Voorbereiding van de eerste zorgen aan de neonatus

PROTOCOL VROEDKUNDE
Voorbereiding eerste
zorgen aan de
neonatus
M 4
Voorbereiding van de eerste zorgen aan de neonatus
Zie algemeen werkschema
voorbereiding
zorgvrager
zorgverlener
Leg niet-steriele handschoenen klaar en
eventueel een plastic overschort
Informeer je over gegevens i.v.m. de parturiënte
(medisch, verloskundig, familiaal,…) en i.v.m. de
komende baby
materiaal
Benodigdheden:
- verzorgingstafel met verwarmd
verzorgingskussen en met warmtebron erboven
of babytherm met reanimatieplatform met
mogelijkheid tot zuurstof-toediening, aspiratie en
beademing (zie: De probleemneonatus, 2°j.
Vroedkunde)
- verwarmde (eventueel steriel apart verpakt of
uit verlosset) opvangdoek(en)
- steriel aspiratiepeertje(gummi),steriele
slijmzuiger (De Lee-suctioncatheter), steriele
aspiratiesonden (CH/FG 12, 10, 8, 6, 5*)
- (steriele) gaasjes en eventueel een (steriele)
ingeknipte navelkompres
- steriele disposable navelklem en/of st.
navellintjes
- steriele schaar (voor eventueel inkorten van de
navelstrengstomp)
- ontsmettende vloeistof voor de
navelstrengstompverzorging,
vb.ontsmettingsalcohol 60° (70°), Hibitanealcoholische oplossing (geen Iso-Bethadine:
jodiumbestanddeel werkt in op de schildklier)
- Sicombyl (al of niet = afhankelijk van de dienst)
= opdrogend en licht desinfecterend poeder
- navelbandje (opgerold !) of navelnetje
- verwarmde babykledij: hemdje + overkleedje +
sokjes of hemdje + broekpakje
- wegwerpluier of stoffen luier(klaargevouwen) +
veiligheidsspelden (eventueel Vaselinezalf voor
luiergebiedbescherming = voorkomt aanplakken
van meconium)
- geijkte weegschaal met luier: zie protocol
‘wegen van de neonatus’
- stetoscoop met pediatrische kop
- lintmeter (meten van de SO = schedelomtrek,
in cm)
- meetlat (meten van de L = lengte, in cm)
- identificatie-armbandje + inpassend etiketje
- volgens dienstprotocol:antiseptische of
nazorg
PROTOCOL VROEDKUNDE
Voorbereiding eerste
zorgen aan de
neonatus
M 4
bacteriostatische oogdruppels (collyrium)
vb.: ZILVERNITRAAT 1% (1 flapúl per
pasgeborene)
vb.:
ARGYROL (zilvervitellinaat, 9ml à 50mg/ml)
vb.: FUCITHALMIC (ooggel met antibiotische
werking)
- medische kinderthermometer: zie protocol
‘t°-opname. Een individuele thermometer kan
eventueel bij iedere pasgeborene in gebruik
genomen worden en aan de moeder meegegeven
worden naar huis
- voldoende voorraad luiers, eventueel
verwarmd
- chronometer
- babyfiche = observatiefiche
- kammetje (verwijderen van bloed uit de
haartjes)
- niet-steriel nierbekken en/of vuilbakje (voor
verbrandbaar materiaal)
- linnenemmer (voor wasbaar materiaal)
- eventueel babybadje (hygiënisch zuiver) +
water aan 37°C, washandje en vloeibare neutrale
babyzeep (crème bath) + handdoek of luiers
- materiaal voor de toediening van Konakion
