. Klik op “Add…” als TCP/IP niet als een geïnstalleerde
component wordt weergegeven.
64
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
5. Selecteer “TCP/IP” in het dialoogvenster “Select Network
Protocol” en klik vervolgens op “OK”.
U kunt worden gevraagd om bestanden vanaf uw
Windows NT-installatie-CD of andere media te
installeren. Volg de instructies om de bestanden te
installeren.
Nadat alle bestanden geïnstalleerd zijn, wordt een
venster weergegeven om u te informeren dat een TCP/IP
service genaamd DHCP ingesteld kan worden om
dynamisch IP-informatie toe te wijzen.
6. Klik op “Yes” om door te gaan en klik vervolgens op “OK”
als u gevraagd wordt om de computer opnieuw op te
starten.
Configureer vervolgens de Pc’s om IP-informatie te
accepteren die door het apparaat toegewezen wordt:
7. Open het configuratiescherm en dubbelklik vervolgens
op het pictogram “Network”.
8. In het dialoogvenster “Network”, klik op het tabblad
“Protocols”.
9. Selecteer “TCP/IP” in het tabblad “Protocols” en klik
vervolgens op “Properties”.
10. Klik in het dialoogvenster “Microsoft TCP/IP Properties”
op het keuzerondje met de label “Obtain an IP address
from a DHCP server”.
11. Klik tweemaal op “OK” om uw wijzigingen op te slaan en
sluit vervolgens het configuratiescherm.
Statische internetinformatie aan uw Pc’s toewijzen
Als u een gewone gebruiker bent, hoeft u geen statische
internetinformatie aan uw LAN Pc’s toe te wijzen, omdat uw
ISP u deze gegevens automatisch toewijst.
In sommige gevallen, zou u rechtstreeks internetinformatie
aan sommige of al uw Pc’s willen toewijzen (vaak “statisch”
genoemd) in plaats van het apparaat dat te laten doen Deze
optie kan wenselijk zijn (maar niet verplicht) als:

U één of meer openbare IP-adressen hebt verkregen die
u altijd aan bepaalde computers wilt koppelen
(bijvoorbeeld, als u een computer als een publieke
webserver gebruikt).

U onderhoudt verschillende subnetten op uw LAN
(subnetten zijn beschreven in bijlage B).
Voordat u begint, moet u de volgende informatie beschikbaar
hebben:

Het IP-adres en subnetmasker van elke PC.

Het IP-adres van de standaardgateway voor uw LAN. In
de meeste gevallen is dit het adres dat aan de LAN-poort
op het apparaat is toegewezen. Standaard wordt de
LAN-poort het IP-adres 192.168.0.1 toegewezen (u kunt
dit nummer wijzigen of een ander nummer kan door uw
ISP worden toegewezen. Zie het hoofdstuk “Adressering”
voor meer informatie.)

Het IP-adres van de Domain Name System (DNS) server
van uw ISP.
65
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Op elke PC die u statische informatie wilt toewijzen, volg de
instructies die uitsluitend betrekking hebben op het
controleren en/of installeren van het IP-protocol. Zodra het is
geïnstalleerd, blijf de instructies volgen voor het weergeven
van elk van de eigenschappen van het Internet Protocol
(TCP/IP). In plaats van het dynamisch toewijzen van de IPadressen voor de computer, de DNS-server en de
standaard-gateway in te schakelen, klik op de keuzerondjes
die u in staat stellen om de gegevens handmatig in te
voeren.
Opmerking
Uw Pc’s moeten IP-adressen hebben die ze in hetzelfde
subnet als de LAN-poort van het apparaat plaatsen. Als u
handmatig IP-informatie aan al uw LAN-Pc's toewijst, kunt u
de instructies in “Adressering” volgen om dienovereenkomstig
het IP-adres van de LAN-poort te wijzigen.
66
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
B
IP-adressen, netwerkmaskers en
subnetten
IP-adressen
Dit gedeelte verwijst alleen naar IP-adressen voor IPv4 (van
het Internetprotocol versie 4). IPv6-adressen worden niet
behandeld.
Opmerking
Deze sectie gaat uit van basiskennis over binaire getallen, bits
en bytes.
IP-adressen, de Internet variant voor telefoonnummers,
worden gebruikt voor het identificeren van afzonderlijke
knooppunten (computers of apparaten) op het Internet. Elk
IP-adres bevat vier getallen, elk tussen 0 en 255 en
gescheiden door punten (stippen), bijvoorbeeld 20.56.0.211.
Deze getallen worden genoemd, van links naar rechts, veld1,
veld2, veld3 en veld4.
Deze schrijfstijl van IP-adressen als decimale getallen
gescheiden door punten wordt de decimale notatie met
punten genoemd. Het IP-adres 20.56.0.211 wordt gelezen
als "twintig punt zesenvijftig punt nul punt tweehonderd en
elf".
Structuur van een IP-adres
IP-adressen hebben een hiërarchisch ontwerp vergelijkbaar
met die van telefoonnummers. Bijvoorbeeld, een 7-cijferige
telefoonnummer begint met een 3-cijferig-voorvoegsel dat
een groep van duizenden telefoonlijnen aangeeft en eindigt
met vier cijfers waarmee een specifieke regel in die groep
wordt geidentificeerd.
IP-adressen bevatten ook twee soorten informatie:

Netwerk-ID
Identificeert een bepaald netwerk binnen het Internet of
een intranet

Host-ID
Identificeert een bepaalde computer of apparaat op het
netwerk
Het eerste deel van elk IP-adres bevat de netwerk-ID en de
rest bevat het adres van de host-ID. De lengte van de
netwerk-ID is afhankelijk van de klasse van het netwerk (zie
de volgende sectie). De onderstaande tabel toont de
structuur van een IP-adres.
