Resultaten Nationale Pensioenenquête 2014

Delta Lloyd Life stelt voor:
Resultaten Nationale Pensioenenquête 2014
Delta Lloyd Life feliciteert de zelfstandigen:
ze zijn beter voorbereid op hun pensioen en bereid om langer te werken.
Annelore Van Herreweghe
Woordvoerder Delta Lloyd Life
tel. +32 494 170 200
[email protected]
Opdrachtgever: Delta Lloyd Life
Onderzoek werd uitgevoerd door 365.ANALYTICS
Methode: Online kwantitatief onderzoek
Steekproef: Belgen tussen de 18 en 64 jaar
Veldwerk: 18 april 2014 t.e.m. 7 juli 2014
Aantal interviews: 1191
Gebruikte panel: SSI
Quota`s op leeftijd, beroep, geslacht, onderwijs, regio en taal
Respondenten die niet voldeden aan onze kwaliteitsnormen werden verwijderd uit de analyse.
Resultaten werden gewogen op leeftijd, beroep, geslacht, onderwijs, regio en taal.
Sommige vragen werden enkel gesteld in functie van de antwoorden op andere vragen.
In enkele gevallen kan het zijn dat voor sommige profielen het aantal respondenten laag is.
Dit werd aangeduid met een cirkel (°). Eén cirkel wanneer er tussen de 30 en 60 respondenten
hebben geantwoord. Twee cirkels als er minder dan 30 respondenten zijn.
3
Resultaten Nationale
Pensioenenquête 2014
Brussel, 7 oktober 2014 – Delta Lloyd Life heeft vandaag de resultaten bekend gemaakt van haar
jaarlijkse Nationale Pensioenenquête. Hieruit blijkt dat zelfstandigen beter voorbereid zijn op hun
pensioen en bereid zijn om langer te werken dan andere beroepscategorieën (tot 62 jaar vs. 60
jaar).1 Het feit dat ze meer open staan voor mogelijke oplossingen en zelf hun voorbereiding beter
in handen nemen lijkt o.m. te wijten aan het feit dat ze zich vandaag al het minst (48%)2 beschermd
voelen door het sociale zekerheidssysteem. Het gebrek aan vertrouwen in onze sociale zekerheid
(39%)3 én in ons pensioen­beleid (51%)4 treft trouwens alle Belgen, niet louter de zelfstandigen.
Maar doordat ze toch beduidend meer dan de zelfstandigen op Vadertje Staat kunnen rekenen,
voelen de andere beroepscategorieën zich nog minder verplicht om individueel stappen te zetten.
Ze oordelen dat de overheid (en de werkgever in de tweede plaats) soelaas moeten brengen.5 Of
hoe de hervorming van ons Belgische pensioensysteem een gedeelde verantwoordelijkheid moet
worden? Bovendien onderschat de Belg nog steeds de impact van de vergrijzing: zijn perceptie ligt
ver af van de pensioenrealiteit.
In april 2014 peilde Delta Lloyd Life via het onafhankelijke onderzoeksbureau 365ANALYTICS bij
1191 Belgen of ze voldoende voorbereid zijn op hun
pensioen, en bereid zijn om langer te werken.
“Voor de zomervakantie legde de Commissie Pensioen­
hervorming 20-40 een rapport van 600 bladzijden
neer. Haar aanbeveling was duidelijk: de architectuur
van het complexe Belgische pensioensysteem moet
volledig anders”, legt Annelore Van Herreweghe,
woordvoerder van de pensioenverzekeraar uit. “Het
is nu dus aan de nieuwe federale regering om - na
overleg met de sociale partners - de voorstellen van
de commissie om te zetten in maatregelen. De Belg is
niet optimistisch gestemd. Opvallend is dat de zelf­
standigen hun sociale bescherming (noodgedwongen
en dankzij fiscale stimuli) meer in handen nemen. Zij
zijn logischerwijs beter voorbereid dan de andere be­
roepscategorieën.”
De online peiling richtte zich tot de leeftijdscategorie
18 tot 64 jaar.
Bijlage 1 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#slide-2
Bijlage 2 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H5.html#slide-1
Bijlage 2 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H5.html#slide-1
4
Bijlage 3 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H2.html#slide-2
HET VERTROUWEN IN ONS SOCIALE ZEKERHEIDSEN PENSIOENSYSTEEM IS LAAG …
Het vertrouwen in de sociale zekerheid is laag.
