Indrukwekkende bijeenkomst Yad Vashem: Uitreiking onderscheiding

Ambassade van Israël
YAD VASHEM
‫יד ושם‬
PLECHTIGHEID
vrijdag 21 november 2014
de aula van het Gymnasium Camphusianum
in Gorinchem
Altijd Gedenken
‫ונתתי להם בביתי ובחומתי יד ושם טוב מבנים ומבנות‬
‫שם עולם אתן־לו אשר לא יכרת׃‬
‘Ik geef hun in mijn tempel en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam
(….) ik geef hun een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is.’
(Jesaja 56: 5)
Vandaag worden geëerd als ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’
mevrouw Christina Segboer
en
mevrouw Frederika Maria Segboer
beiden postuum
die in de Tweede Wereldoorlog, met gevaar voor eigen leven,
Joodse medeburgers hebben beschermd en gered.
De Eremuur in de Tuin der Rechtvaardigen onder de Volkeren bij Yad Vashem, Jeruzalem
‫זכור‬
“Zodat je zult gedenken zolang je leeft”
YAD VASHEM
Yad Vashem betekent ‘een gedenkteken en een naam’. Deze woorden zijn ontleend aan het
bijbelboek Jesaja, hoofdstuk 56 vers 5 dat luidt: “Ik geef hun in mijn tempel en binnen mijn
muren een gedenkteken en een naam, ... Ik geef hun een eeuwige naam, een naam die
onvergankelijk is.”
Het instituut Yad Vashem in Jeruzalem is een overheidsinstelling voor oorlogsdocumentatie. Het
werd in 1953 door het Israëlische parlement opgericht om de Shoah (de Holocaust) in al zijn
facetten vast te leggen. Het is een onderzoekscentrum dat studie verricht naar zowel de oorzaken
als de gevolgen van de Jodenvervolging in Europa, voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het instituut is tevens een educatief centrum. Het omvat een kinderpaviljoen, een historisch
museum en een museum voor kunst die aan de Shoah is gerelateerd. Er worden voor jong en oud
cursussen gegeven over de vele aspecten van de Jodenvervolging. Het educatieve element is een
van de belangrijkste pijlers van Yad Vashem en heeft tot doel de huidige en toekomstige
generaties te leren waartoe rassenhaat en vooroordelen kunnen leiden.
Yad Vashem in Jeruzalem is bovendien een monument ter herinnering aan de Joodse slachtoffers
van de Shoah. Het monument omvat verschillende afdelingen. In de ‘Hal van de Namen’ worden
de zes miljoen Joden herdacht die door de nazi’s en hun handlangers werden vermoord. Het ‘Dal
van de Verwoeste Gemeenschappen’ dient om de vele, ooit bloeiende Joodse gemeenschappen te
gedenken, die in de periode 1939-1945 zijn verwoest.
De staat Israël stelt zich tot taak om niet-Joodse mannen en vrouwen te eren die Joden hebben
gered, met inzet van eigen leven en vaak ook dat van hun huisgenoten. Zij worden namens het
hele Joodse volk geëerd met de hoogste Israëlische onderscheiding, de eretitel ‘Rechtvaardigen
onder de Volkeren’. Aan allen die deze onderscheiding ontvangen, wordt een oorkonde en een
medaille uitgereikt. Hun namen worden bijgeschreven op de ‘Eremuur’ in de ‘Tuin der
Rechtvaardigen’ van Yad Vashem in Jeruzalem.
Sinds 1956 zijn ruim 25.000 mensen geëerd, die gedurende de Tweede Wereldoorlog op velerlei
manieren hun verzet tegen onmenselijkheid en wetteloosheid hebben getoond. Hieronder zijn
meer dan 5.350 Nederlanders.
De medaille die aan de ‘Rechtvaardige’ wordt uitgereikt, is speciaal voor Yad Vashem
ontworpen. De uit Jeruzalem afkomstige kunstenaar Nathan Karp heeft op symbolische wijze de
woorden uit de Talmoed uitgebeeld: “hij die één mensenleven redt, redt de gehele mensheid”.