Veld1
Klasse A
Klasse B
Klasse C
Veld2
Netwerk-ID
Veld3
Veld4
Host-ID
Netwerk-ID
Netwerk-ID
Host-ID
Host-ID
Hier zijn enkele voorbeelden van geldige IP-adressen:
67
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Klasse A: 10.30.6.125 (netwerk = 10, host = 30.6.125)
Klasse B: 129.88.16.49 (netwerk = 129.88, host = 16.49)
Klasse C: 192.60.201.11 (netwerk = 192.60.201, host = 11)
Netwerkklassen
De drie veel gebruikte netwerkklassen zijn A, B en C. (Er is
ook een klasse D maar het heeft een speciaal gebruik dat
buiten het bereik van deze discussie valt.) Deze klassen
hebben verschillende toepassingen en kenmerken.
Klasse A netwerken zijn de grootste netwerken van het
Internet, elk met ruimte voor meer dan 16 miljoen hosts. Tot
126 van deze grote netwerken kunnen bestaan, voor een
totaal van meer dan 2 miljard hosts. Vanwege hun enorme
omvang, worden deze netwerken gebruikt voor WAN's en
door organisaties op het niveau van de infrastructuur van het
Internet, zoals uw ISP.
Klasse B netwerken zijn kleiner, maar nog steeds vrij groot,
elk kan over 65.000 hosts houden. Er kunnen tot maximaal
16.384 klasse B netwerken bestaan. Een klasse B netwerk
kan geschikt zijn voor een grote organisatie, zoals een bedrijf
of overheidsinstelling.
Klasse C netwerken zijn de kleinste, alleen in staat om ten
hoogste 254 hosts te houden, maar het totaal aantal klasse
C netwerken is meer dan 2 miljoen (2,097,152 om precies te
zijn). LAN's verbonden met het Internet zijn meestal klasse C
netwerken.
Enkele belangrijke opmerkingen met betrekking tot IPadressen:


De klasse kan gemakkelijk worden bepaald uit veld1:
veld1 = 1-126:
Klasse A
veld1 = 128-191:
Klasse B
veld1 = 192-223:
Klasse C
(veld1 niet getoonde waarden zijn gereserveerd voor
speciaal gebruik)
Een host-ID kan elke waarde bevatten behalve alle
velden ingesteld op 0 of alle velden ingesteld op 255,
omdat deze waarden zijn gereserveerd voor speciaal
gebruik.
Subnetmaskers
Definitie
masker
Een masker ziet eruit als een gewoon IP-adres, maar bevat
een patroon van bits dat vertelt welke gedeelten van een IPadres de netwerk-ID en welke gedeelten de host-ID zijn: bits
ingesteld op 1 betekent “deze bit is onderdeel van de netwerkID” en bits ingesteld op 0 betekent “deze bit is onderdeel van
de host-ID”.
Subnetmaskers worden gebruikt voor het definiëren van
subnetten (wat je krijgt na een netwerk kleinere stukken te
verdelen in). Een subnet-netwerk-ID wordt gemaakt door één
of meer bits te “lenen” van het host-ID-gedeelte van het
adres. Het subnetmask identificeert deze host-ID bits.
68
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Bijvoorbeeld, denk aan een klasse C netwerk 192.168.1. Om
dit in twee subnetten te splitsen, zou u het subnetmasker
gebruiken:
255.255.255.128
Het is gemakkelijker om te zien wat er gebeurt als we dit
binair schrijven:
11111111.11111111.11111111.10000000
Zoals met elk willekeurig adres van klasse C, maken alle bits
in veld1 tot veld3 deel uit van de netwerk-ID, maar merk op
hoe het masker aangeeft dat de eerste bit in veld4 ook
opgenomen is. Omdat deze extra bit slechts twee waarden
(0 en 1) heeft, betekent dit dat er twee subnetten zijn. Elk
subnet gebruikt de resterende 7 bits in veld4 voor de hostID's, die variëren van 1 tot 126 hosts (in plaats van de
gebruikelijke 0 tot 255 voor een klasse C adres).
Op vergelijkbare wijze, om een klasse C netwerk te splitsen
in vier subnetten, is het masker:
255.255.255.192 of
11111111.11111111.11111111.11000000
De twee extra bits in veld4 kunnen vier waarden (00, 01, 10,
11) hebben, dus er zijn vier subnetten. Elk subnet gebruikt
de resterende zes bits in veld4 voor de host-ID's, variërend
van 1 tot 62.
Soms specificeert een subnetmasker geen extra netwerk-ID
bits, en dus geen subnetten. Een dergelijk masker heet een
standaardsubnetmasker. Deze maskers zijn:
Opmerking
Klasse A:
Klasse B:
Klasse C:
255.0.0.0
255.255.0.0
255.255.255.0
Deze worden standaard genoemd omdat ze worden gebruikt
wanneer een netwerk in de eerste instantie wordt
geconfigureerd, op dat moment heeft het geen subnetten.
69
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
C
UPnP-besturingspuntsoftware op
Windows ME/XP
Deze bijlage bevat instructies voor het configureren van de
UPnP op uw computers om met het apparaat te werken.
UPnP is een architectuur voor doordringende peer-to-peer
netwerkconnectiviteit van intelligente apparaten, draadloze
apparaten en Pc’s van alle vormfactoren. Het is ontworpen
om gemakkelijk te gebruiken, flexibele, op standaarden
gebaseerde connectiviteit te brengen naar ad hoc of
onbeheerde netwerken zowel in het huis, in een klein bedrijf,
openbare ruimten, of met het Internet verbonden. UPnP is
een gedistribueerde, open netwerkarchitectuur die van
TCP/IP en de webtechnologieën gebruikmaakt om, naast
beheer en gegevensoverdracht tussen netwerkapparaten in
het huis, kantoor en openbare ruimtes, naadloze proximity
networking mogelijk te maken.
