Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. Opgesteld door ThH Goedgekeurd door PhS Gecontroleerd door DM Bestek Inrichting van de directe omgeving - Uitbreiding RP P ABO Project Sous-projet phase Project Subproject fase Lot A- -- auteur Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers Ci/Sfb - Z type doc. 1 doc.nr - b zone STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects index - 19/02/2014 Datum BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 1/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (1-)011 architects & engineers Beheer van het bouwafval, studie en opvolging Tenzij anders vermeld is deze clausule van toepassing voor alle werven. Onderhavige bepaling betreft de studie en de opvolging van het beheer van het bouwafval. De kostprijs voor het verwijderen van het afval in containers, voor de huur, de reiniging, enz., zijn begrepen in de kostprijs van de betreffende werken. Onderhavige bepaling is gebaseerd op het referentiewerk "Duurzaam bouwen" opgesteld door WTCB-SECO (herz. 2007-11-13). 1. Aard en omvang van het werk. Voor de hele bouwplaats omvatten de werken het volgende: − de realisatie van een audit van de site en van de bestaande elementen die afgebroken moeten worden; − de bepaling van het volume en de aard van het afval; − indien nodig, de organisatie van de fasering van de afbraakwerken; − de fasering van de bouw organiseren; − de opstelling van een afvalbeheerplan om te kunnen overgaan tot de verwijdering en verwerking ervan, en dit op de meest efficiënte en goedkope manier: − door het te sorteren (het afval en het puin worden dagelijks verwijderd en opgeslagen volgens de aanwijzingen van de Coördinatorverwezenlijking); − door de meest relevante manieren voor de verwijdering te kiezen; − door het transport naar en er hun verwerking te verzekeren de gekozen stortplaats; met inbegrip van alle bijhorende elementen. Alle schriftelijke documenten, verslagen, ... die opgesteld worden met betrekking tot deze prestaties, worden overhandigd aan de Bouwheer en Architect. De eventuele keuzes op het gebied van het sorteren van het afval, de verwijdering en de stortplaats, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Bouwheer en Architect. 2. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: algemeen - NBN EN 13965-1 et -2 (2005) Karakterisering van afval - Terminologie - Deel 1: Termen en definities in verband met materialen - Deel 2: Termen en definities in verband met het beheer; - NBN EN 14803 (2006) Identificatie en/of hoeveelheidsbepaling van afval; - de verplichtingen van de Milieuvergunning, - Koninklijk Besluit van 11 maart 2002. betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid. van de werknemers tegen de risico’s van chemische agentia op het werk, - Koninklijk Besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk, - Koninklijk Besluit van 28 maart 2007 (BS 2007-04-26) betreffende de erkenning van ondernemingen en werkgevers die sloop- of verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 2/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers - Koninklijk Besluit van 16 maart 2006 (BS 2006-03-23) gewijzigd door het KB van 8 juni 2007 (BS 2007-06-22) betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest; - Ministeriële omzendbrief van 23 februari 1995 (BS 1 september 1995) betreffende de organisatie van het afval (W.G.) en omzendbrief van 9 mei 1995, beheer van het bouwafval (BS 16 september 1995); - De tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – preventie en bescherming, de veiligheid op het werk, aflevering nr. 91, Kluwer 2001-10-31, - Asbest, de veiligheid op het werk, aflevering nr. 139 van KLUWER, 2007-0814, - het reglement betreffende asbest in België, Ph. Antoine, uitgave Kluwer, info 84, 2002-09-20; - Gevaarlijke stoffen in de praktijk, de veiligheid op het werk, aflevering nr. 105 van KLUWER, 2003-07-16, - Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (gecodificeerde versie die de gewijzigde richtlijn van 15 juli 1975 (75/442/EEG) betreffende afvalstoffen annuleert) (PbEU van 27 april 2006) - verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen zowel binnen als naar en uit de Europese Gemeenschap. en, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Adviesgids mei 2006 van het BIM; - Gids voor het beheer van bouw- en sloopafval, BIM, 1995, 144 pagina’s (en update mei 2000); - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 16 maart 1995 betreffende de verplichte recyclage van bepaald bouw- en sloopafval (BS 6 mei 1995); - Ordonnantie van 7 maart 1991 (BS 23.04.91) betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid, artikel 15 van hoofdstuk 5, gewijzigd door de ordonnantie van 18 mei 2000 (BS 2000-08-19); - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 19 september 1991 (BS 13.11.1991) houdende de regeling van de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen; - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 juni 1993 (BS 06/08/1993) inzake batterijen en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten, - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 oktober 1993 (BS 23/11/1993) betreffende het asbestafval; - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 januari 1997 (BS 1997) betreffende het afvalregister, en, in het Vlaamse Gewest - VLAREA Vlaams Gewest, - Besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 tot vaststelling van het sectoraal uitvoeringsplan bouw- en sloopafval; - Milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de VLAREAaanvaardingsplicht afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, OVAM 01/06/2001, - Beginselen van MAMBO (Minder Afval Meer BedrijfsOpbrengsten), en, in het Waals Gewest - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 3/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers - Besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn, - Decreet van de Waalse Regering van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en gewijzigd door het decreet van 16 oktober 2003 en 22 maart 2007, - Besluit van de Waalse Regering van 23 november 2006 tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen, gewijzigd door het besluit van de Waalse Regering van 10 maart 2005 (BS 18/04/2005), - Besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, - Besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 houdende de integrale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest, evenals - Frankrijk: Omzendbrief van 15/02/2000 betreffende de planning van het beheer van het bouwafval van gebouwen en openbare openwerken (BTP) (BOMATE nr. 2000-03 van 20/03/00) - Frankrijk: Omzendbrief van 18 mei 2006 betreffende de planning van het beheer van het bouwafval van gebouwen en openbare werken: acties van de opvolgingscomités (BOMEDD nr. 15 van 15/08/06) - NAVB, aflevering n°1 " Geheugensteun van de voornaamste maatregelen inzake veiligheid en hygiëne, van toepassing op werken op bouwplaatsen"; - NAVB, aflevering n°50 " Afbraakwerken "; - NAVB, aflevering n°43 " Renovatiewerken "; - TV 144 van het WTCB, december 1982; - Gebruik van herbruikbare materialen in de wegenbouw, omzendbrief AWA/178-95/150 van 10 juli 1995, ter aanvulling van TB W10 en RW99 van het Waals Gewest; - artikel verschenen in Bouwbedrijf, maandblad van de NCB, 15 september 1995; aangevuld en gewijzigd zoals omschreven in onderhavig artikel van het bestek. Afval of brandbare materialen mogen niet op de bouwplaats verbrand worden. Industriële of gevaarlijke afvalstoffen mogen niet als aanaardingen gebruikt worden. De stoffen, producten of afvalstoffen op de bouwplaats die een risico inhouden voor de bodem of het grondwater, worden opgeslagen op een ondoordringbare ondergrond en zo snel mogelijk verwijderd naar een sorteercentrum dat erkend is voor inert en ongevaarlijk afval, indien aanwezig op minder dan 100 km van de bouwplaats, of naar een geschikte stortplaats voor de andere afvalstoffen. 3. Voorafgaande studies. Indien onderstaande studies niet uitgevoerd zijn tijdens de studiefase van de bouwplaats, dient de Aannemer ze alsnog uit te voeren. De documenten (verslagen, meetstaten, materiaalfiches, …) die voortvloeien uit deze studies, evenals de leidraden of de keuzes, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Bouwheer en aan de Architect, vóór aanvang van de werken en vóór de plaatsing van de installaties op de bouwplaats. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 4/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 3.1. Analyse van de site. − studie van de toegankelijkheid van de site: identificatie van de beperkingen op het gebied van de verwijdering van afval; − studie van de onmiddellijke omgeving van de site: identificatie van de buurt en de gevoelige activiteiten die in de organisatie van de bouwplaats moeten worden geïntegreerd; − studie van de ruimtelijke ordening van de bouwplaats: identificatie van de mogelijkheden voor het opslaan en sorteren van het afval; − studie van de geschiedenis van de site en de opeenvolgende bestemmingen: identificatie van de mogelijke samenstelling en verontreiniging van de site of het af te breken gebouw; − attest met betrekking tot de aard van het terrein. 3.2. Audit van het af te breken gebouw of de af te breken gebouwdelen en het op te richten gebouw. De audit die de Aannemer moet uitvoeren, omvat de volgende delen: 3.2.1. Inventaris van de constructieve elementen van de af te breken delen en van het op te richten gebouw: Per type materiaal of element bevat deze inventaris een fiche (of fiches) met volgende gegevens: − de afmetingen; − het materiaal; − de kleur; − de staat; − het merk of het model; Bij de fiches zijn foto's gevoegd die de belangstelling van een potentiële koper kunnen opwekken. 3.2.2. Inventaris per type afvalstof (sloopfase en bouwfase): De Aannemer voorziet een sorteerniveau zodat de volgende fracties afzonderlijk ingezameld worden: − recycleerbare en/of herbruikbare materialen; − voor verbranding geschikt gevaarlijk afval; − niet voor verbranding geschikt gevaarlijk afval; − recycleerbaar afval: − inert afval; − metaal; − hout; − glas; − plastic; − voor verbranding geschikt afval dat niet voor terugwinning geschikt is; − niet voor verbranding noch voor terugwinning geschikt afval. 3.2.3. Kwantificering van de bouwmaterialen van de gebouwdelen: De kwantificering gebeurt door de Aannemer en bestaat uit: af te breken − het opmaken van een meetstaat (str.m., m², m³, st., …). − de beoordeling van de hoeveelheid en/of het gewicht van elk type afval (kg, ton), − de opstelling van een bouwplaatsplanning van deze hoeveelheden, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 5/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers op basis van de werken die hij zelf moet slopen en/of uitvoeren, maar ook van de werken die door de andere loten uit te voeren zijn. De Hoofdaannemer informeert bij de andere Aannemers naar wat ze nodig hebben. 3.3. Identificatie van de recuperatiekanalen Inventaris en analyse van de kanalen voor verwijdering en terugwinning. Voor elk type afval onderzoekt de Aannemer de verwijderingkanalen in onderstaande rangorde: − hergebruik; − terugwinning als secundaire grondstof (recyclage); − terugwinning in downcycling; − terugwinning van energie; − verbranding en/of afvoer naar stortplaats. In het verslag van de analyse van de verwijderingskanalen staat het volgende: − de lokalisatie van de kanalen; − de vereiste eigenschappen van het materiaal; − de prijs (per kubieke meter of per ton); − de toekomst van het product (voor de terugwinningkanalen). 3.4. Afvalbeheerplan: Afhankelijk van de mogelijkheden voor verwijdering en terugwinning stelt de Aannemer een beheerplan op dat de volgende gegevens bevat: − de aard van de kanalen; − de fracties die gesorteerd moeten worden; − het type afval per fractie; − de hoeveelheid afval per fractie (in m³ en in ton); − de kostprijs van het transport; − de kostprijs van de verwerking; − Voorbeeld van een beheerplan: Waarbij: − Fracties: afvalstoffamilies: ruwbouw, metaal, ... − Afvalstof: type afvalstof: afval van beton, van aluminium, ... − Hoeveelheid: hoeveelheid van een type afvalstof volgens de eenheid die gewoonlijk wordt gebruikt voor het type verwerkt materiaal (str.m., m², m³, st.). − Gewicht: volumiek gewicht. − Container: aantal noodzakelijke containers voor de opslag en verwijdering van het afval. − Transport: aantal ton te transporteren afval, prijs per ton en totaalprijs per type afvalstof. − Kanalen: type verwerking, prijs per ton en totaalprijs per type afvalstof. 3.5. Werkwijze van de afbraak en de bouw Afhankelijk van de voorafgaande studies en de diverse te scheiden afvalfracties, dient de Aannemer een werkwijze met de volgende fasen op te stellen en aan de Bouwheer voor te leggen: − verwijdering van afwerkingsmaterialen of -elementen; − verwijdering van bedekkingselementen; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 6/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − afbraak van de ruwbouw. De fasering van de afbraak van een gebouw of een deel van een gebouw gebeurt in de omgekeerde volgorde van de opbouw. Dit betekent dat het gebouw gesloopt wordt in horizontale lagen van boven naar beneden. Deze regel zorgt voor de meest gunstige werkomstandigheden voor het personeel en biedt de meeste waarborgen op het gebied van de veiligheid van derden. 3.6. Controle en opvolging van de verwijdering van het afval De Aannemer staat in voor de opvolging en de controle: − van de verplaatsing van het afval van de site van de bouwplaats naar de gekozen stortplaats, − de verwerking van het afval op deze stortplaats. Hij overhandigt aan de Bouwheer een kopie van alle documenten en facturen met betrekking tot het transport en de verwerking van het afval (bon van ontvangst door de centrale en de stortplaats of van specifieke verwerking). De Aannemer bewaart de volgende gegevens: − voor de opdracht van het transport: datum, verantwoordelijke, vervoerder, type vrachtwagen, afval, tonnage, volume, bestemming; − voor het transport: datum van het transport, vervoerder, type vrachtwagen, afval, tonnage, volume, bestemming, bedrag van de factuur; − voor de verwerking: datum van ontvangst, installatie, afval, tonnage, volume, type verwerking, bedrag van de factuur; − voor de boekhouding: datum, verantwoordelijke, datum verzending voor betaling. 3.7. Documenten te leveren door de Aannemer en voor te leggen aan de Bouwheer en Architect Vóór aanvang van de werken − Documenten met betrekking tot de analyse van de site; − inventaris van de bouwmaterialen van de af te breken gebouwdelen; − inventaris van de bouwmaterialen van de op te bouwen gebouwdelen; − inventaris per type afvalstof; − kwantitatieve meetstaat van het afval per type; − inventaris en analyse van de kanalen voor verwijdering en terugwinning; − beheerplan van het sloop- en bouwafval; − werkwijze van de afbraak; − werkwijze van de bouw; en maandelijks − kopie van alle documenten en facturen met betrekking tot het transport en de verwerking van het afval, − update van het beheerplan, − update van de werkwijze. 3.8. Bijkomende informatie door de Aannemer te verstrekken aan de Bouwheer en Architect − Bouwplaatsinstallatieplan met inplanting, signalisatie en bescherming van de inhoud van de verschillende containers en sorteerzones; − Evaluatie van het afval gegenereerd door het personeel en door de bouwplaats: beoordeling van de hoeveelheid afval geproduceerd op de bouwplaats door de activiteiten van de onderneming (kantoren en kantine). 3.9. Opleiding van het personeel van de Aannemer Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 7/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Het personeel op de bouwplaats moet opgeleid worden op het gebied van: − de controle en de opvolging van het sorteren op de bouwplaats; − de correctie van de toevallige sorteerfouten; − de bewaking van het vulniveau van de vrachtwagens. 4. Boetes De Aannemer maakt aan de Aanbestedende Overheid de hierboven genoemde documenten over. Doet hij dit niet, dan heeft de Aanbestedende Overheid automatisch het recht om een boete te eisen, en dit telkens vastgesteld wordt dat een document ontbreekt. Op straffe van een nieuwe boete, levert de Aannemer de ontbrekende documenten binnen de 14 kalenderdagen te rekenen vanaf de betekening van het ontbreken (middels nota in het werfdagboek, op het PV van de vergadering, per fax, mail of brief). 5. Betreft. Beheer van het bouwafval, studie en opvolging. 6. Meting. Pro memorie, inbegrepen bij de afbraakposten. (10)200 Afbraakwerken, algemeen. Behoudens tegenstrijdig bericht, is deze bepaling van toepassing voor alle bepalingen waarvan het nummer begint met (10)2 en (10)3. 1. Studies. 1.1. Voorafgaande verkenning. De Aannemer dient kennis te nemen van de inplanting van de leidingen voor riolering, water, gas en aardolie, alsook bekabeling voor telefoon, teledistributie en elektriciteit, enz. en dient zich te wenden tot de desbetreffende bedrijven of organismen. Hij zal met hen alle nodige maatregelen nemen voor de opheffing van diverse bestaande aansluitingen waarvan hieronder sprake, om zo geen storingen of willekeurige ongevallen in de aansluitingsnetten te veroorzaken waarin zij uitmonden of die zij bedienen. De Aannemer draagt en staat in voor alle nodige middelen met betrekking tot het herstellen en/of vernieuwen van beschadigde elementen, hij staat in voor eventuele boetes, onder andere ten gevolge van mogelijke onderbrekingen. Vóór de afbraakwerken zal de Aannemer via sonderingen nagaan of de te slopen elementen geen asbest meer bevatten: ofwel werd er vooraf een verkenningsproef ondernomen en vraagt hij hiervan een kopie aan de Bouwheer, ofwel wordt deze conform de van kracht zijnde wetgeving uitgevoerd. Indien asbest of een ander giftig materiaal wordt vastgesteld dat niet aangegeven werd, zal hij er dringend het Werfbestuur van de op de hoogte brengen. De Aannemer voert op eigen kosten alle nodige operaties uit ter verkenning en ter inzicht van de aard en de staat van de gebouwen. 1.2. Plaatsbeschrijving. De Aannemer laat op eigen kosten een plaatsbeschrijving opmaken van de aanpalende gebouwen die bewaard blijven, en een vergelijkende staat op het eind van de werken. Hij wordt ertoe verplicht elk bestaand gebrek te melden, zoniet zal hij er de volledige verantwoordelijkheid van dragen. Voor de voorlopige oplevering gaat hij over tot de bijwerkingen en herstellingen waar beschadigingen werden vastgesteld, of er wordt een schadevergoeding overeengekomen die de kosten voor deze herstellingen dekt. In ieder geval kan alleen de Bouwheer beslissen over de weerhouden oplossing. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 8/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Na de voorlopige oplevering blijft de Aannemer burgerlijk verantwoordelijk voor de ongevallen die te wijten zouden zijn aan de slechte uitvoering van zijn werken en dit tot aan de definitieve oplevering van de werken. Tijdens de voorlopige oplevering zal de Aannemer aanwezig zijn bij de vergelijkende staat van de plaatsbeschrijving. 1.3. Uitvoeringsplannen en berekeningen. Vóór dat de werken van start gaan stelt de Aannemer de uitvoeringsplannen op met daarop volgende informatie: − de volgorde van uitvoering van de afbraakwerken, met verduidelijking van de verschillende fasen; − de tijdelijke en/of definitieve inrichtingen om de stabiliteit te verzekeren van de af te breken delen die tijdelijk behouden moeten worden of van de constructies die definitief ter plaatse blijven (wegen, gebouwen, gemene muren...), onder meer verstevigingen, ondersteuningen, stempelwerken enz. − de eventuele uitvoering van nieuwe constructies per fase, om de stutelementen er tegen te kunnen laten steunen, om gemene muren en constructies voorlopig te behouden; − de gekozen veiligheidsmaatregelen. Eventuele plannen en berekeningen dienen vóór uitvoering te worden goedgekeurd. 2. Uitvoering van de afbraakwerken en diverse verwijderingen. Indien, om de afbraak toe te laten van aansluitende constructies of de inrichting van de werftoegang, de Aannemer verplicht is om aan al dan niet gemeenschappelijke werken aan omliggende gebouwen te raken, die niet voor afbraak vatbaar zijn, dient hij op eigen kosten en met de grootste zorg, alle nodige werken uit te voeren om een perfect behoud en een goede werking van deze werken te garanderen. Alle werken om de omliggende gebouwen opnieuw te herstellen, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant, vallen ten laste van de Aannemer die deze ter voldoening van de omliggende eigenaars uitvoert. De Aannemer waakt erover dat de verwijdering van de diverse elementen, vereist in de aanbestedingsdocumenten, de waterdichting van het volledig te behouden gevelparement niet beschadigt, verslechtert of beperkt: de verwijdering gebeurt door demontage en niet door uittrekken van onderdelen of elementen. De Aannemer voert, onder eigen verantwoordelijkheid, alle ondersteuningswerken, stutwerken, enz uit, bestemd om willekeurige schade aan gebouwen en aan wegen te vermijden. Het weghalen van steunelementen dient vooreerst ter goedkeuring aan de Architect en de Ingenieur Stabiliteit te worden voorgelegd. Wat ook de goedkeuringen hieromtrent mogen zijn, toch zal de Aannemer volledig verantwoordelijk zijn voor schade, veroorzaakt aan aanpalende gebouwen, voetpaden of wegen. Van bij de aanvang van de werken, is de Aannemer volledig verantwoordelijk in geval van willekeurige ongelukken aan derden of aan de Bouwheer, onder andere op gebied van openbaar verkeer, als gevolg van de uitvoering van af te breken elementen, zelfs in geval van overmacht (onweer, tornado, aardbevingen, …). Bijgevolg wordt de aandacht van de Aannemer gevestigd op het feit dat alle kosten die voortvloeien uit de te nemen maatregelen om aan de vereisten te voldoen waarvan hierboven sprake, ten koste van de onderneming zijn en onder meer (in voorkomende gevallen): 2.1. de bronbemalingen, steigerwerken, stellingen, stutwerken, beschoeiingen, verstevigingen, schoren, schragen, stempeling, afdamming, beschoeide bouwputten, enz. nodig voor de stabiliteit van Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 9/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers het in te richten gebouw, de gerieflijkheid en veiligheid van de werf, stabiliteit van omliggende gebouwen die definitief behouden blijven, of af te breken gedeelten die voorlopig behouden blijven. Alle verstevigingswerken, stutwerken enz. zoals hierboven beschreven worden op hun plaats gehouden zolang de Bouwheer en de Projectontwerper het nodig achten of zijn daar waar nodig definitief, voor de toekomstige stabiliteit van de te behouden gebouwen; 2.2. het stutten van openingen, zelfs hun afdichting door middel van metselwerk in muren die eventueel blijven behouden als schoormuur voor puntgevels en gevelmuren; 2.3. de bijkomende werkzaamheden die voortvloeien uit de eventuele bouw van nieuwe constructies per fase en onder meer de bijkomende wapeningen die nodig zijn voor deze techniek; 2.4. alle voorlopige werken die bestemd zijn om de uitvoeringswerken te vergemakkelijken; 2.5. alle vernieuwingen of reconstructie van werken, delen van werken of aanpalende gebouwen die beschadigd werden door de werken van de huidige aanneming; de aanwerkingen, reconstructies en herstellingen worden vervaardigd om de prestaties en de afwerkingen van de beschadigde elementen in hun aanvankelijke staat te herstellen; de uitvoeringswijze dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Architect en in voorkomend geval, de Raadgevende Ingenieur stabiliteit; 2.6. het ter beschikking stellen aan de Bouwheer van het nodige materiaal en personeel om alle controles te kunnen uitvoeren die hij nodig acht; 2.7. de reiniging van binnen- en buitenriolering rondom de werf na de uitvoering van de afbraakwerken; 2.8. alle willekeurige voorzieningen om de veiligheid en het verkeer van voertuigen en voetgangers te vergemakkelijken tijdens de duur van de werken op de omliggende openbare wegen; 2.9. alle willekeurige voorzieningen om te allen tijde de afvloeiing en afvoer van water, geulen, riolering enz. te verzekeren en onder meer de nodige voorlopige omleidingen; 2.10. de kosten voor maatregelen om de lawaaihinder afkomstig van de werf en diens voertuigen zo veel mogelijk te beperken, alsook de hinder afkomstig van oplaaiend stof door de afbraakwerkzaamheden; 2.11. alle nodige willekeurige voorzieningen om te allen tijde, de stabiliteit van keldermuren die onderworpen zijn aan horizontale drukken, te verzekeren. 3. Afbraakproducten. Hetzij anders vermeld, worden de materialen, afkomstig van afbraakwerken en demontage, eigendom van de Aannemer, behalve echter: − voorwerpen of materialen, die per definitie geen eigendom zijn van de eigenaar van het gebouw, zoals tellers, kranen, verlichtingspalen, H.S. kanalen, enz. − kunstwerken, schatten, historische voorwerpen, muntstukken, medailles, enz. die in de grond of het afbraakmateriaal kunnen worden ontdekt en die volgend de richtlijnen van het Burgerlijk Wetboek, worden verdeeld. Het is verboden op de werf materialen te storten die hergebruikt of doorverkocht kunnen worden, en niet bestemd voor deze werf. Het is eveneens verboden afbraakmateriaal op de werf te verbranden. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 10/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De Aannemer mag tegen de Bouwheer niet in beroep gaan voor het eventueel verdwijnen van willekeurige voorwerpen of materialen waarvan hij het bestaan zou hebben opgemerkt alvorens met de werken te starten. Conform de technische bepaling (1-)011, de regionale wetgeving en de plaatselijke vereisten, worden de afbraak- en/of demontageproducten van de werf afgevoerd naar een recyclagecentrale die door de Werfdirectie werd goedgekeurd, niet recycleerbaar afval wordt naar een voor dit type producten gekeurde stortplaats gebracht. De Aannemer levert een kopij van de receptiebons van de centrale en de stortplaats. Alle taksen en meerkosten betreffende het lozen van puin op stortenterreinen, sortering en selectie voor recyclage van afval, enz. vallen ten laste van de Aannemer. 4. Elementen die goedgekeurd moeten worden. De Aannemer dient ter goedkeuring aan de Bouwheer, de Architect en de Raadgevende Ingenieur stabiliteit volgende elementen voor te leggen: − de uitvoeringsplannen (cf. 1.3 hierboven), − de eventuele rekennota’s met betrekking tot de uitvoering, − de plannen en berekeningen inzake de ondersteuningswerken waarvan sprake in punt 2. 5. Verplichtingen van de Aannemer. De Aannemer voert de afbraakwerken uit en neemt alle nodige maatregelen om: − de veiligheid van het publiek alsook dat van de arbeiders die instaan voor de afbraak, is verzekerd; − zo veel mogelijk de productie van stof tegen te gaan, indien nodig door veelzijdig besproeien van de werf en/of afbraakmateriaal; − zo veel mogelijk de risico’s te beperken op hinder bij de buurtbewoners zowel betreffende de nabije gebouwen als de wegen; het is onder andere verboden om springstoffen te gebruiken, alsook compressoren en lawaaierige pneumatische hamers, zonder bijzondere voorzorgsmaatregelen tegen lawaai en zonder voorafgaand akkoord van het bevoegd bestuur, of nog massieve onderdelen van op grote hoogte te laten vallen; − de stabiliteit van de gebouwen of gedeelten hiervan die behouden blijven alsook naburige gebouwen in het gedrang te brengen; − het gebruik, de veiligheid, het behoud en het geheel van constructies en gebouwen, zoals eerder sprake, te verzekeren, en te vermijden dat hier storingen in opduiken; − de activiteiten niet te hinderen die zich in de aanpalende gebouwen afspelen (veiligheidsmaatregelen, beperking van de lawaaihinder, …) − de stabiliteit van de weg(en) te garanderen alsook dat van ondergrondse installaties die zich er bevinden. 6. Documenten die bij de inschrijving dienen te worden toegevoegd. De inschrijver moet de volgende elementen verplicht toevoegen bij zijn inschrijving: − voor de steunelementen die na het einde van de werken moeten blijven behouden, de voorstellen voor de huur of de heraankoop van de bovengenoemde elementen na het einde van de werken; de duur van de eventuele huur moet door de Bouwheer worden bepaald; − de beschrijving van de afbraakmethode. 7. Bijzondere documenten van toepassing. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 11/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: - technische bepaling (1-)011, - het typebestek 904, hoofdstuk 01.04 afbraak; - het typebestek 904, hoofdstuk 01.01 en 01.71 plaatsbeschrijving, voorlopige constructies en wanden; - het TB 2011, Brussels Hoofdstedelijk Gewest; − voor Brussel, de voorschriften van het BIM; − het reglement betreffende asbest in België, Ph. Antoine, uitgave Kluwer, info 84, 20/09/2002; − NAVB, aflevering n°1 " Geheugensteun van de voornaamste maatregelen inzake veiligheid en hygiëne, van toepassing op werken op bouwplaatsen"; − NAVB, aflevering n°50 " Afbraakwerken "; − NAVB, aflevering n°43 " Renovatiewerken "; − NIT 144 van het WTCB, december 1982; − het AVGP voor de veiligheidscoördinatie en het werfreglement; gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 8. Meting. Pro memorie, inbegrepen bij de afbraakposten. (10)315 Afbraak van zones met hydrocarbonaat- en andere bedekkingen 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: − de afbraak, manueel of door geschikte mechanische middelen, van zones met hydrocarbonaatbedekkingen, inclusief de aanwezige funderings- en waterdichtingslagen, ongeacht hun samenstelling of dikte, tot op de aanwezige structuurplaat waarvan de integriteit perfect moet blijven behouden. − de afvoer van puin buiten het eigendom. − de coördinatie met de eigenaars en de beheerders van de werken onder de interventiezones en het gebruik van alle geschikte middelen voor de bescherming van deze goederen in de tijdelijke fase zonder waterdichting. Het gebruik van springstoffen is verboden. 2. Betreft. De externe zones met hydrocarbonaatbedekking en andere diverse bedekkingen die afgebroken moeten worden voor de blootstelling van betonstructuren. 3. Meting. Per vierkante meter. (10)535 Aanaardingen van teelaarde afkomstig van buiten de eigendom. 1. Aard en omvang van de werken Dit werk omvat: – de levering van de teelaarde door de Aannemer; – de aanaarding en de profilering van de aanaardingen volgens de aanwijzingen van de plannen of van de Architect. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 12/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2. Materialen. De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften: – teelaarde: Dp1-11. 3. Betreft. Aanaarding van teelaarde voor planten- en boombakken die afkomstig is van buiten het eigendom. 4. Meting. Per m³ ter plaatse. (16)632 Waterdichte harde binnendekvloer op basis van waterwerende cementmortel en membraan op betonwand. 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten de uitvoering van een waterdichtingsdekvloer op een waterdichtingsmembraan, dat werd aangebracht op de betonnen drager. Het moet mogelijk zijn zowel een bekuiping uit te voeren, om te weerstaan aan de druk van de grondwaterspiegel als een tank. Dit werk omvat de levering en plaatsing van: – de voorbereiding van de drager, inclusief eventuele bepleistering, – het waterdichtingsmembraan op de af te dichten wanden, – de aansluitingstoebehoren naar de afvoeren, – de waterdichtingsbescherming door cementering met gewapende mortel, met inbegrip van alle bijhorende elementen. 