volgens dienstprotocol:
IM-toediening van 1mg KONAKION:
ampul Konakion 2 mg+ tuberculinespuitje +
optreknaald + SC-naald (à termen) of ID-naald
(prematuren) + deppers of kleine gaasjes of Pur
Zellin (celstofdoekjes) + ontsmettingsalcohol
(reeds vermeld) + nierbekken (reeds vermeld) en
naaldcontainer
Of
peros toe te dienen: flesje Konakion waarvan
1mg = 1druppel of een ampul Konakion en
bijpassend doseerspuitje
- ontsmettingsstof (vb. HAC-oplossing) en
lavatorydoekje (ontsmetten van het gebruikte
materiaal)
- voorverwarmd (met een electrisch
verwarmingskussentje, een kersenpitkussentje,
een Hot Pack of een warm kruikje) babybedje
(opgemaakt met vers linnen) of couveuse (zie:
De probleemneonatus, 2°jaar Vroedkunde)
- materiaal voor intensieve reanimatie (zie: De
probleemneonatus, 2°j. VR)
* de diameter van de aspiratiesonde wordt
aangeduid met FG = Frenche Gauge of CH =
Charrière (meer info hierover: zie LE ‘Observatie
van en eerste zorgen aan de pasgeborene’)
omgeving
Pas de omgevingst° aan (25°C)
basisprincipes
Pas opnieuw aan
Algemene aandachtspunten
PROTOCOL VROEDKUNDE
Voorbereiding eerste
zorgen aan de
neonatus
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
stap
1
actie
Controleer of de ruimte voor de verzorging van de
pasgeborene voldoet aan alle voorwaarden:
-
verlucht, verwarmd, verlicht, vrij van tocht
-
hygiënisch proper
-
alle materiaal aanwezig
Controleer de reanimatiemogelijkheden op hun
werking en voorwaarden
(bvb.: ga de negatieve druk van de
aspiratiemogelijkheid na en leg de aspiratiesonde
dichtbij)
Zorg voor verwarmde babykledij Controleer de
weegschaal op juiste ijking Controleer de
vervaldatum van het collyrium Controleer de
thermometer op zijn voorwaarden
voor gebruik
Vul het babybadje indien de baby gebaad zal
worden
Warm het babybedje op
opmerkingen
M 4
PROTOCOL VROEDKUNDE
Observatie en eerste
zorgen aan de
neonatus
M4
Observatie en eerste zorgen aan de neonatus
Zie algemeen werkschema
voorbereiding
nazorg
zorgvrager
zorgverlener
materiaal
Zie algemeen werkschema
Zie algemeen werkschema
Benodigdheden:
Zie LE ‘Voorbereiding van de eerste zorgen aan de
neonatus’
omgeving
Zie LE ‘Voorbereiding van de eerste zorgen aan de
neonatus’
basisprincipes
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
Zie algemeen werkschema
Algemene aandachtspunten
PROTOCOL VROEDKUNDE
Observatie en eerste
zorgen aan de
neonatus
stap
actie
1
- observeer en vermeld luidop het geboorte-uur en
het geslacht
- laat de moeder zelf haar baby vastnemen en bij
zich op de buik brengen. Schat de lengte van de
navelstreng in om deze afstand te kunnen
overbruggen.
M4
opmerkingen
Algemene observaties- controle op ev. zichtbare
afwijkingen
Wikkel een warme doek rond de baby, wrijf hem
droog en zorg voor warmtebehoud !!! Aspireer
indien nodig (alleen op indicatie!)
