Stamceltransplantatie Uitgave 2 Zomer 2014 patiëntenorganisatie bloedkanker lymfklierkanker stamceltransplantatie Interview Bram Govers won nét geen goud tijdens de World Transplant Games in Zuid-Afrika. Pagina 08 WWW.HEMATON.NL Weten, delen, ontmoeten HEMATON MAGAZINE I 1 ALGEMEEN ALGEMEEN inhoud 8 INTERVIEW Katern Stamceltransplantatie Net geen goud 22 Bram Govers dacht dat hij een griepje had, maar het bleek leukemie. Hij bleef er vrij rustig onder. Zelfs de chronische leukemie overging in acute leukemie. En zelfs toen hij een stamceltransplantatie moest ondergaan. Precies drie jaar later deed bij mee aan de World Transplant Games in Zuid-Afrika. Hij won nét geen goud. 20 KORT NIEUWS 22 INTERVIEW ‘Het was zo vanzelfsprekend, stamceldonor worden, dat ik me nauwelijks kan herinneren hoe dat ging.’ 24 MEDISCH NIEUWS 25 COLUMN DERK DE GROOT Niet alles hebben. 26 KENNISMAKEN Stamceltransplantatiecentrum van het AMC in Amsterdam. 34 VRAAG EN ANTWOORD 4 IN HET KORT 12 INTERVIEW 40 FOTO-IMPRESSIE Openingscongres Hematon. Twee jonge mensen genezen van kanker. ‘En ze leefden nog lang en gelukkig,’ zou het sprookje dan eindigen. Maar zo eenvoudig is het niet, vertellen Florian en Michelle. Hun levens moeten opnieuw ingericht worden. 42 WAT ZIJN DAT VOOR CLUBS ONDER DE PARAPLU VAN HEMATON? 15 COLUMN HENK POELAKKER WAO bij ‘oude’ ziektegevallen en wisselende conditie. Belachelijke strijd. 16 BANG, BOOS, BLIJ, BEDROEFD Deel twee: Myeloom en Waldenström en Stamceltransplantatie. 46 TIPS EN SERVICES 48 MEDIA De emoties van hematoloog Peter Westerweel. 50 COLUMN RUUD VERWAAL 18 AAN DE TELEFOON 51 AGENDA Schreeuwlelijk. Johan Verrest. 35 IN BEELD Freek Slemmer vierde 12,5 jaar als Kahlerpatiënt met een cabaretvoorstelling. 26 2 I HEMATON MAGAZINE colofon Onverwacht mailtje Hematon Magazine is een kwartaalblad dat in vier edities verschijnt. Elke editie kent, naast 36 algemene pagina’s, een specifiek katern van 16 pagina’s. De vier katernen zijn Leukemie en MDS, Lymfklierkanker, Myeloom en Waldentröm en Stamceltransplantatie. Terwijl ik zit te telefoneren komt er een mailtje binnen waar ik al een week op zit te wachten. Ik heb Freek Slemmer gevraagd om een interviewafspraak voor Hematon Magazine. Hij heeft multipel myeloom en maakte een cabaretvoorstelling over zijn 12,5-jarig jubileum als patiënt. Hij heeft nog niet gereageerd op mijn verzoek. Maar nu zie ik vanuit mijn ooghoeken op mijn scherm een berichtje van hem verschijnen. Omdat wij vrouwen denken dat we minimaal twee dingen tegelijk kunnen, klik ik het mailtje open zonder het telefoontje te onder breken. En mijn stem stokt. Ik luister niet meer. ‘Ik, eh… ik bel je zo terug, er komt even iets tussen’, zeg ik en beëindig het gesprek. Een tijdje staar ik naar de tekst van het mailtje. Het staat er echt: ‘Vorige week woensdag stuurde je Freek een mail, dezelfde avond is hij overleden. We weten dat Freek het interview ontzettend graag had willen doen, en wij vinden het vreselijk jammer dat het elkaar misgelopen is.’ Het is ondertekend door de vrouw en zoon van Freek. De mensen uit het Hematonredactieteam reageren nuchterder dan ik op het bericht. ‘Het is onderdeel van onze club dat er mensen overlijden. Dat is heel verdrietig, maar wel realiteit’, mailt er eentje. Mij drukt het bericht genadeloos met de neus op de feiten. Sinds ik voor Hematon werk, word ik omringd door fijne collega’s die hard werken voor lotgenoten en voor Hematon. Die overleggen, schrijven, mailen, Skypen, fotograferen, besturen en organiseren. Die natuurlijk wel eens bleekjes wegtrekken na een vergadering van drie uur, maar wie doet dat nu niet? Het zijn bijna allemaal mensen bij wie de ziekte zich redelijk koest houdt, of helemaal is afgedropen. Dat kan je in slaap sussen en je het idee geven dat het zo’n ramp niet is, bloed- of lymfklierkanker. Of een stamceltransplantatie. Dat er mee te leven valt. En dan is er ineens het bericht van Freek. Of het verhaal op pagina 12, van Florian en Michelle, die weliswaar beter werden, maar hun leven opnieuw moesten uitvinden. Het is goed oog te hebben voor deze kanten van de ziekte. Je er bewust van te zijn. Maar ik wil er nooit aan wennen. Dan ben je geen goede redacteur meer, denk ik. Het artikel over Freek is er toch gekomen. Het staat op pagina 35. Verteld door zijn vrouw Annelies. Die het telefoongesprek over zijn tomeloze dadendrang besloot met de woorden: ‘En weet je? Ik word steeds trotser op ‘m.’ 36 INTERVIEW Yvonne Kas bleek als patiënt niet zo assertief. Dat had ze niet verwacht: ze is zelf arts. hoofdredactioneel 36 Liesbeth van der Heijden Hoofdredactie Liesbeth van der Heijden Adjunct-hoofdredactie katernen Femia Bosman (Myeloom en Waldeström), Riet van Dijk en Margreeth Drok (Lymfklierkanker), Laurence van Heijst (Stamceltransplantatie) en Wim Taks (Leukemie) Beeldredactie Atie Frederiks Tekstbijdragen Femia Bosman, Mieke Buiter, Riet van Dijk, Niels van de Donk, Margreeth Drok, Derk de Groot, Atie Frederiks, Marjo Grimmius, Liesbeth van der Heijden, Laurence van Heijst, Trudi van Heijst, Marjolein IJsselstein, Rien Jonkers, Joost Lips, Henk Lokhorst, Marijke van Meel, Olof Nieuwenburg, Margriet van Pelt, Elly van Plateringen, Henk Poelakker, Antoine Queens, Michel Schaap, Hans Scheurer, Sabine Schuring-Broks, Don Spanjers, Fred Stamkot, Wim Taks, Theo Thissen, Ruud Verwaal, Dirk Wagner en Anne-Marie van Walraven. Beeldbijdragen Harold van Beele, Beatrijs van den Bos, Jolanda Bot, Carolien Drieënhuizen, Frank van Engelen, Atie Frederiks, Ron de Haer, Laurence van Heijst, Astrid van der Heul-Burger, Gien Jansen, Roos Jelier, Klaaske van Leussen, Elly van Plateringen, Henk Poelakker, Stefan Schipper, Gonda Scheurer, Don Spanjers, Daniël van Straten en Wim Taks. Vormgeving en productie Twin Media BV Mail redactie algemeen: redactie@ hematon.nl. Katernen: [email protected], redactie.leukemie@ hematon.nl, [email protected] en [email protected] Hematon Magazine is een uitgave van Stichting Hematon, postbus 8152, 3503 RD Utrecht, juni 2014 Voor wie toestemming vraagt en de bron vermeldt, is overname van (delen van) artikelen vrijwel altijd mogelijk. HEMATON MAGAZINE I 3 ERVARINGEN ERVARINGEN kort nieuws Paul Dijkstra is geen voorzitter van Hematon meer. Hij legde zijn functie neer tijdens een interne evaluatie van het bestuur. Hij vond dat de structuur van de organisatie en de cultuur in het bestuur nieuwe impulsen nodig hebben. Vicevoorzitter Jan Boonstra neemt, op het verzoek van de raad van toezicht, zolang het voorzitterschap waar. De taken, die bij het voorzitterschap horen, worden zo veel mogelijk over het bestuur verdeeld. Begin volgend jaar volgt een nieuwe evaluatie. Eerder al stapte Rien van Hal uit de raad van toezicht. Hij kon zich niet verenigen met het besluit van de raad van toezicht om Paul Dijkstra opnieuw te benoemen voor een periode van drie jaar. De raad van toezicht heeft in een nieuwsbrief aan alle vrijwilligers gevraagd of zij kandidaten weten voor de opvolging van Rien van Hal. Daar is inmiddels een zeer serieuze kandidaat uitgekomen, met wie nu gesprekken worden gevoerd. Tijdelijk voorzitter Jan Boonstra 4 I HEMATON MAGAZINE GEZOCHT: ADJUNCTHOOFDREDACTEUR LYMFKLIERKANKER Bernhard (tweede van links) en zijn team aan de finish. PRINS BERNHARD BEKLIMT ALPE D’HUEZ Alpe d’Huzes bracht dit jaar nog niet de helft op van de jaren ervoor. Maar aan prins Bernhard junior heeft het niet gelegen. tekst Henk Poelakker & Liesbeth van der Heijden beeld Frank van Engelen A lpe d’Huzes, het evenement waarbij wielrenners de beroemde Alpe d’Huez beklimmen om zo veel mogelijk geld voor kankeronderzoek op te halen, heeft dit jaar voorlopig 12,3 miljoen euro opgebracht. Dat is fors minder dan vorig jaar. Toen stond de teller op 29 miljoen. Het evenement had last van de declaratieaffaire rondom een van de initiatiefnemers van de sponsortocht. Hij is inmiddels van alle blaam gezuiverd, maar het imago van Alpe d’Huzes liep een flinke deuk op. De meest prominente deelnemer was ongetwijfeld prins Bernhard junior. Hij kreeg dit najaar non-Hodgkinlymfoom. Twee maanden na zijn laatste chemokuur fietste hij in een uur en drie kwartier de berg op. ‘Ik ben heel rustig naar boven gereden, eigenlijk zo langzaam mogelijk. Ik ben niet gestopt, ik dacht als ik dat doe, kom ik niet meer op gang’, vertelde de prins aan het AD. ‘Dit is een waanzinnig mooi initiatief. Ik denk dat dit een heel mooie manier is om iets voor de kankerbestrijding te doen. En onderweg is het zo’n bijzondere belevenis: iedereen draagt een verhaal met zich mee.’ De prins fietste in een team van collega’s en dokters die bij zijn behandeling betrokken waren. De vrouw van prins Bernhard, prinses Annette, deed ook mee. Zij wandelde de berg op. De prins bracht met zijn prestatie ruim 22.600 euro aan sponsorgeld binnen. Hematon Magazine kent vier edities: leukemie en MDS; lymfklierkanker, multipel myeloom en Waldenström en stamceltransplantatie. Elke editie heeft een algemeen deel en een katern dat specifiek over de betreffende aandoening of aandoeningen gaat. Voor het katern lymfklierkanker zijn we op zoek naar een vrijwilliger voor de functie van adjuncthoofdredacteur katern lymfklierkanker. Samen met jouw redactieteam bedenk en maak je de inhoud van het katern lymfklierkanker, passend binnen het format van het totale blad. Je zet de ver- halen uit bij de redacteuren, bewaakt de deadline en doet de eindredactie. Je voert overleg met de hoofd- en beeldredacteur. Daarnaast ben je lid van het hoofdredactieteam. Je denkt mee en draagt bij aan het algemene gedeelte van Hematon Magazine. Het is fijn als je over enige redactionele ervaring beschikt. Daarnaast is het handig als je gemakkelijk overzicht houdt en organisatorisch talent hebt. Natuurlijk word je gedegen ingewerkt en gecoacht door de hoofdredacteur. Wil je meer weten of heb je interesse? Mail naar [email protected] ONLINE Nieuwe website in de lucht TWITTER EN FACEBOOK Wist je dat je vrienden kunt worden met Hematon? En dat je Hematon kunt volgen? Hematon is namelijk ook actief op Facebook en Twitter. We berichten op Twitter onder meer over bijeenkomsten, geven linkjes naar nieuwe foto’s en sturen interessante medische of wetenschappelijke informatie door. En natuurlijk krijg je reactie als je een tweet beantwoordt of als je ons noemt in een tweet. Ook op Facebook vind je informatie over bijeenkomsten van Hematon en nieuws over bloedkanker, lymfklierkanker en stamceltransplantatie. Twitter en Facebook zijn eenvoudige, laagdrempelig manieren om op de hoogte te blijven van alle informatie en om in contact te komen met lotgenoten en met Hematon. Volg ons dus op Twitter (@HematonNL) en like ons op Facebook (https://www.facebook.com/ hematon.nl). Dan zien we je daar! beeld Ron de Haer Voorzitter bestuur en RvT-lid vertrokken Een paar dagen voordat dit Hematon Magazine op de deurmat ploft, gaat de nieuwe website van Hematon live. Vanaf dat moment is de website hét middelpunt voor alle actuele nieuwtjes en achtergrondinformatie van Hematon. De website kent voor elke ziekte die bij Hematon hoort, een eigen button. Ook is er een speciale button voor naasten en vind je er alle informatie over Hematon als organisatie. Op de homepage staan altijd actuele berichten. Handig zijn de agenda, veelgestelde vragen en woordenlijst. Daarnaast vind je onder meer tips voor boeken, films en andere websites. De website is een levend medium. Wekelijks zijn er nieuwe berichten te vinden en werkt de redactie verder aan de achtergrondinformatie. Kom dus regelmatig even terug! Vragen, opmerkingen en suggesties zijn van harte welkom. Mail naar [email protected] www.hematon.nl. HEMATON MAGAZINE I 5 ERVARINGEN ALGEMEEN IPADS VOOR HEMATOLOGIE Meeschrijven? ‘Sinds mijn jonge jaren heb ik altijd al willen schrijven, maar het was er nooit van gekomen. Totdat mijn partner ziek werd. Ik zag toen hoeveel hij aan het blad had waarin hij over zijn ziekte kon lezen. Mijn besluit was daarna vlug genomen. Ik heb me aangemeld als redacteur en ik heb er tot nu geen ogenblik spijt van gehad.’ Of: ‘Als ik heel eerlijk ben, ben ik redactielid geworden uit eigenbelang. Door samen met de redactie over de inhoud van het volgende nummer te spreken, hoor ik vanzelf veel over de vorderingen van de medische wetenschap.’ Komen deze overwegingen je bekend voor? Of heb je om andere redenen belangstelling om mee te schrijven? Meld je dan aan! We hebben een geweldig team van bevlogen Hematonredacteuren, maar we kunnen nog steeds mensen gebruiken. Zowel voor de website als voor het magazine. Mensen die prachtige, menselijke interviews schrijven en mensen die kort en bondig informatie over kunnen brengen. Meer weten of aanmelden? Mail [email protected]. Alvast dank! Leven met alle aandacht voor het hier en nu, milde gedachten, open kijken naar de wereld, als een kind vol verwondering en, heel belangrijk, zonder te oordelen. Dat zijn de uitgangspunten van Mindfulness, vertelde psycholoog Jos Smits tijdens een lezing over dit onderwerp in Inloophuis Toon in Waalwijk. De pijn van een ziekte, de zorgen over jouw kanker, het verdriet om een dierbare, dat alles gaat niet weg. Maar met Mindfulness leer je er echter beter mee om te gaan, krijg je meer energie en leef je plezieriger. Kortom, je gaat veel bewuster leven, volgens Smits. De bezoekers van de lezing werden meteen na de inleiding in het diepe gegooid met een meditatie. Iedereen werd daardoor gegrepen – en overtuigd. Wie een cursus Mindfulness heeft gevolgd kan een ander en rustiger leven tegemoet zien. De cursus die in Waalwijk wordt gegeven bestaat uit acht bijeenkomsten. Deelnemers moeten iedere dag oefenen en huiswerk maken. Veel andere inloophuizen bieden soortgelijke cursussen aan. Als je wereldje klein wordt, is verbinding met de buitenwereld van levensbelang.Daarom regelden Zwolse verpleegkundigen iPads voor hun patiënten. tekst Liesbeth van der Heijden beeld Isala Oncologisch Centrum D e afdeling Hematologie van het Isala Oncologisch Centrum in Zwolle heeft sinds dit voorjaar acht iPads voor patiënten. Dat is een initiatief van het team verpleegkundigen. ‘Als patiënt lig je hier vaak vier tot zes weken. Je wereld wordt dan heel snel heel klein. Patiënten zijn echt verrast als we ze de iPad aanbieden. Alsof het een cadeautje is. We hadden onlangs een patiënte met een dochter in Denemarken. Zij konden nu samen FaceTimen (beeldbellen)’, vertelt operationeel leidinggevende Yvonne Baars. Bij opname krijgen patiënten de iPad aangeboden. Als het nodig is, zorgt de afdeling gebruiksinstructie. Vanuit hygiëneoogpunt houdt elke patiënt tijdens het verblijf op de afdeling zijn eigen iPad. De afdeling Hematologie wil in de toekomst de iPads nog breder in gaan zetten. Bijvoorbeeld met een iPad op de centrale post, zodat de verpleegkundige in de nachtdienst via de iPad kan communiceren met de patiënt. De iPads werden gesponsord door Stichting Vrienden van Isala en computerbedrijf Xando. SLAAPMUTS VOOR MENSEN ZONDER HAAR Niemand beter dan Annemieke van Lubeek (33) uit Oud Beijerland weet hoe fijn een zacht bedekt hoofd ‘s nachts is, als je geen haar hebt. tekst Liesbeth van der Heijden beeld Keppie Operationeel leidinggevende Hematologie Yvonne Baars en Norbert Andringa van Xando bieden mevrouw Slabbekoorn een iPad aan. nnemieke van Lubeek weet wat het is om geen haar te hebben. Ze kreeg twee keer acute leukemie en raakte door de behandelingen haar haar kwijt. Toen kwam ze erachter dat er geen goede slaapmuts bestond voor mensen zonder haar. ‘Dus na mijn ziekte besloot ik er zelf eentje te ontwerpen en te laten produceren. Om mensen die hun haar verloren hebben, het comfort te geven waarnaar ik zelf naar op zoek was.’ Annemieke stelde hoge eisen aan de muts. ‘Hij moest zacht zijn, niet te warm of te koud, op de juiste plekken je hoofd beschermen en je mocht niet op harde naden liggen wanneer je slaapt.’ Maar na veel schetsen en een lange zoektocht naar de juiste stof kwam de ideale muts er: een Keppie. Annemieke maakte er zelfs haar bedrijfje van en verkoopt de muts nu in haar eigen webshop. De Keppie wordt helemaal in Nederland gemaakt en is er in acht kleuren. Van elke verkochte Keppie gaat vijftig cent naar het KWF. www.keppie.nl Inloophuis Toon in Waalwijk, waar kankerpatiënten en hun naasten dagelijks van 09.00 – 17.00 welkom zijn, bestaat tien jaar. Daarom zijn er extra activiteiten. De lezing van Jos Smits was een van deze activiteiten. tekst Henk Poelakker A beeld Ron de Haer 6 I HEMATON MAGAZINE Mindfulness en kanker HEMATON MAGAZINE I 7 ERVARINGEN ERVARINGEN interview Na zijn transplantatie koos Bram Govers een ander beroep en won hij nét geen goud op de World Transplant Games. tekst Wim Taks beeld Gien Jansen en Harold van Beele H ij is van 1975, woont met zijn vriendin in Nijmegen en studeert Sociaalpedagogische hulpverlening SPH. Hij loopt stage bij het Centrum voor Doofblinden en is vrijwilliger bij de stamceldonorbank Europdonor Nijmegen van het Radboudumc. En hij is ook nog eens een fanatiek sporter. In 2004 was Bram 28. Hij voelde zich niet lekker, was de hele dag veel te moe. Hij dacht aan griep maar besloot toch maar even naar de huisarts te gaan. Bram: ‘Ik kwam nooit bij die huisarts. Hij onderzocht me dus serieus. Anderhalf uur later zat ik op de Eerste Hulp. Mijn Hb was zo laag dat het niet te meten was. Er werd meer bloedonderzoek gedaan, en een beenmergpunctie. Het was allemaal niet best: zou het misschien Hodgkin zijn, of Non-Hodgkin? Wat later viel de term leukemie. Het aantal leukocyten 8 I HEMATON MAGAZINE was schrikbarend hoog en ik had een flink vergrote milt. Chronische myeloïde leukemie CML misschien? Zou wel heel bijzonder zijn op mijn leeftijd. Mijn beenmerg zou erop nagekeken worden. Een week later was de uitslag er: inderdaad CML, de aanwezigheid van het Philadelphiachromosoom in mijn beenmergcellen toonde dat aan.’ Chronische leukemie De behandeling begon meteen. Bram moest aan de Hydrea, een chemokuur in pilvorm. Glivec werd in 2004 nog niet overal als standaardbehandeling voorgeschreven. In ieder geval niet in het Eindhovense ziekenhuis waar Bram patiënt was. Bram: ‘Als je hoort dat je bloedkanker hebt, dan stort je wereld in. Dat lees je in alle verhalen. Maar mijn wereld stortte helemaal niet in. Ik bleef er rustig onder. Te rustig, zou Bram (39) Begin moe, laag Hb Diagnose CML, later blastencrisis CML = AML Behandeling cytarabine, Glivec en andere TKI’s, stamceltransplantatie Nu wat huidproblemen maar verder gezonder dan veel leeftijdgenoten Bram en zijn vriendin Marjolein. HEMATON MAGAZINE I 9 ERVARINGEN ERVARINGEN interview ik willen zeggen, want later kwam het allemaal wel bij me binnen. Hoewel ik nooit gedacht heb: het is afgelopen, ik ga dood. Ik wist niks van CML of leukemie. Ik wou er álles over weten. Ik wilde ook naar een academisch ziekenhuis, in ieder geval voor een second opinion. Zo kwam ik in het Radboud in Nijmegen. Zij namen de behandeling over met een experimenteel protocol, HOVON 51: cytarabine plus 800 mg Glivec. Ik kreeg twee kuren cytarabine en daarnaast elke dag nog twee pillen Glivec van 400 mg. Cytarabine is geen pretje, maar daar had ik me op voorbereid, het is tenslotte chemo.’ ‘Ik reageerde er goed op. De CML was aardig teruggedrongen en ik kon doorgaan met alleen Glivec. De bijwerkingen daarvan worden mild genoemd, maar ik vond die opgezette handen, die overlast van de darmen en die vermoeidheid maar niks. En het hielp ook niet zo veel dat de dosering op een gegeven moment van 800 mg teruggebracht werd naar 400.’ In de volgende jaren bleef de behandeling van Bram in grote lijnen hetzelfde. Wel werd Glivec ingewisseld voor andere TKI’s. Acute leukemie Bram: ‘In februari 2010 was ik op wintersport toen ik me niet goed begon te voelen. Duizelig, slap, ziek, zo ongeveer hetzelfde gevoel als waarmee ik in 2004 naar de huisarts was gegaan. Terug in Nederland constateerde mijn hematoloog dat de CML ondanks alle behandelingen naar een volgende fase was geaccelereerd: de zogenaamde blastencrisis. De chronische leukemie was acute leukemie geworden en er moest snel ingegrepen worden. Een stamceltransplantatie was eigenlijk de enige mogelijkheid. Er was eerder al tevergeefs naar een geschikte donor gezocht. Maar intussen kon er ook getransplanteerd worden 10 I HEMATON MAGAZINE met navelstrengbloed, waarbij de match tussen donor en ontvanger minder goed mag zijn. De behandeling zou plaatsvinden in het Erasmus MC in Rotterdam. Ik kreeg eerst een voorbehandeling met chemo en bestraling, in Nijmegen én in Rotterdam. Mijn zieke stamcellen moesten zo veel mogelijk gewist worden. In juli 2010 was de transplantatie. Ik kreeg het bloed van twee navelstrengen toegediend. Daarna was het afwachten of de nieuwe, jonge stamcellen zich bij mij verder zouden ontwikkelen en tevens de strijd aangaan tegen wat er eventueel nog aan leukemiecellen overgebleven was. Zo’n transplantatie gaat altijd gepaard met verschijnselen van omgekeerde afstoting. De nieuwe cellen beschouwen het lichaam waarin ze terechtgekomen zijn, als vreemd. En tegen vreemde dingen moet je optreden. Zo werkt dat in de biologie. Bij mij vielen de omgekeerde-afstotingsverschijnselen nog wel mee. Mijn huid en slijmvliezen werden aangepakt. Ik liep ook infecties op, onder andere een schimmel op de longen. Maar toch kon ik redelijk snel naar huis. Raar om te zeggen misschien, maar ik vond het best wel eng om naar huis te gaan: weg uit dat veilige ziekenhuis waar ze je dag en nacht in de gaten houden. Maar het ging goed. Je krijgt na zo’n navelstrengtransplantatie ook nog te maken met alle vaccinaties die kleine kinderen krijgen. Dat heeft meer impact op volwassenen dan op die kleintjes. Komende juli is het vier jaar geleden dat ik getransplanteerd ben. Ik heb nog wat lichte huidproblemen maar verder gaat alles goed met me.’ World Transplant Games Bram: ‘Ik had vroeger veel gesport en dat wilde ik na de transplantatie weer gaan doen. Ik ging dus naar Herstel & Balans, ik ging mezelf doelen stellen. De vijftien kilometer Zevenheuvelenloop had ik wel eens gedaan en dat wilde ik opnieuw meemaken. Een jaar na de transplantatie had ik die mijlpaal bereikt. Maar ik wilde nóg meer. Zo kwam ik in contact met de Stichting Sport en Transplantatie. Ik deed mee aan de atletiektrainingen, samen met veertien andere getransplanteerden (hart, lever, longen, stamcellen) uit heel Nederland. En op 25 juli 2013 mocht ik meedoen aan de World Transplant Games in Durban, Zuid-Afrika. Het waren tien fantastische dagen. Vol sport op hoog niveau, met hartverwarmend lotgenotencontact. We waren met zo’n 1600 mensen uit 55 landen over de hele wereld. Geen zielige patiënten maar geestdriftige, zelfs fanatieke mensen. En allemaal getransplanteerd dus. Het doel van de World Transplant Games is tweeledig: de buitenwereld laten zien wat je nog allemaal kunt dankzij donoren én diezelfde buitenwereld oproepen donor te worden. Het aantal donoren is bijna overal ter wereld nog veel te klein. Er zijn letterlijk levens te redden met méér donoren. Durban was een belangrijke mijlpaal voor mij. Ik heb er geen medaille gewonnen, bij de sprint ben ik net verslagen door een man met een nieuw hart. Maar er komen nieuwe mijlpalen en vast nog wel medailles, zo schat ik in. Het gaat goed met mij, ik heb er veel zin in.’ Update Het leven van Bram ziet er inmiddels anders uit dan tijdens dit interview. Bram: ‘Ik was niet echt blij met mijn studie SPH en mijn vriendin Marjolein twijfelde of ze haar massagepraktijk nog wel wilde houden. Toen kwam er opeens het aanbod om samen Speelstad Oranje en het vakantiepark te gaan managen. We hebben er kort over nagedacht en ja gezegd. Flat verkocht, praktijk gestopt en verhuisd naar Drenthe. Een enorme overgang, hard werken, maar we hebben het naar onze zin.’ Donoren zijn heel hard nodig Margot van den Akker, stafmedewerker comunicatie bij de Stamceldonorbank Europdonor Nijmegen in het Radboudumc: ‘Er zijn in Nederland twee stamceldonorbanken: in Leiden en in Nijmegen. Zo’n donorbank is een verzameling gegevens van de mensen die zich als donor opgegeven hebben: geen uiterlijke kenmerken of karaktereigenschappen maar kenmerken op de cellen, het weefseltype of HLA-type. Bij een succesvolle stamceltransplantatie moeten het weefseltype van de donor en dat van de ontvanger zo veel mogelijk op elkaar lijken. Maar zo’n goede match is niet zo makkelijk te krijgen omdat er erg veel verschillende weefseltypes zijn. Het is dan ook belangrijk een grote gezamenlijke donorbank te hebben, dan is de kans op een goede match groter. Er zijn daarbij een paar problemen. Het HLA-type van elke potentiële donor moet bepaald worden. Dat is een dure grap en de kosten ervan worden niet vergoed. Daar draait de stamceldonorbank zelf voor op. De bank moet er sponsors voor vinden of acties voor organiseren. Een ander probleem is dat donoren zich niet vanzelf massaal aanmelden. Mensen weten vaak niet dat donoren belangrijk zijn en dat iedereen tussen 18 en 45 die goed gezond is, stamceldonor kan worden. En als ze het wel weten, is er vaak terughoudendheid. Als je namelijk opgeroepen wordt om stamcellen af te staan omdat een matchende ontvanger die hard nodig heeft, dan stelt dat meer voor dan bijvoorbeeld bloeddonor zijn. De stamcellen worden dan onder narcose uit je beenmerg opgezogen óf ze worden uit je bloed gehaald nadat je eerst een paar dagen medicijnen hebt gespoten om je stamcellen in een groeispurt te brengen. Dat zijn geen enorm belastende ingrepen. Je zult er weinig en in ieder geval geen blijvende last van ondervinden. Maar het is voor veel mensen toch een barrière. Daarom ontplooit de stamceldonorbank in Nijmegen activiteiten om geld bij elkaar te krijgen voor de HLA-typering van donoren én om mensen ervan bewust te maken dat er veel donoren nodig zijn. Stamceldonor, van levensbelang is dan ook de titel van onze wervingsbrochure.’ Zie www.hematon.nl voor een commentaar van dokter Ton Schattenberg bij het verhaal van Bram Govers. HEMATON MAGAZINE I 11 ERVARINGEN ERVARINGEN interview interview Genezen... maar dan? Genezen van kanker, wat wil je nog meer als kankerpatiënt? Of heeft afkomen van kanker nog andere kanten? Twee jonge mensen vertellen hun ervaringen. Stamcel transplantatie Bij een allogene stamceltransplantatie krijgt de patiënt gezonde stamcellen toegediend van een donor. Dat kan een broer of zus zijn, of een geschikte, niet-verwante donor. De zieke stamcellen van de patiënt worden vóór de transplantatie zo veel mogelijk vernietigd met chemo en/of bestraling. tekst Rien Jonkers beeld Stefan Schipper I n mei 2009 kreeg Florian Busschers (33) acute lymfatische leukemie ALL. Michelle Aman (34) was hetzelfde overkomen in januari 2008, maar zij had er ook nog het afwijkende Philadelphiachromosoom bij. Beiden zijn ze in Enschede behandeld, ter voorbereiding op een allogene stamceltransplantatie in Leiden. Die vond voor Michelle plaats op 17 september 2008, met stamcellen van een onbekende donor. Florian kreeg op 3 december 2009 stamcellen van zijn broer Sander toegediend. Daarna begint het pas Michelle en Florian: ‘Bij het intakege12 I HEMATON MAGAZINE sprek in Leiden hadden ze ons gewaarschuwd: ‘je denkt... misschien dat je het in Enschede zwaar gehad hebt met alle voorbereidende chemo’s en bestralingen, maar als je thuiskomt uit Leiden, dan begint de ellende pas. We dachten allebei, onafhankelijk van elkaar: die dokter spoort niet, het zal heus wel meevallen. Maar helaas bleek die man gelijk te krijgen.’ Michelle: ‘De eerste paar weken thuis vielen nog wel mee. Vóór de transplantatie was ik veel aangekomen. Ik kon goed eten en drinken. Dat wilde ik volhouden. Maar geleidelijk aan accepteerde mijn lichaam geen eten meer. Dit kwam door de graft-versus-host: van- Graft-versus-host Na de transplantatie heeft de patiënt vreemde stamcellen. Het nieuwe afweersysteem dat zich ontwikkelt, is ook vreemd en richt zich tegen de patiënt. Voordeel daarvan is dat resterende kankercellen aangevallen worden. Nadeel is dat ook gezonde cellen en organen aangevallen worden. Soms een beetje, en tijdelijk. Soms langdurig en drastisch. HEMATON MAGAZINE I 13 ERVARINGEN REDACTIONEEL column wege maag- en darmproblemen moest ik overgaan op sondevoeding. Ik ben bijna dertig kilo afgevallen. Mijn lichaam kon echt niet meer. De sonde bleef niet zitten. Ik was uitgeput en zag geen uitweg meer. Maar de thuisverpleegkundige zei: Michelle, als de sonde niet blijft zitten, ga je dood. Ik help jou hier doorheen. En ze duwde de sonde met geweld door mijn keel en slokdarm op zijn plaats. Ik kotste en protesteerde, dat duurde een hele tijd. Op een gegeven moment gaf mijn lichaam zich gewonnen. Dit was het begin van mijn herstel.’ Florian: ‘Ook bij mij verliepen de eerste weken thuis rustig. Allesoverheersend was de blijdschap dat de behandelingen voorbij waren. Maar daarna kreeg ik problemen met mijn huid, nieren en lever: de befaamde graft-versushost. Ook ik kon niet goed eten, maar gelukkig net genoeg om niet aan de sondevoeding te hoeven. Ik moest zestien uur per dag slapen, mijn lichaam wilde echt niet meer. Toen ik me iets beter ging voelen, kreeg ik gordelroos op mijn hoofd. Een ergere pijn bestaat er niet. Ik was echt niet strijdbaar meer. Na enkele maanden ging het toch weer over. Ik was ruim twintig kilo afgevallen en moest naar een diëtiste om weer op gewicht te komen.’ Herstel & Balans Het verdere proces is bij Michelle en Florian vergelijkbaar verlopen. Op een gegeven moment zijn ze, afzonderlijk van elkaar, bij het revalidatiecentrum Het Roessingh gestart met het programma Herstel & Balans. Michelle: ‘Dat was goed voor mijn lichaam, en ook heb ik veel gehad aan de psycholoog bij wie ik wekelijks kwam. Maar achteraf bekeken is het veel te vroeg geweest. Ik was er echt nog niet aan toe. Ook werd ik toen al klaargestoomd om weer aan het werk te gaan. Ik dacht zelf dat ik dat wel aan zou kunnen.’ 14 I HEMATON MAGAZINE Florian: ‘Ik ben al met al twee keer geweest. Het programma paste absoluut niet bij mijn situatie. Daar zat ik dan, in een groep met uitsluitend vrouwen met borstkanker. Ik ben er snel mee gestopt.’ Een jaar later dachten Michelle en Florian weer helemaal hersteld te zijn. Ze probeerden het normale leven met werk, sport en hobby’s weer op te pakken. Maar alles liep steeds op een teleurstelling uit. Ze werden geconfronteerd met gebrek aan concentratie, vermoeidheid en extreme gevoeligheid voor geluiden en drukte. Ze kregen te maken met misplaatste verwachtingen en onbegrip van de mensen om hen heen. ‘Je ziet de mensen denken: je bent toch beter, je hebt de bloedkanker overleefd, nou dan, wees dan blij en zeur niet. Van de chaos in onze hoofden begrijpen ze niks. We kregen het gevoel dat we totale idioten waren. Wat hadden de afgelopen jaren toch met ons gedaan?’ Michelle en Florian waren elkaar tijdens hun behandelingen al vaker tegengekomen. Later hebben ze elkaar pas echt gevonden. ‘Dan kom je iemand tegen die precies weet wat je hebt meegemaakt, snapt wat je voelt en je het gevoel geeft dat je niet als enige met deze problemen worstelt. Dat is iets geweldigs.’ De draad oppakken Florian en Michelle vinden dat ze tijdens hun ziekte als het ware in een tunnel geleefd hebben. De ziekenhuisopname duurde zo’n twintig weken, maar eigenlijk zijn ze jarenlang in isolatie geweest. Ze werden geleefd, zonder veel aandacht te hebben voor wat er om hen heen gebeurde. De draad na de behandeling weer oppakken, wordt er dan gezegd. Maar dat is een slecht beeld. Volgens Florian en Michelle is de draad vóór BELACHELIJKE STRIJD de transplantatie helemaal afgerold. Nu moet een nieuwe draad gevonden worden om af te rollen. Michelle: ‘Het duurt gewoon een hele tijd voor je blij kunt zijn met je genezing. Ik loop een jaar voor op Florian, en dat is ook wel te merken. Door onze gemeenschappelijke ervaringen zijn we op een heel bijzondere manier bevriend geraakt. We zijn geen stel, maar kunnen wel heel erg veel met elkaar delen. Ik ben nu genezen, maar ten koste van wat? Alles wat er vroeger in mijn leven was, is er niet meer. Je begint aan een nieuw leven, je zit anders in elkaar en ziet de dingen anders dan vroeger.’ Florian: ‘Ja, wie wil er nou een dertiger in dienst nemen die een gat in zijn cv heeft, relatief vaak ziek is en de energie niet voor de volle 100% terug heeft? Waar kun je nou nog een levensverzekering afsluiten, een huis kopen enzovoort? Het leren omgaan met het onbegrip van je omgeving is bijzonder moeilijk. We zien er niet meer ziek uit, maar zijn ook nog niet helemaal beter. Daarom is het ook heel fijn om iemand te hebben aan wie je niks hoeft uit te leggen en met wie je ervaringen kunt delen. Wij raden iedereen na een transplantatie aan om lotgenoten te zoeken.’ Op dit moment is Michelle bezig een nieuwe invulling voor haar leven te vinden: ‘Ik probeer elke dag te genieten van alle kleine dingen om mij heen. Dankbaar ben ik voor de liefde en steun van mijn vrienden en familie, dat maakt heel veel goed. Ik probeer altijd positief te blijven, zo ben ik de ziekteperiode ook doorgekomen. Elke dag is een nieuwe en de volgende dag kan weer heel anders zijn. Omdat Florian nog nooit met iemand over de afgelopen jaren gesproken heeft, volgt hij momenteel een medisch-psychologisch traject. W Henk Poelakker Henk Poelakker (1953) werkte als directeur in het basisonderwijs. De diagnose leukemie (CLL) in 2010 leidde ertoe dat hij werd afgekeurd voor zijn werk. Hij woont in het Brabantse Meeuwen met zijn vrouw Liesbeth. ie, zoals ik, kanker heeft, kijkt iedere dag reikhalzend uit naar dat ene bericht. Ik wil horen dat er een nieuw medicijn ontwikkeld is dat de ziekte definitief uitbant. Dat de werkelijkheid anders is, hoef ik u niet te vertellen. Als geen ander weten we dat de smeerlap die zich meneer K. noemt, nog altijd heel geniepig en het liefst onzichtbaar zijn verwoestende werk doet. Als hij zijn destructieve bouwtekening klaar heeft, komt hij met bravoure naar buiten. Een gezwel in de borst, een tumor in de hersenen, een kapotgemaakt afweersysteem in het bloed. Lachend kijkt hij toe hoe oncoloog en/ of hematoloog het achterhoedegevecht begint, en hij geniet van opnieuw een geslaagde inbreuk op een gelukkig mensenleven. Meneer K. weet dat er miljarden worden geïnvesteerd in allerlei onderzoeken, en beseft met glunderende oogjes dat zijn bouwtekeningen maar heel moeizaam ontrafeld kunnen worden. Op zijn hoede is hij echter wel, want de farmaceutische industrie is kundig en innovatief. Voor die industrie zijn de 14.000 nieuwe gevallen per jaar van bijvoorbeeld borstkanker in Nederland uiterst interessant, want daar is flink geld te verdienen. Die paar honderd gevallen met de een of andere bloedziekte zijn financieel veel minder aantrekkelijk voor de fabrikanten en dus kan K. op tal van fronten zijn moorddadige werk voortzetten. Hij heeft nog niet zo lang geleden de zogenaamde weesziekten ontdekt; ziekten die nog altijd zonder medicijn zijn. K. lijkt juist hier vrij spel te hebben en patiënten met zo’n zeldzame ziekte lijken gewoon pech te hebben. Het ontwikkelen van een medicijn voor een ultrakleine groep is duur en ingewikkeld en bij gebrek aan proefpersonen is ook het uittesten van deze middelen een probleem. De menselijke strijd tegen kanker lijkt een belachelijke tocht te zijn, misschien wel te vergelijken met Don Quichot die tevergeefs tegen de windmolens vocht. Meneer K. of liever Mister C. kan wereldwijd zijn gang gaan, zo lijkt het. Wat hij nog niet weet, is dat er een kentering gaande is. Politi- ci hebben speciale regelingen vastgesteld om de industrie extra te verleiden te investeren in geneesmiddelen, ook voor de weesziekten. In de tijd van internet en social media hoeven bedrijven steeds minder te investeren in marketing, tot voor kort een van de hoogste kostenposten. Patiënten weten die specifieke medicijnen toch wel te vinden. Voor kleinere groepjes kankerpatiënten komen steeds meer goedwerkende medicijnen op de markt. En als de zorgverzekering de dure medicijnen niet wil betalen, schromen mensen niet om met hun ziekte de publiciteit op te zoeken. De plotseling onbetaalbare middelen tegen de ziekte van Pompe en Fabry werden mede door de publieke opinie uiteindelijk toch weer vergoed. We moeten het maar niet hardop zeggen, maar meneer K. lijkt langzaam maar zeker een belachelijke strijd te leveren met ons mensen. Onderzoekers: scherp de messen! HEMATON MAGAZINE I 15 ERVARINGEN ERVARINGEN blij, bang, boos, bedroefd DE EMOTIES VAN HEMATOLOOG PETER WESTERWEEL tekst en beeld Henk Poelakker Al onze gevoelens kunnen we scharen onder vier emoties: bang, boos, blij en bedroefd. Bij een patiënt zitten die emoties misschien dicht onder de oppervlakte, een dokter of verpleegkundige stopt ze vaak wat verder weg en bij sommige bestuurders zijn ze nauwelijks zichtbaar. Maar iedereen heeft ze. In deze serie vraagt Hematon Magazine verschillende mensen, in en rond de zorg, te reageren op de vier emoties. Dit keer is dat Peter Westerweel (1978), internisthematoloog in het Albert Schweitzerziekenhuis op de locaties Zwijndrecht en Dordrecht. ‘I k ben opgegroeid in Amersfoort. Ondanks ons gebroken gezin, kijk ik terug op heel veel warme jeugdmomenten. Mijn vader was huisarts, een drukke man die altijd klaarstond voor zijn patiënten. Mede omdat de praktijk aan huis was, kon hij vrijwel altijd aanschuiven voor het eten en zag ik hem als kind relatief veel. Zijn advies om vooral geen dokter te worden (‘dat beroep legt zo’n enorme druk op je’) heb ik uiteindelijk niet opgevolgd. Na mijn opleiding en promotie koos ik bewust niet voor een academische werkplek waarmee de titel professor 16 I HEMATON MAGAZINE behaald kan worden. Ik voel mij als medisch specialist het beste thuis in een groot STZziekenhuis (Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen), waar de patiëntzorg centraal staat.’ Blij ‘Mijn beroep geeft me veel voldoening en brengt me bijzondere en betekenisvolle contacten. Wat me zo aantrekt binnen de hematologie is dat er juist bij ons vaak sprake is van erop of eronder. Van dood of genezing. De rol van jou als arts kan essentieel zijn voor de patiënt. Het maakt me blij en gelukkig dat ik waardevol kan zijn, en mijn karakter zegt: hoe moeilijker, hoe interessanter. In mijn privéleven voel ik me begenadigd met mijn lieve vrouw Saskia en onze twee fantastische kinderen Luc (5) en Amber (3). Nog maar kort geleden verhuisden we naar de nabijheid van het ziekenhuis en dat is echt fijn: geen lange reistijd, geen file en met de fiets ben ik er zo. Enthousiast ben ik over mijn twee hobby’s. Ik duik ontzettend graag en ben tevens duikinstructeur en sportduikarts. Met passie stort ik me hierop. Niet onbelangrijk: ik ben waarschijnlijk de enige duiker in de wereld die hematoloog is en dat betekent dat uit binnen- en buitenland patiënten met bloedziekten (die ook graag duiken) naar hier komen voor specialistisch advies. De andere hobby is totaal iets anders. Ik vind improvisatietheater verschrikkelijk leuk. Denk hierbij aan zoiets als de Lama’s op televisie. Improvisatie betekent dat je te maken krijgt met snel schakelen, accepteren, impulsen volgen; deze vorm van theater is voor mij een gezonde tegenbalans voor het serieuze werk in het ziekenhuis.’ hoe iemands leven kan omslaan. Als dokters moeten we met z’n allen binnen het ziekenhuis alert blijven om geen fouten te maken. Maar we weten dat de uitdrukking ‘waar gehakt wordt, vallen spaanders’ ook binnen de gezondheidszorg werkelijkheid is. Ook artsen maken fouten, onder andere vanwege de hoge werkdruk. Even niet opletten en je interpreteert de gegevens vanuit het laboratorium niet helemaal juist: het kan ook mij overkomen. Eigenlijk moet je als arts iedere dag, ieder moment de angst van het dreigende falen voelen. Ik denk dat je juist daardoor extra oplettend bent. Gelukkig zijn er allerlei protocollen en regels die het ontdekken van fouten borgen. Ik prijs me gelukkig dat er binnen onze hematologiegroep een prima relatie is. Dat betekent niet alleen samen plezier beleven in je werk, maar ook in alle openheid en oprechtheid de ander de spiegel voorhouden.’ Boos ‘Ik kan me ergeren en opwinden over missers die te wijten zijn aan een slechte samenwerking van medisch specialisten. Als ik zoiets op het werk tegen zou komen, hebben ze aan mij een verkeerde. Dergelijke fouten zijn onacceptabel voor mij. In de spreekkamer maak ik mee dat mensen boos zijn. Of misschien moet ik zeggen: teleurgesteld. Dat juist ik getroffen word door kanker! Als antwoord kan ik dan niet veel anders zeggen dan: ‘botte pech’. Want bij bloedkanker is er vrijwel nooit een aanwijsbare oorzaak voor de ziekte. Of ik thuis de boze papa ben? Ach, soms moet je de grenzen van het toelaatbare markeren. Maar echt boos? Liever niet. Wel kan ik me kwaad maken over onrecht. Ik kan maar niet begrijpen dat er dieven zijn, dat er vernielingen plaatsvinden, dat er gepest wordt. En in groter verband sta ik perplex over weer een oorlog, over de oneerlijke verdeling van geld en macht, over hongersnood. Als student met lange haren en spelend in een heavymetalband schroomde ik niet om de barricades op te gaan. In zuidelijk Afrika heb ik me sterk gemaakt voor een nieuwe grondwet in Zimbabwe. Ik heb de Unesco Wereldconferentie bijgewoond en zelfs toegesproken. Achteraf bezien ligt in die jonge jaren waarschijnlijk de oorsprong van mijn inzet voor nieuwe ontwikkelingen.’ Bedroefd ‘Ik zal niet snel meehuilen met een patiënt. Maar ik heb wel degelijk te doen met het intense verdriet dat ik vrijwel dagelijks meemaak. Ik ben er echter van overtuigd dat meehuilen geen oplossing biedt. Tijdens de opleiding leerden we: ‘wel empathisch maar niet sympathisch’ en dat houd ik zo veel mogelijk in ere. Dat woord empathisch probeer ik in de praktijk gestalte te geven door goed te luisteren en helder woordgebruik te hanteren naar de mensen in de spreekkamer. Als iemand echt uitbehandeld is, zal ik hem of haar niet koud wegsturen. Ik probeer ook daarna contact te houden, bel nog eens op en bied onze expertise aan op het gebied van stervensbegeleiding.’ Bang ‘Privé gaat het ons goed maar ook ons gezin kan iets vreselijks overkomen. Op dit moment vormen we een prachtig harmonieus stel, zijn er geen klachten over gezondheid, mag ik me uitleven binnen de hobby’s, is de relatie perfect en ervaar ik voldoening binnen het werk. Ik zie in mijn werk dagelijks ‘Eigenlijk moet je als arts iedere dag, ieder moment de angst van het dreigende falen voelen’ Naar een expertisecentrum ‘In het ziekenhuis kunnen we vrijwel alle patiënten binnen de hematologie uitstekend helpen en begeleiden. Als groep hematologen willen we ons echter bijzonder specialiseren op het gebied van de chronische leukemie. Met de kennis van onder andere academische ziekenhuizen, de interne samenwerking en de opgebouwde ervaring willen we uitgroeien tot een specialistisch centrum voor chronische leukemie. Concentratie van goede zorg is toch de trend van deze tijd. Ook willen we ons als team nog beter gaan toeleggen op ouderen, met als speerpunt chemotherapie. Wat is voor deze patiënt nodig, mogelijk en wenselijk? We kiezen dus niet meer voor standaardbehandelingen. Ook die ontwikkeling maakt me blij.’ HEMATON MAGAZINE I 17 INHOUD • STAMCELTRANSPLANTATIE HEMATON aan de telefoon met JOHAN VERREST Beeld Harold van Beele Henk Poelakker gaat voor Hematon Magazine in gesprek met een bestuurder van Hematon. Dit keer met Johan Verrest. Voorheen penningmeester van de LymfklierkankerVereniging Nederland, nu heeft hij diezelfde functie bij Hematon. Even voorstellen Johan Verrest werd 65 jaar geleden in Breda geboren en groeide daar ook op. Hij werkte als intern accountant bij Philips en het Ziekenfonds Midden-Brabant. Dit grote ziekenfonds ging later op in zorgverzekeraar VGZ. Daar werd Johan manager operational- en EDP-audit en zette hij riskmanagement, fraudebestrijding en misbruikvoorkoming op de kaart. Johan vertelt: ‘Sinds 1972 ben ik getrouwd met Lous Huinen en ook zij komt uit Breda. Na ons huwelijk zijn we in Maarheeze gaan wonen. We zijn beiden erg actief voor de samenleving. Eigenlijk hebben we te weinig tijd voor onze hobby’s. Samen hebben Lous en ik met vrienden het Pieterpad 18 I HEMATON MAGAZINE gelopen, houden we van fietsen (hebben enkele reis Maarheeze-Tours gedaan, 812 km in negen dagen) en zijn we graag in de tuin bezig. Tijd om een goed boek te lezen schiet er helaas nogal eens bij in. In 2003 kreeg ik Hodgkin. Die ziekte is tussen september 2003 en april 2004 behandeld met zestien chemodagen. Ik ben nu al tien jaar schoon. Lid worden van een patiëntenvereniging zag ik niet zitten. Mijn Lous wel. Waartoe dat geleid heeft? Lous is actief in de Hematon regioteams Noord-Brabant en Limburg en ik als penningmeester, eerst van de Lymfklierkankervereniging Nederland en daarna van Hematon.’ Hoe zie je Hematon? ‘Veranderingen zijn van alle tijden. Flexibiliteit, respect voor de vele vrijwilligers, hen met argumenten motiveren, dat zijn elementen die altijd een belangrijke rol spelen. Huisvaderlijk zuinig zijn en zorgen dat er geld is voor wat ik noem ‘de goede zaken en ideeën’, daarvoor heb ik de rol van penningmeester opgepakt. Van Hematon verwacht ik verdergaande professionalisering, waardoor Hematon een voortrekkersrol bij de NFK (Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties) krijgt.’ Professionalisering, waar denk dan je aan? ‘Hematon biedt door haar schaalgrootte kansen. Meer garantie voor continuïteit door uitbesteding van taken aan NFK bijvoorbeeld. Had ik vroeger op de jaarlijkse peildatum het aantal leden, nu krijg ik per kwartaal een doorsnede naar leeftijd, geslacht, ziektebeeld, regio, soort ‘lidmaatschap’, in- en uitstroom met reden, enzovoort. Dat was vroeger ook wel mogelijk, maar het vergde te veel van vrijwilligers om ook dat nog te willen. Verder denk ik dat we als grote club meer in te brengen hebben. Neem het ontwikkelen van een goede rapportageformat over de financiën. Dat kan dan zonder veel aanpassingen meteen gelden als verantwoording naar VWS, KWF en op de website geplaatst worden.’ patiëntenorganisatie bloedkanker lymfklierkanker stamceltransplantatie Katern Stamceltransplantatie ‘De patiënt wordt ineens uit zijn normale wereld gerukt en moet vechten voor zijn leven.’ Dat maakt het werk bij het stamceltransplantatiecentrum van het AMC heel bijzonder voor verpleegkundige Sandra Hendriks en haar collega’s. Een kennismaking. Kijk op pagina 26. 22 INTERVIEW Donor Frank Hubert 34 VRAAG EN ANTWOORD ‘Als mijn kind zo’n zware aandoening zou krijgen, zou ik ook immens dankbaar zijn als iemand vrijwillig stamcellen wil afstaan.’ Conditionering (voorbereiding) voor een stamceltransplantatie gebeurt op verschillende manieren. Welke is de beste in welke situatie? 26 HEMATON MAGAZINE I 19 STAMCELTRANSPLANTATIE • ALGEMEEN ALGEMEEN • STAMCELTRANSPLANTATIE beeld Ron de Haer foto Carolien Drieenhuizen kort nieuws Als je te maken krijgt met een ziekte als bloedkanker, dan is goede informatie daarover van groot belang. Informatie over de ziekte, de medicijnen en andere behandelingen, het ziekenhuis waar je het beste af bent. Informatie kan op allerlei manieren geboden worden. Ook via ervaringsverhalen waarin patiënten vertellen wat zij met hun ziekte, hun behandeling meegemaakt hebben en waarvan lotgenoten kunnen leren. We willen graag dat ervaringsverhalen een belangrijke plaats innemen in alle edities van Hematon Magazine. Daarom vragen wij u: wilt u uw ervaringen met anderen delen? Wilt u dat lotgenoten er iets aan hebben? Bent u bereid uw verhaal te vertellen aan een van onze redacteuren voor een mooi en informatief item in ons blad? Een kort maitje aan [email protected] is genoeg. Wij nemen dan contact met u op voor een afspraak. Hartelijk dank alvast voor uw medewerking. 