2. Uitvoeringswijze 2.1. Algemeen. Voorbereiding van de drager. Tijdens deze voorbereidende werken wordt gecontroleerd of de te behandelen oppervlakken volledig vlak, stofvrij en droog zijn. In voorkomend geval, indien de vlakheid niet verkregen werd (reliëfverschillen groter dan 1 cm met de 2 m lat), wordt een effen makende bepleistering aangebracht. De bezetting heeft een totale gemiddelde dikte van 20 mm en wordt aangebracht in stroken met een minimale breedte van 20 cm en een maximale dikte van 1 mm; deze wordt zorgvuldig uitgevlakt: de gaten en holten worden opgevuld, de scherpe boorden worden afgekant, de wand wordt zorgvuldig opgevoegd, de oppervlakken zijn vrij van stof of modder, droog en zonder sporen van pek of verf. De hoeken tussen verticale en horizontale wanden worden afgekant op 45° door middel van bepleistering (diagonale van minstens 5cm). Het gewapende EPDM-waterdichtingsmembraan wordt vol uitgelijmd op de af te dichten dragers. Alle voegen worden door vulkanisatie gelast. De voegen op de werf blijven zo beperkt mogelijk (deze tussen horizontale en verticale wanden). Het membraan wordt op de afvoerhulpstukken gelast. De mechanische bescherming van de waterdichting gebeurt door middel van een cementpleister met wapeningsnet, zowel op de horizontale als verticale wanden. Het afgewerkte oppervlak is volledig vlak: tolerantie van 2 mm met de lat van 2 m. De pleister op de vloer wordt met een lichte helling van minimaal 0,5cm/m naar de afvoer geplaatst. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 13/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2.2. Ligging van de waterdichtingsbepleistering. De waterdichtingsdekvloer wordt in de bekuiping uitgevoerd, en blijft zichtbaar over bijna het volledige oppervlak. 2.3. Behandeling van de drager. Voor de uitvoering van de mortel zal de Aannemer gebruik maken van waterafstotende toeslagstoffen op basis van silicaat (minstens 1 liter per 50 kg cement); hij voert de werken uit, conform de voorschriften Yy2. Deze toeslagstof is homogeen aanwezig in de mortelmassa. De Aannemer reinigt de oppervlakken en maakt ze vrij van vetten, olie, ontkistingsproducten en puin afkomstig van zand en mortel. Wanneer vóór het gladstrijken een pleisterlaag wordt aangebracht, worden de betonnen dragers zonder uitzondering over de volledige omvang afgebikt, om een ruw oppervlak te verkrijgen. Dit gebeurt met de pneumatische hamer ter waarde van ongeveer 1 slag per dm2. De betonnen dragers met glad oppervlak worden volledig gebouchardeerd. De boorden van de dragers worden geveld en inspringende hoeken worden voorzien van een afschuining van 5 tot 6 cm met vochtafstotende mortel; de afschuining mag worden uitgevoerd wanneer de eerste pleisterlaag wordt aangebracht. Vóór het aanbrengen van de bepleistering wordt de drager gereinigd met water, geëmulgeerd met perslucht om stof en onvoldoende hechtende elementen te verwijderen. 2.4. Totale dikte van de waterdichtingsdekvloeren. De totale dikte van de dekvloeren, inclusief de eventuele hechtingslagen, bedraagt minstens 3 cm in de verticale delen en 4 cm in de horizontale. 2.5. Uitvoering van de waterdichtingsdekvloer. De dekvloer dient zo laat mogelijk te worden uitgevoerd, bij voorkeur na de volledige afwerking van de ruwbouw. Deze waterdichtingsdekvloer wordt door gespecialiseerde mankrachten aangebracht. De bepleistering wordt continu uitgevoerd; indien aansluitingen onvermijdelijk zijn, zullen de verschillende lagen trapsgewijs worden onderbroken, om de stortvoegen te schranken met ongeveer 25 tot 30 cm. Vóór het aanbrengen van een nieuwe laag, wordt gecontroleerd of de voorgaande laag voldoende droog is. Deze laag wordt proper en vochtig gemaakt. Een interval van bijvoorbeeld 12 uur is een toelaatbare tijdspanne tussen het aanbrengen van twee opeenvolgende lagen. Alle hoeken van de dekvloer worden zorgvuldig afgerond, de kromtestraal mag niet kleiner zijn dan 4 cm. De voegen in de ruwbouw dienen in de waterdichtingsdekvloer te worden overgenomen. Ter hoogte van doorvoeren wordt een soepele voeg voorzien voor de continuïteit tussen de dekvloer en het element. Na de afwerking zijn de oppervlakken vlak, in het lood of op niveau. a) Verticale delen: De bekleding omvat op de verticale delen een eventuele deklaag en minstens 3 gespoten pleisterlagen. De dikte van de lagen is niet groter dan 15 mm. b) Horizontale delen: De eventuele hechtingslaag wordt met de borstel aangebracht; vervolgens worden minstens 3 pleisterlagen, zwaar verdicht of getrild, aangebracht. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 14/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De twee eerste lagen worden ruw gelaten, de laatste laag wordt met de lat uitgevlakt, gespateld indien de samenstelling het toelaat en gladgestreken met een truweel. 2.6. Dosering van de mortel. De basispleister dient principieel minstens even bestendig te zijn als de afwerkingspleister. De Aannemer maakt gebruik van grof zand Dp1-39 en cement Dq2. De hechtingslagen worden gedoseerd ter waarde van één volume cement voor één volume grof zand. Voor elke pleisterlaag is de dosering cement groter of gelijk aan 400 kg cement per m3 mortel (1 volume cement voor 3 volumes zand). 2.7. Bescherming van de bepleistering. Dekvloeren mogen bij zware regen of temperaturen onder het vriespunt niet worden uitgevoerd, noch wanneer nachtvorst mogelijk is. Indien de oppervlakken worden blootgesteld aan felle zonnestralen of uitdrogende wind, wordt verplicht de verse mortel tegen uitdroging beschermd. Hard geworden pleister moet worden beschut tegen warmte; warmtebronnen moeten noodzakelijk op een geventileerde sokkel worden geplaatst die hen van de waterdichting afzondert. Er mogen geen koude bruggen of thermische schokken ontstaan. De temperatuur ter hoogte van de dekvloer mag nooit meer dan 50 °C bedragen. 3. Materialen. De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften: – Membraan: Ln7-1, – metalen wapening: Jh2-1, – synthetische wapening: Jm2, – toeslagstof: Yu2, – zand: Dp1-39, – cement: Dq2 – afvoerhulpstukken: In6-10. 4. Betreft. Waterdichte harde binnendekvloer op basis van waterwerende cementmortel en membraan op betonwand om de perfecte bescherming van de dichtheid van de boombak te realiseren. 5. Meting. Per vierkante meter. (2-)000 Bovenbouw, algemeen. Behoudens andersluidende vermelding is deze bepaling van toepassing op alle bepalingen waarvan het nummer begint met (2 -). De structuren worden door gespecialiseerde arbeidskrachten gemonteerd en geregeld. Tijdens de opslag, de bediening en de behandeling worden alle voorzorgen genomen om vervorming, verwringing of andere verdraaiing te vermijden. 1. Informatie. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 15/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De Aannemer is verplicht om de Architect ten gepaste tijde de exacte positie van de technische installaties te vragen zodat de noodzakelijke doorvoeringen en holle ruimten in de ruwbouw kunnen worden aangebracht. 2. Niveaus. De Aannemer traceert 1 m hoger dan de niveaus van de “afgewerkte vloer”: − het aanvankelijke referentiepeil (beginpeil); − de opeenvolgende referentiepeilen Hij vraagt de Architect het aantal, de locatie en de juistheid van deze peilen. Hij zorgt ervoor dat deze referenties goed bewaard worden tot de voorlopige oplevering. De toleranties voor de verschuiving van de referentiepeilen ten opzichte van het beginpeil worden vermeld in de volgende tabel: D: afstand (m) tussen een referentiepeil en het beginpeil. T: toleranties van de peilen (mm) meer of minder. D:<= 10, <= 50, > 50 T: 2, 3, 5 Bij gebrek aan verduidelijking in het bijzonder bestek, zal de Aannemer erover waken voor elke specifieke uitvoering, de toleranties inzake structuurvervorming na te leven (maar is 10% strenger dan de toleranties van deze normen), uit normen NBN EN 1991-1-1 +ANB (ter vervanging van NBN B 03103), NBN ENV 1090-1, NBN ENV100-1:1997 en NBN ENV13670-1. 3. Brandwerendheid. De werken geven de weerstandsgraden weer tegen brand volgens de voorschriften van het KB van 7 juli 1994, gewijzigd door het KB van 19 december 1997, gewijzigd door het KB van 4 april 2003, gewijzigd door het KB van 13 juni 2007 (BS 18/07/2007), die de basisnormen regelen op vlak van brandpreventie en preventie van ontploffingsgevaar, waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Voor de structuren is de brandwerendheid Rf of REI aangegeven op de stabiliteitsplannen. Voor de werken in gewapend beton worden de dekkingen die vermeld staan op de plannen om de brandwerendheid te garanderen, strikt nageleefd. Zo niet moet de Aannemer voor eigen rekening de nodige werken uitvoeren om de verplichte brandwerendheid te garanderen. De vastklemming van alle buizen en leidingen die door de brandwerende muren, vloeren en plafonds lopen, moet even brandwerend zijn als het onderdeel waardoor ze lopen. De randopvoeging van het metselwerk Rf of REI wordt uitgevoerd over de volledige dikte van dit metselwerk. Dit werk maakt integraal deel uit van de muur-, vloer- en plafondwerken en wordt niet afzonderlijk opgemeten. 4. Elementen die goedgekeurd moeten worden. De Aannemer laat de brand- en rookwerende vastklemsystemen die hij wil gebruiken, goedkeuren door de Architect, en legt daarvoor de certificaten van de bijbehorende proeven voor, die in door de overheid erkende laboratoria uitgevoerd werden. De Aannemer laat een gedetailleerde planning met alle geplande montagefasen voor de structuur die hij moet uitvoeren, goedkeuren door het studiebureau. Daarnaast laat hij ook een plan met het geplande type van steiger, rekening houdend met deze montagefasen, de uitvoeringsomstandigheden en de uitvoeringstermijn, door dit studiebureau goedkeuren. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 16/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Alle kosten met betrekking tot deze werken: opstelling van de plannen, montage van de steigers en vertuiing zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen die opgenomen werden in de meetstaat. 5. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − KB van 7 juli 1994 (gewijzigd op 19 december 1997) tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd door het KB van 4 april 2003, gewijzigd door het KB van 13 juni 2007 (BS 18/07/2007), − M.B. van 6 juni 2006 (BS 26/06/2006) tot vaststelling van de overeenstemming tussen de Belgische en Europese klassen inzake reactie bij brand voor een reeks van producten voor thermische isolatie van gebouwen, − De volledige EUROCODE serie 1 tot 9 voor de betrokken delen (NBN ENV 1991 tot NBN ENV 1999, uitgegeven door het BIN), waaronder de NBN EN 1991-1-1+ANB belasting op de structuren - deel 1.1 algemene belastingen volumiek gewicht, eigengewicht, belastingen tijdens de uitvoering voor de gebouwen - nationale bijlage en de NBN EN 1991-1-3+ANB (sneeuwbelasting), − bij gebrek aan indicaties in de NBN ENV 1991 tot NBN ENV 1999, wordt Eurocode 0 = NBN EN 1990+ANB Grondslag voor het constructief ontwerp van toepassing - nationale bijlage, (serie NBN EN 1991-x-x tot NBN EN 1998-x) − NBN EN 1991-1-1 :2002 +ANB :2007 Eurocode 1 - Belastingen op constructies Deeml 1-1: Algemene belastingen - Volumieke gewichten, eigengewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen - Nationale bijlage (ter vervanging van NBN B03-103 vervormingen van draagsysteem vervormingsgrenswaarden - gebouwen), − NBN EN 2/01/1991: 2003 +ANB :2008 Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-2: Algemene belastingen - Belastingen bij brand, − NBN EN 1991-1-3 :2003 +ANB :2007 Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-3: Algemene belastingen – Sneeuwbelasting – Nationale bijlage, − NBN EN 1991-1-4 :2005 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-4: Algemene belastingen – Windbelasting, − NBN EN 1991-1-5:2004 +prANB:2008 Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-5: Algemene belastingen - Thermische belasting – Nationale bijlage, − NBN EN 1991-1-6:2005 Eurocode 1 – Belastingen op constructies - Deel 1-6: Algemene belastingen - Belastingen tijdens uitvoering, − NBN EN 1991-1-7: 2006 Eurocode 1 - Belastingen op constructies – Deel 1-7: Algemene belastingen - Buitengewone belastingen, − NBN EN 1364-1: 1999 Vuurweerstandsproeven onderdelen - Deel 1: Wanden; voor niet-dragende − NBN EN 1365-1 :1999 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen Deel 1: Wanden. − NBN EN 1365-2:2000 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen – Deel 2: Vloeren en daken. − NBN EN 1365-3:2000 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen – Deel 3: Balken − NBN EN 1365-4:1999 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen – Deel 4: Pijlers − NBN EN 1365-5:2004 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen – Deel 5: Balkons en loopbruggen Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 17/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − NBN EN 1366-8:2004 Beproeving van de vuurweerstand van inrichtingen in gebouwen – Deel 8: Rookafvoerleidingen − DTU 33.2 dimensionale toleranties van de ruwbouw bedoeld voor gordijn-, semigordijn- en paneelgevels, gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 6. Meting Pro memorie. (2-)002 Algemene voorschriften van toepassing op alle structurele betonnen elementen. 1. Toleranties. Het beton waarvoor geen enkele specificatie wordt gegeven bezit een gewone parementkwaliteit: − De vlakheid van het geheel, gemeten met de 2 meterlat mag niet meer dan 10 mm afwijken (+10mm en –5mm); − De plaatselijke vlakheid, teruggebracht door middel van een lat van 20 cm (maximale holte onder deze lat) buiten de voegen mag niet groter zijn dan 5 mm; − Kolommen en schalen mogen over een verdiepingshoogte maximaal 4 mm/m uit het lood staan, en maximaal 12 mm over de volledige hoogte; − De eigenschappen van de schil en de afwijkingen inzake aspect eerbiedingen de volgende voorschriften: − De schil is homogeen en gelijkvormig; − Grindnesten of zandachtige zones worden hersteld; − Uitspringende stenen worden door middel van polijsten gladgemaakt; − Eventuele bellen hebben een individueel oppervlak kleiner dan 3 cm² en een diepte kleiner dan 5 mm; − De maximale omvang van bellengroepen bedraagt 20% van het gehele oppervlak; − Randen en stroken worden gecorrigeerd en rechtgemaakt. Zichtbaar blijvend beton dient, hetzij anders vermeld, een verzorgde parementkwaliteit vertoont: − De vlakheid van het geheel teruggebracht door middel van de 2 meterlat mag niet meer dan 5 mm bedragen; − De plaatselijke vlakheid, teruggebracht door middel van een lat van 20 cm (maximale holte onder deze lat) buiten de voegen mag niet groter zijn dan 2 mm; − De eigenschappen van de schil en de afwijkingen inzake aspect eerbiedingen de voorschriften van het gewone parement behalve op gebied van de omvang van bellengroepen, herleidt tot 10% van het gehele oppervlak. Er zal geen afwijking in min worden toegestaan op de minimale afstanden met de wapening onderling en tussen de wapening en de bekistingswanden, zoals aangegeven op de plannen, rekening houdend met de nodige omhulling voor de brandveiligheid. 2. Wapeningen. De wapening van alle werken uit gewapend beton (ter plaatse gestort of prefab) wordt onderling verbonden (met roestvaste verbindingen voor de eventuele verbindingselementen die niet met beton worden omhuld) om een evenwichtsverbinding te garanderen. Ze worden aangesloten op de aarding. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 18/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Architect en aan de Raadgevende Ingenieur speciale technieken, zijn voorstellen op gebied van equipotentiaalverbinding van de wapeningen en hun aansluiting met de aarding, voor. 3. Doorvoer van leidingen, schachten, enz. voor de speciale technieken. De informatie zoals vermeld in de aanbestedingsdocumenten, wordt louter indicatief gegeven zodat de inschrijver het belang van de doorgangen, boringen, voorbehoud en toevoeging beseft. De Aannemer kan bijgevolg niet klagen over boringen die niet zouden worden aangegeven in de inschrijvingsplannen. Bovendien beschikt de inschrijver over speciale technische plannen, opgesteld door het bureau van de Ingenieuradviseur speciale technieken. De Aannemer wordt geacht om de gegevens nauwgezet te bestuderen om een precies idee te krijgen van de uit te voeren boringen in de betonwerken en hij wordt geacht om er rekening mee te houden bij de uitwerking van zijn inschrijving. De definitieve boringen worden gedaan op basis van uitvoeringsstudies van Onderaannemers, na goedkeuring en coördinatie van hen door de Ingenieuradviseur speciale technieken, de Architect en de Aannemer. De Aannemer zorgt ervoor dat de informatie de Ingenieuradviseur op tijd bereikt opdat hij de planning en de levering van de plannen kan respecteren. In geval van laattijdige levering van deze inlichtingen, die wijzigingen tot gevolg hebben op de definitieve plannen die reeds voor uitvoering aan de Aannemer werden overhandigd, zullen de kosten met betrekking tot deze prestaties ten laste van de Aannemer worden doorgerekend. De Aannemer is verplicht om alle boringen die op de stabiliteitsplannen staan uit te voeren. Na het uitvoeren van de betonwerken is iedere verdere boring in de betonwerken verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de Ingenieuradviseur stabiliteit. Gebeurt dat toch, draagt de Aannemer alle schadelijke gevolgen voor het niet-naleven van deze verplichting. 4. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − NBN B15-001, NBN B15-002, NBN B15-003, NBN B15-005, NBN B 15-006, NBN EN 1992-1-2+ ANB , NBN ENV 1992-3, NBN ENV 1992-1-4, − NBN ENV 1994-1-1+DAN, NBN ENV 1994-1-2+DAN, NBN ENV 1994-2, − prNBN EN 1994-1-1 +ANB: 2008 , prNBN EN 1994-1-2 +ANB: 2008, NBN EN 19942: 2006, − DTU 21, hoofdstuk 5, gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 5. Prestaties voor ter plaatste gestort gewapend beton, van toepassing op deze opdracht. − Weerstandsklasse: C30/37, hetzij andere vermeld. − Omgevingsklasse: parkingopritten EE3, over het algemeen; EE4 voor vloeren en − Dichtheidsklasse van de te betonneren elementen: door de Aannemer gekozen in functie van de te betonneren elementen. − Nominale maximale afmetingen van de aggregaten: door de Aannemer gekozen in functie van de te betonneren elementen. − Het beton wordt gekenmerkt door de volgende bijkomende vereiste: hoge weerstand tegen waterpenetratie, conform bijlage O van de NBN B15-001 (2004): weerstandsklasse WAI (0.50) Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 19/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − De vereiste brandweerstand bedraagt 2 uur voor alle structurele elementen uit gewapend beton: de minimale vereiste omhulling hiervoor, aangegeven op de plannen, zal strikt door de Aannemer worden nageleefd. 6. Meting Pro memorie (2-)003 Algemene voorschriften van toepassing op alle structurele stalen elementen. 1. Staalkwaliteit. Er worden materiecertificaten, type 3.1 voorzien voor staal met schakering S235. Er worden materiecertificaten, type 3.1 voorzien voor staal met schakering S235 en voor bouten 8.8 en 10.9. Bij staal met een weerstandsfunctie (profielen, assemblageplaten, lasplaatjes, verstijvers, enz.), wordt hun schakering en kwaliteit aangegeven in de stabiliteitsplannen. Stilzwijgend hiermee, vertoont het staal een schakering van S355 en een kwaliteit, aan te vragen, conform EN 1993-1-10. De afwerking van de profielen of buizen is glad, zelfs in geval van gelaste profielen of buizen, die worden gladgeschaafd en gepolierd om lasnaden te doen verdwijnen. 2. Solderen. De procedures, kwalificatie en proeven worden beschreven bij het artikel materiaal Yh2-1. 3. Aardverbindingen. De metaalelementen zijn met elkaar verbonden (met roestvaste verbindingen voor eventuele niet-omhulde verbindingen) om een equipotentiaalverbinding te garanderen. Ze worden aangesloten op de aarding. De Aannemer laat zijn voorstellen voor de uitvoering van de equipotentiaalverbindingen van de metaalelementen en hun aarding goedkeuren door de Architect en Raadgevende Ingenieur inzake speciale technieken,conform het A.R.E.I. 4. Uitvoering. De fabricage en montage van metalen spanten is conform de NBN EN 1090-1. 5. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − Serie NBN EN 1993-1-1 tot 1993-1-12 en 1993-2 tot 1993-6 (+addenda) en in voorkomend geval de ANB - Eurocode 3 Ontwerp en berekening van staalconstructies Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen, Deel 1-2: Algemene regels - Ontwerp en berekening van constructies bij brand, Deel 1-3: Algemene regels - Aanvullende regels voor koudgevormde dunwandige profielen en platen, Deel 1-4: Algemene regels - Aanvullende regels voor roestvast staal, Deel 1-5: Vlakke plaatvelden, Deel 1-6: Sterkte en stabiliteit van schaalconstructies, Deel 1-7: Sterkte en stabiliteit van haaks op het vlak belaste platen, Deel 1-8: Ontwerp en berekening van verbindingen, Deel 1-9: Vermoeiing, Deel 1-10: Materiaaltaaiheid en eigenschappen in de dikterichting, Deel 1-11: Ontwerp en berekening van aan trek onderworpen componenten, Deel 1-12: Aanvullende regels voor de uitbreiding van EN 1993 voor staalsoorten tot en met S 700, Deel 2: Metalen bruggen, Deel 3-1: Torens, masten en schoorstenen, - Spandraad pylonen en masten, Deel 3-2: Torens, masten en schoorstenen, - Schoorstenen, Deel 5: Palen en damplanken, Deel 6: rolbaan − NBN ENV 1/01/1993+DAN, NBN ENV 2/01/1993+DAN, NBN ENV 1993-2, − AB WTCB, aflevering 8 Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 20/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − DTU (Documents Techniques Unifiés en vigueur en France), DTU 32.1 construction métallique - charpente en acier, (Verzamelde technische documenten – Frankrijk: DTU 32.1 metalen constructie – stalen structuur); aangevuld of gewijzigd zoals beschreven in onderhavig bestek. 6. Materialen. De voorschriften van − Yh2-02 − Yh2-03 − Yh2-1 − Yh2; zijn van toepassing. 7. Corrosiebescherming: meetcode. Als hierover niets vermeld wordt in de aanbestedingsdocumenten, worden alle metaalelementen door metallisatie ZnAl 85/15 beschermd en vervolgens geschilderd. Alle elementen van roestvast staal worden geschilderd of geborsteld, volgens de keuze van de Architect. De kleine constructies die geen laswerk of later werk zoals boorgaten vereisen, kunnen thermisch verzinkt worden door onderdompeling en vervolgens geverfd worden. Deze bewerkingen en afwerkingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de offerte, bijvoorbeeld per kilo staal, voor de respectievelijke bouwelementen. 8. Meting Pro memorie. (21)112 Opgaand metselwerk uit zware betonblokken voor buitenmuren. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: – de uitvoering van het metselwerk uit zware betonblokken, met vlakken als volgt: – ruw indien ze bestemd zijn voor buiten, om bepleisterd of bedekt te worden met een andere bekleding, – met een textuur en kleur aanbestedingsdocumenten indien zichtbaar te blijven van buiten af; zoals aangegeven de blokken bestemd in zijn de om – De voegvulling met mortel achteraf door middel van een rond voegmes voor het zichtbaar blijvend metselwerk; – De opgaande voegvulling voor metselwerk dat bepleisterd of bedekt wordt; – Alle noodzakelijke werkzaamheden bij de uitvoering van het metselwerk volgens de regels van de kunst. De Aannemer vraagt tijdig de ligging van de doorvoeren, sleuven en kabeldoorgangen aan. Het formaat van het blok wordt door de Aannemer gekozen, die het ter goedkeuring voorlegt aan de Architect. De gecorrigeerde karakteristieke drukweerstand fk van de blokken (NBN B24301) is groter dan: – 2,5 N/mm² in geval van gemeenschappelijk metselwerk, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 21/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) – architects & engineers 20 N/mm² in geval van dragend metselwerk met verhoogde prestaties. De gebruikte mortel vertoont een minimale weerstand van: – 2,5 N/mm² in geval van gemeenschappelijk metselwerk, – 5 N/mm² in geval van dragend metselwerk met verhoogde prestaties. Voor het dragend metselwerk met verhoogde prestaties, wordt de weerstand van de blokken en van de mortel gekozen opdat de karakteristieke weerstand op het muurtje (NBN B24-211) minstens 8 N/mm² zou bedragen. De muren worden op de aanpalende structuurelementen verbonden. 2. Materialen. De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften: – metselwerk: F, – zware betonblokken voor gewoon metselwerk: Ff2-1, – zware betonblokken voor zichtbaar metselwerk: Ff2-11, – mortel: Dq4. 3. Elementen die goedgekeurd moeten worden. Vóór de plaatsing legt de Aannemer de volgende elementen ter goedkeuring voor aan de Architect: – het proces verbaal van de proeven op dragend metselwerk, – de betonblokken, – de voegmortel bij zichtbaar blijvende muren. 4. Betreft. Opgaand metselwerk uit zware betonblokken voor buitenmuren voor plantenbakken en dergelijke. 5. Meting. Muren: per kubieke meter volgens het type blok, alle holten afgetrokken. Indien de lateien afzonderlijk worden geraamd, worden deze afgetrokken. Indien de lateien niet afzonderlijk worden geraamd, maken zij integraal deel uit van de eenheidsprijs. De eenheidsprijs omvat alle metalen bevestigingselementen. (23)112 Vloer uit gewapend beton met gewone bekisting. 1. Aard en omvang van het werk. Deze werken omvatten de vloerplaten en –balken uit gewapend beton. Het oppervlak van het ontkiste beton dient ruw en proper te zijn en wordt afgewerkt met een traditionele pleisterlaag. 2. Materialen. De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften: – gewapend beton: Yq4-5. 3. Betreft. Balken en platen uit gewapend beton met gewone bekisting voor vloeren. Hangende tuin. 4. Meting. Beton: per kubieke meter. Bekisting: per vierkante meter, Staal: per kilogram. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 22/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (28)001 architects & engineers Studie van de structuur ten laste van de Aannemer 1. Aard en omvang van het werk. Deze werken omvatten alle prestaties voor de uit te voeren studies door de Aannemer voor de artikels (23)112, (28)113, (28)411, (30)212 en (30)222, inclusief hun hulpstukken en bevestigingen; Het voorstel van al deze studies valt ten laste van de Aannemer, en omvat alle nodige documenten voor de goede uitvoering van de werken, deze dienen volledig ter goedkeuring van de Bouwheer en diens Raadgevers te worden voorgelegd. 2. Referentiedocumenten Deze werken worden uitgevoerd voorschriften: in overeenstemming met volgende - Dit artikel, de plannen en andere artikels, aangevuld of gewijzigd overeenkomstig dit bestek. 3. Materialen Niet van toepassing. 4. Uitvoering 4.1. Ter goedkeuring voor te leggen Ter goedkeuring voor te leggen aan de Bouwheer, de Architect, de raadgevend Ingenieur en, in voorkomend geval, het technische controlebureau SECO: – berekeningsnota's, gedetailleerde studies en uitvoeringsplannen en -details. 4.2. Voorafgaand bezoek op de plaats van de werken Conform dit bestek. 4.3. Werkwijze - De assemblageplannen en -details: de zichten in 3D, de fabricage- en programmatieplannen volgens het Autocad-systeem mogen de plannen van de Directie der Werken niet wijzigen; - Wanneer de productie in meer dan EEN atelier plaatsvindt, vallen de daarbij horende kosten voor het controlebureau ten laste van de Aannemer. Dit geldt eveneens voor de fabricage in EEN of meerdere ateliers buiten België; - De termijn die nodig is voor het controlebureau en de Raadgevende Ingenieur voor de goedkeuring van de plannen bedraagt twee weken; - Alle proeven en controles die door het controlebureau en de Raadgevende Ingenieur worden aangevraagd, gebeuren ten laste van de Aannemer; 5. Betreft Studies ten laste van de Aannemer. 6. MEETSTAAT 6.1. Meetcode Forfaitair. 6.2. Meeteenheid Per studie. 6.3. Hoeveelheid Conform de artikels (23)112, (28)113,(30)212 en (30)222 Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 23/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (28)113 architects & engineers Structuur uit gewapend beton met gewone bekisting. Bepaling (2-)002 is van toepassing, als volgt aangevuld en gewijzigd. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: − de uitvoering van de platen, balken en wanden uit gewapend beton met gewone bekisting; − de levering en uitvoering van alle buizen of moffen, die in het beton worden vervat, voor de doorvoer van vloeistoffen of elektromechanische uitrustingen, zoals aangegeven op de plannen, of die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering der werken; Alle vloer- en dakelementen worden bekist met een opbuiging in één of twee richtingen, volgens het geval en volgens de instructies die de Aannemer dient aan te vragen aan de Raadgevende Ingenieur en de Architect. 2. Materialen. De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften: − gewapend beton met normale bekisting: Yq4-5, C30/37 EE3. 3. Betreft. Structuur uit gewapend beton met gewone bekisting. 4. Meting. Beton: per m³. Bekisting: in het beton vervat. Staal: per kg. (28)423 Verankeringen in de elementen uit gewapend beton. 1. Aard en omvang van het werk. De werken betreffen de verankeringen in de bestaande structuren uit gewapend beton, in de gemene muur, doormiddel van draadstangen of ingeklemde bouten in het beton. De verankering gebeurt door middel van inklemmingen van het chemische type of gelijkaardig. De Aannemer legt aan de Directie der Werken het voorgestelde systeem voor alsook de proefresultaten van de inklemmingen in het beton. De lengte van de stang in de nieuwe betonnen elementen vertoont een minimale diameter van 30; in geval de geometrie het niet toelaat een rechte verankeringslengte van 30 diameter toe te laten, wordt de verankeringsstaaf op 90° geplooid. De wachttijd voor de reactie in functie van de door de leverancier van de chemische verankeringen, aanbevolen omgevingstemperatuur, wordt door de Aannemer doorgegeven aan de Architect en de Raadgevende Ingenieur stabiliteit. Geen enkele belasting van de ankers mag gebeuren vóór deze termijn verlopen is. 2. Betreft. Verankeringen in de elementen uit gewapend beton. 3. Meting. In vermoedelijke hoeveelheden, per stuk, inclusief boorwerken, leveren en inmetselen van de verankeringsstaaf. (28)651 Diverse uitsnijdingen met speciaal gereedschap in bestaande elementen uit metselwerk of beton. De voorschriften van clausule (10)200 zijn van toepassing. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 24/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat alle uit te voeren uitsnijdingen in de bestaande elementen uit metselwerk of beton, zoals aangegeven op de plannen, inclusief alle werkzaamheden, waaronder de aanvoer, het onderhoud en de afvoer van speciale machines en gereedschap, de stellingen, de stuttingen en alle verstevigings- en beschermingswerken. Het werk omvat alle werkzaamheden voor de afvoer van elementen afkomstig van de uitsnijdingen, en alle beschermingswerken ten opzichte van de omliggende bestaande elementen. Het werk omvat de volledige herstelling van alle beschadigde elementen ten gevolge van het gebruik van de machines en het gereedschap, de uitsnijdings-, en hanteringsoperaties van het veroorzaakte puin, of de interventies met betrekking tot dit werk. Indien de uitsnijdingen bestemd zijn voor een aansluiting met de structuur, een versteviging of een structurele transformatie, dient de Aannemer de bestaande wapeningen over minstens 40 maal de diameter vanaf de afbraaklimiet te behouden. Oppervlakken die bestemd zijn voor structurele aansluitingen worden gebouchardeerd. Indien de uit te voeren uitsnijdingen bestemd zijn om de installatie van toestellen of uitrustingen toe te laten, dient de Aannemer de geschikte uitsnijdingen zorgvuldig uit te voeren, voor een perfecte plaatsing en aansluiting van de toestellen of uitrustingen, conform wat hem voorgeschreven werd of conform de voorschriften die hij ter goedkeuring aan de Architect en de Raadgevend Ingenieur inzake stabiliteit en/of speciale technieken heeft voorgelegd. De uitsnijdingen zijn volledig zuiver en vertonen geen zichtbare wapeningen. Polygoonvormige uitsnijdingen worden uitgevoerd door zorgvuldig op elke hoek van de uitsnijding de nodige gaten in de wand te boren, en vervolgens te verzagen via de raaklijn van de boringen, om geen enkel spoor van verzaging buiten de omtrek van de uitsnijding te vormen. Cirkelvormige uitsnijdingen worden door middel van geschikte klokboren uitgevoerd. De uitvoering van diamantgereedschap. de uitsnijdingen gebeurt door middel van De Aannemer mag vrij elke andere methode ter goedkeuring aan de Architect en de Raadgevend ingenieur inzake stabiliteit en/of speciale technieken voorleggen. De werken worden uitgevoerd zodanig de bestaande te behouden elementen niet te doen wankelen, uit elkaar te laten vallen of te beschadigen. De Aannemer verzekert vooraf de ligging van alle leidingen, kabels of andere elementen die zich in het metselwerk of het beton bevinden. Hij mag deze elementen in geen geval wijzigen zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de Bouwheer en de Architect. Horizontale uitsnijdingen die een ontwikkelde lengte hebben, groter dan 30 cm, zijn absoluut verboden, behoudens bijzondere bepalingen die door de Raadgevend Ingenieur inzake stabiliteit worden toegelaten. Eventueel laat de Aannemer op eigen kosten een plaatsbeschrijving opmaken van de bestaande elementen en/of aanpalende eigendommen en gebouwen die bewaard blijven, evenals een vergelijkende staat op het eind van de werken. De werken worden uitgevoerd zonder de activiteiten te hinderen, die zich in de aanpalende gebouwen afspelen. 