Algemeen Reglement op de Begraafplaatsen

Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
ALGEMEEN REGLEMENT
OP DE
BEGRAAFPLAATSEN
STAD BILZEN
Goedgekeurd door de gemeenteraad
in zitting van 28 januari 2014.
1
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 : Algemene bepalingen ..................................................................................3
Hoofdstuk 2 : Pleegvormen die de begravingen/crematies voorafgaan ............................6
Hoofdstuk 3 : Lijkenvervoer ................................................................................................7
Hoofdstuk 4 : Begravingen .................................................................................................8
Hoofdstuk 5 : Grafstenen ..................................................................................................12
Hoofdstuk 6 : Verassing en bijzetting in columbarium of urnenveld ................................20
Hoofdstuk 7 : Begraving van foetussen en levenloos geboren kinderen ........................25
Hoofdstuk 8 : Erepark en monument voor de oudstrijders ...............................................26
Hoofdstuk 9 : Inwendige orde ...........................................................................................27
Hoofdstuk 10 : Strafbepalingen ........................................................................................32
Hoofdstuk 11 : Slotbepalingen .........................................................................................33
Bijlage I: Uitbreidingszone begraafplaats Bilzen ..............................................................34
Bijlage II: Uitbreidingszone begraafplaats Beverst ..........................................................35
Bijlage III: Ontgravingszone begraafplaats Munsterbilzen ..............................................36
Bijlage IV: Ontgravingszone begraafplaats Hoelbeek .....................................................37
Bijlage V: Ontgravingszone begraafplaats Kleine-Spouwen ...........................................38
Bijlage VI: Ontgravingszone begraafplaats Waltwilder ....................................................39
Bijlage VII: Vrije zone begraafplaats Mopertingen ...........................................................40
Bijlage VIII: Vrije zone begraafplaats Rijkhoven ..............................................................41
Bijlage IX: Vrije zone begraafplaats Hees ........................................................................42
Bijlage X: Uitbreidingszone begraafplaats Eigenbilzen ...................................................43
Bijlage XI: Ontgravingszone begraafplaats Grote-Spouwen ...........................................44
Bijlage A: Instructies bij tweede begraving grafsteen kleine afmetingen ........................45
2
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
ALGEMEEN REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN
BILZEN
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: begrippen
De hiernavolgende begrippen en termen komen regelmatig terug in de tekst en worden
steeds in de betekenis gebruikt die hieronder uitgelegd staat.
GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS:
afgebakende plaats, door de gemeente ingericht en onderhouden, waar stoffelijke
overschotten begraven worden of waar de asresten bijgezet of verstrooid worden.
BELANGHEBBENDE:
hieronder worden diverse personen verstaan:
eenieder die een familieband tot in de derde graad kan aantonen met de overledene;
leden van één of meer religieuze gemeenschappen;
de persoon waarmee de overledene heeft samengewoond;
personen die vooraf bij het gemeentebestuur gemeld hebben als belanghebbende te
willen optreden en zo genoemd wensen te worden;
COLUMBARIUM:
bovengrondse bewaarplaats van asresten van overledenen in urnen.
URNENVELD:
ondergrondse bewaarplaats van asresten van overledenen in urnen.
STROOIWEIDE:
grasveld waar de asresten kunnen verstrooid worden.
GEDENKZUIL:
door de gemeente opgerichte zuil waar naamplaatjes van overledenen, waarvan de as
verstrooid werd of waarvan de stoffelijke resten gezamenlijk begraven werden,
aangebracht worden.
EREPARK:
deel van de begraafplaats waar oud-strijders en militaire oorlogsslachtoffers kunnen
begraven worden en waar eventueel het oudstrijdersmonument geplaatst is.
FOETUSWEIDE:
deel van de kinderbegraafplaats, waar foetussen die geboren worden vóór het verstrijken
van de twaalfde week van de zwangerschap, begraven worden.
ENGELENWEIDE:
deel van de kinderbegraafplaats, waar het stoffelijk overschot van levenloos geboren
kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens van 24 weken nog niet bereikt
hebben, na een zwangerschap van minstens 12 volle weken, wordt begraven.
KINDERBEGRAAFPLAATS:
deel van de begraafplaats waar kinderen, na een zwangerschap van 24 weken en beneden
de 12 jaar, begraven worden.
3
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
RUSTWEIDE:
afgebakende plaats, met gras ingezaaid, waar stoffelijke resten na ontgraving, na opruiming of na ontdekking op het grondgebied van de gemeente begraven worden.
CEREMONIERUIMTE:
centraal gelegen plaats, waar de nabestaanden een laatste groet kunnen brengen aan de
overledene alvorens deze begraven wordt. Bij bijzetting in het columbarium of urnenveld of
uitstrooiing van de asresten kan het columbarium dienst doen als ceremonieruimte.
GRAFSTEEN:
gedenkteken in duurzame materialen op een graf.
DEKSTEEN:
deel van de grafsteen dat het graf afdekt; bijgevolg het horizontale deel van de grafsteen;
wordt vanaf goedkeuring van onderhavig reglement niet meer toegestaan op de
aangeduide percelen op de begraafplaatsen, gevoegd als bijlage bij dit reglement.
HOOFDSTEEN:
verticale deel van de grafsteen dat geplaatst wordt aan het hoofdeinde van het graf.
BASISSTEEN:
deel van de grafsteen dat geplaatst wordt onder de hoofdsteen.
BODEMPLAAT:
deel van de grafsteen dat geplaatst wordt onder de basissteen.
SIERSTUK:
element van de grafsteen, dat ter versiering op de bodemplaat kan geplaatst worden.
NIS IN COLUMBARIUM:
gesloten nis bovengronds waarin de urne met de asresten van de overledene geplaatst
kan worden.
URNENKELDER:
gesloten nis ondergronds waarin de urne met de asresten van de overledene geplaatst kan
worden.
AFDEKPLAAT:
stenen plaat die de nis in een columbarium of de urnenkelder afsluit, en waarop de
gegevens over de overledene vermeld worden.
ONTGRAVEN:
uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne met de bedoeling te
herbegraven of, in geval van een stoffelijk overschot, te cremeren.
RUIMEN:
leegmaken van een graf.
Artikel 2: toegankelijkheid van de gemeentelijke begraafplaatsen
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek alle dagen tussen
zonsopgang en zonsondergang. De burgemeester is bevoegd om de openings- en
sluitingsuren te wijzigen.
4
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Eenieder die buiten deze tijden op de begraafplaats aanwezig is, kan door de bevoegde
ambtenaren weggestuurd of verwijderd worden, en kan gestraft worden volgens de
bepalingen in hoofdstuk 9 - inwendige orde, en volgens de betreffende artikels uit het
strafwetboek.
Artikel 3: modaliteiten van begraving
De begravingen hebben plaats op een gemeentelijke begraafplaats.
De teraardebestelling van de stoffelijke overschotten is mogelijk op de werkdagen en
zaterdagen van 9 tot 17 uur. Er moet vooraf een toelating tot begraving bekomen zijn van
het gemeentebestuur.
Voor de plaats en het tijdstip moeten de betrokkenen zich schikken naar de beslissingen
van de burgemeester of zijn aangestelde.
