RP_ABO_P_-_A - Regie des b atiments

Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
Opgesteld door ThH
Goedgekeurd door PhS
Gecontroleerd door DM
Bestek
Inrichting van de directe omgeving - Uitbreiding
RP
P
ABO
Project
Sous-projet
phase
Project
Subproject
fase
Lot
A-
--
auteur
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
Ci/Sfb
-
Z
type doc.
1
doc.nr
-
b
zone
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
index
-
19/02/2014
Datum
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
1/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(1-)011
architects & engineers
Beheer van het bouwafval, studie en opvolging
Tenzij anders vermeld is deze clausule van toepassing voor alle werven.
Onderhavige bepaling betreft de studie en de opvolging van het beheer van
het bouwafval. De kostprijs voor het verwijderen van het afval in containers,
voor de huur, de reiniging, enz., zijn begrepen in de kostprijs van de
betreffende werken.
Onderhavige bepaling is gebaseerd op het referentiewerk "Duurzaam
bouwen" opgesteld door WTCB-SECO (herz. 2007-11-13).
1.
Aard en omvang van het werk.
Voor de hele bouwplaats omvatten de werken het volgende:
− de realisatie van een audit van de site en van de bestaande elementen
die afgebroken moeten worden;
− de bepaling van het volume en de aard van het afval;
− indien nodig, de organisatie van de fasering van de afbraakwerken;
− de fasering van de bouw organiseren;
− de opstelling van een afvalbeheerplan om te kunnen overgaan tot de
verwijdering en verwerking ervan, en dit op de meest efficiënte en
goedkope manier:
− door het te sorteren (het afval en het puin worden dagelijks verwijderd
en opgeslagen volgens de aanwijzingen van de Coördinatorverwezenlijking);
− door de meest relevante manieren voor de verwijdering te kiezen;
− door het transport naar en er hun verwerking te verzekeren de gekozen
stortplaats;
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
Alle schriftelijke documenten, verslagen, ... die opgesteld worden met
betrekking tot deze prestaties, worden overhandigd aan de Bouwheer en
Architect.
De eventuele keuzes op het gebied van het sorteren van het afval, de
verwijdering en de stortplaats, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de
Bouwheer en Architect.
2. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
algemeen
-
NBN EN 13965-1 et -2 (2005) Karakterisering van afval - Terminologie - Deel
1: Termen en definities in verband met materialen - Deel 2: Termen en
definities in verband met het beheer;
-
NBN EN 14803 (2006) Identificatie en/of hoeveelheidsbepaling van afval;
-
de verplichtingen van de Milieuvergunning,
-
Koninklijk Besluit van 11 maart 2002. betreffende de bescherming van de
gezondheid en de veiligheid. van de werknemers tegen de risico’s van
chemische agentia op het werk,
-
Koninklijk Besluit van 2 december 1993 betreffende de bescherming van
de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene
agentia op het werk,
-
Koninklijk Besluit van 28 maart 2007 (BS 2007-04-26) betreffende de
erkenning van ondernemingen en werkgevers die sloop- of
verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden
asbest kunnen vrijkomen;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
2/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
-
Koninklijk Besluit van 16 maart 2006 (BS 2006-03-23) gewijzigd door het KB
van 8 juni 2007 (BS 2007-06-22) betreffende de bescherming van de
werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest;
-
Ministeriële omzendbrief van 23 februari 1995 (BS 1 september 1995)
betreffende de organisatie van het afval (W.G.) en omzendbrief van 9 mei
1995, beheer van het bouwafval (BS 16 september 1995);
-
De tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – preventie en bescherming, de
veiligheid op het werk, aflevering nr. 91, Kluwer 2001-10-31,
-
Asbest, de veiligheid op het werk, aflevering nr. 139 van KLUWER, 2007-0814,
-
het reglement betreffende asbest in België, Ph. Antoine, uitgave Kluwer,
info 84, 2002-09-20;
-
Gevaarlijke stoffen in de praktijk, de veiligheid op het werk, aflevering nr.
105 van KLUWER, 2003-07-16,
-
Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april
2006 betreffende afvalstoffen (gecodificeerde versie die de gewijzigde
richtlijn van 15 juli 1975 (75/442/EEG) betreffende afvalstoffen annuleert)
(PbEU van 27 april 2006)
-
verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende
toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen zowel binnen als
naar en uit de Europese Gemeenschap.
en, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
-
Adviesgids mei 2006 van het BIM;
-
Gids voor het beheer van bouw- en sloopafval, BIM, 1995, 144 pagina’s (en
update mei 2000);
-
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 16 maart 1995
betreffende de verplichte recyclage van bepaald bouw- en sloopafval (BS
6 mei 1995);
-
Ordonnantie van 7 maart 1991 (BS 23.04.91) betreffende de preventie en
het beheer van afvalstoffen, inzonderheid, artikel 15 van hoofdstuk 5,
gewijzigd door de ordonnantie van 18 mei 2000 (BS 2000-08-19);
-
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 19 september 1991
(BS 13.11.1991) houdende de regeling van de verwijdering van gevaarlijke
afvalstoffen;
-
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 juni 1993 (BS
06/08/1993) inzake batterijen en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten,
-
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 oktober 1993 (BS
23/11/1993) betreffende het asbestafval;
-
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 januari 1997 (BS
1997) betreffende het afvalregister,
en, in het Vlaamse Gewest
-
VLAREA Vlaams Gewest,
-
Besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 tot vaststelling van het
sectoraal uitvoeringsplan bouw- en sloopafval;
-
Milieubeleidsovereenkomst betreffende de uitvoering van de VLAREAaanvaardingsplicht afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
OVAM 01/06/2001,
-
Beginselen van MAMBO (Minder Afval Meer BedrijfsOpbrengsten),
en, in het Waals Gewest
-
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse
Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
3/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
-
Besluit van de Waalse Regering van 19 april 2007 betreffende de
beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke
stoffen betrokken zijn,
-
Decreet van de Waalse Regering van 27 juni 1996 betreffende de
afvalstoffen en gewijzigd door het decreet van 16 oktober 2003 en 22
maart 2007,
-
Besluit van de Waalse Regering van 23 november 2006 tot bepaling van
de integrale voorwaarden betreffende de installaties voor de tijdelijke
opslag van gevaarlijke afvalstoffen, gewijzigd door het besluit van de
Waalse Regering van 10 maart 2005 (BS 18/04/2005),
-
Besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een
terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie
of het beheer ervan,
-
Besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 houdende de integrale
voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in
gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest,
evenals
-
Frankrijk: Omzendbrief van 15/02/2000 betreffende de planning van het
beheer van het bouwafval van gebouwen en openbare openwerken
(BTP) (BOMATE nr. 2000-03 van 20/03/00)
-
Frankrijk: Omzendbrief van 18 mei 2006 betreffende de planning van het
beheer van het bouwafval van gebouwen en openbare werken: acties
van de opvolgingscomités (BOMEDD nr. 15 van 15/08/06)
-
NAVB, aflevering n°1 " Geheugensteun van de voornaamste maatregelen
inzake veiligheid en hygiëne, van toepassing op werken op
bouwplaatsen";
-
NAVB, aflevering n°50 " Afbraakwerken ";
-
NAVB, aflevering n°43 " Renovatiewerken ";
-
TV 144 van het WTCB, december 1982;
-
Gebruik van herbruikbare materialen in de wegenbouw, omzendbrief
AWA/178-95/150 van 10 juli 1995, ter aanvulling van TB W10 en RW99 van
het Waals Gewest;
-
artikel verschenen in Bouwbedrijf, maandblad van de NCB, 15 september
1995;
aangevuld en gewijzigd zoals omschreven in onderhavig artikel van het
bestek.
Afval of brandbare materialen mogen niet op de bouwplaats verbrand
worden. Industriële of gevaarlijke afvalstoffen mogen niet als aanaardingen
gebruikt worden.
De stoffen, producten of afvalstoffen op de bouwplaats die een risico
inhouden voor de bodem of het grondwater, worden opgeslagen op een
ondoordringbare ondergrond en zo snel mogelijk verwijderd naar een
sorteercentrum dat erkend is voor inert en ongevaarlijk afval, indien aanwezig
op minder dan 100 km van de bouwplaats, of naar een geschikte stortplaats
voor de andere afvalstoffen.
3. Voorafgaande studies.
Indien onderstaande studies niet uitgevoerd zijn tijdens de studiefase van de
bouwplaats, dient de Aannemer ze alsnog uit te voeren.
De documenten (verslagen, meetstaten, materiaalfiches, …) die voortvloeien
uit deze studies, evenals de leidraden of de keuzes, worden ter goedkeuring
voorgelegd aan de Bouwheer en aan de Architect, vóór aanvang van de
werken en vóór de plaatsing van de installaties op de bouwplaats.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
4/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
3.1. Analyse van de site.
− studie van de toegankelijkheid van de site: identificatie van de
beperkingen op het gebied van de verwijdering van afval;
− studie van de onmiddellijke omgeving van de site: identificatie van de
buurt en de gevoelige activiteiten die in de organisatie van de bouwplaats
moeten worden geïntegreerd;
− studie van de ruimtelijke ordening van de bouwplaats: identificatie van de
mogelijkheden voor het opslaan en sorteren van het afval;
− studie van de geschiedenis van de site en de opeenvolgende
bestemmingen: identificatie van de mogelijke samenstelling en
verontreiniging van de site of het af te breken gebouw;
− attest met betrekking tot de aard van het terrein.
3.2.
Audit van het af te breken gebouw of de af te breken gebouwdelen en
het op te richten gebouw.
De audit die de Aannemer moet uitvoeren, omvat de volgende delen:
3.2.1.
Inventaris van de constructieve elementen van de af te breken delen
en van het op te richten gebouw:
Per type materiaal of element bevat deze inventaris een fiche (of fiches) met
volgende gegevens:
− de afmetingen;
− het materiaal;
− de kleur;
− de staat;
− het merk of het model;
Bij de fiches zijn foto's gevoegd die de belangstelling van een potentiële koper
kunnen opwekken.
3.2.2. Inventaris per type afvalstof (sloopfase en bouwfase):
De Aannemer voorziet een sorteerniveau zodat de volgende fracties
afzonderlijk ingezameld worden:
− recycleerbare en/of herbruikbare materialen;
− voor verbranding geschikt gevaarlijk afval;
− niet voor verbranding geschikt gevaarlijk afval;
− recycleerbaar afval:
− inert afval;
− metaal;
− hout;
− glas;
− plastic;
− voor verbranding geschikt afval dat niet voor terugwinning geschikt is;
− niet voor verbranding noch voor terugwinning geschikt afval.
3.2.3.
Kwantificering van de bouwmaterialen van de
gebouwdelen:
De kwantificering gebeurt door de Aannemer en bestaat uit:
af
te
breken
− het opmaken van een meetstaat (str.m., m², m³, st., …).
− de beoordeling van de hoeveelheid en/of het gewicht van elk type afval
(kg, ton),
− de opstelling van een bouwplaatsplanning van deze hoeveelheden,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
5/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
op basis van de werken die hij zelf moet slopen en/of uitvoeren, maar ook van
de werken die door de andere loten uit te voeren zijn. De Hoofdaannemer
informeert bij de andere Aannemers naar wat ze nodig hebben.
3.3. Identificatie van de recuperatiekanalen
Inventaris en analyse van de kanalen voor verwijdering en terugwinning.
Voor elk type afval onderzoekt de Aannemer de verwijderingkanalen in
onderstaande rangorde:
− hergebruik;
− terugwinning als secundaire grondstof (recyclage);
− terugwinning in downcycling;
− terugwinning van energie;
− verbranding en/of afvoer naar stortplaats.
In het verslag van de analyse van de verwijderingskanalen staat het volgende:
− de lokalisatie van de kanalen;
− de vereiste eigenschappen van het materiaal;
− de prijs (per kubieke meter of per ton);
− de toekomst van het product (voor de terugwinningkanalen).
3.4. Afvalbeheerplan:
Afhankelijk van de mogelijkheden voor verwijdering en terugwinning stelt de
Aannemer een beheerplan op dat de volgende gegevens bevat:
− de aard van de kanalen;
− de fracties die gesorteerd moeten worden;
− het type afval per fractie;
− de hoeveelheid afval per fractie (in m³ en in ton);
− de kostprijs van het transport;
− de kostprijs van de verwerking;
− Voorbeeld van een beheerplan:
Waarbij:
− Fracties: afvalstoffamilies: ruwbouw, metaal, ...
− Afvalstof: type afvalstof: afval van beton, van aluminium, ...
− Hoeveelheid: hoeveelheid van een type afvalstof volgens de eenheid die gewoonlijk wordt
gebruikt voor het type verwerkt materiaal (str.m., m², m³, st.).
− Gewicht: volumiek gewicht.
− Container: aantal noodzakelijke containers voor de opslag en verwijdering van het afval.
− Transport: aantal ton te transporteren afval, prijs per ton en totaalprijs per type afvalstof.
− Kanalen: type verwerking, prijs per ton en totaalprijs per type afvalstof.
3.5. Werkwijze van de afbraak en de bouw
Afhankelijk van de voorafgaande studies en de diverse te scheiden
afvalfracties, dient de Aannemer een werkwijze met de volgende fasen op te
stellen en aan de Bouwheer voor te leggen:
− verwijdering van afwerkingsmaterialen of -elementen;
− verwijdering van bedekkingselementen;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
6/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− afbraak van de ruwbouw.
De fasering van de afbraak van een gebouw of een deel van een gebouw
gebeurt in de omgekeerde volgorde van de opbouw. Dit betekent dat het
gebouw gesloopt wordt in horizontale lagen van boven naar beneden. Deze
regel zorgt voor de meest gunstige werkomstandigheden voor het personeel
en biedt de meeste waarborgen op het gebied van de veiligheid van derden.
3.6. Controle en opvolging van de verwijdering van het afval
De Aannemer staat in voor de opvolging en de controle:
− van de verplaatsing van het afval van de site van de bouwplaats naar de
gekozen stortplaats,
− de verwerking van het afval op deze stortplaats.
Hij overhandigt aan de Bouwheer een kopie van alle documenten en facturen
met betrekking tot het transport en de verwerking van het afval (bon van
ontvangst door de centrale en de stortplaats of van specifieke verwerking).
De Aannemer bewaart de volgende gegevens:
− voor de opdracht van het transport: datum, verantwoordelijke,
vervoerder, type vrachtwagen, afval, tonnage, volume, bestemming;
− voor het transport: datum van het transport, vervoerder, type
vrachtwagen, afval, tonnage, volume, bestemming, bedrag van de
factuur;
− voor de verwerking: datum van ontvangst, installatie, afval, tonnage,
volume, type verwerking, bedrag van de factuur;
− voor de boekhouding: datum, verantwoordelijke, datum verzending
voor betaling.
3.7.
Documenten te leveren door de Aannemer en voor te leggen aan de
Bouwheer en Architect
Vóór aanvang van de werken
− Documenten met betrekking tot de analyse van de site;
− inventaris van de bouwmaterialen van de af te breken gebouwdelen;
− inventaris van de bouwmaterialen van de op te bouwen gebouwdelen;
− inventaris per type afvalstof;
− kwantitatieve meetstaat van het afval per type;
− inventaris en analyse van de kanalen voor verwijdering en terugwinning;
− beheerplan van het sloop- en bouwafval;
− werkwijze van de afbraak;
− werkwijze van de bouw;
en maandelijks
−
kopie van alle documenten en facturen met betrekking tot het transport
en de verwerking van het afval,
− update van het beheerplan,
− update van de werkwijze.
3.8.
Bijkomende informatie door de Aannemer te verstrekken aan de
Bouwheer en Architect
− Bouwplaatsinstallatieplan met inplanting, signalisatie en bescherming van
de inhoud van de verschillende containers en sorteerzones;
− Evaluatie van het afval gegenereerd door het personeel en door de
bouwplaats: beoordeling van de hoeveelheid afval geproduceerd op de
bouwplaats door de activiteiten van de onderneming (kantoren en
kantine).
3.9.
Opleiding van het personeel van de Aannemer
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
7/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Het personeel op de bouwplaats moet opgeleid worden op het gebied van:
− de controle en de opvolging van het sorteren op de bouwplaats;
− de correctie van de toevallige sorteerfouten;
− de bewaking van het vulniveau van de vrachtwagens.
4. Boetes
De Aannemer maakt aan de Aanbestedende Overheid de hierboven
genoemde documenten over. Doet hij dit niet, dan heeft de Aanbestedende
Overheid automatisch het recht om een boete te eisen, en dit telkens
vastgesteld wordt dat een document ontbreekt. Op straffe van een nieuwe
boete, levert de Aannemer de ontbrekende documenten binnen de 14
kalenderdagen te rekenen vanaf de betekening van het ontbreken (middels
nota in het werfdagboek, op het PV van de vergadering, per fax, mail of brief).
5. Betreft.
Beheer van het bouwafval, studie en opvolging.
6. Meting.
Pro memorie, inbegrepen bij de afbraakposten.
(10)200 Afbraakwerken, algemeen.
Behoudens tegenstrijdig bericht, is deze bepaling van toepassing voor alle
bepalingen waarvan het nummer begint met (10)2 en (10)3.
1.
Studies.
1.1. Voorafgaande verkenning.
De Aannemer dient kennis te nemen van de inplanting van de leidingen voor
riolering, water, gas en aardolie, alsook bekabeling voor telefoon,
teledistributie en elektriciteit, enz. en dient zich te wenden tot de
desbetreffende bedrijven of organismen. Hij zal met hen alle nodige
maatregelen nemen voor de opheffing van diverse bestaande aansluitingen
waarvan hieronder sprake, om zo geen storingen of willekeurige ongevallen in
de aansluitingsnetten te veroorzaken waarin zij uitmonden of die zij bedienen.
De Aannemer draagt en staat in voor alle nodige middelen met betrekking tot
het herstellen en/of vernieuwen van beschadigde elementen, hij staat in voor
eventuele boetes, onder andere ten gevolge van mogelijke onderbrekingen.
Vóór de afbraakwerken zal de Aannemer via sonderingen nagaan of de te
slopen elementen geen asbest meer bevatten: ofwel werd er vooraf een
verkenningsproef ondernomen en vraagt hij hiervan een kopie aan de
Bouwheer, ofwel wordt deze conform de van kracht zijnde wetgeving
uitgevoerd. Indien asbest of een ander giftig materiaal wordt vastgesteld dat
niet aangegeven werd, zal hij er dringend het Werfbestuur van de op de
hoogte brengen.
De Aannemer voert op eigen kosten alle nodige operaties uit ter verkenning
en ter inzicht van de aard en de staat van de gebouwen.
1.2. Plaatsbeschrijving.
De Aannemer laat op eigen kosten een plaatsbeschrijving opmaken van de
aanpalende gebouwen die bewaard blijven, en een vergelijkende staat op
het eind van de werken.
Hij wordt ertoe verplicht elk bestaand gebrek te melden, zoniet zal hij er de
volledige verantwoordelijkheid van dragen. Voor de voorlopige oplevering
gaat hij over tot de bijwerkingen en herstellingen waar beschadigingen
werden vastgesteld, of er wordt een schadevergoeding overeengekomen die
de kosten voor deze herstellingen dekt. In ieder geval kan alleen de Bouwheer
beslissen over de weerhouden oplossing.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
8/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Na de voorlopige oplevering blijft de Aannemer burgerlijk verantwoordelijk
voor de ongevallen die te wijten zouden zijn aan de slechte uitvoering van zijn
werken en dit tot aan de definitieve oplevering van de werken.
Tijdens de voorlopige oplevering zal de Aannemer aanwezig zijn bij de
vergelijkende staat van de plaatsbeschrijving.
1.3. Uitvoeringsplannen en berekeningen.
Vóór dat de werken van start gaan stelt de Aannemer de uitvoeringsplannen
op met daarop volgende informatie:
− de volgorde van uitvoering van de afbraakwerken, met verduidelijking van
de verschillende fasen;
− de tijdelijke en/of definitieve inrichtingen om de stabiliteit te verzekeren van
de af te breken delen die tijdelijk behouden moeten worden of van de
constructies die definitief ter plaatse blijven (wegen, gebouwen, gemene
muren...), onder meer verstevigingen, ondersteuningen, stempelwerken enz.
− de eventuele uitvoering van nieuwe constructies per fase, om de
stutelementen er tegen te kunnen laten steunen, om gemene muren en
constructies voorlopig te behouden;
− de gekozen veiligheidsmaatregelen.
Eventuele plannen en berekeningen dienen vóór uitvoering te worden
goedgekeurd.
2.
Uitvoering van de afbraakwerken en diverse verwijderingen.
Indien, om de afbraak toe te laten van aansluitende constructies of de
inrichting van de werftoegang, de Aannemer verplicht is om aan al dan niet
gemeenschappelijke werken aan omliggende gebouwen te raken, die niet
voor afbraak vatbaar zijn, dient hij op eigen kosten en met de grootste zorg,
alle nodige werken uit te voeren om een perfect behoud en een goede
werking van deze werken te garanderen. Alle werken om de omliggende
gebouwen opnieuw te herstellen, zowel aan de binnen- als aan de
buitenkant, vallen ten laste van de Aannemer die deze ter voldoening van de
omliggende eigenaars uitvoert.
De Aannemer waakt erover dat de verwijdering van de diverse elementen,
vereist in de aanbestedingsdocumenten, de waterdichting van het volledig te
behouden gevelparement niet beschadigt, verslechtert of beperkt: de
verwijdering gebeurt door demontage en niet door uittrekken van onderdelen
of elementen.
De
Aannemer
voert,
onder
eigen
verantwoordelijkheid,
alle
ondersteuningswerken, stutwerken, enz uit, bestemd om willekeurige schade
aan gebouwen en aan wegen te vermijden. Het weghalen van
steunelementen dient vooreerst ter goedkeuring aan de Architect en de
Ingenieur Stabiliteit te worden voorgelegd. Wat ook de goedkeuringen
hieromtrent mogen zijn, toch zal de Aannemer volledig verantwoordelijk zijn
voor schade, veroorzaakt aan aanpalende gebouwen, voetpaden of wegen.
Van bij de aanvang van de werken, is de Aannemer volledig verantwoordelijk
in geval van willekeurige ongelukken aan derden of aan de Bouwheer, onder
andere op gebied van openbaar verkeer, als gevolg van de uitvoering van af
te breken elementen, zelfs in geval van overmacht (onweer, tornado,
aardbevingen, …). Bijgevolg wordt de aandacht van de Aannemer gevestigd
op het feit dat alle kosten die voortvloeien uit de te nemen maatregelen om
aan de vereisten te voldoen waarvan hierboven sprake, ten koste van de
onderneming zijn en onder meer (in voorkomende gevallen):
2.1.
de
bronbemalingen,
steigerwerken,
stellingen,
stutwerken,
beschoeiingen,
verstevigingen, schoren, schragen, stempeling,
afdamming, beschoeide bouwputten, enz. nodig voor de stabiliteit van
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
9/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
het in te richten gebouw, de gerieflijkheid en veiligheid van de werf,
stabiliteit van omliggende gebouwen die definitief behouden blijven, of
af te breken gedeelten die voorlopig behouden blijven.
Alle verstevigingswerken, stutwerken enz. zoals hierboven beschreven
worden op hun plaats gehouden zolang de Bouwheer en de
Projectontwerper het nodig achten of zijn daar waar nodig definitief,
voor de toekomstige stabiliteit van de te behouden gebouwen;
2.2.
het stutten van openingen, zelfs hun afdichting door middel van
metselwerk in muren die eventueel blijven behouden als schoormuur
voor puntgevels en gevelmuren;
2.3.
de bijkomende werkzaamheden die voortvloeien uit de eventuele bouw
van nieuwe constructies per fase en onder meer de bijkomende
wapeningen die nodig zijn voor deze techniek;
2.4.
alle voorlopige werken die bestemd zijn om de uitvoeringswerken te
vergemakkelijken;
2.5.
alle vernieuwingen of reconstructie van werken, delen van werken of
aanpalende gebouwen die beschadigd werden door de werken van de
huidige aanneming; de aanwerkingen, reconstructies en herstellingen
worden vervaardigd om de prestaties en de afwerkingen van de
beschadigde elementen in hun aanvankelijke staat te herstellen; de
uitvoeringswijze dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de
Architect en in voorkomend geval, de Raadgevende Ingenieur stabiliteit;
2.6.
het ter beschikking stellen aan de Bouwheer van het nodige materiaal
en personeel om alle controles te kunnen uitvoeren die hij nodig acht;
2.7.
de reiniging van binnen- en buitenriolering rondom de werf na de
uitvoering van de afbraakwerken;
2.8.
alle willekeurige voorzieningen om de veiligheid en het verkeer van
voertuigen en voetgangers te vergemakkelijken tijdens de duur van de
werken op de omliggende openbare wegen;
2.9.
alle willekeurige voorzieningen om te allen tijde de afvloeiing en afvoer
van water, geulen, riolering enz. te verzekeren en onder meer de nodige
voorlopige omleidingen;
2.10. de kosten voor maatregelen om de lawaaihinder afkomstig van de werf
en diens voertuigen zo veel mogelijk te beperken, alsook de hinder
afkomstig van oplaaiend stof door de afbraakwerkzaamheden;
2.11. alle nodige willekeurige voorzieningen om te allen tijde, de stabiliteit van
keldermuren die onderworpen zijn aan horizontale drukken, te
verzekeren.
3.
Afbraakproducten.
Hetzij anders vermeld, worden de materialen, afkomstig van afbraakwerken
en demontage, eigendom van de Aannemer, behalve echter:
− voorwerpen of materialen, die per definitie geen eigendom zijn van de
eigenaar van het gebouw, zoals tellers, kranen, verlichtingspalen, H.S.
kanalen, enz.
− kunstwerken, schatten, historische voorwerpen, muntstukken, medailles, enz.
die in de grond of het afbraakmateriaal kunnen worden ontdekt en die
volgend de richtlijnen van het Burgerlijk Wetboek, worden verdeeld.
Het is verboden op de werf materialen te storten die hergebruikt of
doorverkocht kunnen worden, en niet bestemd voor deze werf.
Het is eveneens verboden afbraakmateriaal op de werf te verbranden.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
10/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De Aannemer mag tegen de Bouwheer niet in beroep gaan voor het
eventueel verdwijnen van willekeurige voorwerpen of materialen waarvan hij
het bestaan zou hebben opgemerkt alvorens met de werken te starten.
Conform de technische bepaling (1-)011, de regionale wetgeving en de
plaatselijke vereisten, worden de afbraak- en/of demontageproducten van
de werf afgevoerd naar een recyclagecentrale die door de Werfdirectie werd
goedgekeurd, niet recycleerbaar afval wordt naar een voor dit type
producten gekeurde stortplaats gebracht. De Aannemer levert een kopij van
de receptiebons van de centrale en de stortplaats.
Alle taksen en meerkosten betreffende het lozen van puin op stortenterreinen,
sortering en selectie voor recyclage van afval, enz. vallen ten laste van de
Aannemer.
4.
Elementen die goedgekeurd moeten worden.
De Aannemer dient ter goedkeuring aan de Bouwheer, de Architect en de
Raadgevende Ingenieur stabiliteit volgende elementen voor te leggen:
− de uitvoeringsplannen (cf. 1.3 hierboven),
− de eventuele rekennota’s met betrekking tot de uitvoering,
− de plannen en berekeningen inzake de ondersteuningswerken waarvan
sprake in punt 2.
5.
Verplichtingen van de Aannemer.
De Aannemer voert de afbraakwerken uit en neemt alle nodige maatregelen
om:
− de veiligheid van het publiek alsook dat van de arbeiders die instaan voor
de afbraak, is verzekerd;
− zo veel mogelijk de productie van stof tegen te gaan, indien nodig door
veelzijdig besproeien van de werf en/of afbraakmateriaal;
− zo veel mogelijk de risico’s te beperken op hinder bij de buurtbewoners
zowel betreffende de nabije gebouwen als de wegen; het is onder andere
verboden om springstoffen te gebruiken, alsook compressoren en
lawaaierige
pneumatische
hamers,
zonder
bijzondere
voorzorgsmaatregelen tegen lawaai en zonder voorafgaand akkoord van
het bevoegd bestuur, of nog massieve onderdelen van op grote hoogte te
laten vallen;
− de stabiliteit van de gebouwen of gedeelten hiervan die behouden blijven
alsook naburige gebouwen in het gedrang te brengen;
− het gebruik, de veiligheid, het behoud en het geheel van constructies en
gebouwen, zoals eerder sprake, te verzekeren, en te vermijden dat hier
storingen in opduiken;
− de activiteiten niet te hinderen die zich in de aanpalende gebouwen
afspelen (veiligheidsmaatregelen, beperking van de lawaaihinder, …)
− de stabiliteit van de weg(en) te garanderen alsook dat van ondergrondse
installaties die zich er bevinden.
6.
Documenten die bij de inschrijving dienen te worden toegevoegd.
De inschrijver moet de volgende elementen verplicht toevoegen bij zijn
inschrijving:
− voor de steunelementen die na het einde van de werken moeten blijven
behouden, de voorstellen voor de huur of de heraankoop van de
bovengenoemde elementen na het einde van de werken; de duur van de
eventuele huur moet door de Bouwheer worden bepaald;
− de beschrijving van de afbraakmethode.
7.
Bijzondere documenten van toepassing.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
11/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
-
technische bepaling (1-)011,
-
het typebestek 904, hoofdstuk 01.04 afbraak;
-
het typebestek 904, hoofdstuk 01.01 en 01.71 plaatsbeschrijving, voorlopige
constructies en wanden;
-
het TB 2011, Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
− voor Brussel, de voorschriften van het BIM;
− het reglement betreffende asbest in België, Ph. Antoine, uitgave Kluwer, info
84, 20/09/2002;
− NAVB, aflevering n°1 " Geheugensteun van de voornaamste maatregelen
inzake veiligheid en hygiëne, van toepassing op werken op bouwplaatsen";
− NAVB, aflevering n°50 " Afbraakwerken ";
− NAVB, aflevering n°43 " Renovatiewerken ";
− NIT 144 van het WTCB, december 1982;
− het AVGP voor de veiligheidscoördinatie en het werfreglement;
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
8. Meting.
Pro memorie, inbegrepen bij de afbraakposten.
(10)315
Afbraak van zones met hydrocarbonaat- en andere
bedekkingen
1.
Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
− de afbraak, manueel of door geschikte mechanische middelen, van zones
met hydrocarbonaatbedekkingen, inclusief de aanwezige funderings- en
waterdichtingslagen, ongeacht hun samenstelling of dikte, tot op de
aanwezige structuurplaat waarvan de integriteit perfect moet blijven
behouden.
− de afvoer van puin buiten het eigendom.
− de coördinatie met de eigenaars en de beheerders van de werken onder
de interventiezones en het gebruik van alle geschikte middelen voor de
bescherming van deze goederen in de tijdelijke fase zonder waterdichting.
Het gebruik van springstoffen is verboden.
2.
Betreft.
De externe zones met hydrocarbonaatbedekking en andere diverse
bedekkingen die afgebroken moeten worden voor de blootstelling van
betonstructuren.
3.
Meting.
Per vierkante meter.
(10)535
Aanaardingen van teelaarde afkomstig van buiten
de eigendom.
1.
Aard en omvang van de werken
Dit werk omvat:
– de levering van de teelaarde door de Aannemer;
– de aanaarding en de profilering van de aanaardingen volgens de
aanwijzingen van de plannen of van de Architect.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
12/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2.
Materialen.
De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende
voorschriften:
– teelaarde: Dp1-11.
3.
Betreft.
Aanaarding van teelaarde voor planten- en boombakken die afkomstig is van
buiten het eigendom.
4.
Meting.
Per m³ ter plaatse.
(16)632
Waterdichte harde binnendekvloer op basis van
waterwerende cementmortel en membraan op
betonwand.
1. Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten de uitvoering van een waterdichtingsdekvloer op een
waterdichtingsmembraan, dat werd aangebracht op de betonnen drager.
Het moet mogelijk zijn zowel een bekuiping uit te voeren, om te weerstaan
aan de druk van de grondwaterspiegel als een tank.
Dit werk omvat de levering en plaatsing van:
– de voorbereiding van de drager, inclusief eventuele bepleistering,
– het waterdichtingsmembraan op de af te dichten wanden,
– de aansluitingstoebehoren naar de afvoeren,
– de waterdichtingsbescherming door cementering met gewapende mortel,
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
2.
Uitvoeringswijze
2.1. Algemeen.
Voorbereiding van de drager. Tijdens deze voorbereidende werken wordt
gecontroleerd of de te behandelen oppervlakken volledig vlak, stofvrij en
droog zijn.
In voorkomend geval, indien de vlakheid niet verkregen werd (reliëfverschillen
groter dan 1 cm met de 2 m lat), wordt een effen makende bepleistering
aangebracht. De bezetting heeft een totale gemiddelde dikte van 20 mm en
wordt aangebracht in stroken met een minimale breedte van 20 cm en een
maximale dikte van 1 mm; deze wordt zorgvuldig uitgevlakt: de gaten en
holten worden opgevuld, de scherpe boorden worden afgekant, de wand
wordt zorgvuldig opgevoegd, de oppervlakken zijn vrij van stof of modder,
droog en zonder sporen van pek of verf.
De hoeken tussen verticale en horizontale wanden worden afgekant op 45°
door middel van bepleistering (diagonale van minstens 5cm).