2. Verplichtingen van de Aannemer Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 25/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Vóór de aanvang van de afbraakwerken, dient de Aannemer zijn uitvoeringsplan ter goedkeuring voor te leggen aan de raad van de Bouwheer. Dit plan geeft onder meer aan: – de uitvoeringsvolgorde, met aanduiding van de verschillende fases – de tijdelijke en/of definitieve inrichtingen om de stabiliteit te verzekeren van de af te breken delen die tijdelijk behouden moeten worden of van de constructies die definitief ter plaatse blijven: verstevigingen, aanpassingen, stempelingen enz. – de eventuele uitvoering van nieuwe constructies per fase, om er de stutten tegenaan te kunnen laten steunen enz. – de gekozen veiligheidsmaatregelen. De Aannemer voert de afbraakwerken uit om: – de stabiliteit van de gebouwen of gedeelten ervan die behouden blijven niet in het gedrang te brengen, – de veiligheid, het behoud en alle constructies en gebouwen, waarvan eerder sprake te verzekeren, en te vermijden dat hier storingen in opduiken. 3. Bijzondere voorschriften De doorvoeren en inkepingen in de structurele elementen mogen slecht met goedkeuring en volgens de instructies van de Raadgevende Ingenieur stabiliteit uitgevoerd worden. Deze worden uitgevoerd om de bestaande te behouden elementen niet te doen wankelen, uit elkaar te laten vallen of te beschadigen. 4. Betreft. Diverse uitsnijdingen met speciaal gereedschap in bestaande elementen uit beton van de metro-uitgang nr. 4 5. Meting. Per m³. (28)700 Herstelling van bestaande structuren uit gewapend beton 1. Inleiding Bepaalde te behouden werken uit gewapend beton, vertonen beschadiging van verschillende aard: - losgekomen betondelen; - zichtbare wapeningen; - afgebeten of niet-hechtende betondelen; - grindnesten, barsten; - tekort aan omhulling van de wapeningen. Al deze elementen moeten als worden hersteld en gerestaureerd. Belangrijke opmerkingen: a. De opdracht wordt toevertrouwd aan gespecialiseerd personeel, dat een speciale opleiding heeft genoten en over de geschikte kwalificatie beschikt. De Onderneming en de gebruikte producten dienen goedgekeurd te zijn, door de producent en het controlebureau SECO. Deze Aanneming dient de garantie die zij biedt te ondersteunen over de goede toestand van haar werken, door het voorleggen van minstens drie Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 26/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) gelijkaardige referenties. gevoegd. architects & engineers Deze referenties worden bij de Ingeschrijving b. Het volledige systeem zal het voorwerp zijn van een technische goedkeuring door de BUTgb of gelijkwaardig, conform verklaard volgens artikel Yy1. c. Diverse schade onder de vorm van afschilfering, afgesprongen deeltjes, barsten, roestsporen, enz… ten gevolge van onvoldoende bedekking van de wapening en/of porositeit van het beton, zal worden hersteld. Enkel de herstelling van een voldoende staalbescherming, uitgevoerd volgens de voorschriften van het bestek, zal de oorzaak van de opgedoken schade kunnen afschaffen, en een doeltreffende en duurzame herstelling garanderen. De kwaliteit en dikte van de toevoeglaag heeft een invloed op het gedrag op lange termijn van de herstellingen ten opzichte van thermische spanningen. d. Afbraakwerken: de prijs van de afbraakwerken van het beton en de afvoer van puin buiten de werf is inbegrepen in de globaalprijs van de betrokken post, in overeenstemming met de herstellingswerken. De Aannemer neemt alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om schade of storingen te voorkomen in de ruwbouwelementen en afwerkingen die bewaard blijven. Vooraleer met de afbraak te starten, voert hij alle geschikte beschermingswerken uit en neemt hij alle nodige voorzorgsmaatregelen op gebied van veiligheid ten opzichte van zijn personeel en van derden. 2. Auscultatie en overhandiging van een diagnoseverslag Betreft: Inspectie van de buitenzijden van het beton, zowel langs onder als langs boven, bepaling van hun toestand en opmaak van een optimale herstellingsstrategie. Aard van de werken: De elementen werden vooraf ontdaan van hun afwerkings- en waterdichtingslagen (zie post (10)315), het beton werd dus volledig blootgesteld. Na een diepgaande reiniging zal door de Aannemer een visuele inspectie plaatsvinden op alle oppervlakken. Deze visuele inspectie gaat gepaard met een inspectie met de hamer en de sclerometer. Op basis van de dusdanig verkregen gegevens die zorgvuldig worden aangegeven op de plannen die aan de Algemene Aanneming worden overhandigd, zal de Aannemer een voorstel voorleggen aan de Bouwheer voor het ophalen van stalen in de zones waar zich blijkbaar geen problemen voordoen. Elke monsterneming is samengesteld uit de nodige stalen voor volgende proeven die moeten worden uitgevoerd in een officieel laboratorium (OREX, MAGNEL, CEP, INISMA, CRIC, …): - diepteproeven op betonrot, trekproeven op het splijten, luchtledige proeven op waterabsorptie. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 27/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Men zal eveneens de dikte van de betonomhulling van de hoofdwapeningen meten die zich zo dicht mogelijk bij de punten van de monsterneming bevinden. Er worden minstens 10 monsternemingen voorzien. Deze monternemingen worden verspreid volgens de voornaamste elementen van de werken. Op basis van de verkregen resultaten wordt bepaald of er al dan niet bijkomende monsternemingen moeten worden uitgevoerd. Eens de resultaten van deze proeven gekend zijn, zal de Aannemer een verslag opstellen over de diagnose van de toestand van het te behouden beton in het gebouw. In dit verslag wordt aan de DDW volgende elementen voorgelegd: - een bevestiging van het aanbevolen herstellingsprogramma alsook de lokalisatie van de verschillende herstellingstypes het zo nauwkeurig mogelijk bepalen van het percentage te herstellen oppervlak om zo nauwkeurig mogelijk het te voorziene budget voor deze werken te ramen De goedkeuring van de besluiten uit dit diagnoseverslag door de Bouwheer betreft een voorafgaande voorwaarde vooraleer de herstellingswerken te starten. Meting: forfaitair. 3. Herstellingswerken met oppervlaktebehandeling 3.1. Betreft: Herstellen van de beschadigde betonzones door corrosie van de wapeningen en/of betonrot, en van alle zones waar de wapening was vrijgekomen. Een goede diagnose van de schade blijkt onontbeerlijk om de herstellingswerken te plannen en zich over de duurzaamheid ervan te verzekeren zonder uit te dijen naar de aanpalende oppervlakken. 3.2. Deze post omvat: - 4. een diepgaand onderzoek, het afbijten van beschadigd beton, het vrijmaken en ontroesten van de gecorrodeerde wapeningen, alsook hun eventuele versteviging, de bescherming van de wapeningen, het zorgvuldig behandelen van het oppervlak ter hoogte van afgebeten zones. Voorbereiding van het oppervlak van de drager: 4.1 Auscultatie van het beton - Opsporen van roestvlekken Om de zones te detecteren waar het beton op onzichtbare wijze loskomt van zijn drager en hol klinkt, zullen alle oppervlakken het voorwerp zijn van voorafgaand auscultatie. Dit gebeurt door met de hamer te kloppen en tegelijkertijd te luisteren. Er wordt een diepgaand onderzoek uitgevoerd, niet enkel ter hoogte van beschadigde zones, maar eveneens aan de aanpalende zones om verborgen gebreken aan het licht te brengen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 28/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Lichtjes gebarsten oppervlakken of zones die sporen van roest vertonen en die een gecorrodeerde wapening bedekken dienen te worden vrijgemaakt en behandeld. 4.2 Zorgvuldig afbijten van beschadigd beton. De beschadigde zone wordt afgekrabd tot aan het gezonde en homogene beton (minimale trekweerstand > 1,5 Nmm²), de aanwezigheid van wapeningen controleren, en zich ervan verzekeren dat de betonkwaliteit (pH en betonrot) het toelaat de wapeningen te behouden. Zones die niet aan betonrot onderhevig zijn, worden gekenmerkt door hun kleur, wanneer het beton wordt ingesmeerd met een fenolftalinebehandeling: - kleurloos - roze : : betonrot gezond beton Het beton zal worden afgebeten zodat de wapeningen zich in beton bevinden dat niet aan betonrot onderhevig is. Indien de bijtwerken de structurele stabiliteit van bepaalde kolommen of verankeringconsoles van de gevelelementen in het gedrang zouden brengen, zal de Aannemer de Raadgevende Ingenieur onmiddellijk waarschuwen, om eventuele stabiliteitsmaatregelen uit te voeren. Het uitvoeringsprocedé, dat door de Aanneming wordt voorgelegd, behoudens de thermische en chemische procedés, wordt tijdens de inschrijving in de samenvattende meetstaat vermeld. 5. Vrijmaken en ontroesten van beschadigde wapeningen: a) Toestand van de wapeningen tijdens het afbijten van het beton 1. De wapening is gezond: met andere woorden, geen sporen van roest, de kleur is over het algemeen grijsblauw, eigenschappen van een goede bescherming door het beton. 2. De wapening is gedeeltelijk verroest: men dient zich ervan te verzekeren dat de wapening aan weerszijden van de afgebeten zone in een beton dringt dat niet onderhevig is aan betonrot. Men controleert de afwezigheid van roest op de wapening, en de blauwgrijze kleur in de zone waar de wapening in het beton dringt. Roest wordt verwijderd. 3. De wapening is volledig verroest: men dient na te gaan waar de wapening gezond wordt, en vervolgens te werk gaan zoals hierboven in punt 2 wordt beschreven. 4. De wapening vertoont diepgaande roestsporen en de mechanische weerstand komt in het gedrang: in dat geval wordt de volledige lengte van de wapening afgebeten tot er een gezond metaal wordt bereikt. Naargelang het geval wordt de wapening vervangen of verstevigd: zie hierna. b) Vrijmaken van de wapeningen Het beton wordt afgebeten tot op het niveau van een gezonde drager, met andere woorden, niet gebarsten, coherent beton (behoudens in geval van doorlopende barsten). Bij het afbijten worden de wapeningen Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 29/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers volledig vrijgemaakt zodat 10 mm van de gezonde wapening aan weerszijden van de gecorrodeerde zone zichtbaar wordt. Het beton wordt tot 20 mm achter de wapening afgebeten. Het oppervlak van de wapening moet voldoende ruw zijn. Het manueel punthameren of manueel punt- of hamerbeitelen biedt een betere hechting van de toegevoegde laag. Afbijten met de vlam is verboden. Indien mechanisch moet worden afgebeten doormiddel van pneumatisch gereedschap, zal men erover waken de drager niet te beroeren. De afgebeten vorm, met andere woorden, het op te vullen volume doormiddel van herstellingsmortel, dient zo nauw mogelijk aan te sluiten bij een rechthoekige parallellepipedum. Hierdoor worden schuine herstellingen vermeden ten opzichte van het af te bijten oppervlak, om zo de lastenverspreiding en de duurzaamheid van de herstelling te verbeteren. Wanneer herstellingswerken worden uitgevoerd in sterk belaste zones, wordt het beton zodanig weggekapt dat deze zones niet schuin lopen ten opzichte van de richting van de hoofdbelastingen. Tijdens het afbijten wordt een nieuwe auscultatie uitgevoerd. c) Ontroesten van de wapening De gecorrodeerde wapening wordt met de nodige mechanische (zandstralen, grindstralen, borstelen) en manuele middelen (metalen borstel) afgebeten tot alle sporen van roest en niet hechtende delen verdwenen zijn Het volledig vrijmaken van de wapening garandeert vervolgens een goede omhulling. Na het afbijten en ontroesten worden de zones droog geborsteld en wordt het stof weggezogen. 6. Vervanging en versteviging van de wapeningen: Controle van het wapeningsnet: eventuele vervanging of versteviging van de bestaande wapeningen indien zij onvoldoende aanwezig of te hard gecorrodeerd zijn. Het is verboden om een wapening door te snijden zonder over het advies van de Directie der Werken (aanbestedende overheid) te beschikken. 7. Behandeling van de oppervlaktebehandeling: uitsparing vooraleer bescherming en Borstelen, ontstoffen, reinigen, … om onderstaande voorgeschreven oppervlaktekwaliteiten te verkrijgen. Kwaliteit van het oppervlak na behandeling en voor oppervlaktebehandeling: * Het beton is gezond, hard, droog, niet gebarsten, lichtjes ruw, coherent en proper. Het oppervlak is vrij van stof en cementmelk, homogeen en continu, vrij van olie, vet, beschermingsproducten en sporen van roest. Het is eveneens vrij van silicone en beton dat polyvinylacetaat bevat. De aanwezigheid van deze producten kan worden nagegaan doormiddel van het infraroodspectrum. De pH is hoger dan 9 eenheden. * Het staal moet homogeen zijn en ontdaan van poedervormig roest. 8. Bescherming van wapeningen Eens de wapeningen worden vrijgemaakt, behandeld en gedroogd, zoals hierboven beschreven, krijgen zij onmiddellijk één of meerdere lagen roestwerende en/of roestremmende behandeling (de laatste laag bevat Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 30/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers minerale vulstoffen om de hechting tussen de wapening en de herstellingsmortel te bevorderen), verenigbaar met de herstellingsproducten. De werken worden uitgevoerd door gespecialiseerde ploegen en volgens de richtlijnen van de productfabrikant. De inschrijver voegt bij zijn inschrijving alle technische documenten of bestekken die door de fabrikant werden opgemaakt en betrekking hebben op de opslagvoorwaarden van de producten, het kneedmateriaal van de bestanddelen, de na te leven atmosferische en technische voorwaarden tijdens de uitvoering, dikte van de lagen, tijd tussen het aanbrengen van de verschillende lagen, te nemen voorzorgsmaatregelen tussen de verschillende lagen enz. 9. Oppervlaktebehandeling (eigenlijke hestelling) doormiddel van toegevoegde lagen, samengesteld uit vooraf gedoseerde gewijzigde hydraulische mortel Na het afbijten en behandelen van de wapeningen, wordt het beton zo snel mogelijk hersteld om te voorkomen dat er opnieuw corrosie ontstaat op de wapeningen. Enkel “gebruiksklare”, vooraf gedoseerde, gewijzigde hydraulische mortel, in de fabriek gemaakt, mag worden gebruikt om uitvoeringsgebreken te beperken. Deze mortel moet aan de volgende algemene eisen voldoen: – Zo nauw mogelijk aansluiten bij de betoneigenschappen, – Goede duurzaamheid, – Goede hechting, – Goede compactheid, – Thermisch gedrag vergelijkbaar met dat van de drager, – Minimale krimp, – Zwakke vervormbaarheid, – Bescherming voor de wapening. De aandacht wordt gevestigd op het feit dat mortel op basis van gewijzigde en vooraf gedoseerde hydraulische bindmiddelen, een mortel betreffen waarvan de hoeveelheid aanmaakwater nauwkeurig wordt bepaald tijdens de uitvoering in de fabriek. De dragers zullen voldoende vochtig zijn indien men deze mortel gebruikt. Men waakt er dus over dat poreuze dragers voldoende worden doordrenkt met water om de aanmaakvloeistof van de mortel niet uit te zuigen zonder daarom plassen of een dunne waterlaag op het oppervlak te veroorzaken. 10. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – TV 231 WTCB sept 2007+c2008 Herstelling en bescherming van beton – bestek n°2 – dossier WTCB n°3/2007 blz 1 tot 7, – NBN EN 1504-1 tot 10 Producten en systemen voor het beschermen en herstellen van betonconstructies - Definities, eisen, kwaliteitsbeheersing en overeenkomstigheidsbeoordeling -1:2005 Deel 1: Definities; -2: 2005 Deel 2: Oppervlaktebeschermingssystemen voor beton; -3:2005 Deel 3: Constructieve en niet-constructieve herstelling; -4:2005 Deel 4: Constructieve hechting; -5:2005 Deel 5: Injecteren van beton; -6:2006 Deel 6: Verankeren van betonstaal; -7:2007 Deel 7: Bescherming tegen Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 31/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers wapeningscorrosie; -8:2005 Deel 8: Kwaliteitsbeheersing en conformiteitsbeoordeling:-10:2004 Deel 10: Gebruik van producten en systemen op de bouwplaats en kwaliteitsbeheersing van het werk (+AC:2005) – prNF EN 1504-9 :2008 Producten en systemen voor de bescherming en herstelling van betonconstructies - Definities, eisen, kwaliteitsbeheersing en conformiteitsbeoordeling - Deel 9: algemene principes voor het gebruik van de producten en systemen – NBN ENV 1504-9 :1997 Producten en systemen voor de bescherming en de herstelling van betonconstructies Definities, voorschriften, kwaliteitsbeheersing en conformiteitsbeoordeling - Deel 9: Algemene principes voor het gebruik van producten en systemen aangevuld of gewijzigd overeenkomstig dit bestek. 11. Meetcode: VH (Vermoedelijk Hoeveelheid): m² De oppervlakken die in rekening worden gebracht, betreffen de effectief herstelde oppervlakken. Gedeeltelijke oppervlakken kleiner dan 0;05 m² worden verrekend naar 0,05 m². De samenvattende meetstaat is gebaseerd op « Vermoedelijke Hoeveelheden ». Tijdens de uitvoering zal de Aannemer een bijakte in min of meer mogen opstellen voor de verrekening, conform de reëel uitgevoerde hoeveelheden, na het opmaken van een gedetailleerde opmeting. Samen met de vorderingsstaat levert de Aannemer een gedetailleerde opmeting van de behandelde zones en hun ligging. De hoeveelheden in de samenvattende meetstaat worden louter ter informatie opgegeven. Elke wijziging van vermoedelijke hoeveelheden in de samenvattende meetstaat is verboden. Meting: in m² 12. Meting – a: Auscultatie en overhandiging van een diagnoseverslag: forfaitair (zoals hierboven beschreven); – b: Herstellingswerken met oppervlaktebehandeling: QP, per m² (zoals hierboven beschreven). (30)000 Buitensluitingen, algemeen. Hetzij anders vermeld, is deze bepaling van toepassing op alle bepalingen waarvan het nummer start met (30). De “Aanbevolen waarden” voor de prestaties bepaald in de “Guide des performances du bâtiment”, volume 2: Gevels, hoofdstukken 3, 8, 12 en 13", opgemaakt in januari 1980 door IC-IB, CSTC en SECO, aangevuld met het volgende, moet voor alle buitenroosters worden verkregen. − 3.2. De roosters hebben een kleur die contrasteert met de kleur van hun omgeving en naargelang de keuze van de Architect in het NCS-gamma. − 12.1.5. De afwerking bestanddelen. heeft weerstandsklasse C3 tegen chemische − 12.1.6. De afwerking is van weerstandsklasse 6 tegen bevuilingscycli door stof en reinigingscycli. − 13.4. De aanbevolen waarden dienen te worden bereikt voor een atmosfeer met cementstof. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 32/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 1. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − De wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek, en diens wijzigend Koninklijk Besluit van 9 mei 1977; − betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek, ANLH (Association Nationale pour le Logement des Handicapés), Brussel, 1985; − “European Manual for an accessible built Environment”, CCPT, 1990; en indien nodig al naargelang de plaats van het project: − Titel IV van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) (Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 nov. 2006), − titels IV en VII van het Gewestelijke Bestemmingsplan(1999) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; − het CWATUP (Waals wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium) voor het Waals Gewest en zijn K.B. van 25 februari 1999 en van 20 mei 1999; − het decreet van 29 april 1997 (BS 5 mei 1997) voor het Vlaams Gewest. gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 2. Algemene voorschriften over de elementen van het bouwbeslag. De Aannemer coördineert zijn werken met die van de elektriciteits- en de toegangscontrolebedrijven en met het centraal beheer van het gebouw. Hij voert alle nodige uitsparingen en boorgaten uit. 2.1. Elektrisch bediende deur. De aandacht wordt getrokken op de gebruiksveiligheid van een dergelijk deurtype. De Aannemer baseert zich onder meer op de beginselen van artikel R125-3 tot R125-5 (J.O. 1990-07-07+2006-06-30 Frankrijk – code de la construction et de l’habitation (Franse wetboek bouw en woningen) en de norm NBN EN 13241-1:2003 Industriële, commerciële en garagedeuren en – poorten – Productnorm – Deel 1: Producten zonder brand- of rookwerende kenmerken. 3. Aarding. De metaalelementen zijn met elkaar verbonden (met roestvaste verbindingen voor eventuele niet-omhulde verbindingen) om een equipotentiaalverbinding te garanderen. Ze worden aangesloten op de aarding. De Aannemer laat zijn voorstellen voor de uitvoering van de equipotentiaalverbindingen van de metaalelementen en hun aarding goedkeuren door de Architect en Raadgevend Ingenieur inzake speciale technieken. 4. Corrosiebescherming: meetcode. Als hierover niets vermeld wordt in de aanbestedingsdocumenten, worden alle metaalelementen door metallisatie ZnAl 85/15 beschermd en vervolgens geschilderd. Alle elementen van roestvast staal worden geschilderd of geborsteld, volgens de keuze van de Architect. De kleine constructies die geen laswerk of later werk zoals boorgaten vereisen, kunnen thermisch verzinkt worden door onderdompeling en vervolgens geverfd worden. Deze bewerkingen en afwerkingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de offerte, bijvoorbeeld per kilo staal, voor de respectievelijke bouwelementen. 5. Meting Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 33/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Pro memorie. (30)212 Windafsluiting in gerekt metaal 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat de levering en de plaatsing van een windafsluiting in gerekt metaal, die opengaande en uitschuifbare delen bevat, met inbegrip van alle hiermee verband houdende zaken en uitvoeringsmiddelen, waaronder met name alle organen voor openen en sluiten. De Aanneming moet worden gecoördineerd met Deel 7 Elektriciteit, met name wat betreft de inbouw van lampen. Het werk wordt uitgevoerd conform de detailplannen die aan het aanbestedingsdossier werden toegevoegd; het omvat de levering en de plaatsing: − metalen verticale palen die een vierkante dwarsdoorsnede hebben en de afsluiting ondersteunen ; ze omvatten een basisplaat en een kopplaat, allebei ook uit metaal en op de palen gelast. − De fundering van de verticale palen. a) in het geval van een nieuwe fundering bestaat de fundering uit de volgende werken: − de grondwerken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de funderingsstenen, met inbegrip van het zorgvuldig verwijderen van de eventueel bestaande vloerbekleding en de onderliggende lagen ervan; − het verwijderen van niet-herbruikbaar puin buiten het eigendom; − de levering en de plaatsing van de funderingsstenen ; hun bovenste niveau wordt zodanig uitgevoerd dat de uiteindelijke vloerbedekking kan worden geplaatst zonder moeilijke punten te creëren; − de plaatsing van de palen en hun bevestiging in de nieuwe fundering ; − de zorgvuldige terugplaatsing van de bestaande vloerbekleding, en de onderliggende lagen ervan. Als er zich op die plaats een ondoordringbaar membraan bevindt, wordt dit membraan zodanig gereconstrueerd dat de dichtheid ervan op een duurzame en permanente wijze wordt hersteld. b) als er een fundering of een betonvloer aanwezig is, bestaat de plaatsing van de verticale steunpalen uit de volgende werken: − het vrijmaken van de fundering of de bestaande vloerplaat, met inbegrip van het zorgvuldig verwijderen van de eventueel bestaande vloerbekleding en de onderliggende lagen ervan; − het verwijderen van niet-herbruikbaar puin buiten het eigendom; − de plaatsing van de palen en hun stevige bevestiging op de bestaande steun; − de herstelling van de waterdichting met behulp van materialen die compatibel zijn met de waterdichtingen ter plaatse volgens de uitvoeringsdetails die door de aanneming moeten worden verwezenlijkt en door de Directie der Werken moeten worden goedgekeurd. − de zorgvuldige terugplaatsing van de bestaande vloerbekleding, en de onderliggende lagen ervan. Als er zich op die plaats een ondoordringbaar membraan bevindt, wordt dit membraan zodanig gereconstrueerd dat de dichtheid ervan op een duurzame en permanente wijze wordt hersteld. − metalen T-profielen. Deze zijn bevestigd op verticale buizen en alle andere verticale steunen; de bedoeling is dat ze worden bekleed met panelen uit gerekt metaal ; − een bekleding met panelen uit gerekt metaal bestaande uit metalen kaders (op platen) waarop bladen in geplooid metaal zijn gelast. De kaders zijn Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 34/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers bevestigd op de metalen T-profielen, hetzij met bouten, hetzij door versnijding, hetzij door middel van uitsparingen of met een heel ander systeem dat de aannemer dient goed te keuren en dat een perfecte stabiliteit van het panelengeheel garandeert, evenals hun onschendbaarheid. Aan elke zijde van het kader is het paneel in minimaal twee punten bevestigd. De panelen worden tussen de T geplaatst door tussenin te zorgen voor een gelijkmatige en continue lege ruimte van 2 cm door middel van afstandshouders. De bekleding kan op een zijde of op de twee zijden van de verticale steunpalen van de afsluiting worden geplaatst. De dikte van het geplooide metaal wordt berekend in functie van de afmeting van het paneel en bedraagt niet minder dan 2 mm. De architect mag het type maas (breedte x hoogte) en het percentage lege ruimten kiezen. De richting van de mazen uit geplooid materiaal is ook door de architect te kiezen; zonder meerprijs kan deze richting op de twee zijden van de afsluiting verschillen. − Een hogere muurbedekking in metalen staalplaat van minimum 5 mm dikte, onderaan bevestigd op de gelaste platen op de verticale steunpalen. De verschillende delen van de muurbedekking vormen een waterdicht geheel. De Aannemer coördineert zijn werken met de toegangscontrole en de elektrische installatiewerken. De afmetingen worden aangegeven op de plannen en/of op de meetstaat. Het werk wordt uitgevoerd in roestvrij of in warm gegalvaniseerd staal door onderdompeling. Hetzelfde geldt voor alle bevestigingsen verankeringsmiddelen ; als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, bestaat het werk uit roestvrij staal. De palen zijn altijd gemaakt uit gegalvaniseerd staal. 1.1.Stabiliteit Het geheel is ontworpen als enkele afsluiting of bekleding met een normale weerstand, of inbraakvrij. De afmetingen van het geheel van constructies met een normale weerstand worden bepaald overeenkomstig de te leveren inspanningen met een arm kleiner dan 1/200 van het bereik onder een minimale horizontale last van 150 kg/m2. Het geheel van constructies met een inbraakvrije weerstand wordt gedimensioneerd overeenkomstig de klasse test FB-7500-80 van de norm PA S68 :2005. 1.2. Verticale palen die de afsluiting ondersteunen : Ze bestaan uit metalen buizen met een vierkante dwarsdoorsnede van minimum 80 mm x 80 mm; ze zijn voorzien van : − een basisplaat bestemd om met bouten in de steun te worden bevestigd (nieuwe betonnen fundering, bestaande fundering of stalen profielen) ; − een sluitplaat bovenaan die dient als steun voor de bovenste muurbedekking. Het begraven deel van elke paal krijgt een bijkomende corrosiewerende bescherming door toepassing van een bitumineuze verf. De afstand tussen de palen is conform de plannen. 1.3. Opengaande delen. Het aspect van de opengaande delen is identiek aan dat van de vaste delen. De opengaande delen zijn voorzien van onzichtbare schuine verstevigende trekkers. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 35/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 1.3.1. Enkelvoudige klapvleugel: De ophanging van de enkelvoudige klapvleugels wordt gewaarborgd door hengsels gelast op de verticale palen die de afsluiting ondersteunen ; de hengsels zijn voorzien van bronzen slijtringen. Het opengaand deel bestaat uit een plaat in gelast staal op de hoogte van de vleugel. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan is het sluitsysteem mechanisch met sleutel. De stop wordt in de vloerbekleding en in een onderliggende betonnen steen van minimum 0,25 m x 0,25 m en van 0,30 m diep gemetseld. De betonnen steen is niet zichtbaar. Het geheel wordt warm gegalvaniseerd na een volledige vormgeving. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten: − De buitenste sectie van de platte ijzeren kaders bedraagt 50 mm x 10 mm; − sectie van de hengsels: 50 mm x 15 mm; − afmetingen van de plaat voor het opengaande deel: 100 mm x 25 mm; 2. Elementen om te laten goedkeuren: De Aannemer legt aan de architect en de raadgevend ingenieur de volgende documenten voor ter goedkeuring: − Algemene uitvoerings- en detailplannen van de schermen met al hun bevestigings- en verankeringsmiddelen; − een berekeningsnota die de dimensionering van de funderingen, van alle profielen en van alle platen rechtvaardigt; − alle informatie en documentatie met betrekking tot het sluitsysteem. 3. Normen en referentiedocumenten: Het werk wordt uitgevoerd conform de volgende documenten: − NBN ENV 1991-2-4+DAN die NBN B03-002 « Windbelasting op bouwwerken » vervangt, − Eurocode 1, deel 3 voor de mechanische weerstand en stabiliteit, − norm PAS 68 :2005 Specification for vehicule security barriers – Fixed bollards (test type FB-7500-80 (vehicule 7500daN impacting the barrier at 80km/h = impact energy 1874 kJ ), − aflevering 1 van het algemeen bestek MOW, − index 38.73 STS III, gewijzigd of aangevuld volgens dit artikel van het bestek 4. Materialen De materialen beantwoorden aan volgende voorschriften: − plaat: Mh3, Mh2-02, − Geplooid metaal : Yh3, Yh2-02, − profielen en andere: Yh3, Yh2-02, Yh2, − bevestiging: Xt6 en Yh3, − verf: Vv, − gewapend beton: Yq4, − cilinder: Xt7-221, − mechanisch slot: Xt7-221, gewijzigd of aangevuld volgens dit artikel van het bestek 5. Betreft Windafsluiting in gerekt metaal met/zonder vleugel. plaatsing op fundering of bestaande elementen uit beton. 