Zondag 25 december 2014 Voorganger: ds. A. van der Zijpp

 Zondag 25 december 2014 Voorganger: ds. A. van der Zijpp Schriftlezingen:
Jesaja 41: 17‐20, Mattheus 2: 1‐12, 13‐14; 16‐20 Thema:
Dat de horizontale lijnen mogen worden doorkruist door de verticale M.m.v. het Gemeentekoor van de Doopsgezinde Gemeente Utrecht en Trio Movendi Broeders en zusters, Kerstmis is een feest, waarbij het vrijwel onmogelijk is om er neutraal tegenover te staan. De hele wereld is in beweging rondom het kersteten en de kerstkleding, de familie die wel aanwezig is bij het kerstdiner, en de familie die er niet is bij het kerstdiner. Al wekenlang worden we belaagd met wilde en tamme dieren en de heerlijkste recepten om ze in een pan te stoppen. En maken we ons druk over de juiste tafelschikking, want al moeten we dan ook wel aan eenzelfde kersttafel, we kunnen niet allemaal zomaar door één deur. Bovendien is het in deze tijd van het jaar ook zo gruwelijk donker, 's morgens vroeg is het nog nacht, en de dag is halverwege en dan wordt het alweer zo vreselijk donker. Dat donker gaan we te lijf met alles wat we uit de kerstdozen van vorige jaren hebben getrokken: afgelopen week heb ik er bijna twee uur over gedaan om vier kerstlichtjessnoeren te ontwarren. Uiteindelijk heb ik ze maar op een hoop gelegd en aangestoken. Vol verwachting keek ik uit naar het moment dat de arrenslee van de overburen zou worden geïnstalleerd. Als die aan is kan ik er gewoon de krant bij lezen. Er is in deze kersttijd horizontaal gezien heel wat aan de hand, zoveel is duidelijk. De eigenlijke aanleiding is een verticale lijn, een lijn die loopt van God naar mensen, en ook omgekeerd, van mens naar God. Beide lijnen zijn nodig, horizontaal kan niet zonder verticaal en omgekeerd. Hoewel veel mensen waarschijnlijk in deze tijd weinig tot geen idee hebben van het verticale, zit er toch in het achterhoofd wel een vage notie van een kribje met een kindje er in waar men zich in de kerk om de een of andere reden erg druk over maakt. Het kindje is door een zwangere maagd ter wereld gebracht, tjonge, waar zijn ze in de kerk toch allemaal wel niet mee bezig. De verticale lijn ‐ ik ben de eerste die zal toegeven dat die wel mooi maar niet makkelijk is ‐ heeft de horizontale vertaling ook nodig. Verticaal bezig zijn, dat zou in de eerste plaats de taal van de theologen kunnen zijn, die volgens het preekrooster met name het Johannesevangelie moeten lezen, de regels over het Woord uit den beginne dat nu vlees is geworden. De beroemde, en beruchte theoloog Drewermann zei ooit in een toespraak die hij voor dienstdoende dominees hield, dat ze, als ze in hun kerstpreek flink tekeer waren gegaan over dat vleesgeworden woord, die preek best nog een keer zouden kunnen houden. De mensen in de kerk zullen zich er waarschijnlijk niets van herinneren. Als u, zei Drewermann, in de sfeer van die woorden blijft, en zuiver abstracte taal gebruikt, dan zal uw preek het ene oor in en het andere weer regelrecht uit gaan. En dan kunt u die preek ook best nog een derde keer houden. Tot zo ver Drewermann. En tot zo ver de verticale lijn van de dogmatiek. Noodzakelijk, maar niet teveel daarvan. Er is nog een andere verticale lijn, dat is de mystiek. Niet iedereen geeft eenzelfde omschrijving voor dat woord, maar je zou mystiek kunnen vertalen als de gevoeligheid voor 'iets anders', voor een werkelijkheid die niet tot de berekenbare wereld der dingen hoort. Maar als wij stervelingen al te snel gaan opstijgen richting het mystieke duister waar God woont, dan raken we elkaar ook weer kwijt. Ik pleit er voor om alle sferen en lijnen met elkaar te verbinden, zodat Kerstmis een schitterend, diepdoorvoeld en wezenlijk feest voor ons wordt. Alle horizontale lijnen doorbroken door theologische noties en mystiek bewustzijn. En we laten alles hier midden tussen ons in landen. ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Vannacht is, midden tussen ons in, het kindeke Jezus geboren in een stal in Bethlehem, gelegd in de voederbak van de ezel, engelen zongen en hielden de wacht, zijn moeder was een maagd, zijn vader was timmerman. U begrijpt nu ogenblikkelijk dat de horizontale gegevens onbegrijpelijk zijn, zolang we er niet iets van theologie en mystiek op los laten. Dat geldt ook voor de schriftlezing uit het Mattheusevangelie. Wij zien daar een drietal (zegt men) horizontaal wandelende wijzen, die op hun weg worden geleid en vergezeld door een verticaal naar beneden schijnende ster. Met Kerstmis maak ik graag een potpourri van alle gegevens rondom de geboorte van Jezus. Zoiets als de klassieke kerststal, waar alle kerstfeiten, opgevist uit de 4 evangeliën, uit ook het O.T. en vanuit volkslegenden en mythen, broederlijk en zusterlijk samen staan opgesteld. Alleen mocht pas vannacht het kindje Jezus in z'n bakje worden gelegd. Mattheus, Markus, Lukas en Johannes verschillen nogal in de nadrukken, die zij leggen. En de vraag welke het allerwaarst is, is de minst interessante die je kunt stellen. Voor vandaag heb ik voor Mattheus