Raad20140701 07 Nota Lokale Educatieve Agenda 2014

LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Lokale Educatieve Agenda
2014-2017
gemeente Bergen
‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst
2.0’
Vaststelling LEA nota
College van B en W
Commissie Welzijn
Gemeenteraad
20 mei 2014
10 juni 2014
1 juli 2014
1
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. Missie, visie en doel
5
3. Uitwerking LEA beleid
7
3.1
Beleidsthema 1:Integraliteit onderwijs/jeugdzorg
8
3.2
Beleidsthema 2: Taalbeleid, Voor- en Vroegschoolse Educatie
15
3.3
Beleidsthema 3:Veiligheid in en om de school
19
3.4
Beleidsthema 4:Ouderbetrokkenheid
21
3.5
Beleidsthema 5: Brede school
24
3.6
Beleidsthema 6: Huisvesting
28
3.7
Beleidsthema 7: Gezond gedrag
30
4. Uitwerking LEA beleid
33
2
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
1. Inleiding
De gemeente Bergen heeft in het verleden voor de jaren 2007 tot en met 2010 een integraal
onderwijs- en jeugdbeleid 0-23 jaar opgesteld. Deze nota is op interactieve wijze tot stand gekomen.
Samen met instellingen die met en voor kinderen en jongeren werken en met jongeren zelf, zijn
signalen omgezet naar oplossingen. Ook in 2011 en 2012 is nog uitvoering gegeven aan het gestelde
in het Integraal Onderwijs en Jeugd beleid 2007-2010.
Intussen groeide de noodzaak om samen met het onderwijs en andere partners een Lokale
Educatieve Agenda (afgekort LEA, integraal bestuurlijk overleg) op te stellen. LEA-partners leveren
ieder voor zich een bijdrage aan het opvoeden/opgroeien van jeugdigen, zodat deze opgroeien tot
zelfredzame burgers.
De LEA partners binden zich aan een gezamenlijke ambitie, visie en kaderstelling. Hierdoor is men
nog beter in staat de gedeelde taakstelling op onderwijs- en jeugdbeleid waar te maken. Vanuit een
structurele samenwerking wordt gewerkt aan de uitvoering van de visie, ambitie en concrete
uitvoeringsactiviteiten.
In de komende jaren krijgen gemeenten en het onderwijs te maken met grote veranderingen. De
gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid over de jeugdzorg en het onderwijs heeft te maken
met nieuw beleid: passend onderwijs. De landelijke overheid heeft zich uitgesproken over het formeel
verweven van de transitie jeugd en passend onderwijs
Beide stelselherzieningen worden ingevoerd in een tijd waarin de economie onder grote druk staat.
Overheden bezuinigen op middelen voor de jeugdzorg en het onderwijs waardoor de druk op de
financiële middelen (erg) groot is. Gemeenten hebben te maken met een stapeling van
bezuinigingen, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten taken (dagbesteding en begeleiding) en de
participatiewet, die ook weer van invloed zijn op de genoemde stelselherzieningen (decentralisatie
jeugdzorg en passend onderwijs).
Binnen de gemeente en de regio is er sprake van ontgroening met o.a. een forse terugloop van het
aantal leerlingen in onze scholen tot gevolg.
Op basis van deze gegevens, lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen alsmede de ervaringen
opgedaan binnen het Integraal Onderwijs en Jeugd beleid hebben ertoe bijgedragen dat
onderstaande speerpunten zijn aangedragen voor een nadere uitwerking:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Voor- en vroegschoolse educatie incl. vroegsignalering
Zorg in en om de school (Zorg Advies Team 0-12 jaar)
Veiligheid in de school
Decentralisatie jeugdzorg in combinatie met passend onderwijs
Ouder betrokkenheid
Naschoolse activiteiten en dagarrangementen
Brede school en verdere ontwikkeling naar kindcentra
Krimp en integraal accommodatiebeleid
Overgewicht (gezond gedrag)
Er dienen afspraken te worden gemaakt over inhoud, aanpak, doelstellingen en te bereiken resultaten
in 2017 en ieders verantwoordelijkheden daarin. Sommige speerpunten, of onderdelen ervan, zullen
niet enkel en alleen op de schaal Bergen opgepakt en uitgewerkt kunnen worden daar hier een
grotere (regionale) schaal vereist is, liefst in een Regionaal Educatieve Agenda (REA).
De LEA-partners zijn, de voorschoolse voorzieningen, het basisonderwijs, de gemeente, het Centrum
voor Jeugd en Gezin alsmede GGD Limburg Noord. In de werkgroepen zullen ook andere partners
deelnemen zoals het algemeen maatschappelijk werk.
3
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Reikwijdte LEA in relatie tot onderwijs- en jeugdbeleid
De LEA richt zich op het onderwijs- en jeugdbeleid 0-12 jaar, onderdeel van het gehele onderwijs- en
jeugdbeleid 0-23 jaar. Enerzijds is deze ‘afbakening’ ingegeven dat er binnen de gemeente Bergen
enkel en alleen basisscholen zijn gevestigd. Leerlingen uit onze gemeente gaan voor het
vervolgonderwijs grotendeels naar de regio Nijmegen (70%) en de regio Venlo (30%).
Anderzijds wordt dit ook ingegeven qua inhoud. De rol van de ouders is het grootst in de periode 0-12
jaar (consultatiebureau, GGD Limburg Noord, voorschoolse voorzieningen en de basisschool). Daarna
neemt de rol van de ouders af en gaan de kinderen/jongeren zelf een grotere rol spelen,
jeugdparticipatie. Voor de groep 19 tot 23 jaar is de startkwalificatie alsmede de weg naar werk en
inkomen belangrijk.
In schema de reikwijdte van de LEA (tussen de leeftijdsgroepen is een doorgaande lijn, b.v. Basisonderwijs-Voortgezet
Onderwijs).
Onderdeel onderwijsen jeugdbeleid
Algemeen onderwijsen jeugdbeleid
Preventief onderwijsen jeugdbeleid
Curatief onderwijs- en
jeugdbeleid
0-12 jaar
13-18 jaar
19 tot 23 jaar
LEA
LEA
LEA
Algemeen onderwijs- en jeugdbeleid heeft te maken met basiszaken als gezondheid, onderwijs vrije tijd en educatie.
Preventief onderwijs- en jeugdbeleid gaat vooral over het voorkomen van (het verergeren) van problemen. Het preventief
jeugdbeleid valt onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Deze verantwoordelijkheid is vertaald in vijf gemeentelijke
functies, die ook in de Wet op de Jeugdzorg zijn verankerd.
Curatief onderwijs- en jeugdbeleid als het opvoeden, opgroeien en/of onderwijs wordt overgenomen en het kind uit de eigen
omgeving wordt gehaald.
Over hoeveel jeugdigen hebben we het
Aantal jeugdigen gemeente Bergen cijfers 1 januari 2014.
Gemeente Bergen
0-12 jaar
13-18 jaar
Aantal
1.653
991
Percentage gehele
12,48%
7,48%
bevolking
19 tot 23 jaar
569
4,3%
Afspraken LEA partners
De LEA-partners realiseren, op basis van gelijkwaardigheid, in nauwe samenwerking een totaalpakket
aan voorzieningen op het gebied van onderwijs en jeugdbeleid voor kinderen/jongeren in de
leeftijdsgroep 0 – 12 jaar en hun ouders. Met elkaar brengen we een doorgaande lijn in het onderwijs
en zorg in stand. We dragen zorg voor een sluitende aanpak van onderwijs, opvang, jeugdzorg en
welzijn voor 0 – 12 jarigen.
Voor het welslagen van de onderlinge samenwerking dienen niet vrijblijvende afspraken gemaakt te
worden. Het betreft overeenstemming over de onderlinge samenwerking, ieders verantwoordelijkheden, belangen en uitgangspunten. Te denken valt aan overeenstemming op de volgende punten:
1. De vraag, wat het kind en gezin nodig hebben, staat centraal;
2. Niet denken en handelen vanuit (de belangen van) instituten en voorzieningen;
3. De noodzaak en plicht tot het zicht hebben op elkaars kwaliteiten, producten en diensten;
4. Ieder instituut moet de basiskwaliteiten en voorziening op orde krijgen, hebben en houden;
5. In alle geledingen van de LEA–partners moet men elkaar aanspreken en aangesproken
kunnen worden wat betreft kwaliteit van dienstverlening.
4
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
2. Missie, visie en doel
De ouders zijn verantwoordelijk voor het opgroeien en opvoeden van hun kind(eren). Het lijkt een
vanzelfsprekende opdracht en verantwoordelijkheid die in zijn uitvoering het nodige van de ouders
vraagt. In heel veel gevallen gaat het goed maar het komt regelmatig voor dat de opvoeding
moeizaam verloopt en ook wel eens stagneert.
Daarom willen de gemeente en de andere LEA partners de ouders in hun opdracht daadwerkelijk
ondersteunen vanuit de volgende missie:
“Binnen de gemeente Bergen ontwikkelen kinderen en jongeren zich optimaal om volwaardig
en verantwoordelijk deel te nemen aan de samenleving”
“Kinderen opvoeden doe je niet alleen, maar met je hele omgeving!” (vrije vertaling van It takes a
whole city to raise a child). De mensen uit je omgeving, vrienden, ouders van vrienden, docenten,
opa’s, oma’s, ooms en tantes hebben invloed op de ontwikkeling van je kind. Dat geldt ook voor de
school, de sportclub, culturele en maatschappelijke instellingen etc., We hebben een gezamenlijke
verantwoordelijkheid als het gaat om de kinderen in onze gemeenschap.
Visie
De gemeente en LEA-partners creëren een optimale afstemming tussen de ouders , de
jeugdige personen en instellingen die met de jeugdige c.q. het netwerk te maken hebben.
Daarbij is men gericht op het belang en het versterken van de omgeving van en voor de
jeugdige. In de situatie dat een jeugdige in de leeftijd tussen 0 en 12 jaar en/of ouders en/of een
school (extra) opvoedingsondersteuning vraagt wordt binnen de keten gewerkt met één kind/
één gezin één plan!
Doelen
De LEA-partners willen de komende jaren tweeledig investeren. De LEA-partners gaan inzetten op
een goede brede basis waarin ouders goed kunnen opvoeden en jeugd goed kan opgroeien.
Daarnaast zal er veel energie gaan zitten in het vormgeven van een verbeterde ondersteuningsstructuur. Concreet:
1. Verbetering van de pedagogische kwaliteit van de leefomgeving van het kind. Dit beleid is
gericht op de ontwikkeling van gezondheid – talent – participatie – burgerschap – goede
opvoeding – eigen kracht.
2. Opbouw van een samenhangende onderwijs- en zorgstructuur door:
niet overnemen, maar versterken van de opvoeding, goed onderwijs, goede kinderopvang,
goede Voor en Vroegschoolse programma’s, passend kinder- en jongerenwerk.
focussen op effectieve hulp.
de onderlinge samenwerking te ontwikkelen en te realiseren onder het motto: “1 kind, 1 plan”.
