Teylers Boek- en Konstzael. De

TEYLER<S>MUSEUM
zomer '88
magazijn 20
RMSPÜÜÜfflSS
fÊB*
Afb.1. Leendert Viervant, definitief ontwerp voor de Ovale Zaal, pen en penseel, 1779 (Archief Teylers Stichting).
Teylers Boek- en Konstzael. De bouwgeschiedenis van Nederlands oudste museum
Inleiding
Onder deze titel is van 17 september tot en met 20 november een tentoonstelling in de Eerste Schilderijenzaal
te zien. Heel toepasselijk wordt de expositie geopend tijdens de landelijke Open Monumentendagen, terwijl het
onderwerp in het kader van het Museumjaar ook voor de
hand ligt: De Ovale Zaal van Teylers Museum, de eerste
ruimte die in ons land werd gebouwd om als openbaar
museum dienst te doen. De recente restauratie van het
plafond en het dak van deze zaal geeft daar extra aanleiding toe. Maar ook de latere, negentiende-eeuwse uitbreidingen van het gebouw verdienen alleszins de aandacht vanwege de opvallende en geslaagde architectuur.
Aan het gebouwencomplex van Teylers Museum laat de
evolutie van het museale instituut in de loop van de achttiende en negentiende eeuw zich aflezen als aan geen ander soortgelijk bouwwerk in Nederland.
Op de tentoonstelling ligt het accent op de Ovale Zaal, in
1779 ontworpen door de toen 27-jarige Amsterdamse
architect Leendert Viervant. Een negentigtal bouwtekeningen, grotendeels van zijn hand, vormden met andere
archiefstukken de basis voor een hernieuwd onderzoek
naar de bouwgeschiedenis van dit museum.
1
TEYLER<§>MUSEUM
Leendert Viervant
Leendert Viervant was de derde generatie uit een Arnhems geslacht van bouwmeesters. Hij werd op 5 maart
1752 gedoopt. Als leerling kwam hij te werken bij zijn
oom Jacob Otten Husly (1738-1796), die ook de stucdecoraties in de Ovale Zaal zou maken. Viervant bouwde
in Haarlem later nog het Teylers Hofje aan de Koudenhorn en een tijdelijke tempel ter gelegenheid van de
feestelijkheden rond de patriotten op de Grote Markt. In
1801 stierf hij en liet een schat aan boeken na. Hieruit
bleek dat Viervant internationaal georiënteerd was en
duidelijk op de hoogte van de idealen van het neo-classicisme van de tweede helft van de achttiende eeuw.
Hierbij gaat het 'om door uitterlijke gedaantens der dingen en hunne vergelijking met onlighaamlijke Zaaken,
ons te onderwijzen en te beschaaven'.
De Verlichting
Hiermee zijn we dan direct beland bij de ideeën van de
Verlichting. Deze ideeën hielden in dat kennis en wetenschap de mensheid konden verrijken, waardoor men zijn
wereld naar eigen inzicht kon inrichten. In Nederland
was de Verlichting christelijk van aard, daar de beoefening der natuurwetenschappen vooral gericht was op het
godsbewijs. Deze fysico-theologische beschouwing ging
er vanuit dat het onderzoek gebruikt kon worden om
Gods almacht aan te tonen.
Het neo-classicisme
Het resultaat
Dit neo-classicisme kwam op door een oriëntatie op de
erfenis van de klassieke bouwkunst. Gedreven door een
behoefte aan historische kennis zocht men naar de bronnen van de architectuur, die men uiteindelijk meende te
kunnen vinden in de Griekse tempelbouw. Men probeerde hiervan de principes te begrijpen en deze opnieuw toe te passen. De nieuw te bouwen architectuur
diende hieraan te voldoen; het gebouw werd uitgewerkt
in een vormentaal, die door de bezoeker als passend en
smaakvol zou worden ervaren. In dit licht mag Viervants
ontwerp voor de Ovale Zaal gezien worden als een vroeg
Nederlands neo-classicistisch voorbeeld van hoge kwaliteit. Het werd een gebouw met, zoals Viervant het zelf
noemde, een 'edele vrolykheyd van ordonnantien'. Het
ontwerp richtte zich niet alleen op de zaal zelf maar ook
op de totale aankleding, waarbij diverse meubels door
hem werden ontworpen.
Inspiratie
Viervant heeft zich bij het ontwerpen van de Ovale Zaalwaarschijnlijk laten inspireren door de bibliotheek van
Wolffenbüttel, gebouwd door Hermann Korb tussen
1705 en 1713 voor de hertog Anton Ulrich von
Braunschweig. De overeenkomsten zijn onder meer te
zien in de rechthoekige plattegrond waarin een 'ovale'
ruimte is aangebracht, in de aanwezigheid van een galerij,
in de plaatsing van het trappehuis ten opzichte van de
zaal en in de bekroning van de dakopbouw door een
soort observatorium.
Zo is de Ovale Zaal qua programma, architectuur en decoratie kenmerkend voor alle idealen die in de late achttiende eeuw leefden. Deze hebben een bouwwerk opgeleverd dat voor Nederland in die tijd uniek genoemd mag
worden.
Het onderzoek resulteerde uiteindelijk in een tentoonstelling, waarin aan de hand van ontwerpen, bouwtekeningen, rekeningen en andere documenten de onstaansgeschiedenis van deze unieke ruimte wordt geïllustreerd.
Ook wordt ingegaan op de techniek van het achttiendeeeuwse bouwen, de iconografische betekenis van de
stucdecoraties en de voorbeelden waarop Viervant zijn
ontwerp baseerde. Tegelijkertijd verschijnt bij de Staatsuitgeverij in de reeks Kleine Monumenten onder dezelfde titel als de tentoonstelling een rijk geïllustreerd
boek, dat aan al deze facetten uitvoerig aandacht besteedt. Het boek zal ca. f 19,50 gaan kosten en is op de
tentoonstelling verkrijgbaar.
Peggy Bouman en Paul Broers
Eadweard Muybridge (1830-1904)
Fotografie in beweging
Fototentoonstelling in de bovenzaal van 10 september
tot 20 november
Slechts schaars gekleed, omgord met een lendedoekje,
springt een vrouw van de ene steen op de andere, het ene
been vooruit, het andere bijtrekkend en halverwege de
armen omhoog, de vingers gespreid voor de balans om
Verder heeft Viervant zich laten leiden door de decorade sprong te voltooien naar een volgende steen.
ties van het Stadhuis van Amsterdam, dat Jacob van
In zeven achtereenvolgende opnames is de beweging in
Campen in 1648 bouwde. Dit gebouw was in de achtfragmenten vastgelegd. In drie reeksen van zeven foto's:
tiende eeuw zowel in binnen- als buitenland een belangvan opzij, van voren en schuin van achteren, tegelijk geforijk voorbeeld van een klassiek gebouw. De stucdecoratografeerd en in drie lagen in één plaat samengebracht
ties in de koepel van de Ovale Zaal zijn geïnspireerd op
onder de titel: Woman jumping from stone to stone. Het
Franse boeken, zoals J.C. DelaFosse, Nouvelle Iconologie historique ou Attributs hieroglyphiques, Parijs 1771. betreft hier plaat 170 uit de serie Animal Locomotion,
Andere voorbeelden
2