Peristylium

Ars Legendi
Peristylium
leesboek B
Lucien De Vuyst
Henri Dreesen
Carine Plets
David Stienaers
Marc Van Den Eynde
Yolanda Régal
Liselot Van der Haegen
Liselot Vandamme
Metamorphōses
Niets duurt voort behalve verandering
Met de lectuur van Ovidius’ Metamorphōses of Gedaanteveranderingen komen we
terecht in de wereld van de Latijnse poëzie en wel in een periode van grote culturele
bloei. De regeringsjaren van keizer Augustus waren namelijk hoogdagen voor de
literatuur. Na een chaotische eeuw met drie burgeroorlogen had de Pax Romāna
eindelijk wat rust gebracht in het Romeinse Rijk. Augustus vond het heel belangrijk
dat de mōs maiōrum, de oude Romeinse waarden zoals vaderlandsliefde, trouw,
soberheid …, weer bijgebracht werden aan de Romeinen. Want het was door die
oude morele waarden dat de Romeinen in staat waren geweest zo’n groot wereldrijk
uit te bouwen. Daarom sponsorde de keizer schrijvers en dichters die zijn morele
programma wilden uitdragen: denk o.a. aan de geschiedschrijver Livius, wiens
verhalen (bv. de Horātii en Curiātii, Mūcius Scaévola …) we in het derde jaar gelezen
hebben. Onder de bescherming van de princeps en dankzij de financiële steun van
zijn vriend en naaste medewerker Maecenas konden ook dichters zoals Vergilius zich
zonder materiële zorgen aan hun werk wijden.
Ovidius zelf behoorde tot de dichterskring rond M. Valerius Messala. Zijn frivole,
immorele liefdespoëzie druiste in tegen de politiek van de keizer en was niet gericht
op het stimuleren van morele waarden of nationale trots. Met zijn verfijnde poëzie
wou hij vooral roem verwerven.
Na korte tijd kon Ovidius rekenen op een immense populariteit: als gevierd dichter
leidde hij een zorgeloos bestaan in de weelde en de rijkdom van de Romeinse hogere
standen. Wat een ommekeer toen hij na zijn verbanning zijn dagen in troosteloze
eenzaamheid moest doorbrengen in het onherbergzame Tomi bij de Zwarte Zee (zie
kaart p. 1)!
De Metamorphōses is een aaneenschakeling van betoverende verhalen, waarin
goden, stervelingen en andere mythische figuren een gedaanteverwisseling of metamorfose ondergaan. In de fragmenten die we zullen lezen, zullen we kennismaken
met een buitengewoon begenadigd verteller, een literaire entertainer: binnen de
strakke normen van de Latijnse metriek brengt Ovidius ons een reeks amusante
verhalen met oog voor de dramatische uitwerking van het gebeuren, voor het pittoreske detail en voor de psychologische portrettering van zijn personages. Niet alleen
voor zijn generatiegenoten was Ovidius een groot literator, hij is en blijft a poet for all
seasons.
Zijn verhalen hadden bovendien een
enorme invloed op de West-Europese
kunst. Voor talloze schilders, beeldhouwers en componisten was en is zijn
werk nog steeds een onuitputtelijke
inspiratiebron.
Tekening van een leerling uit het Montfort-gymnasium
in Tettnang (Duitsland)
16 ~ Publius Ovidius Naso
De poëzie van Ovidius
1 Onder de pijlen van Amor
Amōres
De Amōres zijn liefdesgedichten voor Corinna, waarin Ovidius de liefde beleeft als een spel,
een aangenaam tijdverdrijf. De frivole dichter loopt nergens het risico ten onder te gaan aan
een verterende passie. Daarvoor is hij te weinig emotioneel betrokken bij de liefdesrelatie.