6. Meetstaat a. Vaste delen: per m² b. Openslaande delen: per m² Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 36/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (30)222 architects & engineers Metalen hek, met een vleugel, met/zonder vast en/of verwijderbaar deel 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: – Als het hek niet rechtstreeks op een vloerstructuur in gewapend beton wordt geplaatst: – De grondwerken omvatten: de noodzakelijke grondwerken voor het plaatsen van de afsluitpalen uitgevoerd in de fundering uit geprefabriceerd beton en de verwijdering van puin buiten het eigendom; − Als het hek rechtstreeks op een vloer in gewapend beton wordt geplaatst: − verwijdering van deze fundering, klaar om de dragende structuur te plaatsen, – plaatsing van de pijlers in vierkante of rechthoekige profielbuis, – – de herstelling van de waterdichting met behulp van materialen die compatibel zijn met de waterdichtingen ter plaatse volgens de uitvoeringsdetails die door de aanneming moeten worden verwezenlijkt en door de Directie der Werken moeten worden goedgekeurd. – een volledig gevormd metalen hek bestaande uit een vleugel (overeenkomstig de afmetingen op de plannen en/of de meetstaten) gebouwd zoals hieronder beschreven; – de vaste afsluitingsdelen zoals hieronder beschreven, – de verplaatsbare delen van de afsluiting zoals hieronder beschreven, – het schilderen van alle metaalelementen volgens Vv, kleur naar keuze van de Architect, in het NCS-gamma; – de realisatie van de uitvoerings- en de atelierplannen, met inbegrip van de werken in beton; met inbegrip van alle leveringen en hiermee verband houdende werken. 2. Uitvoeringswijze. De Aannemer coördineert zijn werken met de elektriciteitswerken en de toegangscontrole. Als hierover niets in de aanbestedingsdocumenten wordt vermeld, zijn de hekken volgens de voorschriften van Eurocode 1, deel 3, zodanig ontworpen en geplaatst dat ze weerstand bieden bij een gesimuleerde botsing met een dynamische horizontale kracht van 100 kN tegen 60 km per uur , toegepast op 0,4 m ten opzichte van de grond. De verticale gelijktijdige actie wordt vastgelegd op 50 % van de wiellast van het tandemkonvooi van de theoretische weg 1, zoals vastgelegd in Eurocode 1, deel 3; De aanbestedingsdocumenten vermelden indien nodig de noodzaak om een versteviging van de omheiningen en de funderingen te voorzien om bestand te zijn tegen de impact van voertuigen. 2.1. Pijlers. Ze bestaan uit een metalen buis die bovenaan gesloten is, met basisplaat voor bevestiging met bouten in de fundering uit beton. De buis is voorzien van gelaste elementen voor bevestigingen van de paumellen en een afgesloten gat voor de klink- en slotpennen. Het begraven deel van de pijler krijgt een bijkomende corrosiewerende bescherming door toepassing van een verf van het bitumineuze type. De afstand tussen de pijlers bedraagt maximaal 180 cm. Als de pijlers worden bevestigd door middel van een waterdichtingsmembraan, wordt er een specifieke inrichting Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 37/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers geplaatst om de continuïteit van de waterdichting te verzekeren. Deze inrichting omvat telkens minstens de plaatsing van een gecomprimeerd membraan onder de bevestigingen en de volledige bedekking door een vloeibaar type waterdichting. In alle gevallen worden de detailplannen ter goedkeuring voorgelegd aan de Directie der Werken. 2.2. Hek, vast deel. Het vaste deel bestaat, conform de plannen, uit horizontale, platte, ijzeren rails die via laswerken zijn gemonteerd. De verticale staven hebben dezelfde doorsnede en spreiding als het gerestaureerde metalen hek en gaan doorheen de platen waarop ze zijn gelast. 3. Elementen die goedgekeurd moeten worden. Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter goedkeuring voor aan de Architect en de Raadgevend Ingenieur: – een berekeningsnota die de dimensionering van alle rechtvaardigt, en de bevestigingsmiddelen op de funderingen. profielen – de uitvoerings- en de atelierplannen, met inbegrip van de werken in beton, 4. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – Eurocode 1, deel 3, – norm PAS 68 :2005 Specification for vehicule security barriers – Fixed bollards ( test type FB-7500-80 (vehicule 7500daN impacting the barrie rat 80km/h = impact energy 1874kJ ), – Amerikaanse impactnorm SD-STD-02-01 rev. A maart 2003, – aflevering I van het algemeen bestek MOW, aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit bestek. 5. Materialen. De materialen en hun uitvoering beantwoorden respectievelijk aan volgende voorschriften: – verf: Vv, – metalen hek: Yh2, – pijlers, tralies en platen in gegalvaniseerd staal: Yh2-02, – warmverzinking: Yh2-02, – gewapend beton: Yq4, – cilinderslot: Xt7-221, – bevestiging: Xt6, gewijzigd of aangevuld volgens dit artikel van het bestek 6. Betreft. Vaste metalen staaf tussen de esplanade en het gebouw Lex ter verlenging van het gerestaureerde aanwezige rooster. Volgens weerstand: – type A: normale weerstand volgens Eurocode 1, deel 3, 7. Meting. – Per m² volgens horizontale projectie van de mal (31)532 1. Reproductie van de elementen van een rooster uit aanwezig metalen smeedwerk met vast en openslaande delen. Aard en omvang van het werk. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 38/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Dit werk omvat: – het gedetailleerde overzicht van het te restaureren rooster uit aanwezig metalen smeedwerk wordt opgesteld volgens (34)292 en moet worden aangevuld met; – de opstelling van de uitvoerings- en atelierplannen die moeten worden goedgekeurd door de Directie der Werken en die de te wijzigen gerestaureerde aanwezige delen en de te reproduceren delen identificeert, inclusief de uitvoeringsdetails van de steunelementen en hun dichtheidsdetails van dit metalen schrijnwerk; – de levering van dit rooster of smeedwerk in metalen schrijnwerk (volgens afmetingen op de plannen en/of de meetstaten) dat gebouwd is zoals hieronder beschreven; – het schilderen van alle metaalelementen volgens Vv, kleur naar keuze van de Architecht, in het NCS-gamma; – plaatsing van het rooster of metalen smeedwerk, met inbegrip van alle bijhorende elementen. Het geheel van de constructies, zoals opgenomen in de staat, wordt gedimensioneerd volgens de belasting die overgenomen moet worden met een doorbuiging kleiner dan 1/200 van het draagvermogen onder een horizontale minimumbelasting van 100kg/m². Wanneer dit niet het geval is, legt de Aannemer de geplande correctiemaatregelen voor aan de Architect. 2. Uitvoeringswijze. Het schilderen gebeurt in het atelier na alle las- en verzinkingswerken. 2.1. Opengaand rooster. Het rooster bestaat, net als het te restaureren rooster, uit platte, vierkante, ronde enz. ijzers die via laswerken worden gemonteerd. De ophanging van het opengaande deel wordt verzekerd door hengsels die op de pijlers zijn gelast en die elk over een bronzen slijtring beschikken. Het opengaande deel bestaat uit een of meerdere kleine platen in gelast staal op de hoogte van de vleugel. De slotcilinder is van roestvrij staal en is van een robuust model dat door de Bouwheer moet worden goedgekeurd. Het geheel wordt warm gegalvaniseerd na een volledige vormgeving en vervolgens geverfd in een kleur naar keuze van de Architect. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan bestaat de sluiting uit: – een ronde grendel die op het onderste deel van de stijl is gelast, – een platte grendel die op het bovenste deel met bevestigingsinrichting voor hangslot is gelast. 2.2. Vast deel. Het rooster bestaat, net als het te reproduceren rooster, uit platte, vierkante, ronde enz. ijzers die via laswerken worden gemonteerd. Het smeedwerk wordt op de pijlers of de gevelinspringingen bevestigd met dezelfde afstandhouder als de aanwezige. 3. Materialen. De materialen en hun uitvoering beantwoorden respectievelijk aan volgende voorschriften: – metalen rooster: Yh2, – warmverzinking: Yh2-02, – verf: Vv, gewijzigd en aangevuld zoals in onderhavig bestek vermeld. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 39/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 4. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – artikel (31)000 gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 5. Elementen die goedgekeurd moeten worden. Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter goedkeuring voor aan de Architect en de Raadgevend Ingenieur: – een berekeningsnota die de dimensionering van alle profielen motiveert, en de verankeringen, – de uitvoerings- en de atelierplannen, met inbegrip van de werken in beton, – het hangslot. 6. Betreft. Identieke reproductie van de elementen van een rooster uit metalen smeedwerk. 7. Meting. Per vierkante meter volgens de afmetingen voor de beweegbare delen. Per vierkant meter voor de vaste delen. (33)114 Vloer in metalen lattenrooster. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: − de levering en de plaatsing overeenkomstig de plannen, met inbegrip van alle bevestigings- en bedieningsmiddelen, vloerelementen bestaand uit panelen met vierkante of rechthoekige mazen, verkregen door de montage van in elkaar geschoven rechthoekige stalen bandijzers. Ieder paneel wordt omgeven door een plat ijzer of een stalen profiel. Het geheel wordt gelast. De eventuele uitsnijdingen zijn op dezelfde manier omgeven; − de levering en de plaatsing van de eventuele tussensteunen voor de grote oppervlakken, zoals de profielen en de geplooide staalplaten in gegalvaniseerd staal, overeenkomstig de indicaties van de plannen, De roosterpanelen zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd en eventueel gemoffeld staal, de tint wordt gekozen door de Architect, na alle bewerkingen. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, zijn de panelen niet gemoffeld. De panelen ondersteunen een minimale nuttige belasting van 500 kg/m² met een totale pijlhoogte onder belasting die lager is dan 1/200e van de draagwijdte. De vloerpanelen zijn indien nodig gemakkelijk te demonteren met bevestigingsstukken die niet meer dan 5 mm uit het loopvlak steken. Het demontagesysteem wordt uigevoerd met een niet-standaard sleutel om intrusie en niet-geautoriseerde demontage te beperken. De aanbestedingsdocumenten vermelden of de opengewerkte vloerpanelen slipvast zijn door karteling van de bandijzers. Als hierover niets wordt vermeld, zijn de elementen niet slipvast. De Aannemer legt een berekeningsnota (van de profielen, gebogen staalplaat, assembleermiddelen en panelen) als bewijs aan de Architect voor en de uitvoeringsplannen. De Aannemer legt de details van de onderlinge bevestigingswijze en de bevestiging aan de steunen ter goedkeuring voor aan de Architect. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 40/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2. Materialen. De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften: − thermisch verzinkt staal: Yh2-02; − stalen constructies of elementen: Yh2. 3. Betreft. Vloer in metalen lattenrooster voor rooster op ventilatieschacht van het station. 4. Meting. In m², alle bevestigingsmiddelen, uitsnijdingen, tussensteunen inbegrepen. (34)000 Handleuning en borstwering, algemeen. Hetzij anders vermeld, is deze bepaling van toepassing op alle bepalingen waarvan het nummer start met (34). 1. Bijzondere documenten van toepassing. Ongeacht het type reling moeten de "aanbevolen waarden" in de "Gids van de prestaties van het gebouw, volume 5, vloeren en trappen" die in januari 1980 werd uitgegeven door IC-IB, CSTC en SECO, worden verkregen door de leuningen en de relingen. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − artikel (2-)003, − NBN B03-004 :2010 "Relingen van gebouwen". − STS 54 "Borstweringen", − TV 196 "Balkons", index 2 en 7, − Magazine WTCB, Zomer 1996, "Stabiliteit van de borstweringen", − NBN EN 1991-1-1 + ANB ter vervanging van de NBN B 03-103 "Werkingen op constructies – Rechtstreekse werkingen – Gebruiksbelastingen van gebouwen" en diens addendum. − NF P01-012 − Wetten, koninklijke besluiten, ordonnanties en diverse decreten met betrekking tot ziekenhuizen, stadions, kinderdagverblijven en bejaardentehuizen, meer bepaald voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest − Titel IV « toegankelijkheid in gebouwen voor personen met beperkte mobiliteit » van het GSV 2006-11-21, – titels IV en VII van het Gewestelijke Bestemmingsplan (1999) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. in het Waals Gewest: – het CWATUP (Waals wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium) voor het Waals Gewest en zijn KB van 25 februari 1999 en van 20 mei 1999, en wijzigingen waaronder die van 25 januari 2001. – de RW-99 :2004 (typebestek van het Waals Gewest), – De handleidingen van de M.E.T (nr. 10/oktober 2006): Instructiegids voor de inrichting van de wegen die voor iedereen toegankelijk zijn, in het Vlaams Gewest: – het decreet van 29 april 1997 (BS 5 mei 1997) voor het Vlaams Gewest, – de Ordonnanties van bepaalde steden zoals Brugge (ordonnantie 25 april 2006), Oostende (ordonnantie 22 januari 1999), provincieraad WestVlaanderen (BS 19/01/2007) enz. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 41/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 2. Voor te leggen elementen De Aannemer levert de rekennota betreffende de stabiliteit van de borstwering: – voor gewone gebouwen: voor een verticale belasting van 100 daN/m en een horizontale belasting van 50 daN/m, – voor openbare gebouwen: deze lasten bedragen 100 daN/m voor een verticale belasting en 170 daN/m voor een horizontale belasting. De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Bouwheer, de Architect en de raadgevende Ingenieur stabiliteit en, in voorkomend geval, het controlebureau SECO, volgende elementen voor: – Rekennota voor de stabiliteit, – Algemene en gedetailleerde uitvoeringsplannen, – Monsters van de materialen, met afwerking. 3. Bijzondere voorschriften 3.1. Staalkwaliteit Stilzwijgend met de aanbestedingsdocumenten, zal het gebruikte staaltype een hoge elasticiteitsgrens vertonen (+/- 690 Pa). 3.2. Toleranties. De werken in desbetreffende bepaling omvatten alle noodzakelijke werkzaamheden om te verzekeren dat de afwijkingen worden nageleefd zoals omschreven in onderhavig artikel van dit bestek. De Aannemer omvat in zijn prijs alle middelen (wiggen, platines, uitsnijdingen, …) die eventueel noodzakelijk zijn om tot aan de toelaatbare afwijkingen te geraken, ter hoogte van de borstweringen en handgeleiders, de afwijkingen op de afmeting van constructieve elementen op dewelke deze moeten worden bevestigd. Deze correctiemiddelen moeten goedgekeurd worden door de Architect, alvorens ze toegepast worden. De Aannemer geeft aan de Architect alle nuttige opmerkingen door betreffende de eventuele te nemen maatregelen in de uitvoering van de reling en de leuningbanden om, ten gevolge van de armen en de toleranties van de andere constructie-elementen, de volgende toegestane positieafstanden voor de reling te kunnen respecteren: − hoogte van de bescherming: -15 mm, − opening onderaan: +10 mm, − opening tussen verticale stangen of vulpanelen en scherm van het raam of gevel: + 10 mm, − vooruitspringend deel van de borstwering tegenover de buitenboord van het balkon of de opening: + 20 mm. 3.3. Afmetingen van de borstwering en handleuning. Voor openbare gebouwen, zal de aandacht van de Aannemer worden gevestigd op de noodzaak om een handleuning op dubbele hoogte te plaatsen, volgens de voorschriften van de gewestelijke regelgeving. Op elk bordes van een verdieping wordt in brailleschrift het niveau van de verdieping op de handleuning gegraveerd. De afmetingen worden aangegeven in de aanbestedingsdocumenten. Stilzwijgend hiermee, betreffen de na te leven afmetingen: - voor de private en openbare binnenplaatsen: hoogte van 90 cm ten opzichte van de tredeneuzen en 100 cm ten opzichte van het afgewerkte niveau voor de bordessen van de trappen, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 42/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers - verdubbeling van de secundaire handleuning op een hoogte van 65cm ten opzichte van de trapneus en 75cm ten opzichte van het afgewerkte niveau van de trapbordessen voor ruimten die toegankelijk zijn voor mindervalide personen, - de handleuning steekt minstens 40cm uit het niveau van de bordessen bij het begin en einde, deze is doorlopend ter hoogte van tussenliggende bordessen, - voor de trapbordessen en balkons van de openbare buitenplaatsen: hoogte van 120 cm ten opzichte van de trapneus of het afgewerkte niveau. 4. Aanbevelingen inzake onderhoud voor de Bouwheer. Omwille van veiligheidsredenen dienen jaarlijks alle inmetselingen en bevestigingen van borstweringen te worden gecontroleerd. Men zal tegelijkertijd, wanneer er sprake is van borstweringen uit ijzerhoudende metalen, de toestand van de bescherming (verf, metallisatie, verzinking) controleren; elke roestvlek zal aandachtig worden verzorgd. Wanneer er sprake is van non-ferrometalen, bijvoorbeeld aluminium of glas, is een reiniging met water, eventueel met een zachte detergent, voldoende om afzettingen te voorkomen, die eventueel aan de oorzaak kunnen liggen van esthetische problemen. Het herschilderen van de metalen borstweringen zal ongeveer om de vijf jaar worden beoogd, meer zelfs indien men zich buiten bevindt of in een agressieve omgeving. 5. Meting Pro memorie. (34)241 Reling in glas versterkt met thermische uitdoving. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk is conform de voorschriften van (34)000 en NBN S23-002 en omvat: – een extra helder glas versterkt met thermische uitdoving waarvan de dikte wordt berekend in functie van de over te nemen krachten en die gelaagd minimaal 8 mm bedraagt op een glas van minimaal 4 mm; het glasblad is behandeld met silicone; – de bevestigings-, ondersteunings- en blokkeringsrails van het glas, in roestvrij staal, met alle bevestigingstoebehoren op voldoende steunen, minimaal twee per vaste zijde; – een horizontale regel in roestvrij staal in U-vorm van 10 mm hoogt op het bovenste deel van de beglazing; – de stut- en steunstukken van het glas in de geleiders en de afwerking van de waterdichting tussen deze elementen met behulp van een elastische stopverf op basis van silicone. De afmetingen van de reling dienen op de plannen en/of op de meetstaten te worden vermeld. 2. Documenten die door de Aannemer overhandigd moeten worden. De Aannemer moet de berekeningsnota van de stabiliteit van de reling en de bevestigingen ervan ter goedkeuring voorleggen aan de Architect en de Raadgevend ingenieur. Deze berekeningsnota wordt opgesteld overeenkomstig de geldende normen. De Aannemer legt ook zijn detailplannen ter goedkeuring voor aan de Architect. 3. Materialen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 43/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De materialen en hun plaatsing zijn conform de volgende voorschriften, aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit bestek. – gehard glas: Ro1-3, extra helder – gelaagd glas: Ro1-4 extra helder – roestvast staal: Yh3 (kogelgestraalde afwerking) – stopverf silicone: Yt4-5. 4. Betreft Reling in glas versterkt met thermische uitdoving voor metro-uitgang nr. 4 5. Meting Per m². (34)292 Herstelling van het buitensmeedwerk. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat: – het volledige overzicht van de te restaureren aanwezige elementen; – de opstelling van algemene en gedetailleerde plannen van het te restaureren rooster met indicatie van de te herstellen of te reproduceren elementen volgens (31)532; – zo nodig, de demontage van het bouwbeslag van de vleugels en de hermontage na alle werkzaamheden, indien nodig de vervanging van het bouwbeslag met aanpassing van het smeedwerk; – de vervanging van de ontbrekende smeedwerkelementen die identiek zijn aan de bestaande; – het volledig afbijten, schuren en opnieuw schilderen van het smeedwerk; – de opstelling van een berekeningsnota bevestigingswijzen van het rooster bepaalt; die het aantal en de – zo nodig, de hermontage na behandeling van het gerecupereerde smeedwerk, met inbegrip van alle bijhorende elementen. 2. Uitvoeringswijze. Voor de herbruikte onderdelen staat de Aannemer in voor het transport tussen de opslag- en werkplaats voor de behandeling van het smeedwerk, evenals voor de terugkeer naar de werf. 2.1. Voor het smeedwerk: – het volledig afbijten door droog schuren en afborstelen van het bestaande smeedwerk volgens een methode die ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de Architect; – de voorbereiding op het lassen, de levering en het lassen van de ontbrekende smeedwerkelementen; – Het geheel wordt warm gegalvaniseerd na een volledige vormgeving en vervolgens geverfd in een kleur naar keuze van de architect; De kleur en de afwerking van de verf worden gekozen door de Architect. De deklagen worden aangebracht zonder tussentijds opschuren en met een borstel in minstens twee opeenvolgende lagen. Voor het aanbrengen moet de ondergrond proper, droog, vet- en wasvrij zijn en mag de vochtigheidsgraad niet hoger zijn dan 70 %. De verfresten op de aangrenzende werken worden onmiddellijk gereinigd na het aanbrengen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 44/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2.2. Voor het bouwbeslag Na de eventuele demontage van het bouwbeslag wordt het ontdaan van alle resten van dichtingen en olie, gereinigd, gedroogd en ingevet (transparant). De kleur van het nieuwe bouwbeslag wordt gekozen door de Architect. 2.3. Voor de kitvoegen Na de verwijdering van de bestaande dichtingen worden de gevelbekledingoppervlakken zorgvuldig vrijgemaakt van elke onzuiverheid, en vervolgens gereinigd en gedroogd. De nieuwe voegen waarvan de kleur gekozen wordt door de Architect, worden geplaatst met een hechtlaag. 3. Voorafgaande proeven. Een proef voor het afbijten en/of droog schuren en afborstelen van de bestaande behandeling van het smeedwerk, gevolgd door het aanbrengen met de borstel van de verf, wordt uitgevoerd over een lengte van 1 meter op een smeedwerk op een plaats naar keuze van de Architect. De Aannemer houdt rekening met alle opmerkingen van de Architect totdat de Architect de uitvoeringswijze goedgekeurd heeft. 4. Materialen. De materialen voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften: - verf: Vv - bouwbeslag: Xt7 - aanvullend metaal: Yh2; - warmverzinking: Yh2-02, gewijzigd en/of aangevuld , zoals beschreven in het onderhavige bestek. 5. Betreft. Herstelling van het aanwezige rooster in smeedwerk. 6. Meting. Per vierkante meter in de vermoedelijke hoeveelheid. (40)000 Wegenwerken, algemeen 1. Toleranties. Volgens de toleranties van TB 2011 2. Afwerking Het afwerkingsoppervlak voor voetgangers garandeert een minimale antislip van klasse R10, zelfs R12 voor oppervlakken blootgesteld aan de regen, volgens de norm DIN 51130 of een microruwheid van 0,1 mm < p < 2 mm volgens NBN ISO 10545-1 en -2 en van 1 mm < p < 5 mm voor de oppervlakken blootgesteld aan de regen. 3. Toegankelijkheid voor mindervalide personen. De Aannemer zal de regionale wetgeving naleven. De voorschriften van artikel (43)724 « markering voor personen met beperkte mobiliteit » zijn van toepassing. De voetgangerspaden voor mindervalide personen gebeurt doormiddel van een groevenstrook in de courante paden, rubberen slipwerende tegels ter hoogte van richtingwijzigingen, waakzaamheidstroken ter hoogte van niveauverschillen en zebrapaden op de weg. De stroken zijn 60cm breed; de rubbertegels zijn 60x60cm; de waakzaamheidstroken met noppen, zijn 60 cm breed en worden op 50cm van Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 45/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers een niveauverschil (trap) geplaatst en 40cm van een voetpadrand; deze stroken met noppen zijn samengesteld uit, naar keuze van de Architect, hetzij ronde roestvaste stalen noppen DN 30mm e5mm hart- op hartafstand 60mm, hetzij geprefabriceerde platen met rond noppenreliëf DN 30mm e5mm hartop hartafstand 60mm. De sprongen, het overbruggen van randen, enz. op de wegen voor mindervalide personen, worden beperkt tot 2 cm met afkanting of ontworpen met geïntegreerde helling. 4. Beton. De samenstelling en dosering van beton Yq4 is conform de aanwezigheid van dooizout. Het beton is van vorstvaste kwaliteit. 5. Wapeningen. De niet geïntegreerde wapeningen in de elementen uit gewapend beton, worden uitgevoerd uit roestvast staal.Doorgang van leidingen, kokers, enz. voor de speciale technieken. De informatie zoals vermeld in de aanbestedingsdocumenten, wordt louter indicatief gegeven zodat de inschrijver het belang van de doorgangen, boringen, voorbehoud en toevoeging beseft. De Aannemer kan bijgevolg niet klagen over boringen die niet zouden worden aangegeven in de inschrijvingsplannen. Bovendien beschikt de inschrijver over speciale technische plannen, opgesteld door het bureau van de Ingenieuradviseur speciale technieken. De Aannemer wordt geacht om de gegevens nauwgezet te bestuderen om een precies idee te krijgen van de uit te voeren boringen in de betonwerken en hij wordt geacht om er rekening mee te houden bij de uitwerking van zijn inschrijving. De definitieve boringen worden gedaan op basis van uitvoeringsstudies van Onderaannemers, na goedkeuring en coördinatie van hen door de Ingenieuradviseur speciale technieken, de Architect en de Aannemer. De Aannemer zorgt ervoor dat de informatie de Ingenieuradviseur op tijd bereikt opdat hij de planning en de levering van de plannen kan respecteren. In geval van een laattijdige levering van zijn informatie, die wijzigingen vergen in de definitieve plannen die reeds ter uitvoering werden geleverd aan de Aannemer, worden de kosten die met deze prestaties gepaard gaan aangerekend aan de Aannemer. De Aannemer is verplicht om alle boringen die op de stabiliteitsplannen staan uit te voeren. Na het uitvoeren van de betonwerken is iedere verdere boring in de betonwerken verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de Ingenieuradviseur stabiliteit. Gebeurt dat toch, draagt de Aannemer alle schadelijke gevolgen voor het niet-naleven van deze verplichting. 6. Voegen. De bepalingen van de T.V. 204, hoofdstuk 7.3 zijn van toepassing. 7. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − DTU 21, hoofdstuk 5, − TV 204, − CCH 2011 Brussels Hoofdstedelijk Gewest − Standaardbestek 250 hoofdstuk III materialen, IV, V, VI, VII, VIII, XIII, XIV; − MOW bestek 300 hoofdstuk 6 en bestek RW99, hoofdstuk C, hoofdstuk H1, hoofdstuk E, F,en G, − NBN ENV 1991-3 + DAN ter vervanging van NBN B03-101, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 46/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − NBN EN 1991-1-1 + ANB ter vervanging van NBN B03-103, − NBN EN 206-1:2001 (+add 2004 en 2006) Beton - Deel 1: Specificaties, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit, − materialen Yq4 en norm NBN B 15-001 :2004 Aanvulling op de NBN EN 206-1 Beton - Specificaties, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit. − NBN EN 13036-4:2003 Oppervlakte-eigenschappen voor wegen en vliegvelden - Beproevingsmethoden - Deel 4: Methode voor de meting van de stroefheid van een oppervlak: De slingerproef; − DIN 51130:2004 Prüfung von Bodenbelägen - Bestimmung der rutschhemmenden Eigenschaft - Arbeitsräume und Arbeitsbereiche mit Rutschgefahr, Begehungsverfahren - Schiefe Ebene (Controle van de vloerafwerking – Bepalen van de slipwerende eigenschappen – Werkplekken en activiteitenzone met gevaar op uitschuiven, stapmethode – proef met de helling); − NBN EN 13036-7:2003 Oppervlakte-eigenschappen voor wegen en vliegveldverhardingen - Beproevingsmethoden - Deel 7: Meting van de gelokaliseerde vervormingen van de toplagen van de wegen: proef met de lat; − NBN ISO 10545-1 en -2:1997 Keramiektegels - Deel 1: Monstername en aanvaardingsmaatstaven (ISO 10545-1:1995); Deel 2: Bepaling van de afmetingen en oppervlaktehoedanigheid (ISO 10545-2:1995, met inbegrip van Technische Verbetering 1:1997) − De wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek, en diens wijzigend Koninklijk Besluit van 9 mei 1977; − betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek, ANLH (Association Nationale pour le Logement des Handicapés), Brussel, 1985; − “European Manual for an accessible built Environment”, CCPT, 1990; en volgens de lokalisatie van het werk, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest − titel IV van het GSV van 21 nov 2006 (BS2006-12-19) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest − titels IV en VII van het Gewestelijke Bestemmingsplan(1999) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; − artikel 88 van CoBat met betrekking tot de veiligheid van een openbaar goed, in het Waals Gewest, − het CWATUP (Waals wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium) voor het Waals Gewest en zijn K.B. van 25 februari 1999 en van 20 mei 1999; in het Vlaams Gewest − het decreet van 29 april 1997 (BS 5 mei 1997) voor het Vlaams Gewest. gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 8. Meting Pro memorie. Pro memorie. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 47/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers (40)110 of Wegen met hydrocarbonaatbedekking, algemeen. betonnen De voorschriften van (40)000 en van deze clausule van het bestek zijn van toepassing voor alle wegenwerken met hydrocarbonaat- of betonnen bekleding, inclusief oppervlakken die dienen als vertragingszone en rustplaatsen die verbonden zijn met de gewone of snelwegen. 1. Bijzondere documenten van toepassing. Deze werken worden onderworpen aan de bepalingen en de voorwaarden van het typebestek TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangevuld: − door de volgende hoofdstukken van de CBD 150 (editie 1978): – B: Kleine werken, – L: Onderhouds- en herstellingswerken, – N: Proefmethodes. − voor de hydrocarbonaatbedekkingen, bij de handleiding voor het dimensioneren van wegen met een bitumineuze verharding, aanbevelingen van OCW A49/83, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 1983; − de handleiding voor het ontwerp, de aanbrenging en het onderhoud van bedekkingen op betonnen brugdekken OCW A83/12, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2012; − de handleiding voor het ontwerp en de uitvoering van verhardingen in betonstraatstenen OCW A80/09, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2009; − de handleiding voor de uitvoering van wegmarkeringen OCW A79/07, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2007; − de handleiding voor de keuze van de asfaltverharding bij het ontwerp of onderhoud van wegconstructies OCW A78/06, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2006; − de handleiding voor het leggen van riolen en collectoren OCW A76/06, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2006; − de handleiding voor de bereiding van bitumineuze mengsels OCW A72/02, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2002; − de handleiding voor bestrijkingen OCW A71/01, editie Opzoekingscentrum 2001; − de handleiding voor de formulering van bitumineuze mengsels OCW A69/97, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 1997; − de rondzendbrief AWA/178-95/150 van 10.07.1995 betreffende het gebruik van materialen voor hergebruik bij wegenwerken; − de rondzendbrief AWA/176-95/0494 van 24.01.1996 betreffende de meting van de effenheidscoëfficiënt (EC) − de rondzendbrief AWA/175-94/0570 ultradunne en dunne bekledingen; van 01.09.1994 betreffende de − de rondzendbrief van 24.01.1996 betreffende de mening van het geheel van wegbekledingen met A.P.L (ref D113/951710-JC2/950127); − de rondzendbrief van 04.02.1997 betreffende meting van de oneffenheid van wegbekledingen met de odoliograaf; − de praktische gids versie juli 1994 en – signalisatie van werven van 1ste, 2de, 3de en 4de categorie van de DG1 en aangevuld door de veiligheidsbeschikkingen die vereist worden door de rijkswacht; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 48/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − met de technische clausules van het bestek nr. 800 van 1967 betreffende werken bij vriesperiodes, indien deze worden gevolgd door dooiperiodes; − NBN EN 13108-1 tot 8: 2006 Bitumineuze mengelingen – Specificaties van materialen - Deel 1: Bitumineuze afdeklagen; Deel 2: Zeer dunne bitumineuze betonsoorten; Deel 3: Soepele bitumineuze betonsoorten; Deel 4: Hot Rolled Asphalt; Deel 5: Bitumineuze, granuleuze beton met een sterk kitgehalte; Deel 6: Gegoten wegasfalt; Deel 7: Drainerende bitumineuze betonsoorten; Deel 8: Afdeklaagagregaten; − NBN EN 13108-20 tot 21: 2006 Bitumineuze mengelingen - Specificaties van materialen - Deel 20: Formuleringsproef; Deel 21: Controle van de productie in de fabriek; en onder andere voor hun veiligheidsaspecten: − het dossier CNAC n°92 « werken nabij leidingen » dec 2001; − met het KB van 05.08.1979 voor werken uitgevoerd in de nabijheid van elektrische leidingen en het KB van 28.06.1971 betreffende de distributie van gas, artikels 11 en 51, − met de aanbevelingen van de “Gedragscode voor het voorkomen van schade aan ondergrondse installaties bij werken die worden uitgevoerd in de nabijheid ervan door het Ministerie van Openbare Werken"; − met de aanbevelingen die werden genomen op het blad “Uitvoeren van werken in de nabijheid van installaties voor het voer of de distributie van gas” van nv Electrabel (of een andere verdeelfirma van de betreffende zone); − met het Koninklijk Besluit van 21 september 1988 betreffende de na te leven voorschriften en verplichtingen voor advies en informatie tijdens het uitvoeren van de werken in de nabijheid van installaties voor het vervoeren van gasproducten en andere leidingen (KB 8 oktober 1988); − de nota van de CBN: Werken in de nabijheid van leidingen voor gas en andere producten (verschenen in Bouw van 10 juni 1994); − van het boek met na te leven minimale voorschriften voor het realiseren van gemeenschappelijke geulen voor het gebruik van de verdelers uitgegeven door de firma SEDITEL-SEDILEC (12:89); 2. Meting Pro memorie. (40)117 Permanent wegdek met hydrocarbonaatbedekking voor zwaar verkeer op spoorwegtunnel en geïsoleerd dak, met of zonder verwezenlijking van de waterdichting. De voorschriften van (40)110 zijn van toepassing. