belgisch staatsblad — 07.04.2014

BELGISCH STAATSBLAD — 07.04.2014 — MONITEUR BELGE
Sur la proposition du Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille ;
Après délibération,
Arrête :
Article 1er. L’intitulé de l’arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2008 déterminant le mode de liquidation
d’un montant librement utilisable et son octroi aux mineurs auxquels il est offert des services résidentiels de l’aide à
la jeunesse, en application d’une décision du tribunal de la jeunesse ou d’un avis du bureau d’assistance spéciale à la
jeunesse, dans des structures agréées et subventionnées par la « Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap »
(Agence flamande pour les Personnes handicapées), est remplacé par ce qui suit :
« Arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2008 déterminant le montant, les conditions d’octroi et le mode
de liquidation d’un montant librement utilisable pour les mineurs auxquels il est offert des services résidentiels de
l’aide à la jeunesse dans des structures agréées et subventionnées par la « Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap » (Agence flamande pour les Personnes handicapées). »
Art. 2. L’article 1er, point 2o, du même arrêté, est complété par les mots « ou une déclaration, par le biais d’une
structure mandatée, à la porte d’accès intersectorielle à cause d’une nécessité sociale ».
Art. 3. A l’article 2, § 2, du même arrêté, sont apportées les modifications suivantes :
1o l’alinéa premier est complété par les mots « ou dans la déclaration à la porte d’accès intersectorielle » ;
2o au deuxième alinéa, les mots « ou de la déclaration à la porte d’accès intersectorielle » sont insérés entre les mots
« l’Assistance spéciale à la Jeunesse » et les mots « ne coïncide pas ».
Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mars 2014.
Art. 5. Le Ministre flamand ayant l’Assistance aux Personnes dans ses attributions est chargé de l’exécution du
présent arrêté.
Bruxelles, le 14 mars 2014.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
K. PEETERS
Le Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille,
J. VANDEURZEN
*
VLAAMSE OVERHEID
[2014/202064]
14 MAART 2014. — Besluit van de Vlaamse Regering
betreffende proefprojecten over flexibel kortverblijf in groepen van assistentiewoningen
De Vlaamse Regering,
Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 69;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 februari 2014;
Overwegende dat conform artikel 36, § 2, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, een centrum voor
kortverblijf, verbonden aan een woonzorgcentrum, de toelating kan krijgen om een of meer woongelegenheden
kortverblijf in te zetten in een groep van assistentiewoningen; dat, nog volgens die bepaling, de Vlaamse Regering de
voorwaarden en de procedure voor die toelating zal bepalen; dat artikel 36, § 2, nog niet in werking is gesteld;
dat, voor die bepaling in werking wordt gesteld en op algemene wijze de voorwaarden voor de toelating zijn bepaald,
het aangewezen is om gedurende een relatief korte periode het inzetten van kortverblijf in groepen van
assistentiewoningen (of serviceflatgebouwen) te evalueren in de praktijk; dat daarom, na intensief overleg met de
ouderensector, de Vlaamse Regering vier proefprojecten wil lanceren om de knelpunten van de implementatie op te
lijsten voor het concept in de hele ouderensector ingevoerd wordt; dat aan de proefprojecten, die geselecteerd zijn op
voorstel van de koepels ouderenvoorzieningen, rechtszekerheid geboden moet worden;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. Dit besluit heeft betrekking op de uitvoering van een proefproject als vermeld in artikel 2, door elk van
de volgende voorzieningen en initiatiefnemers :
1o WZC Maria Middelares, Pater Lievensstraat 20 in 8890 Moorslede, uitgebaat door de vzw Bejaardenzorg Maria
Middelares, gevestigd op hetzelfde adres;
2o WZC Solidariteit voor het Gezin, Tentoonstellingslaan 70 in 9000 Gent, uitgebaat door de vzw Solidariteit voor
het Gezin, gevestigd op hetzelfde adres;
3o WZC De Goede Tijd, Bosuilplein 1 in 2100 Antwerpen, uitgebaat door het Zorgbedrijf OCMW Antwerpen
Vereniging naar Publiek Recht, Lange Gasthuisstraat 33 in 2000 Antwerpen;
4o WZC Wommelgheem, Selsaetenstraat 50 in 2160 Wommelgem, uitgebaat door de nv Armonea, François
Sebrechtslaan 40 in 1080 Sint-Jans-Molenbeek.
Art. 2. Het proefproject bestaat erin dat de initiatiefnemer de erkende woongelegenheden centrum voor
kortverblijf die uitgebaat worden in zijn erkend woonzorgcentrum, kan inzetten binnen een erkende groep van
assistentiewoningen of serviceflats die in de onmiddellijke nabijheid van het woonzorgcentrum ligt, als voldaan is aan
een van de volgende voorwaarden :
1o de groep van assistentiewoningen of serviceflats wordt uitgebaat door dezelfde initiatiefnemer en vormt
functioneel een geheel met het centrum voor kortverblijf;
2o de groep van assistentiewoningen of serviceflats wordt uitgebaat door een andere initiatiefnemer met wie de
initiatiefnemer van het centrum voor kortverblijf een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten.