gekozen, omdat daar een grote nadruk op de vijandige koning Herodes wordt gelegd, en omdat er in de wereld van ons heden ook zoveel Herodessen rondlopen. Omhooggevallen regenten, die bang zijn voor het wezenlijke licht en daarom des te harder schreeuwen en regeren. Want dat gebeurt hier. Als de drie magiërs, koningen, wijzen uit het oosten ‐ het kan allemaal, maar ik vind de wijzen de mooiste benaming ‐ als zij aan Herodes vragen waar de pasgeboren koning van de Joden is, schrikt hij. Een kind met koninklijke allure? Er is er maar één met die titel, en dat is hij. De vraag 'waar is de koning'' brengt heel Jeruzalem in rep en roer, lazen we. Alle hogepriesters en schriftgeleerden worden bijeen geroepen om na te denken over 'waar is dat koninklijke kind'. Ze komen er uit als ze de Schrift open slaan. In Bethlehem. De rest van zijn leven besteedt Herodes aan het bestrijden van 'die andere koning''. Als een brute fanaat maait hij met zijn bevelen in het rond, en geeft uit gefrustreerde woede het bevel om in en rond Bethlehem alle jongetjes van 2 jaar en jonger om te brengen. Klassiek is de weeklacht van Rachel, die nog altijd huilt om haar dode zonen, en die niet wil of kan worden getroost. Herodes is erg met de heilige familie bezig; omgekeerd is de heilige familie erg met Herodes bezig. We zien hen onderweg in een onrustige trektocht richting Egypte, om de woede van Herodes te ontlopen. Ook hier weer een verticale inmenging van opnieuw een engel, die hen zegt waar te gaan. Het was een beetje een onrustige kraamperiode voor het gezin, maar zoals zoveel gegevens van Kerstmis is dat programmatisch voor de rest van het leven van Jezus. In de eerste jaren van zijn leven kende het kindeke maar weinig rust, later lezen we het zo: 'De Zoon der mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.' Het Licht van deze wereld kan niet stil gaan zitten. Het heeft als essentie te stralen, te schijnen, te verwarmen en te verwijzen. En nu zien we weer opnieuw hoe de aardse feiten ‐ de horizontale gegevens ‐ nietszeggende geschiedenis blijven, als ze niet verticaal worden vermengd met een snufje dogmatiek, en een vleugje mystiek. Er wordt hier niet zomaar een kindje geboren. We zijn hier bezig met de winterzonnewende, zegt het antroposofisch gedachtengoed. We zijn beland in dat deel van het jaar, waarin de zon en haar licht de minste invloed heeft, en het duistere donker de grootste. En in de allerdonkerste nacht wordt op aarde de zon, het eeuwige licht opnieuw geboren. ...................... Voor wie niet zo antroposofisch aangelegd is, zijn er de visioenen in bijvoorbeeld het O.T. Van eeuwigheid tot zaligheid lopen er mensen rond met visioenen in hun hoofd en hart. Verlangen en hoop en zeker weten dat je het altijd mag blijven geloven dat het ooit voor altijd licht mag zijn tussen de mensen. Geen Herodessen meer; geen wenende Rachels, geen dode kinderen, geen vluchtende stromen mensen, omdat potentaten die schreeuwen en haten de baas zijn. Alle boeken van het O.T. barsten bij tijd en wijlen los in een poëtische, profetische jubel over hoe God de aarde omvormt van een dorre, kale, troosteloze vlakte en er vruchtbaar, springlevend woonoppervlak van maakt. Ik laat op kale heuvels rivieren ontspringen en bronnen in valleien. In de woestijn laat Ik meren ontstaan, en in diezelfde woestijn plant Ik ceder en acacia, mirte en olijf. Het is profetische taal, die aan de hand van een soort National Geografic‐filmbeeld ons voorhoudt, ons uitlegt, ons op het hart drukt, die visioenen nooit los te laten. Tja, wat moet je anders als je je horizon bekijkt, en voelt hoe een mystiek zeker weten verticaal jou doorsnijdt, wat kun je anders doen dan beeldende taal gebruiken? Woorden die alleszeggend zijn. Wat dor en droog en kaal en onvruchtbaar is zal levend zijn, en mooi en groen en vruchtbaar. Oftewel: leven, eten, warmte, vrede en liefde voor alles en iedereen onder de zon, om het met Prediker te zeggen. Alle visioenen komen in één donkere winternacht samen. Zo vaak denken mensen maar door te moeten sjouwen naar de horizon: zij lopen te zingen, te vechten, te huilen, te bidden, te lachen, te werken en te bewonderen. Je ziet ze soms omringd door de kerstverlichting, maar in hun ogen zit geen licht. Alleen maar je leven leven op horizontaal niveau, wat een rommelig, ontluisterd leven. Dat is: niet luisteren naar je eigen hunkerende hart. Dat is: geen oog hebben voor de boodschap van boven. In Kerstmis komen alle beloften en visioenen samen in één klein mensenkindje, gewikkeld in een doekje en liggend op stro. Zeker, een weerbarstig verhaal, waarin de geschiedenis wordt beschenen en doorkruist door mystiek, legende, theologie en ons gelovend hart. Ik hoop en verwacht, dat de boodschap in deze overdenking uw ene oor in is gegaan, en het andere niet weer uit. Dat u de boodschap meeneemt naar huis, en dat u er prachtige donkere dagen van kunt maken. Dan schrijf ik volgend jaar gewoon weer een nieuwe preek, al zal die wel over dat eeuwige licht in ons duister gaan. Amen