Optimaliseer de ouder-kindbinding en laat emoties
toe
of
- vang de baby op in een droge, voorverwarmde
doek en leg hem op een voorverwarmd oppervlak
(verzorgingstafel) met het hoofdje naar u toe
- droog het kind af (verwijder bloed, slijm en
vruchtwater maar laat de vernix caseosa ter
plaatse) en kijk ondertussen na op eventueel
onmiddellijk zichtbare afwijkingen en leg hem op
een nieuw verwarmde doek
- aspireer indien nodig: zie protocol ‘aspireren
van de neonatus’ (cfr.supra)
- evalueer de baby op zijn neurologische,
cardiovasculaire en respiratoire toestand
(Apgarscore) 1, 5 en 10 min na de geboorte
* observeer de reacties van de baby op
bepaalde handelingen
* stel de weerstand vast bij het bij het
manipuleren en bekijk de houding van de
baby
* bevoel de hartpunt met 2 vingertoppen of
luister met de stethoscoop en tel
* luister naar het schreien van de baby
De reflexen van de neonatus worden
gecontroleerd:
-
in een ziekenhuis-setting, door de
kinderarts
-
in een thuissituatie is dit de
verantwoordelijkheid van de persoon die
de partus leidde (vroedvrouw of huisarts)
Info: zie LE ‘Observatie van de neonatus’ (eerste
24u en later)
Info: zie LE ‘Observatie van de neonatus’ (eerste
24u en later)
* kijk naar de lichaamskleur
INDIEN MOGELIJK 1 uur skin-to-skin
- klem en/of bind de NSS af
Kort pas na het afklemmen/afbinden een te lange
NS in
- controleer de NSS-bloedvaten
Controle van NS-bloedvaten kan ook gebeuren bij
de controle van de secundinae
Verdere gerichtere observaties van craniaal naar
caudaal

HOOFD

AANGEZICHT
 Ogen
 Oren
PROTOCOL VROEDKUNDE
Observatie en eerste
zorgen aan de
neonatus







M4
 Neus
 Mond
THORAX EN HALS
ABDOMEN
RUG-EN WERVELKOLOM
EXTREMITEITEN
GENITALIA EXTERNA
ANUS
HUID
- neem de baby (mits goede ondersteuning) op, leg
hem op de weegschaal en weeg hem: zie protocol
‘wegen van de neonatus’
- vermeld het geboortegewicht luidop
- trek het hemdje aan
- voer de NSS-verzorging uit: zie protocol ‘NSSverzorging’
- controleer de lichaamst°: zie protocol ‘T°opname bij de neonatus’
Deze interventie wordt al of niet ingeschakeld
volgens dienstprotocol
- controleer de geslachtsorganen (cfr.supra)
Indien Konakion IM toegediend wordt, zijn er 2
mogelijkheden: t.h.v. de bilspier (leg hiervoor de
baby op de buik) of t.h.v. de dijspier. Zie
protocol: medicatie bij de neonatus
-
leg een wegwerpluier (of gevouwen stoffen
luier) onder de stuit van de baby en fixeer
deze doelmatig: zie protocol ‘verluieren
van de neonatus’
-
Toedienen vitamine K (indien dijspier)
- meet de lichaamslengte (al of niet volgens
dienstprotocol)
- identificeer de baby
- trek de bovenkledij aan
- meet de schedelomtrek + ev.oogindruppeling
- wikkel de baby warm in
- breng de baby bij de ouders en informeer
2
Bij borstvoeding: leg de baby aan binnen het eerste
uur neonataal
3
Bij flesvoeding: geef voeding naargelang de
toestand van de baby en/of dienstprotocol
4
Laat de kans aan de ouders om hun baby bij zich te
houden of leg hem, in veilige houding, in een
voorverwarmd bedje
5
Controleer de neonatus op regelmatige tijdstippen
binnen de eerste 24u neonataal: zie LE ‘Controle
van de neonatus binnen de eerste 24u en later’
Breng vóór het sluiten van de luier mogelijks
Vaselinezalf aan de billetjes (voorkomt het
aankleven van meconium)
Beluister eventueel de hartslag(tel) en de
longvelden met de stethoscoop
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
1. Aspireren van het mondje van de neonatus
d.m.v. een gummipeertje
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
Zorgvrager
NAZORG
Voorkom warmteverlies
Zorgverlener
Materiaal
steriel gummipeertje
nierbekkentje of cellulose
Duw secreten volledig uit, trek reinigings/
ontsmettingsstof (bvb.: HAC-oplossing,
respecteer de contacttijd!) in het peertje
op, spoel overvloedig na, spuit volledig
leeg, droog, verpak en laat steriliseren
Omgeving De omgevingstemperatuur is aangepast in het
kader van de zorg aan de neonatus