UPnP is meer dan alleen een eenvoudige uitbreiding van het
model van plug-and-play randapparatuur. Het is ontworpen
ter ondersteuning van nulconfiguratie, “onzichtbare”
netwerken en automatische detectie voor een groot aantal
apparaatcategorieën van een groot aantal leveranciers. Dit
betekent dat een apparaat dynamisch op een netwerk kan
aansluiten, een IP-adres verkrijgen, zijn capaciteiten
overbrengen en leren over de aanwezigheid en de
mogelijkheden van andere apparaten. DHCP- en DNSservers zijn optioneel en worden alleen gebruikt indien
beschikbaar op het netwerk. Ten slotte, een apparaat kan
een netwerk soepel en automatisch verlaten zonder een
ongewenste toestand achter te laten.
UPnP-besturingspuntsoftware op Windows ME
Om de besturingspuntsoftware op Windows ME te
installeren:
1. Selecteer “Add/Remove Programs” in het
configuratiescherm.
2. Selecteer het tabblad “Windows Setup” in het
dialoogvenster “Add/Remove Programs Properties”. In de
lijst “Components”, dubbelklik op het item “Communications”.
3. In het dialoogvenster “Communications”, blader de lijst
“Components” omlaag om het UPnP-item weer te geven.
Selecteer het item, klik op “OK”.
4. Klik op “OK” om van het dialoogvenster “Add/Remove
Programs” te sluiten.
5. Herstart uw systeem.
Zodra u de UPnP-software hebt geïnstalleerd en u hebt
opnieuw opgestart (en uw netwerk bevat het IGD-systeem),
zou u het IGD gecontroleerde apparaat op uw netwerk
moeten zien.
70
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
UPnP-besturingspuntsoftware op Windows XP
met Firewall
In Windows XP-versies vroeger dan SP2, werd Firewallondersteuning geboden door de Firewall voor
Internetverbindingen van Windows XP. U kunt de Firewall
voor Internetverbindingen van Windows XP-ondersteuning
niet gebruiken op een systeem dat u wilt gebruiken als een
UPnP-besturingspunt. Als deze functie is ingeschakeld,
hoewel het besturingspuntsysteem gecontroleerde apparaten
in de lijst van netwerkapparaten kan weergeven, kan het
besturingspuntsysteem niet deelnemen aan UPnPcommunicatie. (Deze beperking geldt ook voor
gecontroleerde apparaten met een eerdere versie dan SP2
op Windows XP-systemen.)
Op Windows XP SP2 en hoger, wordt Firewall-ondersteuning
geleverd door Windows Firewall. In tegenstelling tot eerdere
versies, kan Windows XP SP2 op een systeem worden
gebruikt dat u als een UPnP-besturingspunt wilt gebruiken.
Als u de functionaliteit van de Firewall op elke versie van
Windows XP wilt uitschakelen, volg de onderstaande
stappen:
1. Selecteer “Network and Internet Connections” in het
configuratiescherm.
2. Selecteer “Network Connections” in het dialoogvenster
“Network and Internet Connections”.
3. In het dialoogvenster “Network Connections”, klik met de
rechtermuisknop op het item voor de LAN-verbinding voor
uw netwerk; dit zal een menu weergeven. Selecteer in het
menu het item “Properties”.
4. Selecteer het tabblad “Advanced” in het dialoogvenster
“Local Area Connection Properties”. Schakel de Firewall voor
internetverbindingen uit door het item met de volgende label
te selecteren:
“Protect my computer and network by limiting or preventing
access to the computer from the Internet”.
5. Klik op “OK”.
SSDP vereisten
U moet SSDP Discovery-Service op uw Windows XPsysteem inschakelen om de UPnP-besturingspuntsoftware te
gebruiken.
SSDP Discovery-Service is ingeschakeld bij een
standaardinstallatie van Windows XP. Om te controleren of
het op uw systeem is ingeschakeld, kijk in het “Control
Panel” -> “Administrative Tools” -> “Services”.
Installatieprocedure
71
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Om de besturingspuntsoftware in Windows XP te installeren,
volg de onderstaande stappen:
1. Selecteer “Add/Remove Programs” in het
configuratiescherm.
2. Klik op de knop “Add / Remove Windows Components” in
het dialoogvenster “Add or Remove Programs”.
3. In het dialoogvenster “Windows Component Wizard”,
blader de lijst omlaag om het item “Networking Services”
weer te geven. Markeer (Selecteer) het item en klik op de
knop “Details”.
4. Het venster “Networking Services” wordt weergegeven.
De subcomponenten in het venster “Netwerk Services”
weergegeven, zullen anders zijn afhankelijk of u Windows
XP, Windows XP (SP1) of Windows XP (SP2) gebruikt.
Als u Windows XP SP2 gebruikt, zal het het venster
“Netwerk Services” de volgende lijst met subcomponenten
weergeven:
5. Selecteer de volgende items uit het venster “Networking
Services” en klik vervolgens op “OK”:
Als u Windows XP gebruikt, selecteer:

“Universal Plug and Play”.
Als u Windows XP SP1 gebruikt, selecteer:

“Internet Gateway Device discovery and Control Client”.

“Universal Plug and Play”.
Als u Windows XP SP2 gebruikt, selecteer:
• “Internet Gateway Device discovery and Control Client”.
• “UPnP User Interface”.
72
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
6. Herstart uw systeem.
Zodra u de UPnP-software hebt geïnstalleerd en u hebt
opnieuw opgestart (en uw netwerk bevat het IGD-systeem),
zou u het IGD gecontroleerde apparaat op uw netwerk
moeten zien.