De beide handen die een levenslijn van prikkeldraad vasthouden, schijnen uit het niets te zijn
voortgekomen. De lijn die de aardbol omspant, symboliseert de daden van de Rechtvaardigen; zij
waarborgen het voortbestaan van de wereld en ons geloof in de mensheid.
PROGRAMMA
Welkomstwoord
Maarten Klink
ceremoniemeester
Toespraak
Drs. J.C. Ruitenbeek
Rector Gymnasium Camphusianum
Muziek
Michal Bitan, sopraan
‘Eli, Eli’, muziek: David Zehavi, tekst: Hanna Senesh
Toespraak
Drs. A. Barske
Burgemeester van Gorinchem
Toespraak
Drs. R.P. Baelde Jansen
docent geschiedenis aan Gymnasium Camphusianum
Voordracht
Anemone Bergsma, Charlotte Hobé, Lucinda Sterrenburg
Petra Aantjes, piano
‘Ieder mens heeft een naam’, tekst Zelda
Toespraak
mevrouw Anat Sultan Dadon
Counsellor for Press, Culture and Public Affairs
Uitreiking van de Yad Vashem onderscheiding aan
mevrouw Christina Segboer
mevrouw Frederika Maria Segboer
Muziek
Michal Bitan, sopraan
‘Hachol Yizkor’ (The sand will remember)
muziek: Nachum Heiman, tekst: Natan Yonatan
Sluiting
Maarten Klink
ELI, ELI
ELI, ELI
Eli, Eli,
Hoor mijn woorden,
Laat nooit verdwijnen:
Het zand en de zee,
Het ruisende water,
De bliksemende hemel,
Het gebed van ons hart;
Het zand en de zee,
Het ruisende water,
De bliksemende hemel
Het gebed van ons hart.
Eli, Eli,
Oh hear my words,
That these things shall never end:
The sand and the sea,
The rush of the waters,
The thundering heavens,
The prayers of our heart;
The sand and the sea,
The rush of the waters,
The thundering heavens,
The prayers of our heart.
IEDER MENS HEEFT EEN NAAM
EACH MAN HAS A NAME
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door G’d en hem gegeven
door zijn vader en moeder.
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door zijn gestalte, zijn
glimlach en door zijn kleding
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door de bergen en hem
gegeven door zijn beperkingen
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door de planeten en hem
gegeven door hen die om hem heen
wonen.
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door zijn falen en hem
gegeven door zijn verlangens.
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door zijn vijanden en hem
gegeven door hen die hem liefhebben.
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door zijn hoogtijdagen en
hem gegeven door zijn bekwaamheden.
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door de jaargetijden en
hem gegeven door zijn kortzichtigheid.
Ieder mens heeft een naam,
hem gegeven door de zee
en hem gegeven
door zijn dood.
Each man has a name,
Given him by God
And given him by his father and mother.
Each man has a name,
Given him by stature and his way of
smiling
And given him by his clothes.
Each man has a name,
Given him by the mountains
And given him by his walls.
Each man has a name,
given him by the planets
And given him by his neighbours.
Each man has a name,
Given by his sins
And given him by his longing.
Each man has a name,
Given him by his enemies
And given him by his love.
Each man has a name,
given him by his feast days
And given him by his craft.
Each man has a name,
Given him by the seasons of the year
And given him by his blindness.
Each man has a name,
Given him by the sea
And given him
By his death.
‫ אלי‬,‫אלי‬
‫ אלי‬,‫אלי‬
‫שלא יגמר לעולם‬
‫החול והים‬
‫רשרוש של המים‬
‫ברק השמים‬
‫תפילת האדם‬
‫החול והים‬
‫רשרוש של המים‬
‫ברק השמים‬
‫תפילת האדם‬
‫לכל איש יש שם‬
,‫לכל איש יש שם‬
.‫שנתן לו אלוהים‬
.‫ונתנו לו אביו ואמו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתנו לו קומתו ואפן חיוכו‬
.‫ונתן לו האריג‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫ונתנו לו ההורים‬
.‫ונתנו לו כתליו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתנו לו המזלות‬
.‫ונתנו לו שכניו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתנו לו חטאיו‬
.‫ונתנה לו כמיהתו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתנו לו שונאיו‬
.‫ונתנה לו אהבתו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתנו לו חגיו‬
.‫ונתנה לו מלאכתו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתנו לו תקופות השנה‬
.‫ונתן לו עורונו‬
,‫לכל איש יש שם‬
‫שנתן לו הים‬
.‫ונתן לו מותו‬
Michal Bitan, Sopraan
De in Israël geboren lyrische sopraan, Michal Bitan, maakt op de jonge
leeftijd van 6 jaar haar debuut op het podium toen ze werd uitgenodigd
om te zingen in het Junior Ankor Choir. Zij maakte met het koor een
uitgebreide tournee door Europa en het Midden Oosten.
