landbouw-breed CSPE KB 2014 instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2014 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe. 1 Geheimhouding cspe 1 2 3 4 5 6 Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan. PK-0986-b-14-1-i 1 lees verder ►►► 7 8 9 Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen. 2 Voorbereiding cspe 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in de tweede helft van februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). PK-0986-b-14-1-i 2 lees verder ►►► 3 Afname cspe 1 2 3 4 5 6 Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing. 4 Herkansing cspe 1 2 3 4 5 6 Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl. PK-0986-b-14-1-i 3 lees verder ►►► 5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1 2 3 4 5 6 7 8 De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd. PK-0986-b-14-1-i 4 lees verder ►►► 6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1 praktijkopdracht 2 praktijkopdracht 3 praktijkopdracht 4 minitoets ONDERDEEL B 5 praktijkopdracht 6 praktijkopdracht ONDERDEEL C ICT-gebruik: Internet Explorer (offline beschikbare internetsite) en Word variant a, b, c, d richttijd: 35 minuten 6 richttijd: 45 minuten praktijkopdracht 8 praktijkopdracht ICT-gebruik: Word, bijlage 1 9 praktijkopdracht A4 tuinvogels 10 praktijkopdracht 11 praktijkopdracht 12 praktijkopdracht 6 richttijd: 30 minuten 13-15 praktijkopdrachten bijlage 2 minitoets 6 richttijd: 60 minuten ONDERDEEL E 16 * 1 7 ONDERDEEL D akg* richttijd: 75 minuten variant a, b, c, d akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden. PK-0986-b-14-1-i 5 lees verder ►►► 7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Offline gebruik WOLF tijdens praktijkafname. Het is mogelijk om tijdens de afname van het cspe de beoordelingen van de kandidaten direct te verwerken in het programma WOLF. U kunt WOLF installeren op bijvoorbeeld een laptop en deze meenemen naar de praktijkruimte of buitenlocatie. Voor het invoeren van de scores in WOLF is het namelijk niet noodzakelijk om over een internetverbinding te beschikken. Voor een bijbehorende handleiding zie http://wolf.cito.nl ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand opdracht start_tuincentrum.htm + map tuincentrum 2 A4_tuinvogels.pdf (map examinator) 9 Bij opdracht 2 moeten kandidaten een bestand opslaan. Internet Explorer (offline beschikbare website) Op de dvd staan het bestand start_tuincentrum.htm en de map tuincentrum. De bestanden in de map en onderliggende mappen zijn een website met informatie over een tuincentrum. Kopieer het bestand start_tuincentrum.htm samen met de map tuincentrum naar een map op de harde schijf of het netwerk. U kunt vervolgens een snelkoppeling (rechtermuisknop) maken van het bestand start_tuincentrum.htm en de snelkoppeling verplaatsen naar het bureaublad van de computer. Wijzig de naam van deze snelkoppeling in: start_tuincentrum.htm. Voor het goed functioneren van de website kan het noodzakelijk zijn actieve inhoud toe te staan en de eventuele pop-up-blokkering op te heffen. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Afname varianten In onderdeel A voert de kandidaat een gesprek en daarvan zijn drie varianten. In onderdeel C maakt u gebruik van twee nestkastjes met invliegopeningen van verschillende grootten, zodat niet elke kandidaat met eenzelfde nestkastje werkt. PK-0986-b-14-1-i 6 lees verder ►►► toelichting bij de beoordeling Onderdeel A opdracht 1 Als u verwacht dat dit de kwaliteit van de beoordeling verbetert, kunt u het rollenspel beoordelen na overleg met degene die de rol van de baas speelt. U kunt daarvoor afdrukken maken van het beoordelingsschema van opdracht 1 en de rollenspeler dat deel van het beoordelingsschema na elk rollenspel laten invullen. U vult dan het beoordelingsschema definitief in, na overleg met de rollenspeler. Tijdens het gesprek beoordeelt u niet of kandidaten inhoudelijk de juiste vragen stellen; dat beoordeelt u aan de hand van de informatie op de poster. opdracht 3 Bij de beoordeling van de cijfers die de kandidaat zichzelf geeft, kunt u gebruikmaken van