Artikel 4: personen die begraven kunnen worden
Eenieder die beschikt over een niet-vervallen concessie kan op de gemeentelijke begraafplaatsen worden begraven of bijgezet in een nis in het columbarium of urnenveld.
Zonder concessie komen volgende overledenen hiervoor in aanmerking:
A.
personen die op datum van hun overlijden ingeschreven zijn in het bevolkings-,
vreemdelingen- of wachtregister van Bilzen;
B. personen die overleden zijn op het grondgebied van Bilzen;
C. stoffelijke overschotten, ontdekt op het grondgebied van Bilzen;
D. personen die ooit in het bevolkings- of vreemdelingenregister van Bilzen waren
ingeschreven gedurende minstens 15 jaar.
Al deze overledenen komen voor begraving in Bilzen in aanmerking, voor zover voldaan
wordt aan het vigerende retributiereglement.
Bij uitzondering kan de burgemeester toestemming geven tot begraving of bijzetting of
verstrooiing op een gemeentelijke begraafplaats, indien de overledene bijzondere banden
heeft gehad met de stad Bilzen.
Artikel 5: onderhoudsbepalingen
Het onderhoud van de begraafplaatsen en de gebouwen gelegen op deze begraafplaatsen
geschiedt door de gemeente. De grafstenen en de afdekplaten in de columbaria en
urnenvelden dienen echter onderhouden te worden door de belanghebbenden of betrokken
familieleden.
5
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 2: PLEEGVORMEN DIE DE BEGRAVINGEN/CREMATIES
VOORAFGAAN
Artikel 6
Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand.
Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk op het grondgebied van
de gemeente.
Diegenen die voor de begraving instaan regelen met het gemeentebestuur de formaliteiten
betreffende de begraving. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het
nodige gedaan.
Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, wordt de
toelating tot begraven afgeleverd 24 uur na het overlijden.
Artikel 7
Er mag slechts worden overgegaan tot kisting nadat het overlijden werd vastgesteld door
de ambtenaar van de burgerlijke stand op voorlegging van het daartoe voorziene
doktersattest. De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen.
De kisting van het te verassen of naar het buitenland (met uitzondering van Luxemburg of
Nederland) te vervoeren stoffelijk overschot heeft plaats in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur, die de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen nagaat.
Artikel 8
Om in een grafkelder te kunnen, mag een kist maximum de volgende afmetingen hebben:
2 meter lang, 55 cm breed en 54 cm hoog zijn, inclusief opzetstukken.
Het gebruik van doodskisten, foedralen, doodswaden, producten en procédés die de
natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten, is verboden.
Behoudens om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet
meer geopend worden.
Artikel 9
Alvorens tot begraving, bijzetting of verstrooiing mag worden overgegaan, moet hiervoor de
toelating, voorzien bij artikel 77 van het Burgerlijk Wetboek, aan de dienst begraafplaatsen
of aan de grafmaker worden overhandigd.
Deze toelating dient ten minste twee werkdagen vóór de dag van de begraving, bijzetting of
verstrooiing op de gemeentelijke diensten bekomen te worden.
6
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 3: LIJKENVERVOER
A. Vervoer van niet-gecremeerde lijken:
Artikel 10
De niet-gecremeerde lijken moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze
vervoerd worden.
Artikel 11
Zijn verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of van zijn gemachtigde:
a) het vervoer, buiten het grondgebied van de gemeente, van de lijken van de
personen die er overleden of dood aangetroffen werden;
b) het vervoer, naar een plaats op het grondgebied van de gemeente, van de lijken
van personen die er niet zijn overleden of dood aangetroffen werden.
In het in a) vermelde geval, wordt de machtiging slechts verleend op voorlegging van een
document waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de plaats van bestemming.
Artikel 12
Voor zover stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het
buitenland moeten vervoerd worden, is het vervoer, naargelang het geval, onderworpen
aan de formaliteiten vermeld in:
a) het KB van 8 maart 1967, wanneer het lijk moet vervoerd worden naar Luxemburg of
Nederland;
b) het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, wanneer het lijk moet vervoerd
worden naar een ander land dan vermeld onder a) en dat het akkoord van Straatsburg
ondertekend heeft;
c) het Regentsbesluit van 20 juni 1947, wanneer het lijk moet vervoerd worden naar een
land, niet bedoeld in a) of b).
B. Vervoer van de as van gecremeerde lijken:
Artikel 13
Het vervoer van de as van gecremeerde lijken is vrij, doch dient te gebeuren volgens de
regels van welvoeglijkheid.
7
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 4: BEGRAVINGEN
Artikel 14
Volgende wijzen van begraving van het stoffelijk overschot worden toegestaan:
1.
Met concessie:
- in een door de gemeente geplaatste grafkelder voor één of twee stoffelijke
overschotten;
- in volle grond in één kuil voor één of twee boven elkaar begraven stoffelijke
overschotten.
De prijs van de concessie en de grafkelder wordt bepaald in het gemeentelijk
retributiereglement.
2.
Zonder concessie:
- de begraving zal steeds gebeuren in volle grond in één kuil voor één stoffelijk
overschot.
De begravingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dit plan wijst de
geconcedeerde en niet-geconcedeerde percelen aan, alsook de percelen voor begraving in
volle grond, grafkelders en kindergraven.
Artikel 15
Zolang de omvang, de technische mogelijkheden en de inrichting van de begraafplaatsen
dit mogelijk maakt, worden concessies verleend voor het begraven of bijzetten van
stoffelijke overschotten, volgens de tarieven opgenomen in het gemeentelijk retributiereglement betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen.
Een concessie is onoverdraagbaar en zal slechts mogen dienen voor de personen die in
de vergunning zijn aangeduid.
Door het verlenen van een concessie vervreemdt het gemeentebestuur de grond NIET, zij
verleent slechts een genot- en gebruiksrecht met een speciale, tijdelijke en nominatieve
bestemming.
De retributie wordt aan de gemeenteontvanger of zijn gevolmachtigde betaald op
eenvoudig verzoek.
In éénzelfde concessie mogen maximaal twee personen begraven worden.
Artikel 16
Er worden geen concessies verleend vóór het overlijden, behalve:
in het kader van een concessie waarbij de eerste onmiddellijk benut wordt voor een
overleden persoon en de volgende voorbehouden wordt aan zijn echtgeno(o)t(e), zijn
inwonende bloed- en aanverwanten of personen met wie hij op het ogenblik van overlijden
een feitelijk gezin vormde.
Artikel 17
Een concessie wordt verleend voor een periode van 25 jaar, die aanvangt op de datum van
de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
8
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Artikel 18
§ 1. Minstens één jaar voor het verstrijken van de concessie of van de hernieuwingen
ervan, maakt de burgemeester of zijn gemachtigde een akte op waarbij eraan herinnerd
wordt dat een aanvraag om hernieuwing bij hem moet toekomen.
Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang zowel bij het graf als aan de ingang van de
begraafplaats uitgehangen.
Als er geen aanvraag voor hernieuwing is gedaan, vervalt de concessie.
