Nieuwsflits nr. 2 - Griftland College

Nieuwsbrief voor ouders/verzorgers van leerlingen
van klas 2,3,4,5,6 vwo van het Griftland College
Redactie en samenstelling: vwo-team o.l.v. Klaas de Waard,
afdelingsdirecteur vwo ([email protected])
Eindredactie: Monica Korpelshoek,
directie-assistent ([email protected])
Nieuwsflits vwo
1e jaargang, nummer 2
Dinsdag 16 december 2014
1
Inleiding
Klaas de Waard, afdelingsdirecteur vwo
In de afgelopen maanden hebben we nogal wat veranderingen gezien. Een 60minutenrooster, vier toetsweken voor de bovenbouw en de digitale schoolagenda om maar
een paar zaken te noemen. Het gaat om veranderingen en verbeteringen die organisatorisch
van aard zijn. Die veranderingen zijn ten dienste van het centrale thema Betekenisvol Leren.
Daar gaat het om, betekenisvolle lessen met contact, vorm en inhoud. Juist daarom heeft de
afdelingsleiding in de afgelopen weken bij alle docenten een lesbezoek afgelegd. Dit
lesbezoek is nabesproken met in dat gesprek het accent op contact, vorm en inhoud. We
zien bij deze bezoeken veel betekenisvolle elementen. Ook in de klankbordgroepen horen we
positieve geluiden, met natuurlijk de kanttekening dat er ook teleurstellingen zijn. Maar we
zijn op de goede weg.
Verder vindt u in deze nieuwsflits bijdragen over allerlei zaken, van Anne Frank tot Praag,
van excellentiebevordering tot de lessen Engels.
Excellentiebevordering
Klaas de Waard
Het doel van het excellentiebeleid is om alle talenten tot hun recht te laten komen. Dat
betekent dat leerlingen op alle niveaus kunnen excelleren. Dat is een lange-termijndoel,
waarbij eerst keuzes voor de korte termijn gemaakt moeten worden.
We kiezen in eerste instantie twee prioriteiten:
1. Het VX-programma voor de brugklas en de klassen 2 en 3. Voor alle docenten die hier
lesgeven zijn vier werkmiddagen gepland. We informeren elkaar en we delen ‘good practice’.
Ook is voor de tweede werkmiddag een externe spreker uitgenodigd.
2. Het honoursprogramma voor de bovenbouw gaat dit jaar van start in klas 4V. Het honoursprogramma is een logisch vervolg op VX en voorziet in een behoefte. Het motiveert leerlingen
om iets extra’s te doen, het verbreedt de horizon van leerlingen en het daagt uit. Die
programma’s leveren een betekenisvolle invulling aan het programma van de honoursleerlingen met daarbij een uitstraling naar de andere leerlingen. Door het honoursprogramma krijgen de hoogbegaafde leerlingen zowel een uitlaatklep als een platform: een
uitlaatklep om op een ander niveau met creatieve ideeën bezig te zijn en een platform om te
presenteren wat men heeft gedaan. Bijkomend voordeel is dat de leerlingen een mooi
portfolio krijgen voor de toelating tot een vervolgstudie.
.
1
Midweekbericht
1082
Verslag actiedag tweede klassen
Lize van den Berg, stafdocent vwo/coördinator actiedag
2
Met een tevreden gevoel kunnen we terugkijken op de actiedag van vrijdag 17 oktober 2014. De
leerlingen van klas 2 hebben zich die dag geweldig ingespannen om zoveel mogelijk geld in te
zamelen voor de renovatie van het Centro de Encontro/Escola de Rua in Maputo, de hoofdstad van
Mozambique.
Na een goede voorbereiding
op school en in vele gevallen
thuis gingen de leerlingen
enthousiast en gemotiveerd,
in groepjes, op stap. De
leerlingen waren vindingrijk in
het verdienen van geld. Van
broodjes worst en hamburger
tot het wegbrengen van
boodschappenkarretjes
en
statiegeldflessen. Maar ook
van
het
verkopen
van
zelfgemaakte sieraden en
sleutelhangers tot tuinieren
en auto’s wassen. Kortom
zeer gevarieerd en succesvol.