Het gewapende EPDM-waterdichtingsmembraan wordt vol uitgelijmd op de
af te dichten dragers. Alle voegen worden door vulkanisatie gelast. De
voegen op de werf blijven zo beperkt mogelijk (deze tussen horizontale en
verticale wanden). Het membraan wordt op de afvoerhulpstukken gelast.
De mechanische bescherming van de waterdichting gebeurt door middel van
een cementpleister met wapeningsnet, zowel op de horizontale als verticale
wanden. Het afgewerkte oppervlak is volledig vlak: tolerantie van 2 mm met
de lat van 2 m.
De pleister op de vloer wordt met een lichte helling van minimaal 0,5cm/m
naar de afvoer geplaatst.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
13/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2.2. Ligging van de waterdichtingsbepleistering.
De waterdichtingsdekvloer wordt in de bekuiping uitgevoerd, en blijft
zichtbaar over bijna het volledige oppervlak.
2.3. Behandeling van de drager.
Voor de uitvoering van de mortel zal de Aannemer gebruik maken van
waterafstotende toeslagstoffen op basis van silicaat (minstens 1 liter per 50 kg
cement); hij voert de werken uit, conform de voorschriften Yy2.
Deze toeslagstof is homogeen aanwezig in de mortelmassa.
De Aannemer reinigt de oppervlakken en maakt ze vrij van vetten, olie,
ontkistingsproducten en puin afkomstig van zand en mortel.
Wanneer vóór het gladstrijken een pleisterlaag wordt aangebracht, worden
de betonnen dragers zonder uitzondering over de volledige omvang afgebikt,
om een ruw oppervlak te verkrijgen. Dit gebeurt met de pneumatische hamer
ter waarde van ongeveer 1 slag per dm2. De betonnen dragers met glad
oppervlak worden volledig gebouchardeerd.
De boorden van de dragers worden geveld en inspringende hoeken worden
voorzien van een afschuining van 5 tot 6 cm met vochtafstotende mortel; de
afschuining mag worden uitgevoerd wanneer de eerste pleisterlaag wordt
aangebracht.
Vóór het aanbrengen van de bepleistering wordt de drager gereinigd met
water, geëmulgeerd met perslucht om stof en onvoldoende hechtende
elementen te verwijderen.
2.4. Totale dikte van de waterdichtingsdekvloeren.
De totale dikte van de dekvloeren, inclusief de eventuele hechtingslagen,
bedraagt minstens 3 cm in de verticale delen en 4 cm in de horizontale.
2.5. Uitvoering van de waterdichtingsdekvloer.
De dekvloer dient zo laat mogelijk te worden uitgevoerd, bij voorkeur na de
volledige afwerking van de ruwbouw.
Deze waterdichtingsdekvloer wordt door gespecialiseerde mankrachten
aangebracht.
De bepleistering wordt continu uitgevoerd; indien aansluitingen onvermijdelijk
zijn, zullen de verschillende lagen trapsgewijs worden onderbroken, om de
stortvoegen te schranken met ongeveer 25 tot 30 cm.
Vóór het aanbrengen van een nieuwe laag, wordt gecontroleerd of de
voorgaande laag voldoende droog is. Deze laag wordt proper en vochtig
gemaakt. Een interval van bijvoorbeeld 12 uur is een toelaatbare tijdspanne
tussen het aanbrengen van twee opeenvolgende lagen.
Alle hoeken van de dekvloer worden zorgvuldig afgerond, de kromtestraal
mag niet kleiner zijn dan 4 cm.
De voegen in de ruwbouw dienen in de waterdichtingsdekvloer te worden
overgenomen.
Ter hoogte van doorvoeren wordt een soepele voeg voorzien voor de
continuïteit tussen de dekvloer en het element.
Na de afwerking zijn de oppervlakken vlak, in het lood of op niveau.
a) Verticale delen:
De bekleding omvat op de verticale delen een eventuele deklaag en
minstens 3 gespoten pleisterlagen. De dikte van de lagen is niet groter dan 15
mm.
b) Horizontale delen:
De eventuele hechtingslaag wordt met de borstel aangebracht; vervolgens
worden minstens 3 pleisterlagen, zwaar verdicht of getrild, aangebracht.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
14/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De twee eerste lagen worden ruw gelaten, de laatste laag wordt met de lat
uitgevlakt, gespateld indien de samenstelling het toelaat en gladgestreken
met een truweel.
2.6. Dosering van de mortel.
De basispleister dient principieel minstens even bestendig te zijn als de
afwerkingspleister.
De Aannemer maakt gebruik van grof zand Dp1-39 en cement Dq2.
De hechtingslagen worden gedoseerd ter waarde van één volume cement
voor één volume grof zand.
Voor elke pleisterlaag is de dosering cement groter of gelijk aan 400 kg
cement per m3 mortel (1 volume cement voor 3 volumes zand).
2.7. Bescherming van de bepleistering.
Dekvloeren mogen bij zware regen of temperaturen onder het vriespunt niet
worden uitgevoerd, noch wanneer nachtvorst mogelijk is. Indien de
oppervlakken worden blootgesteld aan felle zonnestralen of uitdrogende
wind, wordt verplicht de verse mortel tegen uitdroging beschermd.
Hard geworden pleister moet worden beschut tegen warmte; warmtebronnen
moeten noodzakelijk op een geventileerde sokkel worden geplaatst die hen
van de waterdichting afzondert.
Er mogen geen koude bruggen of thermische schokken ontstaan. De
temperatuur ter hoogte van de dekvloer mag nooit meer dan 50 °C
bedragen.
3.
Materialen.
De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften:
– Membraan: Ln7-1,
– metalen wapening: Jh2-1,
– synthetische wapening: Jm2,
– toeslagstof: Yu2,
– zand: Dp1-39,
– cement: Dq2
– afvoerhulpstukken: In6-10.
4.
Betreft.
Waterdichte harde binnendekvloer op basis van waterwerende cementmortel
en membraan op betonwand om de perfecte bescherming van de dichtheid
van de boombak te realiseren.
5.
Meting.
Per vierkante meter.
(2-)000
Bovenbouw, algemeen.
Behoudens andersluidende vermelding is deze bepaling van toepassing op
alle bepalingen waarvan het nummer begint met (2 -).
De structuren worden door gespecialiseerde arbeidskrachten gemonteerd en
geregeld.
Tijdens de opslag, de bediening en de behandeling worden alle voorzorgen
genomen om vervorming, verwringing of andere verdraaiing te vermijden.
1.
Informatie.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
15/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De Aannemer is verplicht om de Architect ten gepaste tijde de exacte positie
van de technische installaties te vragen zodat de noodzakelijke
doorvoeringen en holle ruimten in de ruwbouw kunnen worden aangebracht.
2. Niveaus.
De Aannemer traceert 1 m hoger dan de niveaus van de “afgewerkte vloer”:
− het aanvankelijke referentiepeil (beginpeil);
− de opeenvolgende referentiepeilen
Hij vraagt de Architect het aantal, de locatie en de juistheid van deze peilen.
Hij zorgt ervoor dat deze referenties goed bewaard worden tot de voorlopige
oplevering.
De toleranties voor de verschuiving van de referentiepeilen ten opzichte van
het beginpeil worden vermeld in de volgende tabel:
D: afstand (m) tussen een referentiepeil en het beginpeil.
T: toleranties van de peilen (mm) meer of minder.
D:<= 10, <= 50, > 50
T: 2, 3, 5
Bij gebrek aan verduidelijking in het bijzonder bestek, zal de Aannemer erover
waken
voor
elke
specifieke
uitvoering,
de
toleranties
inzake
structuurvervorming na te leven (maar is 10% strenger dan de toleranties van
deze normen), uit normen NBN EN 1991-1-1 +ANB (ter vervanging van NBN B 03103), NBN ENV 1090-1, NBN ENV100-1:1997 en NBN ENV13670-1.
3. Brandwerendheid.
De werken geven de weerstandsgraden weer tegen brand volgens de
voorschriften van het KB van 7 juli 1994, gewijzigd door het KB van 19
december 1997, gewijzigd door het KB van 4 april 2003, gewijzigd door het KB
van 13 juni 2007 (BS 18/07/2007), die de basisnormen regelen op vlak van
brandpreventie en preventie van ontploffingsgevaar, waaraan de nieuwe
gebouwen moeten voldoen. Voor de structuren is de brandwerendheid Rf of
REI aangegeven op de stabiliteitsplannen.
Voor de werken in gewapend beton worden de dekkingen die vermeld staan
op de plannen om de brandwerendheid te garanderen, strikt nageleefd. Zo
niet moet de Aannemer voor eigen rekening de nodige werken uitvoeren om
de verplichte brandwerendheid te garanderen.
De vastklemming van alle buizen en leidingen die door de brandwerende
muren, vloeren en plafonds lopen, moet even brandwerend zijn als het
onderdeel waardoor ze lopen.
De randopvoeging van het metselwerk Rf of REI wordt uitgevoerd over de
volledige dikte van dit metselwerk.
Dit werk maakt integraal deel uit van de muur-, vloer- en plafondwerken en
wordt niet afzonderlijk opgemeten.
4.
Elementen die goedgekeurd moeten worden.
De Aannemer laat de brand- en rookwerende vastklemsystemen die hij wil
gebruiken, goedkeuren door de Architect, en legt daarvoor de certificaten
van de bijbehorende proeven voor, die in door de overheid erkende
laboratoria uitgevoerd werden.
De Aannemer laat een gedetailleerde planning met alle geplande
montagefasen voor de structuur die hij moet uitvoeren, goedkeuren door het
studiebureau. Daarnaast laat hij ook een plan met het geplande type van
steiger,
rekening
houdend
met
deze
montagefasen,
de
uitvoeringsomstandigheden en de uitvoeringstermijn, door dit studiebureau
goedkeuren.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
16/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Alle kosten met betrekking tot deze werken: opstelling van de plannen,
montage van de steigers en vertuiing zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen die
opgenomen werden in de meetstaat.
5.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− KB van 7 juli 1994 (gewijzigd op 19 december 1997) tot vaststelling van de
basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de
nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd door het KB van 4 april 2003,
gewijzigd door het KB van 13 juni 2007 (BS 18/07/2007),
− M.B. van 6 juni 2006 (BS 26/06/2006) tot vaststelling van de
overeenstemming tussen de Belgische en Europese klassen inzake reactie
bij brand voor een reeks van producten voor thermische isolatie van
gebouwen,
− De volledige EUROCODE serie 1 tot 9 voor de betrokken delen (NBN ENV
1991 tot NBN ENV 1999, uitgegeven door het BIN), waaronder de NBN EN
1991-1-1+ANB belasting op de structuren - deel 1.1 algemene belastingen volumiek gewicht, eigengewicht, belastingen tijdens de uitvoering voor de
gebouwen - nationale bijlage en de NBN EN 1991-1-3+ANB
(sneeuwbelasting),
− bij gebrek aan indicaties in de NBN ENV 1991 tot NBN ENV 1999, wordt
Eurocode 0 = NBN EN 1990+ANB Grondslag voor het constructief ontwerp
van toepassing - nationale bijlage, (serie NBN EN 1991-x-x tot NBN EN 1998-x)
− NBN EN 1991-1-1 :2002 +ANB :2007 Eurocode 1 - Belastingen op constructies Deeml 1-1: Algemene belastingen - Volumieke gewichten, eigengewicht en
opgelegde belastingen voor gebouwen - Nationale bijlage (ter vervanging
van
NBN
B03-103
vervormingen
van
draagsysteem
vervormingsgrenswaarden - gebouwen),
− NBN EN 2/01/1991: 2003 +ANB :2008 Eurocode 1: Belastingen op constructies –
Deel 1-2: Algemene belastingen - Belastingen bij brand,
− NBN EN 1991-1-3 :2003 +ANB :2007 Eurocode 1: Belastingen op constructies –
Deel 1-3: Algemene belastingen – Sneeuwbelasting – Nationale bijlage,
− NBN EN 1991-1-4 :2005 Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-4:
Algemene belastingen – Windbelasting,
− NBN EN 1991-1-5:2004 +prANB:2008 Eurocode 1: Belastingen op constructies –
Deel 1-5: Algemene belastingen - Thermische belasting – Nationale bijlage,
− NBN EN 1991-1-6:2005 Eurocode 1 – Belastingen op constructies - Deel 1-6:
Algemene belastingen - Belastingen tijdens uitvoering,
− NBN EN 1991-1-7: 2006 Eurocode 1 - Belastingen op constructies – Deel 1-7:
Algemene belastingen - Buitengewone belastingen,
− NBN EN 1364-1: 1999 Vuurweerstandsproeven
onderdelen - Deel 1: Wanden;
voor
niet-dragende
− NBN EN 1365-1 :1999 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen Deel 1: Wanden.
− NBN EN 1365-2:2000 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen –
Deel 2: Vloeren en daken.
− NBN EN 1365-3:2000 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen –
Deel 3: Balken
− NBN EN 1365-4:1999 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen –
Deel 4: Pijlers
− NBN EN 1365-5:2004 Vuurweerstandsproeven voor dragende onderdelen –
Deel 5: Balkons en loopbruggen
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
17/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− NBN EN 1366-8:2004 Beproeving van de vuurweerstand van inrichtingen in
gebouwen – Deel 8: Rookafvoerleidingen
− DTU 33.2 dimensionale toleranties van de ruwbouw bedoeld voor gordijn-,
semigordijn- en paneelgevels,
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
6. Meting
Pro memorie.
(2-)002
Algemene voorschriften van toepassing op alle
structurele betonnen elementen.
1. Toleranties.
Het beton waarvoor geen enkele specificatie wordt gegeven bezit een
gewone parementkwaliteit:
− De vlakheid van het geheel, gemeten met de 2 meterlat mag niet meer
dan 10 mm afwijken (+10mm en –5mm);
− De plaatselijke vlakheid, teruggebracht door middel van een lat van 20 cm
(maximale holte onder deze lat) buiten de voegen mag niet groter zijn dan
5 mm;
− Kolommen en schalen mogen over een verdiepingshoogte maximaal 4
mm/m uit het lood staan, en maximaal 12 mm over de volledige hoogte;
− De eigenschappen van de schil en de afwijkingen inzake aspect
eerbiedingen de volgende voorschriften:
−
De schil is homogeen en gelijkvormig;
−
Grindnesten of zandachtige zones worden hersteld;
−
Uitspringende stenen worden door middel van polijsten gladgemaakt;
−
Eventuele bellen hebben een individueel oppervlak kleiner dan 3 cm²
en een diepte kleiner dan 5 mm;
−
De maximale omvang van bellengroepen bedraagt 20% van het
gehele oppervlak;
−
Randen en stroken worden gecorrigeerd en rechtgemaakt.
Zichtbaar blijvend beton dient, hetzij anders vermeld, een verzorgde
parementkwaliteit vertoont:
− De vlakheid van het geheel teruggebracht door middel van de 2 meterlat
mag niet meer dan 5 mm bedragen;
− De plaatselijke vlakheid, teruggebracht door middel van een lat van 20 cm
(maximale holte onder deze lat) buiten de voegen mag niet groter zijn dan
2 mm;
− De eigenschappen van de schil en de afwijkingen inzake aspect
eerbiedingen de voorschriften van het gewone parement behalve op
gebied van de omvang van bellengroepen, herleidt tot 10% van het
gehele oppervlak.
Er zal geen afwijking in min worden toegestaan op de minimale afstanden met
de wapening onderling en tussen de wapening en de bekistingswanden, zoals
aangegeven op de plannen, rekening houdend met de nodige omhulling
voor de brandveiligheid.
2. Wapeningen.
De wapening van alle werken uit gewapend beton (ter plaatse gestort of
prefab) wordt onderling verbonden (met roestvaste verbindingen voor de
eventuele verbindingselementen die niet met beton worden omhuld) om een
evenwichtsverbinding te garanderen. Ze worden aangesloten op de aarding.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
18/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Architect en aan de
Raadgevende Ingenieur speciale technieken, zijn voorstellen op gebied van
equipotentiaalverbinding van de wapeningen en hun aansluiting met de
aarding, voor.
3. Doorvoer van leidingen, schachten, enz. voor de speciale technieken.
De informatie zoals vermeld in de aanbestedingsdocumenten, wordt louter
indicatief gegeven zodat de inschrijver het belang van de doorgangen,
boringen, voorbehoud en toevoeging beseft. De Aannemer kan bijgevolg niet
klagen over boringen die niet zouden worden aangegeven in de
inschrijvingsplannen.
Bovendien beschikt de inschrijver over speciale technische plannen,
opgesteld door het bureau van de Ingenieuradviseur speciale technieken. De
Aannemer wordt geacht om de gegevens nauwgezet te bestuderen om een
precies idee te krijgen van de uit te voeren boringen in de betonwerken en hij
wordt geacht om er rekening mee te houden bij de uitwerking van zijn
inschrijving.
De definitieve boringen worden gedaan op basis van uitvoeringsstudies van
Onderaannemers, na goedkeuring en coördinatie van hen door de
Ingenieuradviseur speciale technieken, de Architect en de Aannemer.
De Aannemer zorgt ervoor dat de informatie de Ingenieuradviseur op tijd
bereikt opdat hij de planning en de levering van de plannen kan respecteren.
In geval van laattijdige levering van deze inlichtingen, die wijzigingen tot
gevolg hebben op de definitieve plannen die reeds voor uitvoering aan de
Aannemer werden overhandigd, zullen de kosten met betrekking tot deze
prestaties ten laste van de Aannemer worden doorgerekend.
De Aannemer is verplicht om alle boringen die op de stabiliteitsplannen staan
uit te voeren. Na het uitvoeren van de betonwerken is iedere verdere boring
in de betonwerken verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de
Ingenieuradviseur stabiliteit. Gebeurt dat toch, draagt de Aannemer alle
schadelijke gevolgen voor het niet-naleven van deze verplichting.
4.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− NBN B15-001, NBN B15-002, NBN B15-003, NBN B15-005, NBN B 15-006, NBN EN
1992-1-2+ ANB , NBN ENV 1992-3, NBN ENV 1992-1-4,
− NBN ENV 1994-1-1+DAN, NBN ENV 1994-1-2+DAN, NBN ENV 1994-2,
− prNBN EN 1994-1-1 +ANB: 2008 , prNBN EN 1994-1-2 +ANB: 2008, NBN EN 19942: 2006,
− DTU 21, hoofdstuk 5,
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
5.
Prestaties voor ter plaatste gestort gewapend beton, van toepassing op
deze opdracht.
− Weerstandsklasse: C30/37, hetzij andere vermeld.
− Omgevingsklasse:
parkingopritten
EE3,
over
het
algemeen;
EE4
voor
vloeren
en
− Dichtheidsklasse van de te betonneren elementen: door de Aannemer
gekozen in functie van de te betonneren elementen.
− Nominale maximale afmetingen van de aggregaten: door de Aannemer
gekozen in functie van de te betonneren elementen.
− Het beton wordt gekenmerkt door de volgende bijkomende vereiste: hoge
weerstand tegen waterpenetratie, conform bijlage O van de NBN B15-001
(2004): weerstandsklasse WAI (0.50)
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
19/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− De vereiste brandweerstand bedraagt 2 uur voor alle structurele elementen
uit gewapend beton: de minimale vereiste omhulling hiervoor, aangegeven
op de plannen, zal strikt door de Aannemer worden nageleefd.
6. Meting
Pro memorie
(2-)003
Algemene voorschriften van toepassing op alle
structurele stalen elementen.
1.
Staalkwaliteit.
Er worden materiecertificaten, type 3.1 voorzien voor staal met schakering
S235. Er worden materiecertificaten, type 3.1 voorzien voor staal met
schakering S235 en voor bouten 8.8 en 10.9.
Bij staal met een weerstandsfunctie (profielen, assemblageplaten, lasplaatjes,
verstijvers, enz.), wordt hun schakering en kwaliteit aangegeven in de
stabiliteitsplannen. Stilzwijgend hiermee, vertoont het staal een schakering van
S355 en een kwaliteit, aan te vragen, conform EN 1993-1-10.
De afwerking van de profielen of buizen is glad, zelfs in geval van gelaste
profielen of buizen, die worden gladgeschaafd en gepolierd om lasnaden te
doen verdwijnen.
2.
Solderen.
De procedures, kwalificatie en proeven worden beschreven bij het artikel
materiaal Yh2-1.
3. Aardverbindingen.
De metaalelementen zijn met elkaar verbonden (met roestvaste verbindingen
voor eventuele niet-omhulde verbindingen) om een equipotentiaalverbinding
te garanderen. Ze worden aangesloten op de aarding. De Aannemer laat zijn
voorstellen voor de uitvoering van de equipotentiaalverbindingen van de
metaalelementen en hun aarding goedkeuren door de Architect en
Raadgevende Ingenieur inzake speciale technieken,conform het A.R.E.I.
4.
Uitvoering.
De fabricage en montage van metalen spanten is conform de NBN EN 1090-1.
5.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− Serie NBN EN 1993-1-1 tot 1993-1-12 en 1993-2 tot 1993-6 (+addenda) en in
voorkomend geval de ANB - Eurocode 3 Ontwerp en berekening van
staalconstructies Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen, Deel
1-2: Algemene regels - Ontwerp en berekening van constructies bij brand,
Deel 1-3: Algemene regels - Aanvullende regels voor koudgevormde
dunwandige profielen en platen, Deel 1-4: Algemene regels - Aanvullende
regels voor roestvast staal, Deel 1-5: Vlakke plaatvelden, Deel 1-6: Sterkte en
stabiliteit van schaalconstructies, Deel 1-7: Sterkte en stabiliteit van haaks op
het vlak belaste platen, Deel 1-8: Ontwerp en berekening van verbindingen,
Deel 1-9: Vermoeiing, Deel 1-10: Materiaaltaaiheid en eigenschappen in de
dikterichting, Deel 1-11: Ontwerp en berekening van aan trek onderworpen
componenten, Deel 1-12: Aanvullende regels voor de uitbreiding van EN
1993 voor staalsoorten tot en met S 700, Deel 2: Metalen bruggen, Deel 3-1:
Torens, masten en schoorstenen, - Spandraad pylonen en masten, Deel 3-2:
Torens, masten en schoorstenen, - Schoorstenen, Deel 5: Palen en
damplanken, Deel 6: rolbaan
− NBN ENV 1/01/1993+DAN, NBN ENV 2/01/1993+DAN, NBN ENV 1993-2,
− AB WTCB, aflevering 8
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
20/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− DTU (Documents Techniques Unifiés en vigueur en France), DTU 32.1
construction métallique - charpente en acier, (Verzamelde technische
documenten – Frankrijk: DTU 32.1 metalen constructie – stalen structuur);
aangevuld of gewijzigd zoals beschreven in onderhavig bestek.
6.
Materialen.
De voorschriften van
− Yh2-02
− Yh2-03
− Yh2-1
− Yh2;
zijn van toepassing.
7. Corrosiebescherming: meetcode.
Als hierover niets vermeld wordt in de aanbestedingsdocumenten, worden alle
metaalelementen door metallisatie ZnAl 85/15 beschermd en vervolgens
geschilderd.
Alle elementen van roestvast staal worden geschilderd of geborsteld, volgens
de keuze van de Architect.
De kleine constructies die geen laswerk of later werk zoals boorgaten vereisen,
kunnen thermisch verzinkt worden door onderdompeling en vervolgens
geverfd worden.
Deze bewerkingen en afwerkingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de
offerte, bijvoorbeeld per kilo staal, voor de respectievelijke bouwelementen.
8. Meting
Pro memorie.
(21)112
Opgaand metselwerk uit zware betonblokken voor
buitenmuren.
1.
Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
– de uitvoering van het metselwerk uit zware betonblokken, met vlakken als
volgt:
–
ruw indien ze bestemd zijn voor buiten, om bepleisterd of bedekt te
worden met een andere bekleding,
–
met
een
textuur
en
kleur
aanbestedingsdocumenten indien
zichtbaar te blijven van buiten af;
zoals
aangegeven
de blokken bestemd
in
zijn
de
om
– De voegvulling met mortel achteraf door middel van een rond voegmes
voor het zichtbaar blijvend metselwerk;
– De opgaande voegvulling voor metselwerk dat bepleisterd of bedekt
wordt;
– Alle noodzakelijke werkzaamheden bij de uitvoering van het metselwerk
volgens de regels van de kunst.
De Aannemer vraagt tijdig de ligging van de doorvoeren, sleuven en
kabeldoorgangen aan.
Het formaat van het blok wordt door de Aannemer gekozen, die het ter
goedkeuring voorlegt aan de Architect.
De gecorrigeerde karakteristieke drukweerstand fk van de blokken (NBN B24301) is groter dan:
–
2,5 N/mm² in geval van gemeenschappelijk metselwerk,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
21/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
–
architects & engineers
20 N/mm² in geval van dragend metselwerk met verhoogde prestaties.
De gebruikte mortel vertoont een minimale weerstand van:
–
2,5 N/mm² in geval van gemeenschappelijk metselwerk,
–
5 N/mm² in geval van dragend metselwerk met verhoogde prestaties.
Voor het dragend metselwerk met verhoogde prestaties, wordt de weerstand
van de blokken en van de mortel gekozen opdat de karakteristieke weerstand
op het muurtje (NBN B24-211) minstens 8 N/mm² zou bedragen.
De muren worden op de aanpalende structuurelementen verbonden.
2.
Materialen.
De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende
voorschriften:
– metselwerk: F,
– zware betonblokken voor gewoon metselwerk: Ff2-1,
– zware betonblokken voor zichtbaar metselwerk: Ff2-11,
– mortel: Dq4.
3.
Elementen die goedgekeurd moeten worden.
Vóór de plaatsing legt de Aannemer de volgende elementen ter goedkeuring
voor aan de Architect:
– het proces verbaal van de proeven op dragend metselwerk,
– de betonblokken,
– de voegmortel bij zichtbaar blijvende muren.
4.
Betreft.
Opgaand metselwerk uit zware betonblokken voor buitenmuren voor
plantenbakken en dergelijke.
5.
Meting.
Muren: per kubieke meter volgens het type blok, alle holten afgetrokken.
Indien de lateien afzonderlijk worden geraamd, worden deze afgetrokken.
Indien de lateien niet afzonderlijk worden geraamd, maken zij integraal deel
uit van de eenheidsprijs.
De eenheidsprijs omvat alle metalen bevestigingselementen.
(23)112
Vloer uit gewapend beton met gewone bekisting.
1.
Aard en omvang van het werk.
Deze werken omvatten de vloerplaten en –balken uit gewapend beton.
Het oppervlak van het ontkiste beton dient ruw en proper te zijn en wordt
afgewerkt met een traditionele pleisterlaag.
2.
Materialen.
De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften:
– gewapend beton: Yq4-5.
3.
Betreft.
Balken en platen uit gewapend beton met gewone bekisting voor vloeren.
Hangende tuin.
4.
Meting.
Beton: per kubieke meter.
Bekisting: per vierkante meter,
Staal: per kilogram.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
22/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(28)001
architects & engineers
Studie van de structuur ten laste van de Aannemer
1. Aard en omvang van het werk.
Deze werken omvatten alle prestaties voor de uit te voeren studies door de
Aannemer voor de artikels (23)112, (28)113, (28)411, (30)212 en (30)222, inclusief
hun hulpstukken en bevestigingen;
Het voorstel van al deze studies valt ten laste van de Aannemer, en omvat alle
nodige documenten voor de goede uitvoering van de werken, deze dienen
volledig ter goedkeuring van de Bouwheer en diens Raadgevers te worden
voorgelegd.
2. Referentiedocumenten
Deze werken worden uitgevoerd
voorschriften:
in
overeenstemming
met
volgende
- Dit artikel, de plannen en andere artikels,
aangevuld of gewijzigd overeenkomstig dit bestek.
3. Materialen
Niet van toepassing.
4.
Uitvoering
4.1. Ter goedkeuring voor te leggen
Ter goedkeuring voor te leggen aan de Bouwheer, de Architect, de
raadgevend Ingenieur en, in voorkomend geval, het technische
controlebureau SECO:
– berekeningsnota's, gedetailleerde studies en uitvoeringsplannen en -details.
4.2. Voorafgaand bezoek op de plaats van de werken
Conform dit bestek.
4.3. Werkwijze
- De assemblageplannen en -details: de zichten in 3D, de fabricage- en
programmatieplannen volgens het Autocad-systeem mogen de plannen
van de Directie der Werken niet wijzigen;
- Wanneer de productie in meer dan EEN atelier plaatsvindt, vallen de daarbij
horende kosten voor het controlebureau ten laste van de Aannemer. Dit
geldt eveneens voor de fabricage in EEN of meerdere ateliers buiten België;
- De termijn die nodig is voor het controlebureau en de Raadgevende
Ingenieur voor de goedkeuring van de plannen bedraagt twee weken;
- Alle proeven en controles die door het controlebureau en de Raadgevende
Ingenieur worden aangevraagd, gebeuren ten laste van de Aannemer;
5. Betreft
Studies ten laste van de Aannemer.
6.
MEETSTAAT
6.1. Meetcode
Forfaitair.
6.2. Meeteenheid
Per studie.
6.3. Hoeveelheid
Conform de artikels (23)112, (28)113,(30)212 en (30)222
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
23/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(28)113
architects & engineers
Structuur uit gewapend beton met gewone bekisting.
Bepaling (2-)002 is van toepassing, als volgt aangevuld en gewijzigd.
1. Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
− de uitvoering van de platen, balken en wanden uit gewapend beton met
gewone bekisting;
− de levering en uitvoering van alle buizen of moffen, die in het beton worden
vervat, voor de doorvoer van vloeistoffen of elektromechanische
uitrustingen, zoals aangegeven op de plannen, of die noodzakelijk zijn voor
de goede uitvoering der werken;
Alle vloer- en dakelementen worden bekist met een opbuiging in één of twee
richtingen, volgens het geval en volgens de instructies die de Aannemer dient
aan te vragen aan de Raadgevende Ingenieur en de Architect.
2.
Materialen.
De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende
voorschriften:
− gewapend beton met normale bekisting: Yq4-5, C30/37 EE3.
3.
Betreft.
Structuur uit gewapend beton met gewone bekisting.
4.
Meting.
Beton: per m³.
Bekisting: in het beton vervat.
Staal: per kg.
(28)423
Verankeringen in de elementen uit gewapend beton.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken betreffen de verankeringen in de bestaande structuren uit gewapend beton,
in de gemene muur, doormiddel van draadstangen of ingeklemde bouten in het beton.
De verankering gebeurt door middel van inklemmingen van het chemische type of
gelijkaardig. De Aannemer legt aan de Directie der Werken het voorgestelde systeem
voor alsook de proefresultaten van de inklemmingen in het beton. De lengte van de
stang in de nieuwe betonnen elementen vertoont een minimale diameter van 30; in
geval de geometrie het niet toelaat een rechte verankeringslengte van 30 diameter toe
te laten, wordt de verankeringsstaaf op 90° geplooid.
De wachttijd voor de reactie in functie van de door de leverancier van de chemische
verankeringen, aanbevolen omgevingstemperatuur, wordt door de Aannemer
doorgegeven aan de Architect en de Raadgevende Ingenieur stabiliteit. Geen enkele
belasting van de ankers mag gebeuren vóór deze termijn verlopen is.
2. Betreft.
Verankeringen in de elementen uit gewapend beton.
3.
Meting.
In vermoedelijke hoeveelheden, per stuk, inclusief boorwerken, leveren en inmetselen
van de verankeringsstaaf.
(28)651
Diverse uitsnijdingen met speciaal gereedschap in
bestaande elementen uit metselwerk of beton.
De voorschriften van clausule (10)200 zijn van toepassing.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
24/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat alle uit te voeren uitsnijdingen in de bestaande elementen uit
metselwerk of beton, zoals aangegeven op de plannen, inclusief alle
werkzaamheden, waaronder de aanvoer, het onderhoud en de afvoer van
speciale machines en gereedschap, de stellingen, de stuttingen en alle
verstevigings- en beschermingswerken.
Het werk omvat alle werkzaamheden voor de afvoer van elementen
afkomstig van de uitsnijdingen, en alle beschermingswerken ten opzichte van
de omliggende bestaande elementen.
Het werk omvat de volledige herstelling van alle beschadigde elementen ten
gevolge van het gebruik van de machines en het gereedschap, de
uitsnijdings-, en hanteringsoperaties van het veroorzaakte puin, of de
interventies met betrekking tot dit werk.
Indien de uitsnijdingen bestemd zijn voor een aansluiting met de structuur, een
versteviging of een structurele transformatie, dient de Aannemer de
bestaande wapeningen over minstens 40 maal de diameter vanaf de
afbraaklimiet te behouden. Oppervlakken die bestemd zijn voor structurele
aansluitingen worden gebouchardeerd.
Indien de uit te voeren uitsnijdingen bestemd zijn om de installatie van
toestellen of uitrustingen toe te laten, dient de Aannemer de geschikte
uitsnijdingen zorgvuldig uit te voeren, voor een perfecte plaatsing en
aansluiting van de toestellen of uitrustingen, conform wat hem
voorgeschreven werd of conform de voorschriften die hij ter goedkeuring aan
de Architect en de Raadgevend Ingenieur inzake stabiliteit en/of speciale
technieken heeft voorgelegd.
De uitsnijdingen zijn volledig zuiver en vertonen geen zichtbare wapeningen.
Polygoonvormige uitsnijdingen worden uitgevoerd door zorgvuldig op elke
hoek van de uitsnijding de nodige gaten in de wand te boren, en vervolgens
te verzagen via de raaklijn van de boringen, om geen enkel spoor van
verzaging buiten de omtrek van de uitsnijding te vormen. Cirkelvormige
uitsnijdingen worden door middel van geschikte klokboren uitgevoerd.