39%6 van de ondervraagde Belgen voelt zich onvoldoende beschermd. Dit percentage ligt het hoogst
bij de zelfstandigen (48%). Velen verwachten bovendien dat de overheid de sociale zekerheid zal/
moet afbouwen.7 Slechts een zesde van de respondenten vertrouwt erop dat de overheid dezelfde of
een nog betere sociale bescherming kan bieden in
de toekomst. De overgrote meerderheid (72%) gelooft echter niet dat de overheid het huidige niveau
van sociale zekerheid kan blijven garanderen en
denkt dat dit op termijn zal worden afgebouwd.
Desondanks zal/kan een minderheid zelf iets doen
om beter beschermd te zijn.8 Slechts 15% van de
respondenten die verwachten dat het slechter zal
gaan, zullen zelf extra maatregelen treffen. De wil
(of noodzaak) om extra voorbereidingen te treffen
is het hoogst bij zelfstandigen (22%) en bij de 18-35
jarigen (21%).
Bijlage 13 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H7.html#RD37
Bijlage 2 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H5.html#slide-1
Bijlage 4 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H5.html#slide-2
8
Bijlage 5 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H5.html#RD16
1
5
2
6
3
7
4
“Dat het net die twee laatstgenoemde groepen zijn die
zich het meest gedwongen voelen om zelf voorberei­
dingen te treffen, hoeft niet te verbazen. Zelfstandi­
gen genieten vandaag al een lagere graad van sociale
bescherming dan de andere beroepscategorieën en
worden fiscaal gestimuleerd om zelf actie te onderne­
men. De 18-35 jarigen hebben nog een lang leven vol
financiële mee- en tegenvallers voor zich waarop ze
toch voorbereid willen zijn,” aldus de woordvoerder
van Delta Lloyd Life.
Niet alleen is het vertrouwen van de Belg in de sociale
zekerheid in het algemeen laag, hij is er ook van
overtuigd dat de overheid onvoldoende doet om de
pensioenen op lange termijn veilig te stellen. Meer
dan de helft van de Belgen denkt dat de overheid de
pensioenen niet zal kunnen blijven betalen.9 68%
van de respondenten die zich zorgen maken over
hun pensioen van morgen vreest dat het wettelijk
pensioen niet voldoende zal zijn, of dat de overheid
deze zal (moeten) verlagen (62%).10 Twee op de drie
Belgen geeft het pensioenbeleid carrément een onvoldoende.11
“Dat een grote meerderheid vindt dat de overheid de
afgelopen 2 à 3 jaar onvoldoende maatregelen heeft
genomen om de impact van de vergrijzing aan te pak­
ken, is toch opmerkelijk,” volgens Annelore Van
Herreweghe. “En dat terwijl er met de pensioenher­
vormingen tijdens de afgelopen legislatuur toch voor
het eerst echt concrete stappen zijn gezet om mensen
langer aan het werk te houden. Uiteraard is er een
meer structurele hervorming vereist, maar we kun­
nen niet ontkennen dat er toch het een en ander is
gebeurd.”
… EN DE PERCEPTIE OVER DE PENSIOEN­
REALITEIT IS FLAGRANT FOUT.
De Belg heeft een fout beeld van de pensioenrealiteit. Hij overschat de leeftijd waarop we gemiddeld
met pensioen gaan (60 vs. 59)12 en het aantal jaren
dat we effectief werken (36,4 vs. 32,2).13 Volgens
Eurostat (2012) werkt de Belg gemiddeld 32,2 jaar.
Hiermee hebben we een van de kortste loopbanen
in Europa. De duurtijd van de effectieve loopbaan
is wel met ongeveer 2 jaar gestegen in 10 jaar tijd
(29,9 jaar in 2003). De Belg overschat de gemiddelde pensioenleeftijd dan misschien maar met één
jaar, maar als het 5 jaar duurt om één jaar langer
te werken, dan is die overschatting toch belangrijker dan op het eerste zicht blijkt. Bij de Belg leeft
de perceptie dat men ongeveer nog 16.9 jaar leeft
na pensionering.14 Dat is een grote onderschatting
(17 pensioenjaren vs. 24 pensioenjaren). Dit zou
betekenen dat de Belg gemiddeld tot zijn 77ste leeft.