Bijvoorbeeld, in het venster “Network Connections” zou u het
Internet Gateway apparaat moeten kunnen zien:
73
Fout! Gebruik het tabblad Start om Title toe te passen op de tekst die u hier wilt weergeven. User’s Guide Problemen oplossen
D
Problemen oplossen
Deze bijlage stelt oplossingen voor problemen voor die u zou
kunnen tegenkomen bij de installatie of het gebruik van het
apparaat en biedt instructies voor het gebruik van
verschillende IP-hulpprogramma's voor de diagnose van
problemen.
Neem contact op met de klantenservice als deze suggesties
het probleem niet opgelossen.
Suggesties voor het oplossen van problemen
Probleem
Suggestie voor het oplossen van
problemen
LED's
De voedings-LED
brandt niet nadat het
product is
ingeschakeld.
De LINK LAN LED
brandt niet nadat de
Ethernet-kabel is
aangesloten.
Zorg ervoor dat u het netsnoer gebruikt dat
met het apparaat is meegeleverd en dat het
goed op het apparaat en een stopcontact is
aangesloten.
Controleer of de Ethernet-kabel stevig op
uw LAN hub of PC en op het apparaat is
aangesloten. Zorg ervoor dat de PC en/of
hub is ingeschakeld.
Controleer of de kabel voldoende is voor uw
netwerkvereisten. Een 100 Mbit/sec
netwerk (10BaseTx) moet kabels met het
label CAT 5 gebruiken. Een 10Mbit/sec
netwerk kan lagere kwaliteitskabels
tolereren.
Internettoegang
Mijn PC heeft geen
toegang tot het
Internet
Gebruik het ping-hulpprogramma
(besproken in de volgende sectie) om te
controleren of uw PC met het LAN IP-adres
(standaard 192.168.0.1) van het apparaat
kan communiceren. Als dit niet het geval is,
controleer de Ethernet-kabels.
Als u statisch een privé IP-adres aan de
computer hebt toegewezen (geen
geregistreerd publiek adres), controleer het
volgende:

Controleer of het gateway IP-adres
op de computer uw publiek IP
adres is (zie “Huidige status” voor
instructies over het weergeven van
de IP-gegevens). Als dat niet het
geval is, corrigeer het adres of
configureer de PC voor het
automatisch ontvangen van IPgegevens.

Controleer bij uw Internetprovider
of de DNS-server die voor de PC
is opgegeven, geldig is. Corrigeer
het adres of configureer de PC
voor het automatisch ontvangen
van deze gegevens.
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Probleem
Suggestie voor het oplossen van
problemen
Mijn LAN Pc’s
kunnen geen
webpagina's op het
Internet weergeven.
Controleer of het IP-adres van de DNSserver dat op de Pc’s is opgegeven, voor
uw ISP juist is, zoals besproken in het
onderdeel hierboven. Als u hebt opgegeven
dat de DNS-server dynamisch vanaf een
server moet worden toegewezen, controleer
met uw ISP of het adres juist is dat op het
apparaat is geconfigureerd, vervolgens kunt
u het ping-hulpprogramma gebruiken om de
connectiviteit met de DNS-server van uw
ISP te testen.
Webpagina's
Ik ben mijn
gebruiker-ID of
wachtwoord
vergeten/kwijt
geraakt .
Ik krijg geen toegang
tot de webpagina's in
mijn browser.
Mijn wijzigingen in
de webpagina’s
worden niet
bewaard.
Als u het standaardwachtwoord niet hebt
gewijzigd, kunt u “admin” als de gebruikersID en “admin” als het wachtwoord proberen.
Anders, kunt u het apparaat naar de
standaardconfiguratie resetten door op het
achterpaneel van het apparaat op de knop
“Reset” te drukken (zie “Achterpaneel”). Typ
vervolgens de standaard gebruikersnaam
en het wachtwoord in, zoals hierboven.
WAARSCHUWING: Bij het resetten van het
apparaat verwijdert u alle aangepaste
instellingen en zet alle instellingen naar hun
standaardwaarden terug.
Gebruik het ping-hulpprogramma, zoals
besproken in de volgende sectie, om te
controleren of uw PC met het LAN IP-adres
(standaard 192.168.0.1) van het apparaat
kan communiceren. Als dit niet het geval is,
controleer de Ethernet-kabels.
Controleer of u Internet Explorer of
Netscape Navigator 4.0 of hoger gebruikt.
Controleer of het IP-adres van de PC is
gedefinieerd als zijnde op hetzelfde subnet
als het IP-adres dat is toegewezen op de
LAN-poort van het apparaat.
Zorg ervoor dat u na eventuele wijzigingen
de functie “Confirm Changes/Apply”
gebruikt.
75
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Het probleem diagnosticeren met behulp van
IP-toepassingen
ping
Ping is een opdracht die u gebruiken kunt om te controleren
of uw PC andere computers op uw netwerk en het Internet
kan herkennen. Een ping-opdracht stuurt een bericht naar de
computer die u opgeeft. Als de computer het bericht
ontvangt, verzendt deze berichten als antwoord. Om het te
gebruiken, moet u het IP-adres van de computer weten
waarmee u probeert te communiceren.
Op Windows-computers, kunt u een ping-opdracht vanaf het
menu “Start” uitvoeren. Klik op de knop “Start” en klik
vervolgens op “Run”. Typ een instructie in het tekstvak
“Open”, zoals het volgende:
ping 192.168.0.1
Klik op “OK”. U kunt elk privé IP-adres op uw LAN of een
publiek IP-adres voor een website vervangen, indien bekend.
Als de doelcomputer het bericht ontvangt, wordt een
opdrachtpromptvenster weergegeven:
Figure 11:
Het ping-hulpprogramma gebruiken
Als de doelcomputer niet gevonden kan worden, ontvangt u
het bericht “Request timed out”.
