Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs

Studiegids bacheloropleiding
ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING
PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)
2014-2015
© Hogeschool Utrecht,
HU Diensten
Utrecht, september 2012
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
4
2
Inrichting van de opleiding
6
2.1 Beroepssprofiel.......................................................................................................... 6
2.1.1
Beroep ................................................................................................................ 6
2.1.2
Uitwerking van het beroepsprofiel ....................................................................... 6
2.1.3
Competenties beginnende beroepsbeoefenaar .................................................. 6
2.1.4
Vaardigheden afgestudeerde.............................................................................. 6
2.1.5
Werkveld en functies .......................................................................................... 7
2.2 De opleiding............................................................................................................... 7
2.2.1
Doel van de ALPO .............................................................................................. 7
2.2.2
Uitstroomprofiel................................................................................................... 8
2.3 Getuigschriften .......................................................................................................... 8
2.3.1
Graden en titulatuur ............................................................................................ 9
2.4 Opbouw programma .................................................................................................. 9
2.4.1
Studeren in het buitenland .................................................................................. 10
2.5 Onderwijskenmerken ................................................................................................. 10
2.6 Examencommissie .................................................................................................... 12
2.6.1
Instelling en benoeming ...................................................................................... 12
2.6.2
Samenstelling ..................................................................................................... 12
2.6.3
Taken en bevoegdheden .................................................................................... 12
2.6.4
Verzoekschrift ..................................................................................................... 13
2.7 Voorzieningen............................................................................................................ 14
2.7.1
Begeleiding ......................................................................................................... 14
2.8 ICT Faciliteiten........................................................................................................... 14
2.8.1
E-mail ................................................................................................................. 15
2.8.2
OSIRIS Student .................................................................................................. 15
2.8.3
Wachtwoord ........................................................................................................ 16
2.8.4
Informatiebeveiliging en privacy .......................................................................... 17
2.8.5
Registratie studievoortgang ................................................................................ 17
2.8.6
Studenteninformatiepunt (STIP FE) .................................................................... 17
2.8.7
Opleidingscommissie .......................................................................................... 18
2.9 Contactgegevens opleiding ....................................................................................... 18
3
Opleidingsstructuur en cursussen
20
3.1 Cursussen ................................................................................................................. 20
3.2 Studieadvies .............................................................................................................. 23
4
Tentamens en examens
26
4.1 Introductie .................................................................................................................. 26
4.2 Vrijstellingen .............................................................................................................. 26
4.3 Organisatie tentamens .............................................................................................. 26
4.3.1
Tentamenvorm en -duur ..................................................................................... 26
4.3.2
Tentamenrooster ................................................................................................ 28
4.4 Inschrijving en deelname (her)tentamens .................................................................. 28
4.4.1
Voorzieningen in geval van een functiebeperking ............................................... 30
4.4.2
Legitimatieplicht bij tentamens ............................................................................ 31
4.4.3
Gang van zaken tijdens tentamens ..................................................................... 32
4.5 Beoordeling ............................................................................................................... 33
4.5.1
Toekennen resultaat en inzage ........................................................................... 33
4.5.2
Onregelmatigheden / fraude ............................................................................... 34
4.5.3
Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk............................................ 35
4.5.4
Geldigheidsduur resultaten ................................................................................. 35
5
Diplomering
37
5.1 Procedure afgifte getuigschrift ................................................................................... 37
5.1.1
Diploma-uitreiking ............................................................................................... 37
5.2 Aantekening Cum Laude of Met Genoegen .............................................................. 38
2/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
6
Stages en stagewaardigheid
40
6.1 Schematische weergave van de praktijk binnnen de ALPO ...................................... 40
6.2 Organisatie van de praktijk ........................................................................................ 40
Waar in deze studiegids gesproken wordt over de opleiding wordt bedoeld de Bacheloropleiding
Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO). De ALPO is een samenwerking tussen de
Hogeschool Utrecht (Instituut Theo Thijssen) en de Universiteit Utrecht (bacheloropleiding
Onderwijskunde). Deze studiegids beschrijft het onderwijs van Hogeschool Utrecht geregistreerd in het
crohoregister onder nummer 34808.
3/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
1
Voorwoord
Beste student,
Voor je ligt de HU-studiegids 2014-2015 van de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO).
De ALPO is een geïntegreerde vierjarige voltijdse opleiding die zowel leidt tot een bachelordiploma leraar
primair onderwijs (PABO) van de Hogeschool Utrecht als een bachelordiploma Onderwijskunde van de
Universiteit Utrecht. Deze HU-studiegids is specifiek voor het onderwijs dat door de HU/ITT wordt
verzorgd.
Deze studiegids dient gezien te worden als document naast de UU-studiegids van de ALPO welke op de
UU site is gepubliceerd (http://www.uu.nl/faculty/socialsciences/NL/studenten/opleidingen/ALPO/
ALPOcursusoverzicht/Paginas/default.aspx ).
Invloed van de student
Het onderwijs is de afgelopen jaren ontwikkeld of verbeterd, mede op initiatief van je medestudenten. De
ALPO beschouwt je als partner, je maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. Wij hechten daarom veel
waarde aan jouw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar je als student
je oordeel en verbetertips kunt geven.
De Pabo-opleiding van Instituut Theo Thijssen kent een OpleidingsCommissie (OC). Door de
samenwerking met de Universiteit Utrecht is voor de OC ook een samenwerking gezocht. ALPO-studenten
die deelnemen aan de Onderwijs Advies Commissie (OAC) van de UU hebben binnen hun takenpakket
ook taken voor de OpleidingsCommissie OC van ITT. Dit aanvullende pakket betreft voornamelijk advies
op studiegidsteksten, OER (Onderwijs en Examen Regelementen) en evaluaties en mogelijk op uitnodiging
tijdelijk aansluiten bij onderwijsverbetertrajecten, bezoek van externe partijen zoals een auditcommissie.
Daarnaast organiseren de studenten van de OAC ook aan het eind van ieder onderwijsblok
panelgesprekken tussen docenten en studenten. Deze hebben als doel gezamenlijk het onderwijs te
evalueren en verbeterpunten op te stellen.
Excelleren
De ALPO is een excellente opleiding en levert je mogelijk naast het pabodiploma ook het predicaat
“Excellente student” op. Hiervoor moet je de studie binnen 4½ jaar hebben afgerond. Daarnaast kun je bij
het behalen van uitstekende resultaten de aantekening “Cum Laude”of “Met Genoegen” op het diploma
ontvangen (zie hiervoor de OER HU 2014-2015 bacheloropleidingen).
Verbreden en verdiepen
Binnen de ALPO is geen profilieringsruimte beschikbaar. Verbreding en verdieping op het paboprogramma
is impliciet in de opleiding opgenomen door het geïntegreerde programma met de bachelor
Onderwijskunde.
Wat anders?
Je kunt je studietijd natuurlijk ook willen benutten om je zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring
buiten je reguliere studie op te doen. Wil je een tijdje studeren in het buitenland? Of dacht je erover
bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld Universiteit Utrecht, je studievereniging of je
studentensportclub? Er is van alles denkbaar dat door de HU en UU actief ondersteund wordt.
Belangrijk is dat je deelname aan een of meerdere activiteiten overlegt met je SLB-er (SLB-er). De SLB-er
zal meedenken in de mogelijkheden.
Studievertraging
Het kan ook dat je studie door allerlei oorzaken niet verloopt zoals je dat graag zou willen, bijvoorbeeld
ziekte. Er zijn verschillende regelingen waarop je een beroep kunt doen. Als je door jouw persoonlijke
situatie een of meerdere tentamens mist, kun je een verzoek voor een extra herkansing indienen bij de
examencommissie (artikel 34, lid 6 van de OER HU 2014-2015).
4/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
En had je een studiebeurs, maar studeer je door deze omstandigheden zo lang dat je geen er recht meer
op hebt? Dan is er een mogelijkheid tot financiële ondersteuning. En heb je een functiebeperking? Dan kun
je mogelijk langer over je studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd. De HU kent een breed scala aan
voorzieningen die jou in je studie kunnen ondersteunen. In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig
mogelijk aan je SLB-er of je studentendecaan!
Problemen en klachten
Heb je problemen die je studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat je niet precies weet waar je terecht
kunt? Bij je SLB-er of een studentendecaan ben je aan het juiste adres, zij kunnen je adviseren of
doorverwijzen. Als je klachten hebt over de bejegening door studenten of medewerkers, kun je ook een
vertrouwenspersoon inschakelen.
En ben je het niet eens met een besluit of vermoed je dat er binnen ITT of de HU een verwijtbare fout is
gemaakt? Dan kun je terecht bij het “klachtenloket”, meer informatie vind je op:
https://intranet.sharepoint.hu.nl/hud/info/klachtenwegwijzer/Pages/default.aspx
Wat verwacht de HU van jou?
Wij streven ernaar je een opleiding en studieklimaat te bieden waarin je je optimaal kunt ontplooien. We
willen niet dat dit door studenten wordt verpest door ongewenst gedrag en verwachten dan ook dat je je
aan onze interne regels houdt.
Als je een diploma haalt, moet je dat ook verdiend hebben. Fraude wordt niet getolereerd. Zeker als het
gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard,
zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding.
Lees deze gids en de studiegids op de UU site goed door, voordat je aan je studie begint. Zijn zaken niet
duidelijk of kun je iets niet vinden: kijk op Blackboard, vraag het je SLB-er, STudent Informatie Punt (STIP)
of de coördinatie van de ALPO.
We wensen je een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar,
Mede namens alle collega’s die aan jouw opleiding bijdragen,
Drs. Wichert Duyvendak
Directeur Instituut Theo Thijssen
5/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
2
2.1
Inrichting van de opleiding
Beroepssprofiel
ALPO: een samenwerking tussen HU en UU
De ALPO is in september 2008 gestart. Het onderwijs wordt in nauwe samenwerking verzorgd door
Instituut Theo Thijssen (HU) en de opleiding Onderwijskunde (UU). Dit betekent dat je als student les krijgt
binnen beide opleidingen, in verschillende gebouwen op de Uithof in Utrecht.
De hoofdlocaties zijn:

Instituut Theo Thijssen, Faculteit Educatie (HU), Padualaan 97

Martinus Langeveldgebouw, Faculteit Sociale Wetenschappen (UU), Heidelberglaan 1
In de komende jaren zal het onderwijs van de ALPO een verdere integratie ondergaan. Daarnaast wordt de
samenwerking met het werkveld uitgebreid en verstevigd. Dit gebeurt onder andere door een research
community en contacten met alumni.
2.1.1
Beroep
Als afgestudeerde aan de ALPO ben je bevoegd om te werken in het basisonderwijs, dat wil zeggen het
basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
Tevens ben je Onderwijskundige en kun je als zodanig binnen of buiten het basisonderwijs aan het werk.
2.1.2
Uitwerking van het beroepsprofiel
Binnen de ALPO word je opgeleid aan de hand van een beroepsprofiel. Binnen dit profiel zijn kerntaken en
deeltaken gedefinieerd en voorzien van indicatoren die de opbouw over vier studiejaren aangeven.
Onderleggers voor dit beroepsprofiel zijn de SBL competenties zoals die in 2004 beschreven zijn door de
Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL), de Dublin descriptoren, de kennisbases van de verschillende
domeinen binnen de pabo zoals taal, rekenen, pedagogiek/onderwijskunde, aardrijkskunde, geschiedenis,
natuur&techniek , de verschillende kunstvakken en de onderzoekslijn (in samenwerking met de
bacheloropleiding Onderwijskunde en specifiek voor de ALPO).
2.1.3
Competenties beginnende beroepsbeoefenaar
Voor de ALPO zijn de SBL competenties, Dublin descriptoren en kennisbases uitgewerkt in een
beroepsprofiel ALPO, bestaande uit kern- en deeltaken. In deze beschrijvingen, die zijn uitgewerkt in 4
opleidingsfasen, staat beschreven wat de student in zijn ontwikkeling tot startbekwaam leraar
basisonderwijs moet kennen en kunnen.
2.1.4
Vaardigheden afgestudeerde
Een startbekwaam academisch leraar beheerst de kern- en deeltaken uit het beroepsprofiel op
startbekwaam niveau en voldoet aan de eindtermen van de Bacheloropleiding Onderwijskunde (zie
studiegids UU). Daarnaast beheers je als afgestudeerde aan de ALPO de kerndelen van de kennisbases
en de profieldelen die passen bij het gekozen profiel in de hoofdfase.
In de afstudeerfase toont je aan dat je in staat bent alle taken als academisch gevormde leerkracht,
namelijk het ontwerpen van, het verzorgen van, het adviseren over en het onderzoeken van onderwijs
geïntegreerd op academisch niveau uit te voeren en hierop vanuit verschillende perspectieven diepgaand
te kunnen reflecteren. Daarnaast levert je als volwaardig teamlid een actieve bijdrage aan de
schoolontwikkeling.
6/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
2.1.5
Werkveld en functies
Eenmaal afgestudeerd kun je werken in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en voortgezet speciaal
odnerwijs. Als opleiding hebben we nauwe contacten met het werkveld via de schoolbesturen waarmee we
een partnerschap hebben.
Daarnaast kun je ook als onderwijskundige in tal van andere functies werken zoals onderwijsontwikkelaar,
onderzoeker of onderwijsadviseur. Bijzonder aan een ALPO afgestudeerde is dat deze combinatie en
integratie van opleiden ervoor zorgt dat je binnen de basisschool ook al deze rollen kunt vervullen en
daarmee een voortrekkersrol kunt vervullen.
2.2
De opleiding
2.2.1
Doel van de ALPO
Het doel van de opleiding is dat de afgestudeerden in staat zijn in de volle omvang van de dagelijkse
praktijk te functioneren als leerkracht (met kinderen in de klas, met collega’s in de school, met ouders in de
wijk enz.) en daarbij een wetenschappelijk verantwoorde bijdrage leveren aan de ontwikkeling en
verbetering van het primair onderwijs. En dat de afgestuuderden op basis van wetenschappelijke kennis
systematisch, kritisch en gefundeerd kunnen reflecteren op hun eigen professionele handelen en daar
ethische en normatieve vragen bij betrekken. De afgestudeerden vervullen een voortrekkersrol bij de
schoolontwikkeling door de in de opleiding verworven kennis en vaardigheden te delen met collegaleerkrachten en in te zetten voor de verbetering van het onderwijs, onder meer door het entameren en
uitvoeren van onderzoek in de school, het initiëren en evalueren van innovaties en het coachen van
collega’s.
De Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs is gebaseerd op drie uitgangspunten:
1. Een veelzijdige opvatting van het leraarsvak
Goed onderwijs staat of valt met de leraar. Dit oude principe blijft van kracht, maar het takenpakket van
leraren wordt steeds veelzijdiger. Waar voorheen leraren voornamelijk klassikaal moesten kunnen
lesgeven, worden tegenwoordig in toenemende mate ook andere vaardigheden van hen verwacht,
zoals het individueel begeleiden van leerlingen en het samenwerken met collega’s, ouders of externe
instanties, kennis te delen, nieuwe docenten op te leiden, het onderwijs te verbeteren of onderzoek uit
te voeren. De ALPO bereidt de student voor op de uiteenlopende taken van de moderne leraar en gaat
ervan uit dat de student de ambitie heeft om daarin expertise te verwerven. Zij richt zich daarbij op de
opleiding van leraren die in de basisschool (op termijn) een specifieke rol krijgen, bijvoorbeeld als
schoolonderzoeker, voortrekker van innovaties of coach van collega’s.
2. Een nauwe relatie tussen praktijk, theorie, reflectie en onderzoek
Een ambitieuze leraar is nooit uitgeleerd. Dit betekent in de eerste plaats dat afgestudeerden van de
ALPO kennis en vaardigheden ten aanzien van de vakinhouden op peil houden of verbeteren
(nederlands, rekenen, aardrijkskunde, etc.). Daarnaast reflecteert een afgestudeerde ALPO-student op
de onderwijspraktijk op basis van empirische gegevens en theorie, zowel wat betreft het eigen
lesgeven als de praktijk in de gehele school. Hoe verlopen de lessen? Op welke manier kunnen
leerlingen worden gestimuleerd om te leren? Hoe ontwikkelen leerlingen zich? Wanneer hebben zij
speciale begeleiding nodig? Wat kan worden verbeterd in de school? Om deze vragen te
beantwoorden, analyseert de afgestudeerde zijn eigen ervaringen, gaat hij te rade bij collega’s of
andere deskundigen, verzamelt hij systematisch gegevens en maakt hij gebruik van wetenschappelijke
inzichten uit de onderwijskunde, psychologie, pedagogiek, sociologie en organisatiekunde.
Afgestudeerden van de ALPO zijn in staat om relevante wetenschappelijke literatuur te zoeken en deze
kritisch te beoordelen en te gebruiken in de eigen les- en schoolpraktijk. Zij kunnen systematisch
onderzoek doen naar specifieke problemen en gerichte vragen, alleen of samen met collega’s binnen
en buiten de school. Het steeds verbinden van praktijk, theorie, reflectie en onderzoek zorgt ervoor dat
7/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
een afgestudeerde van de ALPO zich niet alleen als leraar blijft ontwikkelen maar ook bijdraagt aan de
ontwikkeling van de school en eventueel het beroep.
In de aard en de plaats van reflectie en onderzoek (en daarmee de betekenis van wat ‘evidence based’
of ‘research informed’ handelen wordt genoemd) verschilt de ALPO van andere initiatieven die streven
naar kwaliteitsverbetering in het (primair) onderwijs. Waar bijvoorbeeld in de excellentietrajecten van
PABO’s en de academische opleidingsscholen studenten worden opgeleid tot ‘Reflective Practitioner’,
worden de ALPO studenten opgeleid tot ‘Scientist Practitioner’. Een ‘Reflective Practitioner’ is een
leerkracht die een geordende analyse van en reflectie op zijn praktijk(kennis) gebruikt voor
aanpassingen in de eigen les- en schoolpraktijk. De theorieën en onderzoeksresultaten waarvan
gebruik wordt gemaakt zijn voornamelijk secundaire bronnen (vakliteratuur). Een ‘Scientist Practitioner’
is beter op de hoogte van relevante wetenschappelijke theorieën en raadpleegt voor verbetering van de
onderwijspraktijk actueel wetenschappelijk onderzoek (primaire bronnen) en zal meer dan een
‘Reflective Practitioner’ zelf onderzoek opzetten en uitvoeren ten dienste van de schoolorganisatie,
basisonderwijs en maatschappelijke omgeving.
3. Voorbereiding op een voortrekkersrol binnen de school
Als expert in de uiteenlopende taken van het leraarsvak is de afgestudeerde in staat een
voortrekkersrol te vervullen binnen de school waarin hij of zij komt te werken. Het verwerven van deze
expertise is een langdurig proces dat doorgaat na de opleiding, maar met de ALPO wordt een
belangrijke basis gelegd.In de verschillende leerjaren van de opleiding leert de student steeds meer
verantwoordelijkheid te nemen in de onderwijspraktijk – eerst voor zichzelf, dan voor de klas, dan voor
de individuele leerling, en uiteindelijk voor de school als geheel.
2.2.2
Uitstroomprofiel
Academisch gevormde leerkrachten:
1. beschikken over een brede vakinhoudelijke en vakdidactische kennisbasis;
2. zijn in staat om inhoudelijk, pedagogisch en didactisch adequaat te handelen op basis van relevante
wetenschappelijke kennis;
3. kunnen op basis van deze kennis systematisch, kritisch en gefundeerd nadenken over problemen die
ze tegenkomen (bij individuele kinderen, in de klas, bij de instructie, in de schoolorganisatie, in de
maatschappelijke omgeving) en op basis daarvan zo nodig hun handelen bijsturen;
4. denken ook los van actuele problemen na over mogelijke verbeteringen in de volle breedte van de
onderwijspraktijk en voeren deze zo nodig door;
5. zijn in staat om wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren ten behoeve van de
verbetering van de onderwijspraktijk;
6. kunnen door onderzoek verworven kennis middels (vak)publicaties delen met onderwijsprofessionals
binnen en buiten de eigen school;
7. nemen initiatieven ter bevordering van condities die voor verbetering van onderwijs en professionaliteit,
van zichzelf en anderen, nodig zijn;
8. blijven werken aan hun eigen professionele ontwikkeling (inclusief het uitbreiden, verdiepen,
actualiseren en preciseren van hun kennis en de benutting daarvan).
2.3
Getuigschriften
Als bewijs dat je (een deel van) de opleiding leraar basisonderwijs hebt afgerond (propedeuse of bachelor),
wordt door de examencommissie van ITT een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is
getuigschrift maar omdat wij in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma’s spreken, zullen we
in deze studiegids de term diploma gebruiken. We kennen binnen deze bacheloropleiding de volgende
diploma’s:


het propedeutisch diploma na het behalen van het propedeutisch examen;
het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen.
8/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Lees hierover meer in hoofdstuk 5 Diplomering.
Voor diplomering van de bacheloropleiding Onderwijskunde, zie OER van UU/FSW.
2.3.1
Graden en titulatuur
Als je een zogenaamde ‘degree’-opleiding bij de HU afrondt, krijg je een graad. De graad wordt namens
het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Bij een bacheloropleiding wordt de graad
Bachelor verleend als je met goed gevolg het afsluitend examen hebt afgelegd. Aan de graad wordt een
vermelding van het vakgebied, of het beroepenveld waarop de graad betrekking, heeft toegevoegd. In dit
geval is dat leraar basisonderwijs.
Het verlenen van de graad Bachelor geeft je het recht om deze, afgekort tot B (met toevoeging Ed), achter
je eigen naam te vermelden: BEd. De graad Bachelor geeft je ook het recht om een titel te voeren. In dat
geval mag je in plaats van de graadvermelding (dus niet in combinatie) de volgende titel gebruiken:
Bachelor of Education.
Informatie over de graad en titulatuur voor de opleiding Onderwijskunde kun je vinden in de OER van de
Faculteit Sociale Wetenschappen van de UU. De link naar de OER is:
http://www.uu.nl/faculty/socialsciences/NL/studenten/regelingen/Paginas/OER.aspx
2.4
Opbouw programma
Omdat je met deze studie twee opleidingen geïntegreerd doorloopt, vul je je profileringsruimte in de ene
opleiding in met onderdelen van de andere opleiding. Daarnaast loop je al vanaf het begin van je studie
stage in het primair onderwijs. Op deze manier voldoe je na vier jaar aan de eisen voor een
bachelordiploma Onderwijskunde en ben je tevens bevoegd als leraar primair onderwijs. Binnen de hele
opleiding wordt voortdurend gestreefd naar een optimale wisselwerking tussen theorie, praktijk en reflectie.
Omdat het curriculum van de ALPO gekenmerkt wordt door integratie van theorie en praktijk is het niet
mogelijk om het studieprogramma te spreiden, bijvoorbeeld alle Onderwijskundecursussen in het eerste
jaar en de overige cursussen het jaar erna. In uitzonderlijke gevallen kan gekeken worden of er van deze
regel afgeweken kan worden.
Jaar 1
Het eerste jaar bestaat uit een breed inleidend jaar waarbij het veelzijdige leraarsvak centraal staat. Je
komt bijvoorbeeld in aanraking met didactiek binnen vakken als taal- en rekenonderwijs, je verdiept je in
kennis over de ontwikkeling van kinderen, je doet onderzoek en je ontwikkelt lesmateriaal. Daarnaast loop
je vanaf het begin stage in verschillende groepen van de basisschool om je te oriënteren op de
beroepspraktijk van leraar primair onderwijs. Ook oefen je met academische en sociaal-communicatieve
vaardigheden: analytisch en systematisch denken, eigen ideeën ontwikkelen, teksten schrijven,
presenteren en in teamverband werken.
Jaar 2
In het tweede jaar volg je verdiepende cursussen op het gebied van leerprocessen, didactiek en
ontwikkeling van lesmateriaal. Daarnaast komt de school in de maatschappij centraal te staan. Er wordt
ingegaan op de geschiedenis van onderwijs en opvoeding en de maatschappelijke processen en
problemen waarmee een school te maken heeft. Je bekwaamt je verder in het doen van onderzoek en je
zult daarnaast veel bezig zijn met het opdoen van ervaringen in de praktijk. De oriëntatie op pedagogisch,
didactisch en vakspecifiek handelingsrepertoire is je focus.
Jaar 3
In het derde jaar staan de verschillen tussen kinderen centraal. De student verdiept zich verder in de
sociaal-cognitieve ontwikkeling van het kind en krijgt onderwijs over eventuele beperkingen, leer-, gedragsof sociaal-emotionele problemen bij kinderen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan reflectie en
onderzoek op gevorderd niveau. Tijdens de stage onderzoekt de student met behulp van de opgedane
9/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
kennis en onderzoeksvaardigheden specifieke, orthopedagogische ontwikkelingsvragen bij kinderen in de
praktijk. In het eerste semester wordt stage gelopen in het speciaal onderwijs.
Jaar 4
In het vierde jaar staat de school als organisatie in ontwikkeling centraal. De student volgt cursussen op
gevorderd niveau en besteedt daarnaast een kwart van het jaar aan de bachelorthesis. De student voert
dan zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek uit over een voor de stageschool relevant onderwerp
waarbij de theorie uit de voorgaande jaren wordt toepast, en daarover wordt gerapporteerd in de vorm van
een wetenschappelijk artikel. Een ander groot deel van het jaar besteed de student aan de afstudeerstage
op een basisschool waarin de student alle taken van een leerkracht uitvoert. Deze stage sluit de student af
wanneer de stageschool en de opleiding de student bekwaam achten als professional om te gaan met
kinderen, de school en de omgeving.
2.4.1
Studeren in het buitenland
Studenten hebben de mogelijkheid om in het vierde jaar van de studie voor een korte periode (ongeveer 6
weken) naar het buitenland te gaan (maart-april). Studenten krijgen de mogelijkheid om in het buitenland
praktijkervaring op te doen. Het buitenlandverblijf wordt gecombineerd met het schrijven van de
bachelorthesis. Voor de praktijk in het vierde jaar betekent dit dat de student de afstudeerstage afrondt in
blok 3 (15 ec) en de overige 3 ec invult door middel van onderwijsactiviteiten in het buitenland. Als je van
deze mogelijkheid gebruik wilt maken, moet de student een jaar van tevoren hierover contact opnemen
met de SLB-er en de coördinator werkplekleren.
Er geldt wel een aantal voorwaarden voor een verblijf in het buitenland:





de student moet in overleg treden met de HU. De HU moet toestemming geven voor vertrek naar
het buitenland aangezien een deel van die praktijkperiode in het buitenland wordt doorgebracht;
de student moet de taal van het land waar hij/zij graag heen wil goed beheersen;
de student moet zich de extra inspanningen die het vertrek vergt, kunnen permitteren;
er moet sprake zijn van een geschikt praktijkadres in het buitenland;
de school moet relevant zijn voor een ALPO-student.
Meer informatie over beurzen is te verkrijgen via het International Office op www.io.hu.nl bij Internships en
Grants & Scholarships of neem contact op met Eliane van Herwaarden (Eliane.van [email protected]).
Daarnaast is www.wilweg.nl een goede informatiebron met o.a. handige stagesites en een checklist.
2.5
Onderwijskenmerken
Studenten van de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs worden opgeleid tot bachelors met
een onderzoekende en lerende attitude en vaardigheid, die kunnen nadenken over de grondslagen van het
vak, in staat zijn te reflecteren op het eigen professionele handelen en oog hebben voor ethische en
normatieve vragen.
Tijdens de opleiding leert de student zowel theoretisch als praktisch relevante vraagstukken te
onderkennen, te formuleren en op te lossen. Dit gebeurt door het toepassen en combineren van bestaande
kennis, en door nieuwe kennis te ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek.
De creatieve en kritische omgang met kennis, begrippen en methoden staat centraal. Vandaar dat
academische vaardigheden een belangrijk onderdeel van de opleiding vormen.
Academische vaardigheden
Studenten van ALPO worden opgeleid tot bachelors met een onderzoekende en lerende attitude en
vaardigheid, die kunnen nadenken over de grondslagen van het vak, in staat zijn te reflecteren op het
eigen professionele handelen en oog hebben voor ethische en normatieve vragen.
Tijdens de opleiding leert de student zowel theoretisch als praktisch relevante vraagstukken te
onderkennen, te formuleren en op te lossen. Dit gebeurt door het toepassen en combineren van bestaande
kennis, en door nieuwe kennis te ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek.
10/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
De creatieve en kritische omgang met kennis, begrippen en methoden staat centraal. Vandaar dat
academische vaardigheden een belangrijk onderdeel van de opleiding vormen.
Reflectie
In opleidingen voor beroepen waarin interactie met volwassenen of kinderen een grote rol speelt, is leren
reflecteren een noodzakelijk element. Dat is nodig omdat het gaat om complexe beroepen waarin de
student alleen geleidelijk kan groeien en waarin de student als persoon zelf het voornaamste instrument is.
Reflecteren is een onmisbaar middel om te leren en jezelf als (aankomend) beroepsbeoefenaar verder te
ontwikkelen.
De student leert gedurende de opleiding vanuit verschillende perspectieven te reflecteren op verschillende
vormen van kennis, op zichzelf (eigen handelen, ervaringen, ontwikkeling) en op de praktijk. In een aantal
cursussen komt reflecteren expliciet aan de orde, in de vorm van theorieën over reflecteren en/of oefenen
met reflecteren.
Ook in de specifieke context van de schoolpraktijk, waarin de student één of meer dagen per week werkt
en leert, kan de student oefenen met reflecteren.
Toetsing
Toetsing en beoordeling dienen om na te gaan in hoeverre de leerdoelen van de afzonderlijke cursussen
en de eindtermen van de opleiding als geheel worden bereikt. Dit is van belang voor studenten, docenten,
opleidingsmanagement en afnemend beroepenveld. De opleiding ziet de toetsing en beoordeling als
integraal onderdeel van het totale onderwijsleerproces.
De vorm en inhoud van de toetsing hebben vaak veel invloed op de manier waarop studenten studeren en
leren. Studenten behoren vooraf voldoende inzicht te verkrijgen in wat bij de toetsing wordt verwacht.
De opleiding hanteert een diversiteit aan toetsvormen, deels vanwege de verschillende soorten leerdoelen
die om verschillende toetsvormen vragen, deels om in te spelen op verschillen tussen studenten zodat zij
gelijke kansen krijgen om te laten zien wat ze weten en kunnen, en tenslotte ook als voorbeeld voor de
gevarieerde toetspraktijk die de studenten in hun eigen onderwijspraktijk kunnen gaan realiseren.
Begeleiding
Om de student zo goed mogelijk te ondersteunen in zijn professionele academische ontwikkeling in en
rond de praktijk en de studievoortgang worden zij gedurende de gehele opleiding begeleid door SLB-ers.
Deze SLB-ers zijn docenten binnen de ALPO.
Gedurende het studiejaar vindt een aantal bijeenkomsten plaats. In alle bijeenkomsten staat het
beroepsprofiel van de ALPO-student, waarin de kern- en deeltaken worden beschreven, centraal. In de
bijeenkomsten wordt de student ondersteund bij de ontwikkeling in de verschillende rollen van de
academisch gevormde leerkracht (ontwerpen van, onderzoeken van, adviseren over en uitvoeren van
onderwijs) en de kern- en deeltaken van het beroepsprofiel.
Zo wordt de student begeleid in het koppelen van theorie, praktijk en persoon. Hierbij speelt diepgaande,
kritische, systematische reflectie een belangrijke rol, omdat deze academische reflectie de student steeds
beter in staat stelt zijn eigen ontwikkeling te monitoren en te sturen.
Evalueren van het onderwijs
Studenten van de ALPO worden op verschillende manieren betrokken bij de evaluatie van het onderwijs.
Via het evaluatieformulier aan het eind van een tentamen of cursus kun je vragen en/of opmerkingen over
die cursus noteren. Ook kun je na elke periode de betreffende cursussen mondeling evalueren tijdens een
van de panelgesprekken. Deze gesprekken worden georganiseerd door de Onderwijsadviescommissie
(OAC) van de ALPO ([email protected]). Tijdens deze gesprekken zijn ook docenten aanwezig. De OAC
stelt naar aanleiding van deze gesprekken een verslag op dat gedeeld wordt met de coördinatie van de
ALPO, de betreffende docenten en de studenten.
11/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
2.6
Examencommissie
2.6.1
Instelling en benoeming
Iedere opleiding van de HU heeft een examencommissie, die is georganiseerd op instituuts- of
faculteitsniveau. Een examencommissie ziet toe op de kwaliteit van toetsing en is de instantie die het
diploma uitreikt. De examencommissie is onafhankelijk in haar oordeelsvorming ten opzichte van het
management van een opleiding.
Voor studenten van de ALPO geldt dat zij met twee examencommies te maken hebben. Onderwijs dat
ingebracht en verzorgd wordt door HU/ITT valt onder de examencommissie Instituut Theo Thijssen. Een
overzicht van dit onderwijs is opgenomen in hoofdstuk 3 Opleidingsstructuur en cursussen
De examencommissie Instituut Theo Thijssen is onderdeel van het College voor Examens FE (CVE-FE)
het orgaan waarin alle examencommissies op de faculteit Educatie van de HU zitting hebben. Het CVE-FE
waarborgt op faculteitsniveau de kwaliteit aangaande toetsen en beoordelen en werkt toe naar uniformiteit
in uitvoering om zo de rechtsgelijkheid voor studenten te kunnen garanderen binnen de FE.
In het Reglement Examencommissies FE, versie 2014-2015 zijn de kaders gesteld waarbinnen het College
voor Examens en de examencommissies per instituut hun wettelijke taak uitvoeren. Deze commissie
neemt in de uitvoering van wet- en regelgeving (zie: OER-HU 2014-2015 bacheloropleidingen) zelfstandig
besluiten.
Binnen de faculteit Educatie wordt er voor en door alle examencommissies gewerkt met één website,
waarin alle verzoeken en vragen worden ingebracht. Je vindt daar ook alle belangrijke informatie en
formulieren die je nodig hebt om verzoeken in te dienen. Via deze site worden verzoeken ook beantwoord
door de commissie aan de student. De examencommissie Instituut Theo Thijssen is te bereiken via de
Sharepointwebsite: www.examencommissiefe.hu.nl.
Onderwijs dat ingebracht en verzorgd wordt door UU/Onderwijskunde valt onder de examencommissie van
de UU/FSW (zie OER UU/FSW http://www.uu.nl/SiteCollectionImages/Ba-OER%202013-2014.pdf )
2.6.2
Samenstelling
Op 01-10-2014 benoemt de faculteitsdirectie nieuwe leden of herbenoemt zij (alle of sommige) zittende
leden. Raadpleeg de website www.examencommissiefe.hu.nl voor de actuele samenstelling van de
examencommissie.
Het College voor Examens FE heeft twee ambtelijk secretarissen, die bereikbaar zijn via de telefoon (0884817622) en het e-mailadres: [email protected]; dit nummer en/of e-mailadres kan ook worden
gebruikt voor spoedgevallen.
2.6.3
Taken en bevoegdheden
De taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van de OER-HU
bacheloropleidingen en in het (facultair) Reglement Examencommissies HU: (Reglement
Examencommissies FE, 2014-2015).
De examencommissie ziet er onder andere op toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs, de
tentamens en examens, zoals opgenomen in de OER-HU bacheloropleidingen en studiegidsen, op
correcte wijze worden nageleefd. Daarnaast waarborgt de examencommissie de kwaliteit van de
tentamens en de examens, adviseert ze bij het vaststellen van toetsbeleid, wijst de commissie
examinatoren aan, verleent ze vrijstellingen en reikt ze studieadviezen en diploma’s uit.
Naast de kaderstelling in eerder genoemde reglementen, kan de examencommissie bijkomende regels
vaststellen ten aanzien van:
12/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015





de gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamenreglement);
de surveillance bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie);
de gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamenprotocol);
het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen);
het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure), waaronder het ongeldig verklaren
van tentamenresultaten.
Het College voor Examens FE (CVE-FE) vergadert tweewekelijks; de verschillende examencommissies
komen wekelijks of tweewekelijks bijeen voor overleg. De vergaderingen zijn niet openbaar. Zowel het
CVE-FE als de examencommissies per instituut archiveren documenten aangaande hun werkzaamheden.
Verzoeken lopen via de website en notulen en documenten worden bewaard.
Zie ook het Reglement Examencommissies FE van 2014-2015 voor werkwijze en kaders aangaande
besluitvorming.
Voor dringende zaken kan contact op worden genomen met de ambtelijk secretarissen via het
telefoonnummer 088-4817622 of het e-mailadres: [email protected].
De bereikbaarheid van de examencommissies tijdens vakantieverlof wordt vermeld op de website van de
examencommissie.
De Examencommissie heeft op grond van artikel 7.12b lid 1 sub a WHW de taak de kwaliteit van de
examens en tentamens te borgen. Op grond van art. 7.12b lid 1 sub b WHW kan de Examencommissie
richtlijnen en aanwijzingen vaststellen ten aanzien van de uitslag van tentamens. Als daarvoor goede
gronden zijn (bijv. fraude) kan de Examencommissie tentamenresultaten ongeldig verklaren.
2.6.4
Verzoekschrift
De docenten/examinatoren en de examencommissie voeren de regels van de OER-HU
bacheloropleidingen en de studiegids uit. Als de student vindt dat er voor zijn situatie een uitzondering
moet worden gemaakt op deze regels, bijvoorbeeld een extra tentamenkans of een afwijkend
examenprogramma, dan kan hij een verzoekschrift indienen bij de examencommissie. Om deel te kunnen
nemen aan een bepaalde tentamenweek dient het verzoek tijdig ingediend te worden. Daarbij dient
rekening gehouden te worden met drie weken behandeltermijn van de examencommissie en twee weken
verwerking door de toetsorganisatie.
De examencommissie van de FE heeft een SharePoint informatiesite, met een speciale pagina om online
verzoeken in te dienen. Op deze informatiesite vind je alle actuele informatie over wet- en regelgeving en
procedures. Ook wordt op deze site uitleg gegeven over de verschillende onderwerpen waarvoor je een
verzoek bij de examencommissie kunt indienen. De examencommissie nodigt je uit om online via
SharePoint een verzoek in te dienen. www.examencommissiefe.hu.nl.
Er is verschil tussen een verzoek en een bezwaar- of beroepschrift. Een verzoek dien je in als je een
(bijzonder) besluit van de examencommissie wilt krijgen.
Als je het niet eens bent met het besluit van de examencommissie, dan kun je een bezwaar indienen (en in
beroep gaan). Dat laatste werkt als volgt:

Je dient binnen twee weken (de bezwaartermijn) nadat je het besluit van de examencommissie
hebt ontvangen, direct bij de examencommissie of via het facultair loket rechtsbescherming, een
bezwaarschrift in.

Als hoofdregel geldt dat de examencommissie binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar
een besluit moet nemen.

Als je het niet eens bent met het besluit op bezwaar, bestaat er de mogelijkheid om daartegen in
beroep te gaan. Dit doe je bij het HU Loket Rechtsbescherming Studenten. Een beroep wordt
behandeld door het College van Beroep voor de Examens. De beroepstermijn bedraagt zes
weken nadat je het besluit op bezwaar van de examencommissie hebt ontvangen.
Zie voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift of een beroepschrift hoofdstuk 7 of kijk
op www.klachtenwegwijzer.hu.nl. Het is aan te bevelen om advies in te winnen bij de studentendecaan
13/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
2.7
Voorzieningen
2.7.1
Begeleiding
Als HU-student heb je recht op studieloopbaanbegeleiding (SLB). Binnen de ALPO zijn docenten van de
HU en UU aangewezen als studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Zij fungeren als spil tussen jou als student
en je opleiding. Je kunt bij je SLB-er terecht met vragen en problemen die betrekking hebben op je studie.
Als je een waarschuwend tussentijds studieadvies hebt ontvangen adviseren we je om samen met je SLBer een studieplan op te stellen.
De SLB is het proces waarin je je eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen.
Doel van de SLB is dat de SLB-er je optimaal ondersteunt in het maken van een juiste studiekeuze, keuzes
binnen de studieloopbaan en het succesvol afronden van de studie:
SLB op de HU-ALPO gaat over:

advisering bij de studievoortgang en studieplanning;

verwijzing naar andere begeleiders, zoals de studentendecanen of ondersteuners voor het
onbelemmerd studeren.
De begeleiding vindt plaats door middel van groepsbijeenkomsten en soms individuele gesprekken.
Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de SLB geleidelijk afnemen.
De gesprekken die je met de SLB-er voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die je hebt opgedaan in
projecten, lessen, practica, opdrachten, bedrijfsbezoeken en werkplekleren. In deze gesprekken leer je
verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijg je een beeld van wat je met de
opleiding wil, en welke rol je binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trek je conclusies en
formuleer je vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak.
Een ander onderdeel van studentbegeleiding vormt het persoonlijk studieplan dat je samen met de SLB-er
opstelt als er sprake is van een studieachterstand. In dit studieplan ligt de prioriteit bij het op efficiënte wijze
wegwerken van studieachterstand om (verdere) studievertraging te voorkomen.
2.8
ICT Faciliteiten
ALPO studenten maken zowel gebruik van ICT-faciliteiten die de HU als de UU biedt. Voor de HU geldt dat
je altijd inlogt met je e-mailadres en je wachtwoord. Je krijgt je wachtwoord en HU e-mailadres via e-mail,
kort voordat je met je studie start. Je kunt hiermee de volgende faciliteiten gebruiken:












je eigen HU e-mailadres (via mymail.hu.nl);
de computers op de HU;
het draadloze netwerk Eduroam; www.eduroam.nl. (dit draadloze netwerk kun je gebruiken
binnen HU-gebouwen.) Je kunt een app gebruiken voor de hotspots van Eduroam, namelijk
Layar. Deze app werkt op zowel android als smartphones;
de online catalogus van de bibliotheek (www.catalogus.hu.nl);
het intranet van de HU (sharepoint.hu.nl);
je eigen ruimte om bestanden op te slaan (op SharePoint via je opleidingsintranet en op je
MySite);
OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl);
Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kun je met korting hard- en software kopen;
met Lync kun je chatten, kijken of een docent beschikbaar is en online vergaderen;
www.ruimtereserveren.hu.nl Via deze site kan je (project)ruimtes reserveren binnen jouw faculteit.
als je er niet uitkomt, kun je terecht bij de servicebalie van jouw faculteit;
vragen kun je ook stellen aan de Centrale Service Desk. Deze is bereikbaar op (088) 4816666, op
werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur. Mail kan ook: [email protected];
14/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Blackboard
De studieomgeving van de ALPO is Blackboard, dat gangbaar is binnen de UU. Je logt hierop in met het
account dat je verkregen hebt van de UU. Studieinformatie, cursushandleidingen en aanvullende informatie
worden via Blackboard verstrekt.
Grote bestanden versturen
Het is vaak lastig om grote bestanden te versturen: mailboxen zijn snel vol. Met FileSender kun je snel,
veilig en eenvoudig grote bestanden naar elkaar sturen. Het is veilig en gratis. Je hoeft je niet te
registreren. Je meldt je direct aan met je HU-account en wachtwoord.
Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen vind je op de site van ICT
(www.ict.hu.nl).
2.8.1
E-mail
Je hebt de beschikking over je eigen HU e-mailadres, dit loopt via Office 365. Daarmee biedt de HU e-mail
en Microsoft applicaties aan ‘in the cloud’ (online).
Beschikking over Microsoft Outlook (e-mail), betekent:
- veel opslagruimte: 25 Gb;
- je e-mail is beschikbaar op alle mobile devices;
- je kunt gebruik maken van de functionaliteit ‘agenda’ en deze delen met medestudenten;
- de roosterfunctionaliteit kun je te koppelen aan de agenda, via mytimetable.hu.nl.
Beschikking over online Microsoft Office applicaties betekent:
je kunt de applicatie Lync gebruiken; met Lync kun je chatten, kijken of een docent beschikbaar
is en online vergaderen;
‘Any time’ en met ‘any device’ gebruik maken van bovenstaande applicaties.
Je studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel waarmee je op de hoogte blijft van actuele
informatie over je opleiding. De opleiding communiceert in geval van mail alleen via je HU-mailadres. Via
mymail.hu.nl kom je in je mailbox. Je kunt inloggen met je e-mailadres en wachtwoord. Het is jouw
verantwoordelijkheid om je HU-mailbox regelmatig te bekijken. Krijg je je HU-mails liever op je privémailadres? Dan kun je je HU-mail automatisch laten doorsturen.
2.8.2
OSIRIS Student
In OSIRIS registreert de HU jouw NAW-gegevens, cijfers en (deel)tentameninschrijvingen.
Je kunt zelf inloggen in OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Hier kun je:

Je cijfers inzien
Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 15 (deel)tentamens hebt gehaald.
Je kunt ook kijken hoe het (deel)tentamen gemiddeld gemaakt is. Wil je al jouw resultaten uit het
huidige studiejaar zien? Kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht
van de resultaten die je tijdens je volledige studie hebt gehaald. Je kunt zelf bepalen of je alles
wilt zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. Je moet zelf je cijfers controleren
zodra ze online staan. Mogelijke fouten moet je altijd, binnen vier weken nadat het cijfer in OSIRIS
gezet is, melden. Dit doe je bij de examinator die bij het cijfer vermeld staat of bij de
examencommissie.

Je studievoortgang bekijken
Wil je weten welke vakken je nog moet volgen om te kunnen afstuderen? Ga dan naar het tabblad
Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geef je aan
dat je ‘Nog te volgen onderwijs’ wilt zien.
15/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015

Vrijstellingen aanvragen
ALPO studenten kunnen slechts bij hoge uitzondering een vrijstelling ontvangen. Vermoed je
recht te hebben op een vrijstelling dan kun je contact opnemen met de coördinatie van de ALPO.

Tentamen- en cursusinformatie vinden
Je vindt in OSIRIS Informatie over (deel)tentamens, cursussen, minors en keuzecursussen en
hoe je hiervoor moet inschrijven.