Onder
leiding
van
de
mentoren werd 's middags al
het geld geteld en werden de
enthousiaste verhalen aangehoord. Uiteindelijk kon in de loop van de middag een bedrag van zo’n € 6000,- overhandigd worden
aan de leden van de Derde Wereld Groep Soest. Een geweldig resultaat! Als organisatiecommissie
hoop je op een succesvolle actie, die in een goede sfeer verloopt. Mede door het enthousiasme van
de leerlingen en de mentoren is dat geheel uitgekomen. Ook de steun die ouders gegeven hebben
aan het programma van hun kind(eren) mag genoemd worden. Hartelijk dank daarvoor.
SchoolVragenLijst: spannend
Astrid Suijkerbuijk (docent godsdienst) & Gerjo Schakel (docent Nederlands), coördinatoren SVL
Iedereen maakt wel eens een situatie mee die hij/zij spannend vindt. Wanneer vond u voor het laatst
iets spannend? Die test vorige maand, of dat feestje waar u niemand kende? Gezonde spanning
kennen we allemaal en is soms zelfs wel prettig om je bijvoorbeeld te concentreren op een test of bij
een presentatie. En op dat feestje viel het misschien achteraf ook wel allemaal mee. Vervelender
wordt het wanneer we last krijgen van die spanning. De test waar u opeens niet alles meer wist, of het
hakkelen tijdens een presentatie op uw werk. En op dat feestje wist u niet meer zo goed wat u moest
zeggen om ertussen te komen, en u klapte volledig dicht. Het feestje was niet zo leuk meer.
In de laatste weken voor de kerstvakantie wordt in alle eerste en tweede klassen de
SchoolVragenLijst afgenomen. De leerlingen vullen een heleboel vragen in. Er wordt gekeken naar
het ‘welbevinden’ van uw kind. Hoe voelt hij/zij zich op school, in de klas? Wat vindt hij/zij van het
huiswerk? Hoe voelt hij/zij zich tijdens toetsen? Soms kunnen leerlingen tobben met angsten en
onzekerheden die hun schoolprestaties en/of sociale contacten negatief kunnen beïnvloeden. Wij
nemen deze problematiek op het Griftland College serieus.
In overleg met de mentoren kunt u een uitnodiging krijgen voor een informatieavond over een sociale
vaardigheidstraining of een training ‘Grip op je gevoel tijdens spannende gebeurtenissen’. Zowel u als
uw kind worden voor deze avond uitgenodigd. Deze trainingen worden door Beweging 3.0 op school
gegeven. Als u een uitnodiging voor één van de avonden ontvangt, dan kunt u daarna beslissen of uw
kind baat heeft bij één van deze trainingen.
2
Theaterbezoek 3 vwo aan ANNE
Michael van ’t Veer (docent LO), Ellen Wind (docent Nederlands), mentoren 3 vwo
3
Onverwacht werden alle
leerlingen van 3 VWO
uitgenodigd
om
de
theatervoorstelling ANNE
bij te wonen in het
gloednieuwe
Theater
Amsterdam. Op woe. 29
oktober vetrokken de
leerlingen per bus o.l.v.
hun
mentor
richting
Amsterdam, om aldaar de
indrukwekkende theatervoorstelling over Anne
Frank te bekijken.
De leerlingen werden
geraakt
door
de
confrontatie met Anne,
een meisje met lef en
dromen dat net zo oud
was als zij nu zijn, maar in
een andere wereld leefde
en haar dromen niet kon
verwezenlijken. Ademloos
en onder de indruk
hebben de leerlingen
geluisterd en gekeken
naar het toneelstuk en het
schitterende decor. Hun
keurige gedrag in het
theater deed recht aan de inhoud van dit prachtige stuk en daar mogen ze trots op zijn. Al met al een
voorstelling waarover in de bus nog uitgebreid werd nagepraat. De excursie vond plaats in het kader
van het vak geschiedenis en was een unieke manier om op een betekenisvolle wijze iets te ervaren
van de Tweede Wereldoorlog in Nederland.
