Bijlage 1: Bijlagen van hoofdstuk 1 van de

Bijlage 1: Bijlagen van hoofdstuk 1 van
de mediabegrotingsbrief 2015
Pagina 1 van 9
Bijlage 1a – Bestedingsplan Bijdragen
Mediabeleid 2015
Tabel 1: Bestedingsplan Bijdragen Mediabeleid 2015
€ x 1.000
1. Stimulering Nederlandse audiovisuele sector in Europese context
120
2. Media en diversiteit
40
3. Stimulering kwaliteit van de journalistiek
120
4. Jeugd en Media
100
5. Diverse onderzoeken en projecten
120
Totaal
500
Toelichting
Uit de renteopbrengst op de mediareserve is in 2015 € 500.000 beschikbaar. De
renteopbrengst zal naar verwachting ook na 2015 op dit niveau blijven. Aan dit
bestedingsplan voor 2015 kunnen geen rechten worden ontleend voor latere
jaren.
Toelichting per onderdeel van tabel 1
ad 1)
Het betreft hier de ondersteuning van een betrokkenheid van Nederland bij de
Europese audiovisuele sector. Het Nederlandse lidmaatschap van het Europees
Audiovisueel Observatorium en het audiovisuele kenniscentrum van de Raad van
Europa worden vanuit dit budget bekostigd. Vanuit deze post wordt ook subsidie
verleend aan de Mediadesk Nederland. Deze desk geeft voorlichting en advies
over het Stimuleringsprogramma “Creatief Europa” van de Europese Unie.
Hiermee wordt beoogd het succes van subsidieaanvragen van Nederlandse
mediaorganisaties onder dit programma te vergroten.
ad 2)
Dit budget voorziet in de financiering van diverse mediaprojecten gericht op het
stimuleren van diversiteit in de media.
ad 3)
Er zal vanuit dit budget naar verwachting ondersteuning worden geleverd aan
vluchtelingenjournalisten in Nederland en de organisatie van de
Pagina 2 van 9
Persvrijheidslezing. De afgelopen jaren zijn uit deze post projecten gesteund op
het terrein van de versterking van de zelfregulering in de journalistiek.
ad 4)
Dit budget voorziet in de financiering van diverse mediaprojecten in relatie tot
bescherming van minderjarigen in de media. Een voorbeeld is rating systeem
kijkcijfers.
ad 5)
Diverse onderzoeken en projecten behoeven incidentele ondersteuning op het
terrein van media. Voorbeelden uit de afgelopen jaren zijn: steun aan Friestalige
programmering van de Omroep Fryslân in het kader van de Bestuursafspraak
Friese taal en cultuur (BFTC), een onderzoek naar de positie van de Nederlandse
persbureaus en een advies over Regionale mediacentra.
Pagina 3 van 9
Bijlage 1b – Frictiekosten
Het kabinet-Rutte I heeft in 2010 een bezuiniging van € 200 miljoen op het
mediabudget opgelegd. Daarnaast is er een ZBO-korting (kabinet-Rutte I)
opgelegd van ruim € 1,2 miljoen. De consequenties hiervan voor de
media-instellingen zijn al in eerdere mediabegrotingsbrieven weergegeven.1 Als
gevolg van de bezuinigingen hebben de media-instellingen te maken met
frictiekosten. In de brief van 17 juni 2011 aan de Tweede Kamer heeft mijn
voorganger laten weten een bijdrage te zullen leveren aan de financiering van de
frictiekosten.2 Deze bijdrage zal worden verleend onder de voorwaarde dat de
frictiekosten onvermijdelijk zijn, direct het gevolg zijn van het overheidsbesluit
om te bezuinigen en niet opgevangen kunnen worden door de instelling zelf. In
tabel 2 staan de uitgekeerde bijdragen voor de jaren 2011, 2012, 2013 en 2014.
Tabel 2: Totaal Uitgekeerde bijdragen aan frictiekosten uit de AMR n.a.v. de
maatregelen van Rutte I
Bedragen in € 1.000
Instelling
2011
2012
2013
2014
Totaal
Landelijke publieke omroep
3.450
4.151
16.197
804
24.602
0
22.120
0
0
22.120
57
1.269
22.727
3.500*
27.554
Kabelraden.nl
0
0
92
0
92
MTNL***
0
0
0
0
0
CvdM****
0
84
811
873
1.768
3.508 27.623
39.828
Wereldomroep
MCO en het MO**
Totaal
5.177 76.136
* Dit bedrag van € 3,5 miljoen is bestemd voor het Metropole orkest.