In 2007 behaalde zij haar Bachelor klassieke zang aan de
Muziekacademie van Jeruzalem. Zij won verschillende prestigieuze
beurzen (2004, 2006). Aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag.
voltooide zij haar Bachelor en Masters voor Oude Muziek en Opera.
Michal Bitan heeft gewerkt onder vele dirigenten, waar onder grote
meesters als Zubin Mehta, Giuseppe Sinopoli, Kurt Masur en Luciano
Berio. Michal was een vaste solist bij de Israëlische Opera, Broadcasting
Authority (IBA) Symphony Orchestra en het avant-garde Nederlandse
dansgezelschap TRASH.
‫החול יזכור‬
THE SAND WILL REMEMBER
The sand will remember the waves, but no one will
remember the foam
Except for them that passed with a late night wind
From their memory it will never be erased.
Everything will return into the deep except for the
white foam
Night candles have dimmed, friendship and love
Youth that suddenly ended.
There were empty shells that growled the a sea
morning
And a cemetery on the hills
And two people that passed silently
Between the Drimia, the graves and the Ficus
Everything will return…
‫החול יזכור את הגלים אבל לקצף אין זוכר‬
‫זולת ההם אשר עברו עם רוח לילה מאחר‬
‫מזכרונם הוא לעולם לא ימחה‬.
‫הכל ישוב אל המצולות זולת הקצף הלבן‬.
‫ הידידות האהבה‬.‫נרות הלילה דעכו‬
‫הנעורים שבאו פתע אל סופם‬
‫הנעורים שבאו פתע אל סופם‬.
‫היו שם קונכיות ריקות שנהמו קינה של ים‬
‫ובית עלמין על הגבעות‬
‫ושניים שחלפו דומם‬
‫בין החצב והקברים והשיקמה‬.
‫הכל ישוב אל המצולות‬...
Avond in de cel.
0B
Joop Westerweel
Het is het uur van zinnen
Nu, nu de avond daalt,
Wanneer het licht van binnen
Ons wezen overstraalt.
Het zonlicht gaat nu dalen;
Het is het laatste uur:
Ik zie de zwakke stralen
Tegen den blinden muur.
Een cel, vier witte muren
De deur wel stevig dicht;
In deze late uren
Schijnt een gematigd licht.
De muur, dat is de orde
Rondom ons eenzaam oord
En van de wet der horde
Het allerlaatste woord.
Ik vouw mijn heete handen
Ik sluit mijn oogen dicht;
Ik voel de pijn zoo branden
Ik zoek het eeuwig licht.
Het is het uur van zinnen
Nu de avond is gedaald
En nu het licht van binnen
Mijn wezen overstraalt
Mijn ziel tracht naar de reden
Van haar verlatenheid;
Ik hunker naar den vrede
In deze eenzaamheid.
Geëerd worden :
mevrouw Christina Segboer en haar zuster
mevrouw Frederika Maria Segboer
In Europa bevindt zich een zwart gat. Geen licht kan ontsnappen uit deze geografische
duisternis in Oost Polen. Gedurende de tweede Wereldoorlog hebben wij allemaal,
overlevenden, bijna zes miljoen van onze medeburgers in Europa verloren. Tot onze schade.