Reisverslag werkweek Tsjechië
Jasmijn Dirkse (5 vwo)
Maandag 13 oktober reden we iets voor 6.30 uur richting Klášterec nad Ohri. Daar aangekomen, na
een rit van 12 uur, gingen we de school in. We kregen de opdracht om de Tsjechische leerlingen te
zoeken met een speurtocht. Toen we ze gevonden hadden, mochten we
even wat eten. Daarna waren in de gymzaal een aantal optredens. De
Tsjechen hadden een dans voorbereid en wij gingen zingen. ‘s Avonds
gingen we naar het hotel en zijn we lekker gaan slapen! Dinsdag bleven we
nog tot 15.00 uur in Klášterec om presentaties voor te bereiden en te
presenteren. We kregen daarna een rondleiding van de leerlingen door het
mooie dorpje met het schitterende park!
Vervolgens reden we naar Praag. Daar splitsten we in 5VA en 5VB en
gingen we naar twee verschillende hotels. ‘s Avonds maakten we een mooie
wandeling op de burcht, waarbij groepjes bij de verschillende gebouwen een
presentatie over de bouwstijlen gaven.
3
Woensdag hebben we de stad verkend met de stadswandeling waarbij
we vragen moesten beantwoorden. ’s Middags kregen we een paar uur
vrije tijd en ’s avonds hebben we op de Moldau gevaren met een
rondvaartboot.
4
Donderdag gingen we overdag naar het voormalige concentratiekamp
Terezin, wat ik erg heftig vond. De plaats is heel indrukwekkend maar
wel een echte aanrader. Gewoon het idee dat ik daar liep als vrij
persoon, die erg gelukkig is. Dat ik op de zelfde plek heb gestaan als
mensen die het zo moeilijk hadden.
’s Avonds gingen we naar het Standentheater
waar we de opera ‘Olimpiade’ hebben gezien.
Het gebouw en de aankleding ervan waren erg
mooi!
Vrijdagochtend was het alweer tijd om naar huis te gaan. Dit keer hadden we
een lange en vermoeiende busreis. Iedereen had het heel erg naar zijn zin
gehad.
Jet-Net en de bètadagen
Saskia Plekkenpol, docent natuurkunde, bètacoördinator
Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is een samenwerking tussen bedrijven,
onderwijs en overheid. Doel is om havo/vwo-leerlingen een reëel beeld te geven van bèta en
technologie en hen te interesseren voor een bèta-technische vervolgopleiding. Het Griftland College is
via Jet-Net gekoppeld aan TNO, ‘ons’ Jet-Net bedrijf. Als Jet-Net school mogen we ook meedoen met
een aantal externe activiteiten. Zo zijn we eind november met 12 leerlingen uit 5V naar de Jet-Net
Careerday in Delft geweest. Een ochtend met bèta-technische workshops, verzorgd door Jet-Net
bedrijven. Begin maart doen we weer met 5V
mee met ‘Meet the boss’. Een debatwedstrijd
tussen 4 scholen en een directeur van een
bèta-technisch bedrijf. Intussen wordt ook
voor andere jaarlagen gekeken naar
interessante bèta-activiteiten.
Vrijdag 12 februari organiseren diverse
universiteiten, waaronder de universiteit
Utrecht, de jaarlijkse bètadagen. Een
voorlichtingscircus met diverse workshops.
Doel is leerlingen van 3V te interesseren
voor bèta en techniek. Naast onze jaarlijkse
profielkeuzeworkshops in maart, is dit een
goede aanvulling voor leerlingen die twijfelen
of een natuurprofiel iets voor ze is. Meer
informatie is te vinden: www.betadagen.nl
4
Uitgelicht: Focus op ontwikkeling bij Engels in de bovenbouw
Koos van ’t Hul MEd, docent Engels
5
Sinds een aantal jaar heeft het Griftland College een succesvolle, ontwikkelingsgerichte
leeromgeving bij Engels in de
bovenbouw. Met dit artikel willen wij u
als ouders hierover informeren.