Autobiografisch? Alleen de dichter kan het zeggen. Corinna is hoogstwaarschijnlijk de verzamelnaam voor de vele meisjes die de jonge donjuan echt heeft gekend of van wie hij alleen
maar kon dromen. Zij inspireert de dichter tot het beschrijven van een aantal erotische
situaties en gevoelens. Het werk druiste wel regelrecht in tegen Augustus’ pogingen om de
oude moraal nieuw leven in te blazen, maar het maakte Ovidius onmiddellijk beroemd.
Amōres, I, 5: Siësta
Hoogzomer was het en het middaguur juist aangebroken.
Ik lag wat uit te rusten languit op mijn bank,
het ene raamluik op een kier, het andere dichtgetrokken,
gefilterd licht, zoals soms wel in bossen hangt
of zoals hoort bij schemertijd, als Phoebus’ zon gaat kwijnen
of nacht al afscheid neemt en dag nog komen moet,
kortom, een licht dat lijkt te schijnen voor bedeesde meisjes,
wanneer hun aarzelende schaamte dekking zoekt.
Plots kwam Corinna binnen in een wolk van lichte kleren,
het haar sloot golvend om haar hals van parelmoer:
de koningin van Babylon, voortschrijdend naar het bruidsbed,
zo mooi. Zo mooi als Laïs, veel aanbeden hoer.
Ik rukte aan haar kleren die toch al niet veel verhulden.
Zij, zich verwerend, snoerde ze juist strakker aan,
maar ’t was de afweer van een vrouw die niet wil triomferen
en zich met zelfverraad gemakkelijk laat verslaan.
Haar kleren vielen op de grond. Daar stond ze en mijn ogen
zagen haar weelde, de volmaakte lijnen ervan;
haar schouders en haar armen, die ik zien mocht, die ik streelde,
haar tepels - wat een willig speelgoed in mijn hand! Die strakgespannen buik onder haar stijf omsnoerde borsten,
die heupen, wat een heupen! En haar meisjesbeen!
Maar moet ik alles noemen? Ik zag niets dat niet ontroerde
en trok haar naakt heel dicht tegen mijn naaktheid aan …
Wat volgt, weet iedereen. Wij vielen uitgeput in slaap en
nu mag het vaak in ’t middaguur hoogzomer slaan!
Vertaling M. d’Hane-Scheltema
1 Hoe komt het gedicht bij je over? Welke sfeer hangt over het gedicht?
2 Toon aan dat de nadruk eerder ligt op visuele waarneming dan op gevoelens van liefde.
3 Met wie wordt Corinna vergeleken?
Metamorphōses 17
Heroïdes
De Heroïdes zijn verzonnen brieven en verwoorden vooral de gevoelens van beroemde
vrouwen tegenover hun afwezige of ontrouwe ‘held’ (echtgenoot of minnaar). Ze getuigen
van Ovidius’ meesterlijke inlevingsvermogen in de vrouwelijke psyche en van een grote
vormvirtuositeit. De aandacht die de dichter besteedt aan de psyche van de vrouw is toch
heel opmerkelijk in de mannenwereld die Rome toen was.
Hieronder volgt een fragment uit de brief van Medea aan Jason. Medea, een oosterse
prinses, was door de Griekse held Jason meegevoerd naar Korinthe. Waarom zij op een
bepaald moment moet opkrassen, lees je in het volgende fragment.
Heroïdes, XII, 135-152: Medea aan Jason
Op jouw bevel had ik het huis verlaten
met beide kinderen en – wat mij altijd vergezelt –
ook met de liefde die ik voor jou voel,
toen plotseling een bruiloftslied mijn oor bereikte
en ik een stoet van flakkerende bruiloftsfakkels zag.
Een fluit speelde – voor jullie! – blijde klanken,
voor mij klonk dat nog droever dan de doodstrompet.
Ik werd heel bang, kon aan zo’n misdaad niet geloven,
maar toch kwam er een ijskou om mijn hart.
De stoet trok voort, terwijl ze ’t bruiloftslied zongen:
hoe dichterbij het kwam, hoe vreeslijker voor mij.
