Wijnglas is half leeg of half vol

WOLVEGA –"Rechtvaardig" een twee wekelijkse rubriek verzorgd door Eerde de Vries van Omny De
Vries Advocaten, waarin onderwerpen van juridische aard op toegankelijke wijze zullen worden
behandeld.
Het glas is half vol of half leeg
De taal is het belangrijkste instrument van de jurist. En zo’n uitdrukking over de inhoud van het glas
geeft goed aan hoe je één feit op twee zo verschillende wijzen kan beschrijven.
Beide beschrijvingen roepen bijna tegenovergestelde beelden op.
Veel juridische geschillen zijn in essentie terug te brengen tot deze vergelijking over de inhoud van de
glazen. En het frappante is dat in zón geschil, de éné partij het inderdaad schandalig vindt dat het glas
al half leeg is en de ander begrijpt niet waar zo’n drukte over wordt gemaakt, er zit toch genoeg in? En
wat doet een goede rechter. Die zegt: “mensen, mensen, het is me wat, laten we die twee glazen eens
figuurlijk naast elkaar zetten. De rechter probeert de de voorstellingen van zaken met elkaar te
vergelijken. De rechter past de “kunst van het vergelijken” toe, “ars aequi”.
De feiten en omstandigheden worden steeds met taal beschreven en aan die beschrijving in woorden
moeten juristen juridische betekenis toekennen.
Als bijvoorbeeld in een aanneemovereenkomst keurig beschreven staat wat de aannemer moet doen
maar in datzelfde contract staan ook een paar werkzaamheden vermeld die de aannemer niet hoeft te
doen dan kunnen er al gauw uitlegproblemen ontstaan. Stel in het contract staat dat de aannemer de
buitendeuren aanbrengt. Maar bij de opsomming van zaken die de aannemer niet hoeft te verrichten
staan de binnendeuren niet vermeld, dan dreigt het volgende geschil: De opdrachtgever van de
aannemer zal roepen: Aannemer je moet de binnendeuren ook plaatsen want nergens staat immers
dat u de binnendeuren niet hoeft te plaatsten. De aannemer zal zeggen, nee, er staat duidelijk dat ik
alleen de buitendeuren hoef te plaatsten en uit het feit dat de binnendeuren niet vermeld staan bij de
werkzaamheden die ik niet hoef te verrichten kunnen geen rechten worden ontleend. Die lijst geldt
alleen als illustratie, als voorbeeld van wat ik niet hoef te doen.
Puur taalkundig los je dit geschil moeilijk op. Hier moet dan gekeken worden naar de feiten en
omstandigheden, naar de bekende gebruiken en gewoonten in de aannemerij en naar de betekenis
die de beide contractspartijen redelijkerwijs aan de woorden van het contract hebben kunnen geven.
Wanneer deze zaak voor de rechter komt mogen beide advocaten van de beide partijen deuren
variant op het halfvolle/halflege glas wijn-verhaal loslaten, en de rechter mag die twee verhalen weer
naast elkaar gaan zetten en ze vergelijken. De advocaat van de aannemer brengt met veel gevoel
voor drama naar voren dat in het contract ook niet staat dat de aannemer voor oplevering de ramen
niet hoeft de zemen maar dat geen zinnig mens de aannemer aan het ramen lappen zal zetten. Van
de zijde van de opdrachtgever zal bepleit worden dat een huis zonder binnendeuren toch geen
afgebouwd huis genoemd kan worden en dat de aannemer als de partij met de meeste kennis en
ervaring op dit punt dan maar duidelijkere contracten op moet stellen. De rechter zal hoofd- en
bijzaken moeten scheiden om tot een goede vergelijking van de twee standpunten te kunnen komen
voordat hij zijn oordeel zal kunnen vellen. Op zoek naar de waarheid komt ook de rechter er weer
achter dat Multatulli gelijk had toen schreef: “Niets is geheel waar en zelfs dat niet”.
Toch zal de rechter één van de twee varianten over de inhoud van het glas voor waar moeten houden.
Mocht u na het lezen van deze rubriek vragen hebben dan kunt u zich wenden tot
www.omnydevries.nl : Omny De Vries Advocaten, Van Harenstraat 46 te Wolvega
0561-613933, e-mail [email protected]