akkerbouw R E P O RTA G E Coen, Leny en John van Zanten maakten een paar jaar geleden een radicale keuze. Ze staakten hun melkveebedrijf en begonnen met akkerbouw. ‘Met het bedrijf moest sowieso iets gebeuren’ O 50 P verschillende van de Innovator fritesaardappelen in de nieuwe bewaarschuur staat een witte kiem. Het wordt tijd dat ze worden afgeleverd. John van Zanten vertelt dat inderdaad de afspraak is gemaakt om de aardappelen op te halen. In vof met zijn ouders boert hij aan de noordkant van Oostelijk-Flevoland. “We kiezen in eerste instantie voor bewaren zonder gassen tegen kiemen. Dat zegt ook iedereen, ga in deze tijd niet gassen in een nieuwe schuur.” John neemt die boodschap ter harte. Hij redeneert dat het moment nabij komt dat afnemers paal en perk stellen aan kiemremming in fritesaardappelen. “Niet dat we meteen aan omschakeling denken, maar voor de op- slag van biologisch product moet je een schone opslag hebben.” In de nieuwe schuur van 40 × 40 meter hebben de Van Zantens voor het eerst aardappelen en uien zitten. De helft heeft vier onderkelderde bewaarcellen, twee van 350 ton en twee van 500 ton. De andere ruimte is open. Aardappelen en uien kunnen er overdekt ingeschuurd worden en na de oogst kunnen de ondernemers er trekkers en machines stallen. Van melkvee naar akkerbouw Familie Van Zanten is een nieuwkomer in de akkerbouw. Behalve de schuur op de plek waar tot voor kort een ligboxenstal stond, kwamen op het bedrijf een inschuurlijn, een extra trekker van 110 kW De neventak paardenhouderij zorgt voor ongeveer een vijfde van de omzet van de vof. Uitbreiden van deze tak is in de toekomst een optie. (150 pk), een spuitmachine, een ploeg met gps, een 18 tonskipper en een kunstmeststrooier. De oorspronkelijke schuur van Rijksdienst IJsselmeerpolders werd gerenoveerd. Tot minder dan twee jaar geleden was het hier melkveehouderij wat de klok sloeg. Het ging om melkvee en weinig anders. Coen draaide in de Nederlandse roodbontfokkerij zelfs mee aan de top. Desalniettemin ging het roer om, het melkvee maakte plaats voor akkerbouw. Dat had met junior te maken. John heeft niets met koeien en al helemaal niet met hun dagelijkse verzorging. “Akkerbouw en loonwerk trekken me gewoon meer. Tijdens een stage op een gemengd bedrijf kwam ik er definitief achter. Ik zat op de mas en ben toen van richting geswitcht.” Er moest trouwens hoe dan ook iets gebeuren. Op het bedrijf met zeventig koeien en een melkquotum van 600.000 kilo was de laatste vijf jaar niet of nauwelijks geïnvesteerd. Coen en Leny zagen aankomen dat zich geen melkveehouder in hart en nieren als opvolger zou aandienen. “We zaten in de situatie dat als we niet zouden verkopen, we links- of rechtsom flink moesten investeren. Was het niet in akkerbouw geweest, dan wel in een stal, ventilatie, melkput, mestopBOERDERIJ 99 — no. 19 (4 februari 2014) PROFIEL Naam: Coen (59), John (22) en Leny (52) Van Zanten. Woonplaats: Lelystad. Bedrijf: in vof een akkerbouwbedrijf met 42 hectare. Bouwplan: 1:6 fritesaardappelen (Innovator voor APF-pool), suikerbieten, zaaiuien, tarwe, snijmais, tulpen (grondverhuur). Daarnaast heeft het bedrijf een paardentak met stalling, fokkerij, opfok, zadelmak maken, rijles. 51 slag enzovoort. Er zat veel asbest in en op de veertig jaar oude stal, de vloeren waren ongelijk en ga zo maar door.” Dat sowieso geïnvesteerd moest worden, maakte de keuze vrijer. Johns liefhebberij in de akkerbouw mocht zwaar wegen. Senior kan zijn passie voor de fokkerij nog kwijt in de paardenhouderij die het bedrijf al jaren als neventak heeft. Het economisch perspectief heeft in de beslissing om te schakelen geen rol gespeeld. “Je kunt toch niet uitrekenen wat op termijn beter is. Je kan zeggen: had maar twee jaar doorgemolken bij deze melkprijzen. Maar in 2012 hebben wij De Innovator-fritesaardappelen zijn niet tegen kiemen behandeld en staan op het punt opgehaald te worden voor verwerking. BOERDERIJ 99 — no. 19 (4 februari 2014) De nieuwe schuur telt vier cellen: links twee met ieder 350 ton uien, rechts 500 ton fritesaardappelen. Eén cel is nog leeg. FOTO’S: TO N KASTERMAN S F O TO G RAF IE ons quotum nog goed kunnen verkopen. Nog even en het is niks meer waard.” Wekelijks advies De grote vraag is natuurlijk of de 22-jarige John het redt als akkerbouwer. Lukt het de aardappelen gezond te houden, de uien schoon en de bewaring onder controle? Hij kan niet terugvallen op een vader die het allemaal in de vingers heeft. John laat zich als jonge akkerbouwer adviseren door buren, maar vooral door de leverancier van gewasbeschermingsmiddelen. “Wekelijks komt hij langs. We nemen de gewassen door en hij schrijft op wat me qua spuitwerk te doen staat. De afnemer van de aardappelen geeft advies over kunstmest en ziektebestrijding.” Van Zanten merkt dat onkruidbestrijding in de uien veel nauwer luistert dan bijvoorbeeld de phytophthorabespuitingen in de aardappelen. “Bij onkruid in de uien moet je precies op het goede moment komen, aardappelen spuit je in een weekschema, dat je aan de hand van de weersverwachting soms iets aanpast.” De Van Zantens realiseren zich dat anno 2014 een akkerbouwbedrijf met een traditioneel bouwplan aan de kleine kant is. “Daarvoor hebben we de paardenhouderij erbij”, zegt Coen. “We kunnen die tak uitbreiden als de economie wat aantrekt.” Verder werkt John deels buiten de deur bij bedrijven in de buurt. In elk geval is uitbreiden door bijkopen nu niet aan de orde; grond is te duur. Van een makelaar hoorde Coen dat als hij zijn grond voor €80.000 per hectare te koop zet er dezelfde dag nog een koper is. Leo Tholhuijsen
© Copyright 2024 ExpyDoc