20 I HEMATON MAGAZINE VAN HET BESTUUR PRACHTIG VOORJAAR Met de zomer in zicht is het goed om even achterom te kijken naar een prachtig voorjaar. Prachtig,niet alleen omdat we veelvuldig van de zon hebben kunnen genieten. tekst Anne-Marie van Walraven voorzitter Hematon Stamceltransplantatie O p 29 maart bent u in groten getale naar Nieuwegein gekomen voor het Hematon openingscongres. Alles klopte: de gezellige en smakelijke lunch met ruimte om lotgenoten, bekende en onbekende, te ontmoeten. Daarna de prachtige digitale introductie met de gekleurde vlindertjes die samen ‘versmolten’ tot het Hematon logo. De paneldiscussie, met deskundigen ‘uit het veld’. Ook de parallelsessies met een ruime keuze aan onderwerpen zijn goed ontvangen. Vanaf deze plek wil ik daarom de congresredactie nogmaals bedanken. Alle inspanningen hebben geleid tot een dag waar we allemaal trots op mogen zijn en die het Hematonvuurtje, voor zover nog niet aanwezig, flink heeft aangewakkerd. Want ondertussen wordt er niet stilgezeten. In de meeste regio’s hebben de eerste verkennende bijeenkomsten plaatsgevonden en zal in de komende tijd gedacht en gewerkt gaan worden aan regiobijeenkomsten. Natuurlijk is het nog even wennen en zoeken naar de juiste invulling, maar ik heb daar alle vertrouwen in. Als groep Hematon Stamceltransplantatie willen we natuurlijk het liefst in alle regio’s vertegenwoordigd zijn. En dat kan alleen met uw inzet. We zijn daarom hard op zoek naar vrijwilligers die in de regioactiviteiten willen participeren. Stuur gerust een mail als u zich als vrijwilliger wilt aanmelden of meer informatie wilt naar: voorlichting. [email protected]. We hopen op heel veel reacties, want ook hier geldt dat vele handen… Namens Hennie, Derk en Joop wens ik u een stralende zomer! Kwart ouderen ervaart weinig regie over leven Bijna de helft van de ouderen zal prima uit de voeten kunnen met de hervormingen in de langdurige zorg. Echter, een kwart denkt in de toekomst ondersteuning nodig te hebben voor de ‘regie’ over zijn leven. In de overzichtstudie ‘Ouderen van de toekomst’ schetst het NIVEL een beeld van de wensen en mogelijkheden voor wonen, welzijn en zorg van ouderen en toekomstige ouderen. De ouderen van de toekomst verschillen niet alleen in hoe zij in het leven staan, maar ook in hun Bron NIVEL 8 mei 2014 Bestuur Hematon Stamceltransplantatie voorzitter Anne-Marie van Walraven [email protected] 071 5171439 / 06 53667827 secretaris Hennie Pander [email protected] 06 13038651 Bestuurslid Joop van der Meer (webmaster, Hematon sct-dag, internationale contacten) [email protected] 0341 454350 / 06 215868848 bestuurslid Derk de Groot (communicatie, PR, coördinatie contactpersonen sct-Centra) [email protected] 0513 529218 / 06 12703742 raad van Advies Dhr. dr. Michel Schaap Mw. Everdien Klein Poelhuis Mw. Tineke Nagtegaal Mw. Ria Oosterveer Dhr. dr. Arjan Lankester Hebt u vragen? Bel of mail met een ervaringsdeskundige! autologe en allogene sct Derk de Groot 0513 529218 / 06 12703742 [email protected] allogene sct Marian Schellekens 06 21837449 [email protected] Europees handvest voor de rechten van de kankerpatiënt gepubliceerd Afgelopen Wereldkankerdag, heeft de European Cancer Concord (ECC) het handvest voor de rechten van de kankerpatiënt gepresenteerd in het Europees parlement. Het document geeft puntsgewijs weer over welke rechten een kankerpatiënt hoort te beschikken. De kankerzorg in Europa is niet overal even goed geregeld. Het handvest is geschreven om dit te veranderen. Europese burgers kunnen het gebruiken om invloed uit te oefenen op de kankerzorg in hun eigen land. De kankerpatiëntenbeweging heeft het manifest vertaald in het Nederlands en onderzoekt of het gebruikt kan worden om na te gaan hoe de Nederland- foto fdecomite OPROEP ERVARINGSVERHALEN Ervaringsverhalen mogelijkheden. Bijvoorbeeld om zelf zorg te regelen. Ongeveer een kwart heeft voor zijn gevoel weinig ‘regie’ over zijn eigen leven en verwacht dat het op eigen kracht niet zal lukken lang ‘zelfredzaam’ te blijven. De NIVEL-onderzoekers doen daarom een aantal aanbevelingen: •H oud rekening met diversiteit tussen ouderen •Z org voor passende ondersteuning •B reng ouderen die zorg en ondersteuning nodig hebben in beeld •Z org voor een passend woningaanbod • F aciliteer en ondersteun mantelzorgers en vrijwilligers • Investeer in gebruiksvriendelijke technologie om zelfredzaamheid te bevorderen se kankerzorg scoort. Ook wil ze weten of de Nederlandse kankerpatiënt over alle rechten beschikt zoals die in het document beschreven staan. gvH, Multipel Myeloom en allogene sct Paul Joosse 035 5267264 / 06 12458572 [email protected] ouders, jongeren, kinderen met een sct Linda Swart 0513 417906 [email protected] partners en nabestaanden Cora Vrolijk 010 5902373 / 06 22881311 [email protected] psycho-sociale verwerking Hanna Suurenbroek 0522 281619 [email protected] werk, inkomen, ziektewet, WAO/WIA Trudi van Heijst [email protected] Bron: NFK 1 april 2014 HEMATON MAGAZINE I 21 STAMCELTRANSPLANTATIE • ERVARINGEN ERVARINGEN • STAMCELTRANSPLANTATIE interview Het was zo vanzelfspreken, stamceldonor worden, dat ik me nauwelijks kan herinneren hoe dat ging. tekst Laurence van Heijst beeld Astrid van der Heul-Burger F rank Hubert is al bloed donor vanaf zijn achttiende. Snel daarna liet hij zich ook als stamceldonor registreren: ‘Ik weet niet eens meer hoe dat precies gegaan is.’ In zijn eigen omgeving kent hij niemand die een ziekte heeft waarbij stamcellen nodig zijn, maar toch werd hij zonder aarzelen stamceldonor toen hij daarvoor werd gevraagd. Tweeëneenhalf jaar geleden kreeg hij een telefoontje van de donorbank: hij was mogelijk een match met een patiënt die stamcellen nodig had. Frank was inmiddels zevenentwintig jaar en werd verrast door het bericht: ‘Maar ook toen twijfelde ik geen ogenblik.’ Er werden aanvullende tests gedaan om de match nog beter te bepalen en de conditie van Frank te controleren. Ook werd hij uitvoerig geïnformeerd over het ver- 22 I HEMATON MAGAZINE loop van het traject: ‘Vanaf dat allereerste telefoongesprek werd benadrukt dat mijn deelname van vrijwillige aard was. Als ik, om welke reden dan ook, mijn bedenkingen had, kon ik tot de dag voor de donatie stoppen. Dat benadrukken leek mij toen bijna overdreven, maar het was toch goed, want ik zou daardoor niet geaarzeld hebben om alles tot een halt te roepen als ik het niet meer wilde. Ik heb begrepen dat meerdere mogelijke donoren worden getest, waarop dan teruggevallen kan worden.’ Frank bleek de beste match te zijn voor een mannelijke patiënt, ergens op de wereld, met een zeldzame, aan leukemie verwante aandoening: ‘Dat kreeg ik achteraf te horen. Meer informatie wordt niet gegeven. Ergens zou ik wel meer willen weten over deze persoon, want hoewel anoniem, delen we toch een bijzondere ervaring. Toch heb ik nog geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om schriftelijk ervaringen uit te wisselen. Ik denk er wel eens aan, maar weet eenvoudigweg niet wat ik zou moeten schrijven.’ Stamcelafname Later werd gevraagd of hij, via een bloedafname, nog iets wilde te doneren: ‘Ik denk dus dat de behandeling in zekere mate succesvol is geweest, maar ik weet niet meer wat er toen is afgenomen. Het was een paar uurtjes zitten in een comfortabele stoel, gezellig babbelen met de medewerkers van de bloedbank. Het bloed ging via zo’n ingewikkeld apparaat van mijn ene arm naar de andere. Zo zal ook de stamcelafname bij de meeste donoren gaan.’ Frank had eerder gekozen voor de ‘oude’ manier van stamcellen afstaan: beenmergafname, onder narcose, uit het bekken. ‘Dit leek mij zonder specifieke reden minder gedoe. Ik heb dus ook geen ervaring met groeifactoren.’ De afname en de herstelperiode daarna vielen mee: ‘Vroeg in de ochtend de OK in en ’s middags weer naar huis. Ik had een paar beurse plekken op mijn onderrug, van de puncties. Het leek op blauwe plekken, maar ze hadden langer nodig om te herstellen. Ik heb er eigenlijk weinig hinder van ondervonden, al had mijn sportconditie even nodig om weer op te bouwen. Die was na een dag of tien weer in orde. Overigens ben ik de volgende dag gewoon weer gaan werken en gaan sporten. Dat vond mijn vrouw wel zorgelijk, maar ik ben geen stilzitter. Europdonor heeft nog gebeld om te vragen of alles goed verlopen was en of het herstel voorspoedig gegaan was. We houden contact, want ik doe mee aan de marathon in Leiden als promotie voor de donorbank.’ Internationaal Inmiddels wonen Frank en zijn vrouw in België, maar hij blijft actief als vrijwilliger bij Europdonor. ‘Om beschikbaar te blijven als donor hoef ik me niet hier opnieuw in te schrijven, want de databank van stamceldonoren is internationaal. Ik word half juni papa; als mijn kind zo’n zware aandoening zou krijgen, zou ik ook immens dankbaar zijn als iemand vrijwillig stamcellen wil afstaan. Ik heb aan den lijve ondervonden wat een klein offer dat is, vergeleken bij de verlossing die het kan bieden. Hoewel ik alle spirituele overtuigingen respecteer, vind ik dat iedereen die er fysiek toe in staat is, zich zou moeten laten registre ren als donor. HEMATON MAGAZINE I 23 STAMCELTRANSPLANTATIE • WETENSCHAP REDACTIONEEL • STAMCELTRANSPLANTATIE medisch nieuws column Imatinib vóór stc foto Wikimedia IJapanse onderzoekers vergeleken 542 patiënten die imatinib (Glivec) kregen met 196 patiënten die geen imatinib kregen vóórdat ze een allogene stamceltransplantatie ondergingen. Alle patiënten hadden Philadelphiachromosoompositieve acute lymfatische leukemie (ALL). De belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn: • Vijf jaar na de allogene stamceltransplantatie was 59% van de patiënten die imatinib kreeg nog in leven. Bij de patiënten die geen imatinib kregen, was dit slechts 38%. • Patiënten die imatinib kregen, leken een minder grote kans op terugkeer van de leukemie te hebben dan patiënten die geen imatinib kregen. • Vergeleken met patiënten die geen imatinib kregen, stierven er bij de patiënten die dit middel wel slikten minder patiënten aan andere oorzaken dan leukemie. Autologe sct of R-FC bij CLL? In een studie werd directe autologe stamceltransplantatie (sct) vergeleken met de gangbare standaardtherapie met rituximab, fludarabine en cyclofosfamide. De patiënten waren jonger dan 65 Bron Bone Marrow Transplantation AUTOLOGE STC BETER DAN ALLOGENE BIJ APL A bron Blood (2 publicaties) en New foto Novartis England Journal of Medicine 24 I HEMATON MAGAZINE jaar en hadden Binet stadium B(II) of C B-cel chronische lymfatische leukemie (B-CLL). Loting bepaalde wie welke behandeling kreeg. De onderzoekers keken naar aantallen patiënten bij wie de ziekteverschijnselen helemaal verdwenen. In totaal de- den 96 patiënten mee; 48 kregen een autologe sct en 48 kregen R-FC behandeling. 1 Bij vergelijkbare aantallen verdwenen de ziekteverschijnselen helemaal: 62,5% bij de autologe stc en 58% bij de R-FC groep. 2N a 5 jaar was at nog steeds zo bij ruim 60% bij de autologe sct en 65% in de R-FC groep. 3D e totale overleving na 5 jaar was voor beide groepen 88%. Deze studie laat zien dat autologe sct geen overlevingsvoordeel biedt in vergelijking met de standard R-FC therapie. cute promyelocyten leukemie (APL) is een bij veel mensen goed behandelbare leukemie. Maar soms slaat de chemotherapie toch niet goed aan en moet er alsnog een stamceltransplantatie (sct) plaatsvinden. In een studie naar welke vorm van sct – allogeen of autoloog – het beste was werden in totaal 294 patiënten betrokken. Hiervan kregen er 232 een allogene sct en 62 een autologe sct. De allogene sct-patiënten werden zo’n 10 jaar gevolgd, de autologe sct-patiënten zo’n 6 jaar. De resultaten: 1 De totale overleving voor de “autologen” was 75% en die voor de “allogenen” 54%. 2 Bij allogene sct werden de slechtere resultaten vooral veroorzaakt door de hogere sterfte als gevolg van de behandeling en de graft versus host ziekte bij deze groep. De effecten als gevolg van de behandeling traden meestal op binnen drie jaar. Bron Biology of Blood and Marrow Transplantation; 30 maart 2014; J.L. Holter en anderen NIET ALLES HEBBEN P ap,’ zei de beer van een kerel die bij ons in huis woont en beweert mijn jongste zoon te zijn, ‘morgen moet ik om zeven uur beginnen, maar de treinen gaan pas vanaf zeven uur. Mag ik de auto…’ Voorzichtig meldde ik dat ik tijdens mijn re-integratie dagelijks naar mijn werk fietste en dat dat dezelfde afstand was. Aan mijn zoons gezicht te zien, bleek dat geen doorslaggevend argument. ‘Toe dan maar’, zei ik met een zucht, ‘maar zet ‘m bij het station, want wij hebben de auto vandaag ook nodig’. Derk de Groot Woont samen met zijn Jinke in een dorpje onder de rook van het Friese Haagje. Na zijn afkeuring liep hij in eerste instantie met zijn ziel onder de arm, maar na een plek gevonden te hebben als vrijwilliger binnen eerst SCT en nu Hematon, loopt hij vooral samen met zijn makker Gurbe, vooruitkijkend en terugblikkend, mijmerend door de Friese velden. Zodoende liepen Gurbe en ik naar het station, zouden de trein nemen, de auto ophalen en daarmee huiswaarts keren. Al lopend dacht ik aan mijn vorige column over de kleine witte eend. ‘Veel te lang’, had de redactie geoordeeld en had ‘m vervolgens eigenhandig gekortwiekt. Vierhonderdtachtig bedroeg het aantal woorden waarin onze blokjes om voortaan moesten worden vastgelegd. Je kunt ook niet alles hebben. Nieuwe redactiebezems vegen schoon. Naast de bank waarop ik zat, en Gurbe tussen de kruimels en blikjes een plekje had gevonden, zat een kleine knaap. Hij reisde blijkbaar samen met zijn grootvader. Het duo had veel plezier. ‘Kijk,’ zei opa, ‘ik heb hier jouw kaartje van gister nog. Dat moet je maar aan de conducteur geven’. Gniffelend pakte het knaapje het vervoersbewijs aan. Dat was een goeie grap. De conducteur liet niet lang op zich wachten. Hij pakte het kaartje van het jongetje en stempelde het af, deed hetzelfde met opa’s kaartje en liep door. Op de bank juichte het jongetje: de grap was geslaagd. Opa schrok er van en schoot haastig overeind, griste het kaartje uit de handen van zijn kleinzoon en hield de conducteur staande. ‘Misverstand’, zei hij en hij kleurde er van. ‘Aha,’ zei de conducteur, ‘u wilde mij dus controleren!’. Het nieuwe kaartje werd afgestempeld en beteuterd zag de kleinzoon opa het oude kaartje verscheuren en in de prullenbak doen: ‘Die hadden we nog wel een keer kunnen gebruiken!’ Met een verongelijkt gezicht ging hij zitten. Ik keek naar de kaartjes in mijn hand. ‘Als je nu, als de conducteur de volgende maal langskomt, blaft en kwispelt, kun je hem misschien dit hondenkaartje geven’, zei ik. De lach was onmiddellijk terug op zijn gezicht. Een nieuw avontuur lokte. Voorzichtig schoof hij wat naar me toe. ‘Mag ik dan misschien de riem ook wel vasthouden?’, vroeg hij en wees op Gurbe’s riem die naast mij lag. Gurbe keek mij aan en ik begreep het direct. Ik schudde m’n hoofd. Nee, je kunt nu eenmaal niet alles hebben… En de kleine witte eend? Dit jaar broedde zij vier eieren uit. Vanochtend zag ik haar in de sloot met nog één kuiken. En met nadruk denk ik: nee, je kunt nu eenmaal niet alles hebben. Helaas. HEMATON MAGAZINE I 25 STAMCELTRANSPLANTATIE • ZIEKENHUIS ZIEKENHUIS • STAMCELTRANSPLANTATIE reportage Transplantatiecoördinator Judith Wentholt (links) en hematoloog Sacha Zeerleder Stamceltransplantaties in het AMC Om stamceltransplantaties te mogen verrichten, moet een ziekenhuis aan strenge eisen voldoen en op grond daarvan een vergunning gekregen hebben. Sommige ziekenhuizen hebben alleen een vergunning voor autologe stamceltransplantaties, andere voor zowel autologe als allogene transplantaties. Er is dus een beperkt aantal ziekenhuizen in Nederland waar patiënten een stamceltransplantatie kunnen ondergaan. De meeste van die stamceltransplantatiecentra werden al één voor één in de schijnwerpers gezet in SCT Contact, het blad van één van de patiëntenorganisaties die opgingen in Hematon. In het eerste nummer van Hematon Magazine werd, in de editie Stamceltransplantatie, het Erasmus MC in Rotterdam belicht en nu zijn we te gast bij het laatste grote centrum in de reeks: het AMC in Amsterdam. 