** Muziekcentrum van de Omroep (MCO) en het Metropole orkest (MO)
*** Multiculturele Televisie Nederland (MTNL)
**** Commissariaat voor de Media (CvdM)
Sinds de Mediabegrotingsbrief 20143 is een bedrag van € 15,5 miljoen uitgekeerd
aan de media-instellingen voor de frictiekosten dat betrekking heeft op de jaren
2012, 2013 en 2014. Inmiddels is een deel van de toegekende bijdragen in de
frictiekosten vastgesteld voor de jaren 2011, 2012 en 2013. Vanwege de
vaststellingen is per saldo een bedrag van € 7,3 miljoen teruggevorderd naar de
AMR (omdat een deel van de media-instellingen voor deze jaren minder
frictiekosten hebben gemaakt dan oorspronkelijk geraamd). Daarmee is de totale
1
2
3
Mediabegrotingsbrieven 2012, 2013 en 2014.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 32827, nr. 1.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, Kamerstuk 33750-VIII nr. 61.
Pagina 4 van 9
bijdrage in de frictiekosten op dit moment € 76,1 miljoen. Dit is € 8,2 miljoen
hoger dan het vermelde bedrag in de mediabegrotingsbrief 2014.4 Daarmee wordt
het totale bedrag dat ik in 2015 reserveer in de AMR voor frictiekosten circa
€ 42,8 miljoen.
Er zijn een aantal aanvragen van de Landelijke publieke omroep met betrekking
tot de frictiekosten 2013 en 2014 die op dit moment nog door mij worden
beoordeeld. De verwachting is dat voor 2015 en voor de jaren daarna dit gehele
bedrag van € 42,8 miljoen nodig is voor de frictiekosten van vooral de landelijke
publieke omroep en het Metropole orkest (hierna: MO).5
Bij de beoordeling van de aanvragen voor een bijdrage in de frictiekosten is
rekening gehouden met de mogelijkheid van een instelling om een eigen bijdrage
te leveren. De werkelijke frictiekosten (zoals aangevraagd door een instelling) zijn
daarom hoger dan de uitgekeerde bedragen in tabel 2.
4
€ 8,2 miljoen is het saldobedrag van de verschillen ten opzichte van de
Mediabegrotingsbrief 2014: € -6,0 miljoen (jaar 2012), € 9,0 miljoen (jaar 2013) en
€ 5,2 miljoen (jaar 2014).
5
Zie verder paragraaf 1.6 van de Mediabegrotingsbrief 2015.
Pagina 5 van 9
Bijlage 1c – Aansluiting jaarverslagen
2013
In de onderstaande tabel (tabel 3) staan de uitgaven volgens het Rijksjaarverslag
2013 van OCW, de Kerncijfers 2009-2013 van OCW, het Jaarverslag 2013 van het
CvdM en het Financieel jaarverslag 2013 LPO:6
7 8 9
Tabel 3: Aansluiting 2013 tussen de verschillende verantwoordingsregimes
Bedragen x € 1 miljoen
2013
Landelijke omroepen
Overige uitgaven
Jaarverslag
Kerncijfers
Jaarverslag
Jaarverslag
OCW
OCW
CvdM
LPO
758,4
746,8
772,2
779,9
97,7
146,1
114,0
0,0
via CvdM
74,0
114,0
0,0
direct OCW
23,7
0,0
0,0
Mutatie AMR
Uitgaven
856,1
892,9
832,4
779,9
36,8
0,0
0,0
0,0
892,9
892,9
886,2
779,9
Aansluiting Jaarverslag OCW en Kerncijfers OCW
De uitgaven aan de landelijke omroepen (€ 758,4 miljoen) zijn in het Jaarverslag
OCW € 11,6 miljoen hoger dan in de Kerncijfers OCW (€ 746,8 miljoen). Dit
verschil wordt veroorzaakt doordat bij latere beschikkingen er een verschuiving
van € 2,3 miljoen heeft plaatsgevonden tussen de budgeten voor NOS diensten
en Overige omroepen. Dit heeft betrekking op een verlaging van het budget voor
de Kerkgenootschappen en een gelijke verhoging van het budget voor NOS
diensten.
Daarnaast zijn een vijftal posten met een totaal bedrag van € 11,6 miljoen, in
Kerncijfers opgenomen onder overige uitgaven, terwijl ze in het jaarverslag onder
6
Rijksjaarverslag 2013 van OCW: Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33930-VIII nr.
4.
7
Kerncijfers 2009-2013 van OCW: Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33930-VIII nr.
4 (bijlage).
8
Jaarverslag 2013 van het CvdM: Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 33750-VIII nr.
116 (bijlage).
9
NPO Financiële terugblik 2013 (http://www.publiekeomroep.nl/).
Pagina 6 van 9
landelijke publiek omroepen staan.10 De overige uitgaven in de Kerncijfers OCW
zijn niet verder uitgesplitst naar uitgaven via het CvdM en uitgaven direct door
OCW. Verder is de mutatie AMR in de Kerncijfers OCW niet zichtbaar. Het
totaalbedrag van de uitgaven (€ 892,9 miljoen) is gelijk aan dat in het
Jaarverslag OCW.
