Beroepsgeheim en informatieuitwisseling Zaal Arhus 16 mei 2014 Serge Malefason WIE BEN IK ? Serge Malefason (42 j) 1995 : advocaat 2002 : bedrijfsjurist 2006 : gerechtelijke stage 2008 : Substituut bij het parket te Kortrijk 2014 : Substituut-procureur-generaal bij het parket-generaal te Gent referentiemagistraat beroepsgeheim MET DE DEUR IN HUIS Een alleenstaande mama met 2 kleine meisjes waarvan mama vermoedt dat ze misbruikt worden door opa. Ook hier verschillende keren op team gebracht. Toen mama was afgehaakt (is nu terug in begeleiding) heb ik verschillende keren contact gehad met het comité en met het VK, zonder haar medeweten. Nu staan de meisjes onder de hoede van de Jeugdrechtbank en kan ik dit loslaten. BEROEPSGEHEIM GEHEIM ? wetenswaardigheden (feiten, gegevens, beslissingen, oordelen en meningen) die verborgen moeten gehouden worden voor anderen, die een bepaald persoon wil afschermen van derden Niet noodzakelijk een taboe BEROEPSGEHEIM GRONDSLAGEN ALGEMEEN BELANG ‘Het beroepsgeheim berust op de noodzaak om de volledige veiligheid te waarborgen van diegenen die zich aan hen (artsen) moeten toevertrouwen en om eenieder in de mogelijkheid te stellen de verzorging te krijgen die uit hoofde van zijn toestand vereist is, ongeacht de oorzaak ervan’ (Cass. 16 december 1992, T. Gez., 1996-97, 25) BEROEPSGEHEIM INDIVIDUEEL BELANG ‘Het medische geheim is één van de grondslagen van de medische ethiek en tevens één van de belangrijkste rechten van de burger. De bescherming van het medische beroepsgeheim is van fundamenteel belang voor het genot van het recht op een privé- en gezinsleven, gewaarborgd door het art. 8 E.V.R.M. ../.. Vandaag de dag schijnt het belang ervan echter te worden gerelativeerd door de politieke en de gerechtelijke overheden en anderzijds te worden bedreigd door economische belangen en door het beheer van de sociale zekerheid. Het medisch geheim is één van de laatste bastions van onze burgerlijke vrijheden. De instandhouding van het medische geheim is de inzet van de strijd van de burger tegen alles wat hem dreigt te onderwerpen in naam van collectieve, politieke, economische, financiële of onbepaalde belangen.’ WOSTYN, L., ‘Enkele beschouwingen in verband met het medische beroepsgeheim’ in OVERHANDIGEN MEDISCHE GEGEVENS, Orde Van Geneesheren Provinciale Raad West-Vlaanderen, 2004, nr. 4, p. 1 WAT ? BASIS = 458 Sw : Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderd [euro]. WAT ? Constitutieve elementen 1. 2. 3. 4. 5. Persoon die door zijn staat/beroep tot geheim gehouden is Schending = bekendmaking aan derden Beroepsgeheim = iedere vertrouwelijk vernomen inlichting Wetens en willens Behoudens wettelijke uitzonderingen WIE ? Op basis van art. 458 Sw : 2 categorieën : Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd (verdere invulling door rechtspraak/leer) WIE ? WIE ? Rechtspraak en rechtsleer Andere wetgevende bronnen : Art. 9 Decreet 08 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk : Iedereen die met toepassing van dit decreet in contact komt met gebruikers, eerbiedigt hun ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging en is tot geheimhouding verplicht. Vgl. art. 1, 4° Decreet 08 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk : vrijwilliger : de natuurlijke persoon die op vrijwillige basis, onbezoldigd en in een gestructureerd verband zijn activiteiten uitvoert WIE ? Art. 131 Wet 07 DECEMBER 1998. tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Het statuut van de politieambtenaren, waarborgt het beroepsgeheim en het bevat een discretieplicht. Het is de politieambtenaren verboden, zelfs na het beëindigen van hun ambt, die gegevens bekend te maken