De uitvoering van
diamantgereedschap.
de
uitsnijdingen
gebeurt
door
middel
van
De Aannemer mag vrij elke andere methode ter goedkeuring aan de
Architect en de Raadgevend ingenieur inzake stabiliteit en/of speciale
technieken voorleggen. De werken worden uitgevoerd zodanig de bestaande
te behouden elementen niet te doen wankelen, uit elkaar te laten vallen of te
beschadigen.
De Aannemer verzekert vooraf de ligging van alle leidingen, kabels of andere
elementen die zich in het metselwerk of het beton bevinden. Hij mag deze
elementen in geen geval wijzigen zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van
de Bouwheer en de Architect.
Horizontale uitsnijdingen die een ontwikkelde lengte hebben, groter dan 30
cm, zijn absoluut verboden, behoudens bijzondere bepalingen die door de
Raadgevend Ingenieur inzake stabiliteit worden toegelaten.
Eventueel laat de Aannemer op eigen kosten een plaatsbeschrijving
opmaken van de bestaande elementen en/of aanpalende eigendommen en
gebouwen die bewaard blijven, evenals een vergelijkende staat op het eind
van de werken.
De werken worden uitgevoerd zonder de activiteiten te hinderen, die zich in
de aanpalende gebouwen afspelen.
2.
Verplichtingen van de Aannemer
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
25/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Vóór de aanvang van de afbraakwerken, dient de Aannemer zijn
uitvoeringsplan ter goedkeuring voor te leggen aan de raad van de
Bouwheer.
Dit plan geeft onder meer aan:
– de uitvoeringsvolgorde, met aanduiding van de verschillende fases
– de tijdelijke en/of definitieve inrichtingen om de stabiliteit te verzekeren van
de af te breken delen die tijdelijk behouden moeten worden of van de
constructies die definitief ter plaatse blijven: verstevigingen, aanpassingen,
stempelingen enz.
– de eventuele uitvoering van nieuwe constructies per fase, om er de stutten
tegenaan te kunnen laten steunen enz.
– de gekozen veiligheidsmaatregelen.
De Aannemer voert de afbraakwerken uit om:
– de stabiliteit van de gebouwen of gedeelten ervan die behouden blijven
niet in het gedrang te brengen,
– de veiligheid, het behoud en alle constructies en gebouwen, waarvan
eerder sprake te verzekeren, en te vermijden dat hier storingen in opduiken.
3.
Bijzondere voorschriften
De doorvoeren en inkepingen in de structurele elementen mogen slecht met
goedkeuring en volgens de instructies van de Raadgevende Ingenieur
stabiliteit uitgevoerd worden. Deze worden uitgevoerd om de bestaande te
behouden elementen niet te doen wankelen, uit elkaar te laten vallen of te
beschadigen.
4.
Betreft.
Diverse uitsnijdingen met speciaal gereedschap in bestaande elementen uit
beton van de metro-uitgang nr. 4
5.
Meting.
Per m³.
(28)700
Herstelling van bestaande structuren uit gewapend
beton
1.
Inleiding
Bepaalde te behouden werken uit gewapend beton, vertonen beschadiging
van verschillende aard:
- losgekomen betondelen;
- zichtbare wapeningen;
- afgebeten of niet-hechtende betondelen;
- grindnesten, barsten;
- tekort aan omhulling van de wapeningen.
Al deze elementen moeten als worden hersteld en gerestaureerd.
Belangrijke opmerkingen:
a.
De opdracht wordt toevertrouwd aan gespecialiseerd personeel, dat een
speciale opleiding heeft genoten en over de geschikte kwalificatie
beschikt.
De Onderneming en de gebruikte producten dienen
goedgekeurd te zijn, door de producent en het controlebureau SECO.
Deze Aanneming dient de garantie die zij biedt te ondersteunen over de
goede toestand van haar werken, door het voorleggen van minstens drie
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
26/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
gelijkaardige referenties.
gevoegd.
architects & engineers
Deze referenties worden bij de Ingeschrijving
b.
Het volledige systeem zal het voorwerp zijn van een technische
goedkeuring door de BUTgb of gelijkwaardig, conform verklaard volgens
artikel Yy1.
c.
Diverse schade onder de vorm van afschilfering, afgesprongen deeltjes,
barsten, roestsporen, enz… ten gevolge van onvoldoende bedekking van
de wapening en/of porositeit van het beton, zal worden hersteld. Enkel
de herstelling van een voldoende staalbescherming, uitgevoerd volgens
de voorschriften van het bestek, zal de oorzaak van de opgedoken
schade kunnen afschaffen, en een doeltreffende en duurzame herstelling
garanderen. De kwaliteit en dikte van de toevoeglaag heeft een invloed
op het gedrag op lange termijn van de herstellingen ten opzichte van
thermische spanningen.
d.
Afbraakwerken: de prijs van de afbraakwerken van het beton en de
afvoer van puin buiten de werf is inbegrepen in de globaalprijs van de
betrokken post, in overeenstemming met de herstellingswerken. De
Aannemer neemt alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om schade of
storingen te voorkomen in de ruwbouwelementen en afwerkingen die
bewaard blijven. Vooraleer met de afbraak te starten, voert hij alle
geschikte beschermingswerken uit en neemt hij alle nodige
voorzorgsmaatregelen op gebied van veiligheid ten opzichte van zijn
personeel en van derden.
2.
Auscultatie en overhandiging van een diagnoseverslag
Betreft:
Inspectie van de buitenzijden van het beton, zowel langs onder als langs
boven, bepaling van hun toestand en opmaak van een optimale
herstellingsstrategie.
Aard van de werken:
De elementen werden vooraf ontdaan van hun afwerkings- en
waterdichtingslagen (zie post (10)315), het beton werd dus volledig
blootgesteld. Na een diepgaande reiniging zal door de Aannemer een
visuele inspectie plaatsvinden op alle oppervlakken.
Deze visuele
inspectie gaat gepaard met een inspectie met de hamer en de
sclerometer.
Op basis van de dusdanig verkregen gegevens die zorgvuldig worden
aangegeven op de plannen die aan de Algemene Aanneming worden
overhandigd, zal de Aannemer een voorstel voorleggen aan de
Bouwheer voor het ophalen van stalen in de zones waar zich blijkbaar
geen problemen voordoen. Elke monsterneming is samengesteld uit de
nodige stalen voor volgende proeven die moeten worden uitgevoerd in
een officieel laboratorium (OREX, MAGNEL, CEP, INISMA, CRIC, …):
-
diepteproeven op betonrot,
trekproeven op het splijten,
luchtledige proeven op waterabsorptie.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
27/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Men zal eveneens de dikte van de betonomhulling van de
hoofdwapeningen meten die zich zo dicht mogelijk bij de punten van de
monsterneming bevinden. Er worden minstens 10 monsternemingen
voorzien.
Deze monternemingen worden verspreid volgens de
voornaamste elementen van de werken. Op basis van de verkregen
resultaten wordt bepaald of er al dan niet bijkomende monsternemingen
moeten worden uitgevoerd. Eens de resultaten van deze proeven
gekend zijn, zal de Aannemer een verslag opstellen over de diagnose van
de toestand van het te behouden beton in het gebouw. In dit verslag
wordt aan de DDW volgende elementen voorgelegd:
-
een bevestiging van het aanbevolen herstellingsprogramma alsook de
lokalisatie van de verschillende herstellingstypes
het zo nauwkeurig mogelijk bepalen van het percentage te herstellen
oppervlak om zo nauwkeurig mogelijk het te voorziene budget voor
deze werken te ramen
De goedkeuring van de besluiten uit dit diagnoseverslag door de
Bouwheer betreft een voorafgaande voorwaarde vooraleer de
herstellingswerken te starten.
Meting: forfaitair.
3.
Herstellingswerken met oppervlaktebehandeling
3.1. Betreft:
Herstellen van de beschadigde betonzones door corrosie van de
wapeningen en/of betonrot, en van alle zones waar de wapening was
vrijgekomen. Een goede diagnose van de schade blijkt onontbeerlijk om
de herstellingswerken te plannen en zich over de duurzaamheid ervan te
verzekeren zonder uit te dijen naar de aanpalende oppervlakken.
3.2. Deze post omvat:
-
4.
een diepgaand onderzoek,
het afbijten van beschadigd beton,
het vrijmaken en ontroesten van de gecorrodeerde wapeningen,
alsook hun eventuele versteviging,
de bescherming van de wapeningen,
het zorgvuldig behandelen van het oppervlak ter hoogte van
afgebeten zones.
Voorbereiding van het oppervlak van de drager:
4.1 Auscultatie van het beton - Opsporen van roestvlekken
Om de zones te detecteren waar het beton op onzichtbare wijze loskomt
van zijn drager en hol klinkt, zullen alle oppervlakken het voorwerp zijn van
voorafgaand auscultatie. Dit gebeurt door met de hamer te kloppen en
tegelijkertijd te luisteren.
Er wordt een diepgaand onderzoek uitgevoerd, niet enkel ter hoogte van
beschadigde zones, maar eveneens aan de aanpalende zones om
verborgen gebreken aan het licht te brengen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
28/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Lichtjes gebarsten oppervlakken of zones die sporen van roest vertonen
en die een gecorrodeerde wapening bedekken dienen te worden
vrijgemaakt en behandeld.
4.2 Zorgvuldig afbijten van beschadigd beton.
De beschadigde zone wordt afgekrabd tot aan het gezonde en
homogene beton (minimale trekweerstand > 1,5 Nmm²), de aanwezigheid
van wapeningen controleren, en zich ervan verzekeren dat de
betonkwaliteit (pH en betonrot) het toelaat de wapeningen te behouden.
Zones die niet aan betonrot onderhevig zijn, worden gekenmerkt door hun
kleur, wanneer het beton wordt ingesmeerd met een fenolftalinebehandeling:
- kleurloos
- roze
:
:
betonrot
gezond beton
Het beton zal worden afgebeten zodat de wapeningen zich in beton
bevinden dat niet aan betonrot onderhevig is. Indien de bijtwerken de
structurele stabiliteit van bepaalde kolommen of verankeringconsoles van
de gevelelementen in het gedrang zouden brengen, zal de Aannemer de
Raadgevende Ingenieur onmiddellijk waarschuwen, om eventuele
stabiliteitsmaatregelen uit te voeren. Het uitvoeringsprocedé, dat door de
Aanneming wordt voorgelegd, behoudens de thermische en chemische
procedés, wordt tijdens de inschrijving in de samenvattende meetstaat
vermeld.
5.
Vrijmaken en ontroesten van beschadigde wapeningen:
a)
Toestand van de wapeningen tijdens het afbijten van het beton
1.
De wapening is gezond: met andere woorden, geen sporen van roest, de
kleur is over het algemeen grijsblauw, eigenschappen van een goede
bescherming door het beton.
2.
De wapening is gedeeltelijk verroest: men dient zich ervan te verzekeren
dat de wapening aan weerszijden van de afgebeten zone in een beton
dringt dat niet onderhevig is aan betonrot.
Men controleert de
afwezigheid van roest op de wapening, en de blauwgrijze kleur in de zone
waar de wapening in het beton dringt. Roest wordt verwijderd.
3.
De wapening is volledig verroest: men dient na te gaan waar de
wapening gezond wordt, en vervolgens te werk gaan zoals hierboven in
punt 2 wordt beschreven.
4.
De wapening vertoont diepgaande roestsporen en de mechanische
weerstand komt in het gedrang: in dat geval wordt de volledige lengte
van de wapening afgebeten tot er een gezond metaal wordt bereikt.
Naargelang het geval wordt de wapening vervangen of verstevigd: zie
hierna.
b)
Vrijmaken van de wapeningen
Het beton wordt afgebeten tot op het niveau van een gezonde drager,
met andere woorden, niet gebarsten, coherent beton (behoudens in
geval van doorlopende barsten). Bij het afbijten worden de wapeningen
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
29/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
volledig vrijgemaakt zodat 10 mm van de gezonde wapening aan
weerszijden van de gecorrodeerde zone zichtbaar wordt. Het beton
wordt tot 20 mm achter de wapening afgebeten. Het oppervlak van de
wapening moet voldoende ruw zijn. Het manueel punthameren of
manueel punt- of hamerbeitelen biedt een betere hechting van de
toegevoegde laag.
Afbijten met de vlam is verboden.
Indien
mechanisch moet worden afgebeten doormiddel van pneumatisch
gereedschap, zal men erover waken de drager niet te beroeren. De
afgebeten vorm, met andere woorden, het op te vullen volume
doormiddel van herstellingsmortel, dient zo nauw mogelijk aan te sluiten
bij een rechthoekige parallellepipedum.
Hierdoor worden schuine
herstellingen vermeden ten opzichte van het af te bijten oppervlak, om zo
de lastenverspreiding en de duurzaamheid van de herstelling te
verbeteren. Wanneer herstellingswerken worden uitgevoerd in sterk
belaste zones, wordt het beton zodanig weggekapt dat deze zones niet
schuin lopen ten opzichte van de richting van de hoofdbelastingen.
Tijdens het afbijten wordt een nieuwe auscultatie uitgevoerd.
c)
Ontroesten van de wapening
De gecorrodeerde wapening wordt met de nodige mechanische
(zandstralen, grindstralen, borstelen) en manuele middelen (metalen
borstel) afgebeten tot alle sporen van roest en niet hechtende delen
verdwenen zijn Het volledig vrijmaken van de wapening garandeert
vervolgens een goede omhulling. Na het afbijten en ontroesten worden
de zones droog geborsteld en wordt het stof weggezogen.
6.
Vervanging en versteviging van de wapeningen:
Controle van het wapeningsnet: eventuele vervanging of versteviging van de
bestaande wapeningen indien zij onvoldoende aanwezig of te hard
gecorrodeerd zijn. Het is verboden om een wapening door te snijden zonder
over het advies van de Directie der Werken (aanbestedende overheid) te
beschikken.
7.
Behandeling
van
de
oppervlaktebehandeling:
uitsparing
vooraleer
bescherming
en
Borstelen, ontstoffen, reinigen, … om onderstaande voorgeschreven
oppervlaktekwaliteiten te verkrijgen.
Kwaliteit van het oppervlak na behandeling en voor oppervlaktebehandeling:
* Het beton is gezond, hard, droog, niet gebarsten, lichtjes ruw, coherent en
proper. Het oppervlak is vrij van stof en cementmelk, homogeen en
continu, vrij van olie, vet, beschermingsproducten en sporen van roest. Het
is eveneens vrij van silicone en beton dat polyvinylacetaat bevat. De
aanwezigheid van deze producten kan worden nagegaan doormiddel van
het infraroodspectrum. De pH is hoger dan 9 eenheden.
* Het staal moet homogeen zijn en ontdaan van poedervormig roest.
8.
Bescherming van wapeningen
Eens de wapeningen worden vrijgemaakt, behandeld en gedroogd, zoals
hierboven beschreven, krijgen zij onmiddellijk één of meerdere lagen
roestwerende en/of roestremmende behandeling (de laatste laag bevat
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
30/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
minerale vulstoffen om de hechting tussen de wapening en de
herstellingsmortel te bevorderen), verenigbaar met de herstellingsproducten.
De werken worden uitgevoerd door gespecialiseerde ploegen en volgens de
richtlijnen van de productfabrikant. De inschrijver voegt bij zijn inschrijving alle
technische documenten of bestekken die door de fabrikant werden
opgemaakt en betrekking hebben op de opslagvoorwaarden van de
producten, het kneedmateriaal van de bestanddelen, de na te leven
atmosferische en technische voorwaarden tijdens de uitvoering, dikte van de
lagen, tijd tussen het aanbrengen van de verschillende lagen, te nemen
voorzorgsmaatregelen tussen de verschillende lagen enz.
9.
Oppervlaktebehandeling
(eigenlijke
hestelling)
doormiddel
van
toegevoegde lagen, samengesteld uit vooraf gedoseerde gewijzigde
hydraulische mortel
Na het afbijten en behandelen van de wapeningen, wordt het beton zo snel
mogelijk hersteld om te voorkomen dat er opnieuw corrosie ontstaat op de
wapeningen.
Enkel “gebruiksklare”, vooraf gedoseerde, gewijzigde hydraulische mortel, in
de fabriek gemaakt, mag worden gebruikt om uitvoeringsgebreken te
beperken.
Deze mortel moet aan de volgende algemene eisen voldoen:
– Zo nauw mogelijk aansluiten bij de betoneigenschappen,
– Goede duurzaamheid,
– Goede hechting,
– Goede compactheid,
– Thermisch gedrag vergelijkbaar met dat van de drager,
– Minimale krimp,
– Zwakke vervormbaarheid,
– Bescherming voor de wapening.
De aandacht wordt gevestigd op het feit dat mortel op basis van gewijzigde
en vooraf gedoseerde hydraulische bindmiddelen, een mortel betreffen
waarvan de hoeveelheid aanmaakwater nauwkeurig wordt bepaald tijdens
de uitvoering in de fabriek. De dragers zullen voldoende vochtig zijn indien
men deze mortel gebruikt. Men waakt er dus over dat poreuze dragers
voldoende worden doordrenkt met water om de aanmaakvloeistof van de
mortel niet uit te zuigen zonder daarom plassen of een dunne waterlaag op
het oppervlak te veroorzaken.
10. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– TV 231 WTCB sept 2007+c2008 Herstelling en bescherming van beton
– bestek n°2 – dossier WTCB n°3/2007 blz 1 tot 7,
– NBN EN 1504-1 tot 10 Producten en systemen voor het beschermen en
herstellen van betonconstructies - Definities, eisen, kwaliteitsbeheersing en
overeenkomstigheidsbeoordeling -1:2005 Deel 1: Definities; -2: 2005 Deel 2:
Oppervlaktebeschermingssystemen
voor
beton;
-3:2005
Deel
3:
Constructieve en niet-constructieve herstelling; -4:2005 Deel 4:
Constructieve hechting; -5:2005 Deel 5: Injecteren van beton; -6:2006 Deel
6: Verankeren van betonstaal; -7:2007 Deel 7: Bescherming tegen
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
31/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
wapeningscorrosie;
-8:2005
Deel
8:
Kwaliteitsbeheersing
en
conformiteitsbeoordeling:-10:2004 Deel 10: Gebruik van producten en
systemen op de bouwplaats en kwaliteitsbeheersing van het werk
(+AC:2005)
– prNF EN 1504-9 :2008 Producten en systemen voor de bescherming en
herstelling van betonconstructies - Definities, eisen, kwaliteitsbeheersing en
conformiteitsbeoordeling - Deel 9: algemene principes voor het gebruik van
de producten en systemen
– NBN ENV 1504-9 :1997 Producten en systemen voor de bescherming en de
herstelling
van
betonconstructies
Definities,
voorschriften,
kwaliteitsbeheersing en conformiteitsbeoordeling - Deel 9: Algemene
principes voor het gebruik van producten en systemen
aangevuld of gewijzigd overeenkomstig dit bestek.
11.
Meetcode: VH (Vermoedelijk Hoeveelheid): m²
De oppervlakken die in rekening worden gebracht, betreffen de effectief
herstelde oppervlakken. Gedeeltelijke oppervlakken kleiner dan 0;05 m²
worden verrekend naar 0,05 m².
De
samenvattende
meetstaat
is
gebaseerd
op
« Vermoedelijke
Hoeveelheden ». Tijdens de uitvoering zal de Aannemer een bijakte in min of
meer mogen opstellen voor de verrekening, conform de reëel uitgevoerde
hoeveelheden, na het opmaken van een gedetailleerde opmeting. Samen
met de vorderingsstaat levert de Aannemer een gedetailleerde opmeting van
de behandelde zones en hun ligging.
De hoeveelheden in de samenvattende meetstaat worden louter ter
informatie opgegeven. Elke wijziging van vermoedelijke hoeveelheden in de
samenvattende meetstaat is verboden.
Meting: in m²
12.
Meting
– a: Auscultatie en overhandiging van een diagnoseverslag: forfaitair (zoals
hierboven beschreven);
– b: Herstellingswerken met oppervlaktebehandeling: QP, per m² (zoals
hierboven beschreven).
(30)000
Buitensluitingen, algemeen.
Hetzij anders vermeld, is deze bepaling van toepassing op alle bepalingen
waarvan het nummer start met (30).
De “Aanbevolen waarden” voor de prestaties bepaald in de “Guide des
performances du bâtiment”, volume 2: Gevels, hoofdstukken 3, 8, 12 en 13",
opgemaakt in januari 1980 door IC-IB, CSTC en SECO, aangevuld met het
volgende, moet voor alle buitenroosters worden verkregen.
− 3.2. De roosters hebben een kleur die contrasteert met de kleur van hun
omgeving en naargelang de keuze van de Architect in het NCS-gamma.
− 12.1.5. De afwerking
bestanddelen.
heeft
weerstandsklasse
C3
tegen
chemische
− 12.1.6. De afwerking is van weerstandsklasse 6 tegen bevuilingscycli door stof
en reinigingscycli.
− 13.4. De aanbevolen waarden dienen te worden bereikt voor een atmosfeer
met cementstof.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
32/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
1.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
−
De wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot
gebouwen toegankelijk voor het publiek, en diens wijzigend Koninklijk
Besluit van 9 mei 1977;
−
betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk
voor het publiek, ANLH (Association Nationale pour le Logement des
Handicapés), Brussel, 1985;
−
“European Manual for an accessible built Environment”, CCPT, 1990;
en indien nodig al naargelang de plaats van het project:
−
Titel IV van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV)
(Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 nov.
2006),
−
titels IV en VII van het Gewestelijke Bestemmingsplan(1999) voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
−
het CWATUP (Waals wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en
patrimonium) voor het Waals Gewest en zijn K.B. van 25 februari 1999 en
van 20 mei 1999;
− het decreet van 29 april 1997 (BS 5 mei 1997) voor het Vlaams Gewest.
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
2. Algemene voorschriften over de elementen van het bouwbeslag.
De Aannemer coördineert zijn werken met die van de elektriciteits- en de
toegangscontrolebedrijven en met het centraal beheer van het gebouw. Hij
voert alle nodige uitsparingen en boorgaten uit.
2.1. Elektrisch bediende deur.
De aandacht wordt getrokken op de gebruiksveiligheid van een dergelijk
deurtype. De Aannemer baseert zich onder meer op de beginselen van artikel
R125-3 tot R125-5 (J.O. 1990-07-07+2006-06-30 Frankrijk – code de la
construction et de l’habitation (Franse wetboek bouw en woningen) en de
norm NBN EN 13241-1:2003 Industriële, commerciële en garagedeuren en –
poorten – Productnorm – Deel 1: Producten zonder brand- of rookwerende
kenmerken.
3.
Aarding.
De metaalelementen zijn met elkaar verbonden (met roestvaste verbindingen
voor eventuele niet-omhulde verbindingen) om een equipotentiaalverbinding
te garanderen. Ze worden aangesloten op de aarding. De Aannemer laat zijn
voorstellen voor de uitvoering van de equipotentiaalverbindingen van de
metaalelementen en hun aarding goedkeuren door de Architect en
Raadgevend Ingenieur inzake speciale technieken.
4.
Corrosiebescherming: meetcode.
Als hierover niets vermeld wordt in de aanbestedingsdocumenten, worden alle
metaalelementen door metallisatie ZnAl 85/15 beschermd en vervolgens
geschilderd.
Alle elementen van roestvast staal worden geschilderd of geborsteld, volgens
de keuze van de Architect.
De kleine constructies die geen laswerk of later werk zoals boorgaten vereisen,
kunnen thermisch verzinkt worden door onderdompeling en vervolgens
geverfd worden.
Deze bewerkingen en afwerkingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de
offerte, bijvoorbeeld per kilo staal, voor de respectievelijke bouwelementen.
5.
Meting
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
33/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Pro memorie.
(30)212
Windafsluiting in gerekt metaal
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat de levering en de plaatsing van een windafsluiting in gerekt
metaal, die opengaande en uitschuifbare delen bevat, met inbegrip van alle
hiermee verband houdende zaken en uitvoeringsmiddelen, waaronder met
name alle organen voor openen en sluiten. De Aanneming moet worden
gecoördineerd met Deel 7 Elektriciteit, met name wat betreft de inbouw van
lampen.
Het werk wordt uitgevoerd conform de detailplannen die aan het
aanbestedingsdossier werden toegevoegd; het omvat de levering en de
plaatsing:
− metalen verticale palen die een vierkante dwarsdoorsnede hebben en de
afsluiting ondersteunen ; ze omvatten een basisplaat en een kopplaat,
allebei ook uit metaal en op de palen gelast.
− De fundering van de verticale palen.
a) in het geval van een nieuwe fundering bestaat de fundering uit de
volgende werken:
− de grondwerken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de
funderingsstenen, met inbegrip van het zorgvuldig verwijderen van de
eventueel bestaande vloerbekleding en de onderliggende lagen ervan;
− het verwijderen van niet-herbruikbaar puin buiten het eigendom;
− de levering en de plaatsing van de funderingsstenen ; hun bovenste
niveau wordt zodanig uitgevoerd dat de uiteindelijke vloerbedekking
kan worden geplaatst zonder moeilijke punten te creëren;
− de plaatsing van de palen en hun bevestiging in de nieuwe fundering ;
− de zorgvuldige terugplaatsing van de bestaande vloerbekleding, en de
onderliggende lagen ervan. Als er zich op die plaats een
ondoordringbaar membraan bevindt, wordt dit membraan zodanig
gereconstrueerd dat de dichtheid ervan op een duurzame en
permanente wijze wordt hersteld.
b) als er een fundering of een betonvloer aanwezig is, bestaat de plaatsing
van de verticale steunpalen uit de volgende werken:
− het vrijmaken van de fundering of de bestaande vloerplaat, met
inbegrip van het zorgvuldig verwijderen van de eventueel bestaande
vloerbekleding en de onderliggende lagen ervan;
− het verwijderen van niet-herbruikbaar puin buiten het eigendom;
− de plaatsing van de palen en hun stevige bevestiging op de bestaande
steun;
− de herstelling van de waterdichting met behulp van materialen die
compatibel zijn met de waterdichtingen ter plaatse volgens de
uitvoeringsdetails die door de aanneming moeten worden verwezenlijkt
en door de Directie der Werken moeten worden goedgekeurd.
− de zorgvuldige terugplaatsing van de bestaande vloerbekleding, en de
onderliggende lagen ervan. Als er zich op die plaats een
ondoordringbaar membraan bevindt, wordt dit membraan zodanig
gereconstrueerd dat de dichtheid ervan op een duurzame en
permanente wijze wordt hersteld.
− metalen T-profielen. Deze zijn bevestigd op verticale buizen en alle andere
verticale steunen; de bedoeling is dat ze worden bekleed met panelen uit
gerekt metaal ;
− een bekleding met panelen uit gerekt metaal bestaande uit metalen kaders
(op platen) waarop bladen in geplooid metaal zijn gelast. De kaders zijn
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
34/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
bevestigd op de metalen T-profielen, hetzij met bouten, hetzij door
versnijding, hetzij door middel van uitsparingen of met een heel ander
systeem dat de aannemer dient goed te keuren en dat een perfecte
stabiliteit
van
het
panelengeheel
garandeert,
evenals
hun
onschendbaarheid. Aan elke zijde van het kader is het paneel in minimaal
twee punten bevestigd. De panelen worden tussen de T geplaatst door
tussenin te zorgen voor een gelijkmatige en continue lege ruimte van 2 cm
door middel van afstandshouders.
De bekleding kan op een zijde of op de twee zijden van de verticale
steunpalen van de afsluiting worden geplaatst.
De dikte van het geplooide metaal wordt berekend in functie van de
afmeting van het paneel en bedraagt niet minder dan 2 mm. De architect
mag het type maas (breedte x hoogte) en het percentage lege ruimten
kiezen. De richting van de mazen uit geplooid materiaal is ook door de
architect te kiezen; zonder meerprijs kan deze richting op de twee zijden van
de afsluiting verschillen.
− Een hogere muurbedekking in metalen staalplaat van minimum 5 mm dikte,
onderaan bevestigd op de gelaste platen op de verticale steunpalen. De
verschillende delen van de muurbedekking vormen een waterdicht geheel.
De Aannemer coördineert zijn werken met de toegangscontrole en de
elektrische installatiewerken.
De afmetingen worden aangegeven op de plannen en/of op de meetstaat.
Het werk wordt uitgevoerd in roestvrij of in warm gegalvaniseerd staal door
onderdompeling.
Hetzelfde
geldt
voor
alle
bevestigingsen
verankeringsmiddelen ;
als
hierover
niets
wordt
vermeld
in
de
aanbestedingsdocumenten, bestaat het werk uit roestvrij staal. De palen zijn
altijd gemaakt uit gegalvaniseerd staal.
1.1.Stabiliteit
Het geheel is ontworpen als enkele afsluiting of bekleding met een normale
weerstand, of inbraakvrij.
De afmetingen van het geheel van constructies met een normale weerstand
worden bepaald overeenkomstig de te leveren inspanningen met een arm
kleiner dan 1/200 van het bereik onder een minimale horizontale last van 150
kg/m2.
Het geheel van constructies met een inbraakvrije weerstand wordt
gedimensioneerd overeenkomstig de klasse test FB-7500-80 van de norm PA
S68 :2005.
1.2. Verticale palen die de afsluiting ondersteunen :
Ze bestaan uit metalen buizen met een vierkante dwarsdoorsnede van
minimum 80 mm x 80 mm; ze zijn voorzien van :
− een basisplaat bestemd om met bouten in de steun te worden bevestigd
(nieuwe betonnen fundering, bestaande fundering of stalen profielen) ;
− een sluitplaat bovenaan die dient als steun voor de bovenste
muurbedekking.
Het begraven deel van elke paal krijgt een bijkomende corrosiewerende
bescherming door toepassing van een bitumineuze verf. De afstand tussen de
palen is conform de plannen.
1.3. Opengaande delen.
Het aspect van de opengaande delen is identiek aan dat van de vaste delen.
De opengaande delen zijn voorzien van onzichtbare schuine verstevigende
trekkers.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
35/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
1.3.1. Enkelvoudige klapvleugel:
De ophanging van de enkelvoudige klapvleugels wordt gewaarborgd door
hengsels gelast op de verticale palen die de afsluiting ondersteunen ; de
hengsels zijn voorzien van bronzen slijtringen.
Het opengaand deel bestaat uit een plaat in gelast staal op de hoogte van
de vleugel.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan is het
sluitsysteem mechanisch met sleutel.
De stop wordt in de vloerbekleding en in een onderliggende betonnen steen
van minimum 0,25 m x 0,25 m en van 0,30 m diep gemetseld. De betonnen
steen is niet zichtbaar.
Het geheel wordt warm gegalvaniseerd na een volledige vormgeving.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten:
− De buitenste sectie van de platte ijzeren kaders bedraagt 50 mm x 10 mm;
− sectie van de hengsels: 50 mm x 15 mm;
− afmetingen van de plaat voor het opengaande deel: 100 mm x 25 mm;
2. Elementen om te laten goedkeuren:
De Aannemer legt aan de architect en de raadgevend ingenieur de
volgende documenten voor ter goedkeuring:
− Algemene uitvoerings- en detailplannen van de schermen met al hun
bevestigings- en verankeringsmiddelen;
− een berekeningsnota die de dimensionering van de funderingen, van alle
profielen en van alle platen rechtvaardigt;
− alle informatie en documentatie met betrekking tot het sluitsysteem.
3. Normen en referentiedocumenten:
Het werk wordt uitgevoerd conform de volgende documenten:
− NBN ENV 1991-2-4+DAN die NBN B03-002 « Windbelasting op bouwwerken »
vervangt,
− Eurocode 1, deel 3 voor de mechanische weerstand en stabiliteit,
− norm PAS 68 :2005 Specification for vehicule security barriers – Fixed bollards
(test type FB-7500-80 (vehicule 7500daN impacting the barrier at 80km/h =
impact energy 1874 kJ ),
− aflevering 1 van het algemeen bestek MOW,
− index 38.73 STS III,
gewijzigd of aangevuld volgens dit artikel van het bestek
4. Materialen
De materialen beantwoorden aan volgende voorschriften:
− plaat: Mh3, Mh2-02,
− Geplooid metaal : Yh3, Yh2-02,
− profielen en andere: Yh3, Yh2-02, Yh2,
− bevestiging: Xt6 en Yh3,
− verf: Vv,
− gewapend beton: Yq4,
− cilinder: Xt7-221,
− mechanisch slot: Xt7-221,
gewijzigd of aangevuld volgens dit artikel van het bestek
5. Betreft
Windafsluiting in gerekt metaal met/zonder vleugel.
plaatsing op fundering of bestaande elementen uit beton.
6. Meetstaat
a. Vaste delen: per m²
b. Openslaande delen: per m²
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
36/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(30)222
architects & engineers
Metalen hek, met een vleugel, met/zonder vast en/of
verwijderbaar deel
1.
Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
– Als het hek niet rechtstreeks op een vloerstructuur in gewapend beton
wordt geplaatst:
–
De grondwerken omvatten:
de noodzakelijke grondwerken voor het plaatsen van de afsluitpalen
uitgevoerd in de fundering uit geprefabriceerd beton en de
verwijdering van puin buiten het eigendom;
− Als het hek rechtstreeks op een vloer in gewapend beton wordt geplaatst:
− verwijdering van deze fundering, klaar om de dragende structuur te
plaatsen,
– plaatsing van de pijlers in vierkante of rechthoekige profielbuis,
–
– de herstelling van de waterdichting met behulp van materialen die
compatibel zijn met de waterdichtingen ter plaatse volgens de
uitvoeringsdetails die door de aanneming moeten worden verwezenlijkt en
door de Directie der Werken moeten worden goedgekeurd.