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
STAP
ACTIE
OPMERKINGEN
1
Pas gedoseerde immobilisatie toe van het hoofdje
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
Houd het mondje open door duim en
middenvinger zachtjes op de wangetjes tussen
beide kaaksbeenderen te brengen
2
Duw het peertje plat
Breng het peertje in de mond-/keelholte en
aspireer slijmen, bloed en vruchtwater die zich
daar bevinden
Laat het platgedrukte peertje langzaam los
en maak ondertussen soepele heen- en
weergaande bewegingen ter hoogte van de
oropharynx
Duw de inhoud leeg in een nierbekkentje of op
cellulose
3
Herhaal stap 2 tot de mond-/keelholte en het
mondje vrij zijn
Observeer constant de baby en stop de
aspiratie bij vermoeden van stresssymptomen
CAVE: bradycardie
4
Herhaal, indien nodig, stap 2 ter hoogte van
beide neusgaatjes
Opgelet: oppervlakkige inbrengdiepte
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
2. Aspireren van het mondje en neusje van de
neonatus d.m.v. een slijmzuiger (De Leesuctioncatheter)
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
zorgvrager
NAZORG
Voorkom warmteverlies
zorgverlener
materiaal
slijmzuiger
Weggooien bij verbrandbaar materiaal
vuilbakje
omgeving
De omgevingstemperatuur is aangepast in
het kader van de zorg aan de neonatus
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
ACTIE
OPMERKINGEN
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
STAP
1
Haal de slijmzuiger uit de verpakking
Neem het mondstuk tussen de lippen
Pas gedoseerde immobilisatie toe van het hoofdje
In de mate van het mogelijke ligt het
hoofdje van de baby een weinig lager dan
de romp
Houd het mondje open door duim en
middenvinger zachtjes op de wangetjes tussen
beide kaakbeenderen te brengen
2
3
Aspireer mond en oropharynx d.m.v. vlotte heenen weerbewegingen
Let op: het opvangreservoir hangt verticaal
Herhaal (indien nodig) tot het mondje en
oropharynx vrij zijn
Observeer constant de baby en stop de
aspiratie bij vermoeden van stresssymptomen
CAVE: aspireren van secreten in eigen
mond
CAVE: bradycardie
3
Aspireer ev. de neus (beide neusgaatjes)
5
Evalueer het aspiratievocht (hoeveelheid, kleur,
samenstelling)
Opgelet: oppervlakkige inbrengdiepte
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
3. Aspireren van het mondje, neusje, slokdarm en
maagje v.d. neonatus d.m.v. een slijmzuiger (De
Lee-suctioncatheter)
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
zorgvrager
NAZORG
Voorkom warmteverlies
zorgverlener
materiaal
slijmzuiger
Weggooien bij verbrandbaar materiaal
vuilbakje
omgeving
De omgevingstemperatuur is aangepast in
het kader van de zorg aan de neonatus
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
Aspireer de slokdarm en het maagje enkel
op strikte indicatie:
zie module ‘De probleemneonatus’
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
STAP
1
ACTIE
Haal de slijmzuiger uit de verpakking
Neem het mondstuk tussen de lippen
Pas gedoseerde immobilisatie toe van het hoofdje
OPMERKINGEN
In de mate van het mogelijke ligt het
hoofdje van de baby een weinig lager dan
de romp
Houd het mondje open door duim en
middenvinger zachtjes op de wangetjes tussen
beide kaakbeenderen te brengen
2
Aspireer mond en oropharynx d.m.v. vlotte heenen weerbewegingen
Let op: het opvangreservoir hangt verticaal
CAVE: aspireren van secreten in eigen
mond
3
Herhaal (indien nodig) tot het mondje en
oropharynx vrij zijn
Observeer constant de baby en stop de
aspiratie bij vermoeden van stresssymptomen
CAVE: bradycardie
4
Aspireer ev. de neus (beide neusgaatjes)
Breng de katheter via de mond- en keelholte
Opgelet: oppervlakkige inbrengdiepte
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
5
voorzichtig tot in de slokdarm en maag
Zuig aan het mondstuk terwijl je de slijmzuiger met een
gelijkmatige en zachte beweging uittrekt
Herhaal de handeling naargelang de noodzaak
Evalueer het aspiratievocht (hoeveelheid, kleur,
samenstelling)
M4
•
Pas geen zuigkracht toe !!!