Door de ping-opdracht te gebruiken, kunt u testen of het pad
naar het apparaat werkt (met behulp van het vooraf
geconfigureerde standaard LAN-IP-adres 192.168.0.1) of
een ander adres dat u hebt toegewezen.
U kunt ook testen of toegang tot het Internet werkt door een
extern adres te typen, zoals dat voor www.yahoo.com
(216.115.108.243). Als u het IP-adres van een bepaalde
internetlocatie niet weet, kunt u de opdracht “nslookup”
gebruiken, zoals uitgelegd in de volgende sectie.
Vanaf de meeste andere IP-ingeschakelde
besturingssystemen, kunt u dezelfde opdracht bij een
opdrachtprompt of via een systeem administratieprogramma
uitvoeren.
76
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
nslookup
U kunt de opdracht “nslookup” gebruiken om het IP-adres te
bepalen die aan een naam van een website is gekoppeld. U
specificeertde algemene naam en de opdracht “nslookup”
zoekt de naam op uw DNS-server (meestal bij uw
Internetprovider gelocaliseerd) op. Als die naam geen item in
de DNS-tabel van uw ISP is, wordt het verzoek vervolgens
naar een andere hoger niveau server doorverwezen, en zo
verder, totdat de vermelding wordt gevonden. De server
retourneert vervolgens het bijbehorende IP-adres.
Op Windows-computers, kunt u de opdracht “nslookup”
vanaf het menu “Start” uitvoeren. Klik op de knop “Start” en
klik vervolgens op “Run”. In het tekstvak “Open”, typ het
volgende:
Nslookup
Klik op “OK”. Een opdrachtpromptvenster verschijnt met een
haakjesprompt (>). Bij de opdrachtprompt, typ de naam van
het internetadres in waar u in geïnteresseerd bent,
bijvoorbeeld www.microsoft.com.
Het venster zal het bijbehorende IP-adres weergeven, indien
bekend, zoals hieronder getoond:
Figure 12:
Het hulpprogramma “nslookup” gebruiken
Er kunnen verschillende adressen zijn die aan een Internetnaam zij gekoppeld. Dit is gebruikelijk voor websites die
zwaar verkeer ontvangen; ze gebruiken meerdere,
redundante servers om dezelfde informatie te dragen.
Om het hulpprogramma “nslookup” af te sluiten, typ bij de
opdrachtprompt “exit” en druk op [Enter].
77
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
E
Woordenlijst
10BASE-T
Een aanduiding voor de soort bedrading gebruikt door
Ethernet-netwerken met een gegevenssnelheid van 10
Mbps. Ook bekend als Categorie 3 (CAT 3) bedrading. Zie
gegevenssnelheid, Ethernet.
100BASE-T
Een aanduiding voor de soort bedrading gebruikt door
Ethernet-netwerken met een gegevenssnelheid van 100
Mbps. Ook bekend als Categorie 5 (CAT 5) bedrading. Zie
gegevenssnelheid, Ethernet.
ADSL
Asymmetric Digital Subscriber Line
De meest geïmplementeerde “smaak” van DSL voor
thuisgebruikers is Asymmetrische DSL. De term
asymmetrische verwijst naar de ongelijke
gegevenssnelheden voor downloaden en uploaden (de
downloadsnelheid is hoger dan de uploadsnelheid). De
asymmetrische snelheden bieden de thuisgebruikers
voordelen, omdat ze meestal veel meer data van het
Internet downloaden dan ze uploaden.
analoog
Een analoog signaal is een signaal waarvan de frequentie
op een bepaalde wijze is gewijzigd, zoals door zijn sterkte te
versterken of de frequentie te variëren, om informatie aan
het signaal toe te voegen. De stemcomponent in DSL is een
analoog signaal. Zie digitaal
ATM
Asynchronous Transfer Mode
Een standaard voor snelle overdracht van gegevens, tekst,
spraak en video, die binnen het Internet op grote schaal
wordt gebruikt. ATM gegevenssnelheden variëren van 45
Mbps tot 2,5 Gbps. Zie gegevenssnelheid.
authenticeren
Om de identiteit van een gebruiker te controleren, zoals
door om een wachtwoord te vragen.
binair
Het “tweetallig”-getalsysteem, dat gebruik maakt van slechts
twee cijfers, 0 en 1 voor alle getallen. In binair notatie, wordt
het nummer 1 geschreven als 1, 2 als 10, 3 als 11, 4 als
100, enz. Hoewel uitgedrukt als decimale getallen voor
gemak, zijn IP-adressen in feite binaire getallen; bijv., het
IP-adres 209.191.4.240 is
11010001.10111111.00000100.11110000 binair. Zie bit, IPadres, netwerkmasker.
bit
Afkorting voor “binair cijfer”, een bit is een getal dat twee
waarden kan hebben 0 of 1. Zie binair.
bps
bits per seconde
overbruggen
Doorgeven van gegevens van uw netwerk naar uw ISP en
vice versa met behulp van de hardwareadressen van de
apparaten op elke locatie. Overbruggen contrasteert met
routering, die meer intelligentie toevoegt aan de
gegevensoverdracht door in plaats netwerkadressen te
gebruiken. Het apparaat kan zowel routing en bridging
uitvoeren. Meestal, wanneer beide functies zijn
ingeschakeld, verstuurt het apparaat IP-gegevens en
78
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
overbrugt alle andere soorten gegevens. Zie routing.
breedband
Een telecommunicatietechnologie die verschillende soorten
gegevens via hetzelfde medium kan verzenden. DSL is een
breedband-technologie.
uitzenden
Om gegevens naar alle computers in een netwerk te
zenden.