– een volledig gevormd metalen hek bestaande uit een vleugel
(overeenkomstig de afmetingen op de plannen en/of de meetstaten)
gebouwd zoals hieronder beschreven;
– de vaste afsluitingsdelen zoals hieronder beschreven,
– de verplaatsbare delen van de afsluiting zoals hieronder beschreven,
– het schilderen van alle metaalelementen volgens Vv, kleur naar keuze van
de Architect, in het NCS-gamma;
– de realisatie van de uitvoerings- en de atelierplannen, met inbegrip van de
werken in beton;
met inbegrip van alle leveringen en hiermee verband houdende werken.
2. Uitvoeringswijze.
De Aannemer coördineert zijn werken met de elektriciteitswerken en de
toegangscontrole.
Als hierover niets in de aanbestedingsdocumenten wordt vermeld, zijn de
hekken volgens de voorschriften van Eurocode 1, deel 3, zodanig ontworpen
en geplaatst dat ze weerstand bieden bij een gesimuleerde botsing met een
dynamische horizontale kracht van 100 kN tegen 60 km per uur , toegepast op
0,4 m ten opzichte van de grond. De verticale gelijktijdige actie wordt
vastgelegd op 50 % van de wiellast van het tandemkonvooi van de
theoretische weg 1, zoals vastgelegd in Eurocode 1, deel 3;
De aanbestedingsdocumenten vermelden indien nodig de noodzaak om een
versteviging van de omheiningen en de funderingen te voorzien om bestand
te zijn tegen de impact van voertuigen.
2.1. Pijlers.
Ze bestaan uit een metalen buis die bovenaan gesloten is, met basisplaat
voor bevestiging met bouten in de fundering uit beton. De buis is voorzien
van gelaste elementen voor bevestigingen van de paumellen en een
afgesloten gat voor de klink- en slotpennen. Het begraven deel van de
pijler krijgt een bijkomende corrosiewerende bescherming door toepassing
van een verf van het bitumineuze type. De afstand tussen de pijlers
bedraagt maximaal 180 cm. Als de pijlers worden bevestigd door middel
van een waterdichtingsmembraan, wordt er een specifieke inrichting
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
37/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
geplaatst om de continuïteit van de waterdichting te verzekeren. Deze
inrichting omvat telkens minstens de plaatsing van een gecomprimeerd
membraan onder de bevestigingen en de volledige bedekking door een
vloeibaar type waterdichting. In alle gevallen worden de detailplannen ter
goedkeuring voorgelegd aan de Directie der Werken.
2.2. Hek, vast deel.
Het vaste deel bestaat, conform de plannen, uit horizontale, platte, ijzeren rails
die via laswerken zijn gemonteerd. De verticale staven hebben dezelfde
doorsnede en spreiding als het gerestaureerde metalen hek en gaan
doorheen de platen waarop ze zijn gelast.
3. Elementen die goedgekeurd moeten worden.
Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter
goedkeuring voor aan de Architect en de Raadgevend Ingenieur:
– een berekeningsnota die de dimensionering van alle
rechtvaardigt, en de bevestigingsmiddelen op de funderingen.
profielen
– de uitvoerings- en de atelierplannen, met inbegrip van de werken in beton,
4. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– Eurocode 1, deel 3,
– norm PAS 68 :2005 Specification for vehicule security barriers – Fixed bollards
( test type FB-7500-80 (vehicule 7500daN impacting the barrie rat 80km/h =
impact energy 1874kJ ),
– Amerikaanse impactnorm SD-STD-02-01 rev. A maart 2003,
– aflevering I van het algemeen bestek MOW, aangevuld en gewijzigd zoals
beschreven in dit bestek.
5. Materialen.
De materialen en hun uitvoering beantwoorden respectievelijk aan volgende
voorschriften:
– verf: Vv,
– metalen hek: Yh2,
– pijlers, tralies en platen in gegalvaniseerd staal: Yh2-02,
– warmverzinking: Yh2-02,
– gewapend beton: Yq4,
– cilinderslot: Xt7-221,
– bevestiging: Xt6,
gewijzigd of aangevuld volgens dit artikel van het bestek
6. Betreft.
Vaste metalen staaf tussen de esplanade en het gebouw Lex ter verlenging
van het gerestaureerde aanwezige rooster.
Volgens weerstand:
– type A: normale weerstand volgens Eurocode 1, deel 3,
7.
Meting.
– Per m² volgens horizontale projectie van de mal
(31)532
1.
Reproductie van de elementen van een rooster uit
aanwezig metalen smeedwerk met vast en
openslaande delen.
Aard en omvang van het werk.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
38/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Dit werk omvat:
– het gedetailleerde overzicht van het te restaureren rooster uit aanwezig
metalen smeedwerk wordt opgesteld volgens (34)292 en moet worden
aangevuld met;
– de opstelling van de uitvoerings- en atelierplannen die moeten worden
goedgekeurd door de Directie der Werken en die de te wijzigen
gerestaureerde aanwezige delen en de te reproduceren delen
identificeert, inclusief de uitvoeringsdetails van de steunelementen en hun
dichtheidsdetails van dit metalen schrijnwerk;
– de levering van dit rooster of smeedwerk in metalen schrijnwerk (volgens
afmetingen op de plannen en/of de meetstaten) dat gebouwd is zoals
hieronder beschreven;
– het schilderen van alle metaalelementen volgens Vv, kleur naar keuze van
de Architecht, in het NCS-gamma;
– plaatsing van het rooster of metalen smeedwerk,
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
Het geheel van de constructies, zoals opgenomen in de staat, wordt
gedimensioneerd volgens de belasting die overgenomen moet worden met
een doorbuiging kleiner dan 1/200 van het draagvermogen onder een
horizontale minimumbelasting van 100kg/m². Wanneer dit niet het geval is, legt
de Aannemer de geplande correctiemaatregelen voor aan de Architect.
2. Uitvoeringswijze.
Het schilderen gebeurt in het atelier na alle las- en verzinkingswerken.
2.1. Opengaand rooster.
Het rooster bestaat, net als het te restaureren rooster, uit platte, vierkante,
ronde enz. ijzers die via laswerken worden gemonteerd. De ophanging van het
opengaande deel wordt verzekerd door hengsels die op de pijlers zijn gelast
en die elk over een bronzen slijtring beschikken.
Het opengaande deel bestaat uit een of meerdere kleine platen in gelast
staal op de hoogte van de vleugel.
De slotcilinder is van roestvrij staal en is van een robuust model dat door de
Bouwheer moet worden goedgekeurd.
Het geheel wordt warm gegalvaniseerd na een volledige vormgeving en
vervolgens geverfd in een kleur naar keuze van de Architect.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan
bestaat de sluiting uit:
– een ronde grendel die op het onderste deel van de stijl is gelast,
– een platte grendel die op het bovenste deel met bevestigingsinrichting
voor hangslot is gelast.
2.2. Vast deel.
Het rooster bestaat, net als het te reproduceren rooster, uit platte, vierkante,
ronde enz. ijzers die via laswerken worden gemonteerd. Het smeedwerk wordt
op de pijlers of de gevelinspringingen bevestigd met dezelfde afstandhouder
als de aanwezige.
3.
Materialen.
De materialen en hun uitvoering beantwoorden respectievelijk aan volgende
voorschriften:
– metalen rooster: Yh2,
– warmverzinking: Yh2-02,
– verf: Vv,
gewijzigd en aangevuld zoals in onderhavig bestek vermeld.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
39/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
4.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– artikel (31)000
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
5.
Elementen die goedgekeurd moeten worden.
Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter
goedkeuring voor aan de Architect en de Raadgevend Ingenieur:
– een berekeningsnota die de dimensionering van alle profielen motiveert, en
de verankeringen,
– de uitvoerings- en de atelierplannen, met inbegrip van de werken in beton,
– het hangslot.
6.
Betreft.
Identieke reproductie van de elementen van een rooster uit metalen
smeedwerk.
7.
Meting.
Per vierkante meter volgens de afmetingen voor de beweegbare delen.
Per vierkant meter voor de vaste delen.
(33)114
Vloer in metalen lattenrooster.
1.
Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
− de levering en de plaatsing overeenkomstig de plannen, met inbegrip van
alle bevestigings- en bedieningsmiddelen, vloerelementen bestaand uit
panelen met vierkante of rechthoekige mazen, verkregen door de montage
van in elkaar geschoven rechthoekige stalen bandijzers. Ieder paneel wordt
omgeven door een plat ijzer of een stalen profiel. Het geheel wordt gelast.
De eventuele uitsnijdingen zijn op dezelfde manier omgeven;
− de levering en de plaatsing van de eventuele tussensteunen voor de grote
oppervlakken, zoals de profielen en de geplooide staalplaten in
gegalvaniseerd staal, overeenkomstig de indicaties van de plannen,
De roosterpanelen zijn vervaardigd uit warm gegalvaniseerd en eventueel
gemoffeld staal, de tint wordt gekozen door de Architect, na alle
bewerkingen.
Als
hierover
niets
wordt
vermeld
in
de
aanbestedingsdocumenten, zijn de panelen niet gemoffeld.
De panelen ondersteunen een minimale nuttige belasting van 500 kg/m² met
een totale pijlhoogte onder belasting die lager is dan 1/200e van de
draagwijdte.
De vloerpanelen zijn indien nodig gemakkelijk te demonteren met
bevestigingsstukken die niet meer dan 5 mm uit het loopvlak steken. Het
demontagesysteem wordt uigevoerd met een niet-standaard sleutel om
intrusie en niet-geautoriseerde demontage te beperken.
De aanbestedingsdocumenten vermelden of de opengewerkte vloerpanelen
slipvast zijn door karteling van de bandijzers. Als hierover niets wordt vermeld,
zijn de elementen niet slipvast.
De Aannemer legt een berekeningsnota (van de profielen, gebogen
staalplaat, assembleermiddelen en panelen) als bewijs aan de Architect voor
en de uitvoeringsplannen.
De Aannemer legt de details van de onderlinge bevestigingswijze en de
bevestiging aan de steunen ter goedkeuring voor aan de Architect.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
40/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2.
Materialen.
De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften:
− thermisch verzinkt staal: Yh2-02;
− stalen constructies of elementen: Yh2.
3.
Betreft.
Vloer in metalen lattenrooster voor rooster op ventilatieschacht van het
station.
4.
Meting.
In m², alle bevestigingsmiddelen, uitsnijdingen, tussensteunen inbegrepen.
(34)000
Handleuning en borstwering, algemeen.
Hetzij anders vermeld, is deze bepaling van toepassing op alle bepalingen
waarvan het nummer start met (34).
1.
Bijzondere documenten van toepassing.
Ongeacht het type reling moeten de "aanbevolen waarden" in de "Gids van
de prestaties van het gebouw, volume 5, vloeren en trappen" die in januari
1980 werd uitgegeven door IC-IB, CSTC en SECO, worden verkregen door de
leuningen en de relingen.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− artikel (2-)003,
− NBN B03-004 :2010 "Relingen van gebouwen".
− STS 54 "Borstweringen",
− TV 196 "Balkons", index 2 en 7,
− Magazine WTCB, Zomer 1996, "Stabiliteit van de borstweringen",
− NBN EN 1991-1-1 + ANB ter vervanging van de NBN B 03-103 "Werkingen op
constructies – Rechtstreekse werkingen – Gebruiksbelastingen van
gebouwen" en diens addendum.
− NF P01-012
− Wetten, koninklijke besluiten, ordonnanties en diverse decreten met
betrekking
tot
ziekenhuizen,
stadions,
kinderdagverblijven
en
bejaardentehuizen,
meer bepaald voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
− Titel IV « toegankelijkheid in gebouwen voor personen met beperkte
mobiliteit » van het GSV 2006-11-21,
– titels IV en VII van het Gewestelijke Bestemmingsplan (1999) voor het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest.
in het Waals Gewest:
– het CWATUP (Waals wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en
patrimonium) voor het Waals Gewest en zijn KB van 25 februari 1999 en van
20 mei 1999, en wijzigingen waaronder die van 25 januari 2001.
– de RW-99 :2004 (typebestek van het Waals Gewest),
– De handleidingen van de M.E.T (nr. 10/oktober 2006): Instructiegids voor de
inrichting van de wegen die voor iedereen toegankelijk zijn,
in het Vlaams Gewest:
– het decreet van 29 april 1997 (BS 5 mei 1997) voor het Vlaams Gewest,
– de Ordonnanties van bepaalde steden zoals Brugge (ordonnantie 25 april
2006), Oostende (ordonnantie 22 januari 1999), provincieraad WestVlaanderen (BS 19/01/2007) enz.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
41/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
2. Voor te leggen elementen
De Aannemer levert de rekennota betreffende de stabiliteit van de
borstwering:
– voor gewone gebouwen: voor een verticale belasting van 100 daN/m en
een horizontale belasting van 50 daN/m,
– voor openbare gebouwen: deze lasten bedragen 100 daN/m voor een
verticale belasting en 170 daN/m voor een horizontale belasting.
De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Bouwheer, de Architect en de
raadgevende Ingenieur stabiliteit en, in voorkomend geval, het
controlebureau SECO, volgende elementen voor:
– Rekennota voor de stabiliteit,
– Algemene en gedetailleerde uitvoeringsplannen,
– Monsters van de materialen, met afwerking.
3.
Bijzondere voorschriften
3.1. Staalkwaliteit
Stilzwijgend met de aanbestedingsdocumenten, zal het gebruikte staaltype
een hoge elasticiteitsgrens vertonen (+/- 690 Pa).
3.2. Toleranties.
De werken in desbetreffende bepaling omvatten alle noodzakelijke
werkzaamheden om te verzekeren dat de afwijkingen worden nageleefd
zoals omschreven in onderhavig artikel van dit bestek. De Aannemer omvat in
zijn prijs alle middelen (wiggen, platines, uitsnijdingen, …) die eventueel
noodzakelijk zijn om tot aan de toelaatbare afwijkingen te geraken, ter hoogte
van de borstweringen en handgeleiders, de afwijkingen op de afmeting van
constructieve elementen op dewelke deze moeten worden bevestigd. Deze
correctiemiddelen moeten goedgekeurd worden door de Architect, alvorens
ze toegepast worden.
De Aannemer geeft aan de Architect alle nuttige opmerkingen door
betreffende de eventuele te nemen maatregelen in de uitvoering van de
reling en de leuningbanden om, ten gevolge van de armen en de toleranties
van de andere constructie-elementen, de volgende toegestane
positieafstanden voor de reling te kunnen respecteren:
− hoogte van de bescherming: -15 mm,
− opening onderaan: +10 mm,
− opening tussen verticale stangen of vulpanelen en scherm van het raam of
gevel: + 10 mm,
− vooruitspringend deel van de borstwering tegenover de buitenboord van
het balkon of de opening: + 20 mm.
3.3. Afmetingen van de borstwering en handleuning.
Voor openbare gebouwen, zal de aandacht van de Aannemer worden
gevestigd op de noodzaak om een handleuning op dubbele hoogte te
plaatsen, volgens de voorschriften van de gewestelijke regelgeving. Op elk
bordes van een verdieping wordt in brailleschrift het niveau van de verdieping
op de handleuning gegraveerd.
De afmetingen worden aangegeven in de aanbestedingsdocumenten.
Stilzwijgend hiermee, betreffen de na te leven afmetingen:
-
voor de private en openbare binnenplaatsen: hoogte van 90 cm ten
opzichte van de tredeneuzen en 100 cm ten opzichte van het afgewerkte
niveau voor de bordessen van de trappen,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
42/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
-
verdubbeling van de secundaire handleuning op een hoogte van 65cm
ten opzichte van de trapneus en 75cm ten opzichte van het afgewerkte
niveau van de trapbordessen voor ruimten die toegankelijk zijn voor
mindervalide personen,
-
de handleuning steekt minstens 40cm uit het niveau van de bordessen bij
het begin en einde, deze is doorlopend ter hoogte van tussenliggende
bordessen,
-
voor de trapbordessen en balkons van de openbare buitenplaatsen:
hoogte van 120 cm ten opzichte van de trapneus of het afgewerkte
niveau.
4. Aanbevelingen inzake onderhoud voor de Bouwheer.
Omwille van veiligheidsredenen dienen jaarlijks alle inmetselingen en
bevestigingen van borstweringen te worden gecontroleerd. Men zal
tegelijkertijd, wanneer er sprake is van borstweringen uit ijzerhoudende
metalen, de toestand van de bescherming (verf, metallisatie, verzinking)
controleren; elke roestvlek zal aandachtig worden verzorgd.
Wanneer er sprake is van non-ferrometalen, bijvoorbeeld aluminium of glas, is
een reiniging met water, eventueel met een zachte detergent, voldoende om
afzettingen te voorkomen, die eventueel aan de oorzaak kunnen liggen van
esthetische problemen.
Het herschilderen van de metalen borstweringen zal ongeveer om de vijf jaar
worden beoogd, meer zelfs indien men zich buiten bevindt of in een
agressieve omgeving.
5. Meting
Pro memorie.
(34)241
Reling in glas versterkt met thermische uitdoving.
1.
Aard en omvang van het werk.
Het werk is conform de voorschriften van (34)000 en NBN S23-002 en omvat:
– een extra helder glas versterkt met thermische uitdoving waarvan de dikte
wordt berekend in functie van de over te nemen krachten en die gelaagd
minimaal 8 mm bedraagt op een glas van minimaal 4 mm; het glasblad is
behandeld met silicone;
– de bevestigings-, ondersteunings- en blokkeringsrails van het glas, in roestvrij
staal, met alle bevestigingstoebehoren op voldoende steunen, minimaal
twee per vaste zijde;
– een horizontale regel in roestvrij staal in U-vorm van 10 mm hoogt op het
bovenste deel van de beglazing;
– de stut- en steunstukken van het glas in de geleiders en de afwerking van
de waterdichting tussen deze elementen met behulp van een elastische
stopverf op basis van silicone.
De afmetingen van de reling dienen op de plannen en/of op de meetstaten
te worden vermeld.
2.
Documenten die door de Aannemer overhandigd moeten worden.
De Aannemer moet de berekeningsnota van de stabiliteit van de reling en de
bevestigingen ervan ter goedkeuring voorleggen aan de Architect en de
Raadgevend ingenieur.
Deze berekeningsnota wordt opgesteld
overeenkomstig de geldende normen.
De Aannemer legt ook zijn
detailplannen ter goedkeuring voor aan de Architect.
3.
Materialen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
43/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De materialen en hun plaatsing zijn conform de volgende voorschriften,
aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit bestek.
– gehard glas: Ro1-3, extra helder
– gelaagd glas: Ro1-4 extra helder
– roestvast staal: Yh3 (kogelgestraalde afwerking)
– stopverf silicone: Yt4-5.
4.
Betreft
Reling in glas versterkt met thermische uitdoving voor metro-uitgang nr. 4
5.
Meting
Per m².
(34)292
Herstelling van het buitensmeedwerk.
1.
Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat:
– het volledige overzicht van de te restaureren aanwezige elementen;
– de opstelling van algemene en gedetailleerde plannen van het te
restaureren rooster met indicatie van de te herstellen of te reproduceren
elementen volgens (31)532;
– zo nodig, de demontage van het bouwbeslag van de vleugels en de
hermontage na alle werkzaamheden, indien nodig de vervanging van het
bouwbeslag met aanpassing van het smeedwerk;
– de vervanging van de ontbrekende smeedwerkelementen die identiek zijn
aan de bestaande;
– het volledig afbijten, schuren en opnieuw schilderen van het smeedwerk;
– de opstelling van een berekeningsnota
bevestigingswijzen van het rooster bepaalt;
die
het
aantal
en
de
– zo nodig, de hermontage na behandeling van het gerecupereerde
smeedwerk,
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
2. Uitvoeringswijze.
Voor de herbruikte onderdelen staat de Aannemer in voor het transport tussen
de opslag- en werkplaats voor de behandeling van het smeedwerk, evenals
voor de terugkeer naar de werf.
2.1. Voor het smeedwerk:
– het volledig afbijten door droog schuren en afborstelen van het bestaande
smeedwerk volgens een methode die ter goedkeuring moet worden
voorgelegd aan de Architect;
– de voorbereiding op het lassen, de levering en het lassen van de
ontbrekende smeedwerkelementen;
– Het geheel wordt warm gegalvaniseerd na een volledige vormgeving en
vervolgens geverfd in een kleur naar keuze van de architect;
De kleur en de afwerking van de verf worden gekozen door de Architect.
De deklagen worden aangebracht zonder tussentijds opschuren en met een
borstel in minstens twee opeenvolgende lagen. Voor het aanbrengen moet
de ondergrond proper, droog, vet- en wasvrij zijn en mag de
vochtigheidsgraad niet hoger zijn dan 70 %.
De verfresten op de aangrenzende werken worden onmiddellijk gereinigd na
het aanbrengen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
44/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2.2. Voor het bouwbeslag
Na de eventuele demontage van het bouwbeslag wordt het ontdaan van
alle resten van dichtingen en olie, gereinigd, gedroogd en ingevet
(transparant). De kleur van het nieuwe bouwbeslag wordt gekozen door de
Architect.
2.3. Voor de kitvoegen
Na de verwijdering van de bestaande dichtingen worden de
gevelbekledingoppervlakken zorgvuldig vrijgemaakt van elke onzuiverheid, en
vervolgens gereinigd en gedroogd. De nieuwe voegen waarvan de kleur
gekozen wordt door de Architect, worden geplaatst met een hechtlaag.
3. Voorafgaande proeven.
Een proef voor het afbijten en/of droog schuren en afborstelen van de
bestaande behandeling van het smeedwerk, gevolgd door het aanbrengen
met de borstel van de verf, wordt uitgevoerd over een lengte van 1 meter op
een smeedwerk op een plaats naar keuze van de Architect. De Aannemer
houdt rekening met alle opmerkingen van de Architect totdat de Architect de
uitvoeringswijze goedgekeurd heeft.
4.
Materialen.
De materialen voldoen respectievelijk aan de volgende voorschriften:
-
verf: Vv
-
bouwbeslag: Xt7
-
aanvullend metaal: Yh2;
-
warmverzinking: Yh2-02,
gewijzigd en/of aangevuld , zoals beschreven in het onderhavige bestek.
5.
Betreft.
Herstelling van het aanwezige rooster in smeedwerk.
6.
Meting.
Per vierkante meter in de vermoedelijke hoeveelheid.
(40)000
Wegenwerken, algemeen
1. Toleranties.
Volgens de toleranties van TB 2011
2. Afwerking
Het afwerkingsoppervlak voor voetgangers garandeert een minimale antislip
van klasse R10, zelfs R12 voor oppervlakken blootgesteld aan de regen,
volgens de norm DIN 51130 of een microruwheid van 0,1 mm < p < 2 mm
volgens NBN ISO 10545-1 en -2 en van 1 mm < p < 5 mm voor de oppervlakken
blootgesteld aan de regen.
3. Toegankelijkheid voor mindervalide personen.
De Aannemer zal de regionale wetgeving naleven.
De voorschriften van artikel (43)724 « markering voor personen met beperkte
mobiliteit » zijn van toepassing.
De voetgangerspaden voor mindervalide personen gebeurt doormiddel van
een groevenstrook in de courante paden, rubberen slipwerende tegels ter
hoogte van richtingwijzigingen, waakzaamheidstroken ter hoogte van
niveauverschillen en zebrapaden op de weg.
De stroken zijn 60cm breed; de rubbertegels zijn 60x60cm; de
waakzaamheidstroken met noppen, zijn 60 cm breed en worden op 50cm van
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
45/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
een niveauverschil (trap) geplaatst en 40cm van een voetpadrand; deze
stroken met noppen zijn samengesteld uit, naar keuze van de Architect, hetzij
ronde roestvaste stalen noppen DN 30mm e5mm hart- op hartafstand 60mm,
hetzij geprefabriceerde platen met rond noppenreliëf DN 30mm e5mm hartop hartafstand 60mm.
De sprongen, het overbruggen van randen, enz. op de wegen voor
mindervalide personen, worden beperkt tot 2 cm met afkanting of ontworpen
met geïntegreerde helling.
4. Beton.
De samenstelling en dosering van beton Yq4 is conform de aanwezigheid van
dooizout. Het beton is van vorstvaste kwaliteit.
5. Wapeningen.
De niet geïntegreerde wapeningen in de elementen uit gewapend beton,
worden uitgevoerd uit roestvast staal.Doorgang van leidingen, kokers, enz.
voor de speciale technieken.
De informatie zoals vermeld in de aanbestedingsdocumenten, wordt louter
indicatief gegeven zodat de inschrijver het belang van de doorgangen,
boringen, voorbehoud en toevoeging beseft. De Aannemer kan bijgevolg niet
klagen over boringen die niet zouden worden aangegeven in de
inschrijvingsplannen.
Bovendien beschikt de inschrijver over speciale technische plannen,
opgesteld door het bureau van de Ingenieuradviseur speciale technieken. De
Aannemer wordt geacht om de gegevens nauwgezet te bestuderen om een
precies idee te krijgen van de uit te voeren boringen in de betonwerken en hij
wordt geacht om er rekening mee te houden bij de uitwerking van zijn
inschrijving.
De definitieve boringen worden gedaan op basis van uitvoeringsstudies van
Onderaannemers, na goedkeuring en coördinatie van hen door de
Ingenieuradviseur speciale technieken, de Architect en de Aannemer.
De Aannemer zorgt ervoor dat de informatie de Ingenieuradviseur op tijd
bereikt opdat hij de planning en de levering van de plannen kan respecteren.
In geval van een laattijdige levering van zijn informatie, die wijzigingen vergen
in de definitieve plannen die reeds ter uitvoering werden geleverd aan de
Aannemer, worden de kosten die met deze prestaties gepaard gaan
aangerekend aan de Aannemer.
De Aannemer is verplicht om alle boringen die op de stabiliteitsplannen staan
uit te voeren. Na het uitvoeren van de betonwerken is iedere verdere boring
in de betonwerken verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de
Ingenieuradviseur stabiliteit. Gebeurt dat toch, draagt de Aannemer alle
schadelijke gevolgen voor het niet-naleven van deze verplichting.
6. Voegen.
De bepalingen van de T.V. 204, hoofdstuk 7.3 zijn van toepassing.
7. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− DTU 21, hoofdstuk 5,
− TV 204,
− CCH 2011 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
− Standaardbestek 250 hoofdstuk III materialen, IV, V, VI, VII, VIII, XIII, XIV;
− MOW bestek 300 hoofdstuk 6 en bestek RW99, hoofdstuk C, hoofdstuk H1,
hoofdstuk E, F,en G,
− NBN ENV 1991-3 + DAN ter vervanging van NBN B03-101,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
46/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− NBN EN 1991-1-1 + ANB ter vervanging van NBN B03-103,
− NBN EN 206-1:2001 (+add 2004 en 2006) Beton - Deel 1: Specificaties,
eigenschappen, vervaardiging en conformiteit,
− materialen Yq4 en norm NBN B 15-001 :2004 Aanvulling op de NBN EN 206-1 Beton - Specificaties, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit.
− NBN EN 13036-4:2003 Oppervlakte-eigenschappen voor wegen en
vliegvelden - Beproevingsmethoden - Deel 4: Methode voor de meting van
de stroefheid van een oppervlak: De slingerproef;
− DIN 51130:2004 Prüfung von Bodenbelägen - Bestimmung der
rutschhemmenden Eigenschaft - Arbeitsräume und Arbeitsbereiche mit
Rutschgefahr, Begehungsverfahren - Schiefe Ebene (Controle van de
vloerafwerking – Bepalen van de slipwerende eigenschappen –
Werkplekken en activiteitenzone met gevaar op uitschuiven, stapmethode
– proef met de helling);
− NBN EN 13036-7:2003 Oppervlakte-eigenschappen voor wegen en
vliegveldverhardingen - Beproevingsmethoden - Deel 7: Meting van de
gelokaliseerde vervormingen van de toplagen van de wegen: proef met
de lat;
− NBN ISO 10545-1 en -2:1997 Keramiektegels - Deel 1: Monstername en
aanvaardingsmaatstaven (ISO 10545-1:1995); Deel 2: Bepaling van de
afmetingen en oppervlaktehoedanigheid (ISO 10545-2:1995, met inbegrip
van Technische Verbetering 1:1997)
−
De wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehandicapten tot
gebouwen toegankelijk voor het publiek, en diens wijzigend Koninklijk Besluit
van 9 mei 1977;
−
betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk
voor het publiek, ANLH (Association Nationale pour le Logement des
Handicapés), Brussel, 1985;
−
“European Manual for an accessible built Environment”, CCPT, 1990;
en volgens de lokalisatie van het werk,
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
−
titel IV van het GSV van 21 nov 2006 (BS2006-12-19) van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest
−
titels IV en VII van het Gewestelijke Bestemmingsplan(1999) voor het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
−
artikel 88 van CoBat met betrekking tot de veiligheid van een openbaar
goed,
in het Waals Gewest,
−
het CWATUP (Waals wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en
patrimonium) voor het Waals Gewest en zijn K.B. van 25 februari 1999 en
van 20 mei 1999;
in het Vlaams Gewest
− het decreet van 29 april 1997 (BS 5 mei 1997) voor het Vlaams Gewest.
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
8. Meting
Pro memorie.
Pro memorie.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
47/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
(40)110
of
Wegen
met
hydrocarbonaatbedekking, algemeen.
betonnen
De voorschriften van (40)000 en van deze clausule van het bestek zijn van
toepassing voor alle wegenwerken met hydrocarbonaat- of betonnen
bekleding, inclusief oppervlakken die dienen als vertragingszone en
rustplaatsen die verbonden zijn met de gewone of snelwegen.
1. Bijzondere documenten van toepassing.
Deze werken worden onderworpen aan de bepalingen en de voorwaarden
van het typebestek TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
aangevuld:
− door de volgende hoofdstukken van de CBD 150 (editie 1978):
–
B: Kleine werken,
–
L: Onderhouds- en herstellingswerken,
–
N: Proefmethodes.
− voor de hydrocarbonaatbedekkingen, bij de handleiding voor het
dimensioneren
van
wegen
met
een
bitumineuze
verharding,
aanbevelingen van OCW A49/83, editie Opzoekingscentrum voor de
Wegenbouw 1983;
− de handleiding voor het ontwerp, de aanbrenging en het onderhoud van
bedekkingen
op
betonnen
brugdekken
OCW
A83/12,
editie
Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2012;
− de handleiding voor het ontwerp en de uitvoering van verhardingen in
betonstraatstenen OCW A80/09, editie Opzoekingscentrum voor de
Wegenbouw 2009;
− de handleiding voor de uitvoering van wegmarkeringen OCW A79/07,
editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2007;
− de handleiding voor de keuze van de asfaltverharding bij het ontwerp of
onderhoud van wegconstructies OCW A78/06, editie Opzoekingscentrum
voor de Wegenbouw 2006;
− de handleiding voor het leggen van riolen en collectoren OCW A76/06,
editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2006;
− de handleiding voor de bereiding van bitumineuze mengsels OCW A72/02,
editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2002;
− de handleiding voor bestrijkingen OCW A71/01, editie Opzoekingscentrum
2001;
− de handleiding voor de formulering van bitumineuze mengsels OCW
A69/97, editie Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 1997;
− de rondzendbrief AWA/178-95/150 van 10.07.1995 betreffende het gebruik
van materialen voor hergebruik bij wegenwerken;
− de rondzendbrief AWA/176-95/0494 van 24.01.1996 betreffende de meting
van de effenheidscoëfficiënt (EC)
− de rondzendbrief AWA/175-94/0570
ultradunne en dunne bekledingen;
van
01.09.1994
betreffende
de
− de rondzendbrief van 24.01.1996 betreffende de mening van het geheel
van wegbekledingen met A.P.L (ref D113/951710-JC2/950127);
− de rondzendbrief van 04.02.1997 betreffende meting van de oneffenheid
van wegbekledingen met de odoliograaf;
− de praktische gids versie juli 1994 en – signalisatie van werven van 1ste, 2de,
3de en 4de categorie van de DG1 en aangevuld door de
veiligheidsbeschikkingen die vereist worden door de rijkswacht;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
48/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− met de technische clausules van het bestek nr. 800 van 1967 betreffende
werken bij vriesperiodes, indien deze worden gevolgd door dooiperiodes;
− NBN EN 13108-1 tot 8: 2006 Bitumineuze mengelingen – Specificaties van
materialen - Deel 1: Bitumineuze afdeklagen; Deel 2: Zeer dunne
bitumineuze betonsoorten; Deel 3: Soepele bitumineuze betonsoorten; Deel
4: Hot Rolled Asphalt; Deel 5: Bitumineuze, granuleuze beton met een sterk
kitgehalte; Deel 6: Gegoten wegasfalt; Deel 7: Drainerende bitumineuze
betonsoorten; Deel 8: Afdeklaagagregaten;
− NBN EN 13108-20 tot 21: 2006 Bitumineuze mengelingen - Specificaties van
materialen - Deel 20: Formuleringsproef; Deel 21: Controle van de productie
in de fabriek;
en onder andere voor hun veiligheidsaspecten:
− het dossier CNAC n°92 « werken nabij leidingen » dec 2001;
− met het KB van 05.08.1979 voor werken uitgevoerd in de nabijheid van
elektrische leidingen en het KB van 28.06.1971 betreffende de distributie
van gas, artikels 11 en 51,
− met de aanbevelingen van de “Gedragscode voor het voorkomen van
schade aan ondergrondse installaties bij werken die worden uitgevoerd in
de nabijheid ervan door het Ministerie van Openbare Werken";
− met de aanbevelingen die werden genomen op het blad “Uitvoeren van
werken in de nabijheid van installaties voor het voer of de distributie van
gas” van nv Electrabel (of een andere verdeelfirma van de betreffende
zone);
− met het Koninklijk Besluit van 21 september 1988 betreffende de na te leven
voorschriften en verplichtingen voor advies en informatie tijdens het
uitvoeren van de werken in de nabijheid van installaties voor het vervoeren
van gasproducten en andere leidingen (KB 8 oktober 1988);
− de nota van de CBN: Werken in de nabijheid van leidingen voor gas en
andere producten (verschenen in Bouw van 10 juni 1994);
− van het boek met na te leven minimale voorschriften voor het realiseren
van gemeenschappelijke geulen voor het gebruik van de verdelers
uitgegeven door de firma SEDITEL-SEDILEC (12:89);
2. Meting
Pro memorie.