•
Inbrengdiepte = afgemeten lengte mond –
oor – xyfoïd
•
Maximum 5 sec per aspiratiebeurt (d.w.z.
tijdens het uittrekken van de katheter)
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
4. Aspireren van het mondje en neusje van de
neonatus d.m.v. een aspiratiesonde
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
Zorgvrager
NAZORG
Voorkom warmteverlies
Zorgverlener
Materiaal
Benodigdheden:
steriele aspiratiesonde, Ch/FG n° 8 of 10
aspiratiemogelijkheid met manometer,
verlengstuk en connectiestuk
eventueel water om de sonde tijdens het
gebruik door te spoelen
Spoel de leidingen door met HAC-oplossing,
spoel na met water. Reinig en ontsmet de
buitenkant van de leidingen
Ledig, reinig en ontsmet de opvangbokaal.
Vernieuw de leidingen en bokaal,volgens
dienstprotocol, op vaste tijdstippen.
materiaal voor nazorg
vuilbakje
Voorbereiding:
controleer de negatieve druk van de
aspiratiemogelijkheid: tussen 100 à 200
mmHg (= 0,1 à 0,2 bar)
monteer de aspiratiesonde op het
connectiestuk
Omgeving Aangepaste omgevingstemperatuur
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
ACTIE
OPMERKINGEN
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
STAP
1
Haal de sonde uit de verpakking
Schakel het toestel aan
Pas gedoseerde immobilisatie toe van het hoofdje
Op het reanimatieplatform ligt de baby met
het hoofdje naar de zorgverlener gericht en
een weinig lager dan de romp
Fixeer met één hand het hoofdje, haak de
onderkaak achter de stijgende tak aan en breng
het neusje richting Zenith. Houd het mondje
geopend
2
Aspiratie mond en oropharynx d.m.v. vlotte
heen-en weerbewegingen
Observeer constant de baby en stop de
aspiratie bij vermoeden van stress-
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
symptomen
CAVE: bradycardie
3
Herhaal, indien nodig, aspiratie t.h.v. beide
neusgaatjes (doseer hierbij de bewegingen)
4
Evalueer het aspiratievocht (hoeveelheid, kleur,
samenstelling)
Opgelet: oppervlakkige inbrengdiepte
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
5. Aspireren van het mondje, neusje, slokdarm en
maagje van de neonatus d.m.v. een aspiratiesonde
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
Zorgvrager
NAZORG
Voorkom warmteverlies
Zorgverlener
Materiaal
Benodigdheden:
steriele aspiratiesonde, Ch/FG n° 8 of 10
aspiratiemogelijkheid met manometer,
verlengstuk en connectiestuk
eventueel water om de sonde tijdens het
gebruik door te spoelen
materiaal voor nazorg
Spoel de leidingen door met HAC-oplossing,
spoelen na met water. Reinig en ontsmet
de buitenkant van de leidingen.
vuilbakje
Ledig, reinig en ontsmet de opvangbokaal.
Vernieuw de leidingen en bokaal,volgens
dienstprotocol, op vaste tijdstippen.
Voorbereiding:
controleer de negatieve druk van de
aspiratiemogelijkheid
Tussen 100 à 200 mmHg (= 0,1 à 0,2 bar)
monteer de aspiratiesonde op het
connectiestuk
omgeving Aangepaste omgevingstemperatuur
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
Aspireer de slokdarm en het maagje enkel
op strikte indicatie:
zie module ‘De probleemneonatus’
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
STAP
1
ACTIE
Haal de sonde uit de verpakking
Schakel het toestel aan
Pas gedoseerde immobilisatie toe van het hoofdje
Fixeer met één hand het hoofdje, haak de
onderkaak achter de stijgende tak aan en breng
het neusje richting Zenith. Houd het mondje
geopend
OPMERKINGEN
•
Op het reanimatieplatform ligt de baby met
het hoofdje naar de zorgverlener gericht en
een weinig lager dan de romp
PROTOCOL VROEDKUNDE
Aspireren van de
neonatus
M4
2
Aspiratie mond en oropharynx d.m.v. vlotte
heen-en weerbewegingen
Observeer constant de baby en stop de
aspiratie bij vermoeden van stresssymptomen
CAVE: bradycardie
3
Herhaal, indien nodig, aspiratie t.h.v. beide
neusgaatjes (doseer hierbij de bewegingen)
Opgelet: oppervlakkige inbrengdiepte
4
Hef negatieve druk op, geleid de sonde over de tong
naar de keelholte tot in de slokdarm (eventueel
maagje)
Breng negatieve druk tot stand en verwijder de sonde
met een gelijkmatige, vloeiende en langzame beweging
De katheter kan ook voorzichtig via een neusgaatje tot
in de slokdarm en maag gebracht worden
5
Herhaal waar nodig, binnen de grenzen van de
veiligheid
6
Evalueer het aspiratievocht (hoeveelheid, kleur,
samenstelling)
Voorzichtig en niet bruusk!!!
