Vingervers : Boetslabee Ik ging een keer naar Boetslabee (over de benen stappen) Daar kwam ik aan een grote zee (golven van zee maken) Daar kwam ik aan een molenhuis (armen gekruist boven het hoofd) Daar zag ik wel drie heksen aan het fornuis (drie vingers opsteken) De eerste zei :”Kom, eet met mij” (heksenstem; één vinger omhoog en eten) De tweede zei : “Kom, drink met mij” (twee vingers, drinkbeweging) De derde nam een molensteen en smeet die naar mijn linkerbeen (uitbeelden) Au, au, au o wee (handen naast hoofd en jammeren) Nooit ga ik naar Boetslabee (met de vinger nee wijzen) Ik ging een keer naar Reuzebee (zelfde beweging maar veel groter) Daar kwam ik aan een reuze zee Daar kwam ik aan een molenhuis En zag ik wel drie reuzen aan het fornuis. De eerste zei : “Kom, eet met mij” (zware reuzestem) De tweede zei : “Kom, drink met mij” De derde nam een molensteen en smeet die naar mijn linkerbeen Au, au, au, o wee Nooit ga ik naar Reuzebee. Ik ging een keer naar kabouterbee (hele kleine bewegingen met de vingers) Daar kwam ik aan een kleine zee Daar kwam ik aan een molenhuis En zag ik drie kaboutertjes aan het fornuis. De eerste zei : “Kom, eet met mij” (fijn stemmetje) De tweede zei : “Kom, drink met mij” De derde nam een molensteentje en smeet die naar mijn linkerteentje Au, au, au, o wee Nooit ga ik naar Kabouterbee Vingervers : In ons huis In ons huis vingertoppen tegen elkaar Woont in elke hoek één muis één aanduiden met wijsvinger Ze kriebelen en krabbelen Ze trippelen en trappelen vingers heen en weer laten wiebelen Ze kruipen op de tafel handen loodrecht op elkaar Op de stoel één hand recht; andere hand in hoek van 90° ertegen Op de bank vingertoppen tegen elkaar, vingers gestrekt op 90° In de kast handen naast elkaar En als ik roep ‘vang’ vangen Dan kruipen ze achter het behang handen op de rug Vingervers : Weet je wat ik bouwen wil Weet je wat ik bouwen wil Een hele hoge duiventil Hakken, hakken, dikke takken (2x) Zagen, zagen, wiedewiedewagen (2x) Schuren, schuren, ’t zal niet lang meer duren Van klop, klop, klop (2x) Ik sla de spijkers op hun kop handen uit elkaar, vragende beweging hoog : dak van een kooi maken ritmisch klappen zaagbeweging hand plat en draaibeweging met andere vuist met de vuist kloppen op een platte hand idem Vingervers : We bouwen een huis We bouwen een huis, Een heel groot huis, Deurtje open en Deurtje toe. Kiekeboe handen boven elkaar laten bouwen handen naast ogen (open slagvensters) handen voor ogen (slagvensters toe) handen open en erdoor piepen Vingervers : Mieke slak komt aangekropen Mieke slak komt aangekropen Want ze kan nog niet hard lopen Mieke slak, Plak, plak, plak wijsvinger en ringvinger omhoog steken = voelsprieten; hand laten lopen over andere arm en zo naar beneden 3x klappen in de handen Vingervers : Waaie, waaie, windje Waaie, waaie, windje Daarbuiten loopt een kindje Als de wind niet waaien wil Dan staan de molenwieken stil Waaie, windje waaien Laat de wieken draaien wiegbeweging wandelen over de benen wijsvinger ‘nee’ schudden armen kruiselings boven het hoofd wiegbeweging armen laten draaien zoals een wiel
© Copyright 2024 ExpyDoc