(40)117
Permanent wegdek met hydrocarbonaatbedekking
voor zwaar verkeer op spoorwegtunnel en geïsoleerd
dak, met of zonder verwezenlijking van de
waterdichting.
De voorschriften van (40)110 zijn van toepassing.
1. Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
– de studie en de dimensionering van de samenstelling van het complex
waterdichting-bedekking, met inbegrip van de zones waarvoor de
waterdichting reeds door een andere aanneming werd uitgevoerd, van de
rijweg met als rekenbasis de inventarisatiegegevens van het
automobielverkeer (capaciteit per uur van auto's en capactiteit per uur van
vrachtwagens) op het niveau van de zone met werken meegedeeld in de
bijlage van dit bestek. Deze gegevens vermelden verplicht:
−
Het gemiddelde van de gecumuleerde capaciteiten per uur voor een
zaterdag, opgesteld over 15 dagen;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
49/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
−
het gemiddelde van de gecumuleerde capaciteiten per uur voor een
zondag, opgesteld over 15 dagen;
−
het gemiddelde van de gecumuleerde capaciteiten per uur voor
werkdagen, opgesteld over 15 dagen.
De dimensionering en de precieze samenstelling van de verschillende lagen
van de rijweg worden opgesteld door rekening te houden met de typische
kenmerken van de werkzone, door een ingenieur voor wegen van het OCW
(Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw) die bevoegd is voor dit type
berekening.
– indien nodig, als aanvulling op (10)315, het vrijmaken van het beton van de
dakplaat van het aanwezige werk, inclusief de oppervlakkige afbijting, de
afwerking, de cementering, de verwijdering van het afval tot buiten het
openbare domein, de reiniging van het oppervlak en alle aanpassingen om
het
betonoppervlak
compatibel
met
de
plaatsing
van
het
waterdichtingscomplex te maken?
– indien nodig, naargelang de opgenomen zones in de plannen, het
waterdichtingssysteem volgens de handleiding A83/12 van het OCW (of de
update) en TB 2011:
– de levering en de aanbrenging van een hechtings- of een koude
impregnatielaag.
– de levering en de aanbrenging van een geprefabriceerde
waterdichtingsdekvloer uit bitumen die gewijzigd is door een dubbele APPbewapening met ATG Brug en Parking met betonnen ondergrond.
– de levering en de aanbrenging van een beschermende tegendekvloer uit
porfierasfalt met een minimale dikte van 25 mm.
– een bestrooiing van kwartszand (1-2 mm) op het oppervlak van de
circulatiebanen volgens de verhouding 4 kg/m².
– de levering en de aanbrenging van een scheidingsblad uit polyethyleen van
het type visqueen met een dikte van meer dan 0,2 mm.
– de levering en de aanbrenging van een funderings- en profileringslaag, om
de vermelde niveaus in de plannen te bereiken, uit drainerend mager beton,
met een volumieke massa van minder dan 1.000 kg/m², eventueel voorzien
van een stalen roosterwerk volgens § E.4.4 van TB 2011, inclusief strooiing,
profilering, verdichting en alle onderwerpingen volgens de hellingen en
niveaus die op de plannen worden aangegeven.
– de levering en de aanbrenging van een verbindingslaag uit bitumineus
beton, inclusief voorafgaande reiniging, aanplaklaag, walsen, voegen en
alle onderwerpingen.
– de levering en de aanbrenging van een toplaag uit gekleurd bitumineus
beton, inclusief voorafgaande reiniging, aanplaklaag, voegen en alle
onderwerpingen. Kleur naar keuze van de Architect.
– De levering en de aanbrenging van overgangsranden uit gecarbonateerd
sedimentgesteente, afwerking volgens § H.2 van TB 2011, inclusief laden,
lossen, eventuele opslag, regeling, vastzetten, voegvulling en alle
onderwerpingen voor de zone E.
– De behandeling van de structuurvoegen die op de plannen worden
aangegeven.
– De behandeling van de voegen tussen een toplaag met gekleurde
bitumineuze omhulling en een andere bekleding of een lineair element of
een wegaccessoire of een rail volgens § F.2.2.8.9.3. van TB 2011.
– De aanbrenging van alle uitzettingsvoegen, zoals aangegeven op de
meetstaatplannen, tussen de structuurelementen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
50/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
– De aanbrenging van alle randvoegen of van de verplaatsingen van de
verbindingen met de aangrenzende, horizontale (wegen, trottoirs, ...) of
verticale (gebouwen, plantenbakken, funderingsmuren, ...) elementen,
– de aanbrenging van een betonnen richtlijn, conform de plannen, in de
toplaag voor de zone E.
– De aanbrenging van een betonnen rand, conform de plannen, van de
ingang van de zone.
2. Materialen.
De materialen en hun plaatsing voldoen aan de overeenkomstige
hoofdstukken van de bestekken W10bis, MOW 150 en TB 2011 voor het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest.
3. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– artikel (40)110,
– bestek W10bis,
– algemeen bestek MOW 150,
– algemeen bestek MOW 108,
– de handleiding voor het ontwerp, de aanbrenging en het onderhoud van
bedekkingen
op
betonnen
brugdekken
OCW
A83/12,
editie
Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 2012;
– TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
4. Betreft.
Permanent wegdek met hydrocarbonaatbedekking voor zwaar verkeer.
5. Meting.
a. Per vierkante meter weg, waterdichtingslaag inbegrepen.
b. Per vierkante meter weg, waterdichtingslaag inbegrepen in een andere
post.
(40)221
Vloerbekleding in gefrijnde blauwe steen, aan de
buitenkant.
1.
Aard en omvang van het werk.
De plaatsing gebeurt op een aanwezige fundering of plaat.
Dit werk omvat:
− de voorbereiding van de ondergrond conform (40)117 op;
− het hellingsbeton;
− de levering en de aanbrenging van de waterdichting conform (40)117 op;
− een
mechanische
bescherming
door
een
stevig,
noppenmembraan, ook op de waterdichtingsuitstulpingen;
synthetisch
− een worteldoek op het oppervlak met zijdelingse uitstulpingen;
− een perfect gestabiliseerd vlak en aangestampt zandoppervlak;
− platen uit blauwe steen, vol en zat in de mortel gelegd, terugvloeiend in de
voegen, op een laag van rivierzand met een minimale dikte van 3 cm,
gestabiliseerd volgens een verhouding van 150 kg cement P30 per m³ zand.
Samenstelling van de mortel: 400 kg cement P30 per m³ rivierzand;
− de uitgevoerde opvoeging, die wordt uitgevoerd naargelang de mortel die
gedoseerd wordt volgens een verhouding van 400 kg cement P30 per m³
rivierzand. De voegen zijn ononderbroken en hebben een breedte van 6
mm;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
51/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− het realiseren van hellingen van 2 cm per minimaal een meter.
De vloerstenen in blauwe steen hebben een dikte van minimaal 40 mm,
afhankelijk van de afmetingen van de stenen. Voor de rijzones voor voertuigen
bedraagt deze dikte 80 mm. Als hierover niets wordt vermeld in de
aanbestedingsdocumenten, dan bedraagt de afwerking, die mechanisch
gefrijnd is, 8 lijnen per dm.
De afmetingen van de platen wordt gepreciseerd op de plannen en/of de
opmetingen.
Als
hierover
niets
wordt
vermeld
in
de
aanbestedingsdocumenten, worden de platen gemoduleerd met de
afmetingen 13,5x13,5cm.
De plaatsing gebeurt, met dwarse
voorgeschreven op de plannen.
voegen, tenzij dit anders wordt
2. Elementen om te laten goedkeuren:
De Aannemer legt aan de architect en de raadgevend ingenieur de
volgende documenten voor ter goedkeuring:
− de faseringsplannen.
− de werktekeningen
− het steen- en dichtingsstaal van minimaal 1m2.
3. Bijzondere documenten van toepassing.
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
− de clausules (40)000, (40)110 van het huidige bestek,
− MOW 300,
gewijzigd of aangevuld zoals in dit bestek.
4.
Materialen.
De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften:
− grind: Dp1-2,
− waterdichte folie: Ln6,
− worteldoek: Kn6-3,
− noppenfolie: Ln6-13
− gestabiliseerd zand: Dq4-1,
− beton: Yq4,
− blauwe steen: Ye3-1,
− cement: Dq2,
− mortel: Dq4,
− rivierzand: Dp1-3,
gewijzigd of aangevuld zoals in dit bestek.
5.
Betreft.
Vloerbedekking in gefrijnde blauwe steen aan de buitenkant, op een
bestaande plaat.
6.
Meting.
a: dikte 40 mm: per m²,
b: dikte 80 mm: per m²
c : Boordsteen volgens het plan : strekhende meter
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
52/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(41)000
architects & engineers
Buitenmuurbekledingen, algemeen.
1.
Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
– de voorbereiding van de te behandelen oppervlakken,
2. Elementen die goedgekeurd moeten worden.
Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter
goedkeuring voor aan de Architect en de Bouwheer:
− de faserings-, algemene uitvoerings- en detailplannen (voor 5%)
− de technische fiches.
3.
Materialen.
Niet van toepassing
4.
Betreft.
Buitenmuurbekledingen, algemene voorschriften.
5.
Meting.
Ter nadere informatie, inbegrepen in de betrokken werkzaamheden.
(41)211
Gevelbekleding in natuursteen.
1.
Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat de levering en plaatsing van de volgende elementen:
– een bekleding bij platen, kolommen, drempels en diverse elementen met
natuursteen, winterhard van aard, doorsnedes en vormen vermeld op de
aanbestedingsdocumenten;
– de ophangingsmiddelen van de bekledingselementen in roestvrij staal;
– het aandraaien van de voegen tussen de stenen met polyurethaankit, de
kleuren worden gekozen door de Architect, op de bodem van de voeg
met vezelschuim van polyethyleen met gesloten cellen. De kit en de
dichting beantwoorden aan de vereisten van klasse VI.
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
De steen heeft een zachte, vlakke, fijne of grove afwerking naar keuze van de
architect, volgens index 3.2.2 van NIT 220. Als hierover niets wordt vermeld in
de aanbestedingsdocumenten, dan heeft de steen een gesclypeerd
voorkomen (fijne groeven van 1 tot 5 mm).
1.1. Ontwerp van het werk.
De gedetailleerde studie, het tracé en de dimensionering van de bekleding is
ten laste van de aannemer op basis van de gerichte indicaties vermeld op de
aanbestedingsdocumenten. De verticale en de horizontale krachten worden
uniform overgedragen op het geraamte.
De bevestigingen en de voegen maken vervormingen mogelijk die ontstaan
door de temperatuur, het eigen gewicht en de opgelegde belastingen, of
door de verzakking van het gebouw en het kruipen van beton.
De bekleding heeft een structurele stabiliteit en weerstand tegen alle
belastingen die tijdens de levensduur van het element zouden kunnen
voorkomen. De beschouwde belastingen zijn de statische belastingen
(permanente belastingen, opgelegde belastingen, thermische vervormingen,
vervormingen te wijten aan kruip van het beton), alsook de dynamische
belastingen (windbelastingen, krachten te wijten aan gebruik, botsingen van
vaste voorwerpen, enz.).
2.
Elementen die goedgekeurd moeten worden.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
53/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Vóór elke uitvoering legt de Aannemer de volgende elementen ter
goedkeuring voor aan de Architect en de Bouwheer:
− de faseringsplannen.
− de uitvoeringsplannen met werktekeningen van de voegen,
− de gedetailleerde berekeningsnota’s van de bevestigingen,
− het steen- en dichtingsstaal van minimaal 1m2.
3.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– DTU 55.2 "Bevestigde muurbekledingen in dunne steen"
– NIT 228 van WTBC « natuursteen»
– NIT 220 van WTBC « Belgische blauwe steen of klein graniet»
– NIT 208 van WTBC «voegen van het metselwerk»
– NIT 146 van WTBC « de verticale buitenbekleding in natuursteen met een
kleine dikte (gedeeltelijk vervangen door NIT205>228) »
– NIT 80 "Witte natuursteen",
– NIT 56 "De gevelbekleding in platen natuursteen - Ontwerp en uitvoering",
(zie NIT 146 en 228)
– AB WTBC, index 6.1.4. en 6.3.7.,
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
4.
Materialen.
De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften:
– Natuursteen: Ye3-1, minimale dikte 4 cm
– polyethyleenschuim met gesloten cellen: Jn7-1
– ophangingsmiddelen: Xt6-1,
– kit: Yt4-2,
– polyurethaankit: Yt4-4.
5.
Betreft.
Gevelbekleding in natuursteen.
6.
Meting.
Per m2.
(43)721
Markering
van
verkeer,
dergelijke op de grond.
parkeerplaatsen
en
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat:
– de voorbereiding van de steun, verwijdering van de cementmelk, door
nauwkeurig borstelen en ontstoffen van de te behandelen oppervlakken;
indien nodig wordt, na controle van de pH, de grond gefluateerd om de
ongebluste kalk te neutraliseren door middel van een mengsel van
magnesiumsulfaat en zink, vervolgens geborsteld na het drogen en
afgewassen met schoon water;
– de aanbrenging van een verflaag volgens de verhouding 600 gr/m² om,
volgens de indicaties op de plannen, de volgende motieven te vormen:
–
de afbakeningslijnen van de parkeerplaatsen met een breedte van 10
cm en in de kleuren naar keuze van de Architect;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
54/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
–
de plaatsnummers in het lettertype Helvetica, met een hoogte van 30
cm, een breedte van de streep van 5 cm en in de kleuren naar keuze
van de Architect;
–
de pijlen in het wit en met een breedte van 20 cm;
–
de verschillende symbolen van de types en kleuren die in de meetstaat
worden vermeld (gehandicapte, fiets, motorfiets enz.);
–
de signalisatie van obstakels zoals zuilen, randen, sterk hoogteverschil
enz. met een breedte van 40 cm en met zebrastrepen (afwisselende
kleuren).
De Aannemer garandeert het werk gedurende drie jaar te rekenen vanaf de
voorlopige oplevering van de werken.
1.1. Type verf.
Voor gebruik op privéwegen:
de verf (bij 20 °C):
– is aangepast aan de ondergrond(en) (beton en/of asfalt);
– kan worden aangebracht met het pistool Airspray (en met de borstel voor
de kleine oppervlakken);
– heeft een maximale airsprayverdunning van 0 tot 6 %;
– heeft een maximale droogtijd van 25 minuten (volgens ASTM D711-75)
– druipt niet en droogt snel;
– heeft een droog extract van minstens 62 % in gewicht en 40 % in volume;
– is samengesteld uit minstens 25 % bindmiddel op de droge verf en uit
minstens 27 % titaanoxide op de pigmenten voor de witte verf;
– heeft een dichtheid tussen 1,25 kg/l en 1,45 kg/l.
Voor gebruik op openbare wegen:
de verf is conform het TB 2011 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Materialen.
De verf voldoet aan Vv.
2. Bijzondere documenten van toepassing.
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
– Handleiding voor de uitvoering van wegmarkeringen, aanbevelingen
A79/07, ed. Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw,
– NBN EN 1436 : 2007 +A1 :2008 Producten van wegmarkering – prestaties van
de wegmarkeringen voor de weggebruikers (3e ed.),
– NBN EN 1423 :1997+ add2003 Producten van wegmarkering - Producten van
bestrooiing - Microglaskogels, slipwerend granulaat en mengeling van deze
twee onderdelen
aangevuld of gewijzigd overeenkomstig dit bestek.
3. Betreft.
Markering op de grond voor parkingzone IPC.
4.
Meting.
Forfaitair.
(47)000
1.
Daken, algemeen.
Uitvoeringswijze
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
55/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Het dakcomplex en meer bepaald, de isolatie en waterdichting, is het
voorwerp van een technische goedkeuring EUTgb of BUTgb of gelijkaardig,
conform artikel Yy1.
2. Te overhandigen documenten
De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Bouwheer en de Architect
volgende documenten voor:
– de rekennota’s op gebied van bevestigingen (windstabiliteit),
– de technische fiches van de materialen,
– de algemene en gedetailleerde uitvoeringsplannen.
3. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
−
artikel (4-)000,
−
NBN EN 1991-1-1+ANB, NBN EN 1991-1-3+ANB,
−
NBN ENV 1991-2-5 +DAN,
– NBN EN 13501-5 :2006 Brandclassificatie van bouwproducten en -elementen
- Deel 5: classificatie op grond van resultaten van brandproeven waarbij
daken aan een externe brand worden blootgesteld
– NBN ENV 1187 :2002 +addendum 2005 Proefmethodes voor de blootstelling
van daken aan vliegvuur
− STS 33,
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
4. Materialen.
De bovenliggende materialen op het dak behoren tot klasse A1 volgens
Bijlage 5 van het Koninklijk Besluit brand van 4 juli 1994, gewijzigd door het KB
van 19 december 1997, gewijzigd door het KB van 4 april 2003, gewijzigd door
het KB van 13 juni 2007 (BS2007-07-18).
Indien de bovenliggende materialen niet aan die vereiste beantwoorden,
vertonen de producten en/of materialen de eigenschappen van de BROOFklasse (t1) volgens NBN ENV 1187:2002 + addendum 2005 (Proeven voor de
blootstelling van daken aan vliegvuur).
Men refereert zich tot de NBN EN 13501-5 (2006) Brandclassificatie van
bouwproducten en bouwdelen - Deel 5: Classificatie op grond van resultaten
van proeven waarbij daken aan een externe brand worden blootgesteld.
5.
Stabiliteit – veiligheid.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, wordt er
over het volledige dak een stabiliteit met vervorming kleiner dan 1/300 van de
draagwijdte met een overbelasting van minstens 200 kg/m² en een
puntbelasting van 200 kg op 10 x 10 cm vereist (volgens NBN EN 1991-1-1 +
ANB : 2007 ter vervanging van NBN B03-103).
6. Isolatie
Het dakcomplex is zodanig dat de toegelaten thermische isolatiewaarde U
kleiner is dan 0,3W/m2K.
7. Meting
Pro memorie.
(47)221
Bekleding voor platte daken op betonnen
ondergrond, bestaande uit bitumineuze membranen
met isolatie.
Bepaling (47)200 is van toepassing en als volgt aangevuld.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
56/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten de levering en de opeenvolgende uitvoering op de
infrastructuurplaat en de dakopstanden van:
– hellingsbeton volgens de uitvoeringsplannen,
– een hechtende primer,
– een dampscherm, dat op de primer wordt gelijmd,
– een thermische isolatie,
– een waterdichtingsmembraan.
– alle randvoegen of van de verplaatsingen van de verbindingen met de
aangrenzende, horizontale (wegen, trottoirs, ...) of verticale (gebouwen,
plantenbakken, funderingsmuren, ...) elementen,
De aanbestedingsdocumenten geven aan of het dak wordt voorzien van
ballast. In dat geval omvatten de werken eveneens de levering en plaatsing
van:
– een vezelvlies,
– een drainerende folie,
– indien nodig, een ballast met rolgrind of betonnen platen.
De werken omvatten alle noodzakelijke hulpstukken, werkzaamheden en
leveringen voor de uitvoering van de werken volgens de regels van de kunst.
2.
Uitvoeringsvoorschriften.
2.1. Bevestiging.
De bevestiging van het waterdichtingscomplex (isolatie en bedekking)
gebeurt met warm bitumen, volledig hechtend geplaatst. Deze bevestiging
wordt vervolledigd doormiddel van mechanische verankeringspunten, volgens
de voorschriften van de bijzondere documenten hierbij van toepassing, indien
geen gebruik wordt gemaakt van ballast.
De mechanische bevestigingen worden voorzien van verdeelplaten om het
waterdichtingscomplex niet te beschadigen.
2.2. Hellingsbeton.
Volgende beschrijving is enkel van toepassing indien het hellingsbeton niet
voorzien wordt in een andere specifieke bepaling uit het bestek.
De minimale helling is groter dan 2% en de dikte van het beton bedraagt
minstens 3 cm.
De uitzettingsvoegen met een breedte van 10 mm worden in het hellingsbeton
voorzien, zodat de grootste afmeting van de oppervlakken (diagonaal) niet
meer dan 10 m bedragen. Er moeten voegen worden voorzien ter hoogte van
de structurele voegen. Een voeg van 10 mm breedte wordt voorzien rondom
de omtrek van het dak. In geval van gewapend beton worden de
wapeningen onderbroken ter hoogte van de voegen.
Het oppervlak van het hellingsbeton mag geen uitsparingen vertonen, die
mogelijk de bedekking in het gedrang kunnen brengen; hiervoor wordt het
oppervlak goed gladgestreken of bedekt met een nivellerende mortellaag
van 1 cm dikte boven de toppen van de korrels.
Het hellingsbeton mag geen producten bevatten die mogelijk de bedekking
kunnen aantasten; het oppervlak bezit voldoende weerstand om niet te
verzakken onder het gewicht van de voorziene overbelastingen; er mogen
zich geen verzakkingen voordoen die mogelijk een breuk in het dakcomplex
zouden veroorzaken.
Men dient de nodige maatregelen te nemen om de uitdroging van het beton
te voorkomen tijdens het hardingsproces.
De afwijkingen op gebied van vlakheid worden als volgt gedefinieerd:
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
57/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
– aan de voorwaarde van algemene vlakheid wordt voldaan als onder een
lat van 2,00 m die in alle richtingen verplaatst wordt, geen doorbuiging van
meer dan 5 mm vastgesteld wordt.
– de plaatselijke vlakheid is voldoende als onder een latje van 0,20 m dat in
alle richtingen verplaatst wordt geen doorbuiging van meer dan 3 mm
vastgesteld wordt.
2.3. Dampscherm uit bitumen, gewapend met aluminium.
De aanwezigheid van een dampscherm wordt bepaald in functie van de
hygrometrie van het te bedekken lokaal, in overeenstemming met de TV 215.
Het is niet verplicht wanneer de thermische isolatie bestaat uit
cellenglasplaten.
De voegen tussen de stroken van het dampscherm worden zodanig
uitgevoerd om eenzelfde weerstand tegen de diffusie van waterdamp te
vertonen als de gewapende gealuminiseerde bitumen zelf.
De laag wordt gelijmd met een laag warme geoxideerde bitumen ter waarde
van 1,5 kg/m².
In geval van mechanische bevestiging, wordt met de geschikte middelen de
continuïteit van het dampscherm verzekerd.
2.4. Thermische isolatie.
De thermische isolatie wordt aangebracht in platen uit cellenglas.
De ondergrond wordt zo vlak mogelijk hersteld zodat er, doormiddel van de 2
meterlat, geen doorbuiging ontstaat van meer dan 5 mm.
2.4.1. Isolatie doormiddel van cellenglasplaten
De ondergrond wordt bepleisterd met een hechtingslaag (hechtende vernis)
op basis van bitumen, a rato van 0,400 kg/m². De isolatieplaten worden
doormiddel van geoxideerd bitumen gelijmd, volgens NBN 46-002, bij een
temperatuur tussen 150 en 180°C. Deze warme bitumenlaag wordt op de
drager geplaatst met behulp van een ronde waterbestendige borstel, a rato
van 4 kg/m²; de boorden van de al geplaatste platen worden eveneens
ingesmeerd.
Enkel de delen waarop de isolatie onmiddellijk wordt aangebracht, worden
ingesmeerd. De isolerende panelen worden stevig aangeduwd tegen het met
warm bitumen bedekte oppervlak, dat zich op een temperatuur bevindt
tussen 150 en 180°C.
De platen worden in parallelle rijen gelegd met nauw aangesloten,
geschrankte voegen. Men waakt erover dat de bitumen overvloeit in de
voegen voor een perfecte aansluiting van de platen.
Bij werkonderbrekingen en op het einde van elke dag, wordt de isolatie
waarop de eerste waterdichtingslaag nog niet is aangelegd, afgedekt door
middel van een bitumen glacis om te vermijden dat er regenwater, dauw of
sneeuw in de tussenruimten aan de oppervlakte van de platen zou dringen.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten:
– dan is de dikte van het cellenglas conform de detailplannen.
2.5. Waterdichtingsbekleding.
De waterdichtingsbekleding is samengesteld uit:
– een onderlaag uit glasvlies en/of bitumenpolyestervlies, type V3 of V4,
– een waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen APP of SBS, minimale
dikte 4 mm,
2.5.1.
Onderlaag.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
58/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De onderlaag wordt verstevigd met een polyester wapening van minstens 165
g/m². De binnenkant wordt geprofileerd en voorzien van een smeltbare film ter
hoogte van de lasnaad.
De onderlaag wordt uitgerold op de isolatiepanelen, uitgelijnd en opnieuw
opgerold tot 2/3 van de lengte van de rol. De overlapping aan de uiteinden
worden geschrankt in het dakvlak gemaakt. De overlappingen hebben een
breedte van 8 cm.
De onderlaag is volledig verlijmd op de isolatiepanelen die bedekt zijn met
een laag bitumen. Tijdens de laswerken wordt de laag bitumen van de
isolatiepanelen, en de onderkant van de onderlaag opgewarmd, om een
homogene las te verkrijgen.
De opgaande elementen worden afgeschuind, op ongeveer 6 cm
hypotenusa en 4,5 cm hoogte, ze zijn perfect verenigbaar met de
bitumenhoudende
waterdichtingsmembranen
en vertonen dezelfde
prestaties op gebied van duurzaamheid.
2.5.2. Waterdichtingsmembraan in APP of SBS polymeerbitumen.
De toplaag wordt gemaakt uit het waterdichtingsmembraan uit
polymeerbitumen APP of SBS. Deze wordt uitgerold, uitgelijnd en opnieuw
opgerold tot 2/3 van de lengte van de rol. Tijdens de plaatsing van de
afwerkingslaag moeten de lasvoegen geschrankt liggen ten opzichte van de
lasvoegen van de onderliggende laag. Aan de uiteinden worden de
bekledingen geschrankt ten opzichte van het dakvlak geplaatst. De
overlappingen hebben een breedte van ongeveer 8 cm op de voegen in de
lengterichting, en 12 cm op de dwarse voegen.
Indien een bedekking in de lengte een bedekking in de dwarsrichting kruist,
wordt een klein hoekje van de onderste strook afgeschuind en met een hete
rakel gladgestreken.
Tijdens het definitief uitrollen wordt de bovenste laag volledig op de
onderlaag gelast, onder een constante druk. Tijdens de laswerken worden de
onderlaag, de onderkant van de top en het polipropyleenweefsel van de
lasvoeg die zich aan de onderkant bevindt, opgewarmd, om een homogene
lasnaad van het geheel te verkrijgen.
De opgaande elementen worden met een primaire laag ingesmeerd. De
isolatiepanelen worden hetzij verlijmd, hetzij mechanisch bevestigd, volgens
de hoogte van het opgaande element, tot onder de muurkap. De opgaande
elementen worden afgewerkt door middel van stroken, afgescheiden met
bitumen SBS of APP. Deze stroken worden minstens 5 cm boven het vlakke
gedeelte van het dakoppervlak verlengd, en volledig gelast op de drager van
het opgaande element.
Ter hoogte van opgaande hoeken, worden schuine hoekelementen uit
isolatiemateriaal gebruikt en verlijmd. (bv perliet 5 x 5 cm of 10 x 10 cm)
Ter hoogte van de dakranden en de dakdoorsteken (afvoer en
verluchtingsbuizen, lichtkoepels enz.) wordt onderaan een bijkomende slab in
SBS of APP bitumen geplaatst, of er worden verbindingsstukken tussen de twee
lagen gelegd.
De opgaande delen worden beschermd tegen externe mechanische
spanningen.
Indien de aanbestedingsdocumenten niet aangeven of het dak wordt
voorzien van ballast, zal de bovenzijde van het membraan worden bedekt
met een homogene laag leischilfers die perfect hecht op het gewijzigde
bitumen.
2.6.
Kunststofvezelvlies
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
59/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Het kunststofvezelvlies is duurzaam (niet onderhevig aan bederf) en
waterdampdoorlatend (bijvoorbeeld: mat uit polyester of polypropyleen
vezelvlies, waterbestendig glasvlies op basis van synthetische harsen).
Dit element vertoont een oppervlaktemassa van minstens 200 g/m² en wordt
met een overlapping van 15 cm geplaatst.
2.7. Drainerend paneel
Het waterdichtingsmembraan wordt mechanisch beschermd door middel van
een drainerend paneel (met noppen) uit plastic materiaal (HDPE) dat op de
worteldoek wordt geplaatst.
2.8. Ballast.
De ballast bestaat uit een
aanbestedingsdocumenten.
betonnen
plaat
of
grind
conform
de
De ballast wordt geplaatst naarmate het plaatsen van de isolatieplaten. Hij
bestaat uit betonnen platen van minstens 4 cm dik of gewassen en
onvermalen riviergrind van het kaliber 4/16. Hij is afhankelijk van de dakzone
en van de geografische ligging van deze zone. Hij wordt gelijkmatig verdeeld
over het volledige dakoppervlak, op het courante gedeelte.
De ballast mag geen elementen bevatten die mogelijk fysisch of chemisch de
waterdichting kunnen aantasten. De ballast wordt nooit samengesteld uit
materialen met scherpe randen.
In het geval van een ballast uit grind moet de ballast voor de zones met
frequente circulatie absoluut een bestrating in betontegels bevatten, volgens
de indicaties op de plannen.
De massa van de ballast is conform de voorschriften van de bijzondere
toepassingsdocumenten.
2.9.
Hulpstukken.
2.9.1. Kolken.
De kolken zijn van het type met dubbele ingang: bovenaan, ter hoogte van
de afwerking en onderaan, ter hoogte van de drainage.
2.9.2. Slabben in zink/inox, ter hoogte van de afvoerbuizen.
De slabben in zink/inox (volgens type afvoerleiding zink/inox) hebben een
dikte van 1,5 mm, formaat 0,50 m x 0,50 m.
De slabben worden uitgerust met mantelbuizen uit zink/inox, 3 mm dikte, met
diameter aangepast aan de afvoerleiding, de bladvanger is voorzien van een
grindstop.
2.9.3. Slabben en boordgarnituren.
De slabben en boordgarnituren worden vervaardigd uit zink, dikte 0,7 mm of
inox, dikte 0,5 mm, door de Architect te kiezen.
2.9.4. Voegen in het dak.
De
voegen
in
de
ruwbouw
waterdichtingsbekleding.
worden
doorgetrokken
in
de
Ter hoogte van de bekleding worden deze voegen verlengd in ophogingen,
behoudens tegenstrijdige specificaties in de aanbestedingsdocumenten.
De bekleding wordt opgetild langs de verhogingen.
Beide delen van de ophoging worden bedekt met een naadbedekking onder
de vorm van een metalen moer die oordeelkundig aan haken wordt
bevestigd; dankzij zijn vorm, worden bewegingen in de structuur
overgenomen.
2.10. Waterdichtingsproeven.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
60/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Onmiddellijk na de plaatsing van de waterdichtingslaag, wordt op het dak
minstens 10 cm water aangevoerd, dit water blijft gedurende drie weken
staan om de waterdichting te contoleren.
2.11. Onderhoud van de bekleding.
De duurzaamheidsvoorwaarde van de bedekking zal enkel tot volledige
voldoening leiden indien de werken worden onderhouden en indien zij op
normale wijze worden gebruikt, conform hun bestemming. Er zal meer
bepaald geen toegang worden toegestaan tot zones met ballast of grind.
Het onderhoud van de bedekking omvat onder meer:
– de verwijdering van mossen en vegetatie,
– het in goede staat van werking houden van de regenwaterafvoeren,
– het eventuele onderhoud van de ballastlaag.
3.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– (47)000, (47)200
– NBN B 46-002,
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
4.
Materialen.
De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften:
– rolgrind: Dp1-2,
– mortel: Dq4,
– betontegels: Ff2-2,
– kunststofvezelvlies: Kn6-2,
– dampscherm: type ALU3 of Ly1-01
– onderlaag: Ln2-2,
– waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen: Ln2-3,
– drainerende folie: Ln6-13
– slabben en boordgarnituur uit zink of inox: Mh7, Mh3
– loden slabben: Mh8,
– panelen uit minerale wol: Rm1,
– platen uit cellenglas: Ro9,
– hellingsbeton: Yq4,
aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in deze clausule van het bestek.
