Fragment 2 (PDF) - Barbara Muller

De Babyplanner
Barbara Muller
Fragment 2
2006
Ivf is een onzeker en spannend traject. Mijn gezonde lichaam
wordt vol hormonen gepompt, ik onderga soms nare en pijnlijke
onderzoeken en zweef zoʼn beetje de hele behandeling ergens
tussen hoop en wanhoop. Terwijl ik niet weet of de behandeling
succesvol zal zijn. Daarom vind ik het jammer dat ik iedere keer
weer door een andere dokter geholpen word.
Dit keer is het een oude grijze man op bruine Piedro-schoenen.
Zijn kalende hoofd is aan de zijkanten bedekt met korte donshaartjes. Ik schat in dat hij niet ver meer van zijn pensioen af zit.
Zonder me aan te kijken vraagt hij hoe het met me gaat.
ʻMijn buik doet zeer en voelt opgeblazen aan,ʼ antwoord ik terwijl ik een opkomende opvlieger wegpuf.
ʻJuist ja.ʼ Hij rolt zijn stoel naar achteren en komt moeizaam
op. ʻDoe je broekje maar uit, dan kijk ik even naar de ontwikkeling van de follikels.ʼ De dokter heeft me nog steeds niet in mijn
ogen gekeken.
Ik kleed me uit en ga in de gynaecologische stoel zitten. Max
staat naast me en legt zijn hand op mijn schouder. Mijn gezicht
betrekt. Zelfs het echoapparaat dat naar binnen wordt geschoven
doet pijn.
ʻAha, dat verklaart een hoop. Je zit tegen overstimulatie aan. Er
zijn te veel follikels gegroeid. Jouw eierstokken reageren blijkbaar
heel heftig op de hormonen.ʼ De dokter kijkt naar het beeldscherm.
Zijn mond valt open. Hij doet me denken aan een verschrikt
konijn dat in een koplamp kijkt. ʻHet lijken wel ballonnen,
zo groot zijn ze.ʼ Ik heb zijn interesse gewekt. De man is tot leven
gekomen vanwege de luchtballonnen in mijn buik.
ʻDat klinkt goed, veel follikels,ʼ zeg ik trots. We hebben oogcontact, de gynaecoloog en ik.
ʻDat is helemaal niet goed,ʼ besluit hij met een zuinig lachje.
ʻDe follikels hebben geen ruimte meer om te groeien. De kleine
kunnen dus niet verder ontwikkelen en de grote worden te groot
en ploffen.ʼ
Mijn trots maakt plaats voor ongerustheid. ʻWat kunnen we
daar aan doen?ʼ vraag ik.
De dokter haalt zijn schouders op. ʻNiets.ʼ Achteloos haalt hij
de vibratorlookalike uit mijn binnenste en begint hem te desinfecteren. ʻGewoon doorspuiten,ʼ zegt hij al poetsend. ʻOnze afdeling
is in het weekend gesloten, dus je mag zaterdag pas de pregnylprik
zetten en dan kom je maandag voor de punctie.ʼ
Ik kijk hem niet-begrijpend aan. ʻDat is ook gek, opgezwollen
eierstokken, veel te veel follikels waar ik niets mee kan. Dat voelt
niet helemaal goed.ʼ Ik kijk naar Max, die het ook niet meer lijkt
te volgen.
ʻAls je nu stopt met gonal-f dan storten je eitjes als een plumpudding in elkaar, daarom moet je doorgaan met spuiten.ʼ De
dokter tikt met twee dikke wijsvingers een verslagje van mijn komst
en schudt ons een gehaaste hand. ʻGoedemiddag.ʼ
..............