Je inschrijven voor cursussen en tentamens
Via het tabblad Inschrijven kun je via een eenvoudige wizard kiezen of je je wilt inschrijven voor
een cursus of (deel)tentamen.

Een overzicht vinden van je inschrijvingen
Wil je weten voor welke cursussen en (deel)tentamens je bent ingeschreven? Kijk dan bij het
tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de
cursussen en (deel)tentamens zien die op dit moment of in de toekomst gegeven worden.

Checken of je bent ingeschreven
Soms denk je dat je je correct hebt ingeschreven voor een cursus of (deel)tentamen, maar is jouw
inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijg je na iedere
inschrijving een bevestiging van je inschrijving op je HU-e-mailadres. Controleer altijd of je dit
bericht hebt ontvangen en bewaar het goed.

Je uitschrijven voor cursussen en tentamens
Ben je ingeschreven voor een cursus of een (deel)tentamen en wens je hiervoor uitgeschreven te
worden? Klik dan op het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of (deel)tentamens)
aan waarvoor je je wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. Je kunt je alleen uitschrijven voor een
cursus of (deel)tentamen binnen een bepaalde periode. Wanneer je je uitschrijft voor een cursus
of (deel)tentamen ontvang je een bevestigingsmail. Bewaar deze goed.

Je personalia wijzigen
Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen en een (nieuwe) pasfoto uploaden. Deze
pasfoto wordt gebruikt voor de collegekaart die je jaarlijks opgestuurd krijgt. Staan er onjuistheden
bij het scherm personalia? Neem dan contact op met Bureau Inschrijving.

Je aanmelden om een e-mail te krijgen als je cijfer binnen is
Als je op de link Aanvullende informatie klikt, kun je jezelf aanmelden om een e-mailbericht te
krijgen als er een cijfer is ingevoerd in OSIRIS. Hiervoor moet je ‘E-mail resultaten’ op
‘Aangemeld’ zetten.
2.8.3
Wachtwoord
Na verloop van tijd verloopt je HU-wachtwoord. Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw
wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de HU. Vanuit huis kun je jouw wachtwoord
wijzigen via www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord moet uit acht karakters bestaan en zowel
letters als cijfers bevatten. Via de website kun je ook je wachtwoord resetten als je het vergeten bent. Je
krijgt dan via je eigen HU e-mailadres een code waarmee je je wachtwoord kunt wijzigen.
Let op: sommige opleidingen gebruiken programma’s waarvoor je een ander wachtwoord nodig hebt.
Heb je vragen over je wachtwoord? Ga dan naar je studenteninformatiebalie of kijk op de website
www.ict.hu.nl.
16/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
2.8.4
Informatiebeveiliging en privacy
De HU vindt het erg belangrijk om informatie goed te beveiligen, om deze tegen misbruik te beschermen.
Daarom zijn er een aantal regels voor het gebruik van de computers en het netwerk op de HU: de ICTgedragsregels (zie www.reglementen.hu.nl). We verwachten dat je deze regels kent en dat je je eraan
houdt. We verwachten bijvoorbeeld van je dat je:



de pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achterlaat;
je wachtwoord niet aan anderen geeft;
brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer ophaalt.
Vragen en/of opmerkingen op het gebied van vertrouwelijkheid kun je e-mailen aan
[email protected].
Daarnaast heeft de HU een privacyreglement op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. In dit
reglement staat onder meer welke informatie vertrouwelijk is en met welke regels je rekening moet houden
als je deze gegevens gebruikt. Op de site www.ict.hu.nl lees je meer hierover.
2.8.5
Registratie studievoortgang
Je studieresultaten worden geregistreerd in OSIRIS. Je studievoortgang wordt uitgedrukt in EC volgens het
European Credit Transfer System (ECTS). Wanneer je voor een cursus in de eindbeoordeling een
voldoende resultaat krijgt, worden de bijbehorende EC in OSIRIS ingevoerd. Voor deeltentamens krijg je
geen EC’s.
Loop je achter met het halen van je EC’s? Dan adviseren we je om contact op te nemen met je SLB-er.
Samen kunnen jullie bekijken hoe het komt dat je een achterstand hebt opgelopen en of (en hoe) je daar
iets aan kunt doen. Daarnaast kun je altijd contact opnemen met je studentendecaan. Het is vooral
belangrijk om dat te doen als de studieachterstand ontstaan is door bijzondere omstandigheden
(bijvoorbeeld ziekte). Je SLB-er en studentendecaan kunnen je adviseren over mogelijke voorzieningen.
2.8.6
Studenteninformatiepunt (STIP FE)
Alle vragen die te maken hebben met studeren aan één van de opleidingen van Instituut Archimedes,
Instituut Theo Thijssen en Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies stel je bij STIP FE. Deze facultaire
vraagbaak voor alle studenten is te vinden op de eerste verdieping (ruimte 1.031). Ga erheen voor je
vragen over inschrijven, studievoortgang, afstuderen en uitschrijven.
STIP FE is open in lesweken van maandag tot en met donderdag van 08.30 uur tot 18.30 uur en vrijdag
van 08.30 uur tot 17.00 uur. In vakantieweken is STIP FE op maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot
14.00 uur geopend.
Je kunt je vragen ook mailen naar STIP FE via [email protected]. Je krijgt binnen drie werkdagen antwoord.
STIP FE is telefonisch te bereiken: (088) 481 71 51 van 10.00 uur tot 16.00 uur in normale lesweken en
van 10.00 uur tot 14.00 uur in vakantieweken.
De website van STIP FE www.stip.fe.hu.nl geeft een handig overzicht met alle onderwerpen waar
studenten vragen over hebben.
Centrum voor werkplekleren
Het Centrum voor werkplekleren verzorgt de organisatie van het praktijkleren. Adreswijzigingen,
ziekmeldingen of als je stopt met de opleiding: dat alles geef je door aan het centrum voor werkplekleren.
Het centrum voor werkplekleren zit in kamer 6.085, Padualaan 97 in Utrecht. De openingstijden van het
centrum voor werkplekleren zijn aangegeven bij kamer 6.085, telefoon: 088 481 7173.
17/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Wijze van communiceren
Alle medewerkers, docenten, coördinatoren en medestudenten zijn te bereiken via Outlook.
Het e-mailadres van ITT-medewerkers is als volgt te reconstrueren
[email protected]. Voor studenten is dit
[email protected].
Alle docenten hebben een smartphone. De toestelnummers staan achter de namen van de docenten en
bestaat altijd uit vier getallen bijvoorbeeld 7186: dat is voor intern gebruik. Wie van buiten belt voegt daar
(088) 481 aan toe.
Mededelingen over lessen en toetsen worden via je opleidingsintranet bekendgemaakt en indien mogelijk
ook via je studentenmail. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekendgemaakt. De
HU verwacht dat je postadres bij de studentenadministratie klopt en dat je regelmatig je e-mailbox van je
HU-account leest zodat je goed geïnformeerd bent over (student)zaken binnen de HU.
Roosters en roosterwijzigingen vind je op de roostersite: www.roosters.hu.nl.
Mededelingen van de opleiding: https://intranet.sharepoint.hu.nl/FE/Theo_Thijssen/Pages/default.aspx
2.8.7
Opleidingscommissie
Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. Voor de ALPO is er een gezamenlijke opleidingscommissie
voor de pabo en de opleiding onderwijskunde: de Opleidings Advies Commissie (OAC). De commissie is
een adviesorgaan van het opleidingsmanagement ten aanzien van studenttevredenheid, de inhoud van het
onderwijs, de studiebegeleiding die wordt aangeboden en de praktijkcomponent van een opleiding. In de
opleidingsadviescommissie zitten studenten, zij hebben regulier overleg met docenten en management.
Als je een goed idee hebt voor de verbetering van jouw opleiding, laat het dan vooral weten aan de OAC.
2.9
Contactgegevens opleiding
Ruimte
Telefoonnummer
E-mailadres
Alarmnummer
(088) 481 77 00
Studenten informatiepunt FE 1.031
(Utrecht)
(STIP FE)
(088) 481 71 51
[email protected]
5.089
5.091
5.093
5.095
5.097
(Utrecht)
(088) 481 74 64
(088) 481 71 08
(088) 481 71 07
(088) 481 73 44
(088) 481 71 60
(Utrecht)
[email protected]
(Utrecht)
C5.48
(Amersfoort)
(088) 481 24 32
(Amersfoort)
[email protected]
(Amersfoort)
7.001
(Utrecht)
(088) 481 71 25
(Utrecht)
[email protected]
(Utrecht)
1e verdieping
(Amersfoort)
(088) 481 27 42
(Amersfoort)
[email protected]
(Amersfoort)
1.013
(Utrecht)
(088) 481 66 66
(beide locaties)
[email protected]
(Utrecht)
Studentendecanaat
Mediatheek
ICT-steunpunt
ITT Opleidingscommissie
C 1.50
(Amersfoort)
[email protected]
(Amersfoort)
Utrecht
Amersfoort
[email protected].
18/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Adressen
Instituut Theo Thijssen
Lerarenopleiding basisonderwijs
Postadres ITTU:
Postbus 14007
3508 SB Utrecht
Bezoekadres ITTU:
Padualaan 97
3584 CH Utrecht
Telefoonnummers
Telefoonnummer ITTU: 088 481 71 77
Doorkiesnummer ITT: 088 481 + toestelnummer achter naam
Managementteam ITT
Dhr. drs. Wichert Duyvendak (instituutsdirecteur )
Mw. drs. Louella Rooijer (opleidingsmanager)
Dhr. drs. Matthijs Brouwer (opleidingsmanager)
Telefoonnummer
088 481 8603
088 481 7177
088 481 2007
Secretariaat Examencommissie ITT
[email protected]
Opleidingssecretariaat ITT
088 481 7177
Centrum voor Werkplekleren
[email protected]
Dhr. Paul Maasen (coördinator) - Utrecht
088 481 7173
088 481 7175
Medewerkers
In Outlook vind je een lijst met telefoonnummers van docenten. De meeste docenten zijn per mail of mobiel
bereikbaar. Op de Sharepoint-pagina van je instituut, onder het linkje ‘wegwijzer’, vind je het ‘smoelenboek
ITT’. Tevens zie je op elke Sharepoint-pagina een zoekfunctie waarmee je informatie kunt vinden over
docenten (medewerkers), studenten en sharepoint.
19/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
3
Opleidingsstructuur en cursussen
De opleiding bestaat uit twee studiefases de propedeutische fase en de hoofdfase.
De opleiding begint met een propedeutische fase van een jaar. Deze fase sluit je af met het behalen van
een propedeutisch diploma PABO. Na de propedeuse volgt de hoofdfase van drie jaar. Deze fase sluit je af
met het behalen van het bachelordiploma leraar primair onderwijs (PABO) van de Hogeschool Utrecht en
het bachelordiploma Onderwijskunde van de Universiteit Utrecht.
De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een studielast van 60 EC
per studiejaar als uitgangspunt genomen, oftewel 1680 uur. De totale studielast van de opleiding
(onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 EC.
De verdeling van de studielast voor de ALPO wordt duidelijk in onderstaand schema:
Opleiding
ALPO
Propedeuse (60 EC)
Hoofdfase (180 EC)
Duur
Totaal EC
(Studielast)
4 jaar
240 EC
EC’s worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen
en/of de opdracht. Als er deeltentamens worden afgenomen, krijg je de bijbehorende EC’s pas als je alle
deeltentamens van een cursus hebt afgelegd en deze gezamenlijk tot een voldoende resultaat leiden.
LET OP: Verslagen en opdrachten (anders dan de schriftelijke tentamens en presentaties) dienen altijd
via Blackboard ingeleverd te worden in de daarvoor bestemde inleverboxen. Hier wordt
gecontroleerd op plagiaat en wordt je uitwerking gearchiveerd. Je kunt alleen een cijfer in Osiris
toegekend krijgen als je werk via deze route is ingeleverd.
Lever je je verslag of opdracht in opdracht van de docent ook via STIP in? Dan zorg je ervoor dat
de schriftelijke en digitale versie hetzelfde zijn en geeft dat aan op het ALPO voorblad.
3.1
Cursussen
Binnen de ALPO wordt onderwijs ingebracht en verzorgd door HU en UU. Bij aanvragen of meldingen over
dit onderwijs dient de student zich te melden tot de betreffende examencommissie. Onderstaand een
overzicht van de vier studiejaren ALPO-onderwijs.
JAAR 1: Oriëntatie op het leraarsvak en onderwijskundige achtergronden
Op
diploma:
HU
Verzorgd
door:
Periode
Code
Titel
EC
UU
X
HU
X
HU
ACD
X
HU
ABD
X
HU
ABD
X
HU
BCD
HU
BCD
HU
A
OTP‐D‐ALPED41
Inleiding in lesgeven en reflecteren
2
HU
A
OTM‐D‐KUN41
Proeve van kunstvakken
2
A
OTM‐D‐ALSCH41
Inleiding in schrijfvaardigheid op bord
en papier
A
OTU-D-ALION41
Inleiding in de onderwijskunde
B
OTW-D-ALWER41
Didactiek van geschiedenis,
aardrijkskunde en natuuronderwijs
X
X
Opmerkingen
X
X
X
CITO
HU
X
X
X
X
UU
HU
OTA-D-ALIST41*
Taal*
Geoormerkte cursus
Rekenen*
Geoormerkte cursus
Aardrijksunde*
Geoormerkte cursus
Geschiedenis*
Geoormerkte cursus
Natuur en techniek*
1
Geoormerkte cursus
1
7,5
3
20/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
X
X
X
X
X
HU
UU
HU
B
OTI-D-ALREK41
Rekenen in de bovenbouw
B
ODU‐D‐ALONT41
Ontwerpen van leeromgevingen
7,5
AB
OTA-D-ALPRK41
Praktijk 1
3,5
AB
Praktijkopdrachten vanuit de vakken:
X
HU
A
- Opdracht PED41
X
HU
A
- Opdracht KUN41
X
HU
A
X
HU
B
X
HU
B
- Opdracht WER41 (AAR)
X
HU
B
- Opdracht WER41 (GES)
X
- Opdracht SCH41
OTA-D-ALPRP41
- Opdracht REK41
HU
B
X
X
HU
C
OTI-D-ALNED41
Mondelinge taalontwikkeling
X
X
HU
C
OTP-D-ALPED42
Lesgeven aan het jonge kind
X
X
C
OTU‐D‐ALOPS41
Ontwikkelingspsychologie
X
X
D
OTM‐D‐ALBEW41
Bewegingsonderwijs voor het jonge
kind
X
X
UU
D
OTU‐D‐ALANE41
Analyseren en redeneren
X
X
UU
D
OTU‐D‐ALMOO41
Methoden van onderwijsonderzoek 1
CD
OTA-D-ALPRK42*
Praktijk 2
X
UU
HU
HU
2
- Opdracht WER41 (NAT)
CD
3
2
7,5
3
2,5
5
Geoormerkte cursus
4,5
Praktijk 2 opdrachten
(vanuit de vakken):
Geoormerkte cursus
- Opdracht NED41
Geoormerkte cursus
Geoormerkte cursus
X
HU
C
X
HU
C
- Opdracht PED42
X
HU
D
- Opdracht BEW41
OTA-D-ALPRP42*
1,5
Totaal HU
1,5
Geoormerkte cursus
60
Totaal UU
45
Zie OER UU/FSW
* Geoormerkte cursussen zijn verplichte onderdelen van de BSA.
JAAR 2: Ontwikkelen van vakmanschap
Op
diploma:
HU UU
Verzorgd
door:
Periode
Code
X
X
HU
A
OTP‐B‐ALPED43
X
X
HU
A
OTI‐B‐ALREK42
X
X
A
OTU‐B‐ALONP41
X
X
HU
B
OTI‐B‐ALNED42
Onderwijspsychologie
Geletterdheid: didactiek van lezen,
stellen en spellen
X
X
HU
B
OTM‐B‐ALSCH42
Handschriftontwikkeling
X
X
UU
B
OTU‐B‐ALASC41
Leren schrijven van teksten
X
X
UU
B
OTU‐B‐ALMOO42
Methoden van onderwijsonderzoek 2
AB
OTA‐B‐ALPRK43
Praktijk 3
X
UU
HU
AB
X
HU
Titel
EC
Onderwijs en leren in groep 3 t/m 8
Rekenwiskundige ontwikkeling groep
1 t/m 5
2
A
HU
A
HU
B
- Opdracht NED42
X
HU
B
- Opdracht SCH42
X
HU
C
OTM-B‐ALKUN42
C
OTU‐B‐ALMSP41
UU
3
1
2,5
5
4,5
- Opdracht PED43
OTA‐B‐ALPRP43
X
X
3
7,5
Praktijkopdrachten vanuit de vakken
X
X
Opmerkingen
- Opdracht REK42
De vele talen van kinderen
Maatschappelijke problemen en
sociale processen
1,5
5
7,5
21/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
X
X
X
X
X
HU
UU
HU
D
OTW‐B‐ALWER42
D
OTU‐B‐ALFRV41
CD
OTA‐B‐ALPRK44
CD
X
HU
Mens en maatschappij in historisch
en geografisch perspectief
Filosofische reflectie op vraagstukken
in onderwijspraktijk en
onderwijsonderzoek
Praktijk 4A
3
C
- Opdracht KUN42 (DRA, MUZ, HV)
OTA‐B‐ALPRP44
HU
C
X
HU
D
- Opdracht WER42 (AAR)
X
HU
D
- Opdracht WER42 (GES)
Praktijk 4B: Praktijkonderzoek Interviews
X
UU
CD
7,5
Praktijkopdrachten vanuit de vakken
X
X
4
OTA‐B‐ALPRO44
- Opdracht KUN42 (TEK)
1
2
Totaal HU
60
Totaal UU
45
JAAR 3: Verschillen tussen leerlingen
Op
diploma:
HU UU
Verzorgd
door:
Periode
Code
X
X
HU
A
OTP‐B‐ALPED44
X
X
UU
A
OTU‐B‐ALORT41
X
X
UU
A
OTU‐B‐ALMOO43
X
X
UU
B
OTU‐B‐ALORT42
X
X
UU
B
AB
X
HU
X
HU
AB
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Titel
Uitgaan van verschillen
Orthopedagogiek 1: Inleiding en
achtergronden
2,5
7,5
OTU‐B‐ALTNB41
Toetsen en beoordelen 1
3,5
OTA‐B‐ALPRK45
Praktijk 5A
4,5
OTA‐B‐ALPRP45
A
5
Praktijkopdrachten vanuit de vakken
AB
OTA-B-ALPRO45
HU
C
OTI‐B‐ALREK43
- Opdracht PED44
Praktijk 5B: Praktijkonderzoek observatie
Rekenonderwijs op peil opbrengstgericht werken
HU
C
OTI‐B‐ALNED43
Taalbeschouwing en Jeugdliteratuur
3
C
OTU‐B‐ALTNB42
4
D
OTW‐B‐ALWER43
Toetsen en beoordelen 2
Aan de slag met natuuronderwijs &
techniek
D
OTU‐B‐ALKIC41
Kinderen in context
7,5
CD
OTA‐B‐ALPRK46
Prakijk 6A
4,5
UU
UU
HU
UU
HU
HU
C
X
HU
C
X
HU
D
- Opdracht WER43
X
HU
C
- Kunst- en Cultuureducatieweek
Praktijk 6B: Praktijkonderzoek vragenslijsten
UU
CD
1,5
3
3
3
Praktijkopdrachten vanuit de vakken
X
X
Opmerkingen
3
Methoden van onderwijsonderzoek 3
Orthopedagogiek 2: Leerproblemen,
sociaal-emotionele problemen en
gedragsproblemen; van probleem tot
stoornis
CD
X
EC
- Opdracht REK43
OTA‐B‐ALPRP46
OTU‐B‐ALPRO46
- Opdracht NED43
1,5
3
Totaal HU
60
Totaal UU
48
22/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
JAAR 4: De school als organisatie in ontwikkeling
Op
diploma:
HU UU
Verzorgd
door:
Period
e
Code
X
X
HU
A
OTI‐B‐ALREK44
X
X
UU
A
OTU‐B‐ALONE41
UU
A
OTA‐B‐ALPRO47
X
X
Titel
Rekenonderwijs: ontwikkelen van een
gefundeerde visie
Onderwijsverbetering en evaluatie
Praktijk 7B: Praktijkonderzoek onderzoeksvraag en -opzet
EC
3
7,5
3
X
X
HU
B
OTI-B-ALNED44
Taalonderwijs en beleid
3
X
X
HU
B
OTI‐B‐ALEBO41
1
X
X
B
OTU‐B‐ALSNV41
Engels in het basisonderwijs
Schoolorganisatie en
verandermanagement
X
X
AB
OTP‐B‐ALPED45
Traditioneel vernieuwingsonderwijs
X
X
CD
OTU‐B‐ALBTH41
ABCD
OTA-B-ALPRK47
Bachelorthesis ALPO
Praktijk 7A: Afstudeerstage:
Specialisatie onderbouw /
bovenbouw
UU
HU
UU
X
HU
7,5
2
15
18
Totaal HU
60
Totaal UU
42
3.2
Opmerkingen
Studieadvies
LET OP: Binnen de ALPO krijg je voor de bacheloropleiding PABO en de bacheloropleiding
Onderwijskunde ierdere een apart BSA. Om de hoofdfase van de ALPO te mogen starten is het
nodig zowel een positief bsa PABO als Onderwijskunde te behalen.
Onderstaande tekst geldt alleen voor het bindend studieadvies (BSA) dat je ontvangt van
Instituut Theo Thijssen.
Informatie over het bsa van de bacheloropleiding Onderwijskunde kun je vinden via de link:
http://www.uu.nl/faculty/socialsciences/NL/studenten/opleidingen/ALPO/Pages/Bindendstudiead
vies.aspx
Zoals aangegeven wordt in de propedeuse de balans opgemaakt met een studieadvies. Alle cursussen die
binnen het ALPO programma van jaar 1 worden aangeboden tellen mee in dit advies. Je krijgt tijdens het
eerste jaar van inschrijving twee maal een schriftelijk advies over de voortzetting van je studie. Uiterlijk aan
het einde van het eerste jaar van inschrijving ontvang je een definitief studieadvies. Hieronder staan de
regels die daarover zijn vastgesteld.
De peildatum voor afgifte van het bindend studieadvies (BSA) is 1 februari. Sta je op deze datum
ingeschreven, dan krijg je uiterlijk aan het einde van het eerste studiejaar een bindend studieadvies. Stop
je met de opleiding en ben je voor 1 februari uitgeschreven, dan krijg je dat studiejaar geen bindend
studieadvies. Zie ook tussentijds uitschrijven.
Tussentijds studieadvies
Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar ontvang je van de examencommissie een schriftelijk tussentijds
studieadvies over de voortzetting van je studie. Dit tussentijds advies bevat naast een advies een
toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een:

positief tussentijds advies indien 20 of meer EC zijn behaald

waarschuwend tussentijds advies indien 19 of minder EC zijn behaald
Boek je niet voldoende studievoortgang, dan krijg je een waarschuwend advies van de
examencommissie. Neem in dat geval contact op met je SLB-er om een studieplan te maken. Met een
studieplan kun je ervoor zorgen dat je weer op schema komt. Als bijzondere omstandigheden de oorzaak
zijn van je studieachterstand, neem dan onmiddellijk contact op met de studentendecaan.
23/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Positief of negatief studieadvies
Aan het einde van het eerste studiejaar krijg je in de regel een definitief advies van de examencommissie.
Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Aan een negatief studieadvies zit een afwijzing verbonden. Als
je een bindend negatief studieadvies ontvangt, word je niet langer toegelaten tot dezelfde opleiding aan de
HU en kun je niet verder met de ALPO opleiding.
Een positief studieadvies krijg je als je aan het eind van het eerste studiejaar

de propedeuse hebt gehaald, of

minimaal 45 EC van het propedeuseprogramma hebt behaald, waaronder de volgende
geoormerkte cursussen (zie 3.1 tabel onderwijs jaar 1):
o een positieve beoordeling van Praktijk 2
o voldoendes voor de landelijke toetsen voor taal, rekenen en mens & maatschappij
(geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek).
Een negatief studieadvies (afwijzing) krijg je als je niet aan de norm voor het positief advies hebt voldaan.
Dat betekent dat je:

aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 44 EC of minder hebt behaald (in dit
studiejaar) of

meer dan 44 EC hebt behaald, maar niet alle geoormerkte cursussen.
In geval van een bindend negatief studieadvies moet deze afwijzing zijn gemotiveerd. Daarnaast moeten
de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor jou als student zijn opgenomen. Het studieadvies wordt
ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening
aangetekend aan jou verzonden of persoonlijk uitgereikt.
De examencommissie stelt je in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een
bindend negatief studieadvies af te geven.
Opgeschort advies voor studenten in het eerste jaar van inschrijving wegens bijzondere
omstandigheden
De examencommissie dient bij het uitbrengen van het studieadvies rekening te houden met
studievertraging door persoonlijke omstandigheden. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden:

ziekte;

lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis;

zwangerschap;

bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie je samenwoont of
een LAT-relatie onderhoudt;

het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie;

andere omstandigheden waarin je als student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie
en het bestuur van (een onderdeel van) de HU, ter beoordeling door de faculteitsdirectie;

het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur, krachtens de
Profileringsfondsregeling HU, erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare
organisatie van enige omvang;

andere situaties waarin je als student door overmacht niet hebt deelgenomen aan tentamens dan
wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie.
Als de examencommissie bijzondere persoonlijke omstandigheden aanwezig acht, waardoor je niet hebt
kunnen voldoen aan de norm voor het studieadvies, dan wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het
einde van het tweede studiejaar van je inschrijving bij dezelfde opleiding. Aan het eind van het tweede
studiejaar moet je aan de norm van een positief advies voldoen, zoals die in dat volgende studiejaar geldt.
Is je studievertraging ontstaan door een van bovengenoemde bijzondere omstandigheden? Meld dit dan zo
spoedig mogelijk schriftelijk bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te
betrekken bij het afgeven van het studieadvies. Benader ook zo snel mogelijk de studentendecaan en/of de
studieloopbaanbegeleider. Zij adviseren de examencommissie.
Is je advies vorig studiejaar (of een eerder jaar) opgeschort, dan ontvang je dit jaar je studieadvies. Voor
een positief advies geldt dan de norm van dit studiejaar.
Oftewel 45 EC en geoormerkte cursussen. Let hierbij wel op dat de EC die je in een eerder studiejaar hebt
behaald, net als verkregen vrijstellingen, niet meetellen bij de berekening van je aantal behaalde EC uit de
propedeuse. Eerder in deze paragraaf vind je uitgebreide informatie over de norm en wat wel en niet
meetelt voor de berekening van je aantal EC.
24/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Voldoe je aan het eind van het tweede studiejaar niet aan de norm voor een positief advies dan krijg je dus
een negatief advies met een afwijzing, en word je niet langer toegelaten tot dezelfde opleiding aan de HU.
In het geval dat je ook in het tweede studiejaar vanwege bijzondere omstandigheden de norm niet kunt
halen, kan de examencommissie een uitzondering maken en met in achtneming van de persoonlijke
omstandigheden besluiten dat je een negatief advies zonder afwijzing krijgt. Dit betekent dat je toch door
mag met de opleiding. Het is aan de examencommissie om aan de hand van een advies van de
studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider te beoordelen of de bijzondere omstandigheden ertoe
hebben geleid dat de student ook in het tweede jaar van inschrijving de norm niet heeft kunnen halen.
Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies, let dan
goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de
propedeuse behaalde vakken. Het aantal in de hoofdfase behaalde EC voor deze beoordeling telt niet
mee. Geef daarom altijd prioriteit aan het behalen van de vakken uit de propedeuse.
Tussentijds uitschrijven
Als je je voor 1 februari hebt uitgeschreven en je vervolgens in een later studiejaar weer opnieuw inschrijft,
wordt formeel weer van een eerste inschrijving gesproken en dien je opnieuw aan de norm te voldoen. Je
moet dus in dat studiejaar opnieuw 45 EC behalen, waarvan geoormerkte vereisten deel uit kunnen
maken. Voor die 45 EC tellen vrijstellingen niet mee, maar blijven ook de resultaten die bij een eerdere
inschrijving (voor de onderbreking) bij de opleiding zijn behaald, buiten beschouwing. Indien er 15 of meer
EC aan vrijstellingen en/of eerder behaalde resultaten zijn, moet je aan het einde van dat jaar het
propedeutisch getuigschrift hebben behaald.
25/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
4
Tentamens en examens
4.1
Introductie
Tentamens
Een cursus wordt afgerond met een tentamen. Elk tentamen toetst jouw kennis, inzicht en/of vaardigheden.
Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen primair om de leerresultaten van
individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. De examencommissie wijst voor het
afnemen van tentamens, het vaststellen van de uitslag en de invoering daarvan in OSIRIS examinatoren
aan. Een tentamen of examen is met goed gevolg afgelegd als hiervoor ten minste het cijfer 5,5 is behaald.
Als er deeltentamens zijn, is het tentamen pas behaald als alle deeltentamens zijn afgelegd en gezamenlijk
tot een voldoende leiden. In de cursusbeschrijving is de onderlinge weging aangegeven.
Examens
Iedere bacheloropleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze
examens vormen respectievelijk de afsluiting van de propedeutische fase en de gehele bacheloropleiding.
Je slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als je voor dat deel voldoet aan de beschreven
normen. Daarvoor moeten alle benodigde EC zijn behaald. Dat zijn voor de propedeuse 60 EC en voor het
eindexamen 240 EC (dit is inclusief de 60 EC van de propedeuse). Je kunt het eindexamen alleen
afleggen als het propedeutisch examen is behaald.
Zodra je het programma van de propedeutische fase of hoofdfase hebt afgerond, beoordeelt de
examencommissie jouw resultaten. Ben je geslaagd en voldoe je aan alle overige verplichtingen met
betrekking tot de opleiding dan reikt de examencommissie het diploma uit. Daarvoor gelden procedurele
regels, zie Diplomering.
4.2
Vrijstellingen
ALPO studenten kunnen slechts bij hoge uitzondering een vrijstelling ontvangen. Vermoed je recht te
hebben op een vrijstelling dan kun je contact opnemen met de coördinatie van de ALPO of een verzoek
indienen bij de examencommissie www.examencommissiefe.hu.nl.
Vrijstellingen voor vakken uit de hoofdfase kun je pas aanvragen als je formeel tot de hoofdfase bent
toegelaten.
4.3
Organisatie tentamens
4.3.1
Tentamenvorm en -duur
Tentamens zijn bedoeld om jouw studievoortgang te toetsen en te beoordelen. Dit kan op verschillende
manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn:

tentamens met gesloten vragen;

tentamens met open vragen;