die betrekking hebben op 's lands veiligheid de bescherming van de openbare orde, de financiële belangen van de overheid, het voorkomen en bestraffen van strafbare feiten, het medisch geheim, de rechten en vrijheden van de burger, en in het bijzonder op het recht op eerbied voor het privé-leven. Dit verbod geldt bovendien voor gegevens die betrekking hebben op de voorbereiding van alle beslissingen. WIE ? Art. 28 quinquies, § 1 Sv : geheim van het opsporingsonderzoek Art. 57 Sv : geheim van het gerechtelijk onderzoek WIE ? Leerkrachten en schooldirecties Art. 11 Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs : Art. 14 Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding De personeelsleden zijn ertoe gehouden het ambtsgeheim (≠ beroepsgeheim !) te bewaren WIE ? Art. 11. Decreet 01 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding Gezien de multidisciplinaire werking van het centrum, behoort het tot de verantwoordelijkheid van ieder personeelslid om de andere disciplines bij de werking te betrekken. Zonder deze multidisciplinaire werking in het gedrang te brengen moeten alle personeelsleden het beroepsgeheim respecteren. WIE ? Art. 40, § 4 Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-Decreet) De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, alsmede alle andere personen, die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn, het vast bureau en de bijzondere comités bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht. Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, alsmede van alle andere personen, vermeld in het eerste lid, wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. Art. 109, § 3 OCMW-Decreet : Op de personeelsleden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn artikel 37, § 1 en § 2, met uitzondering van 4°, en artikel 40, § 4, eveneens van toepassing. WIE ? Art. 107 OCMW-Decreet: § 1. De personeelsleden hebben spreekrecht ten aanzien van derden met betrekking tot de feiten waarvan zij kennis hebben uit hoofde van hun ambt. Met behoud van de toepassing van de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur is het voor hen verboden feiten bekend te maken die betrekking hebben op : 1° de veiligheid van het land 2° de bescherming van de openbare orde; 3° de financiële belangen van de overheid 4° het voorkomen en het bestraffen van strafbare feiten; 5° het medisch geheim 6° het vertrouwelijke karakter van commerciële, intellectuele en industriële gegevens; 7° het vertrouwelijke karakter van de beraadslagingen. Het is voor hen verboden feiten bekend te maken als de bekendmaking ervan een inbreuk vormt op de rechten en de vrijheden van de burger, in het bijzonder op het privéleven, tenzij de betrokkene toestemming heeft verleend om de gegevens die op hem betrekking hebben, openbaar te maken. Deze paragraaf geldt eveneens voor personeelsleden die hun ambt hebben beëindigd. § 2. De personeelsleden die in de uitoefening van hun ambt nalatigheden, misbruiken of misdrijven vaststellen, brengen een hiërarchische meerdere daarvan onmiddellijk op de hoogte. AARD EN OMVANG 1. Absoluut karakter Art. 55 CGP : Van openbare orde Geneesheer in alle omstandigheden gebonden 2. Allesomvattend Vgl. eed van Hippocrates (uittreksel – vrije vertaling) Ik zal, wat ik bij de uitoefening van mijn beroep ook zal horen of zien, of ook daarbuiten over het leven van mensen te weten kom aan dingen, die nooit bekend mogen worden, in stilzwijgen bewaren, en het beginsel hooghouden, dat dingen die mij zó bekend worden vallen onder de plicht van geheimhouding. AARD EN OMVANG 3. Relativering in rechtspraak ? Raakt openbare orde, want schending wordt strafrechtelijk beteugeld