CAVE: larynxspasme
Pas geen zuigkracht toe!!!
Inbrengdiepte = afgemeten lengte neus –
oor – xyfoïd
Maximum 5 sec per aspiratiebeurt (d.w.z.
tijdens het uittrekken van de katheter)
CAVE: bij weerstand en aandringen kan
irritatie van het neusslijmvlies en
oedemateuse reactie volgen met
ademhalingsproblemen
PROTOCOL VROEDKUNDE
M5
Wegen van de
neonatus
Wegen van de neonatus
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema:zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
zorgvrager
Kleed de baby volledig uit (neem ook het
navelstrengstomverband weg)
NAZORG
Kleed de baby vlug aan of vervolg uw
verdere zorgen
zorgverlener
materiaal
Benodigdheden:
weegschaal
luier of luiervervangend materiaal
Voorbereiding:
Leg een luier op de weegschaal
Kijk na of de met luier bedekte weegschaal
vrij staat, op een veilige plaats en nergens
tegenaan leunt
Bij gebruik van een persoonlijke
weegschaal: reinig deze indien zij tijdens
het gebruik bevuild werd
Bij gebruik van een niet-persoonlijke
weegschaal:
verwijder de luier (indien proper kan deze
nog verder gebruikt worden voor de baby
die hierop gewogen werd),
reinig en ontsmet
Zet de weegschaal klaar:
o
Bij een digitale weegschaal: zet de
weegschaal aan en controleer op
nulweergave
o
Bij een mechanische weegschaal: zet
het gewichtsblokje van de kg en gram op
nulpunt
Ontgrendel de weegschaal
Controleer of het beweegbare deel van de
weegschaal in evenwicht staat met het
ijkpunt
Regel, indien nodig, bij met de daartoe
bestemde mogelijkheden naar gelang het
type weegschaal
Blokkeer de weegschaal
Indien gekend: stel het gewicht van de
vorige dag in
omgeving
Pas de omgevingstemperatuur aan (tussen 23 –
25°C)
BASISPRINCIPES
hygiëne
veiligheid
Veiligheid steeds optimaliseren!!!
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
Vermijd steeds rechtstreeks contact van de
baby met de koude weegschaal
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
PROTOCOL VROEDKUNDE
Wegen van de
neonatus
STAP
1
ACTIE
Digitale weegschaal
Leg de naakte baby, nergens tegenaan
leunend, op de weegschaal
Wacht tot het gewicht van de baby op de
display verschijnt, lees af en noteer
onmiddellijk
Neem de baby van de weegschaal en voer
verdere zorgen uit
2
Mechanische weegschaal
Leg de naakte baby, nergens tegenaan
leunend, op de weegschaal
Ontgrendel de weegschaal
Weeg het kind door het verschuiven van
achteréénvolgens het blokje van de kgindicatie en het blokje van de gram-indicatie
tot evenwicht bekomen wordt
Blokkeer de weegschaal
Neem de baby van de weegschaal en voer
verdere zorgen uit (noteer achteraf)
M5
OPMERKINGEN
Bij de digitale weegschaal met
geheugenfunctie kan het gewicht achteraf
genoteerd worden
PROTOCOL VROEDKUNDE
Temperatuuropname
bij de neonatus
M4/M5
Temperatuuropname bij de neonatus
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
Zorgvrager
NAZORG
Evalueer en interpreteer de bekomen
temperatuurwaarde volgens de methode
van opname en reageer op gepaste wijze
Zorgverlener
Materiaal
Benodigdheden:
medische thermometer
celstofdoekje of gaasje
reinigingsmiddel
ontsmettingsmiddel indien de thermometer
voor algemeen gebruik is
Voorbereiding:
Controleer de thermometer: gaaf? rein?
