week 45 – 3 november 2014 – handleiding niveau AA Handleiding niveau AA Onderwerp Drones Strategie Relaties en verwijswoorden (laatste keer in week 40, De Kinderboekenweek met als onderwerp: Feest!) Sleutelschema Een Wie-Wat-Waar-schema (definiëren en combineren) Intelligenties De visueel-ruimtelijke (beeldknap), verbaal-linguïstische (woordknap) en intrapersoonlijke intelligentie (zelfknap) AVI-niveau leestekst Het AVI-niveau komt overeen met het gemiddelde technisch leesniveau van de leerlingen in deze periode van het schooljaar. Leesles andere tekstsoort Een informatieve tekst Woorden uit de basisteksten op Nieuwsbegrip XL: onbemand het luchtvaartuig de afstand onbemand de opname in de nabijheid van bezorgen de opname serveren vrijwel de regel afleveren de boete serveren uitvinden het slachtoffer de deskundige Voor elke leerling: ● de tekst Nieuw: vliegtuigjes zonder piloot (niveau AA); ● bijbehorende opdrachten voor niveau AA; ● het stappenplan met woordhulp (op de website bij Download & print, tabblad Stappenplannen); ● het stappenplan Luisteren en kijken (op de website bij Download & print, tabblad Stappenplannen) voor de scholen die de filmpjes gebruiken; ● eventueel rolkaarten voor de leerlingen (bij Download & print, tabblad Overig). ● voor opdracht 4: bouwmateriaal, zoals lego of knecks voor het maken van eigen drones. U kunt ook kiezen voor kosteloos materiaal om drones te knutselen. pagina 1 van pagina 3 1 van 3 week 45 – 3 november 2014 – handleiding niveau AA Neem de algemene handleiding door (op de website bij Download & print, tabblad Handleidingen). Vooraf klassikaal In dit onderdeel worden de woorden behandeld die technisch lastig zijn (zie de opdrachten van de leerlingen). Behandel de woorden klassikaal. Lees ze eerst een keer voor, laat de leerlingen ze dan (hardop) voor zichzelf lezen en laat hen vervolgens hardop in koor lezen. Voorspellen en modelen: Laat de leerlingen op basis van de titel, de klassikaal en drietallen kopjes en de illustraties een voorspelling doen. U kunt hierbij de digibordtool Voorspellen gebruiken. Houd het voorspellen kort. Actief lezen: Lees de uitleg met de leerlingen. Laat de leerlingen vervolgens de tekst en het stappenplan voor zich nemen. Begin klassikaal en laat hen vervolgens in drietallen verdergaan met het actief lezen van de tekst. Tijdens het lezen onderstrepen ze de verwijswoorden. Verwijswoorden en modelen: Met behulp van de digibordtool Relaties en verwijswoorden kunt u drie voorbeelden van het omgaan met verwijswoorden modelen (hem in regel 10, Die in regel 12 en Ze in regel 18). Het laatste voorbeeld is tevens vraag 3 van deze opdracht. Wanneer u de digibordtool niet gebruikt, kunt u zelf enkele voorbeelden hardop denkend voordoen. De leerlingen gaan vervolgens in drietallen aan de slag met de overige vragen van deze opdracht. Behandel de opdracht klassikaal na. Antwoorden: zie antwoordenblad achteraan deze handleiding. Een Wie-Wat-Waar-schema invullen: klassikaal en drietallen WWW-schema De leerlingen vullen het schema in. Daarbij maken ze gebruik van de informatie uit de tekst. Loop rond om eventuele vragen van leerlingen te beantwoorden. Antwoorden: Zie antwoordenblad voor de leerlingen achteraan deze handleiding. Vragen over de tekst beantwoorden: Maak en bespreek gezamenlijk de klassikaal en individueel tekstvragen. De leerlingen vullen ieder voor zich de antwoorden in. Antwoorden: zie antwoordenblad achteraan deze handleiding. Maak je eigen drone groepjes/ De leerlingen maken in groepjes een eigen drone. Ze bedenken eerst wat pagina 2 van pagina 3 2 van 3 week 45 – 3 november 2014 – handleiding niveau AA individueel de drone moet kunnen en bedenken een naam. Ze maken de drone van bijvoorbeeld lego, knecks of andere bouwmaterialen. Of u laat de drones van kosteloos materiaal maken. Bij het nabespreken laat u elk groepje hun drone en de bedachte naam toelichten. Eventueel laat u de groepjes elkaars drone beoordelen. Elke leerling mag dan de mooiste drone een punt geven (eigen drone mag dan uiteraard niet meedoen). Welke drone krijgt de meeste punten? Geef de drones een mooi plekje in de klas. Zet er een naamkaartje bij. U kunt de kijk- en luistervragen bij het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal downloaden bij Download & print van deze week. 3. A. 4. A. 5. B. 6. A. Wat betekent drone in het Nederlands? Een mannetjesbij. Wat is een drone? Een onbemand vliegtuigje. Wat doet de camera in de drone? Die maakt opnames tijdens het vliegen. Wanneer mag een drone vliegen? Als het dag is. Waar mag een drone niet vliegen? Boven huizen en boven de snelweg. 1. B. Er zijn steeds meer drones 2. Voor boeren om hun veld te zien. Om te kijken of er een file is op de snelweg. 3. zonder dat er iemand in zit 4. snel en weg een weg waar auto’s heel hard mogen rijden 5. Eigen antwoord. pagina 3 van pagina 3 3 van 3
© Copyright 2024 ExpyDoc