Geen absoluut karakter, gerelativeerd in rechtspraak en (verdeelde) rechtsleer : Het medisch beroepsgeheim is niet absoluut, omdat dit geheim ertoe strekt de patiënt te beschermen. vgl. Cass. 19 januari 2001, Arr. Cass. 2001, conclusie advocaat-generaal G. DUBRULLE ; Cass. 7 maart 2002, Arr. Cass. 2002, 713 Het beroepsgeheim wordt niet geschonden bij melding van feiten, waarvan de patiënt het slachtoffer is geweest, ongeacht of de arts daarvoor toestemming heeft gekregen van de patiënt in kwestie en zonder dat het bestaan van een rechtvaardigingsgrond aangetoond moet worden. vgl. in die zin : Cass. 9 februari 1988, Arr. Cass. 1987-88 ; Cass. 18 juni 2010, Arr. Cass., 2010, nr. 439 ; K.I. Antwerpen, 6 maart 2003, T. Gez. 2004-05, afl. 4, 309 ; Corr. Ieper, 16 februari 2004, Juristenkrant 2004 (weergave STEVENS, L.) AARD EN OMVANG Code Pénal 1810 : het beroepsgeheim is een individuele verplichting van de beroepsbeoefenaar die zelf de verantwoordelijkheid draagt te spreken wanneer de wet hem dat toelaat vertrekpunt : bilaterale verhouding tussen patient en arts (meneer doktoor) hulp- en zorgverlening in teamverband multidisiplinaire teams/ketengerichte aanpak Theorie van het gedeeld beroepsgeheim (5 voorwaarden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. houder/drager van het beroepsgeheim Deelgenoot betrokken bij dienstverlening en optreden met dezelfde finaliteit Delen van info moet noodzakelijk zijn en strekt zich uit tot het noodzakelijke In het belang van de geheimgerechtigde patient/cliënt Patient/cliënt moet op de hoogte gebracht worden van het feit dat info aan derden overgemaakt wordt + mededeling van reden van info-overdracht Toestemming patiënt ? (Advies van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren van 30 oktober 1999,nr. 56, 20) AARD EN OMVANG Het arrest dat oordeelt dat er geen sprake kan zijn van een zogenaamd gedeeld of toevertrouwd beroepsgeheim omdat de overdracht van gegevens van de Fortis-zaak door de eiseres helemaal niet noodzakelijk was voor de uitoefening van de vertrouwensopdracht, namelijk de behandeling, hetberaad en het maken van een ontwerp-arrest, verantwoordt zijn beslissing naar recht. (Cass. (2e k.) AR P.11.1750.N, 13 maart 2012 (C.M.T.J.E.S. / P.G.P.L.B., M.G.S.) UITZONDERINGEN Getuigenis in rechte Wettelijk verplichte mededelingen Recht van verdediging Noodtoestand : 1. 2. 3. 4. bestaan van dreigend ernstig gevaar Geen verplichting om zich aan het dreigend gevaar bloot te stellen of erin te berusten Subsidiairiteit : de schending van het beroepsgeheim moet de enige mogelijkheid zijn om het nakend onheil af te wenden Proportionaliteit : het te beschermen rechtsgoed of – belang moet een grotere waarde hebben dan de bescherming van het beroepsgeheim UITZONDERINGEN Art. 458bis Sw : Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 377quater, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige of op een persoon die kwetsbaar is ten gevolge van zijn leeftijd, zwangerschap, partnergeweld, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, hetzij wanneer er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de fysieke of psychische integriteit van de minderjarige of de bedoelde kwetsbare persoon en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen, hetzij wanneer er aanwijzingen zijn van een gewichtig en reëel gevaar dat andere minderjarigen of bedoelde kwetsbare personen het slachtoffer worden van de in voormelde artikelen bedoelde misdrijven en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen. UITZONDERINGEN Kennisname impliceert niet dat het slachtoffer door hulpverlener zelf moet onderzocht zijn Slechts voor bepaalde misdrijven : 1. 2. 3. 4. 