uw beoordelingen bij de aspecten 1a, 1c en 2b. De kandidaat voert de eigen beoordeling uit met een driepuntsschaal. Beoordelingsaspect 2b wordt niet met een maximum van twee punten beoordeeld. Als u uw eigen beoordeling gebruikt om die te vergelijken met de beoordeling van de kandidaat, moet u die vertalen naar de driepuntsschaal van de kandidaat. Onderdeel B, C en D In het opdrachtenboekje wordt niet aangegeven dat de kandidaat moet opruimen. Het opruimen wordt wel beoordeeld. De kandidaat behoort op eigen initiatief de materialen en gereedschappen die hij gebruikt heeft op te ruimen. Als hij dit niet op eigen initiatief doet, is de beoordeling voor opruimen onafhankelijk van de kwaliteit van het werk 0 scorepunten. Als u tegen een kandidaat (die bijvoorbeeld aangeeft dat hij klaar is met de opdracht) zegt dat hij nog moet opruimen, moet u vermijden dat andere kandidaten dit kunnen horen. Onderdeel C Om te beoordelen of de kandidaat onderdeel C in 45 minuten volledig afrondt, noteert u zelf wanneer de kandidaat met onderdeel C begint en eindigt, zodat u de beoordeling bij beoordelingsaspect 9e kunt invullen. In het beoordelingsschema bij onderdeel C kunt u de begin- en eindtijden per kandidaat noteren. De kandidaat krijgt bij 9e 2 scorepunten als hij binnen 45 minuten klaar is met onderdeel C en 0 scorepunten als hij daarmee niet binnen 45 minuten klaar is. Bij dit beoordelingsaspect geeft u aan niemand 1 scorepunt. Aanbevelingen per opdracht/onderdeel Onderdeel A opdracht 1 De kandidaat voert een gesprek met de baas van het tuincentrum. Voor een objectieve beoordeling is het nodig dat de rol van de baas gespeeld wordt door een collega of een vrijwilliger en niet door de examinator of een medeleerling. De kandidaat krijgt 10 minuten de tijd om het gesprek voor te bereiden. PK-0986-b-14-1-i 7 lees verder ►►► Er zijn drie varianten (casus 1 tot en met 3) voor de rol van de baas. U kunt voor verschillende kandidaten afwisselend casus 1 tot en met 3 gebruiken. De beschrijvingen van de casussen bestaan uit twee delen. Deel 1 is voor de drie casussen hetzelfde en deel 2 verschilt per casus. Casus 1: deel 1 U bent de baas van het tuincentrum. De kandidaat werkt in uw tuincentrum en gaat een poster maken over een workshop vierkante-metertuin die het tuincentrum organiseert om de verkoop van vierkantemetertuinen te stimuleren. Het is de bedoeling dat de kandidaat tijdens het gesprek met u zakelijke gegevens verzamelt over de workshop. Bij aanvang van het gesprek zit u aan een tafel of bureau en u leest in documenten. Als de kandidaat naar u toe komt, kijkt u wat verbaasd op, maar u zegt niets. U wacht het initiatief van de kandidaat af. (Als dat te lang duurt, bijvoorbeeld meer dan 15 seconden, vraagt u zelf wat u voor de kandidaat kunt doen.) U geeft alleen de informatie die de kandidaat aan u vraagt en die hieronder vermeld is. Als de kandidaat iets vraagt dat hieronder niet genoemd is, zegt u bijvoorbeeld: “Dat weet ik niet.” of “Dat is nu niet belangrijk.” Wanneer de kandidaat vraagt naar inhoudelijke informatie over de vierkante-metertuin (voordelen, plaatsing, afmetingen, zaaien, enzovoorts) verwijst u naar de website. U zegt bijvoorbeeld: “Dat kun je opzoeken op de website, daar heb ik nu geen tijd voor.” Het gesprek mag maximaal 10 minuten duren. Na 8 minuten geeft u aan dat u nog maar weinig tijd hebt en bijna weg moet. Als de kandidaat het gesprek na 10 minuten zelf niet afsluit, sluit u het gesprek af. deel 2 Onderstaande informatie geeft u alleen als de kandidaat er expliciet om vraagt. datum workshop: woensdag 2 juli 2014 tijdstip: van half twee tot vier uur locatie: de tuin van het buurthuis De Beste Buren adres: Zonnebloemstraat 16 in Grondwijk kosten: € 2,50 per persoon, inclusief een kopje koffie of thee aanmelden bij de klantenservice van tuincentrum Grondwijk of per telefoon: 0765-321567 aanmelden tot uiterlijk zaterdag 28 juni Aan het einde van het gesprek zegt u (dit dus wel ongevraagd): “Na afloop van de workshop krijgen alle deelnemers een kortingsbon ter waarde van € 5,00 voor de aanschaf van een vierkante-metertuin. Wil je dat