In werkelijk leven we langer. Dit betekent ook dat
hij het aantal jaren dat hij met pensioen is, onderschat. Volgens de OECD (2012) is de Belgische man
gemiddeld 21.8 jaar met pensioen. Vrouwen kunnen op enkele jaren extra rekenen. Zij zijn gemiddeld 26.6 jaar met pensioen.
“Deze foute perceptie van de pensioenrealiteit geeft
eigenlijk aan dat de uitdaging nog groter is dan dat de
Belg vermoedt. Alleen al om de realiteit te doen aan­
sluiten bij de perceptie, hebben we jarenlang werk,”
geeft de woordvoerder van Delta Lloyd Life aan.
Bijlage 3 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H2.html#slide-2
Bijlage 6 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H2.html#MR09
Bijlage 7 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H7.html#SCX39_10
12
Bijlage 8 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#INT03_3
13
Bijlage 9 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#INT03_4
14
Bijlage 10 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#INT03_5
9
10
11
5
DE BELG, OOK DE ZELFSTANDIGE, REKENT OP
DE OVERHEID.
EN ALS DE OVERHEID HET NIET DOET, DAN
MAAR DE WERKGEVER?
Als we in termen van oplossingen beginnen te spreken, geven onze respondenten aan dat ze niet weten
hoe de vergrijzingsuitdaging kan worden aangepakt
(41%).15 Slechts een derde denkt dat langer werken
soelaas kan brengen (31%). Wel zijn zelfstandigen
(42%), hoger opgeleiden (42%) en hogere inkomens
(53%) hier meer van overtuigd. In vergelijking met
vorig jaar is er trouwens geen vooruitgang te merken
in de wil van de Belg om langer te werken. De gewenste pensioenleeftijd blijft nog steeds rond 60-61
jaar hangen.16 50% van de Belgen vindt zelfs dat hij
op 59 jaar « genoeg gewerkt » heeft.17 Dit cijfer is
gedaald in vergelijking met vorig jaar, toen die grens
nog op 61 jaar kwam te liggen. De zelfstandigen willen het langste blijven doorwerken: tot hun 62ste.18
De tweede pijler is het aanvullend pensioenkapitaal
via de werkgever of vennootschap. De helft van de
Belgen is bovendien voorstander om het aanvullend
pensioen verplicht te maken.22 Eén op drie Belgen
(34%) beschikt reeds over een tweede pijler, bij de
zelfstandigen loopt dit op tot 44%.23 Meer Nederlandstaligen (43%) dan Franstaligen (23%) lijken
hiervan te kunnen genieten.
Meer Belgen worden zich bewust van het belang van
het tweede pijlerpensioen. In vergelijking met voorgaande jaren zouden meer respondenten opteren
voor een bijkomende investering in het aanvullend
pensioen (51%) dan voor een loonsverhoging
(36%).24 Voor het eerst zouden meer Belgen kiezen
voor de tweede pijler. Opvallend is wel dat de onwetendheid over het aanvullend pensioen groot blijft.
12% van de respondenten weet niet of ze al dan niet
een aanvullend pensioen hebben.25 35% van de respondenten met een aanvullend pensioen weet niet
hoe hun aanvullend pensioen later wordt uitgekeerd
(in kapitaal of in rente).26 Dit is sterk leeftijdsafhankelijk. Maar zelfs bij de vijftigplussers weet bijna 1
op 4 dit niet (22%).
De Belg rekent erop dat de overheid naar oplossingen
zoekt, en hij is zelf niet echt bereid om hiertoe veel
bij te dragen.19 Slechts 10% van de ondervraagden
zegt genoeg gespaard te hebben of andere maatregelen te hebben genomen voor het geval dat het wettelijk pensioen veel minder bedraagt.20 Zelfstandigen
hebben meer realiteitszin en scoren beter: 18% heeft
al maatregelen genomen.