De gemeenten en LEA-partners creëren een optimale afstemming tussen de ouders , de
jeugdige personen en instellingen die met de jeugdige c.q. het netwerk te maken hebben.
Daarbij is men gericht op het belang en het versterken van de omgeving van en voor de
jeugdige. In de situatie dat een jeugdige in de leeftijd tussen 0 en 13 jaar en/of ouders en/of een
school (extra) opvoedingsondersteuning vraagt wordt binnen de keten gewerkt met één kind/
één gezin één plan!
5
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
De speerpunten
De eerder genoemde speerpunten zullen binnen de aangeven beleidsthema’s worden uitgewerkt in
het volgende hoofdstuk.
Beleidsthema
Speerpunten
Integraliteit onderwijs/jeugdzorg
Veiligheid in en om de school
1. Decentralisatie jeugdzorg/passend onderwijs
2. Zorg in en om de school (Zorg Advies Team 0-12 jaar)
3. VVE waaronder:
- vroegsignalering
- voorschoolse educatie
- vroegschoolse educatie
4. Veiligheid in en om de school
Ouderbetrokkenheid
5. Integraal beleid op ouderbetrokkenheid
Brede School
6. Naschoolse activiteiten en dagarrangementen
7. Verdere ontwikkeling naar Kindcentra 0 – 12
8. Krimp en Integraal accommodatiebeleid
Taalbeleid
Huisvesting
Gezond gedrag (mogelijk
onderdeel van
ouderbetrokkenheid)
9. Tegengaan van overgewicht
6
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3. Uitwerking LEA beleid
De speerpunten worden, daar waar mogelijk, uitgewerkt naar drie niveaus
1
2
3
1
Versterken van de basis in het opvoeden en het onderwijs in eigen omgeving
Ondersteunen in het opvoeden en het onderwijs in eigen omgeving
Overnemen van het opvoeden en het onderwijs buiten de oorspronkelijke eigen omgeving
Niveau 1 Versterken van de basis in het opvoeden en het onderwijs in eigen omgeving
In niveau 1 gaat het bij de opvoeding over de aanpak en ondersteuning van het ‘gewone’ opvoeden
en opgroeien in de eigen omgeving met versterking van het zelfoplossend vermogen. Het gaat om
ondersteuning van ouders, jongeren en om professionele opvoedingsomgevingen (m.n.
kinderopvang en onderwijs). Vb: preventieprogramma’s, basistakenpakket Jeugd Gezondheids Zorg.
Bij het onderwijs gaat het om de basiszorg (zorgniveau 1 en 2 van het continuüm van zorg) van
onderwijs, met andere woorden het realiseren van regulier goed onderwijs, met vrij toegankelijke
ondersteuningsprogramma’s voor ouders en kinderen/jongeren b.v. interne consultatie. V.b. Voor en
Vroegschoolse Educatie programma’s, extra zorg in de groep al dan niet door of in overleg met de
Intern Begeleider.
Niveau 2 Ondersteunen in het opvoeden en het onderwijs in eigen omgeving
In niveau 2 gaat het om opvoeding door de eigen ouders met intensievere hulp van buiten c.q.
door het aanschuiven van hulpverleners. De oorspronkelijke sociale context blijft gedurende de
hulpverlening bestaan.
In het onderwijs krijgt het kind/de jongere hulp van professionals van buiten de school (breedtezorg,
zorgniveau 3 en 4 van het continuüm van zorg). Het kind/de jongere blijft gewoon naar zijn/haar eigen
school gaan.
Niveau 3 Overnemen van het opvoeden en het onderwijs buiten de oorspronkelijke eigen omgeving
In niveau 3 nemen anderen de opvoeding en/of het onderwijs (zorgniveau 5 van het continuüm van
zorg) over. Het kind/de jongere gaat naar een speciale voorziening. Vb:fulltime dagplaatsing in
daghulp of een speciale school voor kinderen met specifieke omgangsbehoeften
Het LEA beleid zal zich met name richten op niveau 1; het versterken van de basis in het opvoeden en
het onderwijs in eigen omgeving, oftewel het voorkomen van problemen door gerichte ondersteuning.
De beleidsthema’s ‘integraliteit onderwijs/jeugdzorg’ en de ‘veiligheid in (en om) de school’ kunnen
volgens de 3 hiervoor aangegeven niveaus worden uitgewerkt, voor de overige beleidsthema’s lukt dit
niet.
Uitwerking LEA nota
Op de volgende bladzijden worden de speerpunten/beleidsthema’s nader omschreven. Elk
beleidsthema zal eerst inhoudelijk worden besproken. Hierna volgt het te bereiken doel. De
stuurgroep LEA heeft vervolgens een kader gegeven voor de werkgroepen/themagroepen die als
leidraad dient voor de verdere uitwerking. Zo heeft de stuurgroep o.a. in het onderdeel ‘borging’
aangegeven welke mogelijkheden er zijn om dit structureel in het werkproces te verankeren. De
werkgroepen/themagroepen kunnen echter tot de conclusie komen dat dit beter op een andere wijze
kan gebeuren.
Kosten en verdeling financiën
De middelen die ingezet worden in het kader van de uitvoering van de LEA zijn reeds bestaande
budgetten zoals opgenomen in de begroting van de educatieve partners/gemeentelijke begroting. Wel
kan er binnen de bestaande middelen een verschuiving optreden. Indien de werkgroepen/themagroepen bij de uitwerking een aanvullende financiering voorstellen zal dit eerst binnen de stuurgroep
LEA worden besproken waarna een eventueel voorstel tot aanvullende financiering zal worden
opgesteld.
1
Lokale invulling van de indeling notitie ‘opvoeden en versterken’van Van Yperen en Stam (Nederlands Jeugd Instituut nov
2010) en continuüm van zorg basisonderwijs
7
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.1. Beleidsthema 1:Integraliteit onderwijs/jeugdzorg
3.1.1.Decentralisatie jeugdzorg/passend onderwijs
Wijzigingen stelsel jeugdzorg
Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren
en hun opvoeders. Doordat de verschillende onderdelen van de jeugdzorg bij elkaar worden gebracht
op en rond plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen en onder verantwoordelijkheid van de
gemeenten worden gebracht zal integrale ondersteuning en zorg dicht bij huis makkelijker tot stand
komen.
Het gaat niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheid maar vooral ook om een nieuwe
opbouw van een inhoudelijk fundament van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen en/of hun
opvoeders binnen hun sociale context met waar nodig een integrale aanpak van de problematiek.
De jeugdzorg is een verzamelbegrip voor alles wat met ondersteuning van kinderen en jongeren te
maken heeft bij opvoeden en opgroeien. Het gaat om de volgende taken.
AWBZ
J-LVG (licht
verstandelijk
gehandicapten) en
PGB voor J-LVG
en J-GGZ
HUIDIG
TOEKOMSTIG
Rijk
Rijk
Zorgverzekeringswet
J-GGZ
Gesloten
jeugdzorg
J-LVG en PGB
voor J-LVG en JGGZ
Provincie / stadsregio
Wet op de Jeugdzorg
Ambulante zorg, dagbehandeling, open residentiële zorg,
spoedeisende zorg, jeugdbescherming en
jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg
Gemeenten
Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Wet Publieke
Gezondheid, Wet op de jeugdzorg
GGD Limburg Noord, opvoed- en opgroeiondersteuning,
licht ambulante hulp
AWBZ
Zorgverzekeringswet
Gemeente
Nieuw wetgevingskader
GGD Limburg Noord, opvoeden opgroeiondersteuning
Ambulante zorg
Dagbehandeling
Open residentiële zorg
Pleegzorg
Spoedeisende zorg
Gesloten jeugdzorg
Jeugdbescherming
Jeugdreclassering
Jeugd LVG
Jeugd GGZ
PGB o.b.v. j-GGZ of J-LVG
Passend onderwijs
De kern van passend onderwijs is dat voor alle leerlingen de kansen op de beste ontwikkeling centraal
staan, ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs sluit aan op de
ontwikkeling van leerlingen, op de wensen van de ouders en bij de mogelijkheden van het personeel.
Scholen en schoolbesturen hebben een zorgplicht. Dit betekent dat de school waar een leerling wordt
aangemeld de taak heeft de leerling een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Als de
school zelf geen passend onderwijs kan bieden heeft de school de taak binnen het
samenwerkingsverband de leerling een zo goed mogelijke plek op een andere school aan te bieden.
Samenwerkingsverbanden kennen een onderwijs-zorgstructuur waar een onderscheid gemaakt wordt
tussen:
Basiszorg, dit is het niveau van zorg dat de reguliere scholen zelf kunnen uitvoeren
Breedtezorg oftewel de lichte zorg, zorg op de reguliere school met extra ondersteuning huidige
Speciaal BasisOnderwijs, Leerweg Ondersteunend Onderwijs en praktijkonderwijs)
8
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Dieptezorg ofwel de zware zorg, specialistische zorg die in een reguliere school of een speciale
‘setting’ aangeboden kan worden (het huidige speciaal onderwijs en o.a. time-out trajecten).
Binnen alle drie de niveaus wordt de zorg/ondersteuning conform het handelingsgericht werken
vormgegeven en uitgevoerd. Uitgangspunt voor de aanpak is de aansluiting op de mogelijkheden van
een kind en niet op de beperkingen. De uitvoerende dienen hierbij intern als extern ondersteund te
worden, hierbij speelt de intern begeleider een belangrijke rol.
Na invoering van het passend onderwijs is de doelstelling dat het onderwijs op iedere school van
voldoende kwaliteit is waarbij voldaan kan worden aan de basiszorg. Elke school is onderdeel van een
samenwerkingsverband/cluster waarin intensief zal worden samengewerkt. Elk samenwerkingsverband/cluster heeft ’n school waarin meer specialistische zorg (breedtezorg) kan worden gegeven.
De overlapping passend onderwijs/jeugdzorg, de ondersteuningsstructuur
Binnen Passend Onderwijs wordt in regionaal verband bewerkstelligd, dat er voor ieder kind zo
thuisnabij mogelijk een passende (onderwijs)plek wordt gerealiseerd. De gemeente wordt hierbij
verantwoordelijk voor de zorg buiten de school. Onderwijs en gemeente zijn partner in het realiseren
van passende zorg binnen en buiten de school.
De meeste kinderen/jongeren, gemiddeld zo’n 85%, doorloopt de levensfase 0-12/12-23 zonder
specifieke aandacht en/of ondersteuning. De overige 15% vraagt wel om ondersteuning, versterking
en/of (tijdelijke) overname van de opvoeding en/of het onderwijs. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij
ontwikkelings-, gezins-, gedrags- en/of leerproblemen.
