2014-418 Bijlage d, Afvalstoffen

Nieuwegein /WTF^W
2 0 14-418
d
De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer ;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015
(Afvalstoffenheffingverordening 2015)
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
gebruik maken:
gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel
15.33 van de Wet milieubeheer.
2. De afvalstoff nheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tariever abel wordt
naar afzond
e gr< idslagt
heven tei :ake van
gebr k maken van e i perceel ten
aanzien v\
<elen 10 L en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting
tot het inzê
len va
loude lijke afvalstoffen c Idt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al
dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een
perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het
kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt b
e van aanslag geheven.
De onroerende zaakbelastingen, de roerende-zaak-belastingen, de ho enbelasting, het ri Irecht
en de afvalstoffenheffing kunnen bij wege van een gecombineerde aanslag worden geheven.
2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.3 van de tarieventabel wordt geheven door middel
van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag
wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de
belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het
belastii gjaar of, zo d t later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in
hoofdstuk 1.1 van de t;
ntabel ve chuld d voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
be
sar verschuldigde belasting als er in dat elastingjaar na de aanvang van d
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op
ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver
ng als er in dat
belastingjaar, na de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kal
iden sverblijven.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de
gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang
van de dienstverlening.
Arti ;l 8 Ter
nen van betalini
1. In afwijking van artikei 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1 0 moet de op grond van
artikel
eerste lid, bedoe e bele ;ting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan
2 eer:
op d
e da van
aand
d die ï de
islagbilje s vermeld en de t\
er.
2. In afwijk g van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigc e bedragen door middel van
automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten
worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn verva een maa d na
dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand
later.
3. Het tweede lid vindt geen toepassing indien de belastingplicht aanvangt na het begin van
het belastingjaar.
4. De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lidï.
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van de kennisgeving;
b. scl iftelijk wordt ged lan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving,
dan wi
al van toeze
lertig dagen na dagtek
van
de kennisgeving.
5. De Algemene t rmijnenwet is niet van toepassing op het eerste tot en met het vi
e lid.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
1.
De "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2014" van 6
november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum
van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare
feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
20 14-418
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de
bekendmaking.
3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenheffingverordening 2015.
dus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2014
De voorzitter,
De griffier,
4
Tarieventabel behorende bij de Afvafstoffenheffingverordening 2015
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel worden uitsluitend weergegeven in euro's en
zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1
1.1.1
1.1.2
1.1.3.1
1.1.3.2
1.1.3.3
1.1.3.4
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
Indien het perceel wordt gebruikt door één persoon
indien het perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon
De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor
het in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de
gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt)
Container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra
container met
Container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra
rontainer met
Container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen,
per extra container met
Container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen,
per extra container met
148,92
212,76
45,00
30,00
90,00
60,00
hoofdstuk 1.2 Maatstaven en tarieven aanbiedstation
1.2
1.2.1
1.2.1.1
1.2.1.2
1.2.1.3
1.2.1.4
1.2.1.5
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. bedraagt de belasting voor het
achterlaten op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats
per m 3 van:
asbest
grond
puin
bouw-en sloopafval
bielzen
Gratis
14,00
6,00
28,00
30,00
hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.3
1.3.1
1.3.2
Onverminderd het be laaide ir
;tuk 1.1. bedraagt de belasting voor het
op aanvraag omwisselen of vervangen van
Een container, per keer (uitgezonderd de eerste keer)
Een toegangspasje voor een ondergrondse container, per keer
Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2014,
de griffier,
de voorzitter,
35,00
25,00
A
'1
L
Kostenonderbouwing tarief afvalstoffenheffing 2 0 1 5
(behoort bij Verordening afvalstoffenheffing 2 0 1 5 )
Samenstelling kosten afvalstoffenheffing
Hoofdindeling:
Vervanging/aanleg/verbetering
Algemeen
Inzet personeeel
Begeleiding en opdrachtgeving
Overig
Bijdrage / subsidie
BTW-component
Totaal
Restafval
Overig
afval
417.000
Afval
depot
Handhaving
185.000
389.000
305.000
430.000
287.600
14.833
1.596.600
188.000
311.000
271.000
91.000
218.000
730.000
85.000
100.000
1.550.000
4.000
14.000
-61.000
34.000
616.438
875.833
59.740
59.740
625.438
Totaal
212.504
121.859
90.645
Tractie
Verwerkingskosten
GFT
-166.863
-166.863
92.877
48.090
164.220
42.000
48.720
1.118.837
643.090
1.608.220
642.000
825.579
395.907
302.433
Onder Overig zijn o.a. de volc
de bed igen opgenomen:
36
Perceptiekosten
138.879
Straatreiniging: het dient meerdere doelen, te weten een fris en schoon straatbeeld
(beheer openbare ruimte), verkeersveiligheid (gladheid, natte bladeren), afvalinzameling
(verkeerd aangeboden huishoudelijke afvalstoffen) en riolering (voorkomen verstopping
straatkolken/riolering). Aangenomen wordt dat toerekening van 2 5 % van de totale
kosten van straatreiniging aan de afvalstoffenheffing een reële inschatting is.
