KROKUSVAKANTIE 2014 EUROP ASSISTANCE MELDT MINDER ONGEVALLEN EN INTERVENTIES DANKZIJ GOEDE SKICONDITIES De voorbije krokusvakantie ontving Europ Assistance 5418 oproepen, met een (traditionele) piek van 825 oproepen op maandag 3 maart. Dankzij de goede kwaliteit van de sneeuw en de uitstekende skicondities, nam het aantal geopende medische skidossiers dit jaar gevoelig af (175, -17% t.o.v. 2013). 13% van de dossiers resulteerde in een ziekenhuisopname (versus een vijfde in 2013). Knie- (36%), been- (16%), schouder- (14%), en polsblessures (7%) komen zoals steeds het vaakst voor. Dankzij het dragen van de hoofdbescherming dat bij steeds meer (jonge) wintersporters is doorgedrongen, bleef het aantal geblesseerden met een hoofdletsel stabiel op ongeveer 5%. Ongeveer een derde van de geblesseerde wintersporters is jonger dan 11 jaar. Halvering van het aantal technische interventies naar de skigebieden (108, -55% t.o.v. 2013) dankzij de goede verkeersomstandigheden op de wegen naar de Alpen en in de skigebieden zelf. Europ Assistance repatrieert vandaag, 8 maart, 54 personen naar België aan boord van haar twee gipsvluchten. Krokusvakantie 2014: dagelijks gemiddeld 677 oproepen bij Europ Assistance De krokusvakantie is voor de Belgen de gelegenheid bij uitstek om massaal naar de sneeuw te trekken. Anderen kiezen dan weer voor verre ‘zon’-bestemmingen. Voor Europ Assistance breekt dan telkens opnieuw een bijzonder drukke periode aan. Een skivakantie brengt namelijk ook heel wat risico’s met zich mee, zowel op de piste als op de weg. Dit jaar waren de condities zowel op de wegen naar de Alpen als op de pistes uitzonderlijk goed. Toch ontving de bijstandsverlener 5418 oproepen (van vrijdag 28 februari tot en met vrijdag 7 maar), met een piek van 825 oproepen op maandag 3 maart. De medische skidossiers 175 medische skidossiers, 22 ziekenhuisopnames en 54 gerepatrieerde personen Van vrijdag 28 februari tot en met vrijdag 7 maart opende Europ Assistance 175 medische skidossiers. Dit betekent een daling met 17% t.o.v. 2013. 8 maart 2014 PERSBERICHT Een overvloed aan sneeuw Net zoals in 2013 was de sneeuw in de skioorden dit jaar overvloedig aanwezig. Bovendien was hij ook van zeer goede kwaliteit, en dit ondanks de relatief hoge dagtemperatuur in een groot aantal skistations. De temperatuurschommelingen en de regelmatige sneeuwbuien van de laatste weken in sommige hoger gelegen Alpengebieden zorgden wel voor een verhoogd risico op lawines. Ondanks het groot aantal skiërs op de pistes, was er toch geen sprake van extreme drukte (ter info: dit jaar viel onze krokusvakantie samen met de schoolvakanties in Frankrijk). Het feit dat de krokusvakantie dit jaar redelijk laat viel, de invloed van een zachte winter die bij een groot aantal Belgen eerder de ‘zon’ dan ‘skiën’ oproept en de prijzen die sommige Franse stations toepassen wanneer de vakantie van de Belgen samenvalt met die van Fransen, zijn wellicht de redenen dat een aantal vakantiegangers eerder de voorkeur gaven aan een verre en zonnige vakantiebestemming of een skivakantie op een ander tijdstip. Ook dit jaar zijn er verschillen merkbaar tussen Franstaligen en Nederlandstaligen wat de keuze van de wintersportbestemming betreft: Franstaligen geven overwegend de voorkeur aan Frankrijk en Zwitserland, terwijl Nederlandstaligen hun bestemming vaker spreiden over Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland. De ongelukken: Naar jaarlijkse gewoonte stelt Europ Assistance een piek van ongelukken vast in het midden van de week. Skiërs voelen zich dan al wat meer zelfzeker op de piste, hun alertheid vermindert en de (spier)vermoeidheid duikt op. Dit jaar moest slechts 13% van de gekwetsten in het ziekenhuis worden opgenomen (vs bijna een vijfde in 2013). Dit bewijst dat de blessures over het algemeen minder ernstig waren dan vorig jaar. De skiongelukken deden zich hoofdzakelijk voor in: 1. Frankrijk (47%, vs 67% in 2013) 2. Oostenrijk (30%, vs 14% in 2013) 3. Zwitserland (13%, vs 10% in 2013) 4. Italië (10%, idem 2013). De laatste jaren stelt Europ Assistance vast dat sneeuwamateurs beter ski- of surfmateriaal gebruiken dat hen meer bescherming biedt. Ook de uitrustingen evolueren. De helm wordt meer en meer gedragen (ongeveer 60% van de skiërs of surfers draagt een helm) en ook aan de infrastructuur van de drukst bezochte skistations wordt vaker gewerkt. Al deze elementen samen zorgen ervoor dat het risico op ongevallen op de piste afneemt en dat de blessures minder ernstig zijn. Maar er is natuurlijk ook een keerzijde aan de medaille zoals de grotere snelheid van de skiërs op de pistes, soms in combinatie met roekeloosheid en gebrek aan ervaring of fysieke voorbereiding. 8 maart 2014 Persbericht De blessures: Snowboardblessures doen zich vooral voor bij de jongeren, skiblessures vooral bij de ouderen Europ Assistance stelt vast dat, net zoals de vorige jaren, nagenoeg 1 op 2 skislachtoffers (47%) jonger is dan 20 jaar (tussen 0 en 20 jaar): De allerjongsten (jonger dan 10 jaar) begeven zich steeds talrijker op de piste. Dit jaar vertegenwoordigen zij een derde van het aantal gekwetsten. De meest voorkomende letsels in deze leeftijdscategorie zijn knie- (30%) en beenblessures (18%). Goed nieuws is dat het aantal hoofdblessures ongeveer stabiel blijft (8% dit jaar, 6% in 2013, maar meer dan 10% de jaren ervoor). De verplichting in de skischolen en in sommige landen1 om een helm te dragen en de grotere bewustwording van het nut van de skihelm bij de ouders heeft zeker bijgedragen tot deze resultaten. In de leeftijdscategorie van 11 tot 20 liepen de jongeren vooral knie- (29%), schouder- (18%) en hand of polsblessures (12%) op, een gevolg van het blijvende succes van het snowboarden. In deze categorie stellen we eveneens een stabilisatie van het aantal hoofdletsels vast (6% dit jaar, 5% in 2013, maar 10% en meer de jaren voordien). De 21-30 jarigen lopen grotendeels gelijkaardige blessures op en vertonen dus ook meestal kwetsuren die gelinkt zijn aan het snowboarden (knie (33%) schouder (17%), en pols (10%)). Daar waar jonge kinderen en tieners vaker het slachtoffer worden van een ongeluk tijdens het snowboarden, worden 31-40 jarigen en 41-50 jarigen vaker getroffen door skiongelukken. Hetzelfde stellen we vast bij de 51-60 jarigen. De meest voorkomende blessures bij de 31-40 jarigen zijn de traditionele skiblessures: knie (38%), schouder (16%) en been (13%). Ook bij de 41-50 jarigen staan knieblessures op nr 1 (34%), hier echter gevolgd door been- (23%) en schouderblessures (17%) op de derde plaats. Bij 31-40 jarigen lijken snowboardblessures toch geleidelijk aan toe te nemen. 1 Nota: het dragen van een skihelm voor kinderen is verplicht in de skischolen in Frankrijk, in Zwitserland en in de Tsjechische Republiek. De helm is verplicht voor kinderen jonger dan 14 jaar in Italië, Kroatië, Slovenië en Spanje, voor kinderen t.e.m. 15 jaar in Oostenrijk (behalve in Tirol en Vorarlberg waar de verplichting niet geldt). 8 maart 2014 Persbericht Leeftijd van de slachtoffers 33% 20% 18% 14% 7% 6% 2% 0-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 Aard van de skiletsels 36% 16% 14% 7% 5% 2% 3% 2% 4% 6% 4% 1% Technische problemen : Daling van het aantal technische interventies naar de skioorden dankzij de goede omstandigheden op de wegen Tijdens de krokusvakantie werden in totaal 1741 dossiers geopend voor technische interventies, zowel in België als in het buitenland. Dit is een daling van -45% in vergelijking met 2013. Vorig jaar werden omwille van de winterse omstandigheden op de weg een groot aantal technische dossiers geopend tijdens het vertrekweekend. 