Dit vraagt o.a. een goede samenwerking tussen ouders en professionals; professionals van de
reguliere voorzieningen en professionals van bijvoorbeeld (school)maatschappelijk werk,
GGD Limburg Noord, leerplicht, jeugdzorg etc.
Bij die samenwerking gaat het ten eerste om het voorkomen van extra ondersteuningsbehoefte.
Ten tweede gaat het erom dat de noodzakelijke ondersteuningsbehoefte in een (thuis)nabij
ondersteuningsarrangement geboden kan worden.
Dit vraagt om afstemming/overleg van en door alle betrokken partijen/partners. Zij trekken samen
op. Daarbij is de ondersteuningsbehoefte van het kind/de jeugdige leidend voor de inrichting van
de organisatie. De ondersteuningsstructuur is het vangnet voor de ontwikkeling van onze
kinderen/jeugdigen.
Essentieel daarbij:
•
eigen verantwoordelijkheid van ouders en jongeren. Ouders moeten de regie hebben over het
eigen kind. Kanttekening hierbij is dat er ook ouders zijn die dat niet kunnen en/of zorg mijden. In
de uitwerking dient hier aandacht voor te zijn.
•
vroegsignalering door ouders en professionals. Deze laatste hebben de verantwoordelijkheid
actief te reageren als de veiligheid van het kind in het geding komt.
•
(zorg)signalen snel met ouders en professionals oppakken, dus vraaggestuurd in plaats van
aanbodgericht.
•
omzetten in adequate (thuisnabije) interventie.
Dit alles onder het motto één kind één plan.
De huidige ondersteuningsstructuur (o.a. interne zorgteams, Zorg Advies Teams) dienen te worden
geëvalueerd en bijgesteld waarbij ze moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen.
Doelstelling:
Snel, effectief en preventief hulp bieden aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben bij
opvoeden, opgroeien en onderwijs. Hierbij werken onderwijs en jeugdzorg samen waarbij de hulp
geboden wordt in de eigen omgeving van het kind. De passende hulp wordt in samenhang van ieders
professie geboden vanuit de vraag, dichtbij het kind, vanuit het principe één kind, één gezin, één plan,
waarbij uitgegaan wordt van de mogelijkheden van het individuele kind. Ouders zijn verantwoordelijk
voor hun eigen kind, professionals dienen actief te reageren indien de veiligheid van het kind in het
geding komt.
Hoe:
Op regionaal niveau (Noord Limburg voor het basisonderwijs) wordt door het gehele onderwijs
afspraken gemaakt over samenwerking met, en adequate inzet van hulpverleningsinstanties. Op
dit niveau dient een groep toezichthouders (vanuit elke instantie) een en ander te bewaken en
elkaar op te treden indien de afspraken niet nagekomen worden.
Gemeente en scholen in de gemeente Bergen maken afspraken over de gewenste inzet van
instanties en de daarbij behorende kosten.
9
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
-
De methodiek van een kind, een gezin, een plan wordt gehanteerd. Deze methodiek past
naadloos in de doelstelling.
Passend Onderwijs:
- Formaliseren samenwerkingsverband. Ontwikkelingsplannen opstellen en uitvoeren door scholen
en besturen binnen het samenwerkingsverband
- Opstellen onderwijsondersteuningsprofiel
- Personeel is goed toegerust
- Maken ondersteuningsplan
- Afstemmen met gemeente in een Op Overeenstemming Gericht Overleg (januari 2014)
Decentralisatie jeugdzorg:
- Afstemmen met onderwijs in een Op Overeenstemming Gericht Overleg (januari 2014)
- Pilots
- Volgen tijdens proces
Verantwoordelijken
1. Gemeente is kartrekker voor decentralisatie jeugdzorg
2. Scholen zijn kartrekker voor passend onderwijs
3. Beide in samenspraak/afstemming voor ‘overlap’
4. Alle partners in de jeugdketen inclusief het onderwijs.
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Gemeente en scholen
Centrum voor Jeugd en Gezin, leerplichtzaken, politie, bureau jeugdzorg
Alle overige partners binnen de LEA
Ouders
Wat hebben we al (de 0-meting)
Begin oktober 2012 is de wet ‘invoering Passend Onderwijs’ aangenomen.
Momenteel wordt de inrichting van Passend Onderwijs in Noord Limburg vorm gegeven en komt er
steeds meer duidelijkheid hierover alsmede over de financiën. Ingangsdatum van Passend Onderwijs
is 01-08-2014.
Overleg en afstemming, nog geen vastgestelde en vastgelegde resultaten.
10
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
Financien
GGD
Vooral ten aanzien van decentralisatie jeugdzorg
sluit de GGD aan bij de initiatieven die vanuit de
gemeenten worden geïnitieerd. Voorlopige
deelname aan overleggen komt uit basisbudget.
De JGZ en het CJG nemen initiatieven tot
implementatie van 1G1P. Ook uit basisbudget.
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Ten aanzien van de doorgaande lijn 0-13 zijn
taakuren per OKI-medewerker opgenomen.
Warme of koude overdracht (observaties).
Passend onderwijs: geen financiën in eigen
begroting, regionale aansturing
Uren manager aansluiting bij Klein ZAT overleg./
Expert meeting jeugdzorg.
Taakuren ped. medewerkers
Inzet pedagogisch coach bij zorgkinderen.
Geen financiën beschikbaar, passend onderwijs
start op 01-08-2014
Maakt onderdeel uit van decentralisatiemiddelen jeugdzorg (2,2 milj is incl korting
15%)
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
T.a.v. 1G1P is doorontwikkeling van de
gemaakte afspraken naar concrete
implementatie in de keten aan de orde.
Kienderbènkske
1 observatiemethode (bv: KIJK).
Implementatie Ouderbetrokkenheidbeleid
- Ouderbetrokkenheid Gemeente breed inzetten
.
SKBO
Per 1-8-2014 invoering Passend Onderwijs
Spring
Deelname project Klein Zat.
Activiteiten CJG.
Observatiemethode i.c.m. ouderbetrokkenheid.
Invitare
Idem SKBO
Gemeente
Oogo jan 2014.
Pilots ‘sociaal wijkteam’ met hierin ‘schakel’ zorg
(CJG?AMW?) onderwijs (huidige vz ZAT?,
leerlingcoördinator?)die afstemt.
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Borging
De werkwijze 1G1P is in het reguliere werk van
de JGZ geïmplementeerd
Beleid ouderbetrokkenheid.
Alle instellingen werken geregeld met
ouderavonden, ouder/ informatieavonden. Deze
zouden gebundeld kunnen worden en
bijvoorbeeld 5x per jaar (evt. telkens ander dorp)
centraal gehouden kunnen worden met standjes
voor professionals (laag drempelig).
-
11
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Spring
Invitare
Gemeente
Ouderavonden.
Kindbesprekingen zijn in werkwijze
geïmplementeerd.
Participeren in overlegvormen.
Er moet nog beleid gemaakt en bijgesteld
worden binnen WSNS, van oud naar nieuw
Sociaal wijkteam en eventueel opschaling per
school/cluster en hogere frequentie dan huidige
ZAT
12
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.1.2. Zorg in en om de school (Zorg Advies Teams 0-12 jaar)
Het Zorg Advies Team 0-12 is ingericht op de schaal Weer Samen Naar School Bergen-GennepMook.
Binnen het Zorg Advies Team worden kinderen met een specifieke zorgvraag (veelal op sociaalemotioneel gebied en gedrag) besproken en worden afspraken gemaakt over de gewenste
begeleiding: wie doet wat.
De ervaring leert dat er zeer weinig adviesaanvragen bij het Zorg Advies Team binnenkomen.
Momenteel zijn de voorzitter van het Zorg Advies Team en de coördinator van het Centrum voor
Jeugd en Gezin aan de slag om te experimenteren met een andere vorm (klein Zorg Advies Team op
school) en na te gaan waarom er zo weinig beroep gedaan wordt op het Zorg Advies Team (men
denkt nog steeds dat het is voor zwaardere problematiek).
Door de decentralisatie jeugdzorg/passend onderwijs dient het Zorg Advies Team ‘herijkt’ te worden.
Hierbij wordt de hiervoor genoemde ervaring meegenomen.
Doelstelling
Afspraken maken tussen ouders, ‘Interne Begeleiders’, leerkrachten, en ‘zorg’ hoe problematiek (met
name ontwikkelings- opvoedkundig gericht) voor het betreffende kind kan worden aangepakt. Zo dicht
bij als mogelijk en zo ‘eenvoudig’ als mogelijk.
Hoe
Overleg (mogelijk multidisciplinair), zo laagdrempelig als mogelijk laten functioneren als Zorg Advies
Team zo dicht mogelijk bij het kind.
Verantwoordelijken
Weer Samen Naar School/samenwerkingsverbanden in samenwerking met de gemeente.
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Nu:
Bovenschool ondersteuning coördinator is voorzitter.
Centrum voor Jeugd en Gezin, Jeugd Gezondheid Zorg 4-19, Algemeen Maatschappelijk Werk,
Bureau Jeugd Zorg, Begeleidingscentrum onderwijsadvies. Op afroep: Jeugd Gezondheid Zorg 0-4,
de Geestelijke Gezondheid Zorg, leerplichtambtenaar, politie e.a.
Straks:
Wellicht dat niet alle partijen gehandhaafd hoeven te worden, of een variatie in een ‘klein Zorg Advies
Team’ en ‘groot Zorg Advies Team’. Klein Zorg Advies team; dicht bij school, laagdrempelig, preventie
als speerpunt, beperkt aantal vaste deelnemers (School Maatschappelijk Werk, Begeleidingscentrum
voor onderwijs en opvoeding, evt. Centrum voor Jeugd en Gezin en de (voor)school. Indien hier
onvoldoende expertise aanwezig is dan ‘opschalen’ naar het grote Zorg Advies Team.
Wat hebben we al (de 0-meting)
De bovenschoolse zorgcoördinator van Weer Samen Naar School Bergen-Gennep-Mook is voorzitter
van het Zorg Advies Team.
Afhankelijk van de problematiek van het kind en de mogelijk gewenste hulpverleningsinstanties
worden deze betrokken bij het overleg en de verdere begeleiding
Huidige aantal raadplegingen van het Zorg Advies Team in afgelopen schooljaar zijn beschreven.
Knelpunten zijn gesignaleerd.
De opbrengsten van het Zorg Advies Team blijven achter bij de verwachtingen. Hierdoor wordt in
overleg met de Bovenschools coördinator op enkele plaatsen geëxperimenteerd met wijzigingen. De
wijzigingen ten aanzien van het Zorg Advies Team sluiten aan bij de decentralisaties. Zo zullen meer
gesprekken plaats vinden samen met ouders en zal worden gekeken wat de ouders als
eerstverantwoordelijke voor het opgroeien van het kind zelf bij kan dragen.
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
Financien
GGD
Deelname aan ZAT vanuit de JGZ 0-19 is
vooralsnog ongewijzigd opgenomen in het
basisbudget.