Sla de thermometer af tot het kwik onder de
35°C gedaald is of activeer hem (digitale
thermometer)
Bij gebruik van een persoonlijke
thermometer:
reinig de thermometer huishoudelijk, spoel
en droog goed na, bewaar hem in een
proper en droog recipiënt
Bij gebruik van een niet-persoonlijke
thermometer voor algemeen :
reinig de thermometer huishoudelijk,
ontsmet (respecteer hierbij de nodige
contacttijd), spoel en droog goed , bewaar
hem in een proper en droog recipiënt
Omgeving
BASISPRINCIPES
hygiëne
veiligheid
Veiligheid steeds optimaliseren !!!
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
Geef aangepaste informatie en stimuleer de
zorg naar het kind
beleving
zelfzorg
comfort
Vermijd steeds rechtstreeks contact van de
baby met een koude onderlaag (o.a. op
weegschaal en verzorgingskussen)
ergonomie
economie
STAP
1
ACTIE
Axillaire temperatuuropname
Maak de bovenkledij van de baby los
OPMERKINGEN
Deze methode is te transfereren naar de
temperatuuropname t.h.v. de liesplooi
Plaats voorzichtig de thermometer onder het
hemdje dwars ten opzichte van de okselholte
van de baby
Sluit het armpje aan tegen de romp en fixeer
met gedoseerde kracht
Laat de thermometer gedurende de nodige
tijd ter plaatse
Tijdsduur:
o
kwikkolom stopt met stijgen
o
geluidssignaal bij digitale thermometer
PROTOCOL VROEDKUNDE
Temperatuuropname
bij de neonatus
M4/M5
Verwijder de thermometer, leg hem terzijde
op een veilige plaats
Voer eventueel verdere zorgen uit
2
Huidtemperatuuropname
Maak de kledij van de baby los
Voor deze methode: maak steeds gebruik
van een aangepaste, ‘rechte’ thermometer
Plaats voorzichtig de thermometer onder het
hemdje en zorg voor goed huidcontact
Laat de thermometer gedurende de nodige
tijd ter plaatse
Tijdsduur:
o
kwikkolom stopt met stijgen
Verwijder de thermometer, leg hem terzijde
op een veilige plaats
o
geluidssignaal bij digitale thermometer
Voer eventueel verdere zorgen uit
3
Rectale temperatuuropname
Doe de sokjes uit of maak de beentjes vrij in
geval van kruippakje
Maak de luier los, controleer de inhoud
Reinig het luiergebied, werp de vuile luier
weg
Plooi de beentjes soepel op het buikje en
fixeer met gedoseerde kracht
Breng voorzichtig de bevochtigde
thermometer rectaal in tot net voorbij het
kwikreservoir
Houd de thermometer op de juiste diepte ter
plaatse, laat deze losjes gefixeerd in de hand
liggen terwijl je contact houdt met de stuit
van de baby
Laat de thermometer gedurende de nodige
tijd ter plaatse
Verwijder de thermometer, ontdoe hem van
het zichtbare vuil en leg hem veilig terzijde
op een celstofdoekje
Voer eventueel verdere zorgen uit
Tijdsduur:
o
kwikkolom stopt met stijgen
o
geluidssignaal bij digitale thermometer
PROTOCOL VROEDKUNDE
Navelstrengstompverzorging
M5
Navelstrengstompverzorging (NSS-verzorging)
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
Zorgvrager
NAZORG
Voorkom warmteverlies
Zorgverlener
Materiaal
De benodigdheden kunnen, naargelang het
dienstprotocol sterk verschillend zijn
Mogelijke benodigdheden:
ontsmettingsalcohol à 60° (70°)
Sicombyl
Eosine waterige oplossing 2%
navelsetje of deppers+ gaasjes of gaasjes
(al of niet steriel), navelverbandje of –netje
nierbekken of vuilbakje
omgeving
Aangepaste omgevingstemperatuur
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
ACTIE
OPMERKINGEN
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
STAP
1
Bij gebruik van een navelnetje: breng dit via
de beentjes t.h.v. de maagstreek aan
Reinig en ontsmet op hygiënische manier de
NSS/navelzone:
2
o
niet opgedroogde NSS: achtereenvolgens
het snijvlak, klem, stomp, inplanting
o
opgedroogde NSS: achtereenvolgens
inplanting, stomp, klem, snijvlak
o
afgevallen NSS: navelputje en directe
omgeving
Volgens dienstprotocol:
Schuif een splitcompres onder de NSS,
bestrooi met Sicombyl, wikkel in en fixeer de
NSS met netje of verbandje OF
Breng een gaasje rond de NSS en fixeer al of
niet met netje of verband OF
stel de NSS volledig bloot aan de lucht
Het dienstprotocol kan inhouden dat er
noch gereinigd, noch ontsmet wordt
Beperk het contact met het materiaal tot
een minimum
Controleer Sicombylrestjes op de huid en,
indien aanwezig, verwijder ze (niet blazen!)