Een derde (35%) vindt dat enkel en alleen de overheid moet zorgen voor zijn of haar pensioen.21 Hoe
ouder men wordt, hoe meer men meent dat dit enkel
de verantwoordelijkheid is van de staat. Opvallend
is ook dat de zelfstandigen deze mening delen. Een
vierde (25%) vindt dat de werkgever of de vennootschap voor een deel kan bijdragen. Globaal gezien
betekent dit dat 60% van de Belgen bijna uitsluitend
rekent op het wettelijk pensioen.
Bijlage 11 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H7.html#slide-1
Bijlage 1 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#slide-2
Bijlage 12 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#slide-1
18
Bijlage 1 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H1.html#slide-2
19
Bijlage 13 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H7.html#RD37
20
Bijlage 14 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H2.html#slide-3
“De Belg schat het belang van het aanvullend pensioen
alsmaar hoger in. In de eerste plaats blijft hij naar de
overheid wijzen om dé pensioenoplossingen te brengen,
maar in zijn ogen mag ook de werkgever een duit in
het zakje doen. In eigen boezem kijken doet hij blijk­
baar liever niet,” aldus Annelore Van Herreweghe.
“Ook 44% van de zelfstandigen heeft initiatief geno­
men voor een tweede pijlerpensioen. Op zich is dat
cijfer positief, al houdt het meteen ook in dat 56% zich
nog niet voorbereidt op dat vlak. Opmerkelijk, weten­
de dat hij minder op Vadertje Staat mag rekenen…”
Bijlage 13 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H7.html#RD37
Bijlage 15 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H6.html#slide-1
Bijlage 16 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H6.html#slide-2
24
Bijlage 17 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H2.html#slide-4
25
Bijlage 16 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H6.html#slide-2
26
Bijlage 18 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H6.html#RD19
15
21
16
22
17
23
6
FINANCIËLE ZORGEN VANDAAG VERHINDEREN
VOORBEREIDING VOOR MORGEN?
Vier op de tien Belgen heeft vandaag reeds financiële
zorgen (38%) – bij de zelfstandigen is dit 33%.27 Een
grote groep (42%) zegt onvoldoende middelen te
hebben om comfortabel te leven, bij de zelfstandigen
ligt dit cijfer iets lager met 35%.28 Mogelijk inkomensverlies baart 48% van de Belgen zorgen.29 Alhoewel dit probleem de helft van de bevolking bezig­
houdt, is slechts 31% van de Belgen verzekerd tegen
mogelijk inkomensverlies.30 38% beschikt zelfs niet
over een spaarreserve om een periode van 1 maand
inkomensverlies door te komen.31 Zelfstandigen
daarentegen zijn beter beschermd tegen een mogelijk inkomensverlies: bijna de helft van hen (46%)
heeft een verzekering omdat zij niet kunnen terugvallen op de sociale zekerheid.32
“Zelfstandigen hebben misschien wel minder financië­
le zorgen,” concludeert Annelore Van Herreweghe,
“omdat ze minder op de overheid rekenen en zich beter
voorbereiden. Dat de ondervraagde Belgen vandaag
reeds financiële zorgen hebben, kan er trouwens mee
voor zorgen dat ze minder voorbereidingen kunnen
treffen voor hun pensioen van morgen.”
Algemene conclusie
De Belg blijft zich wel degelijk zorgen maken over de toekomst van het wettelijk pensioen en beseft
dat extra maatregelen noodzakelijk zijn. Hij denkt niet dat langer werken soelaas brengt. Hij geeft
de overheid vandaag een onvoldoende op sociale bescherming en pensioenbeleid, en gelooft niet
dat de toekomst beterschap zal brengen. Een merkwaardige bevinding want België biedt in
vergelijking met andere Europese landen een hoge graad van sociale bescherming. Toch neemt
slechts een minderheid momenteel maatregelen om zich voor te bereiden op zijn pensioen. De
zelfstandige levert de grootste individuele inspanning vandaag mede door de lagere
beschermingsgraad en fiscale stimuli, maar zelfs onder hen is er nog een groep die niets onderneemt.
De Belg kijkt hoofdzakelijk in de richting van de overheid om oplossingen te vinden, in samenwerking
met werkgevers. De gevolgen van de financiële crisis laten zich meer dan ooit voelen. Gezien de
financiële zorgen die onze landgenoot vandaag heeft, en een foute perceptie over de gemiddelde
pensioenleeftijd, carrièreduur en levensverwachting, vindt hij niet dat hij zelf actie moet
ondernemen om zijn pensioen van morgen voor te bereiden.