13
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
IB-ers zijn aangesteld.
Handhaven HGPD consults (begroting
Gemeente).
Personele inzet bij ZAT overleg + IB’ers in de
school 1 dag ca. € 10.000,- per school.
Scholen betalen uit WSNS middelen
Bovenbestuurlijk Ondersteunings Coördinator
(BOC)
Deelname aan ZAT. overleg
Expert meeting Jeugdzorg
Idem SKBO, zelfde WSNS verband
Nu € 9.150,-- voor ZAT 0-4 jaar (deel coördinatie)
en gedragswetenschap- per. Is excl kosten GGD
en AMW (in betreffend budget)
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
Er is naast het reguliere ZAT een pilot Klein ZAT
gestart om naar de vorm van het ZAT te kijken.
Evaluatiegegevens kunnen de vorm van het ZAT
wijzigen.
Kienderbènkske
Continuüm van zorg.
Implementatie Ouderbetrokkenheidbeleid.
Ouderbetrokkenheid Gemeente breed.
SKBO
ZAT overleg maandelijks indien nodig; ZAT draait
al.
Spring
Klein ZAT.project.
Ouderbetrokkenheid
Overdracht ( warm/koud)
Invitare
Meedraaien in het ZAT waar het onze leeringen
betreft
Gemeente
Oogo jan 2014.
Pilots ‘sociaal wijkteam’ met hierin ‘schakel’ zorg
(CJG?AMW?) onderwijs (huidige vz ZAT?,
leerlingcoördinator?)die afstemt.
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
Deelname aan ZAT zit in de huidige werkwijze en
is daarmee geborgd. Enige vorm van deelname
vanuit de JGZ zal blijven op basis van wettelijke
taak.
Beleid ouderbetrokkenheid.
Aanpassing van continuüm van zorg (0-19 jaar).
Alle instellingen werken geregeld met
ouderavonden, ouder/ informatieavonden. Deze
zouden gebundeld kunnen worden en
bijvoorbeeld 5x per jaar (telkens ander dorp)
centraal gehouden kunnen worden met standjes
voor professionals (laag drempelig).
Opgenomen in de leerlingenzorg
Ouderavonden. Kindbesprekingen zijn in
werkwijze geïmplementeerd.
Participeren in overlegvormen.
Voortgang participatie ZAT/klein ZAT
Sociaal wijkteam en eventueel opschaling per
school/cluster en hogere frequentie dan huidige
ZAT
14
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.2. Beleidsthema 2: Taalbeleid, Voor- en Vroegschoolse Educatie
Voor- en vroegschoolse educatie
Op 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) van kracht
geworden. Het doel van deze wet is om voor jonge kinderen in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (de voorschoolse educatie) een veilige en stimulerende omgeving te creëren, waarbij
medewerkers in staat zijn om een risico op een taalachterstand in het Nederlands te signaleren en
effectief aan te pakken (de doelgroep binnen de voor- en vroegschoolse educatie, VVE). Hierdoor
moet voor de doelgroepkinderen een soepele instroom in het basisonderwijs mogelijk worden zonder
dat ze grote kans lopen om achterop te raken.
Door het in werking treden van de wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie heeft de
gemeente Bergen opdrachten gekregen om het bovenstaande te ‘regelen’. Een van de opdrachten is
de inspanningsverplichting om alle kinderen uit de doelgroep te bereiken. Hiervoor ontvangt de
gemeente een specifieke uitkering van het Rijk. Om als gemeente deze verantwoordelijkheid waar te
kunnen maken, zijn de besturen van kinderopvang, peuterspeelzalen en basisscholen verplicht mee te
werken aan de totstandkoming en uitvoering van afspraken hierover.
Gelet op de eisen uit de wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie alsmede de opbrengsten
uit de voorafgaande periode binnen het onderwijsachterstandenbeleid is een ‘Beleidsplan Voor- en
Vroegschoolse Educatie 2011-2015 gemeente Bergen’ opgesteld. Dit in samenspraak met de GGD
Limburg Noord (nu onderdeel van de Veiligheidsregio), de (ontwikkelingsgerichte) kinderopvang, de
basisscholen, Biblioplus en de logopediste. Het beleidsplan is op 13 september 2011 door de
gemeenteraad vastgesteld. Binnen de gemeente Bergen zijn 2 Voor en Vroegschoolse Educatie
locaties ingericht conform het bepaalde in de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en Educatie, dit
zijn Siebengewald (Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang en Kendelke) en Bergen (De Samensprong).
e
In de 1 helft van 2012 heeft de onderwijsinspectie een bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit
van de voor- en vroegschoolse educatie. De waardering is tot stand gekomen middels zelfrapportages
van de gemeente en de locaties die werken binnen de Voor- en vroegschoolse Educatie, alsmede de
bevindingen van de inspectie tijdens het bezoeken van de Voor- en Vroegschoolse Educatie locatie
Bergen. Op vrijwel alle onderdelen ‘scoren’ de bezochte locaties in Bergen een voldoende (score 3),
op een klein aantal onderdelen een 2 (verbetering is wenselijk) en op één onderdeel een score 4 (de
leidsters zijn allen geschoold in de gebruikte Voor en Vroegschoolse Educatie methodiek) die staat
voor een voorbeeld voor andere gemeenten.
De algemene conclusie van de onderwijsinspectie is overwegend positief op enkele wenselijke
verbeterpunten na. Deze zijn of worden ‘opgepakt’ door de coördinatiegroep Voor- en Vroegschoolse
Educatie waarin afgevaardigden participeren van alle betrokkenen
De verbeterpunten
1. Het verder uitbouwen van het beleid om ouders actief te betrekken bij de Voor- en Vroegschoolse
Educatie activiteiten op zowel de locaties als de thuissituatie (ouderbetrokkenheidbeleid). De
gemeente dient hier duidelijker een standpunt in te nemen (b.v. over het gebruik van de thuistaal
in de communicatie) en dit in samenspraak met de instellingen uit te werken.
Ondernomen/te nemen actie:
Het onderdeel ouderbetrokkenheid voor de doelgroepkinderen is vanaf dit schooljaar een van de
vaste onderwerpen van gesprek in het overleg van de coördinatiegroep Voor- en vroegschoolse
Educatie. Hierin zitten afgevaardigden van de GGD Limburg Noord (de consultatiebureau arts),
de ontwikkelings- gerichte kinderopvang, de kinderopvang en de basisscholen. Een voorstel
vanuit deze groep zal te zijner tijd aan het bestuurlijk overleg van de genoemde instellingen (het
LEA overleg) en het college worden voorgelegd. Specifieke aandacht voor zorgmijders.
2. Er was ten tijde van het inspectieonderzoek nog geen uitgewerkt monitorsysteem om de
ontwikkeling van de doelgroepkinderen te volgen.
Ondernomen/te nemen actie:
Inmiddels zijn er afspraken gemaakt over het monitoren, m.n. welke gegevens, wie en wanneer
dient aan te leveren. Deze gegevens zullen in een rapportage verwerkt worden. Onderdelen in
deze monitor betreffen:
de interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen (ontwikkelingsgerichte kinderopvang
en de groepen 1 en 2 van de basisscholen),
de doorgaande lijn hierin en de
15
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
resultaten eind groep 2
Met de resultaten hiervan kan op een systematische wijze de evaluatie en eventuele
verbeteringen van het Voor- en Vroegschoolse Educatie beleid ter hand genomen worden
Binnen dit onderdeel werden door de onderwijsinspectie 3 verbeterpunten aangegeven.
3. In het gemeentelijk beleidskader zijn geen afspraken vastgelegd over het opstellen van een
opleidingsplan voor alle leidsters/leerkrachten die werkzaam zijn binnen Voor- en Vroegschoolse
Educatie. In het beleidsplan zijn enkel en alleen kwaliteitseisen gesteld over de gevolgde
opleiding in de Voor- en vroegschoolse Educatie methodiek, over andere ‘bekwaamheidseisen’ is
echter niets ‘geregeld’.
Ondernomen/te nemen actie:
Dit onderdeel zal in 2013 door de coördinatiegroep Voor- en vroegschoolse Educatie worden
opgepakt.
Doelstelling
Uit het vastgestelde beleidsplan Voor- en Vroegschoolse Educatie 2011-2015
In algemene zin is dat kinderen ‘gewoon’ mee kunnen in groep 3.
1. Alle kinderen uit de doelgroep nemen deel aan een Voor- en Vroegschools Educatief programma;
2. Er is een kwalitatief volwaardig en dekkend aanbod van vroegschoolse educatie voor
risicoleerlingen binnen het reguliere taalaanbod van de school.
3. Doorgaande lijn in de Voor- en Vroegschoolse Educatie en zorg 0-6 jaar.
De volgende ambitiedoelstellingen zijn uitgesproken
Spreiding van het aantal voorschoolse voorzieningen over de kernen
Voor- en Vroegschoolse Educatie geïndiceerde peuter niet langer dan 1 maand op wachtlijst
voordat deze Voor- en vroegschoolse Educatie kan volgen
Tussentijdse uitstroom Voor- en vroegschoolse Educatie bedraagt niet meer dan 5%
Aanbod Voor- en vroegschoolse Educatie zo ingericht dat eind schooljaar 2013/2014 90% van de
doelgroep een Voor- en Vroegschools Educatief programma volgt.
Op alle onderdelen een 3 scoren op het inspectierapport (in het beleidsplan Voor- en
Vroegschoolse Educatie is een 4 score aangegeven, dit is echter onhaalbaar).
Hoe
Actieve indicering en toeleiding
Doorgaande lijn Consultatiebureau-voorschool-vroegschool
Spreiding (wat te doen bij verdere afname Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang Wellerlooi en
huidige situatie Bergen)
Ouders actief betrekken bij Voor- en Vroegschoolse Educatie (dwang en drang)
Voor- en vroegschoolse Educatie afspraken, opgenomen in het beleidsplan, steeds verder
concretiseren en afstemmen tussen participanten in coördinatiegroep Voor- en Vroegschoolse
Educatie
Screening van logopedie
Alle voorschoolse voorzieningen voldoen aan de kwaliteitseisen uit de Wet Ontwikkelingskansen
door Kwaliteit en Educatie
Er is een warme overdracht van de Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang naar basisschool.
Binnen het leerlingvolgsysteem worden alle kinderen gevolgd in hun (taal)ontwikkeling.
Kinderen met specifieke behoeften krijgen een passend aanbod.
Huisvesting van alle voorzieningen voor kinderen van 0-12 jaar binnen de school (mogelijke
uitzondering KDV Well dat zeer dicht bij de school ligt).
Verantwoordelijken
Regievoerder gemeente.
Medeverantwoordelijk/uitvoerder: directeur en leerkrachten van groep 1-2 met eventueel
ondersteuning door de Interne Begeleiders. Behalve de school zijn ook betrokken; consultatiebureau,
Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang, Kinderdagverblijven (Kienderbènkske en Spring), logopedie,
bibliotheek.