Perceptiekosten: de integrale kosten van heffing en inning kunnen in rekening worden
gebracht, inclusief de kosten van bezwaar en beroep tegen de aanslagen. Er wordt in
Nieuwegein gebruik gemaakt van geïntegreerde aanslagen (OZB, RZB, rioolheffing,
afvalstoffenheffing), zodat ook hier sprake is van gemengde kosten. Van de totale kosten
wordt een toerekening van 14% aan de afvalstoffenheffing reëel geacht.
Verhoudingsgewijs vraagt de OZB veel meer tijd en kosten dan de afvalstoffen- en
riool heffing.
Egalisatiereserve: In 2015 wordt een onttrekking gedaan van € 336.000.
In 2015 zal worden gestart met een verdere uitbreiding van de inzameling via
ondergrondse containers. Bij deze acties streven wij naar kostendekkendheid, maar ze
vergen wel investeringen.
Op dit moment is een wetsvoorstel in behandeling met betrekking tot de beoogde
invulling van de afvalstoffenbelasting per 1 januari 2015. Zowel het storten als het
verbranden van afval wordt belast. Daarbij geldt in beide gevallen een tarief van € 13 per
ton.
Op basis van de tonnage over 2013 (15.680 ton brandbaar) wordt rekening gehouden
met een bedrag van € 203.840 voor 2015. Per huishouden komt dit neer op een extra
stijging (4,5 %) van het tarief eenpersoonshuishouden van € 6,36 en € 9,12
meerpersoonshuishouden.
In de huidige begroting is nog geen rekening gehouden met deze hogere lasten.
In de prognose voor de periode 016 - 2018 wordt rekening gehouden met een totale
onttrekking uit de egalisatiereserve van € 325.000.
5.140.159
Beleidskeuzes:
Mate van kostendekkendheid:
Uitgangspunt is een kostendekking van 100%. Tekorten en overschotten worden ten
laste resp. ten gunste van de egalisatiereserve gebracht, die actief wordt aangewend,
rekening houdend met de nog te verwachten lastenontwikkeli
i, on geen grote
sch ïmelingen ineens te veroorzaken. In de reserve wordt in ieder geval een
minimumbuffer gehanteerd van 5% van de geraamde jaaropbrengst afvalstoffenheffing.
Maatstaf van heffing:
De hoeveelheid af te voeren afval is van invloed op de kosten van afvalinzameling en verwerking Om differentiatie toe te passen is een splitsing aangebracht in het tarief voor
en
ds é
rsooi
jishoudens en ander; s meerper
ludens.
eersi enoe
draagt 7 'o van het
"ief voor meerper
huishou ;ns.
Daarnaast wordt een extra tarief geheven voor het hebben van een extra container,
waarbij onderscheid wordt gemaakt in groot of klein en groen of grijs, dit op b sis van de
te verwachten verwerkingskosten.
Voor h it (Ie
ren van grof vuil of tuinafVc I wordt geen apart tarief in rekening
gebr i t .
Kwijtschelding:
Bij het bepalen van het benodigde kostendekkende tarief wordt rekening ehouden met
kwijtscheldingen. Dat wil zeggen dat bij de berekening van het tarief wordt uitgegaan
van het daadwerkelijk betalende aantal huishoudens.