26 I HEMATON MAGAZINE De afdeling HematologieOncologie van het AMC De laatste in de reeks kennismakingen met stamceltransplantatiecentra is het AMC in Amsterdam.Een centrum met een bijzonder kenmerk: een grote etnische verscheidenheid. tekst en beeld Laurence van Heijst D at zorgt voor een extra uitdaging voor Judith Wentholt, transplantatiecoördinator. ‘We hebben hier in het AMC een patiëntenpopulatie met een grote etnische verscheidenheid. Voor deze groep patiënten is het moeilijker een niet-verwante donor te vinden. De meeste potentiële donoren in de donorbank hebben een Kaukasische afkomst (blanke huidskleur), dus als een patiënt een andere etnische afkomst heeft, wordt het lastiger om een donor te vinden. Als er geen ‘levende’ donor gevonden kan worden, is transplanteren met navelstrengbloed ook een optie. De cellen van navelstrengbloed zijn nog niet “doorleefd” en zullen bij de patiënt minder problemen geven, ook als het transplantaat niet helemaal identiek is.’ De donorbank zoekt dus meer etnische variatie? ‘Het zou mooi zijn als de donorbank uitgebreid kan worden met donoren met verschillende etnische achtergronden.’ Judith werkt al zes jaar met veel plezier in het AMC. ‘We hebben een team van drie vrouwen. Mijn twee collega’s zijn verpleegkundigen en ik ben van oorsprong doktersassistente. Vierentwintig HEMATON MAGAZINE I 27 STAMCELTRANSPLANTATIE • ZIEKENHUIS Oncologieverpleegkundige Sandra Hendriks Judith Wentholt (53) Vanaf 1990 doktersassistente en stamceltransplantatiecoördinator in UMCU in Utrecht. Sinds 2008 als transplantatiecoördinator in het AMC Sandra Hendriks (27) Deed als student HBOV vijf jaar geleden haar eindstage op de afdeling Hematologie/ Oncologie in het AMC en is hier gebleven. 28 I HEMATON MAGAZINE ZIEKENHUIS • STAMCELTRANSPLANTATIE ‘Als iemand geen donor wil zijn, dringen wij niet aan, want donor ben je puur vrijwillig’ jaar geleden ben ik in het UMC Utrecht op de afdeling Hematologie begonnen als doktersassistente. De laatste jaren was ik daar werkzaam als stamceltransplantatiecoördinator. In Utrecht worden alle soorten stamceltransplantaties verricht, inclusief navelstrengbloedtransplantaties. Toen alle academische ziekenhuizen de bevoegdheid kregen om MUD-transplantaties (Matched Unrelated Donor) te verrichten, ben ik gevraagd om dit in het AMC op te zetten. Ik werk hier nu vanaf 2008 en met veel plezier.’ hiervan zijn autologe en de andere helft allogene stamceltransplantaties. De allogene transplantaties zijn weer onderverdeeld in ongeveer de helft met een familiedonor en de andere helft met een Matched Unrelated Donor (MUD). Het is een gemiddelde, want het kan enorm variëren. Het ene jaar kun je voor bijna elke patiënt een passende familiedonor vinden, ook al heeft die maar één broer of zus, en het andere jaar moet je voor iedereen in de donorbank gaan zoeken.’ Wat geeft jou plezier in je werk? ‘Meestal wel. Als een patiënt in aanmerking komt voor een allogene transplantatie, vragen wij de patiënt om broers en zussen te benaderen met de vraag of ze mee willen werken aan een onderzoek of ze voor donatie in aanmerking komen. Vervolgens krijgen wij van de patiënt een lijstje met de broers/zussen die dat willen. Wij bellen deze familieleden op om te vragen of ze daadwerkelijk mee willen werken. Je kunt je voorstellen dat mensen niet rechtstreeks tegen hun broer of zus durven te zeggen dat ze liever geen donor willen zijn. De meeste mensen willen meewerken, maar er zijn er ook die twijfels hebben. Als iemand geen donor wil zijn, dringen wij niet aan, want donor ben je puur vrijwillig. Tegen de patiënt zeggen we ‘Meerdere aspecten maken het werken als stamceltransplantatiecoördinator boeiend. Eén daarvan is om een donor te kunnen selecteren voor een patiënt. Als er geen identieke familiedonor beschikbaar is, hebben we de mogelijkheid om in de wereldwijde donorbank op zoek te gaan naar een identieke donor. Ondanks het feit dat ik dit werk inmiddels al jaren doe, is het steeds weer zo bijzonder als je voor een patiënt een donor kunt selecteren uit de donorbank. Hoeveel transplantaties worden in het AMC verricht? ‘Gemiddeld transplanteren we zeventig patiënten per jaar. Ongeveer de helft Willen broers en zussen altijd donor zijn? dan dat die broer of zus niet geschikt is als donor. Zijn er meerdere broers of zussen identiek, dan wordt een vervolgonderzoek verricht, waarna we de donor selecteren.’ Internist/hematoloog Sacha Zeerleder schuift aan bij het gesprek. Eerder vertelde Judith over de rol van het Cytomegalovirus (CMV) en het Epstein Barr virus (EBV) bij het bepalen van de geschiktheid van een donor. We vragen de dokter om nadere toelichting. Waarom zijn het CMV en EBV zo belangrijk? Sacha: ‘Als iemand intensief behandeld wordt en het hele immuunsysteem wordt uitgeschakeld, is er een risico dat er ergens nog een cel is achtergebleven die CMV of EBV bevat. Dat kan dan weer gaan opspelen en leiden tot vervelende complicaties. Ook kunnen er cellen met CMV of EBV in het transplantaat van de donor zitten.’ Judith vult aan: ‘We controleren na de transplantatie steeds of er tekenen zijn van CMV, zodat we snel kunnen behandelen om de infectie de kop in te drukken.’ Sacha: ‘We hebben intussen heel gevoelige technieken om een opspelen van deze infecties te detecteren. Met behulp van deze technieken worden die patiënten wekelijks gemonitord. Zo kan het opnieuw opleven op tijd opgemerkt en meteen behandeld worden. Op deze manier kunnen we de kans op vervelende complicaties door het opspelen van deze virussen voorkomen. Er is wel verschil tussen beide virussen. Bij het CMV gaat het om de acute infectie die in uitzonderlijke situaties voor een patiënt zelfs fataal kan zijn. Deze infectie kan op een orgaan hetzelfde beeld geven als een acute graft-versus-hostdisease. Dan is het heel moeilijk om duidelijk te krijgen wat er aan de hand is, om vervolgens de juiste behandeling te geven. Daar lopen we HEMATON MAGAZINE I 29 STAMCELTRANSPLANTATIE • ZIEKENHUIS ZIEKENHUIS • STAMCELTRANSPLANTATIE ‘We letten goed op elkaar, zowel in de zorg naar de patiënt als in de privésfeer’ vaak tegenaan. Bij het EBV is een acute infectie niet zo’n probleem, maar wel de langetermijngevolgen. Het EBV kan bij patiënten met een verlaagd immuunsysteem leiden tot het ontwikkelen van een lymfoom; dat noemen we het post-transplantatielymfoom. Dit komt ook bij niertransplantaties voor. Het is te wijten aan het gebruik van medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken, om afstoting van het transplantaat te voorkomen.’ Sacha Zeerleder (44) Internist/hematoloog. Afkomstig uit Zwitserland; volgde daar ook alle opleidingen. Kwam naar Nederland in 2005, werkt sindsdien bij de Sanquin Bloedbank, waar ook het stamcellaboratorium gevestigd is, en vanaf 2008 ook als internist/hematoloog in het AMC. Esther Duyvis (57) Unitmanager behandelcentrum Q2 voor hematologie/ oncologie. Zij is oncologie- en hematologieverpleegkundige en werkt sinds 1996 in het AMC. 30 I HEMATON MAGAZINE Zou het dan niet beter zijn om de T-cellen uit het transplantaat te verwijderen? Sacha: Er zijn transplantatiecentra die de T-cellen uit het transplantaat halen, in de hoop een graft-versus-host te vermijden. Andere centra, waaronder het AMC, verwijderen de T-cellen niet uit het transplantaat. Er is voor beide manieren van aanpak iets te zeggen. Ernstige graft-versus-host is heel vervelend en kan levensbedreigende vormen aannemen, maar als iemand helemaal geen graft-versus-host ontwikkelt, word ik heel onrustig. Dan moet je er in principe van uitgaan dat deze patiënt ook geen effectieve graft-versus-leukemie-effect heeft, en hiervoor ondergaat een patiënt met een kwaadaardige aandoening deze immunologische behandeling. Helaas hebben we tot op heden geen tests om het graft-versus-leukemie-effect te meten. Als iemand helemaal geen graft-versus-host heeft gehad (en dus waarschijnlijk ook geen graft-versus-leukemie-effect heeft), kunnen we ook een donorlymfocyteninfusie (DLI) geven om het immuunsysteem te prikkelen, in de hoop de beoogde effecten te bereiken. Er komt binnenkort een HOVON-studie, die gaat onderzoeken wat de waarde is van DLI’s na allogene transplantatie bij patiënten met hoog-risico leukemie.’ Wat zijn de nieuwe ontwikkelingen? Sacha: ‘Samen met de Saquin Bloedbank ontwikkelen we nu een nieuw, fijner systeem om recidieven vroegtijdig op te sporen. We doen dat samen met het VUmc en proberen het ook in een lopende HOVON-studie te laten meelopen. We werken inmiddels ook meer dan vroeger op verschillende vlakken samen met het VUmc.’ Judith vult aan: ‘De behandelingsprotocollen rondom stamceltransplantatie hebben we gelijkgetrokken, met als gevolg dat we dezelfde manier van conditioneren, behandelen en hetzelfde celtherapiebeleid hanteren. Het protocol wordt regelmatig bijgesteld. Dit stemmen we samen af.’ Sacha: ‘Het is voor ons van toegevoegde waarde: als wij nauw samenwerken met het VUmc zitten Unitmanager Q2 Esther Duyvis we samen in de regio Amsterdam aan de top van Nederland met het aantal transplantaties. Dan hebben we ook de verplichting om dat goed te doen; alles wat bijdraagt aan het verbeteren van onze kennis is welkom. Als de behandelingen in beide ziekenhuizen op dezelfde manier gedaan worden, speelt het geen rol meer aan welke kant van de ring in Amsterdam een patiënt behandeld wordt.’ Het volgende gesprek is met Sandra Hendriks, oncologieverpleegkundige op F6 zuid. Sandra: ‘Ik vind verpleegkunde een mooi beroep. Je kunt heel veel betekenen voor de patiënt en je kunt jezelf altijd nog verder ontwikkelen in het vak. Ik werk hier met veel plezier, ook al heb je vaak te maken met nare situaties.‘ Is het moeilijk met heel zieke mensen te werken? ‘De patiënten en hun naasten worden ineens uit hun normale leven gerukt en moeten in het ziekenhuis vechten voor hun leven. Patiënten op de afdeling krijgen vaak heel plotseling te horen dat ze ernstig ziek zijn. Het zijn allemaal mensen die zomaar mijn eigen vrienden of familie hadden kunnen zijn qua leeftijd en situatie. Door een intensief contact met de patiënten en hun omgeving, leer ik ze goed kennen. Daardoor kan ik goede begeleiding bieden. Ik heb zelf jonge kinderen. Dus als het een jong gezin betreft, komt het wel heel dichtbij. Ik heb daarin wel snel een weg gevonden om het vol te houden. Er zijn dagen waarop ik thuis nog wel nadenk of praat met mijn vriend over wat hier gebeurd is, maar ik vind het normaal dat je bepaalde emoties meeneemt naar huis. Het zou gek zijn als je dat niet hebt. Ik ondervind daar geen last van en ik kan het uiteindelijk loslaten. Thuis HEMATON MAGAZINE I 31 STAMCELTRANSPLANTATIE • ZIEKENHUIS ZIEKENHUIS • STAMCELTRANSPLANTATIE behoefte aan hebben, maar ook de gelegenheid voor ontmoeting. zijn mijn kinderen, dan heb ik weer een heel andere rol en ben ik daar mee bezig. Ook met de andere verpleegkundigen praten we de gebeurtenissen door. Het idee is om na elke dienst samen te evalueren hoe de dag is verlopen en of er dingen zijn waar we tegenaan lopen. We letten goed op elkaar, zowel in de zorg naar de patiënt als in de privésfeer. Ik heb echt lieve en zorgzame collega’s, ik had het nooit zo lang volgehouden als we niet zo’n leuk team hadden. We doen het goed samen en dat zal de patiënt ook aanvoelen.’ Voor welke behandelingen komen mensen hier? Werken jullie met een vast team? ‘Soms hebben we tijdelijk leerlingverpleegkundigen, die begeleid worden door de vaste medewerkers, maar ons team bestaat uit vaste verpleegkundigen. De meesten van ons draaien verschillende diensten. De gesprekken met de patiënt zijn tijdens een dagdienst anders dan in de avonddienst; dan komen er andere vraagstukken aan de orde. We proberen de patiënt en de familie ook op psychosociaal gebied goed in de gaten te houden. Daar hebben we geen protocol voor; dat doen we uit onszelf. Is er extra hulp nodig, dan is er maatschappelijk werk, geestelijke verzorging of een psycholoog die deze zorg samen met ons kan bieden. We hebben het multidisciplinair overleg nieuw leven ingeblazen en kunnen daarmee betere begeleiding geven. We vertellen de patiënt dat hij bespoken wordt in het overleg, dan kan hij eventueel nog punten meegeven. We koppelen het ook altijd weer terug aan de patiënt.’ Liggen sct-patiënten hier geïsoleerd? ‘Bij ons liggen mensen die getransplanteerd worden niet in isolatie. Op congressen hoor ik dat sommige zie32 I HEMATON MAGAZINE kenhuizen nog wel voor isolatie kiezen, maar ik heb begrepen dat uit diverse onderzoeken blijkt dat infecties vooral vanuit de patiënt zelf komen en niet van buitenaf. Er is geen bewijs dat isolatie minder infecties zou geven. Daarom is hier besloten om niet te isoleren. We hebben natuurlijk wel regels voor hygiëne en we geven voorlichting over de periode van lage weerstand. Als bezoekers ziek zijn, wordt ze afgeraden om op visite te komen. Bij verkoudheid moeten ze een mondkapje dragen. De verantwoordelijkheid ligt voor een groot gedeelte bij de patiënt en de bezoekers om zich aan de regels te houden. Bij het niet naleven van deze regels wijzen we de patiënten en bezoekers hierop. We selecteren wel welke patiënten wel of niet bij elkaar kunnen liggen, want we hebben niet voldoende éénpersoonskamers. Er zijn nog steeds niet méér infecties aangetoond dan in andere ziekenhuizen, dus het gaat goed. Anders waren we er allang van teruggekomen! Afhankelijk van de behandeling en de situatie thuis, gaan mensen soms in het ambulante zorgtraject. Dit houdt in dat patiënten thuis kunnen zijn tijdens de neutropene fase, de periode waarin de weerstand laag is. Ze moeten hierbij wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Eén daarvan is bijvoorbeeld 24-uurs mantelzorg. Tijdens het ambulante zorgtraject komt de patiënt drie keer per week naar het ziekenhuis voor controle en wordt de gezondheidssituatie geëvalueerd. Mocht het thuis niet goed gaan, de patiënt krijgt bijvoorbeeld koorts, dan wordt hij gelijk weer op de afdeling opgenomen. Het moet verantwoord zijn dat de patiënt thuis is.’ Hierna ontmoeten we Esther Duyvis, Unitmanager van Behandelcentrum Q2. Zij vertelt ons over de gang van zaken op deze mooie afdeling, die door een kunstenaar ontworpen werd in samenspraak met de medewerkers, en nu vier jaar open is. Het centrum biedt privacy voor patiënten die daar Esther: ‘De afdeling heeft plek voor vijftien patiënten. We geven hier chemotherapie voor verschillende oncologische en hematologische aandoeningen, in diverse behandeltrajecten. Al onze verpleegkundigen zijn specialistisch geschoold, dus behalve verpleegkunde hebben zij ook de specialisaties hematologie en oncologie. Dat is een voorwaarde om hier te kunnen werken. We geven voorlichting over de behandeling en assisteren bij diverse verrichtingen (bijvoorbeeld bot- en beenmergpuncties). Tevens worden er ondersteunende transfusies in het behandelcentrum gegeven. Patiënten leggen een heel traject af; sommige hematologiepatiënten zien we echt járen, dus je leert elkaar goed kennen. Je ontmoet ze in de verschillende fasen van hun ziekteproces. Dat geeft een speciale band. We zien ze als ze net de diagnose gehoord hebben, tijdens de behandeling en nacontroles. Soms gaat het heel goed en zie je de patiënt een paar jaar niet, hoogstens tijdens de nacontrole voor bloedprikken. Het strekt zich uit over een lange periode in hun leven; sommigen stichten een gezin of bouwen hun werk af. Soms zit er een periode tussen en komen ze terug als er een nieuw middel op de markt is en ze daarvoor in aanmerking komen. We hebben voor een groot gedeelte “vaste klanten” en daar bouw je echt een band mee op.’ Zien patiënten hier ook vaste gezichten? ‘We werken hier op de poli met Eerste Verantwoordelijke Verpleegkundigen (EVV), dus de patiënten zien steeds de- ‘Naasten zijn heel belangrijk, die leven mee met het ziekteproces van de patiënt’ zelfde gezichten. Het is een klein team, waar weinig van personeel gewisseld wordt, dus we zijn een stabiele groep. De patiënten vinden dat fijn, dat zie je ook terug in de patiëntenenquêtes. We hebben tussen de dertien en vijftien vaste medewerkers: verpleegkundigen, een afdelingsassistent, drie vaste doktersassistenten en een oncologisch specialist. De meesten werken hier al jaren. De sfeer is goed, maar daar moeten we ook flink voor inzetten, want het werk is soms zwaar. We zien bijna dertig patiënten op een dag met een team van vijf verpleegkundigen op de werkvloer, dus we moeten het goed organiseren. We starten de dag met het verdelen van de patiënten: wie is EVV-er van welke patiënt, moeten we iets speciaals voor een patiënt doen? Aan het einde van de dag gaan we ook even zitten om te bespreken wat er gebeurd is, of er vervelende dingen waren. Als iemand uitbehandeld is, geven we dit door aan het team, zodat de patiënt deze informatie niet steeds weer hoeft te vertellen. De artsen lopen aan het eind van de dag ook nog even langs om te vertellen of er iets bijzonders is. Gelukkig zijn de lijnen kort. Ook de verbinding met F6 proberen we zo stevig mogelijk te houden. Daar liggen de patiënten ook vaak en zo zitten we allemaal op één lijn.’ Hebben jullie ook aandacht voor naasten? ‘Ja, de naasten zijn heel belangrijk, die leven mee met het ziekteproces van de patiënt. Het is een vast gegeven dat de patiënt en de naaste samen worden voorgelicht aan het begin van de behandeling. We nemen stap voor stap door wat er allemaal gaat gebeuren en wat in de thuissituatie geboden moet worden om het tot een succes te maken. Als een patiënt geen goede mantelzorger heeft, wordt het heel moeilijk. Soms zegt een partner dat het wel goed zal gaan, maar dan blijkt het toch moeilijker dan gedacht. Als iemand uitbehandeld is, zetten we een nazorgtraject in. Na zes weken belt één van de verpleegkundigen om te vragen hoe het gaat, of alles goed geregeld is en de patiënt en de naasten zich redden in die situatie. Er wordt een nagesprek aangeboden wanneer daar behoefte aan is. Mensen komen zo lang bij ons en op deze manier blijf je toch goede zorg bieden.’ Hematoncontactpersoon binnen het AMC is Ria Kosten. Hoofdverpleegkundige Susanne Heijmenberg heeft deze reportage begeleid en voorbereid. HEMATON MAGAZINE I 33 STAMCELTRANSPLANTATIE • MEDISCH ERVARINGEN in interview beeld vraag & antwoord Richt uw vragen voor deze rubriek aan [email protected]. We plaatsen de vraag als het onderwerp interessant is voor veel lezers. We laten de naam van de vragensteller en andere persoonlijke gegevens weg. Tekst Michel Schaap, hematoloog Radboudumc Wat is het verschil tussen een myeloablatieve, reduced intensity of non-myeloablatieve conditionering (voorbereiding) voor stamceltransplantatie? Wanneer kies je voor de één of voor de ander? Myeloablatief betekent: alles leegmaken en vervangen door nieuwe stamcellen. Reduced intensity of non-myeloablatieve conditionering is minder intensief: deels leegmaken, ruimte maken en nieuwe stamcellen erbij. De conditionering bij een allogene stamceltransplantatie werd aanvankelijk altijd met twee doelen gegeven. Ten eerste om zoveel mogelijk ziekte te vernietigen door middel van een hoge dosis chemotherapie en ten tweede als methode om de weerstand van de patiënt zo te onderdrukken, dat afstoting van het stamceltransplantaat niet optrad. Toen duidelijk werd dat de T-cellen van de donor een graft-versus-tumoreffect konden bewerkstelligen en dat een hoge dosis chemotherapie voorafgaand aan een stamceltransplantatie niet altijd noodzakelijk is, ontstond het concept van de reduced intensity of non-myeloablatieve stamceltransplantatie. Belangrijkste doel was en is om te zorgen dat het beenmerg van de patiënt bevolkt wordt door gezonde donorstamcellen, het overlijdensrisico door de transplantatie te laten dalen en het graft-versus-tumoreffect te laten zorgen voor definitieve uitschakeling van de oorspronkelijke ziekte. Voor- en nadelen In de loop der jaren zijn diverse manieren van conditionering ontwikkeld die van zeer weinig intensief tot zeer intensief variëren. Groot voordeel van de non-myeloablatieve en reduced intensity conditionering is de geringe kans op complicaties rondom de transplantatie. Daardoor overlijden minder patiënten aan de procedure zelf en is de leeftijd waarop getransplanteerd kan worden steeds hoger geworden. Inmiddels kunnen patiënten, die geen bijkomende complicerende ziekten hebben, getransplanteerd worden tot 75 jaar. Nadeel van deze vorm van transplanteren is een grotere kans op terugkeer van de ziekte. Het blijft steeds zoeken naar de balans. De keuze Leeftijd van de patiënt, soort ziekte waarvoor getransplanteerd wordt, bijkomende ziekten en fitheid zijn bepalende factoren voor de keuze van de conditionering. Het soort conditionering wordt tegenwoordig vrij strikt gedefinieerd. Myeloablatieve conditioneringen bestaan voornamelijk uit cyclofosfamide in combinatie met hoge dosis radiotherapie of Busulfan. Afhankelijk van het soort donor kan hieraan nog ATG of alemtuzumab worden toegevoegd. In sommige gevallen worden deze conditioneringsregimes nog extra verzwaard met andere medicijnen. Men spreekt dan van hyperintensieve myeloablatieve conditionering. De reduced intensity conditionering kunnen ook in twee categorieën worden onderverdeeld; de zogenaamde intermediaire dosis-regimes (RIC) en de non-myeloablatieve regimes (NMA). Bij de RIC-regimes wordt vaak gebruik gemaakt van fludarabine in combinatie met busulfan, melfalan, cyclofosfamide, thiotepa of treosulfan. De NMA-regimes bestaan over het algemeen uit Fludarabine in combinatie met lage dosis TBI of lage dosis busulfan met of zonder ATG en alemtuzumab, afhankelijk van het soort donor. tekst Liesbeth van der Heijden beeld Daniel van Straten Wie? Diagnose Cabaret Première Freek Slemmer (55) was een echte Rotterdammer. Recht voor z’n raap, trots en eerlijk. Hij kon niet tegen onrecht. Zijn ziekte beschouwde hij eigenlijk ook als onrecht. Van beroep was Freek reclamemaker. Hij schreef gemakkelijk en kon snel op mensen reageren. Freek had twee kinderen en twee stiefkinderen. In 2001 werd Freek ziek. Hij kreeg ernstige gewrichtsklachten, vooral aan zijn rug, en kon niet meer hardlopen. Hij bleek Kahler te hebben. Na eerst met chemotherapie behandeld te zijn, kreeg hij in 2004 een stamceltransplantatie met stamcellen van zijn zus. Hij hield er onder andere sclerodermie aan over, een ernstige huiden bindweefselziekte. Freek kwam in contact met een oude vriend, wiens broer cabaretier was. Met die broer scheef hij een voorstelling, ‘Superchronisch’, om zijn 12,5-jarig jubileum als Kahlerpatient te vieren. De boodschap: pak je leven op en maak er iets van, al heb je kanker. De voorstelling was grappig en cynisch. Freek kwam op, luchtgitaar spelend op een infuusstandaard. Freek heeft de voorstelling maar één keer kunnen spelen. Dat ging heel goed. Hij kon improviseren als een echte stand-up comedian. Daarna werd hij ziek. Steeds kleine dingen: holteontsteking, gordelroos en uiteindelijk longontsteking. Hij vervloekte dat. Maar zijn lichaam was op. Hij had er zó veel uitgehaald. Terwijl de redactie hem aan het mailen was voor een interviewafspraak, overleed Freek. Dit verhaal wordt verteld door zijn vrouw Annelies. 34 I HEMATON MAGAZINE HEMATON MAGAZINE I 35 ERVARINGEN ERVARINGEN interview Yvonne Kas is arts en een zelfverzekerde vrouw. Maar als patiënt bleek zij niet zo assertief. Tekst en beeld Laurence van Heijst ‘I n 2005 kreeg ik een ooglid dat ‘zakte’. Dat zag iedereen. Mijn collega’s dachten dat ik misschien een kleine beroerte had gehad. Ze vonden dat ik er naar moest laten kijken. Dat heb ik een tijd genegeerd. Misschien wilde ik er niet aan, ik nam er gewoon de tijd niet voor. Ik ben nooit zo alert geweest op mijn eigen gezondheid. Toen ik er toch mee naar de huisarts ging, zei zij: ‘Iedereen heeft twee ongelijke ogen, dat is niets bijzonders.’ Heel onnozel. Maar toen ging ik op vakantie en in die rust dacht ik ineens: nee het klopt niet, dit hoort niet bij mij. Na de vakantie heb ik zelf de neuroloog gebeld en heb ik mijn zorgen gedeeld. 36 I HEMATON MAGAZINE Die neuroloog deed een paar testjes en zei meteen dat er veel meer aan de hand was. Er zaten zeker vier maanden tussen mijn bezoek aan de huisarts en mijn eigen initiatief om naar de neuroloog te gaan.’ Daarna ging het snel? ‘Nee, er kwam nog meer vertraging. De onderzoeken gingen van gewone röntgenfoto’s naar steeds technischer methodes. Uiteindelijk werd er een tumor in mijn hoofd ontdekt, boven het linkeroog. Het heeft een half jaar geduurd voordat de diagnostiek rond was en toen zagen ze dat die tumor al op de eerste foto zichtbaar was! Ze hadden steeds in de kleine hersenen gezocht, Yvonne (70) Begin ooglid ging hangen Diagnose multipel myeloom Behandeling operatie, stamceltransplantatie en chemotherapie Nu wisselend, nog steeds chemotherapie HEMATON MAGAZINE I 37 ERVARINGEN ERVARINGEN interview maar het bleek gewoon boven in mijn bol te zitten. De neurochirurg die het kon opereren, dacht dat het een theratoom was, een gezwel dat al vanaf de geboorte aanwezig en in feite goedaardig is. Ze voorzag een hele toestand in mijn hoofd en de noodzaak van een reconstructie van de schedel. Ze wilde samenwerken met een plastisch chirurg uit het Brandwondencentrum in Beverwijk. Er ging veel tijd overheen voordat er in de agenda een plek gemaakt kon worden dat die twee er konden zijn. En de neurochirurg ging eerst nog zes weken opereren in Suriname, heel lovenswaardig natuurlijk, maar ja. Al met al heeft het nog zo’n drie maanden geduurd voordat de operatie uiteindelijk plaatsvond. En daarna nog zes weken voordat ze in het laboratorium konden vaststellen wat voor tumor het was. Het was dus geen theratoom, maar wat het wel was?’ Ben je niet boos geworden? ‘Het is raar dat je het zo gelaten over je heen laat komen. Ik liet me steeds weer wegsturen. Dat zou je van mij niet verwachten, je denkt dat ik er veel meer bovenop zou zitten, zeker na alle misdiagnoses die er al geweest waren! Het is ook een beetje dubbel: diep in mijn hart wist ik natuurlijk dat het kwaadaardig was, want een goedaardig gezwel gaat zich niet zo door mijn schedel heen vreten. Het had een enorme verwoesting aangericht. Een groot deel van mijn schedel moest weggehaald worden en mijn hele oogkasdak is weg. Dat heeft de plastisch chirurg allemaal van metaal gereconstrueerd Ik zit vol schroeven en moeren en daar zie je niets van, razend knap. Het rechtvaardigt dat ik zo lang heb moeten wachten.’ Dat meen je toch niet? ‘Dat teruggestuurd worden door de dokter, ‘we weten het nog niet precies’, geeft ook uitstel van executie. Je stelt de 38 I HEMATON MAGAZINE confrontatie uit met iets wat je eigenlijk wel weet. Dat is zo wonderlijk, ik vond het wel prima, kwam nog even lekker bij na de operatie. Uiteindelijk bleek uit de tumorkleuring dat het multipel myeloom (ziekte van Kahler) was. Ik was ook gewoon niet assertief, terwijl ik in mijn loopbaan veel energie heb besteed aan de samenwerking en assertiviteit tussen patiënt en dokter. Op de één of andere manier was ik in de startfase van mijn ziekte toch de onzekere patiënt, die iets wat goed nieuws leek omarmde en blind en doof was voor de dingen die niet goed waren. Absoluut niet kritisch naar mijn dokter toe!’ Hoe ging het herstel? ‘Razendsnel! Ik zat nog zes weken vast aan de bestraling, maar daarna werkte ik al snel weer. Helaas bleef het niet goed gaan. Bij de controles bij de hematoloog was steeds alles goed, maar in 2008 kreeg ik last van duizelingen. Omdat ik vreesde dat er weer een tumor was, ben ik gelijk naar de neurochirurg gegaan die mij geopereerd had. Toen werd ik wel al assertiever hè? Zij begon met een MRI-scan af te spreken in het VU. De dag voordat ik daar terecht kon, ben ik nog een keer extra naar de hematoloog gegaan. Ik wilde ‘Ik omarmde wat goed nieuws leek en was blind en doof voor de dingen die niet goed waren’ samen naar de labuitslagen kijken om eventuele overeenkomsten met de tijd van de mutipel myeloom te zoeken. Direct toen hij het dossier opende zagen we allebei grote rode uitroeptekens achter de korte-keteneiwitten! Die eiwituitslagen komen altijd veel later, dan ben jij al op controle geweest en kijkt niemand er meer naar. Het Elektronisch Patiëntendossier was net in gebruik genomen en voor dit soort situaties bleek er nog geen goede werkwijze. Ik had dus al maanden verhoogde tumormarkers, waar niemand op reageerde. De ziekte was echt fors teruggekomen. Ik heb dat later met het hoofd Hematologie toch uitgesproken. Nu ga ik twee weken van tevoren de eiwitten laten prikken, zodat die bij de controle bekend zijn. Eerst kreeg ik weer chemotherapie en na een stamceltransplantatie hoefde dat niet meer, maar de ziekte kwam terug met spontaanfracturen. Dan vallen letterlijk de gaten in je botten. Het is extreem pijnlijk en je moet direct weer met chemotherapie beginnen. De laatste fractuur was in juni 2013, op acht plekken waren mijn ribben aangetast. Toen ben ik weer met een hoge dosis chemo begonnen en het ging weer even goed.’ Hoe gaat het nu? ‘Het is wisselend. De ene dokter zei dat ik absoluut niet moest minderen met de chemotherapie, want ik heb te snel spontaanfracturen. De andere dokter adviseerde om toch te minderen, vanwege de bijwerkingen. Ik begon dus een cyclus met minder chemo, maar helaas bleek na twee kuren dat de tumormarkers weer stegen en nu heb ik toch weer een hoge dosis. Ik heb altijd ook diverse alternatieve geneeswijzen geprobeerd, met een goede kwaliteit van leven als resultaat. Als arts zie ik echt de voordelen van het combineren van beide werelden.’ En hoe sta je nu in het leven? ‘Ik ben dankbaar dat ik al die jaren nog gekregen heb. Het is zo bijzonder! Ik heb vijf kleinzonen en vorig jaar kreeg ik nog een kleindochter. Toen ik ziek werd, dacht ik: als ik mijn moeder maar overleef en mijn huidige partner, die twintig jaar ouder was. Nu besef ik dat ik nog zoveel extra gekregen heb; heel bijzonder. Het is goed om naar mezelf terug te kijken. Te zien dat ik weer in dezelfde valkuilen viel. Nu wil ik met enthousiasme proberen dat voor anderen te voorkomen.’ Loopbaan Yvonne Kas studeerde geneeskunde in Amsterdam en werkte vanaf 1969 als arts in Nederland en het buitenland. Voor Hematon is Yvonne actief binnen een werkgroep die de belangen van de patiënt vertegenwoordigt bij de artsenorganisaties. HEMATON MAGAZINE I 39 HEMATON PATIËNTEN achtergrond interview HET IS ONS GELUKT, WE ZIJN HEMATON’ tekst Liesbeth van der Heijden beeld Harold van Beele en Jolanda Bot In een bomvol congrescentrum in Nieuwegein vierde Hematon op 29 maart haar oprichting met een openingscongres. Het werd een bijzondere dag, die tot in de puntjes klopte. De kennissessies leverden waardevolle informatie op. Deelnemers deelden spontaan en openhartig hun ervaringen. En in de wandelgangen vonden warme, geplande en ongeplande ontmoetingen plaats. Hematon-voorzitter Paul Dijkstra opende het congres met de woorden: ‘Het is ons gelukt, we zijn Hematon!’ Hij benadrukte dat Hematon zo veel mogelijk samen doet, maar dat er ook nog activiteiten per ziekte zijn. Zoals de contactdagen of de katernen in het magazine. Hij bedankte de vrijwilligers voor wie dit het moment was om het stokje over te dragen en sprak zijn respect uit voor die beslissing. ‘Ons motto is weten, delen en ontmoeten. Wij willen eraan bijdragen dat u zo goed mogelijk geïnformeerd bent, zodat u een gelijkwaardig gesprekspartner voor uw dokter kunt zijn en de regie over uw eigen behandeling voert. We willen helpen met het delen van ervaringen die van belang kunnen zijn voor een ander. En we willen zorgen dat lotgenoten elkaar kunnen ontmoeten.’ 