Taalschat Blok 4 ! Opdracht 7 Wout, Edward, Jort ! 1. statistisch gezien - op te maken uit de grote hoeveelheid verzamelde gegevens die met elkaar worden vergeleken 2. profijtbeginsel - principe dat de kosten van overheidsdiensten rekening worden gebracht aan de gebruikers ervan 3. constitutie - gestel, manier waarop je lichaam in elkaar zit en functioneert 4. heikel - lastig, hachelijk 5. fixatie - zeer sterke gerichtheid 6. liquidatie - om iemand uit de weg te ruimen 7. commotie - opschudding 8. dialyse - bloedspoeling 9. interfereren - op elkaar inwerken ! Opdracht 9 Matthijs, Alana, Maaike, Aileen, Sam, Dennis ! 1. de lamme leidt de blinde - De ene gebrekkige helpt de andere, maar het schiet niet veel op. 2. in het land der blinden is een eenoog koning - Tussen mensen die niets kunnen, valt iemand die een beetje kan extra op. 3. daar zul je je geen buil aan vallen - Dat kan geen kwaad. 4. eigen schuld dikke bult - Het is je eigen schuld. 5. duizend doden sterven - Het heel zwaar hebben. 6. eruitzien als de dood van Pierlala - Er heel slecht uitzien. 7. Oost-Indisch doof zijn - Doen alsof je niet hoort, niet willen horen. 8. de ouderdom komt met gebreken - Als je ouder wordt krijg je kwaaltjes 9. iemand hoofdpijn bezorgen - Iemand irriteren. 10. iemand/iets kunnen missen als kiespijn - Blij zijn als je iemand of iets kwijt bent. 11. het middel is erger dan de kwaal - Soms vererger je de problemen als je het probeert te verhelpen. 12. deze vergelijking gaat mank - Het is niet in orde, klopt niet. 13. de pleuris is uitgebroken - Het gaat allemaal fout, chaos. 14. een rolberoerte krijgen van het lachen - Verscrikkelijk hard lachen. 15. de laatste snik / stuiptrekking - Met zijn laatste krachten. 16. zout in de wond wrijven - Verergeren. 17. zachte heelmeesters maken stinkende wonden - Met zachte maatregelen bereik je geen goede oplossingen. 18. oud zeer - Iets van vroeger wat nog erg gevoelig ligt. 19. een ziekte komt te paard en gaat te voet - Je hebt zo een ziekte te pakken, maar het duurt langer voordat hij weer weg gaat. 20. dat klopt als een zwerende vinger - Het klopt helemaal. ! ! ! Over taalgebruik Blok 4 ! Opdracht 20 Levi, Andreas, Ritso, Bas ! 1. 2. 3. 4. Kost mij te veel, is mij veel te duur Aan de bel moeten trekken, op de rem moeten trappen zoiets, iets dergelijks De omleiding wordt aangegeven met gele borden. De wegomlegging wordt aangegeven met gele borden. 5. De gemeente kan een verbouwing abrupt stopzetten en een boete opleggen als de vereiste vergunningen daarvoor ontbreken. De gemeente kan een verbouwing abrupt stilleggen en een boete opleggen als de vereiste vergunningen daarvoor ontbreken. 6. Ik zou daar het volgende tegen in willen brengen. Ik zou daar het volgende willen tegenwerpen. 7. Volgens mij, naar mijn mening 8. Stadsgenoten, medeburgers 9. Misstanden, wantoestanden 10. Dit staatspark in Califonrië behoort tot de meest bezochte gebieden waar reuzenpijnbomen (sequioa's) groeien / Is een van de meest bezochte gebieden waar reuzenpijnbomen (sequioa's) groeien ! Opdracht 21: Saskia, Sanne, Hedwig, Andreas ! 1. Hij probeerde alvast een balletje op te gooien -> Hij probeerde alvast een visje uit te werpen - Eens kijken hoe mensen op een nieuw voorstel reageren 2. Als opvoeder moet je af en toe een oogje dicht kunnen knijpen -> Als opvoeder moet je af en toe iets door de vingers kunnen zien - Niet te streng zijn met de regels. 3. Van een mug een olifant maken. - Van iets kleins een heel groot probleem maken. - Met een kanon op een mug schieten. 4. De spil / as waar alles omdraait. - Het belangrijkste - De kurk waar alles op drijft. 5. In zijn oren knopen. - Iets goed onthouden. - In zijn achterhoofd houden. 6. De puntjes op de i zetten. - Iets (netjes) afmaken. - Er een punt achter zetten. 7. Voor een appel en een ei - voor een kleine prijs - Appels met peren vergelijken 8. Met het verkeerde been uit bed stappen - slecht gehumeurd zijn 9. Ik ken het op mijn duimpje - Ik ken het als mijn broekzak- iets heel goed kennen/weten 10. Doden gevallen - mensen omgekomen ! Opdracht 22: Hanna, Selsela, Minou ! Een wolf en een lam, goede dieren kwamen drinken in de rivier. Ze gingen drinken op twee plekken: de wolf dronk boven, het lam beneden. Toen zei de wolf: ''jij vervuilt al het water dat ik drinken zal.''
''Oh, heer'', zei het lam, ''wat zegt u? Het water komt van jou naar mij'' ''Ja'', zei de wolf, ''beledig je mij?'' Het lam antwoordde, ''nee, dat doe ik niet.'' ''Dat doe je wel'', sprak hij, ''Zo deed jouw vader vroeger en jouw familie dat ook al.'' Het lam zei ''ik was toen nog niet geboren, waarom zou ik daarvoor moeten boeten?'' ''Wat nou?'', zei de wolf, ''hoor ik jou spreken? Ik denk het wel, ik zal wraak nemen.'' De wolf sloeg het in stukken en verscheurde het; het lam had dat helemaal niet verdiend. Zo vindt een kwaadwillende man makkelijk aanleiding, als hij een goede kwaad wilt doen.
© Copyright 2024 ExpyDoc