Met afgewend gelaat weenden mijn slaven,
wie zou van zo’n ramp de bode willen zijn?
Wat het ook was, ik wou het liever niet begrijpen,
maar voelde me bedroefd alsof ik alles wist,
totdat de jongste van mijn zoons, omdat ik dat gevraagd had,
en zelf nieuwsgierig, bij de voordeur was gaan staan.
‘Kom kijken, moeder,’ riep hij, ‘vader Jason
rijdt vooraan in de stoet en ment, in goud gekleed,
een vierspan paarden …’
Vertaling D. den Hengst
4 a Om welke reden moet Medea het
huis verlaten?
b Zoek op hoe Medea wraak neemt op
haar man.
De triomf van Ovidius, Nicolas Poussin, 1624 (zie TK p. xxx)
De dichter is omringd door cupidootjes. Op zijn hoofd en in
zijn rechterhand draagt hij de laurierkrans, het attribuut van
Apollo, god van de kunstenaars. Rechtsonder ligt Venus, dé
inspiratiebron van Ovidius. Waaraan kun je haar herkennen?
18 ~ Publius Ovidius Naso
Ars amatōria
In de Ars amatōria gaat het eerder om de kunst van het versieren dan om de kunst van het
beminnen. In het eerste en tweede boek leert Ovidius de mannen hoe ze een voorname
demi-mondaine kunnen veroveren: die dametjes van lichte zeden behoren tot de hogere
kringen en staan wegens hun beschaafde omgangsvormen ver af van de goedkope straatmadeliefjes. De Ars amatōria is dus in geen geval een handleiding tot hofmakerij aan de
eerbiedwaardige Romeinse matrōna en handelt niet over de liefde binnen het huwelijk. In
het derde boek geeft hij dan de vrouwen allerlei aanwijzingen om er voor een man aantrekkelijk uit te zien. Ook hier lijkt het veeleer te gaan om spelletjes dan om serieuze informatie.
Het is een pittig, amusant, spannend en licht provocerend dichtwerk geworden.
De Ars amatōria was zeker een doorn in het oog van keizer Augustus, die een voorvechter
van de traditionele (huwelijks)waarden was. Misschien was het wel een van de redenen
waarom Ovidius verbannen werd. Hieronder volgen enkele tips voor de jongens (selectie uit
boek I-II).
Je moet vooral op jacht gaan tussen de theaterbogen, daar zul je rijker oogsten dan je had
verwacht, of je nu echte liefde zoekt of iets om mee te flirten, iets voor de lange duur of voor
één liefdesnacht. Zoals een mier in druk verkeer voortdurend af en aan loopt en met haar
kop het dagelijkse graantransport versjouwt of bijen die in eigen bosterrein en klaverweiden
neerstrijken en langs tijm en bloemkelk zwermen, zó rept menig elegante vrouw zich naar het
volle theater, in lange stromen - wat de keus vaak moeilijk maakt. Ze komen om te kijken,
kijken of men hen ziet komen, voor prille kuisheid is dat niet de juiste plaats.
Krul je haren niet met het ijzer en polijst je benen niet met de harde puimsteen; mannen
moeten aantrekkelijk zijn door hun frisheid. Hun toga moet goed zitten en vlekkeloos zijn;
de tong van de schoen mag niet fronsen, de gespen mogen niet verroest zijn en de voet mag
niet zwemmen in te grote schoenen. Een ruige haardos ontsiert; haar en baard moeten met
kundige hand geknipt zijn. De nagels mogen noch lang noch vuil zijn en in de neusgaten mag
geen haartje te zien zijn. Zorg ervoor dat geen afstotende adem uit je slecht riekende mond
komt of dat je een ‘bokkengeurtje’ afgeeft. Laat verdere lichaamsverzorging maar over aan
homo’s!
Zorg ervoor dat je enige kans ziet om met betraande wangen voor je liefje te verschijnen.