Met ons leertraject hebben we
getracht
om
motivatie,
zelfverantwoordelijkheid,
kritisch
denken en vooral het ontwikkelen van
taalleerstrategieën
en
literair
bewustzijn te stimuleren. Daarom
onderscheidt het leertraject in onze
bovenbouw zich op een aantal
belangrijke punten van de manier
waarop ‘traditioneel’ taalonderwijs is
ingericht.
Het meest opvallend hierin is het
ontbreken van een lesboek: omdat vrijwel alle lesmethodes zijn opgezet volgens het
kennisoverdrachtelijke onderwijsmodel, maken lesmethodes de leerlingen passieve
‘ontvangers’. Ook nemen lesmethodes een belangrijk deel van het initiatief, strategisch denken
en de verantwoordelijkheid van de leerlingen (en de docent!) over. Bovendien kiezen uitgevers
gemakshalve voor de ‘bouwsteen-aanpak’ van taalonderwijs, wat betekent dat woordenschat,
grammatica en vaardigheden als aparte eenheden worden aangeboden.
Het bovengenoemde is nogal strijdig met de enorme hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek
naar tweede taalontwikkeling, zoals dat de laatste decennia is uitgevoerd. Samengevat lijkt het
erop dat taalontwikkeling niet een lineaire vaardigheid is, als een muur die vanaf de grond wordt
opgebouwd met stenen, maar dat er veel ontwikkeling tegelijkertijd plaatsvindt, afhankelijk van
de blootstelling aan de taal. Die wetenschap roept om een andere aanpak van het taalleerproces, gericht op het integreren van vaardigheden met inhoud en het ontwikkelen van
inzicht in het eigen leren.
Daarnaast is er de laatste 20 jaar langzaam een verschuiving geweest in de opvattingen over
leren en onderwijs in het algemeen: in plaats van een nadruk op kennisoverdracht – de leraar
vertelt, de leerling ‘absorbeert’, reproduceert en past toe – is er meer aandacht voor eigen
kennisverwerving van de leerlingen.
Het verwerven van taalkennis vraagt om communicatief bewustzijn, taalbewust zijn en
leerstrategie. Communicatief bewustzijn houdt in dat een leerling zich bewust wordt van de
betekenis van woorden, hoe die samenhangt met het type teksten en taalgebruiksituaties, wat
het effect van bepaalde taal is op henzelf en hoe zij die kennis kunnen inzetten. Taalbewustzijn
houdt in dat een leerling kennis en inzicht verwerft over de structuur van de taal. Leerstrategie
tenslotte hangt samen met de kennis van de leerling over de stappen die moeten worden
doorlopen om zelf een taal te leren.
5
Binnen onze bovenbouw werkt dat in praktische zin op de volgende manier:
6
We starten in klas 4 met een module Language
Intensive – taal intensief. De bedoeling van die
module is dat we leerlingen op een snelle, intensieve
manier laten werken aan hun woordenschat,
leesvaardigheid en grammaticale kennis. Ook
besteden we nadrukkelijk aandacht aan de manier
waarop woorden geleerd kunnen worden, de
betekenis van woorden in verschillende teksten en
hoe je woorden leert gebruiken. De nadruk bij de
woordenschat ligt dus niet op het memoriseren
(stampen), maar op het leren gebruiken van nieuw
geleerde woorden in een context. Daarom schrijven
leerlingen voor woorden en woordcombinaties zelf
contextzinnen. De docent begeleidt de leerlingen bij
het schrijven van die zinnen, stuurt het proces, laat zien op welke manier er interessante
woorden uit een tekst kunnen worden gehaald, en hoe die vervolgens in een nieuwe context
kunnen worden gebruikt. De rol van de docent is nadrukkelijk die van rolmodel (hoe leer ik zelf
een taal), coach en begeleider van het leerproces. Wat voor leerlingen vaak nieuw is, is dat zij
zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun aandeel in het leerproces. Het
onderwijsproces in de bovenbouw is bij Engels echt team play.