§ 2. De hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden indien blijkt dat op het moment van
de aanvraag de concessie verwaarloosd is.
§ 3. Indien erom verzocht wordt voor het verstrijken van de vastgestelde termijn, neemt
een nieuwe termijn van 25 jaar aanvang vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie. De
aanvrager betaalt hiervoor een retributie pro rata het aantal jaren dat de vervaldatum van
de vorige concessie overschreden wordt.
Als geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van laatste bijzetting in de
concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf
bestaan gedurende een termijn van vijftien jaar die begint te lopen op de datum van het
overlijden, indien dit overlijden zich minder dan vijftien jaar voor het verstrijken van de
concessie heeft voorgedaan.
Een aanvraag om hernieuwing van de concessie kan niet ingediend worden na het
verstrijken van de termijn.
§ 4. De gemeenteraad stelt de retributie voor het verlenen van de concessie vast.
Artikel 19
Voor alle nog bestaande eeuwigdurende concessies zullen volgende regels gehanteerd
worden:
⇒
Bij een concessie die volledig benut is, en waar dus geen andere overledenen meer in
bijgezet worden, wordt de concessie op aanvraag van enig belanghebbende
hernieuwd onder de voorwaarden vastgesteld in dit reglement en het desbetreffende
retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. De
aanvraag om hernieuwing moet worden ingediend binnen een termijn van twee jaar
ingaand bij het verstrijken van het vijftigste jaar van de laatste bijzetting.
⇒
Bij een nog niet volledig benutte concessie, blijft ze nog vijftig jaar geldig te rekenen
vanaf de laatste bijzetting. Ook deze concessie kan verlengd worden op aanvraag van
enig belanghebbende. De aanvraag om hernieuwing moet worden ingediend binnen
een termijn van twee jaar ingaand bij het verstrijken van het vijftigste jaar van de
laatste bijzetting.
⇒
De eeuwigdurende concessie, of enig ander graf, waarvan de oudheidkundige,
esthetische of monumentwaarde belangrijk genoeg is om als element op de begraafplaats bewaard te blijven, verkrijgen het statuut van definitieve eeuwigdurende
concessie.
9
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
De gemeente zal per begraafplaats overgaan tot het aanduiden en catalogiseren van de
graven met monumentwaarde.
Artikel 20
Wanneer de noodwendigheden zich voordoen kunnen de gewone, niet-geconcedeerde
graven vernietigd worden en de grond terug in gebruik genomen worden na een minimum
rusttijd van vijftien jaar.
Deze bepaling geldt niet voor de graven op de kinderbegraafplaats, waar men een
minimale rusttijd van veertig jaar zal hanteren. Daarbij geldt dat hier slechts tot opruiming
overgegaan zal worden als dat nodig blijkt te zijn omwille van plaatsgebrek op de
betreffende kinderbegraafplaats.
Artikel 21
Op schriftelijk verzoek van elke concessiehouder of belanghebbende kan de gemeente een
concessie of een graf in volle grond voortijdig beëindigen, wanneer de concessie in onbruik
gebleven is of wanneer het graf of de concessie in onbruik raken door de overbrenging van
de stoffelijke overschotten.
Vooraleer de gemeenteraad tot beëindiging overgaat, zal de vraag tot beëindiging worden
aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats en aan de betrokken concessie of het
betrokken graf. Dit bericht wordt uitgehangen gedurende 12 maanden na de
gemeenteraadsbeslissing.
Bezwaren tegen een voortijdige beëindiging moeten schriftelijk en binnen de hierboven
gestelde termijn worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 22
In geval van verplaatsing van een graf wegens algemeen belang of dienstnoodwendigheden, zal de gemeente de verplaatsing op zich nemen.
Aan de te verplaatsen graven wordt een bericht gehangen dat melding maakt van de
nieuwe inplanting van de grafsteen en van de vermoedelijke datum van verplaatsing,
evenals van het principe dat de grafsteen verplaatst wordt tenzij tegenbericht van de
belanghebbenden.
Dit bericht wordt uitgehangen gedurende 12 maanden na de gemeenteraadsbeslissing.
Artikel 23
Bij opruiming van graven, hetzij doordat de concessie verlopen is en niet meer verlengd
werd of verlengd kan worden, hetzij doordat de vastgestelde rusttijd voor niet-geconcedeerde graven verlopen is, zal de gemeente de opruiming op zich nemen.
Vooraleer de gemeente tot opruiming overgaat, zal de melding van de geplande opruiming
worden aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats, aan de betrokken percelen en aan
de betrokken concessie of het betrokken graf. Dit bericht wordt uitgehangen gedurende 12
maanden na de gemeenteraadsbeslissing.
Indien de belanghebbende(n) de grafsteen na opruiming wenst mee te nemen, moeten zij
dit kenbaar maken aan de gemeente, en dit binnen de hierboven vermelde termijn van
twaalf maanden.
10
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Artikel 24
In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel wegens openbaar belang of
dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige
vergoeding of terugbetaling van het resterende deel van de concessieprijs.
Zij hebben slechts het recht op het kosteloos bekomen van een perceel van dezelfde
afmetingen op een ander deel van de begraafplaats, tot het einde van de concessietermijn.
De eventuele kosten voor het overbrengen van de stoffelijke overschotten en van de
grafstenen zijn ten laste van het gemeentebestuur.
Artikel 25
Bij opruiming of verplaatsing van graven kunnen de belanghebbenden in geen enkel
geval aanspraak maken op enige schadevergoeding, om welke reden dan ook.
De verplaatsing der graven door de gemeente gebeurt met de nodige zorg.
Artikel 26
In volle grond worden stoffelijke overschotten begraven in een kuil van minstens 100
centimeter diep in niet-geconcedeerde grond.
In geconcedeerde grond is deze kuil 100 centimeter of 190 centimeter diep naargelang het
een enkel of dubbel graf betreft.
11
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 5: GRAFSTENEN
Artikel 27
Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten of belanghebbenden zich
ertegen verzetten, heeft eenieder het recht om op het graf van zijn verwante of kennis een
grafsteen te doen plaatsen, zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder.
Artikel 28
Het is niet toegelaten grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, of
afmetingen, hun opschriften of aard van materialen, de reinheid, de gezondheid, de
veiligheid en de rust op de begraafplaats kunnen verstoren.
Op de begraafplaatsen moeten de nieuwe grafstenen in overeenstemming zijn met de
bepalingen inzake afmetingen en materialen, vastgesteld in de artikels 36 tot en met 38bis
van onderhavig reglement.
Behalve het gemeentebestuur, is het verboden grafkelders te plaatsen, te bouwen of te
laten bouwen op de begraafplaatsen.
Artikel 29
De grafstenen zullen uitsluitend of hoofdzakelijk uit duurzaam materiaal vervaardigd zijn.
Zij zullen zodanig opgericht en onderhouden worden dat zij de veiligheid en doorgang niet
belemmeren en geen schade aanbrengen aan de aangrenzende grafstenen of graven.
Kronen en bloemstukken, uit echte of kunstbloemen gemaakt, en op het graf gelegd bij de
begraving, zullen verwijderd worden na een periode van 1 maand na de begraving.
