ECLI:NL:GHDHA:2014:3269

ECLI:NL:GHDHA:2014:3269
Instantie: Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak: 10-07-2014
Datum publicatie: 14-10-2014
Zaaknummer: 22-002383-12
Rechtsgebieden: Strafrecht
Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Uitspraak
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 27 april
2012 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1987,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste
aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 26 juni 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen
door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd
en dat de verdachte ter zake van het laste gelegde zal worden veroordeeld tot een
gevangenisstraf voor de duur van 210 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 108 dagen
voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep is blijkens de akte partiële intrekking rechtsmiddel d.d. 25 juni 2014,
inhoudende de mededeling van de advocaat-generaal mr. M. van der Horst dat hij het
ingestelde hoger beroep met betrekking tot feit 2 intrekt, niet gericht tegen de in eerste
aanleg gegeven beslissing ten aanzien van feit 2. Waar hierna wordt gesproken van "de
zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond
van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 oktober 2011 tot en met
12 oktober 2011 te Den Haag en/of Scheveningen en/of Dordrecht, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van uitbuiting een persoon genaamd [benadeelde partij] door dwang en/of geweld
en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld of één of meer
feitelijkheden en/of door afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie
heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk
van uitbuiting van voornoemde [benadeelde partij] (in de prostitutie)
en/of
die [benadeelde partij] heeft gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting
van voornoemde [benadeelde partij] (in de prostitutie), terwijl die [benadeelde partij] de
leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt
en/of
die [benadeelde partij] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft/hebben
gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten (in de prostitutie) en/of seksuele handelingen met of voor een derde tegen
betaling, dan wel enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [benadeelde partij] zich daardoor
beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (in de prostitutie) en/of
seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde partij]
en/of
die [benadeelde partij] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen
en/of bewogen hem, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) te bevoordelen
uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [benadeelde partij] met of voor een
derde
immers heeft/is verdachte en/of hebben/zijn verdachtes mededader(s)
-die [benadeelde partij] opgesloten, althans ondergebracht, in een kelderbox zonder dat die
[benadeelde partij] in het bezit was van de sleutel van deze kelderbox en/of
-die [benadeelde partij] (voortdurend) onder toezicht en/of controle gehouden en/of
-van die [benadeelde partij] foto's gemaakt ten behoeve van een of meer advertentie(s)
voor (een) internetsite(s) en/of
-voor die [benadeelde partij] een of meer advertentie(s) opgesteld voor (een) internetsites
en/of
-die [benadeelde partij] (telkens) naar een escortadres (over)gebracht en/of laten
overbrengen en/of
-dreigende taal uitgesproken naar die [benadeelde partij] en/of
-die [benadeelde partij] gefouilleerd en/of
-die [benadeelde partij] gedwongen, althans bewogen, om (een groot deel van) de
opbrengst uit de prostitutiewerkzaamheden af te staan en/of af te dragen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, nu de tenlastelegging in hoger beroep is
gewijzigd en het hof een andere motivering aan zijn beslissing ten grondslag legt.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
Vrijspraak
Op basis van de zich in het dossier bevindende stukken en het verhandelde ter terechtzitting
in hoger beroep is naar ’s hofs oordeel genoegzaam komen vast te staan dat de verdachte
aangeefster [benadeelde partij] en de medeverdachten [medeverdachte 1] en
[medeverdachte 2] in de ten laste gelegde periode heeft gehuisvest. Voorts kan worden
vastgesteld dat [benadeelde partij] in de periode dat zij bij de verdachte sliep – nadat er ten
behoeve van haar een seksadvertentie op www.besteseksdates.nl was gemaakt - een
tweetal afspraken met klanten heeft gehad, dat [benadeelde partij] met de auto naar die
klanten is vervoerd, dat [benadeelde partij] seks met deze klanten heeft gehad en dat
[benadeelde partij] daarvoor geld van die klanten heeft ontvangen.
De verdachte wordt verweten dat hij zich, al dan niet in vereniging met een ander of
anderen, heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel in de zin van artikel 273f, eerste lid, sub
1, 2, 4, 6 en 9.
De betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster daargelaten, overweegt het hof
dat het bewijs dat de verdachte zich al dan niet tezamen en in vereniging met de
medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] schuldig zou hebben gemaakt
aan de ten laste gelegde varianten van mensenhandel, uitsluitend kan worden gebaseerd op
voornoemde verklaringen. Haar verklaringen staan haaks op de stellige ontkenningen van
de verdachte en zijn medeverdachten.
Naar ’s hofs oordeel is – naast de op zichzelf staande verklaringen van [benadeelde partij] onvoldoende steunbewijs voorhanden dat de verdachte zelf enig dwangmiddel in de zin van
artikel 273f, eerste lid, sub 1, 4 en 9 van het Wetboek van Strafrecht jegens [benadeelde
partij] heeft aangewend, dan wel bezien vanuit het tenlastegelegde medeplegen dat hij
enige vorm van wetenschap heeft gehad dat door [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte
2] beweerdelijk dergelijke dwangmiddelen jegens haar werden gebruikt.
Evenmin is naar ’s hofs oordeel – naast de verklaringen van [benadeelde partij] – voldoende
steunbewijs voorhanden dat de verdachte zelf dan wel in bewuste en nauwe samenwerking
met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] opzettelijk enig voordeel uit de uitbuiting
van [benadeelde partij] heeft getrokken zoals bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 6 van
het Wetboek van Strafrecht.
Tenslotte is het hof - met de advocaat-generaal en met de raadsman van de verdachte – van
oordeel dat mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 2 van het Wetboek van
Strafrecht niet bewezen kan worden.
Gelet op het vorenoverwogene kan naar ’s hofs oordeel niet buiten redelijke twijfel worden
vastgesteld dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan enige ten laste gelegde vorm
van mensenhandel jegens aangeefster [benadeelde partij], zodat de verdachte van het ten
laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Anders dan de advocaat-generaal kennelijk heeft bedoeld, doet de inhoud van de op
belangrijke punten kwestieuze eerdere verklaringen van de verdachte niet af aan het
vorenoverwogene.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de
verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. W.J. van Boven, mr. H.J.M. Smid-Verhage en mr. A.S.I. van
Delden, in bijzijn van de griffier mr. R.W. van Zanten.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 juli 2014.