Tot onze schande. Wij zijn daar zelf niet schuldig aan, maar onze grootouders en
overgrootouders in meer of minder mate wel. Hoe zijn zij dan omgegaan met de moeilijke
vragen van hun tijd? Konden ze iets doen toen de tragedie van de Holocaust zich langzaam
maar onstuitbaar in hun midden ontvouwde. Als ze dan wat konden doen, iets wisten van het
kwijnende licht in Oost Polen, wat dan?
Vandaag zijn wij hier bijeen om
ons, ondanks de verschikkingen
van de Holocaust, te concentreren
op enkele kleine lichtpuntjes.
Tekenen van hoop, voorzienigheid
misschien zelfs wel, van Joden die
geholpen zijn en gered werden uit
de donkere klauwen van het
nazisme.
Christina
Segboer
(roepnaam Tine) en haar zus
Frederika (roepnaam Riek) zijn
zulke mensen geweest. Zij
maakten voor de oorlog geen
onderscheid tussen Joden en nietJoden en wensten niet door de
Frederika Segboer en Christina Segboer
nazi’s gedwongen te worden dat
alsnog te moeten doen. Dus verborgen zij degene die zich niet bij de Joodse Raad in
Amsterdam en concentratiekamp Westerbork wilden melden. Waarom? “Je kan die arme
Joden toch niet in de steek laten” zo zei Tine later daarover. Juist omdat niemand hulp wilde
verlenen moeten Tine en Riek dat doen, zo voelden zij dat.
Zij woonden in de Harstenhoekweg in Scheveningen en hebben daar en op andere plaatsen
zoals de Akkermanstraat in Rotterdam Zuid de onderduikers verborgen. Zij gingen in een losvaste verbinding samenwerken met de Westerweelgroep. Los omdat geheimhouding de
essentie van verzetswerk is en vast omdat je elkaar wederzijds blind moet kunnen vertrouwen.
Zij maakten kennis met Joop Westerweel en zijn vrouw Willy Westerweel-Bosdriesz en
werden goede vrienden. Na enkele jaren verzetswerk werden in eind april 1944 Tine en Riek
samen met Mirjam Pinkhof-Waterman en Amo Rosenbaum, die eigenlijk Paul heette,
gearresteerd. Na gevangenneming troffen Tine en Riek zoals ze dat zeiden ‘een goede
Duitser’, zodat het concentratiekamp hen bespaard bleef. Door het feit dat de mannelijke
leden van de Westerweelgroep alle schuld op zich namen en de vrouwelijke leden op die
manier probeerden te beschermen, kwamen Tine en Riek er genadig, dat wil zeggen met
gevangenisstraf, vanaf.
Wat heeft de Westerweelgroep bereikt? Ze heeft een lijn opgezet naar Spanje om jonge
Joodse pioniers de weg naar Palestina te laten vinden. De Westerweelgroep heeft zo’n 210
Joden uit Westerbork helpen ontsnappen en honderden anderen tijdelijk of voorgoed uit
handen van de nazi’s weten te houden. Deze groep was om meerdere redenen bijzonder. Ten
eerste omdat ze zich sowieso met verzetswerk inlieten, met gevaar voor eigen leven en tegen
de tijdgeest in. Ten tweede omdat mannen en vrouwen binnen de groep gelijk waren en even
zware en gevaarlijke taken op zich namen. Ten derde omdat Joden op gelijke voet ook
meededen met verzetswerk. En tenslotte omdat de groep geen geweld gebruikte; zij waren
pacifist en bleven dat ondanks de bruutheid van de nazi’s. Leden van de groep werden gepakt,
verraden, stierven voor fusillade pelotons, in gevangenissen en concentratiekampen, maar de
meesten overleefden de oorlog. Zo ook Tine en Riek.
In 1964 heeft Yad Vashem (letterlijke vertaling ‘hand en naam’) de Westerweelgroep de
erkenning ‘Rechtvaardigen onder de Volken’ toegekend voor hun belangeloze hulp aan
medeburgers van Joodse afkomst. Alle 19 niet-Joodse leden van de groep zijn geëerd.
Tine en Riek Segboer echter niet.