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: – de studie en de dimensionering van de samenstelling van het complex waterdichting-bedekking, met inbegrip van de zones waarvoor de waterdichting reeds door een andere aanneming werd uitgevoerd, van de rijweg met als rekenbasis de inventarisatiegegevens van het automobielverkeer (capaciteit per uur van auto's en capactiteit per uur van vrachtwagens) op het niveau van de zone met werken meegedeeld in de bijlage van dit bestek. Deze gegevens vermelden verplicht: − Het gemiddelde van de gecumuleerde capaciteiten per uur voor een zaterdag, opgesteld over 15 dagen; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 49/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − het gemiddelde van de gecumuleerde capaciteiten per uur voor een zondag, opgesteld over 15 dagen; − het gemiddelde van de gecumuleerde capaciteiten per uur voor werkdagen, opgesteld over 15 dagen. De dimensionering en de precieze samenstelling van de verschillende lagen van de rijweg worden opgesteld door rekening te houden met de typische kenmerken van de werkzone, door een ingenieur voor wegen van het OCW (Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw) die bevoegd is voor dit type berekening. – indien nodig, als aanvulling op (10)315, het vrijmaken van het beton van de dakplaat van het aanwezige werk, inclusief de oppervlakkige afbijting, de afwerking, de cementering, de verwijdering van het afval tot buiten het openbare domein, de reiniging van het oppervlak en alle aanpassingen om het betonoppervlak compatibel met de plaatsing van het waterdichtingscomplex te maken? – indien nodig, naargelang de opgenomen zones in de plannen, het waterdichtingssysteem volgens de handleiding A83/12 van het OCW (of de update) en TB 2011: – de levering en de aanbrenging van een hechtings- of een koude impregnatielaag. – de levering en de aanbrenging van een geprefabriceerde waterdichtingsdekvloer uit bitumen die gewijzigd is door een dubbele APPbewapening met ATG Brug en Parking met betonnen ondergrond. – de levering en de aanbrenging van een beschermende tegendekvloer uit porfierasfalt met een minimale dikte van 25 mm. – een bestrooiing van kwartszand (1-2 mm) op het oppervlak van de circulatiebanen volgens de verhouding 4 kg/m². – de levering en de aanbrenging van een scheidingsblad uit polyethyleen van het type visqueen met een dikte van meer dan 0,2 mm. – de levering en de aanbrenging van een funderings- en profileringslaag, om de vermelde niveaus in de plannen te bereiken, uit drainerend mager beton, met een volumieke massa van minder dan 1.000 kg/m², eventueel voorzien van een stalen roosterwerk volgens § E.4.4 van TB 2011, inclusief strooiing, profilering, verdichting en alle onderwerpingen volgens de hellingen en niveaus die op de plannen worden aangegeven. – de levering en de aanbrenging van een verbindingslaag uit bitumineus beton, inclusief voorafgaande reiniging, aanplaklaag, walsen, voegen en alle onderwerpingen. – de levering en de aanbrenging van een toplaag uit gekleurd bitumineus beton, inclusief voorafgaande reiniging, aanplaklaag, voegen en alle onderwerpingen. Kleur naar keuze van de Architect. – De levering en de aanbrenging van overgangsranden uit gecarbonateerd sedimentgesteente, afwerking volgens § H.2 van TB 2011, inclusief laden, lossen, eventuele opslag, regeling, vastzetten, voegvulling en alle onderwerpingen voor de zone E. – De behandeling van de structuurvoegen die op de plannen worden aangegeven. – De behandeling van de voegen tussen een toplaag met gekleurde bitumineuze omhulling en een andere bekleding of een lineair element of een wegaccessoire of een rail volgens § F.2.2.8.9.3. van TB 2011. – De aanbrenging van alle uitzettingsvoegen, zoals aangegeven op de meetstaatplannen, tussen de structuurelementen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 50/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers – De aanbrenging van alle randvoegen of van de verplaatsingen van de verbindingen met de aangrenzende, horizontale (wegen, trottoirs, ...) of verticale (gebouwen, plantenbakken, funderingsmuren, ...) elementen, – de aanbrenging van een betonnen richtlijn, conform de plannen, in de toplaag voor de zone E. – De aanbrenging van een betonnen rand, conform de plannen, van de ingang van de zone. 2. Materialen. De materialen en hun plaatsing voldoen aan de overeenkomstige hoofdstukken van de bestekken W10bis, MOW 150 en TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – artikel (40)110, – bestek W10bis, – algemeen bestek MOW 150, – algemeen bestek MOW 108, – de handleiding voor het ontwerp, de aanbrenging en het onderhoud van bedekkingen op betonnen brugdekken OCW A83/12, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2012; – TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 4. Betreft. Permanent wegdek met hydrocarbonaatbedekking voor zwaar verkeer. 5. Meting. a. Per vierkante meter weg, waterdichtingslaag inbegrepen. b. Per vierkante meter weg, waterdichtingslaag inbegrepen in een andere post. (40)221 Vloerbekleding in gefrijnde blauwe steen, aan de buitenkant. 1. Aard en omvang van het werk. De plaatsing gebeurt op een aanwezige fundering of plaat. Dit werk omvat: − de voorbereiding van de ondergrond conform (40)117 op; − het hellingsbeton; − de levering en de aanbrenging van de waterdichting conform (40)117 op; − een mechanische bescherming door een stevig, noppenmembraan, ook op de waterdichtingsuitstulpingen; synthetisch − een worteldoek op het oppervlak met zijdelingse uitstulpingen; − een perfect gestabiliseerd vlak en aangestampt zandoppervlak; − platen uit blauwe steen, vol en zat in de mortel gelegd, terugvloeiend in de voegen, op een laag van rivierzand met een minimale dikte van 3 cm, gestabiliseerd volgens een verhouding van 150 kg cement P30 per m³ zand. Samenstelling van de mortel: 400 kg cement P30 per m³ rivierzand; − de uitgevoerde opvoeging, die wordt uitgevoerd naargelang de mortel die gedoseerd wordt volgens een verhouding van 400 kg cement P30 per m³ rivierzand. De voegen zijn ononderbroken en hebben een breedte van 6 mm; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 51/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − het realiseren van hellingen van 2 cm per minimaal een meter. De vloerstenen in blauwe steen hebben een dikte van minimaal 40 mm, afhankelijk van de afmetingen van de stenen. Voor de rijzones voor voertuigen bedraagt deze dikte 80 mm. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan bedraagt de afwerking, die mechanisch gefrijnd is, 8 lijnen per dm. De afmetingen van de platen wordt gepreciseerd op de plannen en/of de opmetingen. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, worden de platen gemoduleerd met de afmetingen 13,5x13,5cm. De plaatsing gebeurt, met dwarse voorgeschreven op de plannen. voegen, tenzij dit anders wordt 2. Elementen om te laten goedkeuren: De Aannemer legt aan de architect en de raadgevend ingenieur de volgende documenten voor ter goedkeuring: − de faseringsplannen. − de werktekeningen − het steen- en dichtingsstaal van minimaal 1m2. 3. Bijzondere documenten van toepassing. De volgende voorschriften zijn van toepassing: − de clausules (40)000, (40)110 van het huidige bestek, − MOW 300, gewijzigd of aangevuld zoals in dit bestek. 4. Materialen. De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften: − grind: Dp1-2, − waterdichte folie: Ln6, − worteldoek: Kn6-3, − noppenfolie: Ln6-13 − gestabiliseerd zand: Dq4-1, − beton: Yq4, − blauwe steen: Ye3-1, − cement: Dq2, − mortel: Dq4, − rivierzand: Dp1-3, gewijzigd of aangevuld zoals in dit bestek. 5. Betreft. Vloerbedekking in gefrijnde blauwe steen aan de buitenkant, op een bestaande plaat. 6. Meting. a: dikte 40 mm: per m², b: dikte 80 mm: per m² c : Boordsteen volgens het plan : strekhende meter Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 52/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (41)000 architects & engineers Buitenmuurbekledingen, algemeen. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: – de voorbereiding van de te behandelen oppervlakken, 2. Elementen die goedgekeurd moeten worden. Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter goedkeuring voor aan de Architect en de Bouwheer: − de faserings-, algemene uitvoerings- en detailplannen (voor 5%) − de technische fiches. 3. Materialen. Niet van toepassing 4. Betreft. Buitenmuurbekledingen, algemene voorschriften. 5. Meting. Ter nadere informatie, inbegrepen in de betrokken werkzaamheden. (41)211 Gevelbekleding in natuursteen. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat de levering en plaatsing van de volgende elementen: – een bekleding bij platen, kolommen, drempels en diverse elementen met natuursteen, winterhard van aard, doorsnedes en vormen vermeld op de aanbestedingsdocumenten; – de ophangingsmiddelen van de bekledingselementen in roestvrij staal; – het aandraaien van de voegen tussen de stenen met polyurethaankit, de kleuren worden gekozen door de Architect, op de bodem van de voeg met vezelschuim van polyethyleen met gesloten cellen. De kit en de dichting beantwoorden aan de vereisten van klasse VI. met inbegrip van alle bijhorende elementen. De steen heeft een zachte, vlakke, fijne of grove afwerking naar keuze van de architect, volgens index 3.2.2 van NIT 220. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan heeft de steen een gesclypeerd voorkomen (fijne groeven van 1 tot 5 mm). 1.1. Ontwerp van het werk. De gedetailleerde studie, het tracé en de dimensionering van de bekleding is ten laste van de aannemer op basis van de gerichte indicaties vermeld op de aanbestedingsdocumenten. De verticale en de horizontale krachten worden uniform overgedragen op het geraamte. De bevestigingen en de voegen maken vervormingen mogelijk die ontstaan door de temperatuur, het eigen gewicht en de opgelegde belastingen, of door de verzakking van het gebouw en het kruipen van beton. De bekleding heeft een structurele stabiliteit en weerstand tegen alle belastingen die tijdens de levensduur van het element zouden kunnen voorkomen. De beschouwde belastingen zijn de statische belastingen (permanente belastingen, opgelegde belastingen, thermische vervormingen, vervormingen te wijten aan kruip van het beton), alsook de dynamische belastingen (windbelastingen, krachten te wijten aan gebruik, botsingen van vaste voorwerpen, enz.). 2. Elementen die goedgekeurd moeten worden. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 53/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter goedkeuring voor aan de Architect en de Bouwheer: − de faseringsplannen. − de uitvoeringsplannen met werktekeningen van de voegen, − de gedetailleerde berekeningsnota’s van de bevestigingen, − het steen- en dichtingsstaal van minimaal 1m2. 3. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – DTU 55.2 "Bevestigde muurbekledingen in dunne steen" – NIT 228 van WTBC « natuursteen» – NIT 220 van WTBC « Belgische blauwe steen of klein graniet» – NIT 208 van WTBC «voegen van het metselwerk» – NIT 146 van WTBC « de verticale buitenbekleding in natuursteen met een kleine dikte (gedeeltelijk vervangen door NIT205>228) » – NIT 80 "Witte natuursteen", – NIT 56 "De gevelbekleding in platen natuursteen - Ontwerp en uitvoering", (zie NIT 146 en 228) – AB WTBC, index 6.1.4. en 6.3.7., gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 4. Materialen. De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften: – Natuursteen: Ye3-1, minimale dikte 4 cm – polyethyleenschuim met gesloten cellen: Jn7-1 – ophangingsmiddelen: Xt6-1, – kit: Yt4-2, – polyurethaankit: Yt4-4. 5. Betreft. Gevelbekleding in natuursteen. 6. Meting. Per m2. (43)721 Markering van verkeer, dergelijke op de grond. parkeerplaatsen en 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat: – de voorbereiding van de steun, verwijdering van de cementmelk, door nauwkeurig borstelen en ontstoffen van de te behandelen oppervlakken; indien nodig wordt, na controle van de pH, de grond gefluateerd om de ongebluste kalk te neutraliseren door middel van een mengsel van magnesiumsulfaat en zink, vervolgens geborsteld na het drogen en afgewassen met schoon water; – de aanbrenging van een verflaag volgens de verhouding 600 gr/m² om, volgens de indicaties op de plannen, de volgende motieven te vormen: – de afbakeningslijnen van de parkeerplaatsen met een breedte van 10 cm en in de kleuren naar keuze van de Architect; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 54/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers – de plaatsnummers in het lettertype Helvetica, met een hoogte van 30 cm, een breedte van de streep van 5 cm en in de kleuren naar keuze van de Architect; – de pijlen in het wit en met een breedte van 20 cm; – de verschillende symbolen van de types en kleuren die in de meetstaat worden vermeld (gehandicapte, fiets, motorfiets enz.); – de signalisatie van obstakels zoals zuilen, randen, sterk hoogteverschil enz. met een breedte van 40 cm en met zebrastrepen (afwisselende kleuren). De Aannemer garandeert het werk gedurende drie jaar te rekenen vanaf de voorlopige oplevering van de werken. 1.1. Type verf. Voor gebruik op privéwegen: de verf (bij 20 °C): – is aangepast aan de ondergrond(en) (beton en/of asfalt); – kan worden aangebracht met het pistool Airspray (en met de borstel voor de kleine oppervlakken); – heeft een maximale airsprayverdunning van 0 tot 6 %; – heeft een maximale droogtijd van 25 minuten (volgens ASTM D711-75) – druipt niet en droogt snel; – heeft een droog extract van minstens 62 % in gewicht en 40 % in volume; – is samengesteld uit minstens 25 % bindmiddel op de droge verf en uit minstens 27 % titaanoxide op de pigmenten voor de witte verf; – heeft een dichtheid tussen 1,25 kg/l en 1,45 kg/l. Voor gebruik op openbare wegen: de verf is conform het TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Materialen. De verf voldoet aan Vv. 2. Bijzondere documenten van toepassing. De volgende voorschriften zijn van toepassing: – Handleiding voor de uitvoering van wegmarkeringen, aanbevelingen A79/07, ed. Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw, – NBN EN 1436 : 2007 +A1 :2008 Producten van wegmarkering – prestaties van de wegmarkeringen voor de weggebruikers (3e ed.), – NBN EN 1423 :1997+ add2003 Producten van wegmarkering - Producten van bestrooiing - Microglaskogels, slipwerend granulaat en mengeling van deze twee onderdelen aangevuld of gewijzigd overeenkomstig dit bestek. 3. Betreft. Markering op de grond voor parkingzone IPC. 4. Meting. Forfaitair. (47)000 1. Daken, algemeen. Uitvoeringswijze Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 55/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Het dakcomplex en meer bepaald, de isolatie en waterdichting, is het voorwerp van een technische goedkeuring EUTgb of BUTgb of gelijkaardig, conform artikel Yy1. 2. Te overhandigen documenten De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Bouwheer en de Architect volgende documenten voor: – de rekennota’s op gebied van bevestigingen (windstabiliteit), – de technische fiches van de materialen, – de algemene en gedetailleerde uitvoeringsplannen. 3. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − artikel (4-)000, − NBN EN 1991-1-1+ANB, NBN EN 1991-1-3+ANB, − NBN ENV 1991-2-5 +DAN, – NBN EN 13501-5 :2006 Brandclassificatie van bouwproducten en -elementen - Deel 5: classificatie op grond van resultaten van brandproeven waarbij daken aan een externe brand worden blootgesteld – NBN ENV 1187 :2002 +addendum 2005 Proefmethodes voor de blootstelling van daken aan vliegvuur − STS 33, gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 4. Materialen. De bovenliggende materialen op het dak behoren tot klasse A1 volgens Bijlage 5 van het Koninklijk Besluit brand van 4 juli 1994, gewijzigd door het KB van 19 december 1997, gewijzigd door het KB van 4 april 2003, gewijzigd door het KB van 13 juni 2007 (BS2007-07-18). Indien de bovenliggende materialen niet aan die vereiste beantwoorden, vertonen de producten en/of materialen de eigenschappen van de BROOFklasse (t1) volgens NBN ENV 1187:2002 + addendum 2005 (Proeven voor de blootstelling van daken aan vliegvuur). Men refereert zich tot de NBN EN 13501-5 (2006) Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 5: Classificatie op grond van resultaten van proeven waarbij daken aan een externe brand worden blootgesteld. 5. Stabiliteit – veiligheid. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, wordt er over het volledige dak een stabiliteit met vervorming kleiner dan 1/300 van de draagwijdte met een overbelasting van minstens 200 kg/m² en een puntbelasting van 200 kg op 10 x 10 cm vereist (volgens NBN EN 1991-1-1 + ANB : 2007 ter vervanging van NBN B03-103). 6. Isolatie Het dakcomplex is zodanig dat de toegelaten thermische isolatiewaarde U kleiner is dan 0,3W/m2K. 7. Meting Pro memorie. (47)221 Bekleding voor platte daken op betonnen ondergrond, bestaande uit bitumineuze membranen met isolatie. Bepaling (47)200 is van toepassing en als volgt aangevuld. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 56/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten de levering en de opeenvolgende uitvoering op de infrastructuurplaat en de dakopstanden van: – hellingsbeton volgens de uitvoeringsplannen, – een hechtende primer, – een dampscherm, dat op de primer wordt gelijmd, – een thermische isolatie, – een waterdichtingsmembraan. – alle randvoegen of van de verplaatsingen van de verbindingen met de aangrenzende, horizontale (wegen, trottoirs, ...) of verticale (gebouwen, plantenbakken, funderingsmuren, ...) elementen, De aanbestedingsdocumenten geven aan of het dak wordt voorzien van ballast. In dat geval omvatten de werken eveneens de levering en plaatsing van: – een vezelvlies, – een drainerende folie, – indien nodig, een ballast met rolgrind of betonnen platen. De werken omvatten alle noodzakelijke hulpstukken, werkzaamheden en leveringen voor de uitvoering van de werken volgens de regels van de kunst. 2. Uitvoeringsvoorschriften. 2.1. Bevestiging. De bevestiging van het waterdichtingscomplex (isolatie en bedekking) gebeurt met warm bitumen, volledig hechtend geplaatst. Deze bevestiging wordt vervolledigd doormiddel van mechanische verankeringspunten, volgens de voorschriften van de bijzondere documenten hierbij van toepassing, indien geen gebruik wordt gemaakt van ballast. De mechanische bevestigingen worden voorzien van verdeelplaten om het waterdichtingscomplex niet te beschadigen. 2.2. Hellingsbeton. Volgende beschrijving is enkel van toepassing indien het hellingsbeton niet voorzien wordt in een andere specifieke bepaling uit het bestek. De minimale helling is groter dan 2% en de dikte van het beton bedraagt minstens 3 cm. De uitzettingsvoegen met een breedte van 10 mm worden in het hellingsbeton voorzien, zodat de grootste afmeting van de oppervlakken (diagonaal) niet meer dan 10 m bedragen. Er moeten voegen worden voorzien ter hoogte van de structurele voegen. Een voeg van 10 mm breedte wordt voorzien rondom de omtrek van het dak. In geval van gewapend beton worden de wapeningen onderbroken ter hoogte van de voegen. Het oppervlak van het hellingsbeton mag geen uitsparingen vertonen, die mogelijk de bedekking in het gedrang kunnen brengen; hiervoor wordt het oppervlak goed gladgestreken of bedekt met een nivellerende mortellaag van 1 cm dikte boven de toppen van de korrels. Het hellingsbeton mag geen producten bevatten die mogelijk de bedekking kunnen aantasten; het oppervlak bezit voldoende weerstand om niet te verzakken onder het gewicht van de voorziene overbelastingen; er mogen zich geen verzakkingen voordoen die mogelijk een breuk in het dakcomplex zouden veroorzaken. Men dient de nodige maatregelen te nemen om de uitdroging van het beton te voorkomen tijdens het hardingsproces. De afwijkingen op gebied van vlakheid worden als volgt gedefinieerd: Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 57/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers – aan de voorwaarde van algemene vlakheid wordt voldaan als onder een lat van 2,00 m die in alle richtingen verplaatst wordt, geen doorbuiging van meer dan 5 mm vastgesteld wordt. – de plaatselijke vlakheid is voldoende als onder een latje van 0,20 m dat in alle richtingen verplaatst wordt geen doorbuiging van meer dan 3 mm vastgesteld wordt. 2.3. Dampscherm uit bitumen, gewapend met aluminium. De aanwezigheid van een dampscherm wordt bepaald in functie van de hygrometrie van het te bedekken lokaal, in overeenstemming met de TV 215. Het is niet verplicht wanneer de thermische isolatie bestaat uit cellenglasplaten. De voegen tussen de stroken van het dampscherm worden zodanig uitgevoerd om eenzelfde weerstand tegen de diffusie van waterdamp te vertonen als de gewapende gealuminiseerde bitumen zelf. De laag wordt gelijmd met een laag warme geoxideerde bitumen ter waarde van 1,5 kg/m². In geval van mechanische bevestiging, wordt met de geschikte middelen de continuïteit van het dampscherm verzekerd. 2.4. Thermische isolatie. De thermische isolatie wordt aangebracht in platen uit cellenglas. De ondergrond wordt zo vlak mogelijk hersteld zodat er, doormiddel van de 2 meterlat, geen doorbuiging ontstaat van meer dan 5 mm. 2.4.1. Isolatie doormiddel van cellenglasplaten De ondergrond wordt bepleisterd met een hechtingslaag (hechtende vernis) op basis van bitumen, a rato van 0,400 kg/m². De isolatieplaten worden doormiddel van geoxideerd bitumen gelijmd, volgens NBN 46-002, bij een temperatuur tussen 150 en 180°C. Deze warme bitumenlaag wordt op de drager geplaatst met behulp van een ronde waterbestendige borstel, a rato van 4 kg/m²; de boorden van de al geplaatste platen worden eveneens ingesmeerd. Enkel de delen waarop de isolatie onmiddellijk wordt aangebracht, worden ingesmeerd. De isolerende panelen worden stevig aangeduwd tegen het met warm bitumen bedekte oppervlak, dat zich op een temperatuur bevindt tussen 150 en 180°C. De platen worden in parallelle rijen gelegd met nauw aangesloten, geschrankte voegen. Men waakt erover dat de bitumen overvloeit in de voegen voor een perfecte aansluiting van de platen. Bij werkonderbrekingen en op het einde van elke dag, wordt de isolatie waarop de eerste waterdichtingslaag nog niet is aangelegd, afgedekt door middel van een bitumen glacis om te vermijden dat er regenwater, dauw of sneeuw in de tussenruimten aan de oppervlakte van de platen zou dringen. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten: – dan is de dikte van het cellenglas conform de detailplannen. 2.5. Waterdichtingsbekleding. De waterdichtingsbekleding is samengesteld uit: – een onderlaag uit glasvlies en/of bitumenpolyestervlies, type V3 of V4, – een waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen APP of SBS, minimale dikte 4 mm, 2.5.1. Onderlaag. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 58/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De onderlaag wordt verstevigd met een polyester wapening van minstens 165 g/m². De binnenkant wordt geprofileerd en voorzien van een smeltbare film ter hoogte van de lasnaad. De onderlaag wordt uitgerold op de isolatiepanelen, uitgelijnd en opnieuw opgerold tot 2/3 van de lengte van de rol. De overlapping aan de uiteinden worden geschrankt in het dakvlak gemaakt. De overlappingen hebben een breedte van 8 cm. De onderlaag is volledig verlijmd op de isolatiepanelen die bedekt zijn met een laag bitumen. Tijdens de laswerken wordt de laag bitumen van de isolatiepanelen, en de onderkant van de onderlaag opgewarmd, om een homogene las te verkrijgen. De opgaande elementen worden afgeschuind, op ongeveer 6 cm hypotenusa en 4,5 cm hoogte, ze zijn perfect verenigbaar met de bitumenhoudende waterdichtingsmembranen en vertonen dezelfde prestaties op gebied van duurzaamheid. 2.5.2. Waterdichtingsmembraan in APP of SBS polymeerbitumen. De toplaag wordt gemaakt uit het waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen APP of SBS. Deze wordt uitgerold, uitgelijnd en opnieuw opgerold tot 2/3 van de lengte van de rol. Tijdens de plaatsing van de afwerkingslaag moeten de lasvoegen geschrankt liggen ten opzichte van de lasvoegen van de onderliggende laag. Aan de uiteinden worden de bekledingen geschrankt ten opzichte van het dakvlak geplaatst. De overlappingen hebben een breedte van ongeveer 8 cm op de voegen in de lengterichting, en 12 cm op de dwarse voegen. Indien een bedekking in de lengte een bedekking in de dwarsrichting kruist, wordt een klein hoekje van de onderste strook afgeschuind en met een hete rakel gladgestreken. Tijdens het definitief uitrollen wordt de bovenste laag volledig op de onderlaag gelast, onder een constante druk. Tijdens de laswerken worden de onderlaag, de onderkant van de top en het polipropyleenweefsel van de lasvoeg die zich aan de onderkant bevindt, opgewarmd, om een homogene lasnaad van het geheel te verkrijgen. De opgaande elementen worden met een primaire laag ingesmeerd. De isolatiepanelen worden hetzij verlijmd, hetzij mechanisch bevestigd, volgens de hoogte van het opgaande element, tot onder de muurkap. De opgaande elementen worden afgewerkt door middel van stroken, afgescheiden met bitumen SBS of APP. Deze stroken worden minstens 5 cm boven het vlakke gedeelte van het dakoppervlak verlengd, en volledig gelast op de drager van het opgaande element. Ter hoogte van opgaande hoeken, worden schuine hoekelementen uit isolatiemateriaal gebruikt en verlijmd. (bv perliet 5 x 5 cm of 10 x 10 cm) Ter hoogte van de dakranden en de dakdoorsteken (afvoer en verluchtingsbuizen, lichtkoepels enz.) wordt onderaan een bijkomende slab in SBS of APP bitumen geplaatst, of er worden verbindingsstukken tussen de twee lagen gelegd. De opgaande delen worden beschermd tegen externe mechanische spanningen. Indien de aanbestedingsdocumenten niet aangeven of het dak wordt voorzien van ballast, zal de bovenzijde van het membraan worden bedekt met een homogene laag leischilfers die perfect hecht op het gewijzigde bitumen. 2.6. Kunststofvezelvlies Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 59/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Het kunststofvezelvlies is duurzaam (niet onderhevig aan bederf) en waterdampdoorlatend (bijvoorbeeld: mat uit polyester of polypropyleen vezelvlies, waterbestendig glasvlies op basis van synthetische harsen). Dit element vertoont een oppervlaktemassa van minstens 200 g/m² en wordt met een overlapping van 15 cm geplaatst. 2.7. Drainerend paneel Het waterdichtingsmembraan wordt mechanisch beschermd door middel van een drainerend paneel (met noppen) uit plastic materiaal (HDPE) dat op de worteldoek wordt geplaatst. 2.8. Ballast. De ballast bestaat uit een aanbestedingsdocumenten. betonnen plaat of grind conform de De ballast wordt geplaatst naarmate het plaatsen van de isolatieplaten. Hij bestaat uit betonnen platen van minstens 4 cm dik of gewassen en onvermalen riviergrind van het kaliber 4/16. Hij is afhankelijk van de dakzone en van de geografische ligging van deze zone. Hij wordt gelijkmatig verdeeld over het volledige dakoppervlak, op het courante gedeelte. De ballast mag geen elementen bevatten die mogelijk fysisch of chemisch de waterdichting kunnen aantasten. De ballast wordt nooit samengesteld uit materialen met scherpe randen. In het geval van een ballast uit grind moet de ballast voor de zones met frequente circulatie absoluut een bestrating in betontegels bevatten, volgens de indicaties op de plannen. De massa van de ballast is conform de voorschriften van de bijzondere toepassingsdocumenten. 2.9. Hulpstukken. 2.9.1. Kolken. De kolken zijn van het type met dubbele ingang: bovenaan, ter hoogte van de afwerking en onderaan, ter hoogte van de drainage. 2.9.2. Slabben in zink/inox, ter hoogte van de afvoerbuizen. De slabben in zink/inox (volgens type afvoerleiding zink/inox) hebben een dikte van 1,5 mm, formaat 0,50 m x 0,50 m. De slabben worden uitgerust met mantelbuizen uit zink/inox, 3 mm dikte, met diameter aangepast aan de afvoerleiding, de bladvanger is voorzien van een grindstop. 2.9.3. Slabben en boordgarnituren. De slabben en boordgarnituren worden vervaardigd uit zink, dikte 0,7 mm of inox, dikte 0,5 mm, door de Architect te kiezen. 2.9.4. Voegen in het dak. De voegen in de ruwbouw waterdichtingsbekleding. worden doorgetrokken in de Ter hoogte van de bekleding worden deze voegen verlengd in ophogingen, behoudens tegenstrijdige specificaties in de aanbestedingsdocumenten. De bekleding wordt opgetild langs de verhogingen. Beide delen van de ophoging worden bedekt met een naadbedekking onder de vorm van een metalen moer die oordeelkundig aan haken wordt bevestigd; dankzij zijn vorm, worden bewegingen in de structuur overgenomen. 2.10. Waterdichtingsproeven. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 60/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Onmiddellijk na de plaatsing van de waterdichtingslaag, wordt op het dak minstens 10 cm water aangevoerd, dit water blijft gedurende drie weken staan om de waterdichting te contoleren. 2.11. Onderhoud van de bekleding. De duurzaamheidsvoorwaarde van de bedekking zal enkel tot volledige voldoening leiden indien de werken worden onderhouden en indien zij op normale wijze worden gebruikt, conform hun bestemming. Er zal meer bepaald geen toegang worden toegestaan tot zones met ballast of grind. Het onderhoud van de bedekking omvat onder meer: – de verwijdering van mossen en vegetatie, – het in goede staat van werking houden van de regenwaterafvoeren, – het eventuele onderhoud van de ballastlaag. 3. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – (47)000, (47)200 – NBN B 46-002, gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 4. Materialen. De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften: – rolgrind: Dp1-2, – mortel: Dq4, – betontegels: Ff2-2, – kunststofvezelvlies: Kn6-2, – dampscherm: type ALU3 of Ly1-01 – onderlaag: Ln2-2, – waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen: Ln2-3, – drainerende folie: Ln6-13 – slabben en boordgarnituur uit zink of inox: Mh7, Mh3 – loden slabben: Mh8, – panelen uit minerale wol: Rm1, – platen uit cellenglas: Ro9, – hellingsbeton: Yq4, aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in deze clausule van het bestek. 