De burgemeester of zijn afgevaardigde zal deze bloemen, kronen, e.a. doen verwijderen
van zodra zij de orde, de veiligheid en de reinheid in het gedrang brengen.
Bloemen, kronen van echte bloemen, bloemstukken of planten zullen verwijderd worden
van zodra er verwelking optreedt.
Aanplantingen zijn verboden in de 10 cm brede randstrook van elke grafsteen. Bloempotten of bloembakken mogen wel op deze strook geplaatst worden, echter niet in de grond.
Het is tevens verboden om de bestaande openbare beplantingen te beschadigen of te
verwijderen. Het is wel toegelaten om op het graf levende planten te plaatsen.
Uitzondering:
Van één week vóór Allerheiligen tot uiterlijk 15 november mogen bloempotten en bloemstukken tijdelijk geplaatst worden in de 10 cm brede randstrook van elke concessie en van
elk graf, bijvoorbeeld door verankering, maar niet door ingraving.
Artikel 30
De graven mogen niet worden afgedekt met materialen die door hun aard of wijze van
aanbrengen gemakkelijk op de paden of de naburige graven kunnen verschuiven of het
onderhoud ervan bemoeilijken.
Artikel 31
Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Kniel- of
bidbanken zijn eveneens niet toegelaten.
12
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Artikel 32
De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op het graf geplaatste voorwerpen.
Zij kan evenmin verantwoordelijk gesteld worden voor de schade door particulieren
toegebracht aan de graven, grafstenen en de er op aangebrachte gedenktekens, enz.
Artikel 33
Op geconcedeerde grond moet, uiterlijk vanaf het einde van de negende maand na
aanvang van de concessie aanwezig zijn:
een grafsteen (die beantwoordt aan de voorschriften die hierna volgen), waarop leesbaar
aangebracht worden de naam, voornaam en de datum of het jaartal van geboorte en van
overlijden van de aldaar begraven personen.
In geval van een tweede bijbegraving in geconcedeerde volle grond moet de grafsteen
uiterlijk om 10 uur in de ochtend daags vóór de begrafenis verwijderd zijn.
In geval van bijbegraving moet na de begraving het perceel onverwijld in een goede staat
gebracht worden en dient de grafsteen geplaatst binnen bovenvermelde termijn.
Zowel het verwijderen als het terugplaatsen van de grafsteen is ten laste van de
nabestaanden.
Indien binnen de voorziene termijn de plaatsing van de grafsteen niet is uitgevoerd, of
wanneer tijdens de verdere duur van de concessie niet langer aan die voorwaarden
voldaan is, kan dit aanleiding geven tot het treffen van dezelfde maatregelen als deze die
ingevolge het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging zijn voorzien bij
verwaarlozing van graven.
Het is niet verplicht een grafsteen te plaatsen op niet-geconcedeerde grond, maar wel om
een grafteken te plaatsen met de vermelding van de naam, geboortedatum en
overlijdensdatum van de overledene. Het grafteken mag de afmetingen zoals vermeld in
artikel 36 en 36bis niet overschrijden.
Artikel 34
De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven.
Verwaarlozing of onderhoudsverzuim staat vast als het graf doorlopend onzindelijk, door
plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is, of een gevaar betekent
voor de naastliggende graven en/of voor de bezoekers. De verwaarlozing wordt
vastgesteld in een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde, en blijft een jaar lang bij
het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die
termijn en bij niet-herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege
overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in
gebreke blijvende familie. Daarenboven kan het college van burgemeester en schepenen
een einde stellen aan het recht op concessie of aan het graf.
Artikel 35
Grafstenen mogen slechts worden geplaatst mits schikking naar de desbetreffende
bepalingen en cf. de onderrichtingen in artikel 54 van onderhavig reglement.
Een grafsteen moet blijven staan gedurende de ganse duur van de concessie of, in het
geval van een graf in volle grond, voor minstens 15 jaar.
13
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Voor alle werken die worden uitgevoerd op geconcedeerde grond, treedt de
concessiehouder op als lastgever en uitsluitend voor zijn rekening.
Hij zal onverwijld alle beschadigingen moeten herstellen, veroorzaakt door de werken die
hij heeft laten uitvoeren. Bij ontstentenis hiervan zal het gemeentebestuur de herstelling
van ambtswege en op kosten van de concessiehouder laten uitvoeren.
Artikel 36
De grafstenen mogen maximum de volgende buitenafmetingen hebben:
Lengte
Breedte
Max. hoogte
- voor een enkele grafsteen:
180
80
100
- voor een dubbele grafsteen:
180
180
100
- voor een persoon van minder dan 12 jaar
130
60
75
De grafstenen moeten zo geplaatst worden dat tussen elke grens van het perceel en de
erop geplaatste steen een vrije ruimte van 10 centimeter blijft; dit wil zeggen dat tussen de
voorkant van de steen en de concessiegrens 10 cm blijft.
De afstand tussen twee rug-aan-rug geplaatste stenen bedraagt 60 centimeter.
Artikel 36bis
De grafstenen op de aangeduide percelen op de begraafplaatsen die als bijlage bij dit
reglement worden gevoegd, moeten aan de volgende afmetingen voldoen:
De hoofdsteen moet op het hoogste punt, het breedste punt en het diepste punt
exact de volgende afmetingen hebben (maten in cm):
- voor een kindergraf
- voor een enkel graf
- voor een dubbel graf
Diepte
Breedte
10
15
15
60
70
150
Hoogte
60
75
75
De basissteen onder de hoofdsteen moet de volgende buitenafmetingen hebben
(maten in cm):
- voor een kindergraf
- voor een enkel graf
- voor een dubbel graf
Diepte
Breedte
25
25
25
60
70
150
Hoogte
10
10
10
De bodemplaat onder de gehele grafsteen moet de volgende buitenafmetingen
hebben (maten in cm):
Diepte
- voor een kindergraf
- voor een enkel graf – volle grond
- voor een enkel graf – grafkelder
40
40
40
14
Breedte
90
120
90
Hoogte
5
5
5
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
- voor een dubbel graf – volle grond
- voor een dubbel graf – grafkelder
40
40
240
180
5
5
Dekstenen worden niet meer toegelaten!
De afstand tussen twee rug-aan-rug geplaatste stenen bedraagt minimum 20 centimeter.
Artikel 37
De grafstenen moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
⇒
⇒
⇒
⇒
⇒
ze moeten vervaardigd zijn uit duurzame materialen;
ze moeten stevig geplaatst zijn, en de niet-zichtbare basis mag niet dieper dan 15 cm
onder het grondpeil worden aangebracht, behoudens de funderingspalen;
het grondvlak moet horizontaal geplaatst worden en in overeenstemming liggen met
de aangeduide lijnrichting;
de hoofdsteen mag maximum 1 meter boven het grondpeil uitsteken;
de deksteen mag maximum 30 cm boven het maaiveld uitsteken.