Indien de tranen ontbreken – ze schieten immers niet altijd in de ogen – kun je je ogen
wat nat maken met de hand. Welk zinnig man zou niet graag de zoen bij het liefdeswoord
voegen? Eerst zal ze wel weerstand bieden en ‘schalk’ zeggen, maar je kunt ervan opaan
dat ze met gestoei bedwongen wil worden. Let er evenwel op dat je haar zachte lippen
niet verwondt in je onstuimigheid en hoed je ervoor dat zij zich later kan beklagen over je
‘hardhandigheid’.
Indien je geliefde niet erg gesteld is op je avances, moet je geduldig zijn en doorbijten. Als je
meisje je tegenspreekt, moet je toegeven. Speel de rol die ze je vraagt te spelen: laak wat ze
afkeurt, apprecieer wat zij ook goedvindt. Beaam haar in al haar uitspraken. En denk erom
te lachen als zij lacht en te huilen als zij een traan laat rollen. Het is zij die de plooien van je
gezicht bepaalt!
Hou eigenhandig de opengespannen parasol vast voor je dametje en ruim de baan als ze
zich tussen de menigte begeeft. Aarzel niet een voetbankje tegen haar fijn versierde bed te
schuiven. Maak de sandalen los van haar slanke voetjes, of bind ze aan. Ook al ril je zelf van
de kou, doe haar haar verkleumde handen aan je borst warmen.
Metamorphōses 19
Om je liefje aan jou te binden, moet je je intellectuele kwaliteiten aan je lichamelijke schoonheid paren. Dat schoonheid vergankelijk is, weet je wel, en ook dat je aantrekkelijkheid
kleiner wordt met de klimmende jaren. Vorm daarom je geest en zet daarmee je fysieke
schoonheid kracht bij, want alleen je geest is je bezit tot in de laatste ogenblikken. Maak er
een gewetenszaak van om jezelf wat cultuur bij te brengen en behoorlijk Latijn en Grieks te
leren.
Vertaling E. De Laet
Ook de meisjes die een jongen willen strikken, slaan volgend advies best niet in de wind
(fragmenten uit boek III).
Wees elegant, bijvoorbeeld door een sierlijk kapsel. Bij een lang gezicht past een onberispelijke scheiding van het haar; ronde gezichten vragen een knotje dat het voorhoofd en de oren
vrijlaat. Anderen laten de haren loshangen; weer anderen hebben het haar in een wrong. De
enen staan goed met wapperende haren en de anderen met opgebonden. Er zijn er ook die
het graag in schildpadvorm leggen of golven. Dikwijls is zelfs een raagbol niet onaantrekkelijk: je denkt dat het haar sinds gisteren geen borstel meer heeft gezien, maar in feite is het
juist gekamd.
Ik moet jullie er toch niet op wijzen dat geen doordringende geur uit je kleren mag waaien
en dat jullie benen niet ruw behaard met harde stoppeltjes mogen zijn. Waarom zou ik jullie
moeten zeggen dat de tanden zwart aanzetten door verwaarlozing en jullie ’s morgens het
aangezicht moeten verfrissen? Jullie weten heus wel dat de teint bleker wordt door blanketsel en dat met rouge artificiële blos kan worden aangebracht. Jullie kunnen de wenkbrauwen
bijtekenen en de ogen met fijne as wat schaduw geven. Wel moet je tot elke prijs vermijden
dat je minnaar de schminkpotjes op je kaptafel vindt. Deze kunst heeft immers alleen effect
als je ze ongemerkt kunt aanwenden. Wie zou niet geërgerd zijn als hij ziet dat de crème door
zijn gewicht van je gezicht afdruipt, recht je decolleté in?