Ontdek de volledige lijst van resultaten van de Nationale Pensioenenquête 2014 hier:
http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/index.html
Bijlage 19 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H4.html#slide-2
Bijlage 20 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H4.html#slide-3
Bijlage 21 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H3.html#slide-1
30
Bijlage 22 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H3.html#YN11_3
31
Bijlage 23 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H3.html#slide-3
32
Bijlage 22 of http://365analytics.com/public/pensioen14/NL/P14.H3.html#YN11_3
27
28
29
7
Bijlagen
Bijlage 1: Gewenste Pensioenleeftijd
Op welke leeftijd wenst u met pensioen te gaan?
70
60
60,4
60,8
2014
2013
61
62
60,6
60,1
60
59,6
NL
FR
18-34
35-49
62,5
60,6
60,1
man
vrouw
60,3
60,6
59,1
60,5
50
2012
50-64
zelf­standige bediende
arbeider
amb­tenaar niet actief
Bijlage 2: Bescherming sociale zekerheid
Ik voel me voldoende beschermd door onze sociale zekerheid.
100
2
39
2
36
1
44
2
1
44
39
36
37
1
1
42
36
48
2
43
2
25
41
75
45
50
34
36
35
34
32
27
23
35
35
25
24
27
29
30
28
22
22
vrouw
zelf­standige
31
36
30
25
25
34
32
26
19
0
Totaal
NL
Akkoord (8-10)
FR
18-34
35-49
Tussenin (6-7)
50-64
man
Niet akkoord (0-5)
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
8
Bijlage 3: Geen vertrouwen dat het systeem overeind blijft
Ik vetrouw er op dat de overheid de pensioenen kan blijven uitbetalen, ook wanneer ik
met pensioen ga.
100
2
2
4
51
42
63
1
2
2
2
2
2
58
51
43
48
54
53
46
1
1
52
47
4
55
75
50
22
22
21
24
25
19
Totaal
NL
FR
Akkoord (8-10)
30
27
25
25
23
21
18
14
0
18
35
33
28
26
22
24
19
23
34
17
23
19
18-34
35-49
Tussenin (6-7)
50-64
man
vrouw
Niet akkoord (0-5)
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
Bijlage 4: Toekomst sociale zekerheid
In vergelijking met vandaag, hoe ziet u de rol van de overheid in de sociale zekerheid
en pensioenen evolueren in de komende 10 à 20 jaar?
In de toekomst zal de overheid... sociale bescherming bieden.
100
10
36
9
35
7
38
8
10
43
31
9
35
6
37
33
4
6
16
9
35
37
35
39
75
50
5
11
36
36
38
39
38
25
28
16
16
18
13
0
18
NL
Veel meer
FR
Meer
18-34
35-49
37
27
18
29
25
21
15
14
3
3
Totaal
43
38
34
33
17
39
37
35
50-64
man
Ongeveer evenveel als vandaag
17
17
17
4
vrouw
zelf­standige
Minder
16
3
bediende
arbeider
Veel minder
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
9
Bijlage 5: Toekomst sociale zekerheid
Gaat u zelf in de nabije toekomst extra voorbereidingen treffen (bijv. harder sparen,
bijkomende verzekeringen nemen ...) om deze vermindering aan sociale bescherming
op te vangen?
100
15
75
7
23
15
17
6
12
13
8
7
22
51
50
14
12
14
7
23
20
24
23
30
17
11
12
6
6
23
19
42
3
20
23
13
19
8
9
25
24
41
40
19
5
41
38
46
43
40
37
34
36
36
25
22
21
15
0
16
14
15
15
14
man
vrouw
15
15
bediende
arbeider
17
12
8
Totaal
NL
Zeker
FR
18-34
Waarschijnlijk
35-49
50-64
Waarschijnlijk niet
zelf­standige
Zeker niet
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
Bijlage 6: De Belg is bezorgd over zijn pensioen
Waarom maakt u zich zorgen over uw financiële situatie tijdens uw pensioen?
68%
63%
62%
44%
38%
31%
21%
3%
Andere
3%
Geen idee
25
Het wettelijk pensioen zal ontoereikend zijn.