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol
DHCP automatiseert adrestoewijzing en beheer. Wanneer
een computer met het LAN verbinding maakt, wijst DHCP
het IP-adres toe uit een gedeelde groep IP-adressen; na
een bepaalde tijdslimiet retourneert DHCP het adres naar
de groep.
DHCP relay
Dynamic Host Configuration Protocol relay
Een DHCP relay is een computer die DHCP-gegevens
doorstuurt tussen computers die IP-adressen aanvragen en
de DHCP-server die de adressen toewijst. Elke interface
van het apparaat kan worden geconfigureerd als een
DHCP-relay. Zie DHCP.
DHCP-server
Dynamic Host Configuration Protocol server
Een DHCP-server is een computer die verantwoordelijk is
voor het toewijzen van IP-adressen aan de computers in
een LAN. Zie DHCP.
digitaal
Van gegevens, met een vorm gebaseerd op discrete
waarden als binaire getallen (0 en 1) uitgedrukt. De
gegevenscomponent in DSL is een digitaal signaal. Zie
analoog.
DNS
Domain Name System
De DNS verwerkt domeinnamen naar IP-adressen. DNSinformatie wordt hiërarchisch verspreid over het Internet
tussen computers die DNS-servers worden genoemd.
Bijvoorbeeld, www.yahoo.com is de naam van het domein
die aan het IP-adres 216.115.108.243 is gekoppeld.
Wanneer u start met het openen van een website, zoekt een
DNS-server de gevraagde domeinnaam op om het
bijbehorende IP-adres te vinden. Als de DNS-server het IPadres niet kan vinden, communiceert het met hogere niveau
DNS-servers om het IP-adres vast te stellen. Zie
domeinnaam.
domeinnaam
Een domeinnaam is een gebruikersvriendelijke naam die in
plaats van het bijbehorende IP-adres wordt gebruikt.
Domeinnamen moeten uniek zijn; hun toewijzing wordt
gecontroleerd door de Internet Corporation for Assigned
Names and Numbers (ICANN). Domeinnamen zijn een
cruciaal onderdeel van URL's, die een bepaald bestand op
een website identificeren. Zie DNS.
downloaden
Om gegevens in de stroomafwaartse richting over te
dragen, dat wil zeggen, vanaf het Internet naar de gebruiker.
DSL
Digital Subscriber Line
Een technologie die zowel digitale als analoge
spraaksignalen in staat stelt om via bestaande koperen
telefoonlijnen te reizen.
79
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
coderingssleutels
Zie netwerksleutels
Ethernet
De meest algemene geïnstalleerde
computernetwerktechnologie, meestal met behulp van
twisted-pair bedrading. Ethernet gegevenssnelheden zijn 10
Mbps en 100 Mbps. Zie ook 10BASE-T, 100BASE-T,
twisted-pairkabels.
FTP
File Transfer Protocol
Een programma dat wordt gebruikt om bestanden over te
brengen tussen computers aangesloten op het internet.
Algemeen gebruik omvat uploaden van nieuwe of
bijgewerkte bestanden naar een webserver en downloaden
van bestanden vanaf een webserver.
Gbps
Afkorting van Gigabits per seconde, of één miljard bits per
seconde. Internet gegevenssnelheden worden vaak
uitgedrukt in Gbps.
host
Een apparaat (meestal een computer) aangesloten op een
netwerk.
HTTP
Hyper-Text Transfer Protocol
HTTP is het belangrijkste protocol gebruikt voor de
overdracht van gegevens vanaf websites, zodat het kan
worden weergegeven in webbrowsers. Zie webbrowser,
website.
Hub
Een hub is een plaats van convergentie waar gegevens uit
één of meer richtingen aankomen en in één of meer
richtingen worden doorgestuurd. Het verbindt een Ethernet
bridge/router met een groep computers in een LAN en stelt
communicatie in staat om tussen de apparaten in een
netwerk te passeren.
ICMP
Internet Control Message Protocol
Een internetprotocol dat wordt gebruikt om fouten en andere
netwerk-gerelateerde informatie te rapporteren. De pingopdracht maakt gebruik van ICMP.
IEEE
Het Institute of Electrical and Electronics Engineers is een
technisch professionele organisatie die de ontwikkeling van
normen bevordert, die vaak nationale en internationale
normen worden.
Internet
De wereldwijde verzameling van onderling verbonden
netwerken die worden gebruikt voor zowel particuliere en
zakelijke communicatie
intranet
Een particulier, bedrijf-intern netwerk dat eruit ziet als
onderdeel van het Internet (gebruikers hebben toegang tot
informatie met behulp van webbrowsers), maar is alleen
toegankelijk voor werknemers.
IP
Zie TCP/IP.
IP-adres
Internet Protocol address
Het adres van een host (computer) op het Internet, dat
bestaat uit vier getallen, elk tussen 0 en 255, gescheiden
door punten, bijvoorbeeld 209.191.4.240. Een IP-adres
bestaat uit een netwerk-ID die het netwerk identificeert waar
de host toe behoort en een host-ID die de host zelf in dat
netwerk uniek identificeert. Een netwerkmasker wordt
gebruikt om de netwerk-ID en de host-ID te definiëren.
80
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
Omdat IP-adressen moeilijk te onthouden zijn, hebben ze
meestal een bijbehorende domeinnaam die in plaats
daarvan kan worden opgegeven. Zie de domeinnaam,
netwerkmasker
ISP
Internet Service Provider
Een bedrijf dat internettoegang aan haar klanten biedt,
meestal voor een vergoeding.
LAN
Local Area Network
Een netwerk beperkt tot een klein geografisch gebied, zoals
een thuisnetwerk of klein bedrijfsnetwerk.
LED
Light Emitting Diode
Een elektronische lichtuitstralende component. De
indicatielampjes op de voorkant van het apparaat zijn LEDs.