40 I HEMATON MAGAZINE Atie Frederiks, dagvoorzitter, praatte de dag met professionele flair aan elkaar en stelde iedereen gerust. Met behulp van stellingen warmde zij met de sprekers het publiek op voor het hart van het congres: de deelsessies. Er waren er vijf: 1 ‘Partners en naasten. Samen vol in de wind’ Ruud Bos, medisch maatschappelijk werker hematologie, UMC Utrecht. 2 ‘Bloedkanker, ontwikkelingen van de laatste jaren’ Peter Huijgens, emeritus hoogleraar hematologie 3 ‘Wait-and-see’ Rien van Oers, hoogleraar hematologie aan het AMC te Amsterdam 4 ‘Jongeren en kanker’ Nel Kleverlaan, psycholoog, filmmaker, auteur en coördinator van ‘t Praethuys in Alkmaar 5 ‘Samen werken aan een goede communicatie’ Myriam Deveugele, hoogleraar Communicatie in de gezondheidszorg aan de Universiteit van Gent Verslagen en meer foto’s zijn te vinden op www.hematon.nl. HEMATON MAGAZINE I 41 ERVARINGEN HEMATON HEMATON interview achtergrond Wat zijn dat voor clubs onder de paraplu van Hematon? Deel twee. Vorige keer maakten we kennis met Leukemie, MDS en Lymfklierkanker. Nu zijn multipel myeloom,de ziekte van Waldenström en stamceltransplantatie aan de beurt. tekst redactieteam Hematon Magazine beeld Carolien Drieënhuizen & Ron de Haer 42 I HEMATON MAGAZINE O p 1 januari 2014 gingen vier organisaties op het gebied van bloedkanker samen. Patiënten met leukemie, multipel myeloom, de ziekte van Waldenström of lymfklierkanker zitten nu in één organisatie bij elkaar. Groepen die elkaar nog niet zo goed kennen. Welke aandoeningen hebben de mensen van Hematon? In de vorige editie van Hematon Magazine waren leukemie, MDS en lymfklierkanker aan de beurt. Nu staan multipel myeloom, de ziekte van Waldenström en stamceltransplantatie in de schijnwerpers. Multipel myeloom en ziekte van Waldenström Patiënten met twee ernstige ziektes van het beenmerg werden tot 2014 lid van dezelfde CMWP, de Contactgroep Myeloom en Waldenström Patiënten. Multipel myeloom: Multipel myeloom (MM, ziekte van Kahler) is een kwaadaardige aandoening van het beenmerg, die uitgaat van de plasmacellen in dat beenmerg. De plasmacellen (= myeloomcellen) functioneren niet meer naar behoren en dit leidt tot de ongebreidelde productie van één soort afweereiwit. De aanmaak van andere afweereiwitten komt daardoor in het gedrang. Daardoor zijn MM-patiënten erg vatbaar voor infecties. De myeloomcellen vormen meestal haarden, verspreid door het beenmerg (= myelomen) op meerdere (= multipel) plaatsen. Het bloedvormende beenmerg, zoals in de ribben, de heup, de schedel, schouders en ruggengraat, zijn het meest aangedaan. De myeloomcellen bevorderen de botafbraak en remmen de botaanmaak. Daardoor ontstaan er botdefecten, kunnen wervels inzakken, ribben en botten breken. Ook kan de productie van álle typen bloedcellen in het beenmerg verstoord raken. Gevolgen daarvan: bloedarmoede, verhoogde gevoeligheid voor infecties en verhoogde bloedingneiging. Multipel myeloom reageert in het algemeen goed op behandeling maar wordt als een ongeneeslijke ziekte beschouwd. Met moderne behandelingen – waaronder stamceltransplantatie met eigen of donorstamcellen – is een klein percentage van de patiënten na vele jaren (tot meer dan tien jaar) ziektevrij. Jaarlijks wordt de ziekte vastgesteld bij ongeveer 750 mensen in Nederland, vaker bij mannen dan bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij diagnose ligt rond de 65 jaar. In slechts 4% van de gevallen wordt MM vastgesteld bij personen onder de 45. Ziekte van Waldenström: Bij de ziekte van Waldenström treedt er vooral een woekering van rijpe B-lymfocyten in het beenmerg op. Het is een indolent lymfoom en dat betekent dat de aandoening zich langzaam ontwikkelt. Volledige genezing is op dit moment nog niet mogelijk. Ieder jaar krijgen in Nederland ongeveer 75 patiënten de ziekte van Waldenström en vaker mannen dan vrouwen. De gemiddelde leeftijd bij diagnose ligt rond de 60 jaar en in slechts 4% van de gevallen wordt de ziekte vastgesteld bij personen onder de 45. Bij de ziekte van Waldenström rijpen de kwaadaardige B-lymfocyten uit naar plasmacellen en produceren dan een enorme hoeveelheid abnormaal IgM-eiwit. Het lymfoom groeit traag en hoewel het niet te genezen is, leven de meeste patiënten langer dan vijf jaar. CMWP In 1983 is de Contactgroep Kahler Patiënten (CKP) opgericht. Eén van de oprichters was Jan Borst, arts én patiënt. Als arts leverde hij veel artikelen voor het ledenblad Merg en Been en HEMATON MAGAZINE I 43 HEMATON HEMATON had hij jarenlang een rol in de voorlichtingstaak van de CKP. Zijn echtgenote Els Borst, oud-minister van Volksgezondheid, was tot haar tragische overlijden begin dit jaar zeer actief bij de belangenbehartiging voor kankerpatiënten en zij was erelid. Tussentijds is de naam gewijzigd in Contactgroep Kahler en Waldenström Patiënten. De afkorting CMWP werd pas vanaf 2009 officieel gehanteerd, nadat er besloten was niet meer Kahler maar myeloom te gebruiken en ook Waldenström in de afkorting op te nemen. Multipel myeloom is de officiële naam van de ziekte van Kahler. Vanaf 2002 wordt deze naam binnen de patiëntenvereniging gehanteerd. De officiële naam van de ziekte van Waldenström is non-Hodgkin lymfoom, type lymfoplasmacytoidlymfoom. Een bewerkelijke naam. Dat de naam ziekte van Waldenström wordt aangehouden, heeft dus een praktische reden. Patiënten met deze ziekte zouden dus eigenlijk lid kunnen zijn van de Lymfklierkankervereniging Nederland (LVN), maar door de overeenkomst dat de ziekte zich in de plasmacellen bevindt en het ziekteverloop meer lijkt op dat van myeloompatiënten, voelen patiënten zich meer thuis bij de CMWP. De naam van het ledenblad Merg en Been is in 2009 gewijzigd, nadat hierover al een aantal keren discussie ontstond op de algemene ledenvergadering. Vanaf 2009 is Merg en Been veranderd in Emergo! CMWP was een vereniging en in de algemene ledenvergadering van 2013 is met een krappe meerderheid voor het samengaan met de andere bloedkankerorganisaties gestemd. Maatwerk Een stamceltransplantatie werd vroeger een beenmergtransplantatie genoemd. De naam veranderde toen de wijze van stamcel oogsten, het verzamelen van stamcellen, veranderde. Vroeger werd dat onder narcose rechtstreeks uit het beenmerg gedaan. Nu worden vooraf groeifactoren gegeven, waardoor de stamcellen uit het bloed te oogsten zijn. Dat gebeurt door middel van een ferese-apparaat, dat de cellen uit het bloed centrifugeert. Dit proces duurt ongeveer vier uur. Voor bepaalde zeldzame ziektes wordt nog steeds de oude techniek van een beenmergtransplantatie gebruikt. Bij alle stamcel- en beenmergtransplantaties geldt: de gehele behandeling wordt volledig op de betreffende patiënt afgestemd. Het is echt maatwerk. Stamceltransplantaties in soorten en maten Als iemand leukemie, lymfklierkanker, multipel myeloom of de ziekte van Waldenström blijkt te hebben, wordt er door dokters een behandeling voorgesteld. Meestal is dat chemotherapie. Na verloop van tijd moet blijken of die tot genezing leidt. Is dat niet het geval, dan kan een stamceltransplantatie worden overwogen. Overigens worden stamceltransplantaties ook toegepast bij andere, niet-oncologische ziektes, zoals een aantal zeldzame bloedziektes en ernstige spijsverteringsaandoeningen. Het gaat altijd om een levensbedreigende ziekte. Een stamceltransplantatie is immers een riskante behandeling, waarbij het immuunsysteem tijdelijk (gedeeltelijk of volledig) wordt uitgeschakeld en het risico op complicaties groot is. Autoloog of allogeen: Een stamceltransplantatie vindt, afhankelijk van de soort ziekte en de voorgeschiedenis, CMWP-cijfers over het laatste jaar van zijn bestaan: patiënten met multipel myeloom 951 de meesten boven de 60 jaar patiënten met Waldenström 341 de meesten boven de 40 jaar totaal aantal leden, incl. nabestaanden en belangstellenden 1704 actieve vrijwilligers 50 tot 60 regiobijeenkomsten ongeveer 25 lotgenotenvaartochten ongeveer 20 ontvangers Nieuwsbrief E-mergo ongeveer 700 44 I HEMATON MAGAZINE patiënt met een onverwante donor zijn in de loop der jaren enorm geweest. Een transplantatie met een onverwante donor geeft nu evenveel kans van slagen als met een familielid. Contactgroep Stamceltransplantaties plaats met de stamcellen van de patiënt zelf (autoloog) of stamcellen van een donor (allogeen). Beide behandelingen hebben tot doel om de patiënt zware chemotherapie en/of bestraling te kunnen geven. Bij een autologe stamceltransplantatie worden de stamcellen voor de stamceltransplantatie verzameld, veilig bewaard en na de behandeling weer teruggegeven. Bij een allogene stamceltransplantatie worden de stamcellen van een donor gebruikt. Voor een allogene transplantatie zal eerst in de naaste familie naar een donor worden gezocht. Als daar geen passende donor te vinden is, wordt de wereldwijde donorbank ingeschakeld. Er wordt gekeken naar specifieke kenmerken in de witte bloedcellen. Patiënten kunnen ook getransplanteerd worden met stamcellen uit navelstrengbloed. Dit was eerst alleen mogelijk bij kinderen, in verband met het geringe aantal stamcellen. Sinds enkele jaren kunnen ook volwassenen getransplanteerd worden met navelstrengbloed. Er wordt dan gebruikgemaakt van twee donoren. De wetenschappelijke ontwikkelingen in het matchen van een In 1989 besloot een beenmergtransplantatiepatiënt dat er een patiëntenorganisatie moest komen voor mensen die dezelfde behandeling hadden ondergaan. Zij was tegen heel veel onbegrip aangelopen, zowel in haar persoonlijke omgeving als bij (huis) artsen en andere hulpverleners. Er bleek bij andere patiënten ook behoefte te zijn aan lotgenoten om ervaringen mee uit te wisselen en herkenning te vinden, en met hulp van KWF Kankerbestrijding en het Integraal Kankercentrum Amsterdam werd de Werkgroep Beenmergtransplantaties opgericht. ‘Werkgroep’ werd later ‘Contactgroep’ en toen de naam van de behandeling veranderde, werd ook de naam van de patiëntenorganisatie aangepast: Contactgroep Stamceltransplantaties. Van alles onder de leden Een organisatie die zich richt op een behandeling in plaats van op een ziekte, krijgt vanzelf een heel divers ledenbestand. De leden hebben leukemie of lymfklierkanker, multipel myeloom of de ziekte van Waldenström, of een van de niet-oncologische ziektes. Een aantal donoren werd ook lid en soms meldde alleen een partner zich aan. Omdat een goede samenwerking met de SCT-centra (ziekenhuizen met een vergunning om stamceltransplantaties te verrichten) belangrijk is om de patiënten te bereiken en te ondersteunen, zijn ook medewerkers van de SCT-centra altijd in het ledenbestand opgenomen geweest. Activiteiten Bij de samenvoeging met de drie andere patiëntengroepen telde de Contactgroep SCT ongeveer 360 leden en 60 donateurs, exclusief de professioneel betrokkenen. Van hen zijn 32 mensen ook als vrijwilliger actief. Er is nauw contact met 22 ziekenhuizen, waarvan twee in België. Daarnaast met diverse verenigde beroepsgroepen en natuurlijk met de Nederlandse donorbank, Europdonor Nijmegen en Leiden. Sinds 1989 is er elk jaar een Landelijke Dag: bijeenkomsten voor patiënten en ex-patiënten, hun naasten, donoren en professioneel betrokkenen. Deze landelijke dagen zijn altijd goed bezocht. Met enige regelmaat werden in diverse regio’s lotgenotenbijeenkomsten georganiseerd. De Contactgroep SCT heeft vanaf het begin telefonisch en persoonlijk lotgenotencontact geboden, sinds 1990 informatieve lessen en presentaties verzorgd in diverse ziekenhuizen en, ook in samenwerking met andere kankerpatiëntenorganisaties, informatie verstrekt tijdens congressen en op in formatiemarkten. HEMATON MAGAZINE I 45 PATIËNTEN PATIËNTEN tips en services WAO BIJ ‘OUDE’ ZIEKTE EN WISSELENDE CONDITIE tekst Trudi van Heijst beeld Harold van Beele O nder de leden van Hematon zijn veel mensen die lang geleden ziek werden en die te maken hebben met wisselende ziekteperioden. Soms zijn zij zieker dan op andere momenten. Voor deze mensen is het belangrijk om te weten welke mogelijkheden de ‘oude’ wet WAO biedt als je ineens meer arbeidsongeschikt wordt. WAO of WIA? Vragen? Heb je vragen? Voor extra uitleg of gerichte vragen over je eigen situatie kun je een e-mail sturen naar: [email protected]. Trudi is jurist en deskundige in de arbeidsongeschiktheidswetten voor de werknemers. Geef bij gerichte vragen zoveel mogelijk informatie over je arbeidsverleden, je mogelijkheden voor arbeid en je situatie bij de werkgever en het UWV. Bij grote drukte kan het even duren voordat je antwoord krijgt. 46 I HEMATON MAGAZINE Eind 2005 werd de wet WIA ingevoerd. Je valt onder deze wet als je op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt werd en dat na 104 weken, dus op en na 29 december 2005, nog steeds was. Wie voor 1 januari 2004 ziek werd en dat na 52 weken nog steeds was, kreeg een WAO-uitkering. Zolang je recht hebt, of kan hebben, op een WAO-uitkering, krijg je in principe geen WIA-uitkering. Zo is dat in de Wet WIA geregeld. Nieuwe WAO-uitkering Iedereen die op 29 december 2005 een WAO-uitkering had, bleef verzekerd voor de WAO. Maar er zijn bepaalde situaties waarin er toch een nieuwe WAO-uitkering wordt toegekend. je hebt een WAO-uitkering gehad; deze WAO-uitkering is ingetrokken; je bent binnen 5 jaar na intrekking opnieuw of toegenomen arbeidsongeschikt; deze arbeidsongeschiktheid komt voort uit dezelfde ziekteoorzaak, als die waarvoor je eerder die WAO-uitkering kreeg. Dat kan ook een gezond- heidsklacht zijn die direct voortvloeit uit die ziekteoorzaak; de (toegenomen) arbeidsongeschiktheid heeft tenminste vier weken geduurd. Die vier weken mogen ook bestaan uit meerdere periodes, als ze elkaar maar binnen vier weken opvolgen. Als je aan deze voorwaarden voldoet, heb je al na vier weken recht op toekenning van een WAO-uitkering. Het is dan ook zeer aan te raden om aan het UWV een (her)keuring te vragen of een WAO-uitkering aan te vragen. Dat kan ook als je op dat moment geen werk hebt. Hogere WAO-uitkering na vier weken In bepaalde gevallen heb je recht op een hogere WAO-uitkering als je tenminste vier weken toegenomen arbeidsongeschikt bent. Als je dus minder dan voorheen in staat bent om te werken. Die vier weken mogen ook bestaan uit meerdere periodes, als ze elkaar maar binnen vier weken opvolgen. Hieronder volgen de situaties waarin dat mogelijk is: je bent vóór de toename tenminste 45% arbeidsongeschikt; of binnen 4 weken vóór de toename was jouw arbeidsongeschiktheid van tenminste 45% verlaagd naar een lager percentage; of je bent minder dan 45% arbeidsongeschikt, maar binnen vijf jaar na toekenning of herziening van de WAO-uitkering ben je toegenomen arbeidsongeschikt door dezelfde ziekteoorzaak die speelde bij de toekenning of de herziening. Dat kan ook een gezondheidsklacht zijn die direct voortvloeit uit die ziekteoorzaak. Foutieve beoordeling Het komt vaak voor dat het UWV in plaats van een WAO-uitkering een WIA-uitkering toekent. De oude WAO-rechten worden dan over het hoofd gezien. Dat kan vervelende gevolgen hebben. Volgens de WIA moet je immers tenminste 35% arbeidsongeschikt zijn voor het recht op een WIA-uitkering. Voor het recht op een, weliswaar lagere, WAO-uitkering is 15% al voldoende. Als je minder dan 35%, maar meer dan 15% arbeidsongeschikt wordt verklaard, loop je daardoor een uitkering mis. Denk je alsnog recht te hebben op een WAO-uitkering. Dan kun je het beste alsnog het UWV vragen om die WAO-uitkering toe te kennen. Je hoeft niet in loondienst te zijn om voor een verhoging in aanmerking te komen in deze situaties. Hogere WAO-uitkering na 104 weken Als je toegenomen arbeidsongeschikt