Aansluiting Jaarverslag OCW en Jaarverslag CvdM
Het CvdM deed in 2013 namens OCW uitgaven aan de landelijke omroepen
(€772,2 miljoen),en de overige uitgaven11 (€ 114,0 miljoen). Naast de
bovenstaande uitgaven die het CvdM namens OCW doet, verzorgt OCW ook direct
een aantal betalingen. Deze uitgaven worden daarom niet verantwoord in het
Jaarverslag van het CvdM.12 In het totaal is dit een bedrag van € 23,5 miljoen.
De uitgaven aan de landelijke publieke omroepen (€772,2 miljoen) zijn volgens
het jaarverslag CvdM € 13,8 miljoen hoger dan verantwoord in het Jaarverslag
OCW (€ 758,4 miljoen). Dit betreft voornamelijk de dotatie aan het CoBO
(€ 7,6 miljoen) en MCO (€ 6,2 miljoen) die in het Jaarverslag OCW verantwoord
zijn onder de overige uitgaven.
De post overige uitgaven via het CvdM is volgens het Jaarverslag CvdM
(€ 114,0 miljoen) per saldo € 39,8 miljoen hoger dan verantwoord in het
Jaarverslag OCW (€ 74,2 miljoen). Dit verschil bestaat uit de dotatie aan het
CoBO (€ 7,6 miljoen) die in het jaarverslag CvdM onder de post LPO is
verantwoord. Daarnaast is de bijdrage MCO (€ 14,5 miljoen) verantwoord onder
twee posten. In het jaarverslag CvdM is € 8,3 miljoen onder de post MCO
verantwoord en € 6,2 miljoen onder de post LPO in plaats van MCO. Verder is een
deel van de post “Mutatie AMR” (€ 0,2 miljoen) rechtstreeks naar de instellingen
betaald in het jaarverslag van OCW.
Hiertegenover zijn in het jaarverslag van CvdM de posten frictiekosten en de
reorganisatiekosten MCO verantwoord onder de post overige uitgaven. Deze
10
De vijftal posten zijn: Omroepvereniging met voorlopige erkenning (€ 9,2 miljoen),
Netherlands Information Service (€ 0,1 miljoen), Stichting Beste van Vlaanderen en
Nederland (€ 1,4 miljoen), Mediavoorziening Antillen (€ 0,3 miljoen), en Naburige rechten
(€ 0,5 miljoen).
11
Het gaat onder andere om de volgende posten: MCO, Uitzenden en uitzendgereed maken
(NOB), Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG), Multiculturele Televisie Nederland
(MTNL), FunX, Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON), garantiebijdrage
NOB, frictiekosten Radio Nederland Wereldomroep 2012 en de frictiekosten overige
omroepen.
12
Het gaat om de betalingen van bijdragen mediabeleid, overige uitgaven media (niet
Mediawet), Kabelraden.nl, het Media -educatie expertisecentrum, het stimuleringsfonds voor
de Pers en de apparaatskosten van het CvdM.
Pagina 7 van 9
bedragen, respectievelijk € 44,1 miljoen en € 9,7 miljoen worden vergoed vanuit
de AMR.
De mutatie AMR is € 0 miljoen volgens het Jaarverslag van het CvdM en dat is per
saldo € 36,8 miljoen hoger dan de verantwoorde mutatie van € 36,8 miljoen in
het Jaarverslag OCW. De reden hiervoor is dat de mutaties AMR voornamelijk bij
de overige uitgaven zijn meegenomen in het jaarverslag van het CvdM, terwijl bij
het Jaarverslag OCW dit als aparte post zichtbaar is.
Aansluiting Jaarverslag CvdM en Jaarverslag LPO
De uitgaven aan de Landelijke omroepen (€ 772,2 miljoen) zijn volgens het
jaarverslag CvdM € 7,7 miljoen lager dan verantwoord in het Jaarverslag LPO
(€ 779,9 miljoen). Het totaalbedrag van de LPO wijkt af vanwege frictiekosten en
huisvestingsvergoeding.
Pagina 8 van 9
Bijlage 1d – Verdeling van € 7,6 miljoen
over de regionale publieke omroepen
Bij de allocatie van € 7,6 miljoen over de regionale publieke omroepen voor het
begrotingsjaar 2015 is de onderstaande voorlopige verdeling tot stand gekomen
(conform het voorstel van het bestuur van de Stichting Regionale Omroep Overleg
en Samenwerking):
Tabel 4: Specificatie van het budget per regionale omroep
Bedragen in € 1.000
RTV Noord
Omrop Fryslan
RTV Drenthe
RTV Oost
Omroep Gelderland
Omroep Flevoland
RTV Utrecht
RTV N-H
Omroep West
RTV Rijnmond
Omroep Zeeland
Omroep Brabant
L1 R-TV
Totaal
440
570
291
459
578
282
433
405
704
852
360
1.453
766
7.594
Pagina 9 van 9