Voertekort beperken door verlaging van tussenkalftijd. (TKT) De beschikbaarheid van voer wordt momenteel als beperkende factor ervaren in de melkveehouderij. In de praktijk blijkt dat nog veel veehouders veel meer melk kunnen produceren uit hun huidige hoeveelheid ruwvoer. De benutting van het rantsoen laat volgens Ard Nijland, rundveeadviseur bij Coops mengvoeders B.V., grote verschillen zien. De hoeveelheid melk die per kg drogestof rantsoen wordt geproduceerd varieert tussen de 1 en 1,7 kg meetmelk. De focus dient bij rantsoenoptimalisatie op een goed functionerende pens te liggen. Het tegen gaan van subklinische pensverzuring en leververvetting zijn tevens essentieel voor een goede benutting van het voer. Naast het effect van het rantsoen, hebben koeien met een lange tussenkalftijd een slechtere rantsoenefficiëntie.(zie grafiek) Invloed van TKT op rantsoenefficientie. rantsoenefficientie. melkproductie Eff. 1.7 Eff. 1.4 €€ winstperiode Breakeven periode Eff. 1.1 verlies afkalven lactatiedagen Per 14 dagen kortere tussenkalftijd wordt de dagproductie onder gelijke omstandigheden 1 kg melk per koe hoger. Tussenkalftijd verlagen heeft naast overige voordelen dus ook grote invloed op de benutting van het rantsoen. Tussen veehouders met dezelfde melkproductie en oppervlakte grond ontstaan daardoor grote verschillen in de aankoopbehoefte van voer. Waar de ene veehouder met een korte tussenkalftijd zelfvoorzienend is moet de andere veehouder soms forse hoeveelheden voer aankopen. Eigenlijk is het goed om te ontdekken dat bij een landelijke TKT van 428 dgn nog veel verborgen rendement te ‘verzilveren’ is. Bewustwording van dit effect en daaropvolgende actie op de vruchtbaarheid van uw veestapel, levert een betere rantsoenefficiëntie en hogere winst.
© Copyright 2024 ExpyDoc