8 maart 2014 Persbericht Dit jaar was de toestand op de weg goed en bleven de skioorden in de Alpen makkelijk toegankelijk. Hierdoor daalde het aantal technische interventies met meer dan de helft (55%) op de wegen van en naar de skistations. Net als ieder jaar heeft Europ Assistance monovolumes naar de Franse Alpen gestuurd zodat gestrande reizigers veilig en wel met hun bagage naar huis kunnen terugkeren. De Gipsvluchten van Europ Assistance in 2014: 177 repatriëringen tijdens de vakantie, en 54 gerepatrieerde personen aan boord van de Gipsvluchten Europ Assistance, dat dit jaar zijn 50ste verjaardag viert, organiseert traditiegetrouw een collectieve repatriëring om de onfortuinlijke vakantiegangers in alle veiligheid en comfort terug naar België te brengen. Een indrukwekkende operatie met een maandenlange voorbereiding die de bijstandsverlener als enige in België al meer dan 35 jaar opzet tijdens het laatste weekend van de krokusvakantie. Deze week repatrieerde Europ Assistance reeds 177 geblesseerde wintersporters, dit ofwel om medische redenen, ofwel op vraag van het slachtoffer. Personen met blessures die geen dringende repatriëring vereisten of die bij hun familie ter plaatse wensten te blijven, worden op het einde van de krokusvakantie door Europ Assistance naar huis gebracht aan boord van haar “gipsvluchten”. Dit jaar worden op deze manier in totaal 54 onfortuinlijke vakantiegangers naar België gevlogen. De specialist in bijstandverlening chartert hiervoor twee vliegtuigen, één met bestemming Grenoble en één met bestemming Innsbruck. Zo kunnen zowel de pechvogels uit de Franse en Zwitserse skigebieden, als de geblesseerden uit de Oostenrijkse, Duitse, en Italiaanse skistations gerepatrieerd worden. Deze grootschalige actie wordt in goede banen geleid door een groep van 30 Europ Assistance professionals, waaronder artsen, verplegers, brancardiers, assistenten,… Aan boord komt zorg steeds op de eerste plaats en alles wordt in het werk gesteld om het de slachtoffers zo comfortabel mogelijk te maken. Zo worden de vliegtuigen speciaal uitgerust naargelang de aard van de skiblessure. Zwaar gekwetste personen worden liggend vervoerd. Wie een lichtere blessure heeft, beschikt over een speciaal aangepaste zetel om het been of de arm in alle comfort te laten rusten. De overige slachtoffers kunnen een standaardzitplaats innemen. Ook aan de gezinsleden wordt gedacht, want zij kunnen eveneens plaatsnemen in een van de “gipsvluchten” van Europ Assistance. Een niet onbelangrijk punt, aangezien de helft van de gekwetsten jonger dan 20 jaar is. De verre zonbestemmingen tijdens de krokusvakantie Heel wat Belgische vakantiegangers trokken tijdens de krokusvakantie naar verre zonbestemmingen: 41% van de dossiers gaan over medische problemen die plaatsvonden op deze bestemmingen. Ze deden zich vooral voor in Frankrijk (16%), Spanje en op de Canarische eilanden (10%). De Verenigde Staten zijn goed voor 8% van de medische oproepen vanuit verre bestemmingen, samen met Thailand (5%), Brazilië en Marokko (elk 4%). De meest voorkomende blessures bij deze zonvakanties zijn breuken en/of kneuzingen (41%), gevolgd door ademhalingsaandoeningen (9%), problemen met het maagdarmsysteem (6%), infecties (5%) en cardiovasculaire problemen (5%) 8 maart 2014 Persbericht De krokusvakantie 2014 bij Europ Assistance in enkele cijfers Algemene cijfers Aantal ontvangen oproepen: Aantal geopende dossiers: Totaal aantal medische dossiers: Totaal aantal technische interventies (België en buitenland): 5418 (-19%) 3901 (-24%) 362 (-6%) 1741 (-28% in België, -47% in het buitenland (waarvan +87% naar skibestemmingen)) *(Vergelijking in % met de krokusvakantie 2013 ) Overzicht per Alpenland Spreiding medische dossiers: Frankrijk (47%), Oostenrijk (30%), Zwitserland (13%), Italië (10%) Spreiding technische interventies: Frankrijk (66%), Zwitserland (14%), Duitsland (10%), Oostenrijk (5%), Italië (5%) Info: De foto’s van de Gipsvlucht 2014 zijn beschikbaar op de site www.europ-assistance.be – persluik (ten laatste op zondagochtend 9 maart). Europ Assistance Belgium N.V. Xavier Van Caneghem PR & Market Analyst Tel: 0473/46.82.00 Mail : [email protected] www.europ-assistance.be www.facebook.com/europassistance http://twitter.com/EA_BEL Persinfo Interel An Vandenberghe & Nathalie Woitrin Tel: 02/213.13.41 / 09 Mail: [email protected] 8 maart 2014 Persbericht
© Copyright 2024 ExpyDoc