Ten eerste: Om tegenstrijdigheden en verschillen die uit een veelvoud aan berekeningsmethoden voortvloeien tegen te gaan, worden voor elke gebedstijd astronomische tekenen gedefinieerd die overeenkomen met wat de sharia aangeeft en met wat de wetenschappers die deskundig zijn op het gebied van shar’i tijden (mawaqit shar’ iyya) hebben belicht over het omzetten van deze tekenen naar astronomische berekeningen, gerelateerd aan de positie van de zon in de hemel boven of onder de horizon, en dit gebeurt als volgt: 1) Al-Fajr: Deze vindt plaats wanneer de eerste reeks van wit licht opkomt en deze zich wijd verspreidt over de horizon, “de ware/echte dageraad” , en vindt plaats bij een hoek van 18 graden onder de oostelijke horizon. 2) Ash-Shoeroeq Deze vindt plaats op het moment van het verschijnen van de bovenste rand van de zonschijf onder de oostelijke horizon en wordt geschat op een hoek van 50 graden onder de horizon. 3) Ad-Dohr Deze vindt plaats wanneer het centrum van de zonneschijf over de meridiaan steekt; het is het moment van de dag waarop de zon zich op het hoogste punt bevindt, hetgeen resulteert in de kortste schaduw van objecten op die dag. 4) Al-Asr Dit moment van de dag komt overeen met het moment waarop de schaduw van objecten gelijk is aan de lengte van die objecten, hetgeen weer overeenkomt met een dubbele lengte van de schaduw tijdens de zawal (het moment waarop de zon zich op zijn hoogste punt bevindt, het zenit, de meridiaan oftewel het midden van de dag) , en de hoek van deze positie varieert per tijd en plaats. 5) Al-Maghrib Deze vindt plaats op het moment van de volledige verdwijning van de zonneschijf onder de westelijke horizon, en wordt geschat op een hoek van 50 minuten onder de horizon. 6) Al-Ishaa’ Deze vindt plaats bij de verdwijning van de rode avondschemering, de zon bevindt zich dan op een hoek van 17 graden onder de westelijke horizon. Ten tweede: Bij het vaststellen van de tijden is het voldoende om twee minuten toe te voegen bij de gebeden ad-Dohr, al-Asr, al-Maghrib en al-Ishaa’ en het verminderen van twee minuten van de gebedstijden van al-Fajr en ashShoeroeq. Ten derde: De gebieden in hooggelegen breedtes kunnen verdeeld worden in drie gebieden: 1. Het eerste gebied ligt tussen 45 en 48 breedtegraden (zowel ten noorden als ten zuiden). Het wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zichtbare tekenen voor de gebedstijden gedurende 24 uur, of de tijden nu lang of kort zijn. 2. Het tweede gebied ligt tussen 48 en 66 breedtegraden (zowel ten noorden als ten zuiden). Hier zijn op een aantal dagen van het jaar sommige astronomische tekenen voor gebedstijden afwezig, zoals het niet verdwijnen van de schemering waarmee de tijd voor het ‘Ishaa’ gebed ingaat en het einde van de tijd van Maghrib strekt zich uit totdat het samenvalt met de dageraad (fajr). 3. Het derde gebied is hetgeen een ligging heeft boven de 66 breedtegraden (ten noorden en ten zuiden) tot aan de polen. De zichtbare tekenen voor de gebedstijden zijn afwezig voor een lange periode van het jaar, zowel overdag als in de nacht. Ten vierde: Het oordeel over het eerste gebied is dat de inwoners de gebeden observeren volgens de islamitische tijden en ook het vasten observeren volgens de islamitische tijden, vanaf de ware dageraad tot aan de zonsondergang in overeenstemming met de islamitische bronteksten die over de tijden van het gebed en vasten spreken. Degene die niet in staat is om te vasten op een dag of niet in staat is om het volledig af te maken vanwege de lange tijd, die verbreekt het vasten en haalt het in tijdens de geschikte dagen. Ten vijfde: Het oordeel over het tweede gebied is dat de tijden voor al-Ishaa’ en alFajr gebeden vastgesteld worden op basis van analogie/vergelijking (qiyaas an-nisbi) met de nacht van het meest nabije gebied waarin de tekenen van al-Ishaa’ en Fajr kunnen worden onderscheiden. De Majma’raad adviseert dat 45 breedtegraden wordt aangenomen als de meest nabije regio waarin herkenning en aanbidding gemakkelijk zijn. Wanneer bijvoorbeeld al-Ishaa’ pas na een derde van de nacht op 45 breedtegraden begint, zal al-Ishaa’ op dezelfde manier beginnen met de nacht op een plaats waarbij de tijd nog vastgesteld moet worden, en hetzelfde geldt voor al-Fajr. Ten zesde: Het oordeel over het derde gebied is dat alle gebedstijden worden geschat volgens een vergelijking met de tijden van het gebied op 45 breedtegraden, door in het derde gebied een 24 uur op dezelfde manier te verdelen als in een gebied van 45 breedtegraden. Wanneer de lengte van de nacht bij 45 breedtegraden 8 uur is, en de zon om 8 uur ondergaat, en al-Ishaa’ om 11 uur is, dan zullen in het land waarbij de tijd nog vastgesteld moet worden dezelfde tijden worden geobserveerd. Wanneer de tijd van al-Fajr op 45 breedtegraden om 2:00 uur is, zal al-Fajr in het land waarbij het nog vastgesteld worden eveneens om 2:00 uur zijn en zal het vasten beginnen op dat tijdstip en doorgaan tot aan de geschatte tijd van al-Maghrib. Dit is gebaseerd op de schatting die vermeld wordt in de hadith over de antichrist: "Wij zeiden, 'O Boodschapper van Allah! Hoelang zal hij –ofwel de Dajjal– op aarde leven?' Hij zei, 'veertig dagen: een dag zolang als een jaar, een dag zolang als een maand en een dag zolang als een week.' Wij zeiden, 'O Boodschapper van Allah! Tijdens de dag die zolang zal zijn als een jaar, zal het voldoende zijn voor ons om alleen de gebeden van een dag en nacht te bidden?' Hij zei, ‘Nee, maak een schatting (van de gebedstijden) ervoor’ "(Muslim en Abu Dawud). Allah is de bron van al het succes, vrede en zegeningen zij met de Profeet Muhammad, zijn familie en de Metgezellen.
© Copyright 2024 ExpyDoc