5. Betreft.
Bekleding voor platte daken op betonnen ondergrond, bestaande uit
bitumenmembranen met isolatie.
6. Meting.
– a: hellingsbeton - per m².
– b: dampscherm en isolatie - per m².
– c: waterdichting - per m².
(47)262
Bekleding voor plat dak van het "omgekeerde" type,
voor tuindak, op betonnen plaat.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten de levering en de opeenvolgende uitvoering van:
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
61/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− het hellings- en/of vulbeton conform de detailplannen als het niet wordt
voorzien in een andere specifieke bepaling van het bestek;
− een waterdichtingsmembraan dat het geheel van bakken bedekt, inclusief
de verticale wanden, muurafdekkingen en buitenwanden conform de
plannen (inclusief de voorbereiding van de ondergrond), wortelwerend,
bestand tegen UV, olie en bitumen, warm lasbaar. De speciale
bedekkingsstroken worden geplaatst voor de uitspringende hoeken van:
− alle accessoires in polyethyleen buizen en van alle warm gelaste
verbindingen op de waterdichting voor drainage van een bak naar de
andere of voor overloop, conform de plannen, inclusief de roosters in
roestvrij staal, met maximale maas van 3/3 mm en hun
bevestigingsmiddelen, bedekt met een worteldoek, om de buizen te
beschermen tegen de invasie van geëxpandeerde kleikorrels;
− een worteldoek voor de bescherming van de waterdichting met
overlapping van de banen met minstens 30 cm;
− een drainage- waterretentielaag in geëxpandeerde kleikorrels met een
granulometrie van 8/16, een droge volumieke massa van 340 kg/m³ en een
volumetrische massa van het granulaat van 600 kg/m³;
− een composietsysteem dat fungeert als scheidings-, filter- en drainagelaag
met waterreservoir, inclusief verticaal langsheen de muren met
boordafwerkingsprofielen en geschikt bevestigingssysteem;
− Voor de intensieve vegetatie (struiken en hagen) en voor begaanbare
daken, wordt gebruik gemaakt van een lichtjes aangestampte laag
teelaarde, geplaatst in lagen van 10 cm. De aanbestedingsdocumenten
en de detailplannen vermelden de dikte van de teelaarde. Stilzwijgend
met deze documenten, informeert de Aannemer tijdig bij de Architect en
de Raadgevende Ingenieur stabiliteit, over de dikte van de laag. Het
aanbrengen van de teelaarde maakt geel deel uit van deze werken.
− Een driedimensionale wapening uit nylonvezel;
alsook alle hulpstukken, eventuele doorvoeren en opgaande delen rondom
de rand, onder meer langsheen de dakopstanden.
De aanbestedingsdocumenten beschrijven het type vegetatie. Stilzwijgend
met deze documenten, is de vegetatie extensief.
2.
Uitvoeringsvoorschriften.
2.1.
Hellingsbeton.
De volgende voorschriften zijn van toepassing indien het hellingsbeton niet
voorzien is in een andere specifieke bepaling uit het bestek.
De minimale helling is groter dan 2% en de dikte van het beton bedraagt
minstens 3 cm.
De uitzettingsvoegen met een breedte van 10 mm worden in het hellingsbeton
voorzien, zodat de grootste afmeting van de oppervlakken (diagonaal) niet
meer dan 10 m bedragen. Er moeten voegen worden voorzien ter hoogte van
de structurele voegen. Een voeg van 10 mm breedte wordt voorzien rondom
de omtrek van het dak. In geval van gewapend beton worden de
wapeningen onderbroken ter hoogte van de voegen.
Het oppervlak van het hellingsbeton mag geen uitsparingen vertonen, die
mogelijk de bedekking in het gedrang kunnen brengen; hiervoor wordt het
oppervlak goed gladgestreken of bedekt met een nivellerende mortellaag
van 1 cm dikte boven de toppen van de korrels.
Het hellingsbeton mag geen producten bevatten die mogelijk de bedekking
kunnen aantasten; het oppervlak bezit voldoende weerstand om niet te
verzakken onder het gewicht van de voorziene overbelastingen; er mogen
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
62/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
zich geen verzakkingen voordoen die mogelijk een breuk in het dakcomplex
zouden veroorzaken.
Men dient de nodige maatregelen te nemen om de uitdroging van het beton
te voorkomen tijdens het hardingsproces.
De afwijkingen op gebied van vlakheid worden als volgt gedefinieerd:
− aan de voorwaarde van algemene vlakheid wordt voldaan als onder een
lat van 2,00 m die in alle richtingen verplaatst wordt, geen doorbuiging van
meer dan 5 mm vastgesteld wordt.
− de plaatselijke vlakheid is voldoende als onder een latje van 0,20 m dat in
alle richtingen verplaatst wordt geen doorbuiging van meer dan 3 mm
vastgesteld wordt.
In geval de configuratie van het dak leidt tot een maximale betondikte groter
dan 30 cm (om de helling te vormen), zal de helling worden gemaakt door
middel van betonkorrels uit geëxpandeerde klei. De vorm van de helling
beantwoordt aan de voorschriften van bepaling “Hellingsbeton uit
betonkorrels uit geëxpandeerde klei” en wordt afzonderlijk gerekend.
2.2. Waterdichtingsbekleding.
In ieder geval moet de te bekleden oppervlakte perfect proper zijn en vrij van
spitse voorwerpen (stenen, spijlers, vijzen, kroonkurken, enz...) of andere
voorwerpen die de waterdichting kunnen beschadigen. De eventuele
onregelmatigheden die de waterdichtheid kunnen beschadigen (bv bouten)
worden bedekt met een bitumineuze massa of met mortel, zodanig dat een
perfecte gladde ondergrond voor de waterdichtheid verkregen wordt.
De bedekking is samengesteld uit:
− een hechtingsvernis;
− een bitumineuze onderlaag uit glasvlies en/of polyester vezelvlies, type
P150/16 of V4, die in de koude bitumen wordt uitgerold, met gelaste naden;
− een waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen APP of SBS, met
dubbele polyester wapening, wortelwerend, minimale dikte 4 mm, dat in
de koude bitumen wordt uitgerold, met gelaste naden;
De hechtingsvernis wordt enkel door middel van een borstel of airless pistool
aangebracht, op de drager, vrij van niet hechtende elementen, a rato van 0,5
l/m².
De plaatsing gebeurt in volledige hechting. De richting waarin de onderlagen
en bovenlagen worden geplaatst, is identiek (geen kruising van de stroken),
om stagnatie van water te voorkomen.
De lengte van de overlappingen bedraagt minstens 100 mm. Deze worden
over de volledige breedte gelast. Opgaande elementen worden eveneens
gelast. De koude lijm dient niet om de overlappingen en opgaande delen te
lassen.
De opgaande elementen worden afgeschuind, op ongeveer 6 cm
hypotenusa en 4,5 cm hoogte; ze zijn perfect verenigbaar met de
bitumenhoudende
waterdichtingsmembranen
en vertonen dezelfde
prestaties op gebied van duurzaamheid. De waterdichting wordt opgaand
over de volledige hoogte van de dakopstand geplaatst.
De voegen van het waterdichtingsmembraan worden dubbel beschermd
door middel van een tweede strook die boven de reeds gevormde voeg
wordt gelast.
In vrije variante mag de Aannemer ter goedkeuring aan de Architect, elke
andere vorm van waterdichting voorleggen, waaronder een vrij geplaatst
EPDM membraan, van minstens 3 m breedte, voorzien van een interne
wortelwerende wapening uit polyester, waarvan de elasticiteit groter is dan
400% en de dikte groter dan 1 mm.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
63/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2.3. Worteldoek.
De worteldoek is van duurzaam synthetisch materiaal dat niet onderhevig is
aan bederf en waterdampdoorlatend is (bijvoorbeeld: mat uit polyester of
polypropyleen vezelvlies, waterbestedig glasvlies).
Dit element vertoont een oppervlaktemassa van minstens 200 g/m² en wordt
met overlappingen van minimum 30 cm geplaatst.
De worteldoek wordt opgaand over de volledige hoogte tegen de
dakopstanden geplaatst.
2.4.
Composiet systeem met functies voor de bescherming van de lagen, het
filteren en de drainage met het waterreservoir.
Het systeem wordt conform de voorschriften van de fabrikant geplaatst door
een voldoende "dubbele" overlapping van de worteldoek te respecteren.
2.4.1. Systeem voor intensieve vegetatie.
Dit systeem is samengesteld uit een getande folie, de stroken zijn minstens 1,2
m x 20 m met een dikte van ongeveer 25 mm, bestaande uit kleine bekertjes
(wateropname ongeveer 3,2l/m²) uit hard polystyreen, onderling aan elkaar
gelast. De mat weerstaat aan een druk van meer dan 370 N/m². De
bovenkant is voorzien van een filtrerend membraan, donker van kleur, uit
polypropyleen van ongeveer 140 g/m², terwijl de onderkant wordt afgewerkt
met een scheidingsmembraan, lichte kleur, uit polypropyleen van ongeveer
135 g/m². In de vrije ruimte tussen de krammen en in de folie worden gaten
geboord om een drainagevermogen van ongeveer 14 l/m²/s te verzekeren.
Het systeem heeft een drukweerstand van +/-380 kN/m².
2.5.
Hulpstukken.
2.5.1. Afvoer van regenwater.
Door overloop en drainage van een bak naar de andere.
2.5.2. Waterspuwer.
Er worden overloopwaterspuwers uit zwart polyethyleen geplaatst voor de
afvoer van een eventuele overloop van het tuindak.
2.6. Voegen in het dak.
De
voegen
in
de
waterdichtingsbekleding.
ruwbouw
worden
doorgetrokken
in
de
Ter hoogte van de bekleding worden deze voegen verlengd doormiddel van
ophogingen. De bekleding wordt ter hoogte van deze laatste opgaand
geplaatst.
Beide delen van de ophoging worden bedekt met een naadbedekking onder
de vorm van een metalen moer die oordeelkundig aan haken wordt
bevestigd; dankzij zijn vorm, worden bewegingen in de structuur
overgenomen.
2.7. Waterdichtingsproeven.
Onmiddellijk na de plaatsing van de waterdichtingsbekleding en voor de
plaatsing van het wortelwerende membraan, worden de plantenbakken, op
vraag van de Architect, gedurende 3 weken tot aan de hoogte van de
overloop onder water gezet om de waterdichting te controleren.
3.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− SBR "daken in ‘t groenen: aanwijzingen voor het ontwerpen van
vegetatiedaken en tuindaken" jan 2007,
− TV 229 "tuindaken" van het WTCB,
− Tuindaken, WTCB D/1989/0611/11,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
64/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
4.
Materialen.
De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften:
− teelaarde: Dp1-11,
− rolgrind: Dp1-2,
− mortel: Dq4,
− waterspuwers uit polyethyleen: In6-10,
− worteldoek: Kn6-3,
− glasvlies en/of polyester vezelvlies op basis van bitumen: Ln2-2,
− waterdichtingsmembraan uit polymeerbitumen: Ln2-3,
− waterdichtingsmembraan in EPDM- of PVC-variant: Ln7-1 of Ln6-21
− panelen uit geëxtrudeerd polystyreen: Rn7-1,
− hout: Yi2, azobé
− hellingsbeton: Yq4
− hellingsbeton
1000kg/m3).
uit
geëxpandeerde
kleikorrels:
Dp3
of
Yr1
(densiteit
5.
Betreft.
Bekleding voor plat dak van het "omgekeerde" type, voor tuindak, op
betonnen plaat.
6.
Meting.
− Per m² van de horizontale oppervlakken, alle verticale opgaande delen
inbegrepen.
In zijn offerte is de aanbesteder gehouden de eenheidsprijzen te preciseren,
levering en plaatsing van volgende elementen:
− hellingsbeton: per kubieke meter,
− wortelwerend waterdichtingsmembraan: per vierkante meter,
− filtrerend/drainerend composietysteem: per vierkante meter,
− teelaarde: per kubieke meter,
(50)000
Distributie- en afvoerinstallaties van vloeistoffen,
algemeen.
1.
Algemeen.
De Aannemer is verplicht om voor het materiaal dat hij gebruikt de volgende
elementen bij de voorlopige oplevering van de werken voor te leggen aan de
Bouwheer:
– de technische plaatsingsnota’s, eveneens nota’s inzake aansluiting,
gebruiksaanwijzing en onderhoud;
– de garantiedocumenten die door de fabrikanten van het materiaal
worden geleverd, naar behoren aangevuld en geldig gemaakt.
Deze verplichting ontlast in geen geval
verantwoordelijkheid in geval van stoornissen.
de
Aannemer
van
zijn
Behoudens tegenstrijdig bericht van de Architect, worden alle leidingen en
hulpstukken ervan in de technische lokalen, onbewoonde lokalen of
aangegeven in de aanbestedingsdocumenten, geschilderd volgens de
conventionele kleuren van de NBN 69. Over dit punt vraagt de Aannemer
vooraf het schriftelijk akkoord van de Architect.
2.
Verenigbaarheid en type materialen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
65/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De constructiematerialen van de distributie-installaties en –uitrustingen en van
de afvoer van vloeistoffen, onder meer de voegdichtingen en bevestigingen,
zijn geschikt voor de vloeistoffen waarmee zij in contact komen, en eventuele
stagnatie.
Voor de rioolleidingen en inspectieputten zal de Aannemer, behoudens
tegenstrijdig bericht in de aanbestedingsdocumenten, zorgvuldig hetzelfde
constructiemateriaal gebruiken voor de leidingen en inspectieputten,
behoudens de eventuele putdeksels en roosters.
3.
Uitvoering van de ophanging voor de uitrustingen.
De ophangelementen worden bevestigd in de betonnen elementen van het
gebouw met behulp van metalen veerbussen en expansiebouten.
De bevestiging door middel van een pen die wordt aangedreven door
kogeltjes is verboden.
Laswerken op metalen vloeren alsook op profielen is verboden.
Ophangingselementen op metalen vloeren gebeuren enkel door middel van
ophangingshulpstukken die speciaal werden bestudeerd om te worden
ingewerkt in de nerven van de metalen bekisting.
De bevestiging van de ophangelementen met de metalen profielen gebeurt
enkel door middel van klemkrammen, vijzen of moeren op de onderste flens
van de profielen.
De verankeringspunten worden voor de uitvoering van de brandwerende
bescherming geplaatst.
Alle ophanghulpstukken zijn voor rekening van de Aannemer.
De Aanbesteder bezorgt tijdig de ophangplannen van de uitrustingen zodat
zijn werken en die van andere vaklui perfect op elkaar afgestemd kunnen
worden.
De ophangelementen zijn stabiel bij omgevingstemperaturen gaande tot
minstens 100 °C met een veiligheidscoëfficiënt gelijk aan 1,5.
4. Meting
Pro memorie
(50)131
Aansluiting op de openbare riolering.
1.
Aard en omvang van het werk.
De Aannemer zorgt voor een bijeenkomst met de controleur der werken van
de bevoegde overheid en met de Architect over de definitieve uitwerking van
de aansluitingsstudie.
De Aannemer vraagt te gelegener tijd en na akkoord met de Bouwheer in
diens naam de aansluiting.
De werken omvatten het geheel van de werken nodig voor de aansluiting van
het privé-rioolnet op de openbare riolering en dit vanaf de grens van het
eigendom, met name de bouwput die wordt uitgegraven en terug
aangeaard, de fundering van de buizen, de buizen, de aansluiting zelf op het
openbare rioolnet, de herstellingswerken van het wegdek en de beschadigde
goederen buiten de eigendomsgrens, de bescherming en signalisatie van de
werken, en de bijdragen aan de overheden.
De Aannemer zal het wegdek achterlaten in de staat waarin hij haar
gevonden heeft. Hij zal bijgevolg alle noodzakelijke werken vervaardigen en
aan de competente administratie een proces-verbaal opvragen dat getuigt
van de goede uitvoering van de werken.
2.
Betreft.
Aansluiting op de openbare riolering op de binnenweg Wet.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
66/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
3.
Meting.
Forfaitair.
(50)200
Rioleringsnet, algemeen.
1.
Aard en omvang van het werk.
Deze bepaling is van toepassing op alle bepalingen waarvan het nummer
begint met (50) na (50)200.
De aannemingen met betrekking tot de riolering omvatten:
− de grondwerken en bouwputten van welke aard ook, noodzakelijk voor de
plaatsing van de rioleringsleidingen, inspectieputten, en in principe, van alle
ondergrondse aansluitingen;
− de verwijdering van planten en vegetatie, de eventueel noodzakelijke
ontbossingen,
beschoeiingen
en
waterwinningen,
evenals
alle
uitvoeringsmiddelen;
− de volledige constructie van alle netten tot en met de bochtstukken aan de
voet van de regenwaterafvoerleidingen en de uitgangen van het gebouw;
− het leveren, plaatsen en aansluiten van:
−
wachtbuizen binnen het gebouw,
−
buizen,
−
inspectieputten,
−
kolken,
−
allerhande afscheiders;
− de bijkomende werken voor de constructie van de riolering (bijvoorbeeld: de
reiniging van bestaande bevuilde wegen, ten gevolge van de aanvoer en
de werktuigen op de werf);
− het aanaarden van de sleuven;
− het onderhoud van de werken gedurende de constructieperiode tot aan de
voorlopige oplevering, en van de installaties in een dergelijke toestand dat
ze in goede staat van bewaring kunnen worden overgenomen bij het
verlopen van de garantieperiode;
− de levering van de noodzakelijke werkuren voor de proeven en het afstellen
tijdens de proefperiode, en de gedeeltelijke en opeenvolgende
inbedrijfstellingen op de werf, tot aan de voorlopige oplevering, inclusief het
gebruik van toestellen voor de controle en meting en de verplaatsingen;
− het opleiden en op de hoogte stellen van het personeel dat met de
uitbating van de installatie belast is;
− het opstellen van alle uitvoeringsplannen.
Rekennota’s, geheugens,
plannen en schema’s worden in voorkomend geval, aangevuld en gewijzigd
op aanvraag en volgens de indicaties van de Bouwheer en de Architect,
zonder een schadevergoeding of toeslag aan de Aannemer toe te staan,
zelfs indien deze wijzigingen of toevoegingen leiden tot willekeurige
onvoorziene werken of leveringen in de prijsopgave, voor zover deze
wijzigingen of toevoegingen niet afkomstig zijn van wijzigingen op gebied
van de aannemingsvoorwaarden, zoals vastgelegd in het bestek en de
plannen in bijlage;
− bij de voorlopige oplevering, de volledige reiniging van het rioleringsnet,
inclusief de opvangtoestellen.
− alle doorvoeren, herstellingen en aftakkingen op bestaande leidingen in
overleg met de eigenaars en de beheerders van de werken die betrokken
zijn bij een aftakking.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
67/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Eventuele verbeteringen die aan de installatie of het materiaal van de
Aannemer worden aangebracht tijdens de garantieperiode, zullen ten volle
het bezit worden van de Bouwheer, zonder dat deze laatste de Aannemer
hiervoor moet vergoeden.
De zuiveringsuitrustingen dragen de CE keuring met referentie tot de Europese
norm.
2. Bijzondere documenten van toepassing.
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
– De Wet van 26 maart 1971 (BS 01/05/1971) op de bescherming van
oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
– het Koninklijk Besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement
voor het lozen van afvalwaterin de gewone oppervlaktewateren, in de
openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater;
– de Europese richtlijn 91/271/CE inzake de behandeling van stedelijk
afvalwater en haar besluiten van toepassing in het Belgisch recht;
– de sectorale voorwaarden voor het lozen;
– de voorschriften van het IBGE-BIM;
– de Ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de
vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu;
– het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 (BS
22/10/1999) betreffende het toezicht op het naleven van de wettelijke en
reglementaire bepalingen inzake leefmilieu;
3. Technische referentienormen en -documenten
De werken zijn conform:
-
het TB 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
-
het typebestek « ABPB » uitgave 10,
-
het typebestek 904, hoofdstuk 6
-
artikels (10)300 en (10)500,
-
de TV 200 (evenals TV 114 en 120) van het WTCB,
-
NBN EN 752:2008 Buitenriolering,
-
NBN
EN
1610 :1997
afvalwaterleidingen,
-
De STS serie 35 waaronder STS 35.1 en 35.2,
-
serie NBN EN 1253-1 tot 5: Afvoerputten voor gebouwen - Deel 1: Eisen, enz
; zie eveneens (52)5xy,
NBN EN 12056-1 tot -5 Binnenriolering onder vrij verval -1 :2000 Deel 1:
Algemene en uitvoeringseisen; -2:2000 Deel 2: Ontwerp en berekening van
huishoudelijk-afvalwatersystemen; -3 :2000 Deel 3: Ontwerp en berekening
van hemelwaterafvoersystemen ; -4 :2000 Deel 4: Pompinstallaties voor
afvalwater - Ontwerp en berekening ; -5 :2000 Deel 5: Installatie en
beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik
Bu nf XP ENV 13801:2001 Kunststofleidingsystemen voor binnenriolering
(lage en hoge temperaturen) - Thermoplasten - Aanbevolen
praktijkrichtlijnen;
NBN EN 13564-1 :2002 Terugslagkleppen voor gebouwen - Deel 1: eisen ; 2 :2003 Deel
2:
Beproevingsmethoden
;
-3 :2003
Deel
3:
Kwaliteitsbeheersing,
NBN EN 1671 : 1997 Buitenrioleringen onder druk
NBN EN 805: 2000 Watervoorziening - Eisen aan distributiesystemen
buitenshuis en aan onderdelen daarvan
NBN EN ISO 5199:2002 Technische specificaties voor centrifugaalpompen Klasse II
-
-
-
-
Aanleg
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
en
testen
van
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
rioleringen
-
en
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
68/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
NBN EN ISO 9905:1998 Technische specificaties voor centrifugaalpompen Klasse I
- NBN EN ISO 9908:1998 Technische specificaties voor centrifugaalpompen Klasse III.
- NBN EN 12255-1 à -16 Afvalwaterzuiveringsinstallaties -1 :2002 Deel 1:
Algemene ontwerp- en constructiegrondslagen; -3 :2001 Deel 3:
Voorbehandeling; -4 :2002 Deel 4: Voorbezinking; -5 :2000 Deel 4:
Voorbezinking; -6:2002 Deel 6: Proces met actief slib; -7:2002 Deel 7:
Reactoren met biofilm; -8:2001 Deel 8: Slibbehandeling en -opslag; -9:2002
Deel
9:
Stankcontrole
en
ventilatie;
-10:2001
Deel
10:
Veiligheidsgrondslagen; -11:2001 Deel 11: Vereiste algemene gegevens; 12:2003 Deel 12: Controle en processturing; -13:2003 Deel 13: Chemische
behandeling - Afvalwaterzuivering door precipitatie/vlokvorming; -14:2004
Deel
14:
Ontsmetting;
-15:2004
Deel
15:
Meting
van
het
zuurstoftoevoervermogen; -16:2005 Deel 16: Fysische (mechanische)
filtering;
– NBN EN 12566-1 :2000+add2004 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50
IE - Deel 1: Geprefabriceerde septische tanks;
-
– NBN EN 12566-3 :2005 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50 IE - Deel 3:
Vooraf en/of ter plaatse geassembleerde afvalwaterzuiveringsinstallaties
voor huishoudelijk afvalwater;
– NBN EN 12566-4 :2008 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50 IE - Deel 4:
Ter plaatse geassembleerde septische tanks van geprefabriceerde
onderdelen;
- Afl nf FD CEN/TR 12566-2 :2005 Kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties tot 50
IE - Deel 2: Grondinfiltratiesystemen
gewijzigd/aangevuld volgens dit bestek.
4.
Materialen
De materialen zijn conform:
-
het TB 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
-
het typebestek « ABPB » uitgave 10,
aangevuld/gewijzigd volgens dit bestek.
De Aanbesteder gebruikt enkel nieuw materiaal en materieel, van eerste
kwaliteit, dat voldoet aan de documenten die van toepassing zijn op de
aanneming.
Lang genoeg voor de voorziene uitvoering van deze materialen en materiën
worden ze ter goedkeuring voorgelegd aan de DDW om de planning na te
leven. In geval van weigering worden zij onmiddellijk van de werf gehaald. Bij
goedkeuring mogen zij echter in de toekomst worden geweigerd indien er bij
de uitvoering of het gebruik gebreken opduiken.
De DDW behoudt zich het recht voor stalen te laten nemen en proeven uit te
voeren. Op haar vraag woont de Aanbesteder deze monsternemingen bij. De
interpretatie van de proef- en analyseresultaten is uitsluitend de taak van de
projectontwerper. De kosten betreffende de proeven en analyses vallen ten
laste van de Aanbesteder.
5. Aannemingsverplichtingen
Het behoort de Aannemer toe de eigenschappen op gebied van debieten,
hellingen en afmetingen, aangegeven op de plannen, te controleren en deze
geheel of gedeeltelijk te verbeteren, onder meer voor volgende gevallen:
-
indien een fout of vergetelheid wordt vastgelegd in de aan hem geleverde
documenten,
-
indien een willekeurig element uit de berekening wordt gewijzigd ten
opzichte van de documenten voor de offerteaanvraag.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
69/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De Aannemer berekent zijn eigen lastenverliezen en verliezen bij hydraulisch
uitbalanceren, voor zover de debieten hem gekend zijn.
De berekeningen van de onderneming worden alvorens de aanvang van de
uitvoering voorgelegd aan de Bouwheer.
De goedkeuring van de berekeningen door de Bouwheer vrijwaart in geen
geval de Aannemer, die volledig verantwoordelijk wordt gesteld voor de
berekening van de installaties.
De installaties worden berekend zodanig te weerstaan aan thermische,
statische, dynamische en elektrodynamische lasten.
De op de plannen aangegeven maatlijnen worden louter indicatief
opgegeven.
Voor de studie en uitvoering van de detailplannen, wordt de Aanbesteder
ertoe gehouden ter plaatse de reële afmetingen te controleren, evenals de
mogelijkheden om zijn materiaal aan te voeren.
Bij gebrek aan opmerkingen vanwege de projectontwerpers alvorens de
aanvang van zijn werken, wordt de Aanbesteder geacht, zonder voorbehoud,
de bestaande afmetingen en configuraties te hebben aanvaard.
Bij gebrek aan het laten vaststellen van onenigheden, staat de Aanbesteder in
voor de kosten en lasten, zonder enig recht tot een willekeurige meerprijs of
termijnverlenging, van de noodzakelijke wijzigingen of aanpassingen aan zijn
werken, om rekening te houden met de verschillen in vastgestelde maatlijnen,
niveaus of meting.
6.
Dimensioneren van de leidingen:
6.1. Afvalwater (zwart, grijs, keuken)
Voor zover de debieten gekend zijn door de Aannemer, worden zijn
berekeningen opgesteld op basis van de NBN 12056 met een minimale helling
van 5 %, voor een vuldoorsnede van meer dan 50 % en met een
simultaniteitscoëfficiënt k = 0,70.
Zonder bijkomende informatie zal de
Aannemer de werken conform de plannen van de Architect uitvoeren.
6.2. Regenwater
De berekeningen worden opgemaakt op basis van de NBN 12056,
vertrekkende vanuit een debiet van 3l / minuut / m² horizontaal dakoppervlak.
7. Aanbevelingen inzake onderhoud aan de Bouwheer.
De rioleringsleidingen worden regelmatig gecontroleerd om verstopping te
voorkomen:
− afzettingen worden manueel met een waterstraal of mechanisch verwijderd;
− ter hoogte van de inspectieluiken, hevels en kolken, dient men regelmatig
de opstapelingen van dode bladeren, modder en andere elementen die
mogelijk de afvloeiing kunnen belemmeren, te verwijderen;
− de zuiveringsstations worden regelmatig en minstens 1 keer per jaar geruimd
door een erkende ruimer; op dat ogenblik zal de werking van het station
worden nagekeken, alsook het gehalte aan O2 en de slijtage van de
onderdelen. Deze worden indien nodig vervangen;
− ontvetters, bezinkvaten, slibafscheiders, enz. worden minstens 1 keer per jaar
geruimd en gecontroleerd door een erkend ruimer.
8. Meting
Pro memorie.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
70/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(50)233
architects & engineers
Rioleringsleidingen uit PEHD die in de dekvloer
worden geplaatst.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten:
- de ondersteuningsmiddelen van de leidingen in de bekisting en tussen de
wapeningen uit bederfbestendige materialen, zodat de positie en de uitlijning
van de leidingen correct worden geregeld en zodat elke beweging van deze
leidingen bij de plaatsing of de effening van de dekvloer wordt vermeden;
- de levering en de plaatsing van de leidingen met de vermelde diameters in
de aanbestedingsdocumenten, de verbindingen, de dichtingen en alle
speciale onderdelen. De leidingen bevatten ook zo weinig mogelijk
dichtingen. De leidingen zijn voorzien van verwijderbare stoppen uit PEHD met
een diameter die is aangepast aan de in- en uitgangen in afwachting van de
aansluiting.
− de goede coördinatie van de plaatsing van deze leidingen met de
uitvoering van de gekleurde hydrocarbonaatbedekking die die wordt
beschreven in de bepaling (40)116, met inbegrip van de verstevigingen die
zich loodrecht op de leidingen bevinden en alle onderwerpingen.
− alle doorvoeren, herstellingen en aftakkingen op bestaande leidingen;
2.
Dichtheidsproeven voor de leidingen.
Tijdens de uitvoering van de installatie, zullen lasproeven plaatsvinden. Deze
controles worden uitgevoerd met een vonkdetector na het introduceren in de
leiding van een metalen flexibele geleider.
Het controlemateriaal dient door de Aannemer te worden geleverd en
permanent op de werf beschikbaar te zijn. Na de montage van de installatie,
zal de waterdichting van de voegen van de verschillende leidingen worden
nagekeken door water in de leidingen te laten vloeien. Er worden geen lekken
toegestaan, noch in de leidingen, noch ter hoogte van aansluitingen met de
inspectieputten.
De proeven worden genoteerd in het werfdagboek.
3.
Documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− Index 06.01.10 en 06.01.15 van het typebestek 904,
− TB 2011 Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
− STS 35 " sanering ",
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
4.
Materialen.
De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften:
− leidingen uit PEHD: In6-10.
5. Betreft.
Rioleringsleidingen uit PEHD die in de dekvloer worden geplaatst.
6. Meting.
Leidingen: per strekkende meter, volgens de as van de leidingen tot aan het
midden van de afvoerputten en inspectieputten, alle werkzaamheden
inbegrepen, zonder meerprijs voor speciale stukken of hulpstukken.
(50)244
1.
Afvoer- en ventilatieleidingen uit polyethyleen.
Aard en omvang van het werk.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
71/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De werken omvatten de levering, plaatsing en aansluiting van leidingen uit
polyethyleen, inclusief speciale stukken en dragers.
De leidingelementen worden onderling aan elkaar gelast.
De inspectieluiken worden verplicht op elke wijziging van richting en op de
uiteinden van de leidingen geplaatst.
De koppelingen en aftakkingen moeten worden aangesloten op leidingen
met een hoek die kleiner of gelijk is aan 45°. Aan de voet van de valpijpen zal
de horizontale koppeling worden voorzien van twee aansluitingen met
typehoeken 135°.
Er dient vooraf een studie te worden gemaakt betreffende de doorsneden en
de uitzettingsmiddelen, met de plaatsingsplannen en de bevestigingen en
isometrisch perspectief, door de Aannemer vereist om een goede
plaatsingskwaliteit te verkrijgen.
De leidingen worden ingebouwd of in opbouw geplaatst. De werken
omvatten eveneens de doorvoeren, kokers, herstellingen, aanwerkingen van
het metselwerk en bedekkingen, de aansluitingen met de toestellen en met
de bestaande leidingen.
De verluchting van de valpijp gebeurt door middel van een klep type
“terugslagklep”, dat onder het dak wordt geplaatst. Deze terugslagklep
omvat een lichaam uit ABS, een membraan uit synthetisch rubber en is
voorzien van een beveiligingsnet uit polyethyleen dat de instromende lucht
filtert. Dankzij een aansluitvoeg uit universele synthetische rubber kan de
aansluiting gebeuren op alle leidingen met een diameter tussen 50 en 110
mm. De klep wordt verticaal in het hoogste punt van de valpijp geplaatst,
zonder dat een doorvoer doorheen het dak nodig is. In geval van kans op
vorst, blijft de klep aan de bovenkant van haar originele verpakking uit
geëxpandeerde polystyreen. Er is per valpijp één klep nodig.
2.
Toepassingsdomein
Voor de sanitaire installaties worden de leidingen die niet onder druk komen te
staan en voor de afvoer worden gebruikt, vervaardigd uit:
polyethyleen, hoge dichtheid, lage druk, voor de afvoerinstallaties;
Alle leidingen in opbouw worden geschilderd in een kleur die door de
Architect wordt gekozen.
3.
Tracé
Het tracé en de bevestiging van leidingen wordt bestudeerd om een vrije
uitzetting te verkrijgen en absoluut het geluid te vermijden ten gevolge van
wrijving en van het in elkaar haken van de leidingen.
Alvorens de montage is de Aannemer ertoe gehouden, een principeschema
ter goedkeuring voor te leggen aan de DDW (Aanbestedende Overheid), van
de afvoernetten die hij zal vervaardigen. Hij dient verplicht de vaste punten
en de hulpstukken voor het uitzetten aan te geven.