Maak je toilet in afzondering! Ik raad je ten stelligste af in het bijzijn van anderen je toilet
te maken of de tanden te poetsen; het resultaat is weliswaar mooi, maar de bezigheid zelf
is afstotelijk om aan te zien. Terwijl jullie je aan het opmaken zijn, moeten de mannen in de
waan verkeren dat jullie slapen. Hou de deuren gesloten. Want waarom zou je half werk
laten zien? De mannen hoeven echt niet te veel te weten! Ik verbied je echter niet je haar
te laten kammen in hun aanwezigheid, zodat ze het los over de schouders zien hangen.
Een vrouw die weinig haar heeft, posteert best een wacht voor de deur. Zo kwam ik eens
onverwachts bij een meisje op bezoek en in paniek zette ze haar pruik achterstevoren op!
Afschuwelijk om te zien is vee zonder horens, een vlakte zonder gras, een boom zonder loof
en … een hoofd zonder haar.
Camoufleer de onvolmaaktheden van je lichaam. Als je klein bent, moet je blijven zitten,
opdat je al staande niet zou schijnen te zitten. Wie te mager is, hult zich het best in dikke wol
en hangt een wijde mantel om de schouders. Kleine schouderkussentjes corrigeren wel hoge
schouders en windsels een te kleine boezem.
20 ~ Publius Ovidius Naso
Vertaling E. De Laet
Remĕdia amōris
In dit werkje leert de dichter hoe iemand zich tegen liefdesverdriet kan wapenen. Hiermee
probeert Ovidius eerder ironisch dan oprecht de moraalridders weer op zijn hand te krijgen.
Hieronder volgen twee korte fragmenten.
Hoed je ervoor haar vleierige liefdesbrieven opnieuw te lezen, want de regels kunnen heel
wat loswoelen, zelfs bij evenwichtige geesten. Tegen je hart in moet je die vurige minnebrieven in de vlammen gooien en zeggen: ‘Laat dit de brandstapel zijn van mijn verteerde liefde!’
Indien mogelijk neem je best ook alle portretten weg. Wat zou je trouwens aanvangen met
die stomme afbeeldingen? Ook de plaatsen vol herinneringen zijn nefast; zoek de plekken
van je vrijages niet op, want ze stemmen je al te droef. Hier was ze met mij, daar heeft ze
gelegen, in die kamer hebben wij geminnekoosd en daar offerden we aan Venus. De herinnering roept een liefde weer tot leven en de oude wonde gaat opnieuw open.
Het is daarentegen wel van kapitaal belang voor jou uit de theaters weg te blijven zolang je
aan de liefde laboreert. Daar worden de gemoederen murw gemaakt door de citers, de fluit,
de lieren, het gezang en de dans; daar beelden dansers steevast geliefden uit. En pas maar
op, want ze weten met raffinement je lusten een voor een te wekken!
Vertaling E. De Laet
5 Hoe kan men - volgens Ovidius - een liefdesbreuk te boven komen?
6 Toon aan dat Ovidius zijn adviezen uit de Ars amatōria in de Remĕdia amōris omdraait.
De medicāmine faciēi femĭneae
De medicāmine faciēi femĭneae is een kort, technisch werkje over cosmetica en bevat een
soort receptenlijst van schoonheids- en verzorgingsproducten.
De medicāmine faciēi femĭneae, 59-68
Maak een poeder van de horens die voor de eerste keer een levenskrachtig hert ontvallen.
Roer daarvan vijfenvijftig gram door het vorige tot een stuivende massa. Laat het geheel
onmiddellijk door een uiterst fijne zeef lopen. Doe er twaalf narcisbollen bij, die zonder de
schutbladen met krachtige hand in een schone marmeren vijzel zijn fijngewreven. Meng ten
slotte met vijfenvijftig gram hars en met Toscaans graan. Voeg negenmaal zoveel honing toe.
Een vrouw die haar gezicht met zo’n mengsel insmeert, zal een huid krijgen die helderder en
gladder is dan haar spiegel!
Vertaling J. Van Gelder en A.F. Ruitenberg-De Wit
7 Van welk schoonheidsmiddel is dit het recept?
Metamorphōses 21