tentamens met meerkeuzevragen;

werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten;

portfolio’s;

reflectieverslagen;

het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak;

een mondeling tentamen.
De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen
ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt
genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten.
26/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
De beschikbare tijdsduur voor tentamens wordt in OSIRIS en op het opgavenblad vermeld en wordt tevens
door de surveillant bekendgemaakt. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren.
Een cursus wordt afgesloten met een tentamenvorm zoals deze hierboven staat vermeld en nader
toegelicht op Blackboard of in de cursushandleiding. Deze toelichting bestaat uit:

een omschrijving van de tentameninhoud;

de aard en inhoud van opdrachten/toetsopgaven;

de beoordelingscriteria- en normen;

het gebruik van eventuele hulpmiddelen tijdens de toetsafname.
De duur van een toets bedraagt 30 tot 120 minuten. In bijzondere gevallen kan de examencommissie een
verlenging van de toetsduur verlenen. Mondelinge tentamens kunnen worden bijgewoond door maximaal
twee observanten; zij dienen daartoe een schriftelijk verzoek in bij de betreffende docent.
Als student ben je verplicht je tijdens een toets te legitimeren. Je legt zichtbaar voor de surveillant je
collegekaart (en andere legitimatie) op tafel.
Het met goed gevolg afleggen van een toets is geen voorwaarde voor het kunnen deelnemen aan andere
tentamens. Uitzonderingen hierop zijn de beoordelingen van het assessmentdossier, de afstudeerfase en
het laatste praktijkdeel. Je mag starten met de afstudeerfase als:
de propedeutische fase is afgerond,
maximaal 10 ec uit de hoofdfase ontbreken (met uitzondering van praktijk 7b, bachelorthesis en
afstudeerstage) en
het praktijkgedeelte tot en met studiejaar 3 is behaald
Verplichte landelijke toetsen
Behalve deze toetsvormen die deels ook in de volgende opleidingsfasen (studiejaren) terugkomen, kent de
propedeuse ook de (verplichte) landelijke cito-toetsen taal, rekenen en mens & wereld. Dit zijn de
kennistoetsen waarin wordt getoetst of je de vakkennis op groep 8+-niveau beheerst. Instituut Theo
Thijssen beschouwt de CITO-taaltoets als minimale aanvangsnorm voor de opleiding.
In het derde jaar volgt bovendien een landelijke kennisbasis toets voor taal en rekenen. Op deze toetsen
word je in de loop van de jaren voorbereid binnen het aanbod.
De data waarop deze toetsen plaatsvinden worden op Blackboard bekend gemaakt. Voor de perioden
waaraan je in studiejaar 2014-2015 deel mag nemen aan de toetsing geldt:
Toets in
periode
1
2
3
4
Landelijke Kennisbasistoets Taal
Landelijke Kennisbasistoets Rekenen
Alleen voor herkansers jaar 4
Alleen voor herkansers jaar 4
Jaar 3 studenten en herkansers jaar 4
Herkansers jaar 3 & 4
Alleen voor herkansers jaar 4
Jaar 3 studenten en herkansers jaar 4
Jaar 3 studenten en herkansers jaar 4
Herkansers jaar 3 & 4
LET OP: Periode 4 mag nooit als eerste kans benut worden.
Heb je als derdejaarsstudent periode 2 en/of 3 niet benut dan kan periode 4 niet alsnog voor dat
vak de eerste kans zijn. Dit wordt niet toegestaan door landelijke eisen (10 voor de leraar).
Periode 4 is dus alleen een herkansingsmogelijkheid.
Taal in verslagen en werkstukken
Aankomende leerkrachten moeten zorgvuldigheid uitstralen op het gebied van taal. Van alle studenten
verwachten wij dat ze bij mondeling en schriftelijk werk optimale zorg besteden aan correct taalgebruik.
Verslagen en werkstukken van alle vakgebieden dienen te allen tijde te voldoen aan de eisen zoals
geformuleerd in de ITT-schrijfwijzer. Deze schrijfwijzer is gepubliceerd op sharepoint.
Indien studenten toestemming hebben gekregen tot samenwerking, dient daaronder te worden verstaan
dat de studenten ieder een eigen verslag inleveren in hun eigen woorden, waarbij de juiste regels voor
bronvermelding worden gehanteerd. Het is niet toegestaan gelijke teksten in te leveren, tenzij dit
uitdrukkelijk schriftelijk door de docent is toegestaan.
27/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Daarnaast is het niet toegestaan om zonder juiste bronvermelding teksten op te nemen uit eigen werk dat
bijvoorbeeld eerder is ingeleverd bij een andere toets.
Binnen ITT en HU zijn er voor studenten allerlei begeleidingsmogelijkheden beschikbaar, zoals taalloket,
extra studieonderdelen en instructielessen tijdens verschillende studieonderdelen. Van studenten wordt
een actieve houding verwacht t.a.v. taalcompetenties. Wanneer studenten qua taalgebruik onvoldoende
aandacht en zorg aan hun werk besteden, wordt het werk teruggegeven, voorzien van enkele voorbeelden
van gemaakte fouten. De SLB-er wordt hiervan op de hoogte gesteld. De richtlijnen zijn opgenomen in de
studiehandleiding of op de jaarsite.
Inleveren van verslagen en werkstukken
Alle werkstukken, verslagen en andere schriftelijke tentamens die niet klassikaal worden afgenomen
worden door de student digitaal ingeleverd via Blackboard, in de daarvoor bestemde SafeAssignments
box. Elk verslag/werkstuk e.d. wordt gecontroleerd op fraude en bij twijfel wordt door de docent bij de
examencommissie melding gemaakt van mogelijke fraude. Studenten die hun verslag/werkstuk e.d. niet
inleveren via Blackboard verliezen het recht op beoordeling, zij ontvangen geen cijfer in Osiris en ronden
de cursus (nog) niet af.
Het inleveren van onvolledige verslagen, lege verslagen (alleen inschrijving en/of voorblad) leidt tot een
onvoldoende resultaat dat wordt ingevoerd in Osiris. De student heeft hiermee een tentamenkans benut.
4.3.2
Tentamenrooster
De meeste tentamens worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok)
afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekendgemaakt (al dan niet als
onderdeel van het semesterrooster). Dit rooster wordt uiterlijk twee weken voor aanvang van de
tentamenperiode gepubliceerd via de publicatieborden en OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Aan de hand van het
jaarrooster kun je zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten.
Herkansingen vinden plaats in de vijfde lesweek. De herkansingsweek van blok 4 is direct na de afsluiting
van blok 4.
Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk
tijdstip en in welk lokaal de toets (of herkansing) plaatsvindt. Tentamens worden zoveel mogelijk gepland
op hetzelfde tijdstip als de lessen.
4.4
Inschrijving en deelname (her)tentamens
Inschrijving tentamens
Deelname aan tentamens is alleen mogelijk als je tijdig bent ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Je
bent hier zelf verantwoordelijk voor. Controleer dus altijd of je bent ingeschreven en print je
inschrijfbevestiging. Als je niet correct bent ingeschreven, heb je geen toegang tot het tentamen.
Als je voor een cursus bent ingeschreven, word je automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere
tentamen volgend op de cursus. Als je niet wilt deelnemen aan dit tentamen moet je je uiterlijk één week
na de uiterste inschrijfdatum voor het tentamen uitschrijven. Als je wel stond ingeschreven, maar niet hebt
deelgenomen aan het tentamen wordt in OSIRIS ‘NA’ (niet aanwezig) als tentamenresultaat geregistreerd.
Dit is een tentamenuitslag en daarmee verlies je dus een tentamenkans. Voor tentamens die je los van de
cursus wilt doen (hertentamens) dien je je zelf in te schrijven.
Zie voor de inschrijvingsdata, de tabel hieronder.
28/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015



De student schrijft zich in Osiris in voor hertentamens aan de hand van zijn examenprogramma of
via de cursuscode als de opleiding dat aangeeft.
Inschrijving na de hieronder vermelde inschrijvingsdata (na-inschrijving) is alleen mogelijk indien
de student in een verzoekschrift aan de examencommissie, naar het oordeel van de
examencommissie, aantoont dat er tijdens de inschrijvingsperiode sprake is van persoonlijke
omstandigheden in de zin van artikel 23 lid 9 van de OER 2014-2015 bacheloropleidingen. Een
gemotiveerd verzoek aan de examencommissie dient een student in op:
www.examencommissiefe.hu.nl
Een student kan tweemaal worden ingeschreven voor een tentamen in een studiejaar.
Voor meer informatie raadpleeg:
https://intranet.sharepoint.hu.nl/FE/Info/STIP/Pages/Proceduresvoorstudenten.aspx.
Herkansingen vinden plaats in lesweek 5 van elke periode. In de week voorafgaand en tijdens deze
herkansingsweken is het niet mogelijk om je via Osiris in te schrijven voor deze herkansingen. Zie tabel,
kolom 3.
De toetsen landelijke kennisbasis (jaar 3) worden afgenomen buiten de toetsweken omdat deze gekoppeld
zijn aan landelijke toetsvensters. In de week voorafgaand en tijdens deze toetsen landelijke kennisbasis is
het niet mogelijk om je via Osiris in te schrijven voor deze toetsen. Zie tabel, kolom 4.
Tabel inschrijfdata voor (her)tentamens:
Onderwijsperiode
Data inschrijven mogelijk
van
Periode A (blok 1)
01-09-2014 t/m 23-092014
Periode B (blok 2)
10-11-2014 t/m 02-122014
Periode C (blok 3)
02-02-2015 t/m 24-022015
Periode D (blok 4)
13-04-2015 t/m 05-052015
Periode E (blok 5)
Voor propedeuse
22-06-2015 t/m 28-06en hoofdfase
2015
Uitschrijven tentamen
mogelijk
t/m 30-09-2014
Onderwijsperiode
t/m 09-12-2014
Periode B (blok 2)
t/m 03-03-2015
Periode C (blok 3)
t/m 12-05-2015
Periode D (blok 4)
t/m 28-06-2015
Periode E (blok 5)
Voor propedeuse en
hoofdfase
Periode A (blok 1)
Tentamenkansen / herkansingen / vervangende opdracht
Het aantal keer dat een tentamen per jaar aangeboden wordt, wordt uitgedrukt in tentamenmogelijkheden.
Het aantal keer dat een student het tentamen per jaar mag afleggen, wordt uitgedrukt in het aantal
tentamenkansen.
Gedurende het studiejaar zijn er per cursus meerdere data waarop je een tentamen kunt afleggen, dit zijn
de tentamenmogelijkheden. Zie OSIRIS voor deze data.
Een student heeft twee tentamenkansen per tentamen in een studiejaar, behalve bij de CITO-toetsen in
jaar 1. Daarvoor heeft een student drie kansen binnen een studiejaar.
Aan sommige cursussen is slechts één tentamenkans verbonden, omdat herkansing in hetzelfde studiejaar
redelijkerwijs niet mogelijk is gelet op de aard van de cursus. Bijvoorbeeld in het geval van stages. In de
bijlage Cursusbeschrijvingen wordt aangegeven wanneer dit het geval is. In tegenstelling tot de OER 20142015 is dat voor de studiegids van de ALPO niet hoofdstuk 9, maar hoofdstuk 7.
Alleen onvoldoende resultaten kunnen herkanst worden.
Als je in dit studiejaar geen tentamenkans meer hebt, maar je hebt het tentamen nog niet gehaald dan kun
je in de volgende situaties de examencommissie verzoeken om een extra tentamenkans toe te kennen.
29/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Overmacht
Kon je door overmacht niet aan een tentamen deelnemen? Verzoek dan de examencommissie om een
extra tentamenkans. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden
voordoen:

ziekte;

lichamelijke of andere functiestoornis;

zwangerschap;

bijzondere familieomstandigheden;

andere situaties van overmacht, dit ter beoordeling van de examencommissie.
De opleiding kan ook een extra tentamenkans toekennen indien dat deel uitmaakt van een vastgesteld
beleid gericht op (potentiële) studenten met studievertraging.
Studievertraging van ten minste drie maanden
Studenten die:

ten minste één maal hebben deelgenomen aan het tentamen, én

voor wie een studie- of afstudeervertraging van ten minste drie maanden dreigt te ontstaan
kunnen een verzoek indienen bij de examencommissie voor een extra tentamenkans (zie OER
HU 2014-2015 art. 34 lid 7 bacheloropleidingen).
Tentamenmogelijkheid bij wijziging of vervanging van een cursus
In opvolgende studiejaren kunnen de naam, vorm en/of inhoud van cursussen en tentamens wijzigen of
worden vervangen. In het collegejaar ná deze wijziging/vervanging krijg je twee keer de mogelijkheid om
op basis van de oude cursus een tentamen af te leggen. Heb je de cursus na deze mogelijkheden niet
afgesloten met een voldoende? Dan zal je het tentamen moeten maken van de nieuwe cursus.
Naast een extra tentamenkans kun je de examencommissie om een vervangende opdracht vragen (zie
OER HU 2014-2015 artikel 34, lid 8 bacheloropleidingen). Dit houdt in dat je het tentamen in een andere
dan de reguliere toetsvorm aflegt. De examencommissie kan met een dergelijk verzoek instemmen als:




je recht hebt op een tentamenkans, én
je al minimaal twee keer hebt deelgenomen aan het reguliere tentamen, én
een vakdocent een positief advies geeft, én
er een studie- of afstudeervertraging van ten minste drie maanden dreigt te ontstaan.
De examencommissie kent ook een vervangende opdracht toe als de student door overmacht of
persoonlijke omstandigheden, waaronder financiële, niet deel kan nemen aan een verplichte introductie,
excursie of werkweek (zie OER HU 2014-2015 artikel 34, lid 8 bacheloropleidingen).
4.4.1 Voorzieningen in geval van een functiebeperking
Onder een functiebeperking verstaan we alle lichamelijke, zintuiglijke en psychische aandoeningen die
chronisch, dus langdurig van aard zijn. Soms is een beperking goed te zien of te horen, zoals een visuele
beperking of chronisch stotteren. Het komt echter vaak voor dat een beperking of chronische ziekte niet
opvalt. Denk aan dyslexie, chronische vermoeidheid, AD(H)D, CANSRSI, reuma of psychische
aandoeningen zoals depressie en vormen van autisme zoals PDD-NOS en syndroom van Asperger.
Algemeen
Als je een functiebeperking of chronische ziekte hebt, kun je de examencommissie verzoeken om
voorzieningen te treffen waardoor je een examen of tentamen op aangepaste wijze kunt afleggen (zie
artikel 39 OER HU 2014-2015 bacheloropleidingen).
Neem als je een functiebeperking of chronische ziekte hebt zo snel mogelijk contact op met de
studentendecaan. Hij/zij kan je informeren over de mogelijkheden, en helpen bij het indienen van het
verzoek.
30/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Een verzoek voor aangepaste voorzieningen moet je tijdig en schriftelijk met bijbehorende
deskundigenverklaring indienen bij de examencommissie. Tijdig houdt in dat de opleiding voldoende tijd
heeft om het verzoek te behandelen en de logistieke planning in gang te zetten voor de start van de
tentamens waarop de aanvraag betrekking heeft. Dat betekent uiterlijk 5 weken voor de toetsweek.
Het gebruik van Kurzweil door dyslectische studenten staat de opleiding niet toe. Dit vanwege het feit dat
vlot en foutloos lezen en schrijven noodzakeijk is voor de beroepsuitoefening van de leraar basisonderwijs.
Gebruik van Kurzweil bij tentamens belemmert een adequate beoordeling van de competenties van de
student op dit punt.
Voorzieningen en faciliteiten
De HU biedt in ieder geval de volgende voorzieningen aan:

aangepast tentamenmateriaal (bijvoorbeeld vergroot lettertype, een andere kleur papier in
verband met dyslexie of visuele beperkingen);

het gebruik van een laptop bij een tentamen;

verlenging van de tentamentijd;

fysieke voorzieningen in de gebouwen (bijvoorbeeld de toegankelijkheid van het schoolgebouw).
Daarnaast biedt Hogeschool Utrecht de volgende faciliteiten aan:


rustruimte;
studentenpsycholoog.
Algemene geldigheid van voorzieningen
Kent de examencommissie een voorziening toe vanwege een functiebeperking en/of chronische ziekte,
dan stelt zij tevens de duur van de voorziening vast.