5. Betreft. Bekleding voor platte daken op betonnen ondergrond, bestaande uit bitumenmembranen met isolatie. 6. Meting. – a: hellingsbeton - per m². – b: dampscherm en isolatie - per m². – c: waterdichting - per m². (47)262 Bekleding voor plat dak van het "omgekeerde" type, voor tuindak, op betonnen plaat. 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten de levering en de opeenvolgende uitvoering van: Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 61/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − het hellings- en/of vulbeton conform de detailplannen als het niet wordt voorzien in een andere specifieke bepaling van het bestek; − een waterdichtingsmembraan dat het geheel van bakken bedekt, inclusief de verticale wanden, muurafdekkingen en buitenwanden conform de plannen (inclusief de voorbereiding van de ondergrond), wortelwerend, bestand tegen UV, olie en bitumen, warm lasbaar. De speciale bedekkingsstroken worden geplaatst voor de uitspringende hoeken van: − alle accessoires in polyethyleen buizen en van alle warm gelaste verbindingen op de waterdichting voor drainage van een bak naar de andere of voor overloop, conform de plannen, inclusief de roosters in roestvrij staal, met maximale maas van 3/3 mm en hun bevestigingsmiddelen, bedekt met een worteldoek, om de buizen te beschermen tegen de invasie van geëxpandeerde kleikorrels; − een worteldoek voor de bescherming van de waterdichting met overlapping van de banen met minstens 30 cm; − een drainage- waterretentielaag in geëxpandeerde kleikorrels met een granulometrie van 8/16, een droge volumieke massa van 340 kg/m³ en een volumetrische massa van het granulaat van 600 kg/m³; − een composietsysteem dat fungeert als scheidings-, filter- en drainagelaag met waterreservoir, inclusief verticaal langsheen de muren met boordafwerkingsprofielen en geschikt bevestigingssysteem; − Voor de intensieve vegetatie (struiken en hagen) en voor begaanbare daken, wordt gebruik gemaakt van een lichtjes aangestampte laag teelaarde, geplaatst in lagen van 10 cm. De aanbestedingsdocumenten en de detailplannen vermelden de dikte van de teelaarde. Stilzwijgend met deze documenten, informeert de Aannemer tijdig bij de Architect en de Raadgevende Ingenieur stabiliteit, over de dikte van de laag. Het aanbrengen van de teelaarde maakt geel deel uit van deze werken. − Een driedimensionale wapening uit nylonvezel; alsook alle hulpstukken, eventuele doorvoeren en opgaande delen rondom de rand, onder meer langsheen de dakopstanden. De aanbestedingsdocumenten beschrijven het type vegetatie. Stilzwijgend met deze documenten, is de vegetatie extensief. 2. Uitvoeringsvoorschriften. 2.1. Hellingsbeton. De volgende voorschriften zijn van toepassing indien het hellingsbeton niet voorzien is in een andere specifieke bepaling uit het bestek. De minimale helling is groter dan 2% en de dikte van het beton bedraagt minstens 3 cm. De uitzettingsvoegen met een breedte van 10 mm worden in het hellingsbeton voorzien, zodat de grootste afmeting van de oppervlakken (diagonaal) niet meer dan 10 m bedragen. Er moeten voegen worden voorzien ter hoogte van de structurele voegen. Een voeg van 10 mm breedte wordt voorzien rondom de omtrek van het dak. In geval van gewapend beton worden de wapeningen onderbroken ter hoogte van de voegen. Het oppervlak van het hellingsbeton mag geen uitsparingen vertonen, die mogelijk de bedekking in het gedrang kunnen brengen; hiervoor wordt het oppervlak goed gladgestreken of bedekt met een nivellerende mortellaag van 1 cm dikte boven de toppen van de korrels. Het hellingsbeton mag geen producten bevatten die mogelijk de bedekking kunnen aantasten; het oppervlak bezit voldoende weerstand om niet te verzakken onder het gewicht van de voorziene overbelastingen; er mogen Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 62/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers zich geen verzakkingen voordoen die mogelijk een breuk in het dakcomplex zouden veroorzaken. Men dient de nodige maatregelen te nemen om de uitdroging van het beton te voorkomen tijdens het hardingsproces. De afwijkingen op gebied van vlakheid worden als volgt gedefinieerd: − aan de voorwaarde van algemene vlakheid wordt voldaan als onder een lat van 2,00 m die in alle richtingen verplaatst wordt, geen doorbuiging van meer dan 5 mm vastgesteld wordt. − de plaatselijke vlakheid is voldoende als onder een latje van 0,20 m dat in alle richtingen verplaatst wordt geen doorbuiging van meer dan 3 mm vastgesteld wordt. In geval de configuratie van het dak leidt tot een maximale betondikte groter dan 30 cm (om de helling te vormen), zal de helling worden gemaakt door middel van betonkorrels uit geëxpandeerde klei. De vorm van de helling beantwoordt aan de voorschriften van bepaling “Hellingsbeton uit betonkorrels uit geëxpandeerde klei” en wordt afzonderlijk gerekend. 2.2. Waterdichtingsbekleding. In ieder geval moet de te bekleden oppervlakte perfect proper zijn en vrij van spitse voorwerpen (stenen, spijlers, vijzen, kroonkurken, enz...) of andere voorwerpen die de waterdichting kunnen beschadigen. De eventuele onregelmatigheden die de waterdichtheid kunnen beschadigen (bv bouten) worden bedekt met een bitumineuze massa of met mortel, zodanig dat een perfecte gladde ondergrond voor de waterdichtheid verkregen wordt. De bedekking is samengesteld uit: − een hechtingsvernis; − een bitumineuze onderlaag uit glasvlies en/of polyester vezelvlies, type P150/16 of V4, die in de koude bitumen wordt uitgerold, met gelaste naden; − een waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen APP of SBS, met dubbele polyester wapening, wortelwerend, minimale dikte 4 mm, dat in de koude bitumen wordt uitgerold, met gelaste naden; De hechtingsvernis wordt enkel door middel van een borstel of airless pistool aangebracht, op de drager, vrij van niet hechtende elementen, a rato van 0,5 l/m². De plaatsing gebeurt in volledige hechting. De richting waarin de onderlagen en bovenlagen worden geplaatst, is identiek (geen kruising van de stroken), om stagnatie van water te voorkomen. De lengte van de overlappingen bedraagt minstens 100 mm. Deze worden over de volledige breedte gelast. Opgaande elementen worden eveneens gelast. De koude lijm dient niet om de overlappingen en opgaande delen te lassen. De opgaande elementen worden afgeschuind, op ongeveer 6 cm hypotenusa en 4,5 cm hoogte; ze zijn perfect verenigbaar met de bitumenhoudende waterdichtingsmembranen en vertonen dezelfde prestaties op gebied van duurzaamheid. De waterdichting wordt opgaand over de volledige hoogte van de dakopstand geplaatst. De voegen van het waterdichtingsmembraan worden dubbel beschermd door middel van een tweede strook die boven de reeds gevormde voeg wordt gelast. In vrije variante mag de Aannemer ter goedkeuring aan de Architect, elke andere vorm van waterdichting voorleggen, waaronder een vrij geplaatst EPDM membraan, van minstens 3 m breedte, voorzien van een interne wortelwerende wapening uit polyester, waarvan de elasticiteit groter is dan 400% en de dikte groter dan 1 mm. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 63/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2.3. Worteldoek. De worteldoek is van duurzaam synthetisch materiaal dat niet onderhevig is aan bederf en waterdampdoorlatend is (bijvoorbeeld: mat uit polyester of polypropyleen vezelvlies, waterbestedig glasvlies). Dit element vertoont een oppervlaktemassa van minstens 200 g/m² en wordt met overlappingen van minimum 30 cm geplaatst. De worteldoek wordt opgaand over de volledige hoogte tegen de dakopstanden geplaatst. 2.4. Composiet systeem met functies voor de bescherming van de lagen, het filteren en de drainage met het waterreservoir. Het systeem wordt conform de voorschriften van de fabrikant geplaatst door een voldoende "dubbele" overlapping van de worteldoek te respecteren. 2.4.1. Systeem voor intensieve vegetatie. Dit systeem is samengesteld uit een getande folie, de stroken zijn minstens 1,2 m x 20 m met een dikte van ongeveer 25 mm, bestaande uit kleine bekertjes (wateropname ongeveer 3,2l/m²) uit hard polystyreen, onderling aan elkaar gelast. De mat weerstaat aan een druk van meer dan 370 N/m². De bovenkant is voorzien van een filtrerend membraan, donker van kleur, uit polypropyleen van ongeveer 140 g/m², terwijl de onderkant wordt afgewerkt met een scheidingsmembraan, lichte kleur, uit polypropyleen van ongeveer 135 g/m². In de vrije ruimte tussen de krammen en in de folie worden gaten geboord om een drainagevermogen van ongeveer 14 l/m²/s te verzekeren. Het systeem heeft een drukweerstand van +/-380 kN/m². 2.5. Hulpstukken. 2.5.1. Afvoer van regenwater. Door overloop en drainage van een bak naar de andere. 2.5.2. Waterspuwer. Er worden overloopwaterspuwers uit zwart polyethyleen geplaatst voor de afvoer van een eventuele overloop van het tuindak. 2.6. Voegen in het dak. De voegen in de waterdichtingsbekleding. ruwbouw worden doorgetrokken in de Ter hoogte van de bekleding worden deze voegen verlengd doormiddel van ophogingen. De bekleding wordt ter hoogte van deze laatste opgaand geplaatst. Beide delen van de ophoging worden bedekt met een naadbedekking onder de vorm van een metalen moer die oordeelkundig aan haken wordt bevestigd; dankzij zijn vorm, worden bewegingen in de structuur overgenomen. 2.7. Waterdichtingsproeven. Onmiddellijk na de plaatsing van de waterdichtingsbekleding en voor de plaatsing van het wortelwerende membraan, worden de plantenbakken, op vraag van de Architect, gedurende 3 weken tot aan de hoogte van de overloop onder water gezet om de waterdichting te controleren. 3. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − SBR "daken in ‘t groenen: aanwijzingen voor het ontwerpen van vegetatiedaken en tuindaken" jan 2007, − TV 229 "tuindaken" van het WTCB, − Tuindaken, WTCB D/1989/0611/11, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 64/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 4. Materialen. De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften: − teelaarde: Dp1-11, − rolgrind: Dp1-2, − mortel: Dq4, − waterspuwers uit polyethyleen: In6-10, − worteldoek: Kn6-3, − glasvlies en/of polyester vezelvlies op basis van bitumen: Ln2-2, − waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen: Ln2-3, − waterdichtingsmembraan in EPDM- of PVC-variant: Ln7-1 of Ln6-21 − panelen uit geëxtrudeerd polystyreen: Rn7-1, − hout: Yi2, azobé − hellingsbeton: Yq4 − hellingsbeton 1000kg/m3). uit geëxpandeerde kleikorrels: Dp3 of Yr1 (densiteit 5. Betreft. Bekleding voor plat dak van het "omgekeerde" type, voor tuindak, op betonnen plaat. 6. Meting. − Per m² van de horizontale oppervlakken, alle verticale opgaande delen inbegrepen. In zijn offerte is de aanbesteder gehouden de eenheidsprijzen te preciseren, levering en plaatsing van volgende elementen: − hellingsbeton: per kubieke meter, − wortelwerend waterdichtingsmembraan: per vierkante meter, − filtrerend/drainerend composietysteem: per vierkante meter, − teelaarde: per kubieke meter, (50)000 Distributie- en afvoerinstallaties van vloeistoffen, algemeen. 1. Algemeen. De Aannemer is verplicht om voor het materiaal dat hij gebruikt de volgende elementen bij de voorlopige oplevering van de werken voor te leggen aan de Bouwheer: – de technische plaatsingsnota’s, eveneens nota’s inzake aansluiting, gebruiksaanwijzing en onderhoud; – de garantiedocumenten die door de fabrikanten van het materiaal worden geleverd, naar behoren aangevuld en geldig gemaakt. Deze verplichting ontlast in geen geval verantwoordelijkheid in geval van stoornissen. de Aannemer van zijn Behoudens tegenstrijdig bericht van de Architect, worden alle leidingen en hulpstukken ervan in de technische lokalen, onbewoonde lokalen of aangegeven in de aanbestedingsdocumenten, geschilderd volgens de conventionele kleuren van de NBN 69. Over dit punt vraagt de Aannemer vooraf het schriftelijk akkoord van de Architect. 2. Verenigbaarheid en type materialen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 65/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De constructiematerialen van de distributie-installaties en –uitrustingen en van de afvoer van vloeistoffen, onder meer de voegdichtingen en bevestigingen, zijn geschikt voor de vloeistoffen waarmee zij in contact komen, en eventuele stagnatie. Voor de rioolleidingen en inspectieputten zal de Aannemer, behoudens tegenstrijdig bericht in de aanbestedingsdocumenten, zorgvuldig hetzelfde constructiemateriaal gebruiken voor de leidingen en inspectieputten, behoudens de eventuele putdeksels en roosters. 3. Uitvoering van de ophanging voor de uitrustingen. De ophangelementen worden bevestigd in de betonnen elementen van het gebouw met behulp van metalen veerbussen en expansiebouten. De bevestiging door middel van een pen die wordt aangedreven door kogeltjes is verboden. Laswerken op metalen vloeren alsook op profielen is verboden. Ophangingselementen op metalen vloeren gebeuren enkel door middel van ophangingshulpstukken die speciaal werden bestudeerd om te worden ingewerkt in de nerven van de metalen bekisting. De bevestiging van de ophangelementen met de metalen profielen gebeurt enkel door middel van klemkrammen, vijzen of moeren op de onderste flens van de profielen. De verankeringspunten worden voor de uitvoering van de brandwerende bescherming geplaatst. Alle ophanghulpstukken zijn voor rekening van de Aannemer. De Aanbesteder bezorgt tijdig de ophangplannen van de uitrustingen zodat zijn werken en die van andere vaklui perfect op elkaar afgestemd kunnen worden. De ophangelementen zijn stabiel bij omgevingstemperaturen gaande tot minstens 100 °C met een veiligheidscoëfficiënt gelijk aan 1,5. 4. Meting Pro memorie (50)131 Aansluiting op de openbare riolering. 1. Aard en omvang van het werk. De Aannemer zorgt voor een bijeenkomst met de controleur der werken van de bevoegde overheid en met de Architect over de definitieve uitwerking van de aansluitingsstudie. De Aannemer vraagt te gelegener tijd en na akkoord met de Bouwheer in diens naam de aansluiting. De werken omvatten het geheel van de werken nodig voor de aansluiting van het privé-rioolnet op de openbare riolering en dit vanaf de grens van het eigendom, met name de bouwput die wordt uitgegraven en terug aangeaard, de fundering van de buizen, de buizen, de aansluiting zelf op het openbare rioolnet, de herstellingswerken van het wegdek en de beschadigde goederen buiten de eigendomsgrens, de bescherming en signalisatie van de werken, en de bijdragen aan de overheden. De Aannemer zal het wegdek achterlaten in de staat waarin hij haar gevonden heeft. Hij zal bijgevolg alle noodzakelijke werken vervaardigen en aan de competente administratie een proces-verbaal opvragen dat getuigt van de goede uitvoering van de werken. 2. Betreft. Aansluiting op de openbare riolering op de binnenweg Wet. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 66/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 3. Meting. Forfaitair. (50)200 Rioleringsnet, algemeen. 1. Aard en omvang van het werk. Deze bepaling is van toepassing op alle bepalingen waarvan het nummer begint met (50) na (50)200. De aannemingen met betrekking tot de riolering omvatten: − de grondwerken en bouwputten van welke aard ook, noodzakelijk voor de plaatsing van de rioleringsleidingen, inspectieputten, en in principe, van alle ondergrondse aansluitingen; − de verwijdering van planten en vegetatie, de eventueel noodzakelijke ontbossingen, beschoeiingen en waterwinningen, evenals alle uitvoeringsmiddelen; − de volledige constructie van alle netten tot en met de bochtstukken aan de voet van de regenwaterafvoerleidingen en de uitgangen van het gebouw; − het leveren, plaatsen en aansluiten van: − wachtbuizen binnen het gebouw, − buizen, − inspectieputten, − kolken, − allerhande afscheiders; − de bijkomende werken voor de constructie van de riolering (bijvoorbeeld: de reiniging van bestaande bevuilde wegen, ten gevolge van de aanvoer en de werktuigen op de werf); − het aanaarden van de sleuven; − het onderhoud van de werken gedurende de constructieperiode tot aan de voorlopige oplevering, en van de installaties in een dergelijke toestand dat ze in goede staat van bewaring kunnen worden overgenomen bij het verlopen van de garantieperiode; − de levering van de noodzakelijke werkuren voor de proeven en het afstellen tijdens de proefperiode, en de gedeeltelijke en opeenvolgende inbedrijfstellingen op de werf, tot aan de voorlopige oplevering, inclusief het gebruik van toestellen voor de controle en meting en de verplaatsingen; − het opleiden en op de hoogte stellen van het personeel dat met de uitbating van de installatie belast is; − het opstellen van alle uitvoeringsplannen. Rekennota’s, geheugens, plannen en schema’s worden in voorkomend geval, aangevuld en gewijzigd op aanvraag en volgens de indicaties van de Bouwheer en de Architect, zonder een schadevergoeding of toeslag aan de Aannemer toe te staan, zelfs indien deze wijzigingen of toevoegingen leiden tot willekeurige onvoorziene werken of leveringen in de prijsopgave, voor zover deze wijzigingen of toevoegingen niet afkomstig zijn van wijzigingen op gebied van de aannemingsvoorwaarden, zoals vastgelegd in het bestek en de plannen in bijlage; − bij de voorlopige oplevering, de volledige reiniging van het rioleringsnet, inclusief de opvangtoestellen. − alle doorvoeren, herstellingen en aftakkingen op bestaande leidingen in overleg met de eigenaars en de beheerders van de werken die betrokken zijn bij een aftakking. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 67/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Eventuele verbeteringen die aan de installatie of het materiaal van de Aannemer worden aangebracht tijdens de garantieperiode, zullen ten volle het bezit worden van de Bouwheer, zonder dat deze laatste de Aannemer hiervoor moet vergoeden. De zuiveringsuitrustingen dragen de CE keuring met referentie tot de Europese norm. 2. Bijzondere documenten van toepassing. De volgende voorschriften zijn van toepassing: – De Wet van 26 maart 1971 (BS 01/05/1971) op de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging; – het Koninklijk Besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwaterin de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater; – de Europese richtlijn 91/271/CE inzake de behandeling van stedelijk afvalwater en haar besluiten van toepassing in het Belgisch recht; – de sectorale voorwaarden voor het lozen; – de voorschriften van het IBGE-BIM; – de Ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu; – het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 (BS 22/10/1999) betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake leefmilieu; 3. Technische referentienormen en -documenten De werken zijn conform: - het TB 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, - het typebestek « ABPB » uitgave 10, - het typebestek 904, hoofdstuk 6 - artikels (10)300 en (10)500, - de TV 200 (evenals TV 114 en 120) van het WTCB, - NBN EN 752:2008 Buitenriolering, - NBN EN 1610 :1997 afvalwaterleidingen, - De STS serie 35 waaronder STS 35.1 en 35.2, - serie NBN EN 1253-1 tot 5: Afvoerputten voor gebouwen - Deel 1: Eisen, enz ; zie eveneens (52)5xy, NBN EN 12056-1 tot -5 Binnenriolering onder vrij verval -1 :2000 Deel 1: Algemene en uitvoeringseisen; -2:2000 Deel 2: Ontwerp en berekening van huishoudelijk-afvalwatersystemen; -3 :2000 Deel 3: Ontwerp en berekening van hemelwaterafvoersystemen ; -4 :2000 Deel 4: Pompinstallaties voor afvalwater - Ontwerp en berekening ; -5 :2000 Deel 5: Installatie en beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik Bu nf XP ENV 13801:2001 Kunststofleidingsystemen voor binnenriolering (lage en hoge temperaturen) - Thermoplasten - Aanbevolen praktijkrichtlijnen; NBN EN 13564-1 :2002 Terugslagkleppen voor gebouwen - Deel 1: eisen ; 2 :2003 Deel 2: Beproevingsmethoden ; -3 :2003 Deel 3: Kwaliteitsbeheersing, NBN EN 1671 : 1997 Buitenrioleringen onder druk NBN EN 805: 2000 Watervoorziening - Eisen aan distributiesystemen buitenshuis en aan onderdelen daarvan NBN EN ISO 5199:2002 Technische specificaties voor centrifugaalpompen Klasse II - - - - Aanleg Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - en testen van STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects rioleringen - en BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 68/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers NBN EN ISO 9905:1998 Technische specificaties voor centrifugaalpompen Klasse I - NBN EN ISO 9908:1998 Technische specificaties voor centrifugaalpompen Klasse III. - NBN EN 12255-1 à -16 Afvalwaterzuiveringsinstallaties -1 :2002 Deel 1: Algemene ontwerp- en constructiegrondslagen; -3 :2001 Deel 3: Voorbehandeling; -4 :2002 Deel 4: Voorbezinking; -5 :2000 Deel 4: Voorbezinking; -6:2002 Deel 6: Proces met actief slib; -7:2002 Deel 7: Reactoren met biofilm; -8:2001 Deel 8: Slibbehandeling en -opslag; -9:2002 Deel 9: Stankcontrole en ventilatie; -10:2001 Deel 10: Veiligheidsgrondslagen; -11:2001 Deel 11: Vereiste algemene gegevens; 12:2003 Deel 12: Controle en processturing; -13:2003 Deel 13: Chemische behandeling - Afvalwaterzuivering door precipitatie/vlokvorming; -14:2004 Deel 14: Ontsmetting; -15:2004 Deel 15: Meting van het zuurstoftoevoervermogen; -16:2005 Deel 16: Fysische (mechanische) filtering; – NBN EN 12566-1 :2000+add2004 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50 IE - Deel 1: Geprefabriceerde septische tanks; - – NBN EN 12566-3 :2005 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50 IE - Deel 3: Vooraf en/of ter plaatse geassembleerde afvalwaterzuiveringsinstallaties voor huishoudelijk afvalwater; – NBN EN 12566-4 :2008 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50 IE - Deel 4: Ter plaatse geassembleerde septische tanks van geprefabriceerde onderdelen; - Afl nf FD CEN/TR 12566-2 :2005 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50 IE - Deel 2: Grondinfiltratiesystemen gewijzigd/aangevuld volgens dit bestek. 4. Materialen De materialen zijn conform: - het TB 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - het typebestek « ABPB » uitgave 10, aangevuld/gewijzigd volgens dit bestek. De Aanbesteder gebruikt enkel nieuw materiaal en materieel, van eerste kwaliteit, dat voldoet aan de documenten die van toepassing zijn op de aanneming. Lang genoeg voor de voorziene uitvoering van deze materialen en materiën worden ze ter goedkeuring voorgelegd aan de DDW om de planning na te leven. In geval van weigering worden zij onmiddellijk van de werf gehaald. Bij goedkeuring mogen zij echter in de toekomst worden geweigerd indien er bij de uitvoering of het gebruik gebreken opduiken. De DDW behoudt zich het recht voor stalen te laten nemen en proeven uit te voeren. Op haar vraag woont de Aanbesteder deze monsternemingen bij. De interpretatie van de proef- en analyseresultaten is uitsluitend de taak van de projectontwerper. De kosten betreffende de proeven en analyses vallen ten laste van de Aanbesteder. 5. Aannemingsverplichtingen Het behoort de Aannemer toe de eigenschappen op gebied van debieten, hellingen en afmetingen, aangegeven op de plannen, te controleren en deze geheel of gedeeltelijk te verbeteren, onder meer voor volgende gevallen: - indien een fout of vergetelheid wordt vastgelegd in de aan hem geleverde documenten, - indien een willekeurig element uit de berekening wordt gewijzigd ten opzichte van de documenten voor de offerteaanvraag. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 69/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De Aannemer berekent zijn eigen lastenverliezen en verliezen bij hydraulisch uitbalanceren, voor zover de debieten hem gekend zijn. De berekeningen van de onderneming worden alvorens de aanvang van de uitvoering voorgelegd aan de Bouwheer. De goedkeuring van de berekeningen door de Bouwheer vrijwaart in geen geval de Aannemer, die volledig verantwoordelijk wordt gesteld voor de berekening van de installaties. De installaties worden berekend zodanig te weerstaan aan thermische, statische, dynamische en elektrodynamische lasten. De op de plannen aangegeven maatlijnen worden louter indicatief opgegeven. Voor de studie en uitvoering van de detailplannen, wordt de Aanbesteder ertoe gehouden ter plaatse de reële afmetingen te controleren, evenals de mogelijkheden om zijn materiaal aan te voeren. Bij gebrek aan opmerkingen vanwege de projectontwerpers alvorens de aanvang van zijn werken, wordt de Aanbesteder geacht, zonder voorbehoud, de bestaande afmetingen en configuraties te hebben aanvaard. Bij gebrek aan het laten vaststellen van onenigheden, staat de Aanbesteder in voor de kosten en lasten, zonder enig recht tot een willekeurige meerprijs of termijnverlenging, van de noodzakelijke wijzigingen of aanpassingen aan zijn werken, om rekening te houden met de verschillen in vastgestelde maatlijnen, niveaus of meting. 6. Dimensioneren van de leidingen: 6.1. Afvalwater (zwart, grijs, keuken) Voor zover de debieten gekend zijn door de Aannemer, worden zijn berekeningen opgesteld op basis van de NBN 12056 met een minimale helling van 5 %, voor een vuldoorsnede van meer dan 50 % en met een simultaniteitscoëfficiënt k = 0,70. Zonder bijkomende informatie zal de Aannemer de werken conform de plannen van de Architect uitvoeren. 6.2. Regenwater De berekeningen worden opgemaakt op basis van de NBN 12056, vertrekkende vanuit een debiet van 3l / minuut / m² horizontaal dakoppervlak. 7. Aanbevelingen inzake onderhoud aan de Bouwheer. De rioleringsleidingen worden regelmatig gecontroleerd om verstopping te voorkomen: − afzettingen worden manueel met een waterstraal of mechanisch verwijderd; − ter hoogte van de inspectieluiken, hevels en kolken, dient men regelmatig de opstapelingen van dode bladeren, modder en andere elementen die mogelijk de afvloeiing kunnen belemmeren, te verwijderen; − de zuiveringsstations worden regelmatig en minstens 1 keer per jaar geruimd door een erkende ruimer; op dat ogenblik zal de werking van het station worden nagekeken, alsook het gehalte aan O2 en de slijtage van de onderdelen. Deze worden indien nodig vervangen; − ontvetters, bezinkvaten, slibafscheiders, enz. worden minstens 1 keer per jaar geruimd en gecontroleerd door een erkend ruimer. 8. Meting Pro memorie. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 70/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (50)233 architects & engineers Rioleringsleidingen uit PEHD die in de dekvloer worden geplaatst. 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten: - de ondersteuningsmiddelen van de leidingen in de bekisting en tussen de wapeningen uit bederfbestendige materialen, zodat de positie en de uitlijning van de leidingen correct worden geregeld en zodat elke beweging van deze leidingen bij de plaatsing of de effening van de dekvloer wordt vermeden; - de levering en de plaatsing van de leidingen met de vermelde diameters in de aanbestedingsdocumenten, de verbindingen, de dichtingen en alle speciale onderdelen. De leidingen bevatten ook zo weinig mogelijk dichtingen. De leidingen zijn voorzien van verwijderbare stoppen uit PEHD met een diameter die is aangepast aan de in- en uitgangen in afwachting van de aansluiting. − de goede coördinatie van de plaatsing van deze leidingen met de uitvoering van de gekleurde hydrocarbonaatbedekking die die wordt beschreven in de bepaling (40)116, met inbegrip van de verstevigingen die zich loodrecht op de leidingen bevinden en alle onderwerpingen. − alle doorvoeren, herstellingen en aftakkingen op bestaande leidingen; 2. Dichtheidsproeven voor de leidingen. Tijdens de uitvoering van de installatie, zullen lasproeven plaatsvinden. Deze controles worden uitgevoerd met een vonkdetector na het introduceren in de leiding van een metalen flexibele geleider. Het controlemateriaal dient door de Aannemer te worden geleverd en permanent op de werf beschikbaar te zijn. Na de montage van de installatie, zal de waterdichting van de voegen van de verschillende leidingen worden nagekeken door water in de leidingen te laten vloeien. Er worden geen lekken toegestaan, noch in de leidingen, noch ter hoogte van aansluitingen met de inspectieputten. De proeven worden genoteerd in het werfdagboek. 3. Documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − Index 06.01.10 en 06.01.15 van het typebestek 904, − TB 2011 Brussels Hoofdstedelijk Gewest, − STS 35 " sanering ", gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 4. Materialen. De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften: − leidingen uit PEHD: In6-10. 5. Betreft. Rioleringsleidingen uit PEHD die in de dekvloer worden geplaatst. 6. Meting. Leidingen: per strekkende meter, volgens de as van de leidingen tot aan het midden van de afvoerputten en inspectieputten, alle werkzaamheden inbegrepen, zonder meerprijs voor speciale stukken of hulpstukken. (50)244 1. Afvoer- en ventilatieleidingen uit polyethyleen. Aard en omvang van het werk. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 71/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De werken omvatten de levering, plaatsing en aansluiting van leidingen uit polyethyleen, inclusief speciale stukken en dragers. De leidingelementen worden onderling aan elkaar gelast. De inspectieluiken worden verplicht op elke wijziging van richting en op de uiteinden van de leidingen geplaatst. De koppelingen en aftakkingen moeten worden aangesloten op leidingen met een hoek die kleiner of gelijk is aan 45°. Aan de voet van de valpijpen zal de horizontale koppeling worden voorzien van twee aansluitingen met typehoeken 135°. Er dient vooraf een studie te worden gemaakt betreffende de doorsneden en de uitzettingsmiddelen, met de plaatsingsplannen en de bevestigingen en isometrisch perspectief, door de Aannemer vereist om een goede plaatsingskwaliteit te verkrijgen. De leidingen worden ingebouwd of in opbouw geplaatst. De werken omvatten eveneens de doorvoeren, kokers, herstellingen, aanwerkingen van het metselwerk en bedekkingen, de aansluitingen met de toestellen en met de bestaande leidingen. De verluchting van de valpijp gebeurt door middel van een klep type “terugslagklep”, dat onder het dak wordt geplaatst. Deze terugslagklep omvat een lichaam uit ABS, een membraan uit synthetisch rubber en is voorzien van een beveiligingsnet uit polyethyleen dat de instromende lucht filtert. Dankzij een aansluitvoeg uit universele synthetische rubber kan de aansluiting gebeuren op alle leidingen met een diameter tussen 50 en 110 mm. De klep wordt verticaal in het hoogste punt van de valpijp geplaatst, zonder dat een doorvoer doorheen het dak nodig is. In geval van kans op vorst, blijft de klep aan de bovenkant van haar originele verpakking uit geëxpandeerde polystyreen. Er is per valpijp één klep nodig. 2. Toepassingsdomein Voor de sanitaire installaties worden de leidingen die niet onder druk komen te staan en voor de afvoer worden gebruikt, vervaardigd uit: polyethyleen, hoge dichtheid, lage druk, voor de afvoerinstallaties; Alle leidingen in opbouw worden geschilderd in een kleur die door de Architect wordt gekozen. 