Doemscenario lijkt te donker

Doemscenario lijkt te donker
ELLEN DE VISSER − 08/02/14, 00:00
Dementie leek lange tijd de wrange prijs voor een lang leven. Maar het inzicht groeit dat
menigeen dit noodlot kan ontlopen.
De hoogleraar, de huisvrouw en de handwerksman: als ze gaan dementeren, worden ze elkaars
gelijke. In het verpleeghuis aan de overkant, waar meneer Van Velzen iedere ochtend vanachter het
raam zijn hand opsteekt, lijkt sprake van een loterij. Hij mompelt onbegrijpelijke zinnen en morrelt aan
de deur van de gesloten afdeling terwijl zijn vrouw, die dagelijks langskomt, nog kwiek in het leven
staat. De oude heer denkt te weten hoe het komt: 'Het zijn de jaren.' Maar waarom tellen de jaren dan
niet voor zijn even oude echtgenote? Waarom is zij de golden oldie en glijdt hij weg in een
niemandsland?
Heel lang was het idee dat dementie de prijs is voor een langer leven. We worden steeds ouder,
vooral dankzij de goede gezondheidszorg, maar dat heeft een keerzijde. Nu de babyboom-generatie
op leeftijd komt, dreigt volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO een onbeheersbare ramp: in
2050 zal het aantal demente patiënten wereldwijd zijn verdrievoudigd tot ver boven de 100 miljoen,
waarvan ten minste een half miljoen in Nederland.
Er wordt gesproken van 'een tsnunami aan dementie', die de zorg en de economie zwaar zal belasten.
In Nederland moet de naderende overstroming worden gekeerd met een deltaplan, waarvoor de
overheid ruim 30 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld.
Maar de laatste tijd klinkt steeds meer kritiek op dat doemscenario. Het dementiedraaiboek gaat ervan
uit dat de kans op de ziekte de komende decennia gelijk blijft. Dat uitgangspunt zou weleens onjuist
kunnen zijn. Internationaal onderzoek wijst uit dat het aantal dementerenden niet blijft doorstijgen
maar afvlakt. Het idee is dat sommige ouderen de afgelopen jaren beter voor zichzelf hebben gezorgd
en daardoor de dementie langer of zelfs helemaal buiten de deur houden. Dat zou het verschil kunnen
verklaren tussen meneer en mevrouw Van Velzen.
Het eerste tegengeluid kwam 2 jaar geleden uit Rotterdam, waar wetenschappers van het Erasmus
MC 15 duizend wijkbewoners volgen. Een vergelijking tussen twee groepen Rotterdammers, met 10
jaar leeftijdsverschil, wees uit dat in de jongere groep minder dementerenden voorkwamen. Eind vorig
jaar verschenen in The Lancet een Britse en een Deense studie die tot een gelijkluidende conclusie
kwamen. In Groot-Brittannië daalde het aantal dementerenden in twee decennia met een kwart. In
Denemarken bleken ouderen uit het geboortejaar 1915 het op cognitief gebied veel beter te doen dan
de groep die in 1905 werd geboren. Ze waren niet zozeer sterker, maar wel slimmer. Zweedse
onderzoekers waren in het vakblad Neurology iets voorzichtiger maar ook zij concludeerden dat het
aantal gevallen van dementie moet zijn afgenomen.
Hoe kan dat? Het Rotterdamse onderzoek geeft een niet te missen aanwijzing: MRI-scans tonen aan
dat de jongere ouderen een groter hersenvolume hebben en minder vaatschade in het hoofd.
Uitdagingen
Twee mogelijke oorzaken dringen zich op. Allereerst zijn onze opleidingen verbeterd en worden we
door onze omgeving veel meer uitgedaagd. De Nijmeegse hoogleraar geriatrie Marcel Olde Rikkert
legt uit: 'Hoe meer de hersenen van kinderen en jongeren worden gestimuleerd, hoe meer
breinreserve wordt opgebouwd. Op latere leeftijd neemt die reserve af maar dat kan worden afgeremd
door lichamelijk en geestelijk actief te blijven.'
Ten tweede: we zorgen beter voor hart en bloedvaten: we zijn minder gaan roken en gebruiken vaker
medicijnen om de bloeddruk te verlagen. En wat goed is voor je hart, is goed voor je hoofd, zegt de
Leidse hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp: 'Na de enorme afname van het aantal
hartinfarcten en beroertes komt nu de hekkensluiter van die trend aan bod: minder dementie.'
Veel te lang is gedacht dat ophopingen van het amyloïd-eiwit in de hersenen dé oorzaak zijn van
dementie, zegt hoogleraar neurologie Pim van Gool (AMC). Door de enorme aandacht voor dat eiwit is
het idee ontstaan van dementie als onontkoombaar lot: tegen die eiwitstapeling is immers nog niets te
ondernemen. Van Gool spreekt van 'de alzheimermythe': alzheimer als synoniem voor alle vormen
van dementie.
Maar de demente patiënt die de Duitse psychiater Aloysius Alzheimer ruim een eeuw geleden als
eerste beschreef, was pas 51 jaar en dat blijkt achteraf een teken aan de wand. Bij jong
dementerenden zijn het inderdaad de eiwitklonteringen die de ziekte veroorzaken, aldus Van Gool. Bij
hen is vermoedelijk sprake van een aanlegstoornis. Maar bij de ouderen (90 procent van de groep) is
de dementie een stuk ingewikkelder. Neem dit: bij sommige oudere dementiepatiënten vinden artsen
inderdaad ophopingen van amyloïd in de hersenen maar bij een aanzienlijk deel helemaal niet.
Sterker: bij ouderen zonder dementie worden ook van die ophopingen gevonden.