als je ook gebruik wilt maken van deze voorziening bij een andere opleiding van de HU, meld dan
het bestaan van de toegekende voorziening aan de examencommissie van de andere opleiding.

dit moet je gemeld hebben uiterlijk bij inschrijving voor dat tentamen of examen waarbij je van de
voorziening gebruik wilt maken. Als om bewijs van de toegekende voorziening wordt gevraagd,
moet je dit kunnen tonen (dit bewijs kan ook gevraagd worden tijdens het tentamen, dus zorg dat
je het besluit van toekenning bij je hebt);

als de examencommissie van de andere opleiding weigert om deze voorziening over te nemen,
dan moet de examencommissie dat schriftelijk en gemotiveerd aan je meedelen, vóór het
tentamen of examen.
4.4.2 Legitimatieplicht bij tentamens
Voor deelname aan tentamens ben je verplicht je te legitimeren met een geldige collegekaart van de HU.
Met het oog op fraudepreventie moet je je daarnaast altijd kunnen legitimeren met een geldig
legitimatiebewijs. Daar kan tijdens een tentamen om gevraagd worden. Zorg er dus voor dat je dat altijd bij
je hebt.
Heb je geen geldige collegekaart, dan kun je alleen deelnemen aan tentamens als je een geldige
tentamenpas en een geldig legitimatiebewijs bij je hebt.
Een geldig legitimatiebewijs is een geldig(e):

paspoort;

Europese identiteitskaart;

Nederlands of internationaal rijbewijs;

vluchtelingendocument.
Indien je geen geldige legitimatie kan overleggen, ongeacht de reden, kan niet worden deelgenomen aan
het tentamen.
Indien je geen geldige collegekaart, maar wel een geldig legitimatiebewijs kan overleggen, kun je een
tentamenpas aanvragen om alsnog deel te nemen. In de tentamenweek zelf zijn hier kosten aan
31/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
verbonden, aanvragen vóór de tentamenweek zijn gratis. De pas is ook gratis wanneer er sprake is van
aantoonbare overmacht, wat betekent diefstal. Dit is enkel te bewijzen met een aangiftebewijs/procesverbaal.
De tentamenpas is geldig gedurende de gehele tentamenperiode, dus niet meer voor één dag, enkel in
combinatie met een geldig legitimatiebewijs.
De tentamenpas wordt alleen afgegeven als je:

rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan de HU;

bij aanvraag en afhalen een geldig legitimatiebewijs toont;

staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen.
Een tentamenpas of een nieuwe collegekaart kunnen worden aangevraagd bij STIP FE.
De kosten voor een tentamenpas bedragen € 25,00 en voor de aanvraag van een nieuwe collegekaart
€ 15,00 te voldoen per pinbetaling.
4.4.3 Gang van zaken tijdens tentamens
1. Studenten mogen het tentamenlokaal niet meer betreden wanneer het tentamen is begonnen.
2. Zij kunnen in voorkomende gevallen een verzoek voor een extra herkansing bij de examencommissie
indienen conform artikel 34 lid 6 van de OER HU FE 2014-2015 bacheloropleidingen.
3. Aan het begin van het tentamen deelt de surveillant uitwerkingspapier en / of schrapkaarten, kladpapier
en tentamenopgaven uit.
4. Studenten dienen de aanwijzingen op de tentamenopgaven en de instructies van de surveillant steeds
op te volgen.
5. Studenten mogen het lokaal, waarin het tentamen plaats vindt, niet verlaten binnen een half uur na
aanvang van het tentamen.
6. Tijdens het tentamen mogen studenten het tentamenlokaal niet verlaten met de bedoeling ter
voortzetting van het tentamen terug te keren.
7. Studenten mogen tijdens het tentamen niet naar het toilet, tenzij er medische redenen zijn waardoor dit
noodzakelijk is. In dat geval is voorafgaande goedkeuring van de examencommissie nodig.
8. De surveillant controleert of de naam van de studenten voorkomt op de presentielijst. Na controle
tekenen studenten (voor de eerste maal) de presentielijst. Ontbreekt de naam van een student op de
lijst, dan wordt die student uitgesloten van het tentamen.
9. Bij het inleveren van het tentamenwerk controleert de surveillant de ingeleverde, genummerde bladen
en vermeldt het aantal op de presentielijst. Vervolgens tekent de student die presentielijst voor de
tweede maal.
10. Het zoekraken van een tentamen geeft geen recht op een voldoende beoordeling; het tentamen moet
binnen een redelijke termijn worden overgedaan en beoordeeld. Een verzoek hiertoe kan worden
ingediend bij de examencommissie.
11. Indien student door overmacht (bijv. technische mankementen) niet in staat is gesteld het tentamen
naar behoren af te leggen, moet het tentamen binnen redelijke termijn worden overgedaan en
beoordeeld. Een verzoek hiertoe kan worden ingediend bij de examencommissie.
Zie voor de volledige tekst van het ‘Protocol onregelmatigheden FE’:
https://intranet.sharepoint.hu.nl/FE/Info/STIP/Pages/Proceduresvoorstudenten.aspx.
32/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
4.5
Beoordeling
4.5.1 Toekennen resultaat en inzage
Tentamenbeoordeling
De beoordeling van een (deel)tentamen wordt uitgedrukt in:



een cijfer op een schaal van 1 t/m 10 zonder decimalen; of
een cijfer op een schaal van 1,0 t/m 10,0 en tot op tienden nauwkeurig; of
een woordbeoordeling: Voldaan (VD), Niet Voldaan (NVD).
Als je wel ingeschreven staat voor een tentamen maar daar niet aan deelneemt, wordt het
tentamenresultaat NA (niet aanwezig) in OSIRIS geregistreerd. Dit wordt beschouwd als een
tentamenuitslag en daarmee verlies je dus een tentamenkans. Als je niet wenst deel te nemen aan een
tentamen, zorg er dan dus voor dat je je tijdig uitschrijft.
Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, of bij de beoordeling Voldaan of bij
de beoordeling VRY-O. Een cijferbeoordeling moet wel minstens een 5,5 zijn vóór afronding. Hierbij geldt
dat wanneer een cijfer voor afronding lager is dan een 5,50 dit wordt afgerond naar een 5,4 (dan wel naar
een 5 als de beoordeling zonder decimalen wordt uitgedrukt). Dus een 5,45 wordt afgerond naar een 5,4
en niet naar een 5,5. Dit is dus geen voldoende beoordeling.
Als een tentamen uit meerdere deeltentamens bestaat, kan het zo zijn dat niet alleen eisen worden gesteld
aan het gewogen gemiddelde, maar eveneens aan de hoogte van de beoordelingen van de afzonderlijke
deeltentamens. Als er sprake is van een zogenaamd bodemcijfer dan staan deze eisen vermeld in de
cursusbeschrijving.
De examencommissie kan een tentamen voor alle deelnemende studenten ongeldig verklaren als er
onregelmatigheden hebben plaatsgevonden en de examencommissie niet met zekerheid kan vaststellen
welke studenten zich wel en welke zich niet hebben schuldig gemaakt aan onregelmatigheden. Omdat de
examencommissie dan niet kan instaan voor de kwaliteit van de behaalde resultaten, kan zij de
tentamenresultaten van alle deelnemende studenten ongeldig verklaren.
In dat geval wordt bij alle deelnemers een NG (Niet Geldig) in OSIRIS geregistreerd. De examencommissie
zorgt ervoor dat er een extra mogelijkheid wordt geboden om het tentamen te doen aan die studenten die
zich niet schuldig hebben gemaakt aan de onregelmatigheden. Deze studenten verliezen geen
tentamenkans (zie OER HU 2015-2015 artikel 34, lid 34, lid 1 bacheloropleidingen).
Iemand die zich wel schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden kan door de examencommissie voor
maximaal een jaar het recht worden ontnomen om een of meer tentamens of examens af te leggen (zie
OER HU 2014-2015 artikel 38 bacheloropleidingen).
Bekendmaking tentamenresultaten
Als bewijs dat een tentamen is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of
examinatoren bekendgemaakt in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd
bekendgemaakt onder voorbehoud van reken-, type- en andere fouten. Je wordt als student geacht zelf je
cijfers te controleren. Je kunt daarvoor uit OSIRIS een resultatenlijst printen. Mogelijke fouten moet je
binnen vier weken na bekendmaking van het cijfer in OSIRIS melden bij de examinator of de
examencommissie. Een cijfer in OSIRIS kan onder andere nog wijzigen na controle bij inzage, wijzigingen
in de normering of bij een kennelijke fout bij de invoering. Na deze vier weken na bekendmaking worden
cijfers geacht definitief te zijn. Daarna kunnen resultaten slechts met goedkeuring van de
examencommissie gewijzigd worden (zie ook art. 34 OER-HU 2014-2015 bacheloropleidingen).
LET OP: Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten.
33/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
1
Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen .



bij een mondeling tentamen: op de dag van afname door middel van uitreiking van een schriftelijk
bewijsstuk. Vervolgens dient het tentamenresultaat binnen drie weken in OSIRIS vermeld te
worden;
bij overige tentamenresultaten geldt: uiterlijk drie weken na afname van een tentamen. Erkende
feestdagen die in OSIRIS staan vermeld, tellen hierbij niet mee en hebben een opschortende
werking.
De uitslagen van digitale toetsen landelijke kennisbasis worden uiterlijk vijf weken na de
betreffende toetsweek bekendgemaakt.
De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits
de studentenbelangen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Zie ook art. 31 en 37 OER-HU 20142015 bacheloropleidingen.
Inzage tentamenwerk
Als student heb je recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk al dan niet gekoppeld
aan een nabespreking. Je kunt je werk inzien tot drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag,
maar uiterlijk voor het hertentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze
termijn, op voorwaarde dat de belangen van studenten niet onevenredig worden geschaad.
Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld. Deelname aan nabesprekingbijeenkomsten is
niet verplicht. Tijdens de nabespreking heb je het recht om jouw schriftelijke werk in te zien. Ook krijg je
een toelichting op de beoordeling van het tentamenwerk. De docent presenteert de juiste antwoorden op
de opgaven. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de vergelijking tussen jouw schriftelijke werk en de
modelantwoorden die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen. Inzage
voor de landelijke digitale toetsen, is alleen mogelijk via de landelijke organisaties.
4.5.2 Onregelmatigheden / fraude
Tegen fraude bij tentamens en examens wordt zeer streng opgetreden. Maak je je schuldig aan fraude (of
andere vormen van onregelmatigheden, zie artikel 38 OER-HU 2014-2015 bacheloropleidingen), dan kan
de examencommissie een of meer van de volgende maatregelen nemen:




ontzeggen van deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten
hoogste 12 maanden;
onthouden van het diploma, verklaring of certificaat;
afnemen van een nieuw onderzoek op de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en
op door haar te bepalen wijze, alvorens het diploma, verklaring of certificaat uit te reiken;
een aanvullend onderzoek instellen dat gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke tentamen.
In ernstige gevallen kan de examencommissie de faculteitsdirectie adviseren om je inschrijving definitief te
beëindigen. Je kunt je dan niet opnieuw voor dezelfde opleiding aan de HU inschrijven. Dit advies kan
worden gegeven als:


1
je je eerder schuldig hebt gemaakt aan onregelmatigheden en je daarvoor ten minste een half jaar
de deelname aan tentamens is ontzegd, of;
er sprake is van verzwarende omstandigheden, bijvoorbeeld van strafrechtelijke aard, zoals:

bedreiging of geweld;

vervalste documenten (bijvoorbeeld diploma’s en cijferlijsten) gebruiken;

zonder toestemming vooraf beschikken over (een deel van) het tentamen en/of de
normuitwerking (bijvoorbeeld door diefstal/verduistering/heling of doordat je dit van een
medestudent hebt gekregen).
Een week is een periode van zeven aaneengesloten dagen.
34/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Voordat de examencommissie een besluit neemt, word je gehoord. De examencommissie stelt je zo
spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee weken na de hoorzitting (zie OER 2014-2015 artikel 38
lid 5), op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en
Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl).
Schrijf je je uit als je een sanctie opgelegd hebt gekregen, dan wordt de sanctie opgeschort. Deze herleeft
bij herinschrijving.
De examencommissie moet instaan voor de kwaliteit van de toetsing en kan om die reden ook
genoodzaakt zijn maatregelen te treffen die ook de belangen van overige studenten raken. Soms kunnen
daarom alle tentamenresultaten ongeldig verklaard worden. In dat geval wordt voor het betreffende
tentamen nog een extra tentamenmogelijkheid geboden (zie artikel 34, lid 1 OER HU 2014-2015).
Het kan ook gebeuren dat de examinatoren of de examencommissie goede redenen hebben om fraude te
vermoeden, maar dit niet voldoende kunnen bewijzen en geen sanctie kunnen opleggen. Wel bestaat er
dan ernstige twijfel over de vraag of je het resultaat op eigen kracht hebt behaald. In zo’n geval kan de
examencommissie een aanvullend onderzoek instellen dat gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke
tentamen. Als je dat niet haalt, wordt dat beschouwd als een bevestiging dat de twijfel terecht was en
vervalt het resultaat. En wordt NG (Niet Geldig) in OSIRIS geregistreerd. Als het aanvullend onderzoek wel
met een voldoende wordt afgesloten, wordt het oorspronkelijke (eerste) resultaat gehandhaafd. Ingeleverd
werk kan zonder aankondiging op fraude en plagiaat worden gecontroleerd.
4.5.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk
Alle tentamens en examens worden in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de
uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor
afstudeerproducten geldt een termijn van zeven jaar die ingaat na beoordeling. In het geval de opleiding
tentamens en examens digitaal archiveert, bedraagt de bewaartermijn zeven jaar.
Pas na afloop van de bewaartermijn kun je op eigen verzoek het tentamen- of examenwerk terugkrijgen.
Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een kopie ervan te krijgen. De student moet hiertoe
per mail een verzoek indienen bij het onderwijssecretariaat. De student kan de kopie alleen op afspraak op
de locatie bij het onderwijssecretariaat maken.
In het Privacyreglement studenten HU staan nog andere documenten vermeld die door de hogeschool
worden bewaard. In dat reglement zijn ook de verschillende bewaartermijnen opgenomen. Zie de site
www.ict.hu.nl.
Alle documenten met betrekking tot:

met goed gevolg afgelegde tentamens en examens;

vrijstellingen;

de inschrijving van de student voor de opleiding;