Fixatierichting: links-boven indien mogelijk
Het netje of het verbandje heeft tot doel
het compresje te fixeren maar mag geen
enkele druk uitoefenen op het buikje
Zorg dat bij een niet gefixeerde NSS deze
niet door de wegwerpluier bedekt wordt
PROTOCOL
VROEDKUNDE
Luierwisseling bij de
neonatus
M5
Luierverwisseling bij de neonatus
voorbereiding
zorgvrager
nazorg
Voorkom warmteverlies
zorgverlener
materiaal
Benodigdheden:
-
Verzorgingskussen, bedekt met molton of
luier, op een beveiligd werkvlak
-
wegwerpluiers of stoffen luiers +
veiligheidsspelden
-
stuitreinigend middel (babyolie, hypoallergische lotion of zachte toiletmelk,
neutrale zeep + washandje + handdoek +
water)
-
eventueel een stuitbeschermend middel
(vb. Zwitsal-zalf)
-
eventueel middel voor behandeling van
huiduitslag thv het luiergebied (vb.
Bepanthol, Newderm, Eosine 2% waterige
oplossing)
-
linnenemmer en vuilbakje
Wegwerpluiers bij verbrandbaar materiaal,
wasbaar linnen in de linnenzak
omgeving
basisprincipes
Algemene aandachtspunten
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
Stimuleer de moeder om, indien mogelijk, zelf de
luierverwisseling toe te passen
comfort
ergonomie
economie
stap
1
2
actie
-
Leg de baby in ruglig op het
verzorgingskussen en verwijder de sokjes of
open het kruippakje
-
Open de luier en observeer de inhoud + het
luiergebied
-
Leg, indien weinig bevuild, de luier dubbel
onder de stuit
-
Reinig het luiergebied en verwijder de vuile
opmerkingen
Bij gebruik van een wegwerpluier: neem zoveel
mogelijk ontlasting weg met een proper
gedeelte van de luier
Na het reinigen van het luiergebied met
luier indien deze nog aanwezig was
reinigingsdoekjes: steeds nadrogen
Bij geïrriteerde stuit: geen gebruik maken van
babyolie of reinigingsdoekjes
3
4
-
Leg de propere luier onder de stuit en pas
eventueel stuitpreventie/stuitbehandeling toe
-
Fixeer de luier doelmatig met voldoende
mogelijkheid tot ademhalingsbewegingen
-
Geef de baby terug aan de moeder of
installeer hem comfortabel in zijn bedje
PROTOCOL VROEDKUNDE
Medicati e bij de
neonatus:
oogindruppeling, per
os,IM in bil- en
dijspier
1. Medicatie bij de neonatus: oogindruppaling
Zie algemeen werkschema
voorbereiding
zorg­
vrager
nazorg
Zuivere
zorg­
verlener
materiaal
1
omgeving
basisprincipes
Algemene aandachtspunten
stap
actie
opmerkingen
1
Fixeer beide armpjes met beide polsgedeelten
terwijl men het hoofdje van het kind tussen de
linker- en rechterhand bipariëtaal fixeert
Open voorzichtig en zachtjes de oogleden of druk ze
naar elkaar toe (zodat de oogleden