16
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Gemeente voor de financiering van extra begeleiding binnen de Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang.
Overleg tussen betrokken instanties, die met een Voor- en Vroegschools kind werken, over de
begeleiding en de resultaten hiervan. Elke school zorgt voor een passend aanbod.
De Jeugd Gezondheid Zorg voor vroegsignalering tijdens de reguliere contactmomenten en als
onafhankelijke beoordelaar of het kind tot de doelgroep behoort (gebeurd reeds) en als de partij die
mee blijft volgen of het kind de zorg krijgt die bij de indicatie past.
Bibliotheek: passend aanbod van boeken voor de doelgroep + begeleiding van de betrokken ouders.
Als gevolg van de invoering van Passend Onderwijs kunnen zich mogelijk meer kinderen met
specifieke behoeften aanmelden op de school.
Wat hebben we al (de 0-meting)
De algemene conclusie van de onderwijsinspectie na de bestandsopname is overwegend positief op
enkele wenselijke verbeterpunten (o.a. opzet monitor en ouderbetrokkenheidbeleid) na. Deze monitor
en ouderbetrokkenheid worden echter ‘opgepakt’ door de coördinatiegroep Voor en Vroegschoolse
Educatie waarin afgevaardigden participeren van alle betrokkenen.
Jaarlijks wordt er verslag gedaan van het aantal Voor- e Vroegschoolse Educatie kinderen, de
ingezette middelen en overige kengetallen.
Op elke school worden middels het leerlingvolgsysteem alle kinderen gevolgd in hun ontwikkeling en
waar nodig wordt een passend aanbod gerealiseerd voor kinderen van groep 1-8.
Logopedie signaleert alle 3 en 5 jarigen en ondersteunt/begeleidt kinderen waar nodig. Zoals het er nu
naar uitziet zal de logopedie per 1-8-2014 worden uitgevoerd door de GGD. Deze wordt ingezet na
indicatie van de consultatiebureau arts en/of op adviesaanvraag van de voorschool en het
basisonderwijs.
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
Financien
GGD
VVE is opgesplitst:
Screening valt binnen begroting basisbudget
De activiteiten in het kader van Indicering
worden nu apart door de gemeente betaald. Dit
is geregeld tot 2014.
De aanlevering van cijfers wordt ook nog tot die
tijd apart betaald.
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Ten aanzien van de doorgaande lijn 0-13 zijn
werk/ en taakuren per OKI-medewerker
opgenomen.
Scholing medewerkers.
Opbrengstgericht werken.
Bijdrage gemeente ca. € 17.000,- (2 scholen)
Taakuren observeren/kindbespreking
Pedagogisch katernen uitbrengen.
Workshops (implementatie katern).
Inzet pedagogisch coach.
inzet( groeps) VIB .
Spring-actief ( schijf van 5).
Kindvolgsysteem
Scholing medewerkers ( samen groeien)
Springacademie ( scholing)
screening logopedie
De normale personele bezetting en extra inzet
wordt betaald van de subsidie van de gemeente
€10.500,=
2014: € 114.085,-2015: € 101.585,-2016 e.v. € 84.085,--.
17
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
VVE: activiteiten door JGZ op gebied van:
Screening,
indicering,
afstemming en
aanlevering cijfers blijven vooralsnog tot 2016
ongewijzigd (afhankelijk van beschikbaar budget)
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
De landelijke discussie over indicering door JGZ
speelt hierin ook een rol.
- Indicering JGZ consequenter.
- Op alle onderdelen van de
onderwijsinspectie een 3 of hoger.
- VVE-programma dat aansluit bij vroegschool.
1 gezin 1 plan.
Uitvoering VVE beleidsplan
Genoemde items zijn onderdeel van werkwijze
Spring.
Doorlopend proces
VVE beleidsplan
Huidige Beleidsplan VVE 2011-2015 gemeente
Bergen’ dat loopt t/m juli 2015.
Borging
VVE:
Zolang we deze activiteiten qua budget kunnen
blijven uitvoeren, zullen ze via de huidige
werkwijze worden gecontinueerd en zijn ze
daarmee in de basiswerkzaamheden van de JGZ
geborgd.
1 systeem waar alle instellingen hun gegevens in
op kunnen slaan/ raadplegen. Opvallend gedrag
(zowel positief als negatief) stimuleren vanuit de
ouders
Zie VVE beleidsplan
Continuering van werkwijze
Idem SKBO
Inbedding in werkwijzen en beleid
18
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.3. Beleidsthema 3:Veiligheid in en om de school
Veiligheid in en om de school
In 2011 is het huidige Convenant Veilige Basisschool gesloten.
Middels samenwerkingsafspraken wordt de veiligheid (zowel fysiek als sociaal) in en om de
basisscholen vergroot waardoor een verbetering van het veiligheidsklimaat in en rondom basisscholen
ontstaat. De afspraken in het convenant zijn in samenwerking met de gemeenten Mook en
Middelaar, Gennep, Horst aan de Maas en Venray gemaakt.
De in het convenant genoemde partners zijn zichtbaar, bereikbaar en aanspreekbaar op hun rol en
verantwoordelijkheid in het kader van het convenant.
Afspraken samenwerking met partners:
- Inzicht school in eigen taken/verantwoordelijkheden en betrokkenheid partners
- Afspraken voorlichting en advies
- Afspraken bij zorgen over leef- en gezinssituaties van leerlingen
- Afspraken bij (vermoeden van) strafbare feiten
Doelstelling
Elk kind voelt zich veilig en geborgen in de school, op het schoolterrein en op weg van huis naar
school.
Hoe
In het schoolveiligheidsplan en gedragscode staat beschreven wat wel/niet verwacht wordt van
personeel, kinderen en ouders binnen de school.
Het plan omvat ook richtlijnen en protocollen in geval van incidenten.
De schoolomgeving is veilig, uitdagend en kindvriendelijk ingericht.
Een alerte en signalerende houding bij personeel en ouders.
Eenduidige afspraken tussen gebruikers binnen één gebouw.
Invoering en uitvoering geven aan meldcode kindermishandeling
Verantwoordelijken
Schoolbestuur en directeur van de school met zijn/haar personeel.
Gemeente (schoolomgeving, verkeersveiligheid)
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Scholen en ieder die binnen de school werkzaam is. Dit is per school verschillend.
Instanties bij de aanpak in geval van problemen: Centrum voor Jeugd en Gezin, leerplichtzaken,
2
politie, HALT etc.
Financiering vanuit iedere participerende instelling
Wat hebben we al (de 0-meting)
Streven naar een veilige en geborgen schoolomgeving voor ieder kind (en medewerker). Voor
ruim 90 % van de kinderen wordt dit gerealiseerd.
Schoolveiligheidsplan, bestaande uit een algemeen deel dat voor alle scholen geldt en een
schoolspecifiek deel.
Gedragscode Stichting Katholiek Basisonderwijs gemeente Bergen alsmede Stichting Invitare
Risico Inventarisatie en Evaluatie. Deze wordt 2 jaarlijks uitgevoerd.
Klaar-overs / verkeersbrigadier (bij Vitusschool Well)
In het convenant wordt alleen over scholen gesproken. Dit thema dient uitgebreid te worden
met instellingen 0-4 jaar, mede ingegeven door de verplichting inzake de meldcode kindermishandeling. Aan een in te stellen werkgroep de opdracht het huidige thema breder op te pakken.
2
HALT staat voor Het ALTernatief. Het is een Nederlandse instantie waarin de gemeenten samenwerken met
politie en justitie om kleine vergrijpen - zoals vernieling, (winkel)diefstal of overlast met vuurwerk - gepleegd door
jongeren van 12 tot 18 jaar, snel af te doen met een eenvoudige straf, meestal een leerstraf of een werkstraf. Zo
kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar
Ministerie.
19
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
GGD
Financien
Gezond en veilige school wordt voorlopig door de
verpleegkundige voortgezet
Kienderbènkske
SKBO
nvt
Camera beveiliging ca. € 5.000,- (5 scholen)
Scholing meldcode kindermishandeling ca. €
1000,Meldcode.
RIE.
Camerabeveiliging. Bijscholing meldcode
Spring
Invitare
Gemeente
kindermishandeling, ca. €250,=
Niets specifiek voor dit onderwerp. Gemeente
was regievoerder bij opzet convenant 2011
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
M.b.t. het convenant Veilige school wijzigt
vooralsnog niets aan de inzet van de JGZ
medewerker.
Kienderbènkske
Integreren kinderopvang?
SKBO
Scholing meldcode: Schooljaar 13-14
Spring
Risico’s in kaart brengen
Veiligheid van gebruikers tijdens vakanties
scholen.
Ingangen/ vrij toegankelijk
Invitare
*Uitvoeren veiligheidsplan van Invitare
*Ieder schooljaar 1 week aandacht voor
machtsmisbruik en seksuele intimidatie
*Eerste 8 schoolweken aandacht voor gedrag,
groepsvorming en afspraken
Gemeente
Uitvoering regie scholen
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
Vooralsnog zit de preventieve taak in het
takenpakket van de JGZ. Bezuinigingen of
herzien van takenpakket kan dit in de toekomst
wellicht wijzigen.
Wat is er in de overige gemeenten al bekend?
Schoolv.eiligheidsplan en gedragscode
Bespreken in overlegvormen
participeren kinderopvang
Twee opgeleide contact/vertrouwenspersonen,
die jaarlijks initiatief nemen in de voortgang.
Regie scholen
20
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.4. Beleidsthema 4:Ouderbetrokkenheid
Integraal beleid op ouderbetrokkenheid
In de komende jaren is de participatie van ouders een belangrijk thema. Ouders worden
aangesproken als eerstverantwoordelijke voor de opvoeding van hun kind. In het beleid van de school
wordt uitgegaan van full-partnerschap, gelijkwaardigheid tussen ouder en de professionele medeopvoeder. Inhoudelijke participatie is geen eenrichtingsverkeer maar een wederzijds proces.
Participatie verbetert prestaties, voorkomt vergroting van zorg en hulpverlening en voorkomt
schooluitval.
Ouders dragen actief bij in de basiszorg en bij opvoedingsondersteuning.
Alle scholen en instellingen dragen zorg voor goed functionerende geledingen als de
Medezeggenschapsraad en de Oudercommissie/Ouderraad. Ouders, kinderen en jongeren
(leerlingen) hebben een herkenbare rol en taak in de communicatie en medezeggenschap.
Full partnerschap impliceert waar van toepassing deelname in overleggen als bijvoorbeeld het huidige
Zorg en Advies Team.
Binnen de kaders van passend onderwijs is de zorgplicht een basis voor versterking van de positie
van ouders. De uitwerking concentreert zich op vier aspecten: informatie, communicatie,
ondersteuning en medezeggenschap (conform referentiekader passend onderwijs eindversie 21-022012).
Gemeenten betrekken in de komende jaren ouders (en jongeren) bij de planvorming voor de
stelselwijziging Jeugdzorg.