Wij zijn vandaag bijeen om Tine en Riek Segboer alsnog de erkenning te geven die de laatst
overlevende Joodse verzetsstrijdster in Israël, Mirjam Pinkhof-Waterman, vond dat zij
verdienden. Vandaar dat Tine en Riek Segboer erkend worden als leden van de
Westerweelgroep. Zij krijgen de titel ‘Rechtvaardigen onder de Volken’. Hun namen zullen
voor altijd gebeiteld staan in de Eremuur van Yad Vashem in Jeruzalem.
De onderscheiding voor Christina Segboer en Frederika Maria Segboer wordt in ontvangst
genomen door de dochter van Frederika, mevrouw Marijke van de Meent-Segboer.
Drs. Robert P. Baelde Jansen
Johan Gerard Westerweel (1899)
Wilhelmina Dora Westerweel-Bosdriesz (1908)
Johan (Joop) Westerweel was een van de moedigste en meest succesvolle onder de Nederlandse
verzetsstrijders, tot hij in 1944 door de nazi’s werd gefusilleerd. Zijn onderwijsachtergrond en
onconventionele ouders, die bij een protestantse sekte aangesloten waren, de darbisten, bereidde hem
voor op het werk dat hij in de laatste jaren van zijn leven verricht heeft.
In tegenstelling tot andere verzetsstrijders, die zich uiteindelijk aansloten bij het gewapend verzet, hield
Joop zich bij het geweldloze verzet. Als overtuigd pacifist was hij uit Nederlands Oost-Indië gezet omdat
hij principieel had geweigerd bij het leger te gaan. Joop heeft zijn idealistische principes nooit terzijde
geschoven, zelfs niet oog in oog met de terreur van de nazi’s.
Joops strenge christelijke opvoeding had hem een sterk gevoel voor
rechtvaardigheid bijgebracht en een geloof in de aangeboren goedheid
van de mens.
Hij begon zijn carrière als leraar op de Werkplaats in Bilthoven, waar
de progressieve en vernieuwende educatieve methoden van de
oprichter, Kees Boeke, werden toegepast.
In 1940 verhuisden Joop en zijn vrouw Wilhelmina (Wil) naar
Rotterdam, waar Joop hoofd werd van een van de montessorischolen.
In Bilthoven waren de Westerweels al in contact gekomen met de
kinderen van Joodse vluchtelingen die in de jaren dertig van de vorige
eeuw naar Nederland waren gekomen, voornamelijk uit Duitsland. In
die jaren begonnen de Westerweels zelf een gezin, en in 1942 hadden
ze vier kinderen. Al voor hun bemoeienissen met de zionistische
pionier-groepen hadden ze Joodse vluchtelingen in huis gehad.
Joops collega en vriendin van de Werkplaats, Mirjam Waterman
(later Pinkhof) stelde hem voor aan een groepje jonge pioniers
(chaloetsim) in Loosdrecht, in wie hij een gevoel voor idealisme en
Johan (Joop)Gerard
strenge principes herkende dat hem aantrok. De gemeenschap bestond
Westerweel
voornamelijk uit jongelui tussen de vijftien en negentien jaar,
(25.1.1899-11.8.1944)
afkomstig uit Midden- en Oost-Europa. Zij kwamen naar Nederland
voor een landbouwopleiding in voorbereiding op emigratie naar Palestina, maar waren daartoe sterk
gemotiveerd door de antisemitische discriminatie in Duitsland en Polen. Verschillende van deze jonge
pioniers waren verspreid over Nederland. De Wereld Zionistische Organisatie had de vestiging van deze
Hachsjarot (opleidingsboerderijen) gestimuleerd, maar was niet in staat financiële steun te bieden.
Sommige pioniers woonden als op een kibboets, in autonome gemeenschappen, terwijl andere, vooral de
jongste, in een soort kostschoolsituatie woonden, met jonge leiders (madrichiem) of oudere stafleden.
Hun voornaamste activiteiten waren cultureel/educatief, waaronder de studie van het Hebreeuws, en
praktisch: voorbereiding op hun emigratie naar Palestina. Een klein percentage van de pioniers en
madrichiem bestond uit Nederlandse jongelui uit
zionistische organisaties. De Hachsjarot werden bevolkt
door zowel belijdende als niet-belijdende Joden.