ook op de poster zetten?” PK-0986-b-14-1-i 8 lees verder ►►► Casus 2: deel 1 Hetzelfde als in casus 1. deel 2 Onderstaande informatie geeft u alleen als de kandidaat er expliciet om vraagt. datum: woensdag 9 juli 2014 tijdstip: van twee uur tot half vijf locatie: de binnentuin van buurthuis Het Hofje adres: Goudsbloemstraat 16 in Bodemstad kosten: € 3,50 per persoon, inclusief een kopje koffie of thee aanmelden bij de klantenservice van tuincentrum Grondwijk of per telefoon: 0765-321567 aanmelden tot uiterlijk zaterdag 5 juli Aan het einde van het gesprek zegt u (dit dus wel ongevraagd): “Na afloop van de workshop krijgen alle deelnemers een kortingsbon ter waarde van € 3,00 voor de aanschaf van een vierkante-metertuin. Wil je dat ook op de poster zetten?” Casus 3: deel 1 Hetzelfde als in casus 1. deel 2 Onderstaande informatie geeft u alleen als de kandidaat er expliciet om vraagt. datum: zaterdag 12 juli 2014 tijdstip: van één uur tot half vier locatie: de binnentuin van buurthuis Het Zonnetje adres: Tulpstraat 23 in Bloemstad kosten: € 3,00 per persoon, inclusief een kopje koffie of thee aanmelden bij de klantenservice van tuincentrum Grondwijk of per telefoon: 0765-321567 aanmelden tot uiterlijk woensdag 9 juli Aan het einde van het gesprek zegt u (dit dus wel ongevraagd): “Na afloop van de workshop krijgen alle deelnemers een kortingsbon ter waarde van € 2,50 voor de aanschaf van een vierkante-metertuin. Wil je dat ook op de poster zetten?” opdracht 2 De kandidaat maakt een poster voor A3-formaat. Als afdrukken op A3 lastig is, kunt u de kandidaten de poster op A4 laten afdrukken en dit aan hen meedelen. PK-0986-b-14-1-i 9 lees verder ►►► Onderdeel B Kandidaten verspenen zaailingen van tomaten. Twee weken vóór afname van het examen zaait u zaaibakken in met zaden van een laagblijvende kerstomaat. Het is de bedoeling dat de kandidaten zaailingen verspenen die behalve kiembladeren één of twee echte bladeren hebben. Het is beter dat de kiemplanten een beetje te groot zijn dan te klein. Het is handig dat het aantal zaaibakken dat u inzaait gelijk is aan het aantal kandidaten dat de opdracht gelijktijdig gaat uitvoeren (bijvoorbeeld zes), zodat elke kandidaat de beschikking heeft over een eigen zaaibak. Kandidaten verzamelen zelf zoveel mogelijk de materialen en benodigdheden. U zet ze zeker niet per kandidaat klaar. Als u materialen en benodigdheden moet klaarzetten voor een groep kandidaten, zet u ook materialen en benodigdheden klaar die de kandidaten niet nodig hebben, bijvoorbeeld een tuinschep, een zakje zaad, enzovoorts. Onderdeel C U zorgt dat de kandidaat tijdens dit onderdeel op een klok of wekker kan kijken. U beoordeelt of de kandidaat het onderdeel in 45 minuten afrondt. Verder gaat u bij dit onderdeel op de voor u gebruikelijke manier met de examentijd om. De artikelen en producten die u voor de kandidaten klaarzet, zijn niet allemaal passend in een informatiehoek over vogels in de tuin. De kandidaten moeten zelf een juiste keuze maken uit het aanbod. In de lijst met materialen, artikelen en producten staat onderaan: andere materialen, bijvoorbeeld. Deze materialen zijn bedoeld als voorbeeld: het gaat erom dat kandidaten de tafel en de dozen kunnen afdekken en dat zij iets hebben om de tafel te versieren; dat kan bijvoorbeeld ook met stukjes boomschors, takjes en dergelijke. Er is een tafel of etalage nodig van ongeveer 100 bij 70 cm of u plakt op een grotere tafel een deel van ongeveer 100 bij 70 cm af met bijvoorbeeld schildersplakband en vertelt de kandidaten dat zij het deel binnen het plakband kunnen gebruiken voor de informatiehoek. Er is per kandidaat één nestkastje nodig, maar in totaal zijn er ten minste twee verschillende nestkastjes aanwezig: één met een invliegopening van 25 mm tot 28 mm en het andere met een vliegopening van 32 mm tot 35 mm. U biedt verschillende kandidaten verschillende nestkastjes aan, zodat niet elke kandidaat met hetzelfde nestkastje werkt. opdracht 9 Op de dvd met digitale bestanden staat het bestand A4_tuinvogels.pdf. Het is de bedoeling dat u dit bestand (enkele keren) in kleur afdrukt op stevig