Artikel 37bis
De grafstenen zoals vermeld in artikel 36bis moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
⇒
⇒
⇒
⇒
ze moeten vervaardigd zijn uit graniet;
ze moeten stevig geplaatst zijn, en de niet-zichtbare basis mag niet dieper dan 15 cm
onder het grondpeil worden aangebracht, behoudens de funderingspalen;
het grondvlak moet horizontaal geplaatst worden en in overeenstemming liggen met
de aangeduide lijnrichting;
de hoofdsteen mag maximum 85 cm boven het grondpeil uitsteken; bij een kindergraf
mag de hoofdsteen maximum 60 cm boven het grondpeil uitsteken.
Artikel 38
De mogelijke variaties van grafstenen en hun juiste afmetingen cf. artikel 36 worden in de
tekening op de volgende bladzijde verduidelijkt.
De maten voorafgegaan door ≤ zijn maximum afmetingen.
15
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
LEGENDE:
S: sierelement, met aangegeven maximum afmetingen, vrij te plaatsen op de deksteen
maar binnen de buitengrenzen ervan.
MAATVOERINGEN: alle maten zijn in cm aangegeven
(1): afwijkende maximumafmeting bij dubbele grafsteen
(2): afwijkende afmeting bij grafsteen voor persoon van minder dan 12 jaar oud
16
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Artikel 38bis
De juiste afmetingen cf. artikel 36bis worden in volgende tekeningen verduidelijkt.
ENKEL GRAF - GRAFKELDER
ENKEL GRAF – VOLLE GROND
Legende:
H = hoofdsteen
B = basissteen
b = bodemplaat
17
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
DUBBEL GRAF – KELDER
DUBBEL GRAF – VOLLE GROND
Legende:
H = hoofdsteen
B = basissteen
b = bodemplaat
18
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
KINDERGRAF
Legende:
H = hoofdsteen
B = basissteen
b = bodemplaat
19
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 6: VERASSING EN BIJZETTING IN COLUMBARIUM OF
URNENVELD
Artikel 39
De lijkverbranding is onderworpen aan de formaliteiten bepaald bij het decreet van 16
januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Artikel 40
De as van de gecremeerde lijken kan in urnen worden geplaatst, die binnen de omheining
van de begraafplaats:
worden bijgezet in een nis van het columbarium met gesloten nissen of in een
urnenkelder;
De as van de gecremeerde lijken kan:
uitgestrooid worden op de strooiweide van de begraafplaats door middel van een
strooitoestel dat alleen door de gemeentelijke aangestelde of begrafenisondernemer
mag worden bediend;
uitgestrooid worden op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee,
waarbij de begrafenisondernemer alle formaliteiten op zich neemt inzake transport en
behandeling van de as, en zich hierbij dient te schikken naar de voorwaarden die de
Vlaamse regering bepaalt;
Artikel 41
Volgende wijzen van plaatsing van de urne in een columbarium of begraving van de urne in
een urnenveld worden toegestaan:
1.
Met concessie:
- dit zal gebeuren in een door de gemeente geplaatste columbariumnis of een
urnenkelder voor één of twee asurnen. De prijs van de concessie wordt bepaald in
het gemeentelijk retributiereglement.
2.
Zonder concessie:
- dit zal steeds gebeuren in een door de gemeente geplaatste columbariumnis voor
één asurne of in het urnenveld voor één asurne.
De plaatsingen of begravingen van de urne worden volgens plan, in regelmatige volgorde
uitgevoerd. Dit plan wijst de geconcedeerde en niet-geconcedeerde percelen aan, alsook
de percelen voor bijzetting in volle grond, urnenkelders en columbariums.
Artikel 42
Zolang de omvang, de technische mogelijkheden en de inrichting van de columbaria dit
mogelijk maakt, worden concessies verleend voor het bijzetten van asurnen, volgens de
tarieven opgenomen in het gemeentelijk retributiereglement betreffende de gemeentelijke
begraafplaatsen.
Voor elke persoon kan bij overlijden een concessie genomen worden in een gemeentelijk
columbarium of urnenveld.
Een concessie is onoverdraagbaar en zal slechts mogen dienen voor de personen die in
de vergunning zijn aangeduid.
20
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Door het verlenen van een concessie vervreemdt het gemeentebestuur de columbariumnis
of de nis in urnenveld NIET, evenmin als het deze verkoopt of verhuurt. Zij verleent slechts
een genot en gebruiksrecht met een speciale, tijdelijke en nominatieve bestemming.
De retributie wordt aan de gemeenteontvanger of zijn gevolmachtigde betaald op
eenvoudig verzoek.
In éénzelfde concessie mogen maximaal twee asurnen gezet worden.
Artikel 43
Er worden geen concessies verleend vóór het overlijden, behalve:
in het kader van een concessie waarbij de eerste onmiddellijk benut wordt voor de
overleden persoon en de volgende voorbehouden wordt aan zijn echtgeno(o)t(e), zijn
inwonende bloed- en aanverwanten of personen met wie hij op het ogenblik van overlijden
een feitelijk gezin vormde.
Artikel 44
Een concessie voor een columbariumnis of voor een nis in een urnenveld wordt verleend
voor een periode van 25 jaar, die aanvangt op de datum van de beslissing van het college
van burgemeester en schepenen.
Artikel 45
§ 1. Minstens één jaar voor het verstrijken van de concessie of van de hernieuwingen
ervan, maakt de burgemeester of zijn gemachtigde een akte op waarbij eraan herinnerd
wordt dat een aanvraag om hernieuwing bij hem moet toekomen.
Een afschrift van deze akte wordt een jaar lang zowel bij het graf als aan de ingang van de
begraafplaats uitgehangen.
Als er geen aanvraag voor hernieuwing is gedaan, vervalt de concessie.
§ 2. De hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden indien blijkt dat op moment van de
aanvraag de concessie verwaarloosd is.
§ 3. Indien erom verzocht wordt voor het verstrijken van de vastgestelde termijn, neemt
een nieuwe termijn van 25 jaar aanvang vanaf elke nieuwe bijzetting in de concessie. De
aanvrager betaalt hiervoor een retributie pro rata het aantal jaren dat de vervaldatum van
de vorige concessie overschreden wordt.
Als geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van laatste bijzetting in de
concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf
bestaan gedurende een termijn van vijftien jaar die begint te lopen op de datum van het
overlijden, indien dit overlijden zich minder dan vijftien jaar voor het verstrijken van de
concessie heeft voorgedaan.
Een aanvraag om hernieuwing van de concessie kan niet ingediend worden na het
verstrijken van de termijn.
§ 4. De gemeenteraad stelt de retributie voor het verlenen van de concessie vast.
21
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Na verloop van vijftien jaar kan het gemeentebestuur overgaan tot opruiming van nietgeconcedeerde nissen.
Dezelfde procedure voorzien voor de opruiming van niet-geconcedeerde graven, vervat in
artikel 23 van onderhavig reglement, wordt toegepast.
Artikel 46
De as van het gecremeerde lijk wordt na het beëindigen van de concessie of na afloop van
de rusttijd voor niet-geconcedeerde nissen, uitgestrooid op de daartoe voorziene strooiweide.
Indien de belanghebbende de afdekplaat en/of de asurne na opruiming wenst mee te
nemen, moet hij dit kenbaar maken aan de gemeente, en dit binnen de in artikel 23
vermelde termijn van twaalf maanden.