Aanvankelijk had Joop het niet zo op het nationalistische
element van het zionisme, omdat het lijnrecht tegenover
zijn eigen internationale filosofie stond. Maar hij
veranderde van mening nadat hij persoonlijk contact had
gekregen met de Loosdrecht-groep en met de madrichiem
Shushu (Joachim) Simon en Menachem Pinkhof.
Joop bewonderde de samenhang binnen de groep, hun
innerlijke discipline en hun optimisme. Joop had vooral
bewondering voor Shushu, een jonge intellectueel uit
Berlijn, die twintig jaar jonger was dan hij. Hij ontdekte
in hem een zielsverwant, een denker/idealist als hij, met
wie hij een hechte vriendschap ontwikkelde, die wreed
Wilhelmina (Wil) Dora Westerweelwerd afgebroken door Shushu’s zelfmoord in de
Bosdriesz (18.3.1908-26.12.1999)
gevangenis van Breda in1943.
Hoewel Joop en Wil al bekend waren met illegale activiteiten aangezien ze in Rotterdam driemaal Joden
verborgen hadden gehouden – ze verhuisden elke keer naar een andere woning – begon hun
betrokkenheid bij de chaloetsim-groepen pas in juli 1942, toen de massadeportaties aanvingen. Toen de
Loosdrecht-groep door de Joodsche Raad op 15 augustus 1943 gewaarschuwd werd dat zij op het punt
stond gedeporteerd te worden, waren Joop en zijn vrienden, die bekendheid kregen als de
Westerweelgroep, erbij om een schuiladres te regelen voor alle 50 inwoners. (Een persoon koos ervoor
om samen met zijn ouders gehoor te geven aan de deportatie-oproep en zij zijn omgekomen.)
Op 17 augustus 1943 waren alle jonge pioniers verdwenen, en van deze groep van 50 personen hebben er
33 de oorlog overleefd, terwijl de rest verraden en gedeporteerd werd. De ervaring leerde Joop en zijn
collega’s dat onderduiken niet altijd de perfecte oplossing was. De haast waarmee de adressen geregeld
moesten worden en de omvang van de groep betekende dat een aantal van de schuiladressen niet of
slechts voor korte tijd veilig was, zodat de vluchtelingen kwetsbaar werden.
Joop had iets vernomen over de mogelijkheden om de grens over te gaan naar België en door te reizen
naar Frankrijk en het neutrale Spanje, van waaruit het mogelijk was om per boot Palestina te bereiken.
De Westerweelgroep, in samenwerking met de Hechaloets-beweging, besloot zich in te zetten om hun
leden uit Nederland te laten ontsnappen. In september 1942 werd er een poging gewaagd om acht joodse
pioniers te helpen naar Zwitserland uit te wijken. De groep werd aan de Nederlandse grens opgepakt en
in zijn geheel gedeporteerd naar Auschwitz. Een tweede groep, onder leiding van Shushu, bereikte
Zwitserland. Shushu werd gepakt bij zijn terugkeer naar Nederland, en ze besloten dat Spanje een
veiliger land was om naar uit te wijken. Vanaf die tijd werden de groepen kleiner, twee of drie personen
met een begeleider. De Nederlandse grens kon maar op drie plaatsen overgestoken worden en zelfs die
waren hoogst gevaarlijk. De grenswachten die betaald werden om de groepen de grens over te zetten,
verraadden soms de joodse vluchtelingen, en de intensieve grensbewaking maakte elke overgang
gevaarlijk.
In december 1943 slaagde Joop erin een groepje chaloetsim uit Nederland via België naar Frankrijk te
brengen. Van daaruit konden zij de grens met Spanje oversteken en uiteindelijk Palestina bereiken. Aan
de voet van de Pyreneeën stak Joop een dramatische afscheidsspeech af tegen de jonge chaloetsim, die
hij spoedig zou achterlaten. Joop wenste ze niet alleen het allerbeste op hun moeilijke reis naar Palestina,
maar drong erop aan het leed van de wereld in gedachten te houden. Hij smeekte hen om alle inwoners
van een toekomstige Joodse staat vrijheid en waardigheid te verlenen. ‘Geen oorlog meer’, waren de
woorden waarmee hij afscheid nam.