De kosten voor zorg (bijv. een rusthuis) zullen onbetaalbaar zijn.
De overheid zal de wettelijke pensioenen sterk verlagen.
Ik heb onvoldoende kunnen sparen of investeren.
Ik zal de medische kosten niet kunnen betalen.
Ik zal (deeltijds) moeten verder werken om rond te komen.
28%
Ik heb weinig familie en vrienden waarop ik kan rekenen.
28%
Ik heb geen eigen huis of ander vastgoed.
Mijn partner zal onvoldoende middelen of wettelijk pensioen hebben, mocht ik vroeg overlijden.
50
75
100
10
Bijlage 7: Financiering van de eerste pijler
De overheid heeft de afgelopen 2 à 3 jaar voldoende maatregelen genomen om de
toename van het aantal pensioengerechtigden (de vergrijzing) op te vangen.
100
2
5
4
5
68
72
63
6
5
5
4
66
72
66
66
20
21
1
4
6
5
69
71
70
7
69
72
65
75
50
25
23
20
0
21
18
6
9
7
5
9
9
5
Totaal
NL
FR
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
Tussenin (6-7)
Niet akkoord (0-5)
zelf­standige
20
18
10
7
Akkoord (8-10)
22
22
15
19
18
7
5
8
8
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
Bijlage 8: Gewenste Pensioenleeftijd
Wat is volgens u de gemiddelde leeftijd waarop de Belg stopt met werken?
70
60
59,8
59,4
Totaal
NL
60,3
60
59,8
59,6
59,7
59,9
59,9
59,5
59,3
59,8
60,2
FR
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
50
Bijlage 9: Gewenste Pensioenleeftijd
Hoeveel jaren denkt u dat de Belg gemiddeld effectief werkt (gelijkgestelde periodes
zoals werkloosheid, moederschapsverlof, ziekte, tijdskrediet … niet inbegrepen)?
50
40
36,4
36,8
35,9
36,4
FR
18-34
35,8
37
36,4
36,4
36,8
36,9
37,7
34,5
30
Totaal
NL
35-49
50-64
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
35,7
niet actief
11
Bijlage 10: Gewenste Pensioenleeftijd
Hoeveel jaren denkt u dat de Belg gemiddeld nog leeft na zijn pensionering?
30
20
16,9
17,3
2014
2013
16,8
16,9
NL
FR
17,9
16,1
16,5
35-49
50-64
17,2
18,1
16,7
16,5
10
18-34
man
vrouw
zelf­standige
bediende
17,8
15,6
arbeider
17
amb­tenaar
niet actief
35
46
Bijlage 11: Financiering van de eerste pijler
Wat moet er volgens u in de eerste plaats gebeuren om de financiering van de
wettelijke pensioenen in stand te houden?
100
41
40
42
40
41
39
30
51
27
36
47
75
6
9
50
5
18
5
25
31
8
13
7
5
7
18
20
16
5
24
18
4
15
5
6
8
33
27
27
FR
18-34
5
37
7
24
21
35
17
7
42
7
16
18
4
7
4
29
6
34
33
28
26
26
0
Totaal
NL
Iedereen moet langer werken
35-49
50-64
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
De wettelijke pensioenen moeten omlaag
De actieve bevolking moet hogere bijdragen betalen
Niets, er is geen probleem
Geen idee
12
Bijlage 12: Perceptie over anderen naargelang de pensioenleeftijd
Perceptie 2014:
Perceptie van de Belg over anderen naargelang de leeftijd waarop ze met pensioen gaan.
100%
83
75%
72
63
50%
54
55
26
25%
25
21
17
17
12
12
12
0%
50
55
Pechvogel
8
9
2
7
1
60
Pensioenleeftijd Belg
Profiteur
Gelukzak
2
1
65
70
Genoeg gewerkt
Perceptie 2013:
Perceptie van de Belg over anderen naargelang de leeftijd waarop ze met pensioen gaan.