5. 6. Zedendelicten Levensdelicten Geweldsdelicten Genitale verminking Achterlaten in behoeftige toestand Onthouden van voedsel of verzorging UITZONDERINGEN Gepleegd op bepaalde personen : 1. Minderjarigen 2. Kwetsbaren t.g.v. leeftijd, zwangerschap, ziekte, lichamelijk of geestelijk gebrek, partnergeweld UITZONDERINGEN In één van de volgende omstandigheden : 1. Ernstig en dreigend gevaar voor het slachtoffer en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen 2. Bij aanwijzingen van een gewichtig en reëel gevaar dat andere kwetsbaren het slachtoffer worden van dat type misdrijven en hij deze integriteit niet zelf of met hulp van anderen kan beschermen UITZONDERINGEN Door kennisgeving aan de procureur des Konings ! Politie ≠ procureur des Konings ! Spreekrecht, maar toepassing van art. 422bis Sw mogelijk UITZONDERINGEN Met gevangenisstraf van acht dagen tot (een jaar) en met geldboete van vijftig [euro] tot vijfhonderd [euro] of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, hetzij hij zelf diens toestand heeft vastgesteld, hetzij die toestand hem is beschreven door degenen die zijn hulp inroepen. Voor het misdrijf is vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen. Heeft de verzuimer niet persoonlijk het gevaar vastgesteld waarin de hulpbehoevende verkeerde, dan kan hij niet worden gestraft, indien hij op grond van de omstandigheden waarin hij werd verzocht te helpen, kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er gevaar aan verbonden was. BEROEPSGEHEIM PAUZE RELATIE HULPVERLENING –JUSTITIE RELATIE HULPVERLENING - JUSTITIE Parallelen MULTI-DISCIPLINAIR = KETEN- en HERSTELGERICHT BIJ BEIDEN EEN NOOD AAN UNIFORMITEIT/RICHTLIJNEN RELATIE HULPVERLENING - JUSTITIE - Hinderpalen onbekend is onbemind Wat doen jullie eraan ? Et alors ? - beroepsgeheim RELATIE HULPVERLENING-JUSTITIE "Tegenwoordig beroepen steeds meer mensen zich op hun beroepsgeheim om niets aan het gerecht te melden. Dat is heel comfortabel. Maar voor mij is het beroepsgeheim niet heilig. Het beroepsgeheim blijft niet overeind tegenover een mens in nood. Er moet in zulke gevallen een aangifteplicht komen en die moet zo ruim mogelijk zijn." Karel Van Cauwenberghe Voorzitter Belgische Vereniging Onderzoeksrechters Bijz. Kamercommissie Seksueel Misbruik 26-01-2011 SPELERS OP HET BORD Justitie – Politie Basisfinaliteit : algemeen belang Gebonden door het geheim van het onderzoek Hulpverlening Basisfinaliteit : belang van de patiënt/cliënt Gebonden door het beroepsgeheim PRAKTISCHE TIPS Aangifte aan het parket geniet de voorkeur bij het doorbreken van het beroepsgeheim indien op basis van noodtoestand, anders verplicht Aangifte dient voldoende gegevens te bevatten, die parket moeten toelaten om hun werk in al zijn facetten te doen : identiteit slachtoffer – omschrijving feiten – omschrijving gevaarssituatie VOORLOPIGE CONCLUSIES VANUIT JUSTITIE Wettelijk kader is verankerd Nood aan een uniform standpunt van hulpverlening Nood aan uniforme afhandelingswijzen ? Veel lovenswaardige lokale initiatieven : protocol van moed en durf (Antwerpen), parketnota Ieper : doorbreken van het beroepsgeheim, ziekenhuisprotocollen, referentiemagistraten PROEVE VAN OPLOSSING Uitgangspunten : 1. geen wildcard zijn om de individuele verantwoordelijkheden te ontlopen 2. dienstig voor alle hulpverleners, zowel individueel, als in groep 3. gekend en ondersteund door justitie 4. met respect voor het wettelijk kader HULPLIJNEN – GEANONIMISEERDE MELDING Referentiemagistraat beroepsgeheim parket Kortrijk – medische cel : Wouter Terrijn [email protected] tel. : 056-269.315 Serge Malefason [email protected] tel. : 09-234.58.49 VRAGEN ?
© Copyright 2024 ExpyDoc