3. Tracé Het tracé en de bevestiging van leidingen wordt bestudeerd om een vrije uitzetting te verkrijgen en absoluut het geluid te vermijden ten gevolge van wrijving en van het in elkaar haken van de leidingen. Alvorens de montage is de Aannemer ertoe gehouden, een principeschema ter goedkeuring voor te leggen aan de DDW (Aanbestedende Overheid), van de afvoernetten die hij zal vervaardigen. Hij dient verplicht de vaste punten en de hulpstukken voor het uitzetten aan te geven. De Aannemer dient de ligging van de leidingen, zoals aangegeven op de plannen, na te leven. Indien, ongeacht de reden, hij dit tracé wenst te wijzigen, zal hij zijn gemotiveerd voorstel ter goedkeuring voorleggen aan de Bouwheer en de wijzigende plannen opstellen. De aangegeven diameters moeten worden beschouwd als minimale waarden, waaronder de Aannemer niet mag komen. Het wordt hem echter toegestaan deze naar wens te vergroten indien hij het nodig acht voor de goede werking van de installatie, mits een verantwoordende nota. 4. Leidingen uit PEHD voor de sanitaire installaties Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 72/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De hangende leidingen worden gerealiseerd uit polyethyleen met hoge dichtheid (PEHD) en moeten voldoen aan de voorschriften van de NBN 620 en de vereisten van het BUTGb (er wordt een conformiteitscertificaat vereist). Daarenboven zijn de voorschriften van de STS 62 – Sanitaire leidingen, STS 35 – Sanering en de voorschriften van de fabrikant, van toepassing. De leidingen moeten de volgende indicaties bevatten: het merk, de diameter, het BENOR-label; zij moeten gestabiliseerd zijn. De nominale proefdruk bedraagt: tot 160 mm. 200, 250 en 315 mm. PN 4 voor diam. 40 PN 3,2 voor diam. Speciale stukken zoals bochten, T-stukken, koppelingen, inspectieluiken, enz. worden gerealiseerd uit dezelfde materie en fabricage als de leidingen en zullen aan dezelfde voorschriften voldoen. 4.1. Eigenschappen van leidingen uit PEHD De voorschriften van bepaling In6-10 zijn van toepassing. 4.2. Verbindingen De aansluiting van de leidingen onderling of met de koppelingen gebeurt door de uiteinden van beide elementen aan elkaar te lassen, zonder materie toe te voegen. De leidingen worden verzaagd met een gestuurde zaag (zaag met verstek) om het contactvlak parallel te laten gebeuren. Het opwarmen van de leiding gebeurt met behulp van een spiegel. De spiegel wordt verwijderd en het uiteinde van de te koppelen leiding of hulpstuk moet vervolgens zo snel mogelijk tegen het andere uiteinde worden geduwd. Er dient rekening te worden gehouden met de diameter die op het lastoestel wordt aangegeven. De klemdruk bij laswerken met deze techniek moet worden afgesteld op het toestel door middel van een cursor, de waarden van deze druk zijn dezelfde als diegene die door de fabrikant worden aangegeven. De druk mag slechts wegvallen nadat de lasnaad hard is. De grootte van de verdikking na het lassen is gelijk aan de helft van de wanddikte. 4.3. Assemblage van de buisdelen De assemblage ter plaatse van de vooraf geassembleerde leidingen die aan elkaar werden gelast, gebeurt door middel van elektromoffen of lange kokers. 4.4. Assemblage met elektromoffen (inclusief diameters van 40 tot 315 mm) Ze zijn uitgerust met een roestvaste elektrische weerstand. Ze dienen een verkleining rondom het oppervlak van de leiding te verzekeren. Tot diameter 160 worden zij uitgerust met een interne ring, die als aanslag dient voor de uiteinden van de leidingen. Ze mogen niet worden verwijderd, om de elektromof te laten verschuiven. De uiteinden van de leidingen moeten de binnenring raken (drukring) of, bij gebrek hieraan, dienen de leidingen elkaar met hun uiteinde te raken, zodat het uiteinde van elke leiding wordt bedekt met de helft van de koker. Alle elektromoffen met een diameter, inclusief tussen 40 en 315, moeten een lasmarkering vertonen. Elektromoffen met diameter 200, 250 of 315 worden uitgerust met 2 smeltzekeringen die de stroom onderbreken wanneer de lastemperatuur werd bereikt. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 73/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) 4.5. architects & engineers Assemblage met lange kokers (uitgezonderd diameters van 40 tot 315 mm) Zij compenserende de lengtevariaties van de buizen en kunnen zowel horizontaal als verticaal worden geplaatst. Ze zijn samengesteld uit: - een lang element voor het in elkaar vatten - een lipvoeg uit Neopreen voor de perfecte waterdichting, ondanks mogelijke bewegingen van de leiding. Deze koker dient twee markeringen te vertonen aan de buitenkant, voor de diepte van de ineenhaking in functie van de temperatuur tijdens de plaatsing. 4.6. Drager De toegepaste technieken moeten zijn voorgeschreven door de fabrikant. 4.7. Inspectieluiken De inspectieluiken worden voorzien om zonder veel moeilijkheden, de volledige lengte van de leidingen te kunnen reinigen. Ze worden op een recht element geplaatst, dat onafhankelijk is van de aftakelementen, bochten en versmallingen, maar nabij deze hulpstukken is gelegen, zodat hun schikkingen het toelaten de reiniging- en ontstoppingsoperaties gemakkelijk te laten verlopen. De inspectieluiken zijn samengesteld uit stoppen voorzien van schroefdraad, waarvan de waterdichting wordt verzekerd door een voeg uit elastomeer. Tot aan en inclusief de leidingen met een diameter van 100 mm, zal het luik dezelfde doorsnede hebben als de leiding, bij grotere diameters, is de doorsnede van het luik gelijk aan 100 mm. Alle inspectieluiken worden zodanig gericht dat zij gemakkelijk bereikbaar zijn. Er zal bijgevolg rekening worden gehouden met de onmiddellijke aanwezigheid van elektrische kabels, ventilatiekokers, enz… Luiken waarvan de bereikbaarheid onmogelijk blijkt na volledige afwerking van de werken, worden geweigerd. De Aannemer zal instaan voor de kosten op gebied van verplaatsing en plaatsing. 4.8. Verbindingen en aansluitingen Aansluitingen van leidingen waarvan beide assen horizontaal lopen worden gerealiseerd met een helling van 135°, aansluitingen met een rechte hoek zijn niet toegestaan. De koppelingen met een verticale kolom gebeuren met behulp van T-stukken, gebogen op 93° om een helling van 3° te verkrijgen in de richting van de afvloeiing. Bij hangrioleringen, is de voet van de kolom die wordt aangesloten op deze riolering, samengesteld uit twee bochten van 45° en een tussenstuk. 4.9. 4.9.1. Uitzetting Hangende leidingen Er dient rekening te worden gehouden met de lineaire uitzetting tijdens de plaatsing van polyethyleenleidingen. Bij elke uitzetmof wordt een beugel geplaatst, om een vast punt te garanderen. Alle andere beugels zijn van het schuifbare type. Bij horizontale koppelingen, zal de uitzetting worden opgevangen door een systeem met flexibele armen of door lange kokers. In dat geval dient om de 6 meter afvoerleiding een lange koker te worden geplaatst. Indien de absorptie van de uitzetting via het tracé niet kan worden gerealiseerd, zullen uitzetcompensatoren worden voorzien. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 74/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Deze uitzettingselementen voor de verbindingsstukken van afvoerleidingen met horizontaal verloop, worden zodanig gebouwd dat de afvloeiing zonder hoogteverschil gebeurt en zonder lekkageverschijnselen. 4.10. Geluidsisolatie Alle leidingen uit PEHD, die zich in valse plafonds bevinden, moeten worden omhuld met geluidsisolatie, samengesteld uit synthetisch schuim van 14 mm dikte, een blad lood en een folie met gesloten cellen van 2 mm dikte; het geheel wordt geplaatst met een overlapping van minstens 2 cm. 5. Verluchtingsbuizen voor afvoer en valpijpen De verluchtingsleidingen moeten in het verlengde worden geplaatst van elke afvoer. De leidingen moeten worden gerealiseerd uit polyethyleen, identiek met de afvoerbuizen. De primaire verluchting dient dezelfde diameter te bezitten als de afvoerkolom waar zij het verlengde van is. 6. Afvoerleidingen uit verchroomd koper De aansluitingen tussen de verchroomde koperen hevels en de afvoerleidingen, in kokers of ingebouwd, moeten worden gerealiseerd door middel van verchroomde koperen buizen. 7. Betreft. Afvoerleidingen uit polyethyleen. 8. Meting. forfaitair. (50)333 Aansluiting van een rioolleiding op een bestaande inspectieput buiten. 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten alle leveringen en prestaties noodzakelijk om de aansluiting te vervaardigen van een rioolleiding met een bestaande inspectiekamer buiten, inclusief alle afbraakwerken en/of uitsnijdingen, metselwerk, cementering, beschermlagen, betonnen kader voor het voetstuk van het deksel, aanaardingen, compactering en alle werkzaamheden. De werken omvatten het geheel van werken die noodzakelijk zijn om de aansluiting te vervaardigen van een rioolleiding naar een bestaande inspectiekamer onder meer de grondwerken, aanaardingen, graafwerken, de eigenlijke aansluiting, de werken betreffende de herstelling van de bestaande vloerbekleding en beschadigde goederen, de bescherming en signalisatie van de werken, de administratieve bijdragen. Wanneer de inspectieput onder het wegdek ligt, dient dit verplicht te worden afgebroken en heropgebouwd over de hoogte van de weg en diens verhardingsbed. De Aannemer zal het wegdek achterlaten in de staat waarin hij haar gevonden heeft. Hij zal bijgevolg alle noodzakelijke werken vervaardigen en aan de competente administratie een proces-verbaal opvragen dat getuigt van de goede uitvoering van de werken. 2. Referentienormen en –documenten. De volgende voorschriften zijn van toepassing: - artikel (50)200 en (10)500 aangevuld / gewijzigd zoals beschreven in dit bestek. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 75/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 3. Betreft. Aansluiting van een rioolleiding op een bestaande inspectieput buiten. 4. Meting. Forfaitair (50)352 Geprefabriceerde inspectieput voor buiten, uit HDPEpolyethyleen. 1. Aard en omvang van het werk. De werken zijn in overeenstemming met de voorschriften van de index 35.14 STS 35 III, aangevuld en gewijzigd als volgt. De inspectieputten worden gebouwd volgens de aanwijzingen op de plannen, op de hierop aangegeven plaatsen. Deze werken omvatten de volgende leveringen en uitvoeringen: - de grondwerken, met andere woorden, bouwputten, graafwerken, aanaardingen, aanstampen, grondwaterbemaling, beschoeiing van putten, transport van overtollige aarde buiten het eigendom; - een vlijlaag uit gestabiliseerd zand met een dikte van 20 cm, of in geval van geringe draagkracht, een fundering uit ongewapend beton met een dikte van 20 cm of uit gewapend beton wanneer men de grondwaterspiegel heeft bereikt; de fundering steekt 10 cm boven de buitenkant van de inspectieput uit; - de eigenlijke put: * Hij wordt geprefabriceerd op basis van afvoerleidingen met een cirkelvormige doorsnede uit HDPE PN 3,2. Hij wordt geprefabriceerd op de gevraagde hoogte, inclusief de eventuele ophogingen voor de verbinding, en uitgerust met de nodige aansluitingen in het atelier. De wanddikte van de kamer schommelt in functie van haar diameter 315 mm 630 mm 800 mm 1000 mm Diameter 250 mm dikte +/-8 mm +/-10 +/-20 mm +/-35 mm +/-30 mm mm De ingangen worden hetzij uitgevoerd met uitwendige uitgang voor de spiegellas of elektromof, hetzij met een ineen te vatten gelaste koker, uitgerust met een waterdichtingsvoeg. De uitgang wordt uitgevoerd met een mannelijke uitgang. De secundaire draineerbuizen worden in de richting van de voornaamste afvloeiing gerealiseerd om deze te bevorderen. * De bodem van de basis van de put wordt geprofileerd om de doorvoer van de ene leiding naar een andere te sturen; * Bij inspectieputten dieper dan 0,60 meter is de schacht langs binnen voorzien van ronde klimijzers met een diameter van 20 mm in een roestvaste, lichte legering. Deze sporten worden de ene boven de andere vastgemetseld in de schachtwand met een hartafstand van 300 mm; * In geval van putten dieper dan 1,50 m wordt de schacht aan de binnenkant voorzien van een ladder, in een lichte, roestvaste legering conform de normen EN131-1 en 131-2 (de ladder is uitgerust met een uitschuifbare handleuning bovenaan voor de toegang tot de put); - de aanaarding rondom de put, met behulp van lagen gestabiliseerd zand van maximaal 20cm dikte, zorgvuldig aangestampt, tot aan de sokkel van het putdeksel; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 76/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers - aan de bovenkant van de put wordt een losstaande sokkel uit gewapend beton geplaatst voor het kaderprofiel en deksel van de put, zodat de eigenlijke put het gewicht van het verkeer niet hoeft te dragen; - het gietijzeren kader met rond en vol deksel uit gietijzer van minstens 70 diameter, bovenkant uit slipwerend wafelreliëf. Het kader is gedimensioneerd volgens de voorschriften van NBN EN 124 in functie van de inplanting. Stilzwijgend in de aanbestedingsdocumenten, behoren het deksel en de inspectieput tot klasse D400. Het kader van het toegangsluik beantwoordt aan normen NBN B53-102 en NBN B53-108. De Aanbesteder zal erover waken dat de deksels en hun kaders strikt op het niveau van de afgewerkte vloer worden geplaatst. Het geheel wordt geschilderd met een laag primer op basis van zuiver zink aan 98 % en met twee lagen polyurethaanhars, kleur door de Architect te kiezen. De sponning van het kader waarop het deksel wordt geplaatst, wordt behandeld met behulp van een dikke voeg industrieel vet. Het deksel is voorzien van zijn bedieningssleutel. Er zijn verschillende soorten putdeksels te onderscheiden: Belastingsklasse volgens EN 124 putdeksel type 1 type 2 type 3 type 4 - inplanting Graszones, wandelpaden exclusief voorbehouden voor voetgangers en fietsers Circulatiewegen: zones voorbehouden voor wagens Circulatiewegen: zones die onregelmatig worden gebruikt door vrachtwagens Circulatiewegen: zones die regelmatig worden gebruikt door vrachtwagens autosnelwegen Type deksel Deksel met al dan niet mogelijkheid tot opvulling Tussen A15 en B125 (minstens 5T) Deksel met al dan niet mogelijkheid tot opvulling B125 (12,5T) Deksel met al dan niet mogelijkheid tot opvulling C250 (25T) Deksel met al dan niet mogelijkheid tot opvulling D400 (40T) de aansluiting met de bestaande en nieuwe leidingen, door middel van in de prefabricage voorziene kokers, met voegvulling tussen de put en de leiding zoals beschreven in dit artikel. Op het ogenblik van de levering op de werf dienen de putten te worden voorzien van volgende indicaties: ATG, fabrieksnummer en volgorde volgens het rioleringsplan. Bij gebrek aan een BENOR en/of ATG markering, dient het element equivalent beoordeeld te zijn, conform artikel Yy1. In het ontwerp en tijdens de montage, zal de Aannemer rekening houden met thermische uitzettingen. De vervaardiging van de laswerken en de plaatsing van het bevestigingsmateriaal gebeurt conform de richtlijnen van de fabrikant. De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Architect de gedetailleerde en van maatlijnen voorziene plannen voor. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 77/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2. Bijzondere documenten van toepassing. De volgende voorschriften zijn van toepassing: – NBN EN 1519:2000 Kunststofleidingsystemen voor binnenrioleringen (lage en hoge temperatuur) - Polyethyleen (PE) - Deel 1: Specificaties voor buizen, fittingen en het systeem – NBN T 42-112:1983 Afvoerbuizen van polyethyleen – NBN EN 124:1994 Roosters en deksels voor putten en kolken voor verkeersgebieden Eisen, typebeproeving, markering en kwaliteitsbeheersing, – NBN B53-102 :1977 Rioleringsonderdelen - Putrandramen - Type 1, – NBN B53-108 :1977 Rioleringsonderdelen - Putrandramen - Type 7, – NBN EN 131-1:2007, -2:1993 en -3:2007 Ladders - Deel 1: Termen, types, functionele afmetingen; Ladders - Eisen, beproevingen, merking; Deel 3: Gebruikersinformatie; – Index 6/04/2010 en 6/04/2024 van het typebestek 904, – Index 35.14 STS 35 III aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit bestek. 3. Materialen. De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften: – Polyethyleen HDPE: In6-11 – beton: Yq4, – vlijlaag uit zand: Dq4-1, – inox staal: Yh3, – verf: Vv, gewijzigd en aangevuld zoals in onderhavig bestek vermeld. 4. Betreft. De inspectieputten voor BUITEN van het geprefabriceerde type uit HDPE met de volgende afmetingen: De hieronder opgegeven dieptes stemmen overeen met de maximale binnenhoogte van de put tussen de bodem en de bovenkant van het deksel. 1 2 3 Type Type 60 Type 60 / 120 Type 120/200 4 Type 200/300 5 Type 300/400 Diepte 60 cm max 60 cm tot 120 cm 120 cm tot 200 cm 200 cm tot 300 cm 300 cm tot 400 cm Binnendiameter 63 cm 80 cm 80cm 100 cm 100 voor de schacht 120 cm voor de onderste 180 cm 5. Meting. Inspectieput, buiten het putdeksel: per stuk per type, alle werkzaamheden inbegrepen. Putdeksel: per stuk per type, alle werkzaamheden inbegrepen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 78/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (50)511 architects & engineers Gietijzeren kloksterfput naar buiten. 1. Aard en omvang van het werk. De werken zijn in overeenstemming met de voorschriften van de index 35.12 STS 35 III, als volgt aangevuld of gewijzigd en met het documentatieblad 18.1 van de Administratie der Gebouwen MOW. De werken omvatten ook de eventuele graafwerkzaamheden, de plaatsing en de aansluiting op de leidingen, de aanbrenging van twee kleurverflagen van formule C en een laag van formule T of U naargelang de index 07. MOW 104, alle zichtbare geschilderde delen in een kleur naar keuze van de Architect. 2. Betreft. Gietijzeren kloksterfput naar buiten met een zijkant van 19 of 29 cm. 3. Meting. Per stuk. (50)514 Gietijzeren kolk naar buiten met stankafsluiter en mand. 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten: – de grondwerken, met andere woorden, bouwputten, graafwerken, aanaardingen, aanstampen, grondwaterbemaling, beschoeiing van putten, transport van overtollige aarde buiten het eigendom; – de levering en de plaatsing van het funderingsbeton dat een perfect aangepaste ruimte vormt om de eigenlijke kolk te ontvangen; – de levering en de plaatsing van de kolk, zijn rooster en de mand. – de aansluiting op de leidingen, perfecte aanaarding en aanstamping, inrichting van de bedekking en de watergleuven rond het element; – een bedieningssleutel voor het geheel van de inspectieputten van dit type, te leveren aan de Bouwheer bij de voorlopige oplevering; De kolk bestaat uit een stankafsluiterchassis dat is voorzien van sponningen voor het rooster en een verbindingsstuk voor de uitgang. De dikte van de wanden bedraagt ongeveer 11 mm. Het geheel is uit gietijzer. De mand uit warm gegalvaniseerd staal past zich perfect aan op de afdekking. Ze wordt voorzien van twee rijen gleuven. De uitgang is horizontaal of verticaal, naargelang de gegevens van de aanbestedingsdocumenten. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten: – bruto absorptievlak: 11 dm², – uitgang: verticaal, – diameter van de uitgang: DN 150, – afmetingen: 665/230/570 mm, – rooster van klasse C250. 2. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – TB 2011, – NBN B 53-101 "Rioleringsonderdelen uit gietijzer of uit vormgietstaal Algemene technische voorschriften", Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 79/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers – EN 124 "Roosters en deksels voor putten en kolken voor verkeersgebieden Eisen, typebeproeving, markering en kwaliteitsbeheersing", – STS 35 Band III, index 35.14, gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 3. Materialen. De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften: – warmverzinking: Yh2-02, – beton: Yq4. 4. Betreft. Gietijzeren kolk naar buiten met stankafsluiter. 5. Meting. Per stuk. De aanbestedingsdocumenten verduidelijken de aanwezigheid van de mand. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan is ze aanwezig. (50)718 Geprefabriceerde betonnen afwateringsgoot met ingebouwde helling en rooster. 1. Aard en omvang van het werk. De werken omvatten: – de grondwerken, met andere woorden, bouwputten, graafwerken, aanaardingen, aanstampen, grondwaterbemaling, beschoeiing van putten, transport van overtollige aarde buiten het eigendom; – de levering en plaatsing van een afwateringsgoot, inclusief alle hulpstukken zoals afsluiters en eindstukken; – de levering en plaatsing van de rooster voor de afwateringsgoot, met inbegrip van alle bijhorende elementen. 2. Technische kenmerken. 2.1. Afwateringsgoot. De afwateringsgoot is vervaardigd uit gewapend beton met glasvezels en samengesteld uit zuivere chemisch inerte kwartskorrels, waarbij de korrelgrootte zorgvuldig wordt verdeeld. Het geheel is alkalibestendig. De elementen sluiten perfect op elkaar aan. De bovenste boorden van de laterale wanden worden verstevigd door middel van een warm verzinkt stalen profiel. Dit profiel is ontworpen als drager voor de rooster. Volgens de indicaties van de aanbestedingsdocumenten, zullen de uitgangsleidingen horizontaal of verticaal lopen. Stilzwijgend in deze documenten, bedraagt de diameter van de uitgang DN 110. Eigenschappen van de afwateringsgoot: – winterhard, – bestand tegen de belastingen van klasse D400, – bestand tegen bodemzuren, oliën, stookolie, benzine en zoutoplossingen in antivriesproducten, – het binnenoppervlak is volmaakt glad, – ingebouwde helling van 0,6%. De afwateringsgoot wordt in een betonnen kist geplaatst, type N1, met een omhulling van minstens 15 cm dikte; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 80/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 2.2. Rooster. De rooster wordt bevestigd door minstens 4 bouten per meter. De bouten worden in pennen geplaatst, ingebouwd in de wanden op de hoogte van de afwateringsgoot. De elementen uit bovenstaande beschrijving zijn van dezelfde aard. Ze worden vervaardigd uit gietijzer, warm verzinkt staal of roestvast staal. De rooster wordt gedimensioneerd om zonder vervorming het gewicht van de voertuigen op te nemen, hetzij C250 hetzij D400 kN. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan is het rooster van klasse D400. Het bevindt zich 2 tot 3 mm lager dan het niveau van de bekleding. 3. Documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – Typebestek TB 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, index G7 – EN 124 « Roosters en deksels voor putten en kolken voor verkeersgebieden Eisen, typebeproeving, markering en kwaliteitsbeheersing », – NBN EN 1433 : 2003 +addendum 2005 Afwateringsgoten voor verkeersgebieden - Classificatie, ontwerp- en beproevingseisen, merken en conformiteitsbeoordeling gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek. 4. Materialen. De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften: – warmverzinking: Yh2-02, – roestvast staal: Yh3 (AISI 316), – beton: Yq4. 5. Betreft. Geprefabriceerde betonnen afwateringsgoot met ingebouwde helling en gietijzeren rooster. 6. Meting. Per strekkende meter, alle accessoires en alle werkzaamheden inbegrepen. (61)432 Wachtende vloerkoker met dubbele stijve en flexibele wand uit HDPE met trekdraad voor de latere doorgang van de communicatiekabel van het glasvezeltype. Het nieuwe gebouw van de Raad van de Europese Unie, EUROPA in het Résidence Palace moet via een telecommunicatiekabel van het glasvezeltype met het Lex-gebouw worden verbonden. Om de redundantie te verzekeren wordt er een dubbele verbinding volgens de aangegeven tracés van de plannen voorzien. In dit opzicht worden er twee verschillende buizen of vloerkokers in afwachting in de grond geplaatst om de ondergrond van het Lex-gebouw te verbinden met de ondergrond van het EUROPA-gebouw. Norm EN 50086.2-4 van toepassing 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat: Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 81/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − De uitvoeringsstudie ter plaatse van de banen, in functie van de getekende banen op de plannen, van de te plaatsen buizen, van de uit te voeren boringen, van de afdichtingen, van de waterdichtingsaanslutingen en van de krommingsstralen in coördinatie met de andere uit te voeren werken; − De uitvoering van de noodzakelijke wandboringen naar de ondergrond van het Lex- en EUROPA-gebouw en naar de eventuele noodzakelijke werkdoorgangen tussen de twee gebouwen, de afdichtingen en de dichte verbindingen; − De levering en de plaatsing, volgens de beschreven banen, van de kokers met dubbele wand uit HDPE met vlakke binnenzijde en geringde buitenzijde, met trekdraad met een diameter die op de plannen wordt aangegeven, met inbegrip van alle moffen van de dichte verbindingen tussen de buiselementen; − De plaatsing (levering buiten aanneming) van de glasvezelkabels alvorens de aanaardings-, profilerings- en effeningswerken worden uitgevoerd; − De geschikte bevestiging, zonder de waterdichtingslaag te beschadigen, van de buizen zodat ze op hun plaats blijven tijdens de uitvoering van de aanaardings-, profilerings- en effeningswerken; 2. Documenten van toepassing. De norm EN 50086.2-4 is van toepassing. (66)101 Glazen kiosk voor glazen liftcabine. Bepaling (66)100 is niet van toepassing. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat: − De coördinatie van de studie met de bouwheer en de onderneming die verantwoordelijk is voor de studie, de levering en de plaatsing van de liftcabine, de studie, de levering en de plaatsing van alle noodzakelijke elementen voor de uitvoering van een externe kiosk en de wanden uit extra helder glas voor de lift (buiten aanneming) die grenzen aan volledig of gedeeltelijk glazen wanden, waarbij deze schacht plaats biedt aan een liftcabine waarvan minstens een van de wanden uit glas bestaat; − de studie, de levering en de plaatsing van alle structuurelementen van de liftschacht, van alle wandvullingselementen en van alle middelen voor de bevestiging van deze wanden aan de structuur. De materialen stemmen overeen met de aanwijzingen in het (de) principeplan(nen) en/of de meetsta(a)t(en) die de Architect levert aan de Aannemer; − indien nodig, de uitvoering van de openingen voor de hoge ventilatie van de liftschacht (rechtstreeks of via het machinelokaal) en van het machinelokaal via de wanden van de liftschacht en van het machinelokaal. Zo nodig voorziet de Aannemer voor de geïsoleerde liftschachten in een afwerkingsrand op de vloer van de schacht die uitgerust is met de vereiste ventilatieopeningen. Na goedkeuring van de Architect deelt de Aannemer de Aannemer die verantwoordelijk is voor de ruwbouw en/of de sluiting van het gebouw, tijdig de afmetingen en locaties mee van de aan te brengen ventilatieopeningen in andere wanden om de ventilatielucht buiten het gebouw te leiden. De Aannemer stemt voor eigen rekening de uitvoering van deze ventilatieopeningen af, zoals besproken met de verantwoordelijke Aannemer voor de liften op basis van de berekende ventilatiebehoeften. De Aannemer laat het type, de uitvoeringswijze van de ventilatieopeningen en hun locaties en afmetingen goedkeuren door de Raadgevend Ingenieur inzake stabiliteit. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 82/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Het werk omvat, in coördinatie met de bouwheer en de verantwoordelijke Aannemer van de lift, alle werkzaamheden voor de studies, de leveringen en de bescherming zodat de cabine, haar bekleding, het eventuele tegengewicht en andere elektromechanische uitrustingen op een eenvoudige manier, zonder schade aan de afwerking van de liftschacht en met de mogelijkheid tot alle regel- en onderhoudswerkzaamheden van de lift en haar uitrustingen, volledig in de kiosk kunnen worden geïnstalleerd. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, omvat het werk niet de levering en uitvoering van een verwarming in de schacht. 2. Bijzondere technische en bouwspecificaties. 2.1. Wanden van de kiosk en aangrenzende wanden. De wanden van de liftschacht stemmen overeen met het (de) plan(nen). Als de wanden doorzichtig zijn, dan bestaan ze uit glazen platen. Deze panelen worden aan de structuur van de schacht bevestigd in overeenstemming met het (de) principeplan(nen) die de Architect levert aan de Aannemer. De bevestiging omvat een samendrukbaar element, waardoor eventuele uitlijningsfouten van de structuur opgevangen kunnen worden. De glazen wanden van de kiosk krijgen een zeefdruk in overeenstemming met de tekeningen in de plannen. Voor de wanden van de liftschacht die tot op de grond uit glas bestaan, voorziet de Aannemer een schokbeschermingsplint die bestaat uit een dunne buis uit kogelgestraald roestvrij staal die op het kader van de liftschacht wordt bevestigd. De Aannemer coördineert zijn werken met de liftenfabrikant voor de integratie door deze laatste van onder andere de oproepknoppen, de verdiepingsdisplay en de schachtdeuren. De dikte van het glas wordt bepaald door de Aannemer die zijn berekeningen ter goedkeuring voorlegt aan de Architect. Naast de eventuele Rfbeschouwingen voldoen de berekeningen aan de volgende minimale vereisten: − de weerstand tegen wind: − de wanden (eventueel glazen dak inbegrepen) van de schacht en van het machinelokaal moeten een zodanige mechanische weerstand hebben dat bij een kracht van 300 N, die uniform verdeeld wordt over een rond of vierkant oppervlak van 5 cm², en die loodrecht, overal op de ene of de andere zijde aangebracht werd, de wanden: − standhouden zonder permanente vervorming; − standhouden zonder elastische vervorming groter dan 15 mm; − het eventuele glazen dak van het machinelokaal moet op eender welke plaats in staat zijn om het gewicht van een persoon, telt voor 1000 N, op een oppervlakte van 0,2 m x 0,2 m te dragen zonder dat hierbij een zichtbare vervorming optreedt; − de minimale dikte van een plaat uit gelaagd glas bedraagt 2x5 mm = 10 mm als de inschrijfbare cirkel in de plaat een diameter van maximaal 1 m heeft en bedraagt 2x6 mm = 12 mm als de inschrijfbare cirkel in de plaat een diameter van maximaal 2 m heeft. De kleur en het type van het gelaagd glas worden aangegeven in de plannen en/of de meetstaat. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten: − dan bestaan de glazen platen met een enkele beglazing uit gelaagd glas. Voor een dubbele beglazing bestaan de binnenplaten aan de liftschacht uit gelaagd glas. − dan bestaan de schachtdeuren uit platen met enkele beglazing uit gelaagd glas, Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 83/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − dan bestaan de structuurelementen van de liftschacht uit een gestel van kogelgestraald roestvrij staal. 2.2. Mechanismen van de schacht. Alle hulpstukken worden geschilderd, NCS-kleur naar keuze van de Architect. Alle mechanismen en zichtbare motoren in de schacht zijn bekleed met kappen van staalplaat waarvan het type in het (de) plan(nen) en/of de meetsta(a)t(en) staat. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan zijn de kappen van kogelgestraalde roestvrije staalplaten en bedekken zij alle zichtbare zijden van de mechanismen. De tegengewichtkabel van de schachtdeur wordt geplaatst in een buis van roestvast staal met onzichtbare bevestigingen. De voedingskabel van de cabine wordt in de achterste structuurmuur van de schacht weggewerkt als deze muur niet uit glas bestaat. De wegwerking van de kabel maakt deel uit van het werk. Als de voedingskabel van de cabine niet kan worden weggewerkt, wordt hij in een roestvrij stalen buis geplaatst waarvan de bevestigingen onzichtbaar zijn. 2.3. Afstand tussen de schacht en de cabine. Voor een gemakkelijke reiniging bedraagt de afstand tussen de onbeklede glazen buitenwanden van de cabine en de onbeklede glazen binnenwanden van de schacht maximaal 15 cm. Deze afstand mag alleen variëren in de omstandigheden, zoals beschreven onder punt 11.2.1 van EN 81-1 of EN 81-2. Een afneembare omlijsting rond de schachtdeuren, die aan de wanden van de schacht bevestigd wordt, wordt onderzocht door de Aannemer en goedgekeurd door de Architect. Overdag sluit deze omlijsting bijna volledig met ongeveer 15 cm tussen de onbeklede glazen buitenwanden van de cabine en de onbeklede glazen binnenwanden van de schacht rond de schachtdeuren. De omlijsting wordt vastgezet tegen de rand van de vloerbekleding van de overloop. Op voorwaarde dat de Aannemer de weerstand van deze omlijsting bestudeert, kunnen het openingsmechanisme van de schachtdeuren en de schachtdeuren zelf gedeeltelijk of volledig bevestigd worden aan deze omlijsting. De omlijsting wordt uitgevoerd in een materiaal, zoals vermeld in de principeplannen en -schema's die de Architect levert aan de Aannemer. Als hierover niets vermeld wordt in de aanbestedingsdocumenten, is deze omlijsting van geborstelde roestvaste staalplaat. 