Later die maand werd Wil gearresteerd tijdens een poging om Lettie Rudelsheim (later Ben Heled), een
van de actiefste chaloetsim, uit de Scheveningse gevangenis te bevrijden. De contactpersoon met de
Duitsers had haar verraden. Wil en Lettie werden opgepakt op het station van Rotterdam, samen met
verzetsstrijder Chiel Salomė. Wil werd naar het kamp in Vught gestuurd, waar ze ongeveer een jaar is
geweest, en in die tijd is ze getuige geweest van de executie van haar man. Later werd ze overgebracht
naar het concentratiekamp Ravensbrück, waar ze dwangarbeid moest verrichten en een hartkwaal kreeg.
Later mocht ze naar Zweden, als deel van een ruil van gevangenen, en ze is na de oorlog naar Nederland
teruggekeerd.
In de tussentijd doken de vier kinderen van de Westerweels onder bij vrienden. Nadat zijn vrouw
gearresteerd was, had Joop zijn baan aan de montessorischool opgegeven. (Tot die tijd had hij overdag
lesgegeven en ’s nachts en in de weekenden onder een schuilnaam zijn verzetswerk uitgevoerd.)
Op 11 maart 1944 werden Joop en zijn naaste medewerker Bouke Koning aan de Belgische grens
aangehouden met twee joodse vrouwen uit de Jeugd Alijah, die zij begeleidden. Joop werd gevangen
gezet in kamp Vught en gemarteld, maar hij gaf geen enkele informatie prijs over zijn medewerkers in
het verzet. Hij werd al spoedig een spiritueel leider voor vele gevangenen omdat zijn goede humeur hem
niet in de steek liet, zelfs niet oog in oog met wrede verhoren en het vooruitzicht op executie, en omdat
hij zijn omgeving hoop en kracht gaf. Zijn laatste communicatie met de buitenwereld was een gedicht,
getiteld ‘Avond in de cel’, geschreven in juli 1944, vol optimisme, over de schoonheid van de natuur en
een leven van vervulling en innerlijke overtuiging.
Op 11 augustus 1944 werd Joop Westerweel in het concentratiekamp Vught gefusilleerd.
Op 16 juni 1964 werden Johan Gerard Westerweel en zijn vrouw Wilhelmina Dora WesterweelBosdriesz door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.
bron: NIOD
DE ONBEKENDE ONDERDUIK-OUDERS
“Nooit mogen wij de onderduik-ouders vergeten, hele gezinnen soms, die om verschillende
redenen anoniem zijn gebleven.
De onderduik-ouders, die gepakt werden en naar concentratiekampen werden gestuurd.
Onderduik-ouders, die door ernstige trauma’s uit de bezettingstijd niet in staat zijn zich met
ons in verbinding te stellen.
Zelfs zijn er onderduik-ouders die nooit de echte naam hebben geweten van hun onderduikers
en omgekeerd, onderduikers die de namen van hun onderduik-ouders zo grondig wisten te
vergeten dat ze naderhand niet meer in staat waren om hun onderduikplaats terug te vinden.
Dat mag echter niet verhinderen door te gaan met het opsporen van deze ‘Rechtvaardigen
onder de Volkeren’ en hen uit de anonimiteit te halen.
WIJ WILLEN HEN NOOIT VERGETEN !”
Mosje Keny
In de tuin der Rechtvaardigen onder de Volkeren bij Yad Vashem staat aan het begin van de
Laan der Rechtvaardigen een monument ter ere van al deze onbekende onderduik-ouders.
Blijvend Herinneren
Ambassade van Israël
Buitenhof 47, 2513 AH Den Haag
Telefoon: +31 70 -3760500
Email: [email protected] - Internet:www.israel.nl
Yad Vashem, Righteous Among the Nations Department
P.O. Box 3477, Jerusalem 91034
Telefoon: +972-2-6443400
Email:[email protected] Internet:http://www.yadvashem.org.il