MAC-adres
Media Access Control address
Het permanente hardware-adres van een apparaat, dat door
de fabrikant is toegewezen. MAC-adressen worden
uitgedrukt als zes paren van hexadecimale tekens, met elk
paar gescheiden door dubbele punten. Bijvoorbeeld;
NN:NN:NN:NN:NN:NN.
masker
Zie netwerkmasker.
Mbps
Afkorting van Megabits per seconde, of één miljoen bits per
seconde. Netwerk gegevenssnelheden worden vaak
uitgedrukt in Mbps.
NAT
Network Address Translation
Een service door veel routers uitgevoerd die uw publiekelijk
bekend IP-adres van het netwerk voor elke computer in uw
LAN naar een particulier IP-adres vertaalt. Alleen uw router
en uw LAN weten deze adressen; de buitenwereld ziet
alleen het openbare IP-adres bij het communiceren met een
computer op uw LAN.
netwerk
Een groep computers die met elkaar zijn verbonden, zodat
ze in staat zijn om met elkaar te communiceren en bronnen
te delen, zoals software, bestanden, etc. Een netwerk kan
klein zijn, zoals een LAN, of erg groot, zoals het Internet.
netwerkmasker
Een netwerkmasker is een reeks bits toegepast op een IPadres om de netwerk-ID te selecteren, om tegelijkertijd de
host-ID te negeren. Bits ingesteld op 1 betekent “selecteer
deze bit”, terwijl bits ingesteld op 0 betekent “negeer deze
bit”. Bijvoorbeeld, als het netwerkmasker 255.255.255.0 op
het IP-adres 100.10.50.1 wordt toegepast, de netwerk-ID is
100.10.50 en de host-ID is 1. Zie binair, IP-adres, subnet.
NIC
Network Interface Card
Een adapterkaart die in uw computer wordt gestoken en de
fysieke interface naar uw netwerkbekabeling verzorgt. Voor
Ethernet NICs is dit gewoonlijk een RJ-45-connector. Zie
Ethernet, RJ-45.
pakket
Gegevens die over een netwerk worden verzonden bestaan
uit eenheden, de zogenaamde pakketten. Elk pakket bevat
81
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
een lading (de gegevens), plus overhead-informatie, zoals
waar het vandaan (bronadres) kwam en waar het naar toe
moet gaan (doeladres).
ping
Packet Internet (of inter netwerk) Grouper
Een programma gebruikt om te controleren of de host die is
gekoppeld aan een IP-adres, online is. Het kan ook worden
gebruikt om het IP-adres voor een bepaalde domeinnaam
zichtbaar te maken.
poort
Een fysiek toegangspunt naar een apparaat zoals een
computer of router, waarlangs gegevens in en uit het
apparaat stroomt.
PPP
Point-to-Point Protocol
Een protocol voor seriële gegevensoverdracht die wordt
gebruikt om IP (en andere protocol) gegevens tussen uw
ISP en uw computer over te dragen. De WAN-interface op
het apparaat maakt gebruik van twee vormen van PPP,
PPPoA en PPPoE genoemd. Zie PPPoA, PPPoE.
PPPoA
Point-to-Point Protocol over ATM
Eén van de twee soorten PPP-interfaces die u kunt
definiëren voor een virtueel Circuit (VC), het andere type is
PPPoE. U kunt slechts één PPPoA-interface per VC
definiëren.
PPPoE
Point-to-Point Protocol over Ethernet
Eén van de twee soorten PPP-interfaces die u kunt
definiëren voor een virtueel Circuit (VC), het andere type is
PPPoA. U kunt één of meer PPPoE-interfaces per VC
definiëren.
protocol
Een set regels voor de overdracht van gegevens. Om een
overdracht van de gegevens te laten werken, moeten beide
uiteinden van de verbinding de regels van het protocol
volgen.
extern
In een fysiek gescheiden locatie. Bijvoorbeeld, een
werknemer op vakantie die op de intranet van het bedrijf
inlogt, is een externe gebruiker.
RIP
Routing Information Protocol
Het oorspronkelijke TCP/IP routeringprotocol. Er zijn twee
versies van RIP: versie I en versie II.
RJ-11
Registered Jack Standard-11
De standaard plug gebruikt voor het aansluiten van
telefoons, faxapparaten, modems, enz. naar een
telefoonpoort. Het is een 6-pins connector meestal met vier
draden.
RJ-45
Registered Jack Standard-45
De 8-pins plug gebruikt bij het verzenden van gegevens via
telefoonlijnen. Ethernet-bekabeling gebruikt meestal dit
soort connector.
routing
Doorsturen van gegevens tussen uw netwerk en het Internet
op de meest efficiënte route, op basis van het IP-doeladres
van de gegevens en de huidige netwerkomstandigheden.
Een apparaat dat routering verricht wordt een router
82
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
genoemd.
SDNS
Secondary Domain Name System (server)
Een DNS-server die kan worden gebruikt als de primaire
DSN-server niet beschikbaar is. Zie DNS.
subnet
Een subnet is een gedeelte van een netwerk. Het subnet
wordt van het grotere netwerk onderscheiden door een
subnetmasker dat sommige computers van het netwerk
selecteert en alle anderen uitsluit. Computers van het
subnet blijven fysiek verbonden met de rest van het
bovenliggende netwerk, maar ze worden behandeld alsof ze
op een apart netwerk zitten. Zie netwerkmasker.
subnetmasker
Een masker dat een subnet definieert. Zie netwerkmasker.
TCP
Zie TCP/IP.