Bij ontbreken hiervan zal de urne en de afdekplaat ambtshalve verwijderd worden.
Artikel 47
Bij elke strooiweide zal de gemeente een gedenkzuil oprichten.
Op deze zuil zullen de namen vermeld worden van de personen die na hun overlijden
verast en uitgestrooid werden, tenzij er uitdrukkelijk verzet is hiertegen van de
belanghebbende(n), of tenzij de overledene voordien hiertegen bezwaar heeft gemaakt.
De gemeente zal de afmetingen, het materiaal en het uitzicht van de gedenkzuil en de
naamplaatjes bepalen, evenals de erop vermelde gegevens. De plaatsing ervan is een
taak van de bevoegde ambtenaar bij de gemeente.
Bij plaatsgebrek op de gedenkzuil zullen de namen van de overledenen, waarvan de
asverstrooiing langer dan 15 jaar geleden plaatsvond, door de bevoegde ambtenaar van
de gemeente worden verwijderd.
Artikel 48
De asurne, die in een nis geplaatst wordt, moet voldoen aan volgende bepalingen:
hoogte: maximum 18 cm;
diameter: ten hoogste 15 cm onderaan, en maximum 20 cm in het breedste deel.
Nadat de asurne in de nis is geplaatst, wordt deze laatste door de zorgen van de gemeente
afgesloten.
De familie of de belanghebbende(n) moet een afdekplaat laten plaatsen op de nis, ter
vervanging van de voorlopige afdeksteen die door de gemeente voorzien wordt. Deze
voorlopige afdeksteen mag dus niet worden gebruikt om namen in te graveren.
Het is niet verplicht een grafsteen te plaatsen in het urnenveld op niet-geconcedeerde
grond, maar wel om een grafteken te plaatsen met de vermelding van de naam,
geboortedatum en overlijdensdatum van overledene. Het grafteken mag de afmetingen
zoals vermeld in dit artikel 48 en 48bis niet overschrijden.
22
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
∞ De afdekplaat voor een columbariumnis moet voldoen aan de volgende voorschriften:
materiaal: gepolijste graniet;
afmetingen: dikte 2 cm, achthoekig, passend in de aanslag op de voorkant van de nis
ofwel vierkantig met afmetingen cf. de voorlopige afdeksteen;
vermeldingen: naam, voornaam, geboorte- en overlijdensdatum van de overledene.
∞ Het monument op een urnenkelder moet voldoen aan de volgende voorschriften:
materiaal: graniet;
vermeldingen: naam, voornaam, geboorte- en overlijdensdatum van de overledene
het grondvlak moet horizontaal geplaatst worden en in overeenstemming liggen met
de aangeduide lijnrichting: de hoofdsteen zal 48 cm boven het grondpeil uitsteken.
de stenen moeten aan de volgende afmetingen voldoen:
De hoofdsteen moet op het hoogste punt, het breedste punt en het diepste punt
exact de volgende afmetingen hebben (maten in cm):
- voor een urnenkelder
Diepte
Breedte
8
35
Hoogte
45
De bodemplaat onder de hoofdsteen moet de volgende buitenafmetingen hebben
(maten in cm):
- voor een urnenkelder
Diepte
Breedte
50
50
Artikel 48bis
De juiste afmetingen worden in volgende tekening verduidelijkt.
23
Hoogte
3
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
GRAFSTEEN OP URNENKELDER:
Legende:
A=hoofdsteen
B=bodemplaat
24
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 7: BEGRAVING VAN FOETUSSEN EN LEVENLOOS GEBOREN
KINDEREN
Artikel 49
De foetusweide wordt voorbehouden voor de begraving van foetussen die geboren worden
vóór het verstrijken van de twaalfde week van de zwangerschap.
De foetussen mogen op dit perceel begraven worden op eenvoudig verzoek van de ouders
of van de behandelende geneesheer, zonder dat de naam van de foetus of van de ouders
op één of andere manier vermeld zal worden.
Als de ouders er de wens toe uitdrukken, mag de foetus gecremeerd worden. In dit geval
wordt de as uitgestrooid op de strooiweide of bijgezet in het voorbestemde gedeelte van de
foetusweide, zonder dat de naam van de foetus of van de ouders op één of andere manier
vermeld zal worden.
Artikel 50
De engelenweide wordt voorbehouden voor het begraven van stoffelijke overschotten van
levenloos geboren kinderen, die de wettelijke levensvatbaarheidgrens van 24 weken nog
niet hebben bereikt, na een zwangerschapsduur van minstens 12 volle weken.
De levenloos geboren kinderen mogen op dit perceel begraven worden op eenvoudig
verzoek van de ouders. De voornaam van het kind en de datum zal op een gedenkzuil
worden geplaatst door de gemeentelijke beambte.
Als de ouders er de wens toe uitdrukken, mag het stoffelijke overschot van een levenloos
geboren kind gecremeerd worden. In dit geval wordt de as uitgestrooid op de strooiweide
of bijgezet in het voorbestemde gedeelte van de engelenweide. De voornaam van het kind
en de datum zal op een gedenkzuil worden geplaatst door de gemeentelijke beambte.
25
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 8: EREPARK EN MONUMENT VOOR DE OUDSTRIJDERS
Artikel 51
Op begraafplaatsen waar de noodzaak zich voordoet, zal een erepark worden aangelegd.
Hier kunnen de oud-strijders of militaire oorlogsslachtoffers die daartoe de wens uitgedrukt
hebben, begraven worden.
In iedere deelgemeente wordt op een door het college van burgemeester en schepenen
aangeduide plaats, een herdenkingsmonument opgericht voor de erkende oud-strijders en
militaire oorlogsslachtoffers.
De in aanmerking komende overleden oud-strijders en militaire oorlogsslachtoffers worden
op dit monument afzonderlijk vermeld met naam, voornaam, geboortedatum en datum van
overlijden.
De aanvraag tot vermelding op dit monument kan gebeuren door iedere belanghebbende
bij het college van burgemeester en schepenen, mits voorlegging van de documenten
waaruit blijkt dat aan de gestelde voorwaarden werd voldaan.
Artikel 52
Om in aanmerking te komen voor begraving op het erepark moet de belanghebbende aan
volgende bijkomende voorwaarden voldoen:
het bewijs kunnen voorleggen dat hij oud-strijder, oorlogsslachtoffer of verzetsstrijder
was in een oorlog of conflict waarbij België rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken
was;
het bewijs kunnen voorleggen dat hij gedurende de vijandelijkheden of het conflict in
Bilzen gewoond of tijdelijk verbleven heeft.