de afgifte van diploma’s of verklaringen;
worden bewaard gedurende een periode van dertig jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. De
instituuts- dan wel afdelingsdirecteur ziet daarop toe.
4.5.4 Geldigheidsduur resultaten
De resultaten van tentamens, deeltentamens, stages, praktische oefeningen en van afgegeven
vrijstellingen zijn zes jaar geldig. Als de geldigheidsduur is verstreken kun je de examencommissie
verzoeken deze geldigheidsduur te verlengen vanwege de actualiteitswaarde van de cursus of vragen een
aanvullend of vervangend tentamen op te leggen. Resultaten van een met goed gevolg afgelegd
propedeutisch examen en van een met goed gevolg afgelegd Associate degree zijn onbeperkt geldig.
35/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Op het moment dat de geldigheid van tentamenresultaten vervallen worden deze geoormerkt met een
sterretje in Osiris. Dit is zichtbaar op het studievoortgangsoverzicht. Deze resultaten tellen niet meer mee
voor het examenprogramma.
Vanaf het studiejaar 2014-2015 worden alleen nog maar verzoeken ‘verlenging geldigheidsduur
studieresultaten’ in behandeling genomen indien er sprake is (geweest) van persoonlijke omstandigheden,
zoals genoemd in art. 23 lid 9 van Onderwijs- en Examenregeling HU 2014-2015 Bacheloropleidingen of
art. 25 lid 5 Onderwijs- en Examenreglement HU 2014-2015 Masteropleidingen, waardoor de student niet
in staat was om binnen de nominale studieduur af te studeren. Het verzoek moet te allen tijde ondersteund
worden door een verklaring van een studentendecaan.
Indien de student kan aantonen dat er sprake is (was) van persoonlijke omstandigheden, wordt een
verzoek in behandeling genomen. Het is dan de verantwoordelijkheid van de student om de
actualiteitswaarde per cursus aan te tonen. Dit kan de student duidelijk maken aan de examencommissie
door het volgende aan te tonen:
de inhoud en voorgeschreven bronnen van de cursus zijn nog steeds actueel en vergelijkbaar met huidige
inzichten én dient zich te verhouden tot het huidige examenprogramma.
36/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
5
Diplomering
5.1
Procedure afgifte getuigschrift
Aangezien de ALPO twee opleidingen omvat, ontvang je bij volledig afstuderen ook twee diploma’s. Voor
de twee diploma’s gelden verschillende procedures:
De procedure voor afstuderen aan de pabo (Instituut Theo Thijssen) is beschreven in paragraaf 5.1.1.
Voor het afstuderen aan de de opleiding Onderwijskunde, de Faculteit Sociale Wetenschappen, kun je de
procedure vinden op:
http://www.uu.nl/faculty/socialsciences/NL/studenten/praktischezaken/afstuderen/afstudeerprocedure/Page
s/default.aspx
5.1.1
Diploma-uitreiking
De diploma-uitreiking voor de ALPO vindt elk jaar eind oktober of begin november plaats. Tijdens deze
uitreiking ontvang je beide diploma’s, indien behaald. Je ontvangt hiervoor een uitnodiging van het UUexamenbureau.
De examencommissie geeft pas een getuigschrift (ook wel diploma) af nadat de faculteitsdirectie heeft
verklaard dat aan de procedurele eisen voor afgifte is voldaan. Daarvoor wordt onderzocht of je aan alle
verplichtingen jegens de opleiding hebt voldaan. Zo moeten onder meer alle tentamens van het
examenprogramma zijn behaald en de cijfers nog geldig zijn en dien je rechtsgeldig als student te zijn
ingeschreven.
Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op jouw verzoek kan er, in plaats van een
Nederlandstalig diploma, een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma
Supplement dat kosteloos bij het bachelordiploma en de Associate degree wordt verstrekt, wordt altijd in
het Engels opgesteld.
Per opleiding kun je maar één keer een diploma krijgen. Heb je al een diploma voor de pabo ontvangen, of
doe je nog extra cursussen, of rond je nog een tweede afstudeerrichting af, dan krijg je niet nog een
diploma, maar een verklaring.
Degene die aanspraak maakt op uitreiking van een diploma kan de examencommissie verzoeken daartoe
nog niet over te gaan en uitreiking op te schorten. Hiervoor moet je tijdig, uiterlijk één week voor het tijdstip
waarop je het laatste tentamen of het afsluitend aanvullend onderzoek aflegt, een schriftelijk gemotiveerd
verzoek indienen. Uitstel van je diplomadatum zou financiële gevolgen kunnen hebben. Het is dan ook aan
te bevelen om hierover advies bij de studentendecaan in te winnen.
Als je verzoekt om het diploma nog niet te ontvangen dan zijn er twee mogelijkheden:


Je rondt nog een tweede afstudeerrichting af. In dat geval worden beide afstudeerrichtingen op je
diploma vermeld en wordt de diplomadatum de datum van het laatste tentamen (dan wel
afsluitende examen) van je tweede afstudeerrichting.
Je rondt nog extra cursussen af. In dat geval wordt je diploma afgegeven op het
examenprogramma en is de diplomadatum de datum van het laatste tentamen van het
examenprogramma (of het afsluitend examen). Voor de extra cursussen krijg je naast je diploma
een verklaring waarop de extra cursussen vermeld worden.
Een gemotiveerd verzoek aan de examencommissie kan worden gedaan door een email te sturen naar
[email protected].
37/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Zodra uit Osiris blijkt dat een student alle onderdelen heeft behaald van het propedeutisch examen, wordt
het propedeutisch getuigschrift gemaakt. De student krijgt per email bericht dat het getuigschrift kan
worden opgehaald.
Zodra uit Osiris blijkt dat een student alle resultaten van het examenprogramma heeft behaald, wordt aan
de student een emailbericht verzonden. In dit emailbericht staat wat er gedaan moet worden indien:

Een Engelse versie van het diploma wordt gewenst.

De student geen vermelding ‘Met Genoegen’ of Cum Laude’ op het diploma afgedrukt wil hebben
en hiervoor wel in aanmerking komt.
Als na controle door de examencommissie blijkt dat de student aan alle voorwaarden voor afstuderen
voldoet wordt het diploma gemaakt.
Zonder bericht van de student maakt de examencommissie een week nadat het laatst behaalde resultaat
in Osiris zichtbaar is, een Nederlands diploma met de vermelding ‘Met Genoegen’ of ‘Cum Laude’ wanneer
de student hiervoor in aanmerking komt.
De student ontvangt van de opleiding een uitnodiging voor een diploma uitreiking.
Raadpleeg voor de gehele procedure:
https://intranet.sharepoint.hu.nl/FE/Info/STIP/Pages/Proceduresvoorstudenten.aspx.
LET OP: Als je je diploma behaald hebt, word je niet automatisch uitgeschreven. Je dient jezelf via
Studielink uit te schrijven voor de opleiding. Pas als je uitgeschreven bent voor een opleiding hoef
je geen collegegeld meer te betalen. Uitschrijven kan zodra je er zeker van bent dat je je laatste
studieresultaat hebt behaald*. De toetsdatum van je laatste studieresultaat is de examendatum. In
Studielink doe je een uitschrijfverzoek per de eerste van de maand volgend op de examendatum.
* examendatum is leidend en niet de datum dat het laatste resultaat is ingevoerd.
5.2
Aantekening Cum Laude of Met Genoegen
Als je hoge cijfers haalt, kom je mogelijk in aanmerking voor een aantekening ‘Cum Laude’ of ‘Met
Genoegen’ op je diploma. Daarvoor moet je voldoen aan alle navolgende eisen:
Vermelding Cum Laude (zie ook art. 44 lid 1 OER-HU bacheloropleidingen)

aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een beoordeling van
ten minste 6.0 vóór afronding verbonden;

het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen
uitgezonderd) is minimaal 8.0 vóór afronding;

de beoordeling van de afstudeereenheid is minimaal 8.0 vóór afronding;

je bent maximaal vier studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding;

resultaten die zijn uitgedrukt in de woorden ‘Voldaan’ en ‘Niet voldaan’ en ‘VRIJ’ tellen niet mee bij
deze berekening.
Vermelding Met Genoegen (zie ook art. 44 lid 2 OER-HU bacheloropleidingen)

aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een beoordeling van
ten minste 6.0 vóór afronding verbonden;

het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen
uitgezonderd) is minimaal 7.0 vóór afronding;

de beoordeling van de afstudeereenheid is minimaal 7.0 vóór afronding;

je bent maximaal vier studiejaren ingeschreven geweest voor je opleiding;
Het betreft bij beide aantekeningen de cijferregistratie zoals weergegeven in OSIRIS.
Indien de inschrijvingsduur langer is dan vier studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke
omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat je toch in aanmerking komt voor de aantekening
‘Cum Laude’ of ‘Met Genoegen’. Je moet wel voldoen aan alle overige eisen. Neem hiervoor contact op
met de studentendecaan.
38/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Sommige opleidingen kenden in het verleden beoordelingen als Uitmuntend, Goed, Voldoende etc. In de
bijlage Cursusbeschrijvingen is dan een omrekentabel opgenomen van deze beoordelingen in woorden
naar cijfers.
De uitdrukking in woorden verhoudt zich tot de tienpuntschaal als aangegeven in deze tabel:
uitmuntend
zeer goed
goed
ruim voldoende
voldoende
onvoldoende
10
9
8
7
6
≤5
Predikaat excellentie
Wanneer een student de ALPO opleiding binnen 4½ jaar afrondt heeft hij recht op het predikaat
excellentie. Dit predikaat toont dat de student bovenmatige inspanning heeft verleend tijdens de studie.
Voor studenten die langer dan 4½ jaar over de ALPO opleiding doen is het mogelijk een verzoek in te
dienen om alsnog het predikaat te ontvangen. Redenen voor een dergelijk verzoek kunnen zijn: langdurige
ziekte, deelnemen aan een bestuursjaar of andere buitencurriculaire inspanning ten dienste van
beroepsvorming. Een verzoek kan ingediend worden bij de excellentiecommissie.
39/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
Stages en stagewaardigheid
6
De praktijk neemt binnen de studie een belangrijke plaats in. Dit is immers de plek waar je het vak van
leraar pas echt in de vingers krijgt. Je werkt hier actief, systematisch en bewust aan je professionele
ontwikkeling aan de hand van bekwaamheidseisen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. Deze omvatten
een geïntegreerd geheel van kennis, inzicht, vaardigheden, motivatie en academische vorming. Om je
hierin te ontwikkelen werk je opdrachten uit binnen de vier rollen waarin een ALPO student opgeleid wordt:
leraar, onderzoeker, ontwerper en adviseur. De academische vorming is daarbij een belangrijk
uitgangspunt.
6.1
Schematische weergave van de praktijk binnnen de ALPO
Planning praktijk 2014-2015
Studiejaar Semester
Start
Einde
Praktijkdag
1
1
Week 40
Week 3
Dinsdag
1
2
Week 6
Week 24
Dinsdag
2
1
Week 36
Week 3
Donderdag
2
2
Week 6
Week 24
Donderdag
3
1
Week 36
Week 3
3
2
Week 6
Week 24
Donderdag
en woensdag
(onderzoek)
Donderdag
en woensdag
(onderzoek)
4
1
Week 36
Week 3
4
2
Dinsdag
Praktijkweken
Week 41
Week 50
Week 11
Week 21
Week 41
Week 50
Week 11
Week 21
Week 41
Week 50
Opmerking
Week 21
Week 11
kunstweek*
Week 15 is
toetsweek
Week 45
toetsweek
N.v.t.
Week 50
In overleg
In overleg
In overleg met school
In overleg
met school met school
met school
*Tijdens de kunstweek zijn studenten op woensdag en donderdag in de praktijk aanwezig
6.2
Week 45
toetsweek
Week 15
toetsweek
Week 45 is
toetsweek
Week 15
toetsweek
Week 45 is
toetsweek
Organisatie van de praktijk
Werving en plaatsing
De opleiding werkt al jaren samen met veel opleidingsscholen in de regio Utrecht/ Amersfoort/ Gooi. Je
wordt op deze scholen geplaatst door medewerkers van het Centrum voor Werkplekleren. Hierbij wordt
rekening gehouden met de soort school en groep of bouw die aansluit bij jouw opleidingsprogramma.
Plaatsingsregels
Instituut Theo Thijssen heeft met een aantal schoolbesturen in de regio Utrecht- Amersfoort
samenwerkingscontracten afgesloten. Samen met (aspirant-) opleidingsscholen die onder deze besturen
vallen wordt intensief samengewerkt om begeleiders toe te rusten onze studenten optimaal te begeleiden
en een hoogwaardige leeromgeving voor studenten te realiseren, afgestemd op ons curriculum. De
kwaliteit van het samen opleiden wordt zichtbaar in een door de gezamenlijke besturen ontwikkeld
keurmerk opleiden in school. Deze samenwerking heeft geleid tot de volgende uitgangspunten en
afspraken rond het werkplekleren:
1.
2.
Studenten worden in principe geplaatst op opleidingscholen van Instituut Theo Thijssen;
Studenten worden geplaatst door het Centrum voor Werkplekleren (CWPL); Studenten zoeken
dus niet zelf, met uitzondering van studenten in de afstudeerfase. Deze studenten zijn wel
gebonden aan de lijst van (aspirant-) opleidingsscholen waarmee Instituut Theo Thijssen
40/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014
Studiegids Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs 2014-2015
samenwerkt. Alleen voor reeds bij ITT studerende deeltijdstudenten die gestart zijn vóór 2012
worden zo nodig op individuele basis uitzonderingen gemaakt;
3. Voor de plaatsing van studenten gelden geen regels voor maximale reistijd;
4. Op de opleidingsschool van de student mag geen directe familie (eerste- en tweedegraads)
werkzaam zijn of ingeschreven zijn als leerling;
5. De student mag niet meer dan drie semesters op dezelfde opleidingsschool stage lopen. Voor de
2 jarige VO opleiding geldt een maximum van twee semesters;
6. Als de student als onderwijsassistent of klassenassistent werkzaam is op een reguliere school die
tot de samenwerkingspartners van ITT behoort kan de student hier maximaal 3 semesters stage
lopen (waarvan altijd één semester in de afstudeerfase). Als dit een school voor speciaal
(basis)onderwijs betreft, geldt een maximum van twee semesters (waarvan altijd één semester in
de afstudeerfase).
7. In de eerste twee jaar wisselt de student per semester van school en van groep en loopt in
principe stage in vier verschillende groepen. Voor VO-studenten geldt dat zij in overleg maximaal
twee semesters op eenzelfde school stage mogen lopen, maar wel in verschillende groepen. We
onderscheiden de volgende verdeling van groepen die aan bod moeten komen tijdens de studie:
1/2, 3/4, 5/6, 7/8. Bij de VO lopen studenten in de eerste drie semesters stage in de volgende
groepen: groep 6/8, groep 1/2 en groep 3/4/5.
8. Studenten kiezen vanaf jaar 3 voor een leeftijdspecialisatie: jongere kind (groep 1-4) of oudere
kind (groep 5-8). Voor de VO geldt deze specialisatie voor de afstudeerfase.
9. In het derde studiejaar van de vierjarige opleidingen (exclusief ALPO) lopen de studenten in
principe het gehele jaar stage op dezelfde opleidingsschool. Echter, in twee verschillende
groepen binnen de gekozen leeftijdsspecialisatie.
10. Studenten kiezen in dit derde studiejaar tevens voor een inhoudelijke profilering waar de
praktijkplaats op wordt afgestemd: Montessori-onderwijs, Daltononderwijs, Urban Education,
Leraar Plus, Special Educational Needs (SEN).Binnen de profilering SEN kunnen geselecteerde
studenten maximaal één semester stage lopen in het speciaal (basis) onderwijs.
41/41
© Hogeschool
Utrecht, maart 2014