bent, maar je voldoet niet aan de voorwaarden voor een verhoging na vier weken, dan heb je misschien recht op een verhoging na 104 weken. Deze 104 weken mogen ook bestaan uit meerdere periodes van verhoogde arbeidsongeschiktheid. Als ze elkaar maar binnen vier weken opvolgen. Hieronder volgen de situaties waarin je uitkering verhoogd zou kunnen worden. Je bent dan in ieder geval minder dan 45% arbeidsongeschikt vóór de toename van de arbeidsongeschiktheid: je wordt toegenomen arbeidsongeschikt terwijl je in loondienst werkt, dus verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen. De WAO-verzekering, als gevolg van je WAO-uitkering, telt hier niet mee. of je werkt niet loondienst en bent dus niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen, behalve de WAO. De toename van de arbeidsongeschiktheid komt door dezelfde ziekteoorzaak die speelde bij de toekenning of de herziening. Dat kan ook een gezondheidsklacht zijn die direct voortvloeit uit die ziekteoorzaak. In alle andere gevallen is er dus geen recht op een verhoging van de WAO-uitkering. Als je werkt zal jouw werkgever je aanmelden bij het UWV. In het tweede geval is het verstandig om aan het UWV een herkeuring te vragen wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid. Geen WAO, opnieuw ziek Er is nog een situatie waarin soms ten onrechte een WIA-beoordeling wordt gedaan, in plaats van een WAO-beoordeling. Of er is misschien wel helemaal geen beoordeling gedaan omdat je niet wist dat er recht was op een WAO-uitkering. Dat is de situatie waarin, na een periode van 52 weken arbeidsongeschikt zijn, de WAO-uitkering niet werd toegekend. Je was weliswaar ongeschikt voor het werk dat je verrichtte voordat je ziek werd, maar je was minder dan 15% arbeidsongeschikt voor de WAO. Als je binnen vijf jaar na die beoordeling opnieuw of toegenomen arbeidsongeschikt werd, had je alsnog recht op een WAO-uitkering. Dan moest die arbeidsongeschiktheid wel worden veroorzaakt door dezelfde ziekte, Bovendien moest je tenminste vier weken ziek zijn gebleven. Die vier weken mochten ook bestaan uit meerdere periodes. Als ze elkaar maar binnen vier weken opvolgden. Je hoefde niet in loondienst te zijn. In dat geval had je alsog recht op een WAO-uitkering. Als er voor eind december 2009 wel een WIA-beoordeling is gedaan en je was minder dan 35% maar meer dan 15% arbeidsongeschikt, vraag dan alsnog aan het UWV om een WAO-uitkering in plaats van die WIA-afwijzing. Geen beoordeling Als er helemaal geen beoordeling is gedaan, omdat die niet is aangevraagd, vraag dan alsnog die WAO-uitkering aan. Je doet dat per die datum in het verleden dat je toegenomen arbeidsongeschikt bent geworden. De uitkering wordt niet met volledige terugwerkende kracht uitbetaald, maar hoogstens met één jaar voor datum aanvraag. HEMATON MAGAZINE I 47 MEDIA film boeken website BANG VOOR KANKER The Broken Circle Breakdown Dit rauwe drama vertelt het verhaal van een niet-alledaags stel: Didier, een soort Vlaamse cowboy die in een bluegrassband speelt en Elise, die een tatoeageshop heeft. Ze delen de passie voor de muziek, worden verliefd en krijgen een dochtertje: Maybelle. Hun geluk duurt helaas kort. Maybelle krijgt leukemie en na een stamceltransplantatie overlijdt ze in het ziekenhuis. Beide ouders gaan verschillend om met hun verdriet. Didier is kwaad: op Bush en op de paus, die volgens hem omwille van de religie medische vooruitgang belemmeren. Elise is vooral verdrietig en ziet haar dochtertje in vogels en vlinders. De twee kunnen elkaar niet meer bereiken en gaan uit elkaar. De film is niet chronologisch en je moet je hoofd er goed bijhouden. Ik ben geen fan van countrymuziek, maar de muziek is prachtig en vult de film goed aan. Het einde van de film, dat niet ‘happy’ is, spookte nog lang door mijn hoofd. Bang voor kanker door Goedele van Edom 24,99 euro lannoocampus.be Zodra de diagnose kanker wordt gesteld komt er onvermijdelijk angst om de hoek kijken. Angst die je moeilijk kan delen, omdat men niet in jouw huid kan kruipen. Maar hoe je zelf en anderen met die angst omgaan kan wel degelijk worden gestuurd. Dit boek is bedoeld om mensen te helpen bij het verlichten van angst, waardoor de kwaliteit van leven toeneemt. Op basis van het proefschrift dat de auteur schreef voor haar promotie in de Godgeleerdheid aan de KU Leuven, ligt er nu een soort publieksuitgave. In een niet-academische stijl beschrijft Van Edom inzichten en handvatten om de allesoverrompelende angst te lijf te gaan. Zoals Manu Keirse in de inleiding schrijft wordt het spookbeeld van de angst in de volle schijnwerpers gezet en zo van zijn niet te doorgron- Zac & Mia Hoofdrolspelers: Veerle Baetens als Elise, Johan Heldenbergh als Didier, Nell Cattrijse als Maybelle Regisseur: Felix van Groeningen. Verkrijgbaar op dvd 48 I HEMATON MAGAZINE MEDIA tekst Atie Frederiks, Marjo Grimmius, Hans Scheurer en Ruud Verwaal Zac & Mia door A.J. Betts, 14,95 euro, Blossom Books Zac ligt al maanden af en aan in het ziekenhuis. Hij heeft een zeer agressieve vorm van leukemie, waardoor het nu zover is gekomen dat hij een beenmergtransplanta- ALS KANKER JE GEZIN TREFT den karakter ontdaan. De kern is: de angst diep in de ogen kijken, hem doorleven, ermee om leren gaan en hem integreren in het leven. Hoewel dit boek zich vooral richt op de rol die zorgverleners daarbij kunnen vervullen, halen ook patiënten zelf en hun naasten er veel praktische informatie uit. Een lange en zeer bruikbare literatuurlijst maakt dit indringende boek compleet. Zeer bijzonder is dat de auteur zich ook beschikbaar stelt om over dit onderwerp met haar van gedachten te blijven wisselen, want ze is zich (wellicht ook als ziekenhuispastor) ervan bewust dat, ondanks dit boek, het laatste woord over angst nog niet is gezegd. tie heeft moeten ondergaan. Om de transplantatie te laten slagen, moet hij wekenlang in quarantaine liggen. Alleen de verpleging komt en z’n moeder is constant, tot vervelens toe bij hem op de kamer, verder ziet hij niemand. Orthopedagoge en programmamedewerkster (KRO - Liefde voor later) Leoniek van der Maarel schreef een boek over de omgang met kinderen die te maken krijgen met kanker in het gezin. Niet alleen nuttig voor ouders, maar ook voor leerkrachten en anderen die met het gezin te maken heb- Als kanker je gezin treft door Leoniek van der Maarel 14,95 euro scrivomedia.nl In de kamer naast hem komen en gaan mensen, voornamelijk oude mensen. Maar dan komt op een dag een meisje van zijn eigen leeftijd, Mia. Ondanks dat Mia niet echt aardig lijkt maar vooral heel boos op alles en iedereen, zoekt Zac contact met haar. Wat begint met klopjes tegen de muur die hen van elkaar scheidt, loopt uit in een hele bijzondere, hechte, maar ook zeer ingewikkelde band. Zac en Mia raken je direct, recht in je hart, je kunt niet anders dan Patients Like Me ben. De schrijfster probeert de zorg weg te nemen die je als ouder hebt over je houding ten opzichte van je kind wanneer het gezin wordt getroffen door de diagnose kanker. Belangrijk is dat je de kinderen serieus neemt en dat je ze eerlijk benadert, ‘omdat fantasie erger is dan de werkelijkheid’, zo schrijft ze in de inleiding. In het vervolg staan tientallen tips: hoe vertel je het, hoe ga je om met hun reacties, welke rol kan de school vervullen, hoe leg je uit wat er gebeurt tijdens de behandeling? Er wordt ook rekening gehouden met diverse leeftijdsgroepen, alles in een heldere en toegankelijke stijl. Aangevuld met een lange lijst met literatuur, voor de kinderen zelf, maar ook voor de volwassenen om het kind heen. En gecompleteerd met webadressen en titels van dvd’s. om hen geven. Doordat vooral Zac alles met veel (droge) humor bekijkt en beschrijft, wordt het zware onderwerp een stuk lichter. Het is een schitterend verhaal dat je aan het denken zet, over je eigen leven, dat je gezondheid niet per se een vanzelfsprekendheid is. Dat sommige kleine dingen waar je je zo druk om kunt maken, eigenlijk misschien wel heel onbelangrijk zijn. Dat het leven de moeite waard is om voor te vechten en het beste eruit te halen. Een aanrader! De NKF werkt aan de ontwikkeling van de website KankerNL. KankerNL lijkt erg op de bekende site patientslikeme.com, een Engelstalige site die in 2006 online ging. Nu, in 2014, heeft de site 250.000 geregistreerde patiënten. Op Patients Like Me kunnen patiënten ervaringen uitwisselen. Door gegevens van jezelf, je ziekte en je behandelingen in te vullen, kun je in contact komen met mensen die in dezelfde situatie verkeren als jij. Je kunt niet alleen behandelingen invullen, maar ook gegevens die je medische conditie weergeven, gekoppeld aan een datum. Zo bouw je een beeld op van je medische historie. Je kunt ook je data vergelijken met andere patiënten. Patiëntgegevens voor onderzoek Patients Like Me heeft medische onderzoekers in dienst die de data van alle gebruikers analyseren en erover publiceren. De geregistreer- de patiënten zijn anoniem (je gebruikt een zelfgekozen alias). Het gaat Patients Like Me puur om het verzamelen en uitwisselen van gegevens. Tussen patiënten onderling (hoe is mijn medische conditie in vergelijking met dezelfde patiënten zoals ik) en tussen de door patiënten ingevulde data en medische onderzoekers. Patients Like Me heeft geen advertenties op de site. Het is een bedrijf dat zijn geld verdient met het uitwisselen van anonieme patiëntgegevens met medische onderzoekers. Patients Like Me heeft verschillende prijzen ontvangen voor het innovatieve businessconcept. Een kritische kanttekening is wel te maken: als het verkopen van gegevens aan de basis van het verdienmodel ligt, is er een reëel gevaar dat vooral gewenste data gekocht worden, bijvoorbeeld door farmaceuten. Het is niet duidelijk of en hoe dit bewaakt wordt, laat staan dat dit zou kunnen. Vanuit België is sinds 2012 ook een dergelijke site online, onder de naam Esperity. Toegankelijkheid: Goed (voor wie Engels beheerst) Nuttig/leuk voor patiënten: Ja Waarde van de gegevens: Neemt toe naarmate er meer van jouw type patiënten deelnemen HEMATON MAGAZINE I 49 REDACTIONEEL REDACTIONEEL column agenda SCHREEUW LELIJK I Ruud Verwaal 50 I HEMATON MAGAZINE n mijn mailbox krijg ik dagelijks signaleringen van Google. Je vult een keer een zoekterm in, en elke dag krijg je op een vast tijdstip een seintje dat er ergens op het net iets met die term is gepubliceerd. Zo krijg ik door de zoekterm ‘kanker’ elke dag een overzicht van allerlei hartverwarmende acties die in Nederland en België worden ondernomen om geld bijeen te sprokkelen voor onderzoek naar deze verschrikkelijke ziekte. Van fietstochten tot het snoeien van taxusbomen, alles voor het goede doel. Zelden of nooit levert de zoekterm ‘Multipel Myeloom’ of ‘Waldenström’ iets op. Groot was dan ook de verrassing toen er plots een bericht opdook met de titel ‘Mazelen redden vrouw van “ongeneeslijke” kanker’ (ongeneeslijke dus tussen aanhalingstekens). Ik schaarde het bericht intuïtief onder de noemer van valse-hoop-wekkende-nonsensberichten, van het met grote regelmaat terugkerende type ‘doorbraak op gebied van kankeronderzoek’. Toch was ik nieuwsgierig naar de achtergrond en klikte op de link. Ik kwam terecht op de website Het Laatste Nieuws, een Belgische krant. Schreeuwerige website met veel afleidend flikkerende reclames en Telegraafgrote letters over het laatste showbizznieuws. Naast én onder het betreffende bericht werd de lezer (dus tot twee maal toe) getrokken naar een link over een artikel dat ook in België een toename van keelkanker is door orale seks. Het artikel, waarin een vrouw genas van multipel myeloom na het toedienen van het mazelenvirus, zag er echter serieus uit en ging vergezeld van een filmpje over het genoemde onderzoek. De bron bleek de Mayo Clinic te zijn, een kliniek met talloze locaties in diverse Amerikaanse staten, met een nóg serieuzer website: 172 zoekresultaten als ik zoek naar publicaties over multipel myeloom. Daar kom ik zonder medische achtergrond niet uit. En dat is ook wat me stoort aan de publicatie in de Belgische schreeuwlelijk. De bron wordt weliswaar genoemd, maar nergens bevestigt een onafhankelijke arts of instantie de betrouwbaarheid van dit artikel of van deze kliniek. Gelukkig hebben we bij Hematon een Medische Advies Raad, waaraan we nieuws of artikelen kunnen voorleggen, met de vraag of dit voor verdere verspreiding in ons blad geschikt is. Zo zijn in een eerder stadium al mogelijk Deze Hematon Magazine valt begin juli 2014 op uw mat. De deadline voor het aanleveren van kopij is geruime tijd tevoren. Zodoende is deze agenda reeds medio mei 2014 opgemaakt. Voor de meest actuele stand van zaken zie altijd www.hematon.nl patiëntenorganisatie bloedkanker lymfklierkanker stamceltransplantatie Tekst Marjolein IJsselstein interessante berichten naar de prullenmand of naar de wachtruimte verwezen om te voorkomen dat patiënten worden verblijd met een dode mus. Zou Het Laatste Nieuws ook moeten hebben, zo’n adviesraad. Mijn advies aan hen is gratis: beperk je tot de showbizz. Laat medisch nieuws over aan de professionals. Landelijke Contactdag Hematon afdeling Leukemie 11 oktober 2014 Themadag Hematon Leukemie en MDS locatie: Kontakt der Kontinenten te Soesterberg www.hematon.nl Landelijke Contactdag Hematon afdeling Stamceltransplantatie 1 november 2014 locatie: De Schakel te Nijkerk [email protected]/ www.hematon.nl Diverse landelijke en regionale activiteiten 11 september 2014 Voorlichtingsbijeenkomst Kanker en erfelijkheid locatie: Inloophuis Kennemerland Santpoort-Noord info@inloophuiskennemerland 13 september 2014 Contactdag myeloom Regio Zuidoost locatie: Inloophuis De Eik Eindhoven [email protected] 15 september 2014 Wereld Lymfklierkankerdag 17 oktober 2014 Look Good Feel Better locatie: Inloophuis Kennemerland Santpoort-Noord info@inloophuiskennemerland 6 november 2014 Voorlichtingsbijeenkomst Hormoontherapie locatie: Inloophuis Kennemerland Haarlem info@inloophuiskennemerland 7 november 2014 Contactdag Myeloom Dordrecht locatie: Zorggroep Crabbehof Dordrecht www.hematon.nl 11 november 2014 Contactdag Myeloom Nijmegen locatie: restaurant Croy/de Goffertboerderij Nijmegen www.hematon.nl 14 november 2014 Contactdag Waldenström Zuidwest locatie: Zorggroep Crabbehof Dordrecht www.hematon.nl 19 november 2014 Thema Bijeenkomst ‘Vermoeidheid’ locatie: Het Nije Huis Hengelo www.denijestichting.nl 21-23 januari 2015 9e editie van de Dutch Hematology Congress locatie: Arnhem www.hematologiecongres.nl Groepen Leukemie en MDS Lymfklierkanker Myeloom en Waldenström Stamceltransplantatie Commissies Administratie en Ondersteuning Belangenbehartiging en Innovatie Communicatie en Informatievoorziening Lotgenotencontact en Vrijwilligers Bestuur Jan Boonstra, voorzitter a.i. en bestuurslid groepen Jeroen Hendriksen, secretaris Johan Verrest, penningmeester Annelies Legters, bestuurslid Commissies Raad van Toezicht Pieter Vos, voorzitter Theo Sijbers Adviesraad Hematon Myeloom en Waldenström prof. dr. G.M. J. Bos, Maastricht dr. S. Croockewit, Nijmegen dr. M. Hoogendoorn, Leeuwarden dr. M.J. Kersten, Amsterdam prof. dr. H. Lokhorst, Utrecht prof. dr. P. Sonneveld, Rotterdam dr. P. Wijermans, Den Haag prof. dr. S. Zweegman, Amsterdam Leukemie en MDS Prof. dr. P. Huijgens, Amsterdam Dr. J.J.W.M. Janssen, Amsterdam Prof. dr. J.C. Kluin-Nelemans, Groningen Prof. dr. B. Löwenberg, Rotterdam Prof. dr. M.H. van Oers, Amsterdam Prof. dr. G. Ossenkoppele, Amsterdam Drs. M. Pernet, Amsterdam Dr. R. Schaafsma, Twente Lymfklierkanker Dr. E. Lugtenburg , Rotterdam Prof. dr. ir. F. van Leeuwen, Amsterdam Dr. R. van der Maazen, Nijmegen Dr. T. Rejda, Den Haag Dr. M. van ’t Veer, Rotterdam C. Eeltink, Amsterdam HEMATON MAGAZINE I 51 ‘Ik liet me steeds weer wegsturen. Dat verwacht je van mij niet, je denkt dat ik er veel meer bovenop zou zitten.’ Yvonne Kas, pagina 38
© Copyright 2024 ExpyDoc