Vingervers4

Vingervers : Boetslabee
Ik ging een keer naar Boetslabee (over de benen stappen)
Daar kwam ik aan een grote zee (golven van zee maken)
Daar kwam ik aan een molenhuis (armen gekruist boven het hoofd)
Daar zag ik wel drie heksen aan het fornuis (drie vingers opsteken)
De eerste zei :”Kom, eet met mij” (heksenstem; één vinger omhoog en eten)
De tweede zei : “Kom, drink met mij” (twee vingers, drinkbeweging)
De derde nam een molensteen en smeet die naar mijn linkerbeen (uitbeelden)
Au, au, au o wee (handen naast hoofd en jammeren)
Nooit ga ik naar Boetslabee (met de vinger nee wijzen)
Ik ging een keer naar Reuzebee (zelfde beweging maar veel groter)
Daar kwam ik aan een reuze zee
Daar kwam ik aan een molenhuis
En zag ik wel drie reuzen aan het fornuis.
De eerste zei : “Kom, eet met mij” (zware reuzestem)
De tweede zei : “Kom, drink met mij”
De derde nam een molensteen en smeet die naar mijn linkerbeen
Au, au, au, o wee
Nooit ga ik naar Reuzebee.
Ik ging een keer naar kabouterbee (hele kleine bewegingen met de vingers)
Daar kwam ik aan een kleine zee
Daar kwam ik aan een molenhuis
En zag ik drie kaboutertjes aan het fornuis.
De eerste zei : “Kom, eet met mij” (fijn stemmetje)
De tweede zei : “Kom, drink met mij”
De derde nam een molensteentje en smeet die naar mijn linkerteentje
Au, au, au, o wee
Nooit ga ik naar Kabouterbee
Vingervers : In ons huis
In ons huis
vingertoppen tegen elkaar
Woont in elke hoek één muis
één aanduiden met wijsvinger
Ze kriebelen en krabbelen
Ze trippelen en trappelen
vingers heen en weer laten wiebelen
Ze kruipen op de tafel
handen loodrecht op elkaar
Op de stoel
één hand recht; andere hand in hoek van 90° ertegen
Op de bank
vingertoppen tegen elkaar, vingers gestrekt op 90°
In de kast
handen naast elkaar
En als ik roep ‘vang’
vangen
Dan kruipen ze achter het behang handen op de rug
Vingervers : Weet je wat ik bouwen wil
Weet je wat ik bouwen wil
Een hele hoge duiventil
Hakken, hakken, dikke takken (2x)
Zagen, zagen, wiedewiedewagen (2x)
Schuren, schuren,
’t zal niet lang meer duren
Van klop, klop, klop (2x)
Ik sla de spijkers op hun kop
handen uit elkaar, vragende beweging
hoog : dak van een kooi maken
ritmisch klappen
zaagbeweging
hand plat en draaibeweging met andere vuist
met de vuist kloppen op een platte hand
idem
Vingervers : We bouwen een huis
We bouwen een huis,
Een heel groot huis,
Deurtje open en
Deurtje toe.
Kiekeboe
handen boven elkaar laten bouwen
handen naast ogen (open slagvensters)
handen voor ogen (slagvensters toe)
handen open en erdoor piepen
Vingervers : Mieke slak komt aangekropen
Mieke slak komt aangekropen
Want ze kan nog niet hard lopen
Mieke slak,
Plak, plak, plak
wijsvinger en ringvinger omhoog steken = voelsprieten;
hand laten lopen over andere arm en zo naar beneden
3x klappen in de handen
Vingervers : Waaie, waaie, windje
Waaie, waaie, windje
Daarbuiten loopt een kindje
Als de wind niet waaien wil
Dan staan de molenwieken stil
Waaie, windje waaien
Laat de wieken draaien
wiegbeweging
wandelen over de benen
wijsvinger ‘nee’ schudden
armen kruiselings boven het hoofd
wiegbeweging
armen laten draaien zoals een wiel