100%
82
75%
59
54
50%
53
48
42
35
26
25%
11
9
4
0%
50
55
Pechvogel
Profiteur
60
Pensioenleeftijd Belg
Gelukzak
65
70
Genoeg gewerkt
13
Bijlage 13: Financiering van de eerste pijler
Stel u dit streefdoel voor: iedereen heeft vanaf 65 jaar een netto-inkomen gelijk aan
80% van zijn/haar gemiddelde netto-inkomen tijdens de loopbaan. Wie moet hiervoor
dan zorgen?
100
75
18
18
19
35
35
35
24
17
36
15
41
13
26
14
37
28
44
18
19
33
33
23
35
34
32
50
25
25
26
23
27
24
25
23
26
24
23
25
21
25
15
13
0
11
11
15
12
13
14
13
9
10
8
9
10
8
Totaal
NL
FR
18-34
35-49
50-64
10
11
11
man
11
7
vrouw
zelf­standige
14
15
11
11
8
bediende
arbeider
14
7
amb­tenaar
niet actief
De overheid zorgt voor een basispensioen, het grootste deel komt via de werkgever of vennootschap
De overheid en werkgever zorgen elk voor de helft
De overheid zorgt voor het grootste deel hiervan, de rest komt via de werkgever of vennootschap
De overheid moet zorgen voor de totaliteit van het pensioen
Geen idee
Bijlage 14: Sparen of langer werken?
Stel dat u vandaag verneemt dat het wettelijk pensioen veel lager is dan u verwachtte,
wat zou u dan doen?
100
30
30
29
75
22
33
33
29
29
25
29
16
37
45
27
21
28
27
26
25
28
17
50
24
19
18
16
15
13
19
24
11
11
16
18
19
20
12
11
11
10
35-49
50-64
man
vrouw
24
16
16
16
10
Totaal
12
NL
8
9
FR
18-34
13
20
13
13
27
19
17
9
18
0
33
32
21
25
25
18
13
zelf­standige
bediende
10
9
6
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Ik verander weinig vandaag, want ik heb reeds voldoende gespaard of andere maatregelen genomen
Ik verminder direct mijn uitgaven en begin veel meer te sparen
Ik werk meer (door eventueel een tweede job erbij nemen) om zo geld opzij te kunnen zetten
Ik verander weinig vandaag, maar ik houd er wel rekening mee dat ik langer zal moeten werken, desnoods na mijn 65ste
Ik verander weinig vandaag en ik zie wel hoe het afloopt
14
Bijlage 15: Houding van de Belg tegenover de tweede pijler
Het aanvullende pensioen via de werkgever of vennootschap zou een recht voor
iedereen moeten zijn.
100
3
2
2
3
3
21
19
23
24
18
75
26
50
27
25
26
1
2
2
2
2
1
21
22
20
27
18
22
20
33
26
29
27
26
4
5
19
20
28
24
26
58
50
52
54
50
49
51
51
51
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
9
15
11
15
49
51
45
40
25
0
Totaal
NL
FR
Akkoord (8-10)
18-34
35-49
Tussenin (6-7)
50-64
man
vrouw
Niet akkoord (0-5)
zelf­standige
Geen idee
Bijlage 16: Aanvullend pensioen
Hebt u een aanvullend pensioen via werkgever of vennootschap
(bijv. groepsverzekering, pensioenfonds, IPT of VAPZ)?
100
12
12
12
22
9
4
13
11
58
75
54
45
51
53
65
5
48
46
59
52
34
69
50
50
51
44
43
25
38
38
45
39
37
34
30
28
23
16
0
Totaal
Ja
NL
Nee
FR
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
15
Bijlage 17: Investeren in aanvullend pensioen?
Stel: u krijgt van uw werkgever de keuze tussen 100 euro nettosalarisverhouding of
200 euro nettoverhoging van uw maandelijkse premie voor uw pensioenplan.
Waarvoor kiest u?
100
13
75
9
8
49
48
36
13
14
40
29
50
12
13
41
36
17
57
55
51
42
47
17
36
35
28
51
44
11
53
48
47
14
13
35
35
51
52
arbeider
amb­tenaar
11
40
49
25
0
2014
2013
2012
De pensioenverhoging
NL
18-34
FR
De salarisverhoging
35-49
50-64
man
vrouw
niet actief
Geen idee
Bijlage 18: Aanvullend pensioen
Weet u of het aanvullend kapitaal dat u spaart bij pensionering wordt uitgekeerd in
kapitaal, rente of in kapitaal en rente?