2.4. Ventilatie van de schacht. Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan vindt de ventilatie van de schacht naar buiten plaats. Als hierover niets vermeld wordt in de aanbestedingdocumenten, is het bovengedeelte van de schacht voorzien van een ventilatieoppervlak dat minstens overeenkomt met 4% van het horizontale oppervlak van de schacht. 2.5. Machinelokaal. Alle eventuele hogere machinelokalen bestaan volledig uit glas met uitzondering van hun vloer. Het machinelokaal is minstens 1 uur vuurbestendig ten opzichte van de schacht. − Het glazen dak van het machinelokaal bestaat uit gelaagd glas. De Aannemer onderzoekt alle voorzieningen om de overdracht van geluiden en trillingen van het technisch lokaal op de structuur van de schacht en de panelen te beperken. 2.5.1. Ventilatie van het machinelokaal. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 84/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Het ventilatieoppervlak van het volledige machinelokaal houdt rekening met een omgevingstemperatuur tussen + 5 °C en +40 °C, rekening houdend met een eventuele ventilatie van de schacht via het machinelokaal. De Aannemer laat deze voorzieningen en de ventilatieopeningen van het technisch lokaal goedkeuren door de Architect en Raadgevend Ingenieur inzake speciale technieken. 3. Documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: – het Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998 (BS 11/09/1998) betreffende het op de markt brengen van liften (omzetting Europese richtlijn 95/16/CE), gewijzigd door KB van 6 december 2005 (BS 07/02/2006); − Document G.T.O. GL2/94 (Gemeenschappelijk Technisch Orgaan van de erkende controle-instellingen- feitelijke vereniging); − voor elektrische liften: Hoofdstuk 5 en 6 van EN 81-1 (augustus 1998+addenda) waarvan in het bijzonder de paragrafen over de ventilatie van de koker en van het machinelokaal; NBN EN 81-1 (augustus 1998+addenda) "Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van liften - Deel 1: Elektrische liften"; − voor hydraulische liften: Hoofdstuk 5 en 6 van EN 81-2 (augustus 1998+addenda) waarvan in het bijzonder de paragrafen over de ventilatie van de koker en van het machinelokaal; NBN EN 81-2 (augustus 1998+addenda) "Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van personenliften en goederenliften - Deel 2: Hydraulische liften"; − NBN EN 81-58 (2003) Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van liften - Onderzoek en proeven - Deel 58: vuurweerstandsproeven voor de schachtdeuren; – NBN EN 81-70 (2003 + addenda) Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen van liften - Bijzondere toepassingen voor personenliften en goederenliften - Deel 70: Toegankelijkheid van liften voor personen inclusief personen met een handicap; aangevuld of gewijzigd zoals beschreven in dit artikel van het bestek. 4. Materialen. De materialen en hun uitvoering voldoen aan de volgende voorschriften: − stalen structuur van de schacht: Yh2-1, − verzinkt staal: Yh2-02, − kogelgestraald roestvrij staal: Yh3, − kogelgestraalde roestvrije staalplaat: Mh3, − gehard glas: Ro1-3, − gelaagd glas: Ro 1-4, − brandwerend glas: Ro8, − isolerende dubbele beglazing: Ro1-603, − verf: Vv, aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in deze clausule van het bestek. 5. Betreft. Levering en installatie van een externe kiosk voor glazen liftcabine. De beglazingen zijn extra helder volgens de aanbestedingsdocumenten. 6. Meting. − Per m² glazen oppervlakte, met inbegrip van alle werkzaamheden; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 85/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) (71)999 architects & engineers Restauratie van het kunstwerk "l’entrée des artistes" van de artiest Philippe Decelle. De artiest Philippe Decelle heeft voor het theater in Blok C van het Résidence Palace een werk uit staal en glas met tl-buizen gecreëerd. Het heet "l'entrée des artistes" en was bedoeld om het theater in het daglicht te stellen. Het werk, dat momenteel op de site aanwezig is, heeft een afmeting van ongeveer 6 m op 6 m en een dikte van 60 cm. In het kader van de werkzaamheden van Beliris voor de nieuwe spoorwegtunnel werd dit werk tweemaal verplaatst en bevindt het zich nu voor de gevel van Blok C van het Résidence Palace. Dit project voorziet de plaatsing van het werk langs de Wetstraat zoals is aangegeven op de plannen en zijn restauratie vervolledigt zowel voor de delen uit glas en staal als voor de lichtbuizen volgens de oorspronkelijke tekening, hun elektriciteitsvoorziening en hun beheer door een elektronisch systeem om de oorspronkelijke verlichtingssequenties te reconstrueren. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat: − De berekening van de fundering en van de verankering van de poten van het uit te voeren werk. De fundering bestaat uit een sokkel uit gewapend beton, wat het hoogtepunt voor de uitvoering van de waterdichting vormt. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 86/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Deze sokkel moet volledig worden bedekt door de afwerkingsbekleding waarvan het niveau kan worden gewijzigd; − De algemene en gedetailleerde uitvoeringsplannen; − De studie en de uitvoering van de waterdichtingsdetails loodrecht op de sokkel en de verankeringen; − De studie van de noodzakelijke elektrische voeding, in overeenstemming met de geldende reglementen, en de coördinatie met de dienst voor het beheer van Blok C voor de aansluiting op het geschikte elektrische bord; − De uitvoering van de elektrische voeding, vanaf blok C tot de plaats van het werk; − De uitvoering van alle voorbereidende werken voor de uitvoering van de sokkel (ter herinnering, de sokkel moet buiten de aanneming, door Beliris, op de uitgevoerde dichtheid worden uitgevoerd); − De uitvoering van de sokkel uit gewapend beton; − De verplaatsing van het werk, de plaatsing op de sokkel en de uitvoering van de verankeringen die hiervoor werden bestudeerd; − De uitvoering van alle details en waterdichtingsverbindingen; − De geschikte behandeling van de delen die onder het afgewerkte niveau zijn verborgen. Deze behandeling, die ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de Directie der Werken, moet minstens bestaan uit twee lagen van een roestwerende verf en twee lagen van een beschermingsdichting; − De restauratie vervolledigt de bovengrondse delen van het werk en de conformering ten opzichte van de nieuwe normen. Deze restauratie omvat: − De coördinatie met de artiest Philippe Decelle voor de bepaling van de kleuren en de verlichtingssequenties die gereconstrueerd moeten worden; − De volledige demontage van het volledige neonglaswerk dat bestaat uit 15 motieven van "danseurs" en van de tekst "Théâtre du Résidence Palace", ofwel 157 neongroepen; − De vervaardiging van een nieuw volledig neonglaswerk, identiek aan het bestaande, met verschillende oorspronkelijke kleuren, met inbegrip van de steunonderdelen; − De vervanging van alle hoogspanningstransformatoren en van de bekabeling; − De herplaatsing van het geheel; − Het nazicht van de installaties en de officiële goedkeuring door een attesterend organisme; − De volledige reiniging van de binnen- en de buitenkant van de beschermingsbeglazingen; − De vervanging van de halfdichte dichtingen voor de glazen toegangsdeuren; − De vervanging van de halfdichte dichtingen voor de behuizing die de transformatoren bevat; − De identificatie van de oorspronkelijke NCS-kleur en de presentatie van een staaltje dat door de Directie der Werken moet worden goedgekeurd; − Het volledig schuren op alle vlakken van de stalen structuur en de voorbereiding van de steun voor het verven; − De aanbrenging van een corrosiewerende grondlaag op alle vlakken; − Het verven van 2 afwerkingslagen op alle vlakken; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 87/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − Het nazicht en het opnieuw in dienst stellen van alle opengaande delen; − 2. Materialen. De materialen en hun uitvoering voldoen aan de volgende voorschriften: − verf: Vv, aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in deze clausule van het bestek. 3. Betreft. Herplaatsing en restauratie identiek aan het kunstwerk van Philippe Decelle "L’entrée des artistes". 4. Meting. − a: plaatsing van het kunstwerk, de sokkel, de fundering en alle onderwerpingen. − b: reiniging, restauratie en opnieuw verven van alle elementen van het omhulsel. − c: levering en plaatsing van de verlichtingsbuizen en alle elektrische en elektronische uitrustingen. (90)000 Beplantingen, algemeen. De beplantingen worden uitgevoerd conform de voorschriften van het typebestek in de referenties. De beplantingen gebeuren in de geschikte periodes van het jaar in functie van de soorten: de planten die met kluiten moeten worden geplant, de planten met blijvend gebladerte en de uit zaad geteelde planten. Harsachtigen en altijdgroene struiken worden met zoden aangeplant, alsook struiken met potgrond. Alle planten worden door de Ondernemer in een greppel geplaatst vanaf hun aankomst op het terrein. Hij zorgt ook voor snoeien en reiniging. De harsachtigen behouden hun ingepakte kluiten in juten weefsel. Ze worden met de kluit geplant. Het juten weefsel wordt losgeknoopt zodat de kraag van de plant wordt vrijgemaakt. De aanplantkuilen voor bomen, telgen, grote harsachtigen, struiken en grote heesters worden minstens 48 uur voor aankomst van de planten aangebracht. De nodige teelaarde voor het opvullen van de kuilen is gebruiksklaar voor aanvang van de aanplanting. Alle planten die toekomen zonder wortel worden vervangen door dezelfde of gelijkaardige nieuwe planten van dezelfde kwaliteit. Ze worden geleverd en geplant door de Aannemer, op zijn kosten vanaf de eerste aanplanting tot de voorlopige ontvangst. Schikking en verdeling van alle beplanting wordt ter plaatse aangegeven door de Architect. 1. Bijzondere documenten van toepassing. De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing: − TB 2000 Brussels Hoofdstedelijk gewest hfdst C materialen, hfdst D grondwerken, hfdst K beplanting en inzaaiing met gras, hfdst M beproevingsmethoden; − TB Standaardbestek 250 hfdst XI groenaanleg en groenonderhoud , III materialen, IV grondwerken; − TB RW99, hfdst C materialen, hfdst E grondwerken, hfdst O inzaaiing met gras, beplanting en straatmeubilair, hfdst Q proeven; − TB 400 "Installatieen mechanische en elektrische constructieondernemingen" voor diverse irrigatie- en pompinstallaties. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 88/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − MOW 108 hoofdstuk G aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit bestek. Voor het onderhoud van de beplantingen wordt de aandacht van de Aannemer gevestigd op de vereisten van de indexen K5 en K8 van het bestek 2000 Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 2. Te overhandigen documenten door de Aannemer. Een PV van een analyse door een Overheidslabo (of erkend labo) moet door de Ondernemer worden overgemaakt voorafgaand aan de levering van grondverbeteraars en aangevoerde grond, alsook een bijhorend staal. De samengestelde meststof wordt ter goedkeuring aan de Architect voorgelegd, alsook een PV van analyse of certificaat van oorsprong. 3. Meting Pro memorie. (90)111 Voorbereiding van de grond voor het zaaien en de beplantingen. 1. Aard en omvang van het werk. Dit werk omvat: - schoonmaken van het terrein, verwijderen van onkruid, stenen, hout, metaal, wortels, wortelstokken; - effenen conform de bouwplannen, eventueel met aangevoerde aarde Dp111, vrij van vreemde objecten groter dan 5 mm; - spitten of ploegen, minimum tot op 0,30 m diepte, bovenste terreinlaag keren; - uitfrezen van het terrein of energetische verbrokkeling met de punthak, inmengen van de organische grondverbeteraar en organische meststof die vooraf werden uitgestort; - eggen of uitkammen voor een perfecte afwerking van de aan te planten of in te zaaien terreinen en voor het verkrijgen van een oppervlak van fijne aarde, zonder kluiten, stenen enz.; - walsen van het terrein; Deze werken mogen niet worden uitgevoerd wanneer het terrein bevroren of nat is. De bodemvoorbereiding heeft geen betrekking op plaatsen voorzien voor heidegrondplanten. De Aannemer dient rekening te houden met de voorschriften van TB 2000 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hfdst K3 en K4. 2. Betreft. Voorbereiding van de grond voor het zaaien en de beplantingen. Niet van toepassing op plaatsen voorbehouden voor heidegrondplanten. 3. Meting. Inbegrepen in (90)611 en (90)612. (90)112 Uitholling. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk bestaat uit het verbrokkelen van de grond en/of het inwerken van meststoffen en grondverbeteraars door uitholling, d.w.z. keren van grondlagen of het oppervlak ploegen, uitgevoerd met een punthak tot 0,15 m diepte. Als dit wordt uitgevoerd op plaatsen met beplanting of bomen, moet de Aannemer beschadiging of losraken voorkomen. 2. Betreft. Omkeren van aarde of oppervlakkig ploegen. 3. Meting. Inbegrepen in (90)611 en (90)612. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 89/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers (90)113 Spitten. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk bestaat uit spitten of handmatig bewerken met de spade of met de platte hak (mestvork), op plaatsen met struiken, planten of bomen tot 0,20 m diepte. Dit werk omvat het onderwerken van meststoffen en bodemverbeteraars die voor de winter moeten worden ingebracht (mest, kalkhoudende bodemverbeteraar, basische fosfaatmeststof), het onderwerken van bladeren, grasplanten of niet-houten plantendelen. De Aannemer verwijdert tijdens het spitten alle stenen, hout, ijzer en afval, alsook wortelstokken van onkruid. Hij brengt deze buiten de terreinen. 2. Betreft. Handmatig bewerken. 3. Meting. Inbegrepen in (90)611 en (90)612. (90)114 Tuinonderhoud tot aan de definitieve oplevering. 1. Aard en omvang van het werk. Dit artikel betreft de levering en de plaatsing volgens het contract van: - de onderhoudswerken in de tuin tot aan de definitieve oplevering, - het onderhoud vanaf het zaaien tot de tijdelijke oplevering, met inbegrip van alle uitvoeringsmiddelen en onderwerpingen. 2. Referentienormen en -documenten Dit werk wordt uitgevoerd conform: - dit artikel en de dossierplannen, - het typebestek 2000 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hoofdstuk K5 en K8 voor de grootte van de aanplantingen en hun onderhoud. aangevuld/gewijzigd volgens dit bestek. 3. Materialen Niet van toepassing 4. Uitvoeringswijze 4.2. Algemeen onderhoud De Aannemer zorgt voor het onderhoud en de netheid van het volledige terrein waar de aanplantingswerken werden uitgevoerd. De onderhoudswerken worden beschreven in bovenvermelde typebestekken en daarenboven: − de nodige verzorging met eventuele leveringen om ziekten of insecten te voorkomen of te bestrijden, met een maximum van twee verstuivingen per jaar. deze gebeuren binnen de limieten en onder maximale voorzorgen, om ongevallen te voorkomen met persoonlijk letsel. − het jaarlijks spitten aan de voet van de planten, met ingraving van de bladeren; − de goede instandhouding van de grond en de planten tot op het einde van de garantieperiode, ongeacht de oorsprong van het probleem; − het voortdurend verwijderen van onkruid aan de voet van de planten, over een oppervlakte van 1 m² rond losstaande planten en over het geheel van partijen en bloemperken die werden aangeplant; − het handmatig maandelijks wieden aan de voet van de planten, van april tot november, het verzamelen en verwijderen van onkruid; − het snoeien van de hagen in juni en september; − het snoeien van de beplantingen (bomen en struiken). 4.3. Kwalificatie Alle tuinwerken worden uitgevoerd door gekwalificeerde vaklui, erkend door de Architect. 5. Betreft. Tuinonderhoud tot aan de definitieve oplevering. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 90/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 6. Meting. Inbegrepen in (90)611 en (90)612. (90)551 Metalen verhoging voor boombak 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat de levering en de plaatsing van precieze cilindrische verhogingen uit weervast staal voor de beplanting van bomen en telgen. Het werk omvat: − de cilindrische verhogingen uit weervast staal zonder bodem, op basis van de detailplannen, zoals is aangegeven in de aanbestedingsdocumenten; de dikte van de wand bedraagt minimaal 5 mm en staat in verhouding met de drukkrachten van de aarde en de voorziene beplantingen, van de onderlaag, van het water enz.; de bak wordt geplaatst op precieze bederfwerende sokkels van een hoogte van 20 cm om de belastingen te verdelen zodat de perfecte circulatie van het water in de wateropname- en de drainagelaag mogelijk wordt gemaakt. ; − de verhoging uit weervast staal wordt bedekt met een gebogen cilindervormige reling met een diameter van 5 cm; - de verhoging uit weervast staal wordt in twee rijen op het onderste deel versierd met cirkelvormige drainageopeningen met een diameter van 10 cm met tussenruimten van maximaal 30 cm, waardoor de boomwortels en telgen de mogelijkheid krijgen om over de verhoging te gaan, alle hoeken worden minder scherp gemaakt, de lassingen worden zorgvuldig gereinigd en geslepen zodat er geen scherpe randen optreden; − een metalen net, met een maas van 10/10 cm uit roestvrij stalen kabels met een minimale diameter van 2 mm, dat mechanisch over de volledige omtrek in de onderste helft van de verhoging wordt bevestigd − een worteldoek voor de bescherming van de dichtheid met verticale uitstulping op de laterale wanden met een overlapping van de banen van minstens 30 cm; − op de bodem van de bakken, een wateropname- en drainagelaag met een dikte die in de plannen wordt aangegeven in functie van het niveau van de wateroverloop van het water in geëxpandeerde kleikorrels met een granulometrie van 8/16, een droge volumieke massa van 340 kg/m³ en een volumetrische massa van het granulaat van 600 kg/m³; - een worteldoek op de laag geëxpandeerde klei met een overlapping van de banen van minstens 30 cm; − het vullen van de verhoging met teelaarde met 20 kg organische bodemverbeteraar en 0,250 kg organische meststof per plant; de bodemverbeteraars en organische meststoffen komen nooit in contact met de wortels van de plant; − na plaatsing van de planten (zie post (90)611) wordt de teelaarde bedekt met 2 cm houtschors; met inbegrip van alle onderwerpingen. – het regelmatige systeemonderhoud gedurende één jaar is in de werken inbegrepen, alsook eventuele vervangingen van zieke of dode planten, met inbegrip van aanvoerproducten zoals meststof; met inbegrip van alle bijhorende elementen. De Aannemer coördineert zijn werken met de elektricien die de voedingspunten van de verlichtingsapparaten en hun beschermingen (6 x 21A) levert en plaatst. 2. Aanvullende voorschriften. Het mechanische bevestigingssysteem op wiggen of cirkelvormige sokkel bestaat uit roestvrij staal en is niet zichtbaar. De bakken hebben een diameter kleiner dan 2 m en een hoogte van 2 m. 2.1. Organische grondverbeteraars Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 91/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers De organische grondverbeteraars van de bodem voldoen aan de betreffende wetgeving over substantiële kwaliteiten van presentatie en dosering. Verspreiding zit in de werken inbegrepen. 2.1.1. Niet-veenachtig De niet-turfachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 10 % organische stoffen in verhouding met de droge stoffen. Exclusief straatmest. Deze bodemverbeteraars kunnen al dan niet fermenteerbaar zijn. Ze bevatten maximaal 65 % vochtigheid op het moment van levering, en, indien van toepassing, wordt het bovenmatige vochtigheidsgehalte gecompenseerd met het equivalent niet-turfachtige organische bodemverbeteraar. 2.1.2. Turfachtig. De turfachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 20 % droge stoffen. Deze moeten ten minste 90 % organische stoffen bevatten. De ontbindingsgraad van de organische stoffen bedraagt ten minste 56 %. Het pH-gehalte schommelt tussen 3,2 en 4,4 in water. 2.2. Organische meststoffen. De samengestelde meststoffen voldoen aan de betreffende wetgeving. Deze meststoffen bevatten ten minste: - 5 % totaal stikstofgehalte onder de vorm van nitraatstikstof (NO3) en/of ammoniumstikstof (NH4), opneembaar door de planten; - een fosfaatgehalte van 6 % onder de vorm fosforzuuranhydride, oplosbaar in water en in triammoniumcitraat; - een kaligehalte van 7 % onder de vorm van in water oplosbare kaliumoxide. Verspreiding inbegrepen in de leverprijs. 4. Te overhandigen documenten door de Aannemer. Een PV van een analyse door een Overheidslabo (of erkend labo) moet door de Ondernemer worden overgemaakt voorafgaand aan de levering van grondverbeteraars en aangevoerde grond, alsook een bijhorend staal. De samengestelde meststof wordt ter goedkeuring aan de Architect voorgelegd, alsook een PV van analyse of certificaat van oorsprong. De Aannemer legt de volgende elementen voor aan de Bouwheer, de Architect, de Raadgevend Ingenieur in speciale technieken en eventueel het controlebureau; - technische fiches van de materialen en milieugegevens, - staaltjes, - berekeningsnota's, - algemene en detailplannen voor de uitvoering van cilindrische bakken uit weervast staal; De Aannemer verstrekt een schriftelijke garantie van een jaar die door de installateur en door hemzelf wordt opgesteld. 5. Referentiedocumenten zie (90)611 6. Materialen. De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften: – beton: Yq4, – geëxpandeerde kleikorrels: Dp3, – worteldoek: Kn6-2, – teelaarde: Dp1-11, – roestvrij staal: Yh3, – weervast staal: – overloop: In6-10, aangevuld en gewijzigd overeenkomstig dit bestek. 7. Betreft. Precieze cilindrische verhoging uit weervast staal voor bomen. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 92/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers 8. Meting. Cirkelvormige verhoging per stuk, alle onderwerpingen inbegrepen. (90)611 Bomen en telgen. 1. Aard en omvang van het werk. Het werk omvat de levering en de plaatsing van bomen en spaartelgen van de hoogste kwaliteit. De cirkelomtrekken (in cm) worden opgenomen op 1,00 m van de grond voor de bomen. Wat de spaartelgen betreft, bestaan de gegeven hoogtes (in cm) niet uit de wortels. De aandacht van de Aannemer wordt gevestigd op de voorschriften van TB2000 hoofdstuk K5. De werken omvatten: − de uitvoering van de ronde kuilen volgens het formaat (grootte) van de beplanting met een minimale diameter van 1,20 m en een minimale diepte van 0,80 m. Ze worden minstens 48 uur voor de beplanting gegraven. Tijdens het graven van de kuilen worden alle vreemde objecten verwijderd. Dit zijn zowel onkruid, stenen, wortels, wortelstokken alsook de bodems die geen 3% humus bevatten en die kunnen worden beschouwd als losse teellagen. Deze worden onmiddellijk afgevoerd buiten het eigendom door de aannemer die deze vervangt door losse aarde onderworpen aan de officiële goedkeuring vooraf van de architect. In voorkomend geval de aanvoer van losse teelaarde om de kuil of de bak met beplantingen te vullen; De wortels en de takken die tijdens transport worden beschadigd of gebroken, worden opnieuw gesnoeid, de beschadigde plekken worden verzorgd. − de levering en de aanbrenging van 20 kg organisch grondverbeteraar en 0,250 kg organische meststof per boom en spaartelg. De meststoffen en organische grondverbeteringsmiddelen worden nooit in contact gebracht met de wortels van de plant; − de levering en de plaatsing van 2 stokjes per boom of telg Het stokje heeft een lengte van minstens 3,25 m. - De stokjes hebben minstens 0,20 m cirkelomtrek aan hun uiteinde en 0,27 m aan hun basis. De stokjes zijn in overeenstemming met de voorschriften van het typebestek MOW 108 - hoofdstuk G - index 2.2.7 of TB 2000 hoofdstuk K5.2.5. De stokjes worden voor de leveringen onderworpen aan de officiële goedkeuring van de Architect. De bomen en telgen krijgen drie verbindingen per plant, aangevuld met een verankeringsnet uit roestvrij stalen kabels met een minimale diameter van 2 mm, 10/10 cm op het niveau van de wortels, dat mechanisch over de volledige omtrek op de cilindrische metalen verhoging wordt bevestigd. De verbindingen zijn conform de voorschriften van het typebestek MOW 108 hoofdstuk G - index 2.2.9 of TB 2000 hoofdstuk K5.2.5. Ze worden zo geplaatst dat de planten niet worden toegetakeld en ze hebben voldoende lengte om een dubbele torsie van de koord tussen de plant en het stokje mogelijk te maken. Het bovenste koord wordt op 0,10 m van de top van het stokje geplaatst. Bovendien zijn de stokjes onderworpen aan de officiële goedkeuring van de architect. In geval van blootstelling aan aanzienlijke wind en/of van de beplanting op tegels worden de stokjes aangevuld met tuindraden. − de overvloedige besproeiing van de planten voor het volledig opvullen van hun kuil; − het opvullen van de kuil; Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 93/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers − de onderhoudswerken in de tuin tot aan de definitieve oplevering; De beschrijving van de onderhoudswerken in de tuin tot aan de definitieve oplevering wordt vermeld in een andere clausule van dit bestek (zie clausule (90)114). De Aannemer verschaft een schriftelijke garantie van een jaar op de beplantingen die hij uitvoert. De vervanging van de beplantingen tijdens deze garantieperiode leidt tot een nieuwe garantieperiode van een jaar. 2. Aanvullende voorschriften. 2.1. Organische grondverbeteraars. De organische grondverbeteraars van de bodem voldoen aan de betreffende wetgeving over substantiële kwaliteiten van presentatie en dosering. Verspreiding zit in de werken inbegrepen. 2.1.1. Niet-veenachtig De niet-veenachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 10 % organische stoffen in verhouding tot de droge stoffen. Exclusief straatmest. Deze bodemverbeteraars kunnen al dan niet fermenteerbaar zijn. Ze bevatten maximaal 65 % vochtigheid op het moment van levering, en, indien van toepassing, wordt het bovenmatige vochtigheidsgehalte gecompenseerd met het equivalent niet-turfachtige organische bodemverbeteraar. 2.1.2. Turfachtig. De turfachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 20 % droge stoffen. Deze moeten ten minste 90 % organische stoffen bevatten. De ontbindingsgraad van de organische stoffen bedraagt ten minste 56 %. Het pH-gehalte schommelt tussen 3,2 en 4,4 in water. 2.2. Organische meststoffen. De samengestelde meststoffen voldoen aan de betreffende wetgeving. Deze meststoffen bevatten ten minste: - 5 % totaal stikstofgehalte onder de vorm van nitraatstikstof (NO3) en/of ammoniumstikstof (NH4), opneembaar door de planten; - een fosfaatgehalte van 6 % onder de vorm fosforzuuranhydride, oplosbaar in water en in triammoniumcitraat; - een kaligehalte van 7 % onder de vorm van in water oplosbare kaliumoxide. Verspreiding inbegrepen in de leverprijs. 3. Te overhandigen documenten door de Aannemer. Een PV van een analyse door een Overheidslabo (of erkend labo) moet door de Ondernemer worden overgemaakt voorafgaand aan de levering van grondverbeteraars en aangevoerde grond, alsook een bijhorend staal. De samengestelde meststof wordt ter goedkeuring aan de Architect voorgelegd, alsook een PV van analyse of certificaat van oorsprong. 4. Betreft. De soorten hierna: - soort nr. 1: Cercis Siliquastrum - H=400/500; - soort nr. 2: Aesculus flava H= 500/600; De gebruikte soorten worden aangegeven in de plannen. 5. Meting. − Per stuk volgens soort voor de bomen en telgen, met inbegrip van alles onderwerpingen naast de grondverbeteraar en de meststof; − Voor de organische meststof: PRO MEMORIE, inclusief (90)551; − Voor de organische grondverbeteraar: PRO MEMORIE, inclusief (90)551. (90)612 Beplantingen met afvallend gebladerte en met blijvend en halfblijvend gebladerte. 1. Aard en omvang van het werk. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 94/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers Het werk bevat de levering en de aanplanting van struiken met afvallende bladeren en met blijvend gebladerte en half-blijvend gebladerte van eerste keuze. De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op de voorschriften van CCH2000 hoofdstuk K5. De vierkanten kuilen bedragen minstens 0,40 m in alle richtingen. Per plant worden 0,050 kg organische meststof en 3 tot 5 kg organisch bemestingsmiddel, volgens hun kracht, toegevoegd. De meststoffen en organische grondverbeteringsmiddelen worden nooit in contact gebracht met de wortels van de plant; Tijdens het graven van de kuilen worden alle vreemde objecten verwijderd. Dit zijn zowel onkruid, stenen, wortels, wortelstokken alsook de bodems die geen 3% humus bevatten en die kunnen worden beschouwd als losse teellagen. Deze worden onmiddellijk afgevoerd buiten het terrain door de aannemer die deze vervangt door losse teelaarde. De wortels en de takken die tijdens transport worden beschadigd of gebroken, worden opnieuw gesnoeid, de beschadigde plekken worden verzorgd. De planten met blijvend en half-blijvend gebladerte worden geplant met hun kluit en hun losgemaakt juten verpakkingsweefsel. Alle planten krijgen een overvloedige besproeiing voor het volledig opvullen van hun kuil. De aanplanting omvat de egalisering van gronden en de herstellingen van gazons volgens de richtlijnen die in dit opzicht door de Architect worden gegeven. Het onderhoud van de beplantingen maken geen deel uit van dit werk en zijn voorschriften zijn opgenomen in een andere clausule van het bestek. De Aannemer verschaft een schriftelijke garantie van een jaar op de beplantingen die hij uitvoert. De vervanging van de beplantingen tijdens deze garantieperiode leidt tot een nieuwe garantieperiode van een jaar. 2. Betreft. De struiken in kwestie hierna: a - soort nr. 1: Vinca (maagdenpalm); b - soort nr. 2: Carpinus betulus (haagbeuk): c - soort nr. 3: Buxus sempervirens (buks): d - soort nr. 6: Hedera Helix (Klimop): De soorten, gepland in het project, zijn vermeld in de meetstaat. 3. Meting. Per m² vloerbedekking Zie referentieplannen van de meetstaat. Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 95/96 Philippe SAMYN and PARTNERS Lead and Design Partner (mandataire - mandataris) architects & engineers BESTEK NR. 2014/23.0092/01 ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING betreft: Herstructurering, uitbreiding, renovatie en restauratie van blok A van het gebouw RESIDENCE PALACE gelegen Wetstraat 155 te 1040 Brussel, om er de zetel van de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie in te vestigen. Aanleg van de uitgebreide omgeving Documenten opgemaakt door : Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - Lead and Design Partner (mandataris) Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers - tijdelijke vereniging Gezien door de leidend ambtenaar van de werken, arch. Pascale ENGELMANN, Attaché Voorgesteld door de directeur-generaal Operationele diensten Paul DE CEUSTER Goedgekeurd, voor de Minister, door de administrateur-generaal van de Regie der Gebouwen, Laurent VRIJDAGHS Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers association momentanée - tijdelijke vereniging SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U. 96/96
© Copyright 2024 ExpyDoc