Werkblad spelling (au-ou) naam: ______________________ 1. Vul in: ou of au 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10. De p___w heeft mooie veren. Mijn schoen is te n_____w. Ik grijp het t___w beet. Ik w___ dat ik jarig was. In mijn jas zit een m____w. Soms ben ik heel erg st_____t. Bl____w is mijn lievelingskleur. Ik doe z____t op mijn patat. Hij b____wt een mooi huis. Doe niet zo fl____w. 2. kleur het goede woord groen. 1 flauw flouw 2 nau nauw 3 bouw bauw 4 gauw gouw 5 lauw louw 6 touw tauw 7 ik hou van jou ik hau van jau 8 ik snauw ik snouw 9 au auw 10 staut stout
© Copyright 2024 ExpyDoc