De rol van ouders en de school bij onderwijs en opvoeding is niet gelijk, maar wel gelijkwaardig.
Vanuit deze grondhouding vindt de communicatie tussen school en ouders plaats. Ouders zijn primair
verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Scholen zijn primair verantwoordelijk voor het
onderwijs. In de communicatie tussen ouders en scholen betekent dit onderscheid dat ouders voor de
school de rol van pedagogisch partner vervullen en dat de school voor de ouders de onderwijskundig
partner is. Daarbij zijn zij beiden gericht op hetzelfde doel: kinderen maximale kansen bieden.
Onderwijs en opvoeding zijn zo nauw met elkaar verbonden dat scholen en ouders als partners
moeten optrekken om deze gezamenlijke doelstelling te bereiken.
Doelstelling
Een nauwe samenwerking tussen de ouders en instanties die zich bezighouden met het kind, door
afstemming binnen de gewenste begeleiding teneinde het leren, de motivatie en de ontwikkeling van
het kind te bevorderen.
De ouder is de eerstverantwoordelijke voor de opvoeding van het kind. Ouders zijn ‘full partner’ in de
ontwikkeling van hun kind. Ontwikkeling is een integraal onderdeel van onderwijs, opvang, zorg en
welzijn. De professionals beschikken over diverse strategieën om met uiteenlopende soorten en
groepen ouders (inclusief degene die hun verantwoordelijkheid niet oppakken) om te gaan
Hoe
Aansluiten bij bevindingen werkgroep ouderbetrokkenheid vanuit de coördinatiegroep voor- en
vroegschoolse educatie.
Opzet (2013) en implementatie (2014 en verder) van ouderbetrokkenheidbeleid om de rol van de
ouders in hun verantwoordelijkheid van het opgroeien en opvoeden van hun kind te verstevigen.
Voorwaarden:
Rol van ouders is er één van full partnerschap op basis van ‘gelijkwaardigheid’.
Full partnerschap is ook deelname in Zorg Advies Teams, indicatie etc.
Deelname aan Voor- en Vroegschoolse Educatie activiteiten thuis en op school alsmede deelname
aan alle ouderavonden.
Opstellen beleid/activiteiten als ouders verantwoordelijkheid niet oppakken.
Stimuleren ouderbetrokkenheid.
Er is een loket en structuur voor ouders voor wettelijke en laagdrempelige functies zoals:
- Informatie
- Ondersteuning
- Medezeggenschap
21
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Verantwoordelijken
De organisatie waar het kind verblijft (school, Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang,
Kinderdagverblijven, Jeugd gezondheid Zorg) is eerstverantwoordelijke voor de ouderbetrokkenheid,
naast de eigen verantwoordelijkheid van de ouders zelf.
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Bruggebouwers, inspirators, ouders als ambassadeur.
Professionals die buiten de huidige kaders kunnen denken en ouders ook toelaten / verwelkomen en
als volwaardig partner kunnen zien.
Regie gemeente, partners onderwijs, Centrum voor Jeugd en Gezin, ouders.
Middelen doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin, bestaande onderwijsmiddelen (ouderbijdrage in
het kader van medezeggenschap) en Onderwijsachterstandmiddelen middelen
Wat hebben we al (de 0-meting)
Inventarisatie van het huidige gedaan door de werkgroep ouderbetrokkenheid: in praktische zin
gebeurd er binnen het onderwijs eigenlijk al veel (voorleesmoeders, ouderraad en dergelijke) maar wij
denken / willen dat meer ouders actief en actiever worden
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
GGD
Financien
Niets
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Werkgroep ouderbetrokkenheid
Thema-overleg
Oudercommissie
Niets specifiek. Moet nog nader bepaald worden
bij ontwikkeling.
Vanuit VVE uit mid VVE en algemeen wellicht uit
middelen dec jeugdzorg
Invitare
Gemeente
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
nvt
Kienderbènkske
Werkgroep ouderbetrokkenheid
SKBO
Ouders zoveel mogelijk betrekken bij school:
hulpouders, overblijven, begeleiden van
kinderen, vervoer, etc.
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
oudertraject loopt via VVE coördinatie
werkgroep
Wij werken met een ouderraad en
medezeggenschapsraad. Verder ouderavonden,
hulpouders, tso, intensief betrekken bij de zorg
(VVE) rondom hun kind, indien van toepassing.
Vanuit VVE besluit beleid eind schooljaar
2013/2014 (besluit LEA overleg 26 mei 2014).
Ouderbetrokkenheid alg moet nog opgezet
worden, mede vanuit kennis beleid
ouderbetrokkenheid VVE.
Borging
nvt
Dit traject is al breed ingezet
Ouderbetrokkenheid valt al binnen de huidige
werkwijze.
22
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Spring
Invitare
Gemeente
continueren ouderbetrokkenheid
Uitvoeren VVE beleid en jaarlijks terugkerende
activiteiten goed plannen
Zal in plan aandacht aan worden besteed
23
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.5. Beleidsthema 5: Brede school
De Brede School verzorgt een thuisnabij en samenhangend opvoedings- en ontwikkelingsklimaat
voor kinderen en jongeren. De vraag van kind en ouders staat centraal en overstijgt het
instellingsbelang. Er wordt gewerkt vanuit een positieve, pedagogische en didactische aanpak, die
passend is voor ieder kind. Opvang – onderwijs – welzijn –zorg – vrije tijd sluiten optimaal op
elkaar aan door centrale afstemming.
Binnen de gemeente Bergen is een brede school gehuisvest, De Samensprong in Nieuw Bergen.
3.5.1. Naschoolse activiteiten en dagarrangementen
De Commissie Dagarrangementen kwam in 2002 met het advies om een samenhangend pakket van
onderwijs, opvang en vrije tijd vlak bij de basisschool te organiseren. De doelstellingen van een
dagarrangement zijn opvang, rust en een toegankelijk vrijetijdsaanbod. Met een dagarrangement is de
opvang van kinderen geregeld. Dat geeft rust aan ouders, omdat hun dag dan niet onderbroken wordt
door het transporteren van hun kinderen. Het geeft ook rust aan de kinderen, omdat hun activiteiten
dan in één buurt of wijk plaatsvinden. Bij vrijetijdsaanbod wordt vooral gedacht aan sport en cultuur.
Voor kinderen die anders niet naar buitenschoolse clubs en lessen zouden gaan, maakt een
dagarrangement dit wel mogelijk.
Een dagarrangement is een onderdeel van de brede school, maar niet hetzelfde. Een
dagarrangement wordt gezien als uitsluitend gericht op een aanbod aan kinderen. In een brede school
zijn ook andere samenwerkingsverbanden van belang, zoals afstemmingsoverleg tussen school en
jeugdzorg of de politie in de wijk.
Momenteel zijn de naschoolse activiteiten (dagarrangementen kennen we binnen de gemeente
Bergen niet) te afhankelijk van wisselende en incidentele subsidiestromen. Duurzaamheid is gewenst.
Doelstelling
Er wordt, na gebleken draagvlak, in 2016 een geïntegreerde aanpak geboden binnen de brede
scholen 0-12 jaar om de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten te weten:
kinderen in de uren na school plezier bieden
hun gezondheid te stimuleren via sport en beweging
ze te leren omgaan met andere kinderen
ze hun eigen talenten te laten ontdekken naar de aanwezige mogelijkheden
ze grenzen en regels te leren
ze kennis te laten maken met sport- en vrijetijdsverenigingen
ze bewust te maken van hun leefomgeving, op school en in de buurt
Indien uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de ouders (80%) aangeven hiervan gebruik te
maken zal een pakket aangeboden worden van opvoeding, onderwijs en vrije tijd tussen 07.30 en
18.30 uur.
Versterking van sportverenigingen (sociale cohesie in dorp)
Hoe
Combinatiefunctionarissen zorgen voor ontwikkeling en uitvoering naschoolse activiteiten alsmede
versterking sportverenigingen.
Afstemmen met ouders, bevorderen deelname.
Inzet extra professionals.
Verantwoordelijken
Gemeente, scholen en kinderdagverblijven hebben regie.
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Stichting Doe je Mee, Stichting Jông Gelieërd, sportverenigingen, Gemeenschappelijke of
gemeentelijke Gezondheid Dienst en professionals.
Wat hebben we al (de 0-meting)
Combinatiefunctionarissen, plan van uitvoering naschoolse activiteiten. Samenwerking met Stichting
Doe je Mee. Buitenschoolse Opvang Jong Gelieërd.
24
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Financien
Geen specifieke actie GGD, wellicht in de
toekomst n.a.v. plannen van de gemeente op
basis van de WMO.
Jông Gelieërd.
Doe je Mee (niet naschools!).
Geen kosten, wel ruimtes beschikbaar stellen
Personele inzet bij vergaderingen
inzet PM tijdens activiteiten
activiteitenbudget
NSA inzet in samenwerking met
Doe je mee met Sjors
Voorzitterschap van de directeur bij het 4 jaarlijks
overleg alle participanten binnen de
Samensprong
T/m schooljaar 2013/2014 voor combinatie funct.
€ 103.652,--. Hierna afhankelijk van besluit Raad
op basis van de evaluatie.
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
n.v.t.
Kienderbènkske
- BSO’s uitbreiden met naschoolse activiteiten.
- Opleidingen medewerkers.
- Samenwerking verenigingen/ aanbieders.
- Continue roosters.
- Multifunctioneel gebruik sportparken/ lokalen.
1 observatiemethode.
SKBO
Via Doejemee lopen activiteiten
Spring
workshops aanbod door PM ers
ism Doe je mee. (begin 2014)
Invitare
*Doe je me met Sjors
*Intensieve samenwerking met de
Combinatiefunctionaris
*Participeren en aansturen bij biblio plus
Gemeente
Politiek moet afweging maken over continueren
combinatiefunct. vanaf 1 aug 2014
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
Een team JGZ 0-19 is in 2014 een feit
Niet volledig eens met bepaalde onderliggende
doelstellingen aan dit thema.
Contract met Doe je mee.
Aanbieden van workshops continueren.
Evalueren workshops
Zie jaarlijks terugkerende activiteiten
Nog niet bekend.
25
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.5.2. Kindcentra 0-12
Een van de meest vergaande vormen van een brede school is het integraal kindcentrum (IKC) met de
volgende kenmerken: één organisatie, één bedrijfsvoering en één multidisciplinair team. Om een
duurzaam integraal kindcentrum te realiseren is een bepaalde hoeveelheid kinderen noodzakelijk. Het
een en ander is afhankelijk van de schaalgrootte om de betreffende functies in te richten.
Doelstelling
Binnen de basisschool zijn alle kindvoorzieningen onder één dak gehuisvest en is er afstemming
tussen de partners over de aanpak en begeleiding van de kinderen.
