Inbrengen perifere canule infuus(toedieningssysteem) - Vilans

onbewaakte kopie
Infuusbehandeling perifeer infuus 85
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Inbrengen perifere canule infuus(toedieningssysteem)
Omschrijving
Gereedmaken infuusslang en pomp. Inbrengen nfuuscanule. Aankoppelen infuusslang. Fixeren
infuuscanule. Instellen inloopsnelheid.
Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling:
arts
Mag zelfstandig verricht worden door:
4
5
Aandachtspunten
–
Het klaarmaken van de infuuszak/medicatiecassette en/of pomp is in een apart protocol beschreven.
–
Verwijder ringen, armbanden en horloge aan de arm waarin de canule wordt ingebracht.
–
Verwijder overmatige haargroei met een schone schaar of tondeuse.
–
Breng de canule in op de plaats die zo min mogelijk belemmeringen voor de cliënt geeft.
–
Stuw het bloed met hulp van een stuwband, de polsslag moet voelbaar blijven.
–
Gebruik een infuuscanule met veiligheidsmechanisme.
–
In dit protocol wordt gebruikt gemaakt van een kunststof infuuscanule met opvoernaald.
–
Gebruik bij een nieuwe poging een nieuwe infuuscanule. Geef de arm minimaal 2 minuten rust, voordat
eventueel opnieuw gestuwd wordt.
–
Hanteer de no touch-methode. Raak de aansluitpunten van de gebruikte materialen niet aan.
–
Raak de aanprikplaats na desinfecteren van de huid alleen aan met gedesinfecteerde
(handschoen)vingertoppen.
Complicaties tijdens de handeling
De infuusvloeistof loopt te langzaam of helemaal
niet in, hoewel de infuusslang niet afgeklemd is.
De infuusvloeistof loopt subcutaan.
Er bestaat twijfel of de infuuscanule goed zit nadat
de infuusslang is aangekoppeld.
Onjuist aangeprikt.
De infuusvloeistof loopt goed in maar bij controle
(infuuszak onder niveau van de arm) stroomt er
geen bloed terug in de infuusslang.
Benodigdheden
–
handschoenen
–
desinfectans, chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%
–
gaasjes
–
infuusvloeistof, infuusslang
–
infuusstandaard en pomp
–
onderlegger
–
stuwband
© Vilans 13-02-2014
ZZG zorggroep bestand maart 2014
Handelwijze
Het kan zijn dat de canule tegen een klepje in de
ader ligt; in dat geval kan het helpen om de
infuuscanule iets terug te trekken.
Infuuuscanule verwijderen en een nieuwe
inbrengen.
Houd de infuuszak lager dan de arm van de cliënt
en kijk of er bloed terugstroomt in de infuusslang.
Goed verbinden en afdrukken.
Breng de stuwband aan en voer de controle
opnieuw uit.
–
–
–
–
–
–
–
zo nodig: schone schaar of tondeuse
infuuscanule
transparante infuuspleister
hypoallergeen pleister
schaar
naaldenbeker
afvalbak
Inbrengen perifere canule infuus(toedieningssysteem): 1 (van 3)
onbewaakte kopie
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Infuusbehandeling perifeer infuus 86
Werkwijze
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
Draag zorg voor dubbele controle van de infuusvloeistof en de toedieningssnelheid.
Pas handhygiëne toe.
Maak een schoon werkveld en zet daarop de benodigdheden binnen handbereik.
a Leg gaasjes klaar.
b Hang een stuk pleister van 5 cm klaar, binnen handbereik.
Controleer de infuusvloeistof en gegevens cliënt.
- naam en geboortedatum cliënt
- vervaldatum
- substantie
- toedieningswijze
Vergelijk de infuusvloeistof met de toedienlijst.
- soort
- toedieningstijd
- inloopsnelheid
Controleer de werking van de pomp aan de hand van de gebruiksinstructie.
Controleer of infuusslang ontlucht is.
Overgiet de gaasjes met (chloorhexidine) alcohol.
Leg het uiteinde van de infuusslang op een alcoholgaasje, of hang het aan de infuusstandaard (raak het
aansluitpunt niet aan).
Open de verpakking van de infuuscanule.
Vraag de cliënt op de rug op bed te gaan liggen of te gaan zitten.
Bepaal, zo mogelijk samen met de cliënt, de voorkeursplaats voor inbrengen.
Leg de onderlegger onder de arm van de cliënt.
Verwijder zo nodig overmatige haargroei met een schone schaar of tondeuse.
Breng de stuwband aan ongeveer een handbreedte boven de aan te prikken plaats.
Vraag de cliënt de arm te strekken en een vuist te maken.
Palpeer het aan te prikken bloedvat.
Desinfecteer de huid met het (chloorhexidine) alcoholgaasje en laat drogen.
Trek de handschoenen aan.
Breng de infuuscanule in.
a Neem de canule in de hand waarmee u gaat aanprikken.
b Plaats de duim van uw andere hand ongeveer 5 cm onder de aanprikplaats en trek de huid strak.
c Steek de canule, onder een hoek van 15°-30° ten opzichte van de huid, een paar mm in de vene, zodat
20
21
22
23
24
25
26
27
de punt van de naald helemaal in de vene ligt. Dit is het geval wanneer de naald zich ongeveer 1 cm
onder de huid bevindt. Er moet nu bloed verschijnen in het reservoir van de canule.
d Trek de opvoernaald iets terug (het puntje van de naald zit nog door de huid) en draai deze een
kwartslag.
e Houd de opvoernaald vast en schuif met de andere hand de canule volledig op in het bloedvat.
Maak de stuwband los.
Druk het bloedvat achter de ingebrachte canule af.
Verwijder de opvoernaald en gooi deze in de naaldenbeker.
Koppel de infuusslang aan de ingebrachte infuuscanule.
Open de rolregelklem en controleer of de infuusvloeistof goed inloopt.
Trek de handschoenen uit.
Fixeer de infuuscanule met de transparante infuuspleister.
Fixeer de infuusslang met een stuk pleister, ca. 10 cm vanaf de insteekplaats van het infuus.
© Vilans 13-02-2014
ZZG zorggroep bestand maart 2014
Inbrengen perifere canule infuus(toedieningssysteem): 2 (van 3)
onbewaakte kopie
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
28
29
30
31
Infuusbehandeling perifeer infuus 87
Stel de toedieningssnelheid in (volgens gebruiksinstructie van de pomp).
Ruim de overige materialen op.
Pas handhygiëne toe.
Noteer tijdstip, soort, concentratie, hoeveelheid, toedieningssnelheid en bevindingen.
© Vilans 13-02-2014
ZZG zorggroep bestand maart 2014
Inbrengen perifere canule infuus(toedieningssysteem): 3 (van 3)