100
35
37
29
36
50
75
26
44
4
10
9
5
5
50
49
11
3
63
43
40
29
10
5
5
61
51
8
36
12
57
54
21
13
12
14
50
21
9
4
13
5
12
3
3
6
48
48
10
56
43
10
38
25
32
0
Totaal
NL
FR
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Ja, in kapitaal (eenmalige uitbetaling)
Ja, in rente (verzekerd levenslang periodiek inkomen)
Ja, een of meerdere pensioenplannen wordt uitbetaald in kapitaal en een of meerdere pensioenplannen wordt uitbetaald in rente
Nee, geen idee
16
Bijlage 19: Financiële zorgen en sparen
In welke mate maakt u zich zorgen over uw huidige financiële situatie?
100
1
1
1
33
38
33
1
36
30
33
33
28
27
35
37
30
34
32
33
37
36
47
30
75
32
28
26
26
30
50
31
31
26
24
24
26
46
25
40
38
38
40
39
38
37
34
31
40
39
33
30
27
0
2014
2013
2012
NL
Veel zorgen
FR
Tussenin
18-34
35-49
Geen zorgen
50-64
man
vrouw
zelf­standige bediende
arbeider
amb­tenaar niet actief
Geen idee
Bijlage 20: Inkomen en geldbeheer
Ik kan met mijn inkomen een comfortabel leven leiden.
100
1
1
1
42
35
51
3
1
45
38
42
1
2
41
42
3
35
33
46
26
51
75
41
38
35
50
35
34
36
34
32
38
34
31
33
25
31
33
29
24
23
22
22
24
27
29
23
22
15
15
0
Totaal
NL
Akkoord (8-10)
FR
18-34
35-49
Tussenin (6-7)
50-64
man
Niet akkoord (0-5)
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Geen idee
17
Bijlage 21: Zorgen over inkomensverlies
In welke mate maakt u zich zorgen over mogelijk inkomensverlies, en de gevolgen ervan voor
u en uw gezin, door ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of overlijden?
100
1
1
31
32
20
23
30
31
1
29
30
21
20
35
1
27
30
30
24
27
33
42
29
75
18
20
20
21
50
18
15
21
52
48
50
45
53
50
45
53
52
46
43
42
37
25
0
Totaal
NL
FR
Veel zorgen
18-34
Tussenin
35-49
50-64
Geen zorgen
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
69
62
77
Geen idee
Bijlage 22: Bescherming tegen inkomensverlies
Bent u of is uw partner of gezin verzekerd tegen inkomensverlies door ziekte,
arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of overlijden?
100
69
65
75
64
73
71
68
71
54
67
75
50
46
25
38
36
35
31
27
25
29
32
33
29
31
23
0
Totaal
Ja
NL
FR
18-34
35-49
50-64
man
vrouw
zelf­standige
bediende
arbeider
amb­tenaar
niet actief
Nee
18
Bijlage 23: Bescherming tegen inkomensverlies
Beschikt u over voldoende spaarreserves om periodes van inkomensverlies
(bijv. ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid) te overbruggen?
100
9
38
75
12
33
10
43
7
11
15
39
8
12
33
40
42
33
9
31
12
29
10
44
8
12
19
46
16
50
18
24
17
17
25
12
12
Totaal
18
11
10
11
8
NL
11
16
8
10
FR
18-34
35-49
17
14
21
14
10
23
19
17
12
18
11
9
13
12
20
12
11
11
10
0
14
18
18
10
8
14
12
man
vrouw
9
7
15
15
10
50-64
8
zelf­standige
bediende
16
12
arbeider
6
10
amb­tenaar
niet actief
Ik beschik over een reserve om meer dan 12 maanden te overbruggen
Ik beschik over een reserve om 6 tot 12 maanden te overbruggen
Ik beschik over een reserve om 3 tot 6 maanden te overbruggen
Ik beschik over een reserve om minder dan 3 maanden te overbruggen
Neen, ik beschik niet over een spaarreserve
Geen idee
19
Meer info:
Annelore Van Herreweghe
Woordvoerder Delta Lloyd Life
+32 494 170 200
Delta Lloyd Life NV
Fonsnylaan 38,
1060 Brussel
www.deltalloydlife.be