Brede scholen 0-12 jaar in de kernen met een gezamenlijke missie en visie, met ruimte voor
eigenheid. Werken naar een Kindcentrum onder één dak (mogelijke uitzondering KDV Well dat
zeer dicht bij de school ligt), waarbij de bestuurlijke vormgeving (b.v. personele unie of een
knooppuntorganisatie) volgt op de inhoud.
Hoe
Binnen het accommodatiebeleid van de gemeente worden alle voorzieningen in een dorp binnen de
school gehuisvest.
De partners maken zelf afstemmingsafspraken.
Opstellen gezamenlijke missie, visie, plan van aanpak. Geen knip tussen instellingen.
Onderzoek naar aanstellen kindcentrum coördinator.
Bevorderen informatie en scholing alsmede tijd voor afstemming en leren van elkaar.
Verantwoordelijken
School.
Kinderdagverblijven, Ontwikkelings gerichte Kinderopvang, ondersteunende instanties, GGD
Limburg Noord, Centrum voor Jeugd en Gezin
Wie en wat hebben we hier voor nodig
- School
- Kinderdagverblijven, Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang, ondersteunende instanties: GGD
Limburg Noord, Centrum voor Jeugd en Gezin
Wat hebben we al (de 0-meting)
In Nieuw Bergen, Siebengewald en Wellerlooi zitten de organisaties al onder 1 dak, in Well
nagenoeg onder 1 dak.
Binnen het gemeentelijk accommodatiebeleid worden plannen verder uitgewerkt voor de andere
dorpen.
Inhoudelijke doorgaande lijn krijgt gestalte met name door de Voor- en Vroegschoolse Educatie
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Financien
Geen specifieke actie GGD, wellicht in de
toekomst n.a.v. plannen van de gemeente op
basis van de WMO.
Samenwerking intensiveren
Personele inzet bij vergaderingen
Verhuur aan Kienderbènkske ca.
€ 18.000,Samenwerking. Gezamenlijk gebruik.
Warme overdracht: ontwikkeling
1 kindvolgsysteem
Overlegvormen: deelname manager
*Vergaderingen m.m.v. leerkracht, idem SKBO
Specifiek voor dit onderdeel € 0,00.
Evt budget vrijmaken door ombuiging huidige
budgetten.
26
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
Doorontwikkeling JGZ naar JGZ 0-19 vindt intern
plaats vanuit basisbudget
Kienderbènkske
Verdieping op alle fronten.
Bezichtigingen elders in het land.
2016 is naar onze mening niet haalbaar.
SKBO
Zie accommodatiebeleid
Spring
ervaringen inventariseren
plan uitzetten en concreter maken
Invitare
Gemeente
Idem SKBO
Uitwerking na besluit integr acc beleid medio
2014
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
Een team JGZ 0-19 is in 2014 een feit
Niet volledig eens met doelstelling.
samenwerken
gez. gebruik intensiveren
Een doorgaande lijn gedragen lijn binnen één
formeel samenwerkingsverband
27
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Beleidsthema 6: Huisvesting
Krimp en integraal accommodatiebeleid
De basisscholen worden geconfronteerd met een krimp van het aantal leerlingen. Deze krimp
veroorzaakt leegstand van schoollokalen. De daling van het aantal leerlingen van 2005 tot 2017:
Plaats
2005
2017 Afname
Afferden
250
127
49%
Bergen
500
407
19%
Siebengewald
233
169
27%
Well
277
211
24%
Wellerlooi
157
74
53%
TOTAAL
1417
988
30,3%
Door de leegstand krijgen scholen te maken met financiële problemen. Daarbovenop zijn er in deze
sector meerdere bezuinigingen te verwachten (denk hierbij ook aan rijksbezuiniging). Interen op dit
budget heeft gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs en daarmee de ontwikkeling van het kind.
Samen met het onderwijs moet gekeken worden naar oplossingen voor dit vraagstuk.
Gelet op de ontwikkelingen inzake de vorming van kindcentra 0-12 jaar (zie hiervoor) dient dit in de
opzet van een nieuw accommodatiebeleid centraal te staan. In kindcentra werken met name de
ontwikkelingsgerichte kinderopvang, de kinderopvang, de buitenschoolse opvang en het
basisonderwijs zeer nauw samen met als doel dat elk kind zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen.
In dit kader dient er een oplossing gevonden te worden voor de leegstaande schoollokalen van nu en
op de langere termijn. In het integraal accommodatiebeleid dient rekening gehouden te worden met de
volgende ontwikkelingen:
- ontgroening (afname 0-19 jarigen)
- intensieve samenwerking 0-12 jaar (ontwikkeling tot kindcentra)
- vergrijzing (andere vraag accommodaties m.n. de mfc’s/gemeenschapshuizen)
- transities (jeugdzorg, begeleiding awbz naar wmo en participatiewet. Dit heeft consequenties voor
de accommodaties)
- minder financiële middelen.
Doelstelling
Binnen de basisschool zijn alle kindvoorzieningen 0-12 onder één dak (mogelijke uitzondering
KDV Well dat zeer dicht bij de school ligt), gehuisvest. Leegkomende schoollokalen worden
ingezet om andere partners in de school te huisvesten.
Hoe
- kindvoorzieningen worden zoveel mogelijk in de school gehuisvest
- leegstaande lokalen worden verhuurd aan kind gerelateerde instellingen en organisaties. Lukt dit
niet dan worden lokalen aan derden verhuurd
- de gemeente draagt bij aan een mogelijk exploitatietekort, zodat de school in een dorp kan blijven
bestaan
Verantwoordelijken
- gemeente, school en kinderdagverblijven zijn samen verantwoordelijk
Wie en wat hebben we hier voor nodig
- gemeente
- schoolbestuur (Stichting Katholiek BasisOnderwijs Bergen en Invitare) en scholen
- Kinderdagverblijven, Ontwikkelingsgerichte Kinderopvang , GGD Limburg Noord, Centrum voor
Jeugd en Gezin
- de dorpsraden/afgevaardigden van dorpen.
- Mogelijke investeringen om op ‘termijn’ doelstelling te kunnen behalen
Wat hebben we al (de 0-meting)
Projectteam gemeente/Stichting Katholiek BasisOnderwijs Bergen, plan van aanpak, discussienota en
begin uitvoering in dorpen.
28
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Financien
Geen specifieke actie GGD,
Accommodatiebeleid dorpsontwikkelingsplannen.
Personele inzet bij vergaderingen
Betaalbaarheid huur/ leegstand door krimp.
Personele inzet bij vergaderingen
Binnen huidig budget onderwijs- huisvesting, dus
middels ombuiging budget vrijmaken.
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
GGD
nvt
Kienderbènkske
Accommodatiebeleid dorpsontwikkelingsplannen
SKBO
Dorpenoverleg en met gemeente over
toekomstige huisvesting
Spring
Bezetting blijven bewaken
Verwachtingen in kaart brengen.
( geb.cijfers enz)
gebruikersoverleg
Invitare
Directeur heeft zitting in de bouwcommissie van
den Asseldonk
Gemeente
Uitwerking na besluit integr acc beleid medio
2014
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Borging
nvt
Dit traject is al breed ingezet
accommodatiebeleid
Uitvoering na gedragen besluit belanghebbenden
29
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
3.6. Beleidsthema 7: Gezond gedrag
Tegengaan van overgewicht
Uit cijfers van GGD Limburg Noord blijkt dat bijna één op de vijf 13/15 jarigen jongeren uit de
gemeente Bergen overgewicht heeft. Dit percentage ligt ruim boven het gemiddelde in Limburg Noord.
Zo ook bij de 5/6 jarigen en in mindere mate voor de 3 jarigen.
Overgewicht geeft onder andere medische klachten (veel last van gewrichtsproblemen, meer risico tot
artrose en diabetes, kortademigheid, slaapstoornissen en mogelijk een verhoogd cholesterolgehalte)
en kan leiden tot psychische problemen (pesten, depressief, sociaal isolement etc). Verder blijkt uit
onderzoek dat 80% van de kinderen die kampen met overgewicht hier op volwassen leeftijd nog
steeds last van heeft. Door op vroege leeftijd actie te ondernemen kunnen veel problemen voorkomen
worden en kunnen hogere curatieve (gezondheids)kosten bespaard worden.
De cijfers van de GGD Limburg Noord:
Doelstelling
In 2016 is het percentage overgewicht jongeren 3-jarigen, 5/6 jarigen, 11/12 jarigen en 13/15 jarigen in
de gemeente Bergen gedaald met 30% t.o.v. de cijfers 2009 (factsheet overgewicht en cijfers GGD
Limburg Noord) en komt dan uit op 6% (3-jarigen), 12% (5/6 jarigen), ’t gemiddelde percentage
Limburg Noord (11/12 jarigen daar hier geen cijfers voor Bergen beschikbaar zijn in 2008/2009) en
13% (13/15 jarigen).
Middels informatie en stimuleren van beweging wordt obesitas en overgewicht bij kinderen zoveel
mogelijk voorkomen
Hoe
Via integrale en intersectorale (inclusief ouders) benadering, waarbij aandacht voor beleid, voorlichting
en educatie, signalering en de fysieke en sociale omgeving. Tevens aandacht voor de doorgaande
lijn.
Verantwoordelijken
Iedere partij levert zijn eigen expertise, kwaliteit en capaciteit.
De GGD Limburg Noord vervult in de beginfase een verbindende en aanjagende rol. Het uiteindelijke
doel is dat de lokale netwerken en partners de initiatieven zoveel mogelijk zelf nemen en dragen.
Scholen (o.a. vanwege de programma’s waarin thema gezondheid is verwerkt
Gemeente: voorlichting, betrekken verenigingen bij activiteiten en specifieke programma’s,
combinatiefunctionaris
Kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang
Sportverenigingen
Wie en wat hebben we hier voor nodig
Gemeenten (diverse beleidsterreinen)
Ouders
Centrum voor Jeugd en Gezin
Combinatiefunctionarissen / Sportconsulenten
30
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
-
Buurtsportcoaches
Sport- en beweegaanbieders
Jeugdverenigingen
Kindervakantiewerk
Wijk-/buurt-/dorpsraden
Welzijnsorganisaties: jongerenwerk
Lokale middenstand
Verloskundigen
Kraamzorg
Wat hebben we al (de 0-meting)
3
Regioplan Sport Noord-Limburg 2012-2016, deelplan aanpak jongeren op gezond gewicht joGG7
met als uitgangspunten zo vroeg mogelijk starten met preventie (via de ouders) en de omgeving van
het kind/gezin.
Uitvoering landelijke richtlijn overgewicht Jeugd Gezondheid Zorg.
Borstvoedingsbeleid.
Werkwijzen/activiteiten/interventies op lokaal niveau.
Kosten en verdeling financiën (wat hebben we op genoemde onderdelen in de eigen begroting)
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
Financien
Dat wordt opgenomen vanuit plan G7, dit
gebeurd vanuit basisbudget.
Gezonde voeding.