papier en in (een) doorzichtige map(pen) bewaart. De kandidaat heeft deze afdruk nodig voor opdracht 9 en vraagt die aan u. Als u de informatiehoek beoordeeld heeft, kunt u dezelfde afdruk aan een andere kandidaat geven die de opdracht nog moet uitvoeren. PK-0986-b-14-1-i 10 lees verder ►►► Onderdeel D Voor het leggen van de bestrating zijn 60 waaltjes of waalformaat-klinkers nodig van 20 x 5 x 6 cm of 20 x 5 x 7 cm en twee smalle opsluitbanden van 100 cm lang. U kunt in plaats van opsluitbanden ook houten balken van een meter lang gebruiken. Verder biedt u een op maat gemaakte reilat aan die precies tussen de opsluitbanden past en die ervoor zorgt dat het zandbed 4 of 5 cm lager komt dan de bovenkant van de opsluitbanden. De bestrating mag wel, maar hoeft niet hoger te liggen dan de opsluitbanden. De kandidaat hoeft niet alle aangeboden materialen en gereedschappen te gebruiken. De ondergrond moet stabiel zijn en geschikt zijn om te bestraten, maar mag nog niet geëgaliseerd zijn. U kunt de opdracht in een bestratingsbak laten uitvoeren. Als u dat niet laat doen, legt u een cunet met zand klaar, maar die mag niet geëgaliseerd zijn. Bij het begin van de opdracht plaatst u zelf het eerste piket zo, dat kandidaten de bestrating nergens tegen een bestaande rand kunnen leggen. U vertelt de kandidaat waar hij de bestrating moet leggen. 8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7. Overzicht per onderdeel Onderdeel A kladpapier Onderdeel B een zaaibak met zaailingen van tomaat van ongeveer twee weken oud 10 potten van 7 cm doorsnee een plantenspuit of een gieter met fijne broeskop potgrond 2 etiketten een potlood of een watervaste stift PK-0986-b-14-1-i 11 lees verder ►►► Onderdeel C een tafel of een etalage van 100 cm bij 70 cm een nestkastje, één per kandidaat, maar in totaal ten minste twee die invliegopeningen met verschillende diameters hebben: één met een diameter van 25 tot 28 mm en het andere met een diameter van 32 tot 35 mm 2 vazen kamerplantenmest 3 vetbollen 2 pindanetjes een vogelbadje een drinkfles een plantschepje een pindaketting 2 knabbelstaafjes voor knaagdieren, in de verpakking een kleurenafdruk van bestand A4_tuinvogels.pdf in doorzichtige map een liniaal punaises een nietmachine plakband stevige dozen in verschillende maten (om iets op te zetten) een stevig blad (A4) een klok of een wekker andere materialen, bijvoorbeeld een geopende zak vogelvoer of losse pinda’s in dop doeken in diverse kleuren en formaten die geschikt zijn om de tafel en ook de dozen af te dekken Onderdeel D een pootlijn piketten een rolmaat een waterpas een reilat een rechttandhark een bats een haakse hoek werkhandschoenen een kruiwagen (ten minste) 60 waalformaat-klinkers 2 smalle opsluitbandjes van 1 m een hamer een bezem kniebeschermers PK-0986-b-14-1-i 12 lees verder ►►► landbouw-breed CSPE KB 2014 algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Je werkt sinds kort bij Tuincentrum Grondwijk. Dit tuincentrum heeft ook een kwekerij en een dierenafdeling. Het tuincentrum wil stadstuinen onder de aandacht van de klanten brengen. Wat ga je doen? Je brengt een workshop over vierkante-metertuinen onder de aandacht van klanten en je voert daarover een gesprek met je baas. Je voert taken uit op verschillende afdelingen in het tuincentrum en je maakt twee minitoetsen. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A gesprek voeren met de baas over de workshop vierkantemetertuin poster maken voor de workshop vierkante-metertuin een minitoets maken Onderdeel B zaailingen verspenen kostprijs per plant berekenen Onderdeel C een informatiehoek over vogels in de tuin inrichten Onderdeel D een proefstukje bestraten materiaalkosten voor een terras berekenen Onderdeel E artikelen afprijzen op de dierenafdeling en de opbrengstvermindering berekenen een minitoets maken Je wordt bij bepaalde opdrachten ook beoordeeld op algemene beroepsvaardigheden, zoals veilig en systematisch werken, opruimen, beleefdheid en duidelijk spreken. Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent. PK-0986-b-14-1-i 13 lees verder ►►► einde
© Copyright 2024 ExpyDoc