Dat houdt in, dat zij zelf kritisch moeten zijn op de manier waarop zij werken, maar ook op hun
geproduceerde werk zelf. Ook is het hun verantwoordelijkheid om de tips en de trucs die de
docent aandraagt, serieus te nemen. En te besluiten wanneer zij hulp moeten inroepen. En hier
gaat het in het begin wel eens mis: Als de docent zegt dat de beste manier van werken is van
stap A -> stap B -> stap C, zijn leerlingen nogal eens geneigd om stap B over te slaan omdat dit
efficiënter lijkt. In een kennisoverdrachtelijke leeromgeving is dat vaak ook niet zo erg, want aan
het eind kunnen zij dan nog snel wat stampwerk doen en daarmee hun cijfer redden. Bij onze
leeromgeving heeft een ineffectieve werk- of leerhouding echter direct gevolgen voor het
eindresultaat: aan het eind stampen heeft vaak helemaal geen zin, en kan ook vaak niet. De
nadruk ligt namelijk op het opbouwen van kennis en vaardigheden gedurende de periode.
Daarom ervaren leerlingen Engels in de bovenbouw ook als ‘veel werk.’
In de 3e klas wordt er op beperkte schaal af en toe gewerkt als in klas 4: op basis van de
woorden in de lesmethode, schrijven leerlingen bij de toets bijvoorbeeld contexts. Helaas is het
omschakelen van een passief-ontvangende houding naar een zelfverantwoordelijke houding
niet goed geleidelijk te maken in klas 4: Leerlingen hebben het nodig om een noodzaak te
voelen iets aan hun eigen leerhouding te doen. Onze ervaring is dat na periode 1 veel
leerlingen daarin een grote stap voorwaarts maken.
”Goed onderwijs is niet het vullen van een
vat, maar het ontsteken van een vuur.”
OMDENKEN
Omdat leerlingen in veel modules zelf inzicht verwerven, eigen woordenschat opbouwen en
werken aan hun eigen vaardigheden, zijn er bij veel opdrachten geen eenduidige antwoorden.
Die worden door de docent dus niet verstrekt. Sterker nog, een aantal opdrachten heeft een
open einde. Dit betekent dat het resultaat van de opdracht volledig afhangt van het werk dat de
leerlingen zelf doen, zoals bijvoorbeeld een presentatie doen over een gedicht of een essay
6
7
schrijven. Uiteraard wordt er wel gewerkt met feedback, veelal wekelijks door nakijklessen/duoof groepsrevisie van werk en vragenrondes in de klas. Bij de schrijfvaardigheidsmodules wordt
ook directe feedback gegeven op de geschreven tekst. Het leerrendement zit voor een
belangrijk deel in de wijze waarop de leerling deelneemt aan die reflectiemomenten en
revisieactiviteiten, en of daarbij ook de expertise van de docent wordt betrokken. Tenslotte
wordt bij een aantal modules inmiddels gewerkt met gedetailleerde rubrics; een uitgewerkt
beoordelingsmodel waaraan de leerlingen hun eigen werk kunnen spiegelen.
U kunt uw kind helpen door te vragen naar de manier waarop het met de leerstof bezig is: is uw
zoon/dochter zich bewust van de stappen in het leerproces, waar de informatie daarover te
vinden is en hoe er wordt toegewerkt naar het eindproduct, of naar de toets? Is er een rubric?
Worden de leerstappen ook daadwerkelijk uitgevoerd? Alle informatie over het proces, de
toetsing en de werkwijze is via Itslearning te raadplegen en per module wordt dit ook met de
leerlingen besproken.
Wij geloven, gesteund door groeiend wetenschappelijk bewijs, dat onze pedagogischdidactische aanpak een positief effect heeft op de betrokkenheid, leerhouding en taalontwikkeling van leerlingen. In de 6 jaar dat wij op deze manier werken zien wij dit ook terug in
onze examenresultaten. We krijgen ook van oud-leerlingen terug dat zij in het hoger onderwijs
een gunstig verschil opmerken tussen hun eigen taalvaardigheid en die van medestudenten.
Mocht u vragen hebben over het bovenstaande, neemt u dan contact op met de betrokken
vakdocent.
****
7