26
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 9: INWENDIGE ORDE
Artikel 53
Bij het bezorgen van stoffelijke overblijfselen op een gemeentelijke begraafplaats moeten
volgende beschikkingen in acht genomen worden:
de dienst van de begraafplaatsen moet ten minste twee werkdagen vóór de dag van
de plechtigheid verwittigd worden door middel van het daartoe bestemd formulier,
waarop vermeld wordt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium
of urnenveld of een uitstrooiing, en of er al dan niet gebruik zal worden gemaakt van
een concessie of bijzetting op het erepark; deze verplichting rust bij de familie of de
belanghebbende(n).
telkens erom verzocht wordt, en alleszins bij de aankomst aan de begraafplaats,
moeten de vereiste administratieve toelatingen ter controle worden aangeboden;
de lijkwagen zal steeds de begraafplaats oprijden tot aan de ceremonieruimte, voor
zover deze aanwezig is; op deze plaats dient de laatste begroeting aan de overledene
gebracht te worden;
de rouwenden zijn gerechtigd bij het gehele verloop van de begraving aanwezig te zijn.
de asverstrooiing wordt uitgevoerd door de gemeentelijke aangestelde of de
begrafenisondernemer. De as van de overledene moet over de gehele strooiweide
verspreid worden, en mag niet op een ‘hoopje’ gestrooid worden.
Artikel 54
Begrafenisondernemers, steenkappers en particulieren moeten zich aan volgende
procedure houden bij iedere plaatsing van grafstenen en bij het uitvoeren van
instandhoudingswerken aan grafstenen:
•
•
•
•
•
Eén week voor plaatsing, moet een afspraak worden gemaakt met de bevoegde dienst
teneinde datum en uur van de plaatsing of van de werken vast te leggen. De bevoegde
medewerker zal dan aanwezig zijn.
Op de begraafplaats moet de toelating ‘plaatsen of wegnemen van een grafsteen’,
ondertekend door de dienst burgerlijke stand, worden getoond en zal de grafsteen
worden gecontroleerd of hij voldoet qua afmetingen en materiaal.
Een grafsteen die voldoet, mag worden geplaatst. Als de grafsteen niet voldoet moet
deze aangepast worden qua afmetingen of materiaal. Voor de plaatsing van de
aangepaste steen moet een nieuwe afspraak gemaakt worden. De steen zal dan
opnieuw gecontroleerd worden.
Om discussies te vermijden zullen er foto’s worden genomen van de stenen die niet
voldoen aan de correcte afmetingen.
Indien er een grafsteen wordt geplaatst zonder afspraak, en/of de afmetingen of het
materiaal voldoen niet, dan is diegene die de steen heeft geplaatst persoonlijk
verantwoordelijk. De grafsteen zal op kosten van diegene die de steen heeft geplaatst
worden verwijderd na aanmaning.
Artikel 55
Bij het uitvoeren van ontgravingen op verzoek van belanghebbende(n) of in geval van
bijbegravingen in bestaande concessies, dienen alle onderdelen van grafmonumenten en
funderingen die als hinder worden aangewezen door de burgemeester of zijn aangestelde,
uiterlijk één volle werkdag vóór de dag van de begraving door de aanvrager te zijn
verwijderd.
27
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Bij het uitvoeren van een bijzetting in een columbariumnis of nis in urnenveld met dubbele
concessie zal de afdekplaat door de dienst van de begraafplaatsen verwijderd en
teruggeplaatst worden.
Artikel 56
Behoudens de ontgravingen die door de gerechtelijke overheid bevolen worden, mag geen
ontgraving worden verricht dan met de schriftelijke toelating van de burgemeester.
Het bedrag verschuldigd per ontgraving wordt vastgesteld door een retributiereglement.
Alle kosten zijn ten laste van de aanvragers.
Artikel 57
Ontgraving is slechts toegelaten:
op bevel van de gerechtelijke of bestuurlijke overheid;
om de stoffelijke resten of de urne over te brengen van een niet-geconcedeerd graf
naar een geconcedeerd graf of nis of naar een andere gemeente, mits toestemming
van de burgemeester. In geval van overbrenging naar een andere gemeente, dient
deze een schriftelijke toelating tot overbrenging af te leveren aan de aanvrager van de
ontgraving.
Het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil,
alsook het openen van de nis, het uitnemen van de urne uit de nis en het terug sluiten van
de nis, geschiedt door de zorgen van de gemeente.
Artikel 58
Behalve deze door de gerechtelijke overheid bevolen, mogen er geen ontgravingen
gebeuren op zaterdagen, zon- en feestdagen.
Er mag slechts tot ontgraving worden overgegaan in aanwezigheid van de gemeentelijke
aangestelde, die er verslag van zal opmaken.
De burgemeester kan bij ontgraving de vernieuwing van de kist voorschrijven indien hij dat
nodig acht, en elke andere maatregel nemen die van aard is de welvoeglijkheid en de
openbare gezondheid te beschermen, en dat volledig op kosten van de aanvrager.
Alle maatregelen voorgeschreven ter vrijwaring van de volksgezondheid dienen in acht te
worden genomen.
Indien het op te graven lijk naar de begraafplaats van een andere gemeente dient overgebracht te worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten
omhulsel te plaatsen alvorens zij mag vervoerd worden. De kosten hieruit voortvloeiend,
zijn ten laste van de aanvrager.
Tijdens de ontgraving moet de begraafplaats gesloten zijn.
Artikel 59
Alle stoffelijke resten die bij graafwerken, zoals ontgravingen, opruimingen of begravingen,
ontdekt worden, zullen met de nodige eerbied verzameld worden en in een gemeenschappelijk graf op de rustweide bijgezet worden.
28
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Artikel 60
Bij werken op de begraafplaatsen dienen door de belanghebbende(n) of de steenkappers
volgende regels in acht genomen te worden:
geen enkel materiaal mag binnen de omheining van de begraafplaats achtergelaten
worden; de materialen moeten aangevoerd worden en geplaatst naarmate de behoeften.
ook vrijgekomen grond bij het plaatsen van een grafsteen, moet worden meegenomen
en mag niet ‘gestort’ worden op de begraafplaats;
alvorens op de begraafplaats te worden toegelaten moeten de voor het graf bestemde
stenen langs alle zichtbare kanten afgewerkt en gekapt zijn en gereed zijn om
onmiddellijk geplaatst te worden.
Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester
van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van deze materialen, op kosten van de
overtreder.
Artikel 61
Op de gemeentelijke begraafplaatsen zijn alle voertuigen verboden; een uitzondering wordt
gemaakt voor:
voertuigen en onderhoudswerktuigen van de gemeente;
voertuigen van politie of gerechtelijke instanties;
de lijkwagen van de begrafenisondernemer, ter gelegenheid van de begrafenis,
bijzetting, asverstrooiing of ontgraving;
de rolstoel van gehandicapten;
werktuigen van aannemers, die belast zijn met werkzaamheden op het kerkhof voor
rekening van de gemeente;
voertuigen van steenkappers of begrafenisondernemers, indien zij op voorhand de
gemeente verwittigen cf. artikel 54 van onderhavig reglement.
Artikel 62
Het is uitsluitend toegestaan aan de aangestelde van de gemeente om te zorgen voor:
het plaatsen van de kist in een graf of het plaatsen van de urne in het columbarium of
urnenveld;
het delven van het graf voor begravingen of bijzettingen, het openen van de grafkelders en het weer vullen van de kuil of het afsluiten van de kelders;
het openen en sluiten van de nis in het columbarium of urnenveld.