Het is, kortom, niet alleen het amyloïd dat de dementie in gang zet, het is simpelweg de leeftijd die
aan het brein knaagt, zegt Westendorp. En dat gebeurt op tientallen manieren. 'Bekijk de hersenen
van een tachtig-plusser: ze zijn gekrompen, er zitten gaten in, we vinden littekens van kleine infarcten,
we zien afwijkingen in de witte stof, het gebied waar de informatieoverdracht plaatsvindt.'
Steeds duidelijker wordt dat een deel van dat verval kan worden voorkomen door de aanvoerroutes
naar het hoofd zo schoon en sterk mogelijk te houden. Want bloedvaten die broos worden en gaan
lekken, geven stille bloedingen en littekens. En bloedvaten die dichtslibben, belemmeren de doorvoer
van zuurstof en voedingsstoffen. Er is zelfs een mogelijk verband met de beruchte eiwitstapelingen,
zegt Van Gool. Onderzoek bij proefdieren wijst erop dat een te hoge bloeddruk de stapeling van het
schadelijke eiwit kan versterken.
Juichend commentaar dus onlangs in The Lancet: 'Het goede nieuws over dementie - we kunnen het
verschil maken.'
Amerikaanse onderzoekers becijferden twee jaar geleden hoe groot dat verschil kan zijn en
concludeerden dat een kwart van de gevallen van dementie kan worden voorkomen door aanpassing
van de levensstijl. Zeven risicofactoren achterhaalden ze, waaronder roken, hoge bloeddruk en
gebrek aan beweging. Het is het gebruikelijke recept voor een gezonder lijf, waarvan de meerwaarde
zich nu blijkt uit te strekken tot ons denkvermogen.
Risicofactoren
Maar wie de risicofactoren overziet, snapt ook dat een voorspelling over het toekomstige aantal
dementiepatiënten netelig is. Dat aantal mag dan de afgelopen decennia zijn afgenomen dankzij
breintraining en gezondere bloedvaten, overgewicht en gebrek aan lichaamsbeweging zijn ook
risicofactoren en we weten dat het daarmee bergafwaarts gaat. Het aantal toekomstige patiënten met
dementie zou daardoor weleens hoger kunnen uitvallen dan de prognose, waarschuwt Gea
Broekema, directeur van Alzheimer Nederland.
'De netto-uitkomst durf ik nog niet te voorspellen', zegt Olde Rikkert, 'maar als die forse daling die we
nu in onderzoek tegenkomen met een medicijn was bereikt, hadden de mensen hier al voor de deur
gestaan. De boodschap is dat het ouder wordende brein actief valt bij te sturen. Door je lichaam te
verzorgen, door actief te zijn. Het begrip rond de ziekte moet veranderen. Je hebt veel zelf in de hand.
Met voorlichting is een wereld te winnen.'
Langlopend
Voordat landelijke preventie in zicht komt, moet eigenlijk eerst gerandomiseerd onderzoek
plaatsvinden: neem een groep vijftigers, houd bij de helft de bloeddruk of het gewicht op peil en bij de
andere helft niet en kijk dan na 30 jaar hoeveel gevallen van dementie dat scheelt.
Dat soort langlopend onderzoek is er nauwelijks. Vier jaar geleden constateerden internationale
onderzoekers dat de behandeling van hoge bloeddruk op middelbare leeftijd later 13 procent minder
dementie oplevert. Het AMC is 7 jaar geleden begonnen met een vergelijkbaar onderzoek, onder ruim
3.500 ouderen. Volgend jaar worden de resultaten van dat preventie-onderzoek bekend.
In Leiden wil Rudi Westendorp niet langer wachten. Hij pleit voor een grootschalige campagne die 'de
bloeddruk naar de mens moet brengen'. Zijn idee: leer mensen wat hun reguliere bloeddruk is, leid ze
op om die zelf te meten en geef ze medicijnen voor het geval de druk te hoog wordt. 'Nee, dat is niet
eng. Patiënten met diabetes geven we toch ook de regie? Geef mensen het idee dat ze zelf
verantwoordelijk zijn.'
Wel uitkijken, zegt Olde Rikkert, dat de nuance niet uit het oog verdwijnt. Met sterke bloedvaten en
een goed stel hersens kun je toch dement worden. 'De boodschap is: ja, we kunnen de ziekte
voorkomen maar nee, niet altijd. Aanleg en toeval spelen ook mee.'
Directeur Broekema van Alzheimer Nederland noemt de nieuwe internationale onderzoeken 'goed
nieuws'. De organisatie werkt mee aan het deltaplan en wil nadenken over oplossingen om de ziekte
te voorkomen.
Het is alleen een misvatting dat het aantal patiënten de komende jaren afneemt, benadrukt Broekema.
Zelfs als de positieve cijfers voor Nederland gelden, dan nog gooit de vergrijzing roet in het eten, zegt
ze. Het aantal ouderen stijgt zo snel dat dementie toch een probleem wordt. Bovendien leven
patiënten langer, en ook dat maakt de groep groter.
Al neemt het aantal dementerenden maar een paar procent af, verzucht Westendorp: stel je voor
hoeveel gevolgen dat wereldwijd al heeft. 'Zolang een medicijn uitblijft, moeten we echt de alternatieve
strategie verkennen.'
DOOLHOF
Over anderhalve week verschijnt bij uitgeverij Gibbon De doolhof van tante An. Een zoektocht van
wetenschapsjournalist Kirsten Emous naar een toekomst met minder dementie. Ze volgt daarin het
ziekteproces van haar tante Annemarie en vraagt tal van deskundigen of haar aftakeling te voorkomen
was geweest. We zijn weerbaar tegen de ziekte, concludeert ze: de voorspelde vloedgolf van
dementie blijft uit.
De Volkskrant d.d. 8-2-2014