TCP/IP
Transmission Control Protocol/Internet Protocol
De fundamentele protocollen die op het Internet worden
gebruikt. TCP is verantwoordelijk voor het opdelen van
gegevens in pakketten voor levering en ze opnieuw
monteren op de plaats van bestemming, terwijl IP
verantwoordelijk is voor het leveren van de pakketten van
bron naar bestemming. Wanneer TCP en IP worden
gebundeld met een hoger niveau toepassingen zoals HTTP,
FTP, Telnet, enz., verwijst TCP/IP naar deze hele reeks
protocollen.
Telnet
Een interactief, tekengeoriënteerd programma gebruikt voor
toegang tot een externe computer. Terwijl HTTP (het
webprotocol) en FTP u alleen bestanden vanaf een externe
computer laten downloaden, stelt Telnet u in staat om vanaf
een externe locatie op een computer in te loggen en te
gebruiken.
TFTP
Trivial File Transfer Protocol
Een protocol voor bestandsoverdracht, TFTP is
gemakkelijker te gebruiken dan de File Transfer Protocol
(FTP), maar niet zo geschikt of veilig.
TKIP
Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) biedt WPA met een
functie voor gegevenscodering. Het zorgt ervoor dat voor elk
pakket een unieke hoofdsleutel wordt gegenereerd,
ondersteunt berichtintegriteit en sequentiebepaling en
ondersteunt herversleutelingmechanismen.
triggers
Triggers worden gebruikt om met toepassingsprotocollen
om te gaan die afzonderlijke sessies creëren. Sommige
toepassingen, zoals NetMeeting, openen secundaire
verbindingen tijdens normale bewerkingen, bijvoorbeeld een
verbinding met een server wordt met één poort tot stand
gebracht, maar gegevensoverdracht wordt op een
afzonderlijke verbinding uitgevoerd. Een trigger vertelt het
apparaat deze secundaire sessies te verwachten en hoe ze
te behandelen.
Zodra u een trigger instelt, wordt het geïntegreerde IP-adres
voor elk binnenkomend pakket vervangen door het juiste
host-adres zodat NAT pakketten naar de juiste bestemming
kan vertalen. U kunt opgeven of u adresvervanging wilt laten
uitvoeren en als dat het geval is, adressen alleen op TCPpakketten te vervangen, alleen op UDP-pakketten, of op
83
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
beide.
twisted pair
De gewone koperen telefoonbedrading gebruikt door
telefoonbedrijven. Het bevat één of meer kabelparen samen
getwist om zelfinductie en ruis te verminderen. Elke
telefoonlijn gebruikt één paar. In woningen, wordt het
meestal met twee paar geïnstalleerd. Voor Ethernet LANs,
wordt voor 10BASE-T-netwerken een hogere kwaliteit
gebruikt, categorie 3 (CAT 3) genoemd, en een nog hogere
kwaliteit, categorie 5 (CAT 5) genoemd, wordt voor
100BASE-T-netwerken gebruikt. Zie 10BASE-T, 100BASET Ethernet.
ongenummerde
interfaces
Een ongenummerde interface is een IP-interface die niet
over een lokaal subnet beschikt waaraan het gekoppeld is.
In plaats daarvan, maakt het gebruik van een router-id die
als de bron- en doeladressen van pakketten fungeert die
van en naar de router worden verzonden. In tegenstelling tot
het IP-adres van een normale interface, mag de router-id
van een niet-genummerde interface niet hetzelfde zijn als
het IP-adres van een andere interface. Bijvoorbeeld, de
WAN ongenummerde interface van uw apparaat maakt
gebruik van hetzelfde IP-adres van de LAN-interface
(192.168.0.1).
De ongenummerde interface is tijdelijke - PPP of DHCP zal
automatisch een “echt” IP-adres toewijzen.
stroomopwaarts
De richting van overdracht van de gegevens van de
gebruiker naar het Internet.
VC
Virtual Circuit
Een verbinding van uw DSL-router naar uw Internetprovider.
VCI
Virtual Circuit Identifier
Samen met de Virtual Path Identifier (VPI), identificeert de
VCI een VC op een unieke wijze. Uw ISP zal u de VCI voor
elke VC vertellen die ze bieden. Zie VC.
VPI
Virtual Path Identifier
Samen met de Virtual Circuit Identifier (VCI), identificeert de
VPI een VC op een unieke wijze. Uw ISP zal u de VPI voor
elke VC vertellen die ze bieden. Zie VC.
WAN
Wide Area Network
Elk netwerk verspreid over een groot geografisch gebied,
zoals een land of continent. Met betrekking tot het apparaat,
verwijst WAN naar het Internet.
Webbrowser
Een softwareprogramma dat Hyper-Text Transfer Protocol
(HTTP) gebruikt om gegevens van (en uploaden naar)
websites te downloaden, en de informatie, die uit tekst,
grafische afbeeldingen, audio of video kan bestaan, voor de
gebruiker weergeeft. Webbrowsers gebruiken Hyper-Text
Transfer Protocol (HTTP). Populaire webbrowsers zijn
Netscape Navigator en Microsoft Internet Explorer. Zie
HTTP, website, WWW.
Web-pagina
Een website-bestand meestal met tekst, afbeeldingen en
hyperlinks (kruisverwijzingen) naar de andere pagina's op
84
802.11n WiFi Repeater gebruikershandleiding
die website, evenals naar pagina's op andere websites.
Wanneer een gebruiker een website opent, wordt de eerste
pagina die wordt weergegeven de startpagina genoemd. Zie
hyperlink, website.
Website
Een computer op het Internet die informatie verspreidt naar
(en informatie ontvangt van) externe gebruikers via
webbrowsers. Een website bestaat typisch uit webpagina's
die tekst, afbeeldingen en hyperlinks bevatten. Zie hyperlink,
webpagina.
WWW
World Wide Web
Ook wel genoemd (het) Web. Verzamelnaam voor alle
websites overal in de wereld die via het Internet toegankelijk
zijn.
85