Artikel 63
Eventuele aanplantingen op het graf moeten derwijze aangelegd en onderhouden worden,
zodat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht
op de identificatiegegevens op de grafsteen belemmeren.
De hoogte moet beperkt worden tot 80 cm.
Artikel 64: bepalingen in verband met Allerheiligen
De scheef staande en omgevallen grafstenen of andere sierelementen moeten uiterlijk
veertien dagen vóór Allerheiligen door de verwanten en/of belanghebbende(n) hersteld of
teruggeplaatst, en zonodig verwijderd worden.
29
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Drie werkdagen vóór Allerheiligen, tot en met Allerzielen is het verboden:
om het even welk sierteken of bijhorigheid op een graf te plaatsen of ervan te verwijderen; dit verbod omvat niet het aanbrengen van bloemen en kransen, bloempotten en
medaillons;
enigerlei beitel- of schilderwerk uit te voeren, grafstenen of bijhorigheden op te voegen
of recht te zetten.
Enkel de opschik der planten op de graven is toegelaten mits de wegen en andere graven
niet beschadigd en bevuild worden.
Afval, plantenresten, papier, enz. moeten in de daarvoor bestemde afvalbakken gedeponeerd worden.
De aangevoerde grafstenen, die drie werkdagen voor Allerheiligen bij sluiting van de
begraafplaats niet zouden geplaatst zijn, moeten door toedoen van de familie of belanghebbende(n) daags nadien voor 10 uur 's morgens verwijderd zijn, zoniet zullen de
grafstenen en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreders en zonder enig
verhaal door de zorgen van het gemeentebestuur verwijderd worden.
Artikel 65
Elk jaar vanaf 15 november en ten laatste op 1 december zullen alle verwelkte bloemen en
potten die ter gelegenheid van Allerheiligen op de graven werden geplaatst door de zorgen
van de gemeente opgeruimd worden.
Dit zal vooraf kenbaar gemaakt worden via de gemeentelijke informatiekanalen.
Artikel 66
Het is verboden:
zich op het kerkhof te bevinden buiten de openingstijden vermeld in art. 2;
de grasperken en de aanplantingen van het kerkhof en aanhorigheden te betreden of
op welke wijze dan ook te beschadigen;
de grafstenen en alle hulde- en siervoorwerpen te beschadigen;
binnen de omheining van de begraafplaats en op de aanhorigheden huisvuil achter te
laten;
normaal afval van de begraafplaatsen, zoals teelaarde, bloempotten, planten, verwelkte bloemstukken, enz. achter te laten op de begraafplaats, tenzij in de daartoe
bestemde afvalbakken;
zich op de begraafplaats te gedragen op een wijze die met de sereniteit en de stilte der
plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden niet overeenstemt;
met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen
daartoe toestemming wordt gegeven door de gemeentelijke overheid of aangestelde;
te gaan, te staan, te zitten of te liggen op de graven of grasperken;
berichten van het gemeentebestuur of gemeentelijke aanplakkingen met betrekking tot
vervallen concessies, ontgravingen of opruiming ingevolge onderhoudsverzuim/
verwaarlozing, … te verwijderen;
honden te laten loslopen; andere dieren zijn totaal verboden;
fietsen te stallen binnen de omheining van de begraafplaats, tenzij daartoe een
openbare stalling is voorzien.
30
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
Artikel 67
Op de begraafplaats is – behoudens berichten van het gemeentebestuur – elke
aanplakking of reclame verboden.
Het is eveneens verboden op de begraafplaatsen te leuren, gelijk welke voorwerpen uit te
stallen of te verkopen, of zijn diensten aan te bieden.
Artikel 68
De personen die de bepalingen, voorzien in artikel 66 en 67 overtreden, zullen van de
begraafplaats worden verwijderd, alsook hun materialen, onverminderd de gerechtelijke
vervolgingen.
31
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 10: STRAFBEPALINGEN
Artikel 69
Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of
verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453
en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze
verordening bestraft met politiestraffen.
32
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
HOOFDSTUK 11: SLOTBEPALINGEN
Artikel 70
Dit reglement wordt van kracht vanaf goedkeuring door de gemeenteraad.
Vanaf de goedkeuring zullen alle begravingen, verassingen, bijzettingen, verstrooiingen,
alsmede alle grafstenen en graftekens, beantwoorden aan de bepalingen hierin vervat.
De op die datum bestaande grafstenen mogen behouden blijven. Bij vernieuwing ervan om
welke reden dan ook, moeten onderhavige bepalingen inzake afmetingen en uitzicht
gevolgd worden.
Artikel 71
Het Algemeen Reglement op de Begraafplaatsen te Bilzen van 14 november 2005 en
latere aanvullingen wordt door onderhavig reglement opgeheven.
Artikel 72
Dit reglement wordt kenbaar gemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het
gemeentedecreet.
Artikel 73
Onderhavig reglement zal voor nuttig gevolg overgemaakt worden aan de bevoegde
overheden.
Artikel 74
Voor zover niet uitdrukkelijk geregeld in dit reglement of bij interpretatieproblemen gelden
de bepalingen van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de
lijkbezorging, het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie,
inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria en hun wijzigingen en
uitvoeringsbesluiten.
33
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE I: UITBREIDINGSZONE BEGRAAFPLAATS BILZEN
34
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE II: UITBREIDINGSZONE BEGRAAFPLAATS BEVERST
35
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE III: ONTGRAVINGSZONE BEGRAAFPLAATS MUNSTERBILZEN
Groen = zone kleine grafmonumenten 2005
Rood = zone kleine grafmonumenten 2014
36
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE IV: ONTGRAVINGSZONE BEGRAAFPLAATS HOELBEEK
37
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE V: ONTGRAVINGSZONE BEGRAAFPLAATS KLEINE-SPOUWEN
38
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE VI: ONTGRAVINGSZONE BEGRAAFPLAATS WALTWILDER
39
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE VII: VRIJE ZONE BEGRAAFPLAATS MOPERTINGEN
40
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE VIII: VRIJE ZONE BEGRAAFPLAATS RIJKHOVEN
41
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE IX: VRIJE ZONE BEGRAAFPLAATS HEES
42
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE X: UITBREIDINGSZONE BEGRAAFPLAATS EIGENBILZEN
43
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE XI: ONTGRAVINGSZONE BEGRAAFPLAATS GROTE-SPOUWEN
44
Algemeen reglement op de begraafplaatsen
_______________________________________________________________________
BIJLAGE A: instructies in geval van tweede begraving in een kelder met grafsteen
kleine afmetingen
Wat betreft de tweede begraving in een kelder met een grafsteen kleine afmetingen,
moeten de volgende instructies gevolgd worden:
wanneer er een tweede begraving plaatsvindt in een kelder, waarop een grafsteen werd
geplaatst met kleine afmetingen (cf. artikel 36bis, 37bis en 38bis ARB ), dan mag de kist
maximum volgende afmetingen hebben: 2 meter lang, 55 cm breed en 48 cm hoog
inclusief opzet. Indien de afmetingen van de kist groter zijn, dan moet de grafsteen vóór
begraving verwijderd worden, omdat de kist omwille van de hellingsgraad, niet in de kelder
kan (zie tekening hierna).
45