7 maart 2014 BU REM A BEZOEKT 7 ‘Curaçao heeft zelf niets, dus alles moet worden geïmporteerd’ Foto’s: Bas Burema Ook Colombiaanse verf op Curaçao Op het fabrieksterrein van AVF kunnen particulier en professional de verf al kopen De Nederlander Lino Chirino achter de toonbank van zijn winkel WILLEMSTAD – De locatie van de Antilliaanse Verffabriek (AVF) is gauw gevonden. De Asteroïdenweg is een zijstraat van de ringweg rond Willemstad en aan het einde van de weg rijd ik meteen door de poort. Eindelijk iets wat makkelijk te vinden is. Jammer genoeg op de laatste werkdag van mijn bezoek aan Curaçao dus een bezoek aan een project zit er niet meer in. De productiemanager, Giovanni Schoop spreekt alle drie de eilandtalen en na een kort inleidend gesprek op zijn kantoor begeleidt hij mij door de fabriek. Na de rondleiding word ik ontvangen door de algemeen directeur, señor Jorge Ferreira die alleen het Spaans en het Engels machtig is. Ons gesprek is veel een herhaling van dat met Giovanni, maar met een iets uitgebreidere uitleg over het Colombiaanse moederbedrijf Pintuco. Dit consortium is actief in tal van disciplines in heel ZuidAmerika. AVF Curaçao produceert Winkel en magazijn zijn een toonbeeld van netheid en wat me ineens opvalt is dat watergedragen verf in kunststof blikken wordt verpakt en alleen de synthetische in metalen blikken. Zouden ze bij ons ook eens moeten doen. Tot slot wijst Giovanni op een plaquette aan de gevel van het kantoor waar- lieuregels zijn hier niet zo streng dat er geen loodmenie of carboleum verkocht mag worden, maar moederbedrijf Pintuco werkt daar uit zichzelf al aan. Vervangers moeten speciaal ontwikkeld worden en dat kost tijd. Tijdens de rondleiding mag ik foto’s maken en de oeroude kogelmolen is een nog prima werkend museumstuk. Het malen van de verf en het afvul- Bas Burema in gesprek met Jorge Ferreira, de Colombiaanse directeur van AVF richt door Adrianus Kooyman en heeft filialen op de ABC-eilanden en Sint Maarten. De megastore die ik bezoek is voor professionals en particulieren. Voor de profs is er de ‘drive-thru’-ingang en ik was verbaasd hoe druk het was toen ik op een maandagochtend voorbij reed. Tientallen pick-ups reden af en aan en zo te zien wordt er volop geklust op het eiland. De particulier echt Amerikaans verfmerk gereedschappen naar de bouwmarkt van Kooyman want verfwinkels zelf verkopen die bijna niet. Buitenlandse bouwmarkten zijn altijd leuk om te bezoeken. Je treft er gereedschappen aan waar wij niet mee werken maar toch wel handig zijn. Mijn collectie glassnijders is met weer een nieuw type aangevuld. Het zeventig jaar oude familiebedrijf Kooyman is in 1939 opge- Zuid-Amerika, de VS en Canada len van de verpakkingen kan hier nog grotendeels met mankracht en dat levert een gezellige drukte op. Het laboratorium staat in nauw contact met die in Colombia en uiteraard ontbreekt de spectrometer niet en kunnen ze elke denkbare kleur maken. Bij de ingang van het fabrieksterrein loop je meteen de winkel binnen. De fabriek heeft ook zijn eigen groot- en detailhandel. Iedereen kan er verf kopen. Dutch Boy Paints is. Een Amerikaans merk nota bene. In diplomatieke termen laat hij doorschemeren niet zo heel blij te zijn met de winkel van AVF op het fabrieksterrein, nog geen kilometer van hem verwijderd, want dat kost hem toch aardig wat omzet. Maar ja, Curaçao hè. Net als bij de AVF-winkel en die van Lino moet de schilder voor zijn Dutch Boy Paints is een De grondstoffen komen uit Europa, naast de huisschilderverven ook veel industriële coatings. Señor Ferreira vertelt wederom over de moeilijke omstandigheden op Curaçao en is het lachend met mij eens dat ook hier de schilders altijd de verf de schuld geven en nooit zichzelf. Giovanni dwingt respect af door zijn grote kennis van zaken en zijn natuurlijk gezag over de medewerkers tijdens de rondleiding. De mi- De oeroude maar nog volop in werking zijnde kogelmolen Productiemanager Giovanni Schoop (links) leidt verslaggever Bas Burema over het fabrieksterrein uit blijkt dat Prins Bernhard op 23 januari 1960 de eerste steen heeft gelegd op verzoek van de toenmalige Nederlandse oprichter. Giovanni heeft verteld dat op de eilanden tal van verfmerken te vinden zijn waaronder veel Amerikaanse merken als Benjamin Moore en Sherwin-Williams. Tijdens mijn autoritjes over het eiland ben ik tal van winkels tegen gekomen met het AVF-logo en een ervan die ik dagelijks passeer is de winkel Pinturas Uno van Lino Chirino. Op vijfjarige leeftijd is deze Nederlander met zijn ouders naar Curaçao verhuisd en gebleven. Aan een drukke doorgaande weg heeft hij een ogenschijnlijk piepklein verfwinkeltje. Een entree, een toonbank een paar schappen met verfblikken onttrekken het magazijn aan het oog. Ik zie bij hem nog veel meer buitenissige verfmerken waarvan de allerleukste het merk die over voldoende loopvermogen beschikt kan er terecht voor de complete verbouwing en inrichting. De schilder vindt er schappen vol met kwasten, rollers, tape en overige gereedschappen. Alle verf wordt op kleur gemaakt, behalve wit dan, want kant-en-klare kleuren staan niet in de schappen. Het serviceniveau van de medewerkers is om te zoenen (alleen de dames dan). Excursie in Willemstad Mijn bezoek aan Curaçao zou niet compleet zijn zonder achtergrond informatie over de geschiedenis van Willemstad. Van de drie wandeltochten die worden aangeboden koos ik de tocht door Otrobanda met architect Anko van der Wouden. Deze geboren Curaçaoënaar heeft zijn opleiding in Delft genoten en naast zijn architectenbureau is hij ook verbonden aan de Curaçaose Monumentenzorg. Een wandelende encyclopedie dus. De tocht begint bij een oud, vervallen muurtje in een lange steeg die op het Brionplein uitkomt. Na enige uitleg wordt het duidelijk dat het natuurlijke bouwmateriaal van het eiland, koraalsteen, eigenlijk ongeschikt is. Het is poreus en bevat veel te veel zout voor dit vochtige klimaat. Jaarlijks schilderen is een remedie maar han- dig is anders. De toon is gezet en met de nodige humor vertelt Anko tijdens de twee uur durende tocht over de krakkemikkige bouwkundige kennis van de eerste Hollandse kolonisten. De vier natuurlijke pastelkleuren, een blauwe, twee tinten rood en geel, zijn met de komst van de Nederlanders verdwenen onder een bont palet van kleuren. Op de veel gestelde vraag waarom de huizen zo kleurrijk geschilderd zijn heeft Anko het karakteriserende Curaçaose antwoord. Een onbekend gebleven gouverneur kreeg, door het felle zonlicht, last van zijn ogen. Per decreet verordende hij dat alle witte huizen met een kleur naar keuze geschilderd moesten worden. En laat hij nou net de eigenaar van een verffabriek zijn, zo vertelt de legende.
© Copyright 2024 ExpyDoc