Voedingsbeleid
Spring actief
Katern bewegen
Katern buiten spelen
Inzet uren pm ers en manager interview GGD
Buitenspel materiaal gekocht
Gymmethode aangeschaft op advies van de
combi functionaris
Verf gekocht om spelletjes op de stoep te
Schilderen
Binnen GGD begroting
Tijdpad/activiteitenlijst (welke activiteiten stellen we voor per beleidsthema en wat is het
voorgestelde tijdpad)
Partner
Tijdpad/activiteitenlijst
4
GGD
BBOFT boodschap wordt door alle
ketenpartners verkondigd, daardoor de
preventieve boodschap wordt versterkt> dit wordt
momenteel binnen de GGD opgepakt voor de
GGD medewerkers.
Leveren monitorgegevens van de
contactmomenten.
Kienderbènkske
Stimulering beweging.
Opvoeding ouders (BOFT-richtlijn
SKBO
Gymonderwijs, stimuleren sportactiviteiten i.s.m.
verenigingen en combin.functionaris, promoten
gezonde voeding (schoolontbijt, schoolgruiten).
Spring
Is al werkwijze bij spring. Doorlopend proces.
Invitare
Spelen op het plein geschilderdbuitenspel
3
De 7 regiogemeenten die samenwerken inzake het project jongeren op gezond gewicht. Deze 7
gemeenten zijn: Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel aan de Maas, Venlo en Venray.
4
BBOFT: Geef Borst voeding• Beweeg elke dag •Ontbijt elke dag •Fris water drinken uit de kraan •Tv
en pc? Zeg wat vaker 'nee'
31
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Gemeente
Borging
Partner
GGD
Kienderbènkske
SKBO
Spring
Invitare
Gemeente
bevorderen
*2 dagen per week verplicht “gruiten”
(groente/fruit) mee naar school
*Doorgaande lijn gym met ondersteuning van de
combi functionaris
*13-14 FitFoodFun bus, georganiseerd door de
ouderraad van de Klimop
Stimulering bewegen en subsidieverstrekking
Borging
Implementatie bij de medewerkers uit de GGD
van de BBOFT boodschap en borgen hiervan is
gepland.
1 systeem waar alle instellingen hun gegevens in
op kunnen slaan/ raadplegen. Opvallend gedrag
(zowel positief als negatief) stimuleren vanuit de
ouders
Wettelijk onderdeel van schoolplan
continuering werkwijze
Jaarlijks terugkerend proces binnen het beleid
van de Klimop (schoolplan/jaarplan)
Inbedding op die raakvlakken in bestaand beleid
32
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
4. Uitwerking LEA beleid
Deze LEA kent een breed aanbod van onderwerpen, domeinen, ambities, activiteiten en LEApartners.
Voor de realisering van de doelstellingen en gewenste resultaten is een daadkrachtige en
slagvaardige organisatie nodig waarin de gezamenlijke verantwoordelijkheid tot uitdrukking komt.
Daarbij is in deze organisatie sprake van herkenning en erkenning van de eigen verantwoordelijkheid
van de LEA-partners.
De LEA organisatie binnen de gemeente Bergen bestaat uit:
1. de stuurgroep Lokaal Educatief Overleg Bergen en
2. werkgroepen en eventueel themagroepen.
4.1.
De stuurgroep Lokaal Educatief Overleg Bergen
Doelen:
- Vaststellen van het brede beleidskader (ter voorbereiding van besluitvorming in de
afzonderlijke organisaties).
- Monitoring op hoofdlijnen.
- Faciliteren van de werkgroepen en uitvoerders.
Communicatie aan de eigen achterban.
Regie en coördinatie op de voortgang van de LEA activiteiten (geeft opdrachten aan werkthemagroepen).
Leden:
Bestuurders en/of vertegenwoordigers met mandaat alsmede locatiemanagers/uitvoerenden van:
- Stichting Invitare (college van bestuur en locatiemanager De Klimop).
- Stichting Katholiek Basisonderwijs Bergen (de beide directeur/bestuurders).
- Spring Kinderopvang (Lid Raad van bestuur en locatiemanager).
- Veiligheidsregio Limburg-Noord (beleidsmedewerker en coördinator Centrum voor Jeugd en
Gezin).
- ’t Kienderbènkske, Ontwikkelingsgerichte kinderopvang en kinderopvang (directeur en
locatiemanager).
- Gemeente Bergen (wethouder en adviseur welzijn).
Werkwijze:
- Het bestuurlijk overleg vindt minimaal driemaal per jaar plaats.
- Het overleg zal wisselend plaatsvinden op de locatie van de deelnemers.
- Wethouder is (technisch) voorzitter.
- De LEA is een open op resultaat gericht overleg middels consensus over diverse
onderwerpen. Bij meningsverschillen zal de rol en betrokkenheid van de diverse partners
bepalend zijn bij het innemen van een definitief standpunt.
4.2.
Werkgroepen en eventueel themagroepen
Onder het bestuurlijk overleg (de stuurgroep) zullen werkgroepen/themagroepen actief zijn die een
specifieke opdracht uitwerken.
Een werkgroep heeft de opdracht een beleidsthema uit te werken aan de hand van de vastgestelde
LEA nota. De werkgroep staat ‘onder leiding’ van een trekker.
Een themagroep (wordt ingesteld door een werkgroep) kan een bepaald speerpunt/onderdeel binnen
het beleidsthema uitwerken, het heeft een kop en een staart, er ligt een specifieke opdracht die
SMART uitgewerkt zal worden. Nadat de opdracht is vervuld wordt de themagroep ontbonden.
Themagroepen leggen verantwoording af aan de werkgroepen. De werkgroepen leggen jaarlijks
verantwoording af aan de stuurgroep.
33
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
Voor de beleidsthema’s worden de volgende werkgroepen en trekkers voorgesteld:
Beleidsthema
Werkgroepen
Trekker
Integraliteit onderwijs/
Een werkgroep formeren uit
jeugdzorg
bestaande activiteiten afstemming onderwijs/zorg en
ZAT/sociaal dorpsteam.
Taalbeleid
Bestaande werkgroep
coördinatiegroep VVE en de
themagroep ouderbetrokkenheid VVE.
Veiligheid in en om de school
Werkgroep vormen uit partners
convenant voor opstellen van
integraal veiligheidsplan.
Ouderbetrokkenheid
Nieuwe werkgroep, mogelijke
basis opbrengst themagroep
ouderbetrokkenheid VVE.
Brede School
Een werkgroep kindcentrum 012 jaar. Mogelijke themagroep
Stg. Doe je Mee.
Huisvesting
Werkgroep is het projectteam
SKBO/gemeente.
Gezond gedrag
Werkgroep formeren.
Na vaststelling van deze LEA-nota wordt door de stuurgroep voor elke werkgroep een “trekker”
benoemd, die een opdracht, samenstelling werkgroep en tijdspad voor de werkgroep gaat opstellen.
Het bestuurlijk LEA-overleg stelt die opdracht vervolgens vast. De trekker werkt met het onderstaande
voorbeeldformat.
Naam beleidsthema:
Integraliteit onderwijs/jeugdzorg
Speerpunt 1: Snel, effectief en preventief hulp bieden aan kinderen die extra ondersteuning nodig
hebben bij opvoeden, opgroeien en onderwijs. Hierbij werken onderwijs en jeugdzorg samen waarbij
de hulp geboden wordt in de eigen omgeving van het kind. De passende hulp wordt in samenhang
van ieders professie geboden vanuit de vraag, dichtbij het kind, vanuit het principe één kind, één
gezin, één plan, waarbij uitgegaan wordt van de mogelijkheden van het individuele kind. Ouders zijn
verantwoordelijk voor hun eigen kind, professionals dienen actief te reageren indien de veiligheid van
het kind in het geding komt.
Op 1 december 2014 werken onderwijs/leerlingencoördinator en gezinscoach sociaal dorpsteam
samen volgens de gezamenlijke uitgangspunten (einddoel SMART).
Speerpunt 2: Afspraken maken tussen ouders, ‘Interne Begeleiders’, leerkrachten, en ‘zorg’ hoe
problematiek (met name ontwikkelings- opvoedkundig gericht) voor het betreffende kind kan worden
aangepakt. Zo dicht bij als mogelijk en zo ‘eenvoudig’ als mogelijk
Op 1 maart 2015 zal op elke school, psz en kinderdagverblijf een klein ‘ZAT’ functioneren bestaande
uit de leerlingcoördinator en de ‘gezinscoach’ van het sociaal dorpsteam (einddoel SMART).
Contactpersoon (trekker):
Werkgroepleden:
Opzet:
Activiteiten:
Tijdpad:
Kosten:
Evaluatie:
34
LEA 2014-2017 ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst 2.0’
Versie 28 april 2014
De trekker dient tevens zorg te dragen voor de rapportage ‘jaarlijkse verantwoording aan de
stuurgroep’. Hierbij dient het volgende format gevolgd te worden.
Naam beleidsthema:
Integraliteit onderwijs/jeugdzorg
LEA speerpunten
1. Decentralisatie jeugdzorg/passend onderwijs
2. Zorg in en om de school (Zorg Advies Teams 0-12 jaar)
Contactpersoon (trekker):
Datum:
1 oktober 2014
Periode:
2014 en 2015
Algemene doelstelling:
Speerpunt 1: Snel, effectief en preventief hulp bieden aan kinderen
die extra ondersteuning nodig hebben bij opvoeden, opgroeien en onderwijs. Hierbij werken onderwijs
en jeugdzorg samen waarbij de hulp geboden wordt in de eigen omgeving van het kind. De passende
hulp wordt in samenhang van ieders professie geboden vanuit de vraag, dichtbij het kind, vanuit het
principe één kind, één gezin, één plan, waarbij uitgegaan wordt van de mogelijkheden van het
individuele kind. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun eigen kind, professionals dienen actief te
reageren indien de veiligheid van het kind in het geding komt.
Speerpunt 2: Afspraken maken tussen ouders, ‘Interne Begeleiders’, leerkrachten, en ‘zorg’ hoe
problematiek (met name ontwikkelings- opvoedkundig gericht) voor het betreffende kind kan worden
aangepakt. Zo dicht bij als mogelijk en zo ‘eenvoudig’ als mogelijk.
Gerealiseerde SMART doel(en):Speerpunt 1: Op 1 december 2014 werken onderwijs/leerlingencoördinator en gezinscoach sociaal dorpsteam samen volgens de
gezamenlijke uitgangspunten
Speerpunt 2: Op 1 maart 2015 zal op elke school, psz en
kinderdagverblijf een klein ZAT functioneren bestaande uit de
leerlingcoördinator en de ‘gezinscoach’ van het sociaal dorpsteam.
Welke kengetallen zijn er verzamelt met het oog op de verantwoording van de doelen (b.v.
overeenkomsten, protocollen, getallen over resultaten van leerlingen, deelnamecijfers, bereikte
doelgroepen etc.)
35