De Aannemer dient de ligging van de leidingen, zoals aangegeven op de
plannen, na te leven. Indien, ongeacht de reden, hij dit tracé wenst te
wijzigen, zal hij zijn gemotiveerd voorstel ter goedkeuring voorleggen aan de
Bouwheer en de wijzigende plannen opstellen.
De aangegeven diameters moeten worden beschouwd als minimale
waarden, waaronder de Aannemer niet mag komen. Het wordt hem echter
toegestaan deze naar wens te vergroten indien hij het nodig acht voor de
goede werking van de installatie, mits een verantwoordende nota.
4.
Leidingen uit PEHD voor de sanitaire installaties
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
72/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De hangende leidingen worden gerealiseerd uit polyethyleen met hoge
dichtheid (PEHD) en moeten voldoen aan de voorschriften van de NBN 620 en
de vereisten van het BUTGb (er wordt een conformiteitscertificaat vereist).
Daarenboven zijn de voorschriften van de STS 62 – Sanitaire leidingen, STS 35 –
Sanering en de voorschriften van de fabrikant, van toepassing.
De leidingen moeten de volgende indicaties bevatten: het merk, de diameter,
het BENOR-label; zij moeten gestabiliseerd zijn.
De nominale proefdruk bedraagt:
tot 160 mm.
200, 250 en 315 mm.
PN 4 voor diam. 40
PN 3,2 voor diam.
Speciale stukken zoals bochten, T-stukken, koppelingen, inspectieluiken, enz.
worden gerealiseerd uit dezelfde materie en fabricage als de leidingen en
zullen aan dezelfde voorschriften voldoen.
4.1.
Eigenschappen van leidingen uit PEHD
De voorschriften van bepaling In6-10 zijn van toepassing.
4.2. Verbindingen
De aansluiting van de leidingen onderling of met de koppelingen gebeurt
door de uiteinden van beide elementen aan elkaar te lassen, zonder materie
toe te voegen.
De leidingen worden verzaagd met een gestuurde zaag (zaag met verstek)
om het contactvlak parallel te laten gebeuren.
Het opwarmen van de leiding gebeurt met behulp van een spiegel.
De spiegel wordt verwijderd en het uiteinde van de te koppelen leiding of
hulpstuk moet vervolgens zo snel mogelijk tegen het andere uiteinde worden
geduwd. Er dient rekening te worden gehouden met de diameter die op het
lastoestel wordt aangegeven.
De klemdruk bij laswerken met deze techniek moet worden afgesteld op het
toestel door middel van een cursor, de waarden van deze druk zijn dezelfde
als diegene die door de fabrikant worden aangegeven.
De druk mag slechts wegvallen nadat de lasnaad hard is.
De grootte van de verdikking na het lassen is gelijk aan de helft van de
wanddikte.
4.3.
Assemblage van de buisdelen
De assemblage ter plaatse van de vooraf geassembleerde leidingen die aan
elkaar werden gelast, gebeurt door middel van elektromoffen of lange kokers.
4.4.
Assemblage met elektromoffen (inclusief diameters van 40 tot 315 mm)
Ze zijn uitgerust met een roestvaste elektrische weerstand.
Ze dienen een verkleining rondom het oppervlak van de leiding te verzekeren.
Tot diameter 160 worden zij uitgerust met een interne ring, die als aanslag dient
voor de uiteinden van de leidingen. Ze mogen niet worden verwijderd, om de
elektromof te laten verschuiven.
De uiteinden van de leidingen moeten de binnenring raken (drukring) of, bij
gebrek hieraan, dienen de leidingen elkaar met hun uiteinde te raken, zodat
het uiteinde van elke leiding wordt bedekt met de helft van de koker.
Alle elektromoffen met een diameter, inclusief tussen 40 en 315, moeten een
lasmarkering vertonen.
Elektromoffen met diameter 200, 250 of 315 worden uitgerust met 2
smeltzekeringen die de stroom onderbreken wanneer de lastemperatuur werd
bereikt.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
73/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
4.5.
architects & engineers
Assemblage met lange kokers (uitgezonderd diameters van 40 tot 315
mm)
Zij compenserende de lengtevariaties van de buizen en kunnen zowel
horizontaal als verticaal worden geplaatst.
Ze zijn samengesteld uit:
- een lang element voor het in elkaar vatten
- een lipvoeg uit Neopreen voor de perfecte waterdichting, ondanks
mogelijke bewegingen van de leiding.
Deze koker dient twee
markeringen te vertonen aan de buitenkant, voor de diepte van de
ineenhaking in functie van de temperatuur tijdens de plaatsing.
4.6.
Drager
De toegepaste technieken moeten zijn voorgeschreven door de fabrikant.
4.7.
Inspectieluiken
De inspectieluiken worden voorzien om zonder veel moeilijkheden, de
volledige lengte van de leidingen te kunnen reinigen. Ze worden op een recht
element geplaatst, dat onafhankelijk is van de aftakelementen, bochten en
versmallingen, maar nabij deze hulpstukken is gelegen, zodat hun schikkingen
het toelaten de reiniging- en ontstoppingsoperaties gemakkelijk te laten
verlopen.
De inspectieluiken zijn samengesteld uit stoppen voorzien van schroefdraad,
waarvan de waterdichting wordt verzekerd door een voeg uit elastomeer. Tot
aan en inclusief de leidingen met een diameter van 100 mm, zal het luik
dezelfde doorsnede hebben als de leiding, bij grotere diameters, is de
doorsnede van het luik gelijk aan 100 mm.
Alle inspectieluiken worden zodanig gericht dat zij gemakkelijk bereikbaar zijn.
Er zal bijgevolg rekening worden gehouden met de onmiddellijke
aanwezigheid van elektrische kabels, ventilatiekokers, enz…
Luiken waarvan de bereikbaarheid onmogelijk blijkt na volledige afwerking
van de werken, worden geweigerd. De Aannemer zal instaan voor de kosten
op gebied van verplaatsing en plaatsing.
4.8.
Verbindingen en aansluitingen
Aansluitingen van leidingen waarvan beide assen horizontaal lopen worden
gerealiseerd met een helling van 135°, aansluitingen met een rechte hoek zijn
niet toegestaan.
De koppelingen met een verticale kolom gebeuren met behulp van T-stukken,
gebogen op 93° om een helling van 3° te verkrijgen in de richting van de
afvloeiing.
Bij hangrioleringen, is de voet van de kolom die wordt aangesloten op deze
riolering, samengesteld uit twee bochten van 45° en een tussenstuk.
4.9.
4.9.1.
Uitzetting
Hangende leidingen
Er dient rekening te worden gehouden met de lineaire uitzetting tijdens de
plaatsing van polyethyleenleidingen.
Bij elke uitzetmof wordt een beugel geplaatst, om een vast punt te
garanderen. Alle andere beugels zijn van het schuifbare type.
Bij horizontale koppelingen, zal de uitzetting worden opgevangen door een
systeem met flexibele armen of door lange kokers. In dat geval dient om de 6
meter afvoerleiding een lange koker te worden geplaatst. Indien de absorptie
van de uitzetting via het tracé niet kan worden gerealiseerd, zullen
uitzetcompensatoren worden voorzien.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
74/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Deze uitzettingselementen voor de verbindingsstukken van afvoerleidingen
met horizontaal verloop, worden zodanig gebouwd dat de afvloeiing zonder
hoogteverschil gebeurt en zonder lekkageverschijnselen.
4.10. Geluidsisolatie
Alle leidingen uit PEHD, die zich in valse plafonds bevinden, moeten worden
omhuld met geluidsisolatie, samengesteld uit synthetisch schuim van 14 mm
dikte, een blad lood en een folie met gesloten cellen van 2 mm dikte; het
geheel wordt geplaatst met een overlapping van minstens 2 cm.
5.
Verluchtingsbuizen voor afvoer en valpijpen
De verluchtingsleidingen moeten in het verlengde worden geplaatst van elke
afvoer.
De leidingen moeten worden gerealiseerd uit polyethyleen, identiek met de
afvoerbuizen.
De primaire verluchting dient dezelfde diameter te bezitten als de
afvoerkolom waar zij het verlengde van is.
6.
Afvoerleidingen uit verchroomd koper
De aansluitingen tussen de verchroomde koperen hevels en de
afvoerleidingen, in kokers of ingebouwd, moeten worden gerealiseerd door
middel van verchroomde koperen buizen.
7.
Betreft.
Afvoerleidingen uit polyethyleen.
8.
Meting.
forfaitair.
(50)333
Aansluiting van een rioolleiding op een bestaande
inspectieput buiten.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten alle leveringen en prestaties noodzakelijk om de
aansluiting te vervaardigen van een rioolleiding met een bestaande
inspectiekamer buiten, inclusief alle afbraakwerken en/of uitsnijdingen,
metselwerk, cementering, beschermlagen, betonnen kader voor het voetstuk
van het deksel, aanaardingen, compactering en alle werkzaamheden.
De werken omvatten het geheel van werken die noodzakelijk zijn om de
aansluiting te vervaardigen van een rioolleiding naar een bestaande
inspectiekamer onder meer de grondwerken, aanaardingen, graafwerken, de
eigenlijke aansluiting, de werken betreffende de herstelling van de bestaande
vloerbekleding en beschadigde goederen, de bescherming en signalisatie
van de werken, de administratieve bijdragen.
Wanneer de inspectieput onder het wegdek ligt, dient dit verplicht te worden
afgebroken en heropgebouwd over de hoogte van de weg en diens
verhardingsbed. De Aannemer zal het wegdek achterlaten in de staat waarin
hij haar gevonden heeft. Hij zal bijgevolg alle noodzakelijke werken
vervaardigen en aan de competente administratie een proces-verbaal
opvragen dat getuigt van de goede uitvoering van de werken.
2.
Referentienormen en –documenten.
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
-
artikel (50)200 en (10)500
aangevuld / gewijzigd zoals beschreven in dit bestek.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
75/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
3. Betreft.
Aansluiting van een rioolleiding op een bestaande inspectieput buiten.
4.
Meting.
Forfaitair
(50)352
Geprefabriceerde inspectieput voor buiten, uit HDPEpolyethyleen.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken zijn in overeenstemming met de voorschriften van de index 35.14
STS 35 III, aangevuld en gewijzigd als volgt.
De inspectieputten worden gebouwd volgens de aanwijzingen op de
plannen, op de hierop aangegeven plaatsen.
Deze werken omvatten de volgende leveringen en uitvoeringen:
-
de grondwerken, met andere woorden, bouwputten, graafwerken,
aanaardingen, aanstampen, grondwaterbemaling, beschoeiing van
putten, transport van overtollige aarde buiten het eigendom;
-
een vlijlaag uit gestabiliseerd zand met een dikte van 20 cm, of in geval van
geringe draagkracht, een fundering uit ongewapend beton met een dikte
van 20 cm of uit gewapend beton wanneer men de grondwaterspiegel
heeft bereikt; de fundering steekt 10 cm boven de buitenkant van de
inspectieput uit;
-
de eigenlijke put:
* Hij wordt geprefabriceerd op basis van afvoerleidingen met een
cirkelvormige doorsnede uit HDPE PN 3,2. Hij wordt geprefabriceerd op
de gevraagde hoogte, inclusief de eventuele ophogingen voor de
verbinding, en uitgerust met de nodige aansluitingen in het atelier. De
wanddikte van de kamer schommelt in functie van haar diameter
315 mm
630 mm
800 mm
1000 mm
Diameter
250 mm
dikte
+/-8 mm
+/-10 +/-20 mm +/-35 mm +/-30 mm
mm
De ingangen worden hetzij uitgevoerd met uitwendige uitgang voor de
spiegellas of elektromof, hetzij met een ineen te vatten gelaste koker,
uitgerust met een waterdichtingsvoeg. De uitgang wordt uitgevoerd met
een mannelijke uitgang.
De secundaire draineerbuizen worden in de richting van de
voornaamste afvloeiing gerealiseerd om deze te bevorderen.
* De bodem van de basis van de put wordt geprofileerd om de doorvoer
van de ene leiding naar een andere te sturen;
* Bij inspectieputten dieper dan 0,60 meter is de schacht langs binnen
voorzien van ronde klimijzers met een diameter van 20 mm in een
roestvaste, lichte legering.
Deze sporten worden de ene boven de andere vastgemetseld in de
schachtwand met een hartafstand van 300 mm;
* In geval van putten dieper dan 1,50 m wordt de schacht aan de
binnenkant voorzien van een ladder, in een lichte, roestvaste legering
conform de normen EN131-1 en 131-2 (de ladder is uitgerust met een
uitschuifbare handleuning bovenaan voor de toegang tot de put);
-
de aanaarding rondom de put, met behulp van lagen gestabiliseerd zand
van maximaal 20cm dikte, zorgvuldig aangestampt, tot aan de sokkel van
het putdeksel;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
76/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
-
aan de bovenkant van de put wordt een losstaande sokkel uit gewapend
beton geplaatst voor het kaderprofiel en deksel van de put, zodat de
eigenlijke put het gewicht van het verkeer niet hoeft te dragen;
-
het gietijzeren kader met rond en vol deksel uit gietijzer van minstens 70
diameter, bovenkant uit slipwerend wafelreliëf. Het kader is
gedimensioneerd volgens de voorschriften van NBN EN 124 in functie van
de inplanting. Stilzwijgend in de aanbestedingsdocumenten, behoren het
deksel en de inspectieput tot klasse D400.
Het kader van het toegangsluik beantwoordt aan normen NBN B53-102 en
NBN B53-108.
De Aanbesteder zal erover waken dat de deksels en hun kaders strikt op het
niveau van de afgewerkte vloer worden geplaatst.
Het geheel wordt geschilderd met een laag primer op basis van zuiver zink
aan 98 % en met twee lagen polyurethaanhars, kleur door de Architect te
kiezen. De sponning van het kader waarop het deksel wordt geplaatst,
wordt behandeld met behulp van een dikke voeg industrieel vet. Het
deksel is voorzien van zijn bedieningssleutel.
Er zijn verschillende soorten putdeksels te onderscheiden:
Belastingsklasse
volgens EN 124
putdeksel
type 1
type 2
type 3
type 4
-
inplanting
Graszones,
wandelpaden
exclusief
voorbehouden voor
voetgangers en
fietsers
Circulatiewegen:
zones
voorbehouden voor
wagens
Circulatiewegen:
zones die
onregelmatig
worden gebruikt
door vrachtwagens
Circulatiewegen:
zones die
regelmatig worden
gebruikt door
vrachtwagens autosnelwegen
Type deksel
Deksel met al dan
niet mogelijkheid tot
opvulling
Tussen A15 en
B125 (minstens
5T)
Deksel met al dan
niet mogelijkheid tot
opvulling
B125 (12,5T)
Deksel met al dan
niet mogelijkheid tot
opvulling
C250 (25T)
Deksel met al dan
niet mogelijkheid tot
opvulling
D400 (40T)
de aansluiting met de bestaande en nieuwe leidingen, door middel van in
de prefabricage voorziene kokers, met voegvulling tussen de put en de
leiding zoals beschreven in dit artikel.
Op het ogenblik van de levering op de werf dienen de putten te worden
voorzien van volgende indicaties: ATG, fabrieksnummer en volgorde volgens
het rioleringsplan. Bij gebrek aan een BENOR en/of ATG markering, dient het
element equivalent beoordeeld te zijn, conform artikel Yy1.
In het ontwerp en tijdens de montage, zal de Aannemer rekening houden met
thermische uitzettingen.
De vervaardiging van de laswerken en de plaatsing van het
bevestigingsmateriaal gebeurt conform de richtlijnen van de fabrikant.
De Aannemer legt ter goedkeuring aan de Architect de gedetailleerde en
van maatlijnen voorziene plannen voor.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
77/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2. Bijzondere documenten van toepassing.
De volgende voorschriften zijn van toepassing:
– NBN EN 1519:2000 Kunststofleidingsystemen voor binnenrioleringen (lage en
hoge temperatuur) - Polyethyleen (PE) - Deel 1: Specificaties voor buizen,
fittingen en het systeem
– NBN T 42-112:1983 Afvoerbuizen van polyethyleen
– NBN EN 124:1994 Roosters en deksels voor putten en kolken voor
verkeersgebieden
Eisen,
typebeproeving,
markering
en
kwaliteitsbeheersing,
– NBN B53-102 :1977 Rioleringsonderdelen - Putrandramen - Type 1,
– NBN B53-108 :1977 Rioleringsonderdelen - Putrandramen - Type 7,
– NBN EN 131-1:2007, -2:1993 en -3:2007 Ladders - Deel 1: Termen, types,
functionele afmetingen; Ladders - Eisen, beproevingen, merking; Deel 3:
Gebruikersinformatie;
– Index 6/04/2010 en 6/04/2024 van het typebestek 904,
– Index 35.14 STS 35 III
aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit bestek.
3.
Materialen.
De materialen en hun plaatsing voldoen aan de volgende voorschriften:
– Polyethyleen HDPE: In6-11
– beton: Yq4,
– vlijlaag uit zand: Dq4-1,
– inox staal: Yh3,
– verf: Vv,
gewijzigd en aangevuld zoals in onderhavig bestek vermeld.
4.
Betreft.
De inspectieputten voor BUITEN van het geprefabriceerde type uit HDPE met
de volgende afmetingen:
De hieronder opgegeven dieptes stemmen overeen met de maximale
binnenhoogte van de put tussen de bodem en de bovenkant van het deksel.
1
2
3
Type
Type 60
Type 60 / 120
Type 120/200
4
Type 200/300
5
Type 300/400
Diepte
60 cm max
60 cm tot 120 cm
120 cm tot 200
cm
200 cm tot 300
cm
300 cm tot 400
cm
Binnendiameter
63 cm
80 cm
80cm
100 cm
100 voor de schacht
120 cm voor de onderste 180 cm
5.
Meting.
Inspectieput, buiten het putdeksel: per stuk per type, alle werkzaamheden
inbegrepen.
Putdeksel: per stuk per type, alle werkzaamheden inbegrepen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
78/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(50)511
architects & engineers
Gietijzeren kloksterfput naar buiten.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken zijn in overeenstemming met de voorschriften van de index 35.12
STS 35 III, als volgt aangevuld of gewijzigd en met het documentatieblad 18.1
van de Administratie der Gebouwen MOW.
De werken omvatten ook de eventuele graafwerkzaamheden, de plaatsing
en de aansluiting op de leidingen, de aanbrenging van twee kleurverflagen
van formule C en een laag van formule T of U naargelang de index 07. MOW
104, alle zichtbare geschilderde delen in een kleur naar keuze van de
Architect.
2.
Betreft.
Gietijzeren kloksterfput naar buiten met een zijkant van 19 of 29 cm.
3.
Meting.
Per stuk.
(50)514
Gietijzeren kolk naar buiten met stankafsluiter en
mand.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten:
– de grondwerken, met andere woorden, bouwputten, graafwerken,
aanaardingen, aanstampen, grondwaterbemaling, beschoeiing van
putten, transport van overtollige aarde buiten het eigendom;
– de levering en de plaatsing van het funderingsbeton dat een perfect
aangepaste ruimte vormt om de eigenlijke kolk te ontvangen;
– de levering en de plaatsing van de kolk, zijn rooster en de mand.
– de aansluiting op de leidingen, perfecte aanaarding en aanstamping,
inrichting van de bedekking en de watergleuven rond het element;
– een bedieningssleutel voor het geheel van de inspectieputten van dit type,
te leveren aan de Bouwheer bij de voorlopige oplevering;
De kolk bestaat uit een stankafsluiterchassis dat is voorzien van sponningen
voor het rooster en een verbindingsstuk voor de uitgang. De dikte van de
wanden bedraagt ongeveer 11 mm. Het geheel is uit gietijzer.
De mand uit warm gegalvaniseerd staal past zich perfect aan op de
afdekking. Ze wordt voorzien van twee rijen gleuven.
De uitgang is horizontaal of verticaal, naargelang de gegevens van de
aanbestedingsdocumenten.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten:
– bruto absorptievlak: 11 dm²,
– uitgang: verticaal,
– diameter van de uitgang: DN 150,
– afmetingen: 665/230/570 mm,
– rooster van klasse C250.
2.
Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– TB 2011,
– NBN B 53-101 "Rioleringsonderdelen uit gietijzer of uit vormgietstaal Algemene technische voorschriften",
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
79/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
– EN 124 "Roosters en deksels voor putten en kolken voor verkeersgebieden Eisen, typebeproeving, markering en kwaliteitsbeheersing",
– STS 35 Band III, index 35.14,
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
3.
Materialen.
De materialen beantwoorden respectievelijk aan de volgende voorschriften:
– warmverzinking: Yh2-02,
– beton: Yq4.
4.
Betreft.
Gietijzeren kolk naar buiten met stankafsluiter.
5.
Meting.
Per stuk.
De aanbestedingsdocumenten verduidelijken de aanwezigheid van de mand.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan is ze
aanwezig.
(50)718
Geprefabriceerde betonnen afwateringsgoot met
ingebouwde helling en rooster.
1.
Aard en omvang van het werk.
De werken omvatten:
– de grondwerken, met andere woorden, bouwputten, graafwerken,
aanaardingen, aanstampen, grondwaterbemaling, beschoeiing van
putten, transport van overtollige aarde buiten het eigendom;
– de levering en plaatsing van een afwateringsgoot, inclusief alle hulpstukken
zoals afsluiters en eindstukken;
– de levering en plaatsing van de rooster voor de afwateringsgoot,
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
2.
Technische kenmerken.
2.1. Afwateringsgoot.
De afwateringsgoot is vervaardigd uit gewapend beton met glasvezels en
samengesteld uit zuivere chemisch inerte kwartskorrels, waarbij de
korrelgrootte zorgvuldig wordt verdeeld. Het geheel is alkalibestendig. De
elementen sluiten perfect op elkaar aan.
De bovenste boorden van de laterale wanden worden verstevigd door middel
van een warm verzinkt stalen profiel. Dit profiel is ontworpen als drager voor de
rooster.
Volgens de indicaties van de aanbestedingsdocumenten, zullen de
uitgangsleidingen horizontaal of verticaal lopen. Stilzwijgend in deze
documenten, bedraagt de diameter van de uitgang DN 110.
Eigenschappen van de afwateringsgoot:
– winterhard,
– bestand tegen de belastingen van klasse D400,
– bestand tegen bodemzuren, oliën, stookolie, benzine en zoutoplossingen in
antivriesproducten,
– het binnenoppervlak is volmaakt glad,
– ingebouwde helling van 0,6%.
De afwateringsgoot wordt in een betonnen kist geplaatst, type N1, met een
omhulling van minstens 15 cm dikte;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
80/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
2.2. Rooster.
De rooster wordt bevestigd door minstens 4 bouten per meter. De bouten
worden in pennen geplaatst, ingebouwd in de wanden op de hoogte van de
afwateringsgoot. De elementen uit bovenstaande beschrijving zijn van
dezelfde aard. Ze worden vervaardigd uit gietijzer, warm verzinkt staal of
roestvast staal.
De rooster wordt gedimensioneerd om zonder vervorming het gewicht van de
voertuigen op te nemen, hetzij C250 hetzij D400 kN.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan is het
rooster van klasse D400.
Het bevindt zich 2 tot 3 mm lager dan het niveau van de bekleding.
3.
Documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– Typebestek TB 2011 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, index G7
– EN 124 « Roosters en deksels voor putten en kolken voor verkeersgebieden Eisen, typebeproeving, markering en kwaliteitsbeheersing »,
– NBN EN 1433 : 2003 +addendum 2005 Afwateringsgoten voor
verkeersgebieden - Classificatie, ontwerp- en beproevingseisen, merken en
conformiteitsbeoordeling
gewijzigd en aangevuld zoals vermeld in onderhavig bestek.
4.
Materialen.
De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende
voorschriften:
– warmverzinking: Yh2-02,
– roestvast staal: Yh3 (AISI 316),
– beton: Yq4.
5.
Betreft.
Geprefabriceerde betonnen afwateringsgoot met ingebouwde helling en
gietijzeren rooster.
6.
Meting.
Per strekkende meter, alle accessoires en alle werkzaamheden inbegrepen.
(61)432
Wachtende vloerkoker met dubbele stijve en
flexibele wand uit HDPE met trekdraad voor de latere
doorgang van de communicatiekabel van het
glasvezeltype.
Het nieuwe gebouw van de Raad van de Europese Unie, EUROPA in het
Résidence Palace moet via een telecommunicatiekabel van het
glasvezeltype met het Lex-gebouw worden verbonden. Om de redundantie te
verzekeren wordt er een dubbele verbinding volgens de aangegeven tracés
van de plannen voorzien.
In dit opzicht worden er twee verschillende buizen of vloerkokers in afwachting
in de grond geplaatst om de ondergrond van het Lex-gebouw te verbinden
met de ondergrond van het EUROPA-gebouw.
Norm EN 50086.2-4 van toepassing
1.
Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat:
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
81/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− De uitvoeringsstudie ter plaatse van de banen, in functie van de
getekende banen op de plannen, van de te plaatsen buizen, van de uit te
voeren boringen, van de afdichtingen, van de waterdichtingsaanslutingen
en van de krommingsstralen in coördinatie met de andere uit te voeren
werken;
− De uitvoering van de noodzakelijke wandboringen naar de ondergrond
van het Lex- en EUROPA-gebouw en naar de eventuele noodzakelijke
werkdoorgangen tussen de twee gebouwen, de afdichtingen en de dichte
verbindingen;
− De levering en de plaatsing, volgens de beschreven banen, van de kokers
met dubbele wand uit HDPE met vlakke binnenzijde en geringde
buitenzijde, met trekdraad met een diameter die op de plannen wordt
aangegeven, met inbegrip van alle moffen van de dichte verbindingen
tussen de buiselementen;
− De plaatsing (levering buiten aanneming) van de glasvezelkabels alvorens
de aanaardings-, profilerings- en effeningswerken worden uitgevoerd;
− De geschikte bevestiging, zonder de waterdichtingslaag te beschadigen,
van de buizen zodat ze op hun plaats blijven tijdens de uitvoering van de
aanaardings-, profilerings- en effeningswerken;
2. Documenten van toepassing.
De norm EN 50086.2-4 is van toepassing.
(66)101
Glazen kiosk voor glazen liftcabine.
Bepaling (66)100 is niet van toepassing.
1.
Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat:
− De coördinatie van de studie met de bouwheer en de onderneming die
verantwoordelijk is voor de studie, de levering en de plaatsing van de
liftcabine, de studie, de levering en de plaatsing van alle noodzakelijke
elementen voor de uitvoering van een externe kiosk en de wanden uit extra
helder glas voor de lift (buiten aanneming) die grenzen aan volledig of
gedeeltelijk glazen wanden, waarbij deze schacht plaats biedt aan een
liftcabine waarvan minstens een van de wanden uit glas bestaat;
− de studie, de levering en de plaatsing van alle structuurelementen van de
liftschacht, van alle wandvullingselementen en van alle middelen voor de
bevestiging van deze wanden aan de structuur. De materialen stemmen
overeen met de aanwijzingen in het (de) principeplan(nen) en/of de
meetsta(a)t(en) die de Architect levert aan de Aannemer;
− indien nodig, de uitvoering van de openingen voor de hoge ventilatie van
de liftschacht (rechtstreeks of via het machinelokaal) en van het
machinelokaal via de wanden van de liftschacht en van het
machinelokaal. Zo nodig voorziet de Aannemer voor de geïsoleerde
liftschachten in een afwerkingsrand op de vloer van de schacht die
uitgerust is met de vereiste ventilatieopeningen. Na goedkeuring van de
Architect deelt de Aannemer de Aannemer die verantwoordelijk is voor de
ruwbouw en/of de sluiting van het gebouw, tijdig de afmetingen en
locaties mee van de aan te brengen ventilatieopeningen in andere
wanden om de ventilatielucht buiten het gebouw te leiden. De Aannemer
stemt voor eigen rekening de uitvoering van deze ventilatieopeningen af,
zoals besproken met de verantwoordelijke Aannemer voor de liften op basis
van de berekende ventilatiebehoeften. De Aannemer laat het type, de
uitvoeringswijze van de ventilatieopeningen en hun locaties en afmetingen
goedkeuren door de Raadgevend Ingenieur inzake stabiliteit.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
82/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Het werk omvat, in coördinatie met de bouwheer en de verantwoordelijke
Aannemer van de lift, alle werkzaamheden voor de studies, de leveringen en
de bescherming zodat de cabine, haar bekleding, het eventuele
tegengewicht en andere elektromechanische uitrustingen op een
eenvoudige manier, zonder schade aan de afwerking van de liftschacht en
met de mogelijkheid tot alle regel- en onderhoudswerkzaamheden van de lift
en haar uitrustingen, volledig in de kiosk kunnen worden geïnstalleerd.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, omvat het
werk niet de levering en uitvoering van een verwarming in de schacht.
2.
Bijzondere technische en bouwspecificaties.
2.1. Wanden van de kiosk en aangrenzende wanden.
De wanden van de liftschacht stemmen overeen met het (de) plan(nen). Als
de wanden doorzichtig zijn, dan bestaan ze uit glazen platen. Deze panelen
worden aan de structuur van de schacht bevestigd in overeenstemming met
het (de) principeplan(nen) die de Architect levert aan de Aannemer. De
bevestiging omvat een samendrukbaar element, waardoor eventuele
uitlijningsfouten van de structuur opgevangen kunnen worden.
De glazen wanden van de kiosk krijgen een zeefdruk in overeenstemming met
de tekeningen in de plannen.
Voor de wanden van de liftschacht die tot op de grond uit glas bestaan,
voorziet de Aannemer een schokbeschermingsplint die bestaat uit een dunne
buis uit kogelgestraald roestvrij staal die op het kader van de liftschacht wordt
bevestigd.
De Aannemer coördineert zijn werken met de liftenfabrikant voor de integratie
door deze laatste van onder andere de oproepknoppen, de
verdiepingsdisplay en de schachtdeuren.
De dikte van het glas wordt bepaald door de Aannemer die zijn berekeningen
ter goedkeuring voorlegt aan de Architect. Naast de eventuele Rfbeschouwingen voldoen de berekeningen aan de volgende minimale
vereisten:
− de weerstand tegen wind:
− de wanden (eventueel glazen dak inbegrepen) van de schacht en van het
machinelokaal moeten een zodanige mechanische weerstand hebben
dat bij een kracht van 300 N, die uniform verdeeld wordt over een rond of
vierkant oppervlak van 5 cm², en die loodrecht, overal op de ene of de
andere zijde aangebracht werd, de wanden:
−
standhouden zonder permanente vervorming;
−
standhouden zonder elastische vervorming groter dan 15 mm;
− het eventuele glazen dak van het machinelokaal moet op eender welke
plaats in staat zijn om het gewicht van een persoon, telt voor 1000 N, op
een oppervlakte van 0,2 m x 0,2 m te dragen zonder dat hierbij een
zichtbare vervorming optreedt;
− de minimale dikte van een plaat uit gelaagd glas bedraagt 2x5 mm = 10
mm als de inschrijfbare cirkel in de plaat een diameter van maximaal 1 m
heeft en bedraagt 2x6 mm = 12 mm als de inschrijfbare cirkel in de plaat
een diameter van maximaal 2 m heeft. De kleur en het type van het
gelaagd glas worden aangegeven in de plannen en/of de meetstaat.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten:
−
dan bestaan de glazen platen met een enkele beglazing uit gelaagd glas.
Voor een dubbele beglazing bestaan de binnenplaten aan de liftschacht
uit gelaagd glas.
− dan bestaan de schachtdeuren uit platen met enkele beglazing uit
gelaagd glas,
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
83/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− dan bestaan de structuurelementen van de liftschacht uit een gestel van
kogelgestraald roestvrij staal.
2.2. Mechanismen van de schacht.
Alle hulpstukken worden geschilderd, NCS-kleur naar keuze van de Architect.
Alle mechanismen en zichtbare motoren in de schacht zijn bekleed met
kappen van staalplaat waarvan het type in het (de) plan(nen) en/of de
meetsta(a)t(en) staat.
Als hierover niets wordt vermeld in de
aanbestedingsdocumenten, dan zijn de kappen van kogelgestraalde
roestvrije staalplaten en bedekken zij alle zichtbare zijden van de
mechanismen.
De tegengewichtkabel van de schachtdeur wordt geplaatst in een buis van
roestvast staal met onzichtbare bevestigingen. De voedingskabel van de
cabine wordt in de achterste structuurmuur van de schacht weggewerkt als
deze muur niet uit glas bestaat. De wegwerking van de kabel maakt deel uit
van het werk.
Als de voedingskabel van de cabine niet kan worden
weggewerkt, wordt hij in een roestvrij stalen buis geplaatst waarvan de
bevestigingen onzichtbaar zijn.
2.3. Afstand tussen de schacht en de cabine.
Voor een gemakkelijke reiniging bedraagt de afstand tussen de onbeklede
glazen buitenwanden van de cabine en de onbeklede glazen binnenwanden
van de schacht maximaal 15 cm. Deze afstand mag alleen variëren in de
omstandigheden, zoals beschreven onder punt 11.2.1 van EN 81-1 of EN 81-2.
Een afneembare omlijsting rond de schachtdeuren, die aan de wanden van
de schacht bevestigd wordt, wordt onderzocht door de Aannemer en
goedgekeurd door de Architect. Overdag sluit deze omlijsting bijna volledig
met ongeveer 15 cm tussen de onbeklede glazen buitenwanden van de
cabine en de onbeklede glazen binnenwanden van de schacht rond de
schachtdeuren.