29735
29736
BELGISCH STAATSBLAD — 07.04.2014 — MONITEUR BELGE
Art. 3. De initiatiefnemers die instaan voor de uitvoering van de proefprojecten, lijsten na afloop van het project
de knelpunten voor de realisatie van kortverblijf in groepen van assistentiewoningen op, waaronder het garanderen
van crisis- en overbruggingszorg.
Na afloop van het project bezorgen de initiatiefnemers hun bevindingen over de proefprojecten aan het Vlaams
Agentschap Zorg en Gezondheid.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2014 en treedt buiten werking op 1 april 2015.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 maart 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN
TRADUCTION
AUTORITE FLAMANDE
[2014/202064]
14 MARS 2014. — Arrêté du Gouvernement flamand
relatif aux projets pilotes sur le court séjour flexible en groupes de logements à assistance
Le Gouvernement flamand,
Vu le décret sur les Soins et le Logement du 13 mars 2009, article 69 ;
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 24 février 2014 ;
Considérant que, conformément à l’article 36, § 2, du Décret sur les Soins et le Logement du 13 mars 2009, un centre
de court séjour lié à un centre de soins et logement peut obtenir la permission pour intégrer un ou plusieurs logements
de court séjour dans un groupe de logements à assistance; que selon cette même disposition, le Gouvernement flamand
arrêtera les conditions et la procédure de cette permission; que l’article 36, § 2 n’est pas encore entré en vigueur;
que, avant que cette disposition n’entre en vigueur et que les conditions de la permission ne soient arrêtées de manière
générale, il importe d’évaluer dans la pratique pendant une période relativement courte l’intégration du court séjour
en groupes de logements à assistance (ou de résidences-services); qu’en raison de cela, et après concertation intensive
avec le secteur des personnes âgées, le Gouvernement flamand veut lancer quatre projets pilotes afin de répertorier les
problèmes de mise en pratique du concept avant son introduction dans le secteur des personnes âgées; qu’il faut donner
à ces projets pilotes, sélectionnés sur la proposition des organes coordinateurs des structures pour personnes âgées,
la sécurité juridique ;
Sur la proposition du Ministre flamand du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille ;
Après délibération,
Arrête :
Article 1er. Le présent arrêté a trait à l’exécution d’un projet-pilote tel que visé à l’article 2, par chacune des
structures et initiateurs suivants :
1o WZC Maria Middelares, Pater Lievensstraat 20, à 8890 Moorslede, exploité par l’asbl Bejaardenzorg Maria
Middelares, établie à la même adresse ;
2o WZC Solidariteit voor het Gezin, Tentoonstellingslaan 70, à 9000 Gent, exploité par l’asbl Solidariteit voor het
Gezin, établie à la même adresse ;
3o WZC De Goede Tijd, Bosuilplein 1, à 2100 Antwerpen, exploité par l’association de droit public Zorgbedrijf
OCMW Antwerpen, Lange Gasthuisstraat 33, à 2000 Antwerpen ;
4o WZC Wommelgheem, Selsaetenstraat 50, à 2160 Wommelgem, exploité par la SA Armonea, avenue François
Sebrechts 40, à 1080 Molenbeek-Saint-Jean.
Art. 2. Le concept du projet-pilote est que l’initiateur peut intégrer les logements agréés comme centre de court
séjour, exploités dans son centre de soins et logement agréé, au sein d’un groupe agréé de logements à assistance ou
de logements-foyers situé à proximité du centre de soins et logement, lorsqu’une des conditions suivantes est remplie :
1o le groupe de logements à assistance ou de logements-foyers est exploité par le même initiateur et forme un
ensemble fonctionnel avec le centre de court séjour ;
2o le groupe de logements à assistance et de logements-foyers est exploité par un autre initiateur avec lequel
l’initiateur du centre de court séjour à conclu un partenariat.
Art. 3. A l’issue du projet les initiateurs chargés de l’exécution des projets-pilotes répertorient les problèmes de
réalisation du court séjour en groupes de logements d’assistance, notamment en ce qui concerne la garantie des soins
de crise et transitoires.
A l’issue du projet les initiateurs transmettent leurs conclusions sur les projets-pilotes au « Vlaams Agentschap
Zorg en Gezondheid » (Agence flamande des Soins et de la Santé).
Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er avril 2014 et cesse d’être en vigueur le 1er avril 2015.
Art. 5. Le Ministre flamand ayant l’Assistance aux Personnes dans ses attributions, est chargé de l’exécution du
présent arrêté.
Bruxelles, le 14 mars 2014.
Le Ministre-Président du gouvernement flamand,
K. PEETERS
Le Ministre flamand du Bien-Être, de la Santé publique et de la Famille,
J. VANDEURZEN

Download Report