De omlijsting wordt vastgezet tegen de rand van de
vloerbekleding van de overloop. Op voorwaarde dat de Aannemer de
weerstand van deze omlijsting bestudeert, kunnen het openingsmechanisme
van de schachtdeuren en de schachtdeuren zelf gedeeltelijk of volledig
bevestigd worden aan deze omlijsting. De omlijsting wordt uitgevoerd in een
materiaal, zoals vermeld in de principeplannen en -schema's die de Architect
levert aan de Aannemer.
Als hierover niets vermeld wordt in de
aanbestedingsdocumenten, is deze omlijsting van geborstelde roestvaste
staalplaat.
2.4. Ventilatie van de schacht.
Als hierover niets wordt vermeld in de aanbestedingsdocumenten, dan vindt
de ventilatie van de schacht naar buiten plaats. Als hierover niets vermeld
wordt in de aanbestedingdocumenten, is het bovengedeelte van de schacht
voorzien van een ventilatieoppervlak dat minstens overeenkomt met 4% van
het horizontale oppervlak van de schacht.
2.5. Machinelokaal.
Alle eventuele hogere machinelokalen bestaan volledig uit glas met
uitzondering van hun vloer. Het machinelokaal is minstens 1 uur vuurbestendig
ten opzichte van de schacht.
− Het glazen dak van het machinelokaal bestaat uit gelaagd glas.
De Aannemer onderzoekt alle voorzieningen om de overdracht van geluiden
en trillingen van het technisch lokaal op de structuur van de schacht en de
panelen te beperken.
2.5.1.
Ventilatie van het machinelokaal.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
84/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Het ventilatieoppervlak van het volledige machinelokaal houdt rekening met
een omgevingstemperatuur tussen + 5 °C en +40 °C, rekening houdend met
een eventuele ventilatie van de schacht via het machinelokaal.
De Aannemer laat deze voorzieningen en de ventilatieopeningen van het
technisch lokaal goedkeuren door de Architect en Raadgevend Ingenieur
inzake speciale technieken.
3. Documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
– het Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998 (BS 11/09/1998) betreffende het
op de markt brengen van liften (omzetting Europese richtlijn 95/16/CE),
gewijzigd door KB van 6 december 2005 (BS 07/02/2006);
− Document G.T.O. GL2/94 (Gemeenschappelijk Technisch Orgaan van de
erkende controle-instellingen- feitelijke vereniging);
− voor elektrische liften: Hoofdstuk 5 en 6 van EN 81-1 (augustus
1998+addenda) waarvan in het bijzonder de paragrafen over de ventilatie
van de koker en van het machinelokaal; NBN EN 81-1 (augustus
1998+addenda) "Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen
van liften - Deel 1: Elektrische liften";
− voor hydraulische liften: Hoofdstuk 5 en 6 van EN 81-2 (augustus
1998+addenda) waarvan in het bijzonder de paragrafen over de ventilatie
van de koker en van het machinelokaal; NBN EN 81-2 (augustus
1998+addenda) "Veiligheidsregels voor het vervaardigen en aanbrengen
van personenliften en goederenliften - Deel 2: Hydraulische liften";
− NBN EN 81-58 (2003) Veiligheidsregels voor het vervaardigen en
aanbrengen van liften - Onderzoek en proeven - Deel 58:
vuurweerstandsproeven voor de schachtdeuren;
– NBN EN 81-70 (2003 + addenda) Veiligheidsregels voor het vervaardigen en
aanbrengen van liften - Bijzondere toepassingen voor personenliften en
goederenliften - Deel 70: Toegankelijkheid van liften voor personen inclusief
personen met een handicap;
aangevuld of gewijzigd zoals beschreven in dit artikel van het bestek.
4.
Materialen.
De materialen en hun uitvoering voldoen aan de volgende voorschriften:
− stalen structuur van de schacht: Yh2-1,
− verzinkt staal: Yh2-02,
− kogelgestraald roestvrij staal: Yh3,
− kogelgestraalde roestvrije staalplaat: Mh3,
− gehard glas: Ro1-3,
− gelaagd glas: Ro 1-4,
− brandwerend glas: Ro8,
− isolerende dubbele beglazing: Ro1-603,
− verf: Vv,
aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in deze clausule van het bestek.
5.
Betreft.
Levering en installatie van een externe kiosk voor glazen liftcabine.
De beglazingen zijn extra helder volgens de aanbestedingsdocumenten.
6.
Meting.
− Per m² glazen oppervlakte, met inbegrip van alle werkzaamheden;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
85/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
(71)999
architects & engineers
Restauratie van het kunstwerk "l’entrée des artistes"
van de artiest Philippe Decelle.
De artiest Philippe Decelle heeft voor het theater in Blok C van het Résidence
Palace een werk uit staal en glas met tl-buizen gecreëerd. Het heet "l'entrée
des artistes" en was bedoeld om het theater in het daglicht te stellen. Het
werk, dat momenteel op de site aanwezig is, heeft een afmeting van
ongeveer 6 m op 6 m en een dikte van 60 cm.
In het kader van de werkzaamheden van Beliris voor de nieuwe
spoorwegtunnel werd dit werk tweemaal verplaatst en bevindt het zich nu
voor de gevel van Blok C van het Résidence Palace.
Dit project voorziet de plaatsing van het werk langs de Wetstraat zoals is
aangegeven op de plannen en zijn restauratie vervolledigt zowel voor de
delen uit glas en staal als voor de lichtbuizen volgens de oorspronkelijke
tekening, hun elektriciteitsvoorziening en hun beheer door een elektronisch
systeem om de oorspronkelijke verlichtingssequenties te reconstrueren.
1.
Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat:
− De berekening van de fundering en van de verankering van de poten van
het uit te voeren werk. De fundering bestaat uit een sokkel uit gewapend
beton, wat het hoogtepunt voor de uitvoering van de waterdichting vormt.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
86/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Deze sokkel moet volledig worden bedekt door de afwerkingsbekleding
waarvan het niveau kan worden gewijzigd;
− De algemene en gedetailleerde uitvoeringsplannen;
− De studie en de uitvoering van de waterdichtingsdetails loodrecht op de
sokkel en de verankeringen;
− De studie van de noodzakelijke elektrische voeding, in overeenstemming
met de geldende reglementen, en de coördinatie met de dienst voor het
beheer van Blok C voor de aansluiting op het geschikte elektrische bord;
− De uitvoering van de elektrische voeding, vanaf blok C tot de plaats van
het werk;
− De uitvoering van alle voorbereidende werken voor de uitvoering van de
sokkel (ter herinnering, de sokkel moet buiten de aanneming, door Beliris, op
de uitgevoerde dichtheid worden uitgevoerd);
− De uitvoering van de sokkel uit gewapend beton;
− De verplaatsing van het werk, de plaatsing op de sokkel en de uitvoering
van de verankeringen die hiervoor werden bestudeerd;
− De uitvoering van alle details en waterdichtingsverbindingen;
− De geschikte behandeling van de delen die onder het afgewerkte niveau
zijn verborgen. Deze behandeling, die ter goedkeuring moet worden
voorgelegd aan de Directie der Werken, moet minstens bestaan uit twee
lagen van een roestwerende verf en twee lagen van een
beschermingsdichting;
− De restauratie vervolledigt de bovengrondse delen van het werk en de
conformering ten opzichte van de nieuwe normen. Deze restauratie omvat:
− De coördinatie met de artiest Philippe Decelle voor de bepaling van
de kleuren en de verlichtingssequenties die gereconstrueerd moeten
worden;
− De volledige demontage van het volledige neonglaswerk dat
bestaat uit 15 motieven van "danseurs" en van de tekst "Théâtre du
Résidence Palace", ofwel 157 neongroepen;
− De vervaardiging van een nieuw volledig neonglaswerk, identiek aan
het bestaande, met verschillende oorspronkelijke kleuren, met
inbegrip van de steunonderdelen;
−
De vervanging van alle hoogspanningstransformatoren en van de
bekabeling;
− De herplaatsing van het geheel;
− Het nazicht van de installaties en de officiële goedkeuring door een
attesterend organisme;
− De volledige reiniging van de binnen- en de buitenkant van de
beschermingsbeglazingen;
− De vervanging van de halfdichte dichtingen voor de glazen
toegangsdeuren;
− De vervanging van de halfdichte dichtingen voor de behuizing die
de transformatoren bevat;
− De identificatie van de oorspronkelijke NCS-kleur en de presentatie
van een staaltje dat door de Directie der Werken moet worden
goedgekeurd;
− Het volledig schuren op alle vlakken van de stalen structuur en de
voorbereiding van de steun voor het verven;
− De aanbrenging van een corrosiewerende grondlaag op alle
vlakken;
− Het verven van 2 afwerkingslagen op alle vlakken;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
87/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− Het nazicht en het opnieuw in dienst stellen van alle opengaande
delen;
−
2. Materialen.
De materialen en hun uitvoering voldoen aan de volgende voorschriften:
− verf: Vv,
aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in deze clausule van het bestek.
3.
Betreft.
Herplaatsing en restauratie identiek aan het kunstwerk van Philippe Decelle
"L’entrée des artistes".
4.
Meting.
− a: plaatsing van het kunstwerk, de sokkel, de fundering en alle
onderwerpingen.
− b: reiniging, restauratie en opnieuw verven van alle elementen van het
omhulsel.
− c: levering en plaatsing van de verlichtingsbuizen en alle elektrische en
elektronische uitrustingen.
(90)000 Beplantingen, algemeen.
De beplantingen worden uitgevoerd conform de voorschriften van het
typebestek in de referenties.
De beplantingen gebeuren in de geschikte periodes van het jaar in functie
van de soorten:
de planten die met kluiten moeten worden geplant, de planten met blijvend
gebladerte en de uit zaad geteelde planten.
Harsachtigen en altijdgroene struiken worden met zoden aangeplant, alsook
struiken met potgrond.
Alle planten worden door de Ondernemer in een greppel geplaatst vanaf hun
aankomst op het terrein. Hij zorgt ook voor snoeien en reiniging.
De harsachtigen behouden hun ingepakte kluiten in juten weefsel. Ze worden
met de kluit geplant. Het juten weefsel wordt losgeknoopt zodat de kraag van
de plant wordt vrijgemaakt.
De aanplantkuilen voor bomen, telgen, grote harsachtigen, struiken en grote
heesters worden minstens 48 uur voor aankomst van de planten aangebracht.
De nodige teelaarde voor het opvullen van de kuilen is gebruiksklaar voor
aanvang van de aanplanting. Alle planten die toekomen zonder wortel
worden vervangen door dezelfde of gelijkaardige nieuwe planten van
dezelfde kwaliteit. Ze worden geleverd en geplant door de Aannemer, op zijn
kosten vanaf de eerste aanplanting tot de voorlopige ontvangst.
Schikking en verdeling van alle beplanting wordt ter plaatse aangegeven
door de Architect.
1. Bijzondere documenten van toepassing.
De voorschriften van de volgende documenten zijn van toepassing:
− TB 2000 Brussels Hoofdstedelijk gewest hfdst C materialen, hfdst D
grondwerken, hfdst K beplanting en inzaaiing met gras, hfdst M
beproevingsmethoden;
− TB Standaardbestek 250 hfdst XI groenaanleg en groenonderhoud , III
materialen, IV grondwerken;
− TB RW99, hfdst C materialen, hfdst E grondwerken, hfdst O inzaaiing met gras,
beplanting en straatmeubilair, hfdst Q proeven;
−
TB
400
"Installatieen
mechanische
en
elektrische
constructieondernemingen" voor diverse irrigatie- en pompinstallaties.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
88/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− MOW 108 hoofdstuk G aangevuld en gewijzigd zoals beschreven in dit
bestek.
Voor het onderhoud van de beplantingen wordt de aandacht van de
Aannemer gevestigd op de vereisten van de indexen K5 en K8 van het bestek
2000 Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
2. Te overhandigen documenten door de Aannemer.
Een PV van een analyse door een Overheidslabo (of erkend labo) moet door
de Ondernemer worden overgemaakt voorafgaand aan de levering van
grondverbeteraars en aangevoerde grond, alsook een bijhorend staal.
De samengestelde meststof wordt ter goedkeuring aan de Architect
voorgelegd, alsook een PV van analyse of certificaat van oorsprong.
3. Meting
Pro memorie.
(90)111 Voorbereiding van de grond voor het zaaien en de
beplantingen.
1. Aard en omvang van het werk.
Dit werk omvat:
- schoonmaken van het terrein, verwijderen van onkruid, stenen, hout, metaal,
wortels, wortelstokken;
- effenen conform de bouwplannen, eventueel met aangevoerde aarde Dp111, vrij van vreemde objecten groter dan 5 mm;
- spitten of ploegen, minimum tot op 0,30 m diepte, bovenste terreinlaag
keren;
- uitfrezen van het terrein of energetische verbrokkeling met de punthak,
inmengen van de organische grondverbeteraar en organische meststof die
vooraf werden uitgestort;
- eggen of uitkammen voor een perfecte afwerking van de aan te planten of
in te zaaien terreinen en voor het verkrijgen van een oppervlak van fijne
aarde, zonder kluiten, stenen enz.;
- walsen van het terrein;
Deze werken mogen niet worden uitgevoerd wanneer het terrein bevroren of
nat is.
De bodemvoorbereiding heeft geen betrekking op plaatsen voorzien voor
heidegrondplanten.
De Aannemer dient rekening te houden met de voorschriften van TB 2000 van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hfdst K3 en K4.
2. Betreft.
Voorbereiding van de grond voor het zaaien en de beplantingen.
Niet van toepassing op plaatsen voorbehouden voor heidegrondplanten.
3. Meting.
Inbegrepen in (90)611 en (90)612.
(90)112 Uitholling.
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk bestaat uit het verbrokkelen van de grond en/of het inwerken van
meststoffen en grondverbeteraars door uitholling, d.w.z. keren van grondlagen
of het oppervlak ploegen, uitgevoerd met een punthak tot 0,15 m diepte.
Als dit wordt uitgevoerd op plaatsen met beplanting of bomen, moet de
Aannemer beschadiging of losraken voorkomen.
2. Betreft.
Omkeren van aarde of oppervlakkig ploegen.
3. Meting.
Inbegrepen in (90)611 en (90)612.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
89/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
(90)113 Spitten.
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk bestaat uit spitten of handmatig bewerken met de spade of met de
platte hak (mestvork), op plaatsen met struiken, planten of bomen tot 0,20 m
diepte.
Dit werk omvat het onderwerken van meststoffen en bodemverbeteraars die
voor de winter moeten worden ingebracht (mest, kalkhoudende
bodemverbeteraar, basische fosfaatmeststof), het onderwerken van bladeren,
grasplanten of niet-houten plantendelen.
De Aannemer verwijdert tijdens het spitten alle stenen, hout, ijzer en afval,
alsook wortelstokken van onkruid. Hij brengt deze buiten de terreinen.
2. Betreft.
Handmatig bewerken.
3. Meting.
Inbegrepen in (90)611 en (90)612.
(90)114 Tuinonderhoud tot aan de definitieve oplevering.
1. Aard en omvang van het werk.
Dit artikel betreft de levering en de plaatsing volgens het contract van:
- de onderhoudswerken in de tuin tot aan de definitieve oplevering,
- het onderhoud vanaf het zaaien tot de tijdelijke oplevering, met inbegrip van
alle uitvoeringsmiddelen en onderwerpingen.
2. Referentienormen en -documenten
Dit werk wordt uitgevoerd conform:
- dit artikel en de dossierplannen,
- het typebestek 2000 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hoofdstuk K5 en
K8 voor de grootte van de aanplantingen en hun onderhoud.
aangevuld/gewijzigd volgens dit bestek.
3. Materialen
Niet van toepassing
4. Uitvoeringswijze
4.2. Algemeen onderhoud
De Aannemer zorgt voor het onderhoud en de netheid van het volledige
terrein waar de aanplantingswerken werden uitgevoerd.
De onderhoudswerken worden beschreven in bovenvermelde typebestekken
en daarenboven:
− de nodige verzorging met eventuele leveringen om ziekten of insecten te
voorkomen of te bestrijden, met een maximum van twee verstuivingen per
jaar. deze gebeuren binnen de limieten en onder maximale voorzorgen, om
ongevallen te voorkomen met persoonlijk letsel.
− het jaarlijks spitten aan de voet van de planten, met ingraving van de
bladeren;
− de goede instandhouding van de grond en de planten tot op het einde van
de garantieperiode, ongeacht de oorsprong van het probleem;
− het voortdurend verwijderen van onkruid aan de voet van de planten, over
een oppervlakte van 1 m² rond losstaande planten en over het geheel van
partijen en bloemperken die werden aangeplant;
− het handmatig maandelijks wieden aan de voet van de planten, van april
tot november, het verzamelen en verwijderen van onkruid;
− het snoeien van de hagen in juni en september;
− het snoeien van de beplantingen (bomen en struiken).
4.3. Kwalificatie
Alle tuinwerken worden uitgevoerd door gekwalificeerde vaklui, erkend door
de Architect.
5. Betreft.
Tuinonderhoud tot aan de definitieve oplevering.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
90/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
6. Meting.
Inbegrepen in (90)611 en (90)612.
(90)551 Metalen verhoging voor boombak
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat de levering en de plaatsing van precieze cilindrische
verhogingen uit weervast staal voor de beplanting van bomen en telgen.
Het werk omvat:
− de cilindrische verhogingen uit weervast staal zonder bodem, op basis van
de detailplannen, zoals is aangegeven in de aanbestedingsdocumenten; de
dikte van de wand bedraagt minimaal 5 mm en staat in verhouding met de
drukkrachten van de aarde en de voorziene beplantingen, van de onderlaag,
van het water enz.; de bak wordt geplaatst op precieze bederfwerende
sokkels van een hoogte van 20 cm om de belastingen te verdelen zodat de
perfecte circulatie van het water in de wateropname- en de drainagelaag
mogelijk wordt gemaakt. ;
− de verhoging uit weervast staal wordt bedekt met een gebogen
cilindervormige reling met een diameter van 5 cm;
- de verhoging uit weervast staal wordt in twee rijen op het onderste deel
versierd met cirkelvormige drainageopeningen met een diameter van 10 cm
met tussenruimten van maximaal 30 cm, waardoor de boomwortels en telgen
de mogelijkheid krijgen om over de verhoging te gaan, alle hoeken worden
minder scherp gemaakt, de lassingen worden zorgvuldig gereinigd en
geslepen zodat er geen scherpe randen optreden;
− een metalen net, met een maas van 10/10 cm uit roestvrij stalen kabels met
een minimale diameter van 2 mm, dat mechanisch over de volledige omtrek
in de onderste helft van de verhoging wordt bevestigd
− een worteldoek voor de bescherming van de dichtheid met verticale
uitstulping op de laterale wanden met een overlapping van de banen van
minstens 30 cm;
− op de bodem van de bakken, een wateropname- en drainagelaag met
een dikte die in de plannen wordt aangegeven in functie van het niveau van
de wateroverloop van het water in geëxpandeerde kleikorrels met een
granulometrie van 8/16, een droge volumieke massa van 340 kg/m³ en een
volumetrische massa van het granulaat van 600 kg/m³;
- een worteldoek op de laag geëxpandeerde klei met een overlapping van
de banen van minstens 30 cm;
− het vullen van de verhoging met teelaarde met 20 kg organische
bodemverbeteraar en 0,250 kg organische meststof per plant; de
bodemverbeteraars en organische meststoffen komen nooit in contact met
de wortels van de plant;
− na plaatsing van de planten (zie post (90)611) wordt de teelaarde bedekt
met 2 cm houtschors; met inbegrip van alle onderwerpingen.
– het regelmatige systeemonderhoud gedurende één jaar is in de werken
inbegrepen, alsook eventuele vervangingen van zieke of dode planten, met
inbegrip van aanvoerproducten zoals meststof;
met inbegrip van alle bijhorende elementen.
De Aannemer coördineert zijn werken met de elektricien die de
voedingspunten van de verlichtingsapparaten en hun beschermingen (6 x
21A) levert en plaatst.
2. Aanvullende voorschriften.
Het mechanische bevestigingssysteem op wiggen of cirkelvormige sokkel
bestaat uit roestvrij staal en is niet zichtbaar.
De bakken hebben een diameter kleiner dan 2 m en een hoogte van 2 m.
2.1. Organische grondverbeteraars
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
91/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
De organische grondverbeteraars van de bodem voldoen aan de
betreffende wetgeving over substantiële kwaliteiten van presentatie en
dosering. Verspreiding zit in de werken inbegrepen.
2.1.1. Niet-veenachtig
De niet-turfachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 10 %
organische stoffen in verhouding met de droge stoffen.
Exclusief straatmest.
Deze bodemverbeteraars kunnen al dan niet fermenteerbaar zijn. Ze bevatten
maximaal 65 % vochtigheid op het moment van levering, en, indien van
toepassing, wordt het bovenmatige vochtigheidsgehalte gecompenseerd
met het equivalent niet-turfachtige organische bodemverbeteraar.
2.1.2. Turfachtig.
De turfachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 20 % droge
stoffen. Deze moeten ten minste 90 % organische stoffen bevatten. De
ontbindingsgraad van de organische stoffen bedraagt ten minste 56 %.
Het pH-gehalte schommelt tussen 3,2 en 4,4 in water.
2.2. Organische meststoffen.
De samengestelde meststoffen voldoen aan de betreffende wetgeving.
Deze meststoffen bevatten ten minste:
- 5 % totaal stikstofgehalte onder de vorm van nitraatstikstof (NO3) en/of
ammoniumstikstof (NH4), opneembaar door de planten;
- een fosfaatgehalte van 6 % onder de vorm fosforzuuranhydride, oplosbaar in
water en in triammoniumcitraat;
- een kaligehalte van 7 % onder de vorm van in water oplosbare kaliumoxide.
Verspreiding inbegrepen in de leverprijs.
4. Te overhandigen documenten door de Aannemer.
Een PV van een analyse door een Overheidslabo (of erkend labo) moet door
de Ondernemer worden overgemaakt voorafgaand aan de levering van
grondverbeteraars en aangevoerde grond, alsook een bijhorend staal.
De samengestelde meststof wordt ter goedkeuring aan de Architect
voorgelegd, alsook een PV van analyse of certificaat van oorsprong.
De Aannemer legt de volgende elementen voor aan de Bouwheer, de
Architect, de Raadgevend Ingenieur in speciale technieken en eventueel het
controlebureau;
- technische fiches van de materialen en milieugegevens,
- staaltjes,
- berekeningsnota's,
- algemene en detailplannen voor de uitvoering van cilindrische bakken uit
weervast staal;
De Aannemer verstrekt een schriftelijke garantie van een jaar die door de
installateur en door hemzelf wordt opgesteld.
5. Referentiedocumenten
zie (90)611
6. Materialen.
De materialen en hun verwerking voldoen respectievelijk aan de volgende
voorschriften:
– beton: Yq4,
– geëxpandeerde kleikorrels: Dp3,
– worteldoek: Kn6-2,
– teelaarde: Dp1-11,
– roestvrij staal: Yh3,
– weervast staal:
– overloop: In6-10,
aangevuld en gewijzigd overeenkomstig dit bestek.
7. Betreft.
Precieze cilindrische verhoging uit weervast staal voor bomen.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
92/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
8. Meting.
Cirkelvormige verhoging per stuk, alle onderwerpingen inbegrepen.
(90)611 Bomen en telgen.
1. Aard en omvang van het werk.
Het werk omvat de levering en de plaatsing van bomen en spaartelgen van
de hoogste kwaliteit.
De cirkelomtrekken (in cm) worden opgenomen op 1,00 m van de grond voor
de bomen.
Wat de spaartelgen betreft, bestaan de gegeven hoogtes (in cm) niet uit de
wortels.
De aandacht van de Aannemer wordt gevestigd op de voorschriften van
TB2000 hoofdstuk K5.
De werken omvatten:
− de uitvoering van de ronde kuilen volgens het formaat (grootte) van de
beplanting met een minimale diameter van 1,20 m en een minimale diepte
van 0,80 m. Ze worden minstens 48 uur voor de beplanting gegraven.
Tijdens het graven van de kuilen worden alle vreemde objecten verwijderd.
Dit zijn zowel onkruid, stenen, wortels, wortelstokken alsook de bodems die
geen 3% humus bevatten en die kunnen worden beschouwd als losse
teellagen.
Deze worden onmiddellijk afgevoerd buiten het eigendom door de aannemer
die deze vervangt door losse aarde onderworpen aan de officiële
goedkeuring vooraf van de architect. In voorkomend geval de aanvoer van
losse teelaarde om de kuil of de bak met beplantingen te vullen;
De wortels en de takken die tijdens transport worden beschadigd of gebroken,
worden opnieuw gesnoeid, de beschadigde plekken worden verzorgd.
− de levering en de aanbrenging van 20 kg organisch grondverbeteraar en
0,250 kg organische meststof per boom en spaartelg. De meststoffen en
organische grondverbeteringsmiddelen worden nooit in contact gebracht
met de wortels van de plant;
− de levering en de plaatsing van 2 stokjes per boom of telg
Het stokje heeft een lengte van minstens 3,25 m.
- De stokjes hebben minstens 0,20 m cirkelomtrek aan hun uiteinde en 0,27 m
aan hun basis.
De stokjes zijn in overeenstemming met de voorschriften van het typebestek
MOW 108 - hoofdstuk G - index 2.2.7 of TB 2000 hoofdstuk K5.2.5.
De stokjes worden voor de leveringen onderworpen aan de officiële
goedkeuring van de Architect.
De bomen en telgen krijgen drie verbindingen per plant, aangevuld met een
verankeringsnet uit roestvrij stalen kabels met een minimale diameter van 2
mm, 10/10 cm op het niveau van de wortels, dat mechanisch over de
volledige omtrek op de cilindrische metalen verhoging wordt bevestigd.
De verbindingen zijn conform de voorschriften van het typebestek MOW 108 hoofdstuk G - index 2.2.9 of TB 2000 hoofdstuk K5.2.5.
Ze worden zo geplaatst dat de planten niet worden toegetakeld en ze
hebben voldoende lengte om een dubbele torsie van de koord tussen de
plant en het stokje mogelijk te maken.
Het bovenste koord wordt op 0,10 m van de top van het stokje geplaatst.
Bovendien zijn de stokjes onderworpen aan de officiële goedkeuring van de
architect.
In geval van blootstelling aan aanzienlijke wind en/of van de beplanting op
tegels worden de stokjes aangevuld met tuindraden.
− de overvloedige besproeiing van de planten voor het volledig opvullen van
hun kuil;
− het opvullen van de kuil;
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
93/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
− de onderhoudswerken in de tuin tot aan de definitieve oplevering;
De beschrijving van de onderhoudswerken in de tuin tot aan de definitieve
oplevering wordt vermeld in een andere clausule van dit bestek (zie clausule
(90)114).
De Aannemer verschaft een schriftelijke garantie van een jaar op de
beplantingen die hij uitvoert. De vervanging van de beplantingen tijdens deze
garantieperiode leidt tot een nieuwe garantieperiode van een jaar.
2. Aanvullende voorschriften.
2.1. Organische grondverbeteraars.
De organische grondverbeteraars van de bodem voldoen aan de
betreffende wetgeving over substantiële kwaliteiten van presentatie en
dosering. Verspreiding zit in de werken inbegrepen.
2.1.1. Niet-veenachtig
De niet-veenachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 10
% organische stoffen in verhouding tot de droge stoffen.
Exclusief straatmest.
Deze bodemverbeteraars kunnen al dan niet fermenteerbaar zijn. Ze bevatten
maximaal 65 % vochtigheid op het moment van levering, en, indien van
toepassing, wordt het bovenmatige vochtigheidsgehalte gecompenseerd
met het equivalent niet-turfachtige organische bodemverbeteraar.
2.1.2. Turfachtig.
De turfachtige organische bodemverbeteraars bevatten minstens 20 % droge
stoffen. Deze moeten ten minste 90 % organische stoffen bevatten. De
ontbindingsgraad van de organische stoffen bedraagt ten minste 56 %.
Het pH-gehalte schommelt tussen 3,2 en 4,4 in water.
2.2. Organische meststoffen.
De samengestelde meststoffen voldoen aan de betreffende wetgeving.
Deze meststoffen bevatten ten minste:
- 5 % totaal stikstofgehalte onder de vorm van nitraatstikstof (NO3) en/of
ammoniumstikstof (NH4), opneembaar door de planten;
- een fosfaatgehalte van 6 % onder de vorm fosforzuuranhydride, oplosbaar in
water en in triammoniumcitraat;
- een kaligehalte van 7 % onder de vorm van in water oplosbare kaliumoxide.
Verspreiding inbegrepen in de leverprijs.
3. Te overhandigen documenten door de Aannemer.
Een PV van een analyse door een Overheidslabo (of erkend labo) moet door
de Ondernemer worden overgemaakt voorafgaand aan de levering van
grondverbeteraars en aangevoerde grond, alsook een bijhorend staal.
De samengestelde meststof wordt ter goedkeuring aan de Architect
voorgelegd, alsook een PV van analyse of certificaat van oorsprong.
4. Betreft.
De soorten hierna:
- soort nr. 1: Cercis Siliquastrum - H=400/500;
- soort nr. 2: Aesculus flava H= 500/600;
De gebruikte soorten worden aangegeven in de plannen.
5. Meting.
− Per stuk volgens soort voor de bomen en telgen, met inbegrip van alles
onderwerpingen naast de grondverbeteraar en de meststof;
− Voor de organische meststof: PRO MEMORIE, inclusief (90)551;
− Voor de organische grondverbeteraar: PRO MEMORIE, inclusief (90)551.
(90)612
Beplantingen met afvallend gebladerte en met
blijvend en halfblijvend gebladerte.
1. Aard en omvang van het werk.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
94/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
Het werk bevat de levering en de aanplanting van struiken met afvallende
bladeren en met blijvend gebladerte en half-blijvend gebladerte van eerste
keuze.
De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op de voorschriften van
CCH2000 hoofdstuk K5.
De vierkanten kuilen bedragen minstens 0,40 m in alle richtingen.
Per plant worden 0,050 kg organische meststof en 3 tot 5 kg organisch
bemestingsmiddel, volgens hun kracht, toegevoegd.
De meststoffen en organische grondverbeteringsmiddelen worden nooit in
contact gebracht met de wortels van de plant;
Tijdens het graven van de kuilen worden alle vreemde objecten verwijderd.
Dit zijn zowel onkruid, stenen, wortels, wortelstokken alsook de bodems die
geen 3% humus bevatten en die kunnen worden beschouwd als losse
teellagen.
Deze worden onmiddellijk afgevoerd buiten het terrain door de aannemer die
deze vervangt door losse teelaarde.
De wortels en de takken die tijdens transport worden beschadigd of gebroken,
worden opnieuw gesnoeid, de beschadigde plekken worden verzorgd.
De planten met blijvend en half-blijvend gebladerte worden geplant met hun
kluit en hun losgemaakt juten verpakkingsweefsel.
Alle planten krijgen een overvloedige besproeiing voor het volledig opvullen
van hun kuil.
De aanplanting omvat de egalisering van gronden en de herstellingen van
gazons volgens de richtlijnen die in dit opzicht door de Architect worden
gegeven.
Het onderhoud van de beplantingen maken geen deel uit van dit werk en zijn
voorschriften zijn opgenomen in een andere clausule van het bestek.
De Aannemer verschaft een schriftelijke garantie van een jaar op de
beplantingen die hij uitvoert. De vervanging van de beplantingen tijdens deze
garantieperiode leidt tot een nieuwe garantieperiode van een jaar.
2. Betreft.
De struiken in kwestie hierna:
a - soort nr. 1: Vinca (maagdenpalm);
b - soort nr. 2: Carpinus betulus (haagbeuk):
c - soort nr. 3: Buxus sempervirens (buks):
d - soort nr. 6: Hedera Helix (Klimop):
De soorten, gepland in het project, zijn vermeld in de meetstaat.
3. Meting.
Per m² vloerbedekking
Zie referentieplannen van de meetstaat.
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
95/96
Philippe SAMYN and PARTNERS
Lead and Design Partner (mandataire - mandataris)
architects & engineers
BESTEK NR. 2014/23.0092/01
ONDERHANDELINGSPROCEDURE
ZONDER BEKENDMAKING
betreft:
Herstructurering, uitbreiding, renovatie en restauratie van blok A van het gebouw
RESIDENCE PALACE gelegen Wetstraat 155 te 1040 Brussel, om er de zetel van
de Europese Raad en van de Raad van de Europese Unie in te vestigen.
Aanleg van de uitgebreide omgeving
Documenten opgemaakt door :
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - Lead and Design Partner
(mandataris)
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers - STUDIO VALLE
PROGETTAZIONI architects - BURO HAPPOLD LTD engineers - tijdelijke vereniging
Gezien door de leidend ambtenaar van de werken,
arch. Pascale ENGELMANN, Attaché
Voorgesteld door de directeur-generaal Operationele diensten
Paul DE CEUSTER
Goedgekeurd, voor de Minister, door de administrateur-generaal van de
Regie der Gebouwen,
Laurent VRIJDAGHS
Philippe SAMYN and PARTNERS architects & engineers
-
STUDIO VALLE PROGETTAZIONI architects
-
BURO HAPPOLD LTD engineers
association momentanée - tijdelijke vereniging
SPECIAAL BESTEK - Uitbreiding directe omgeving
ZETEL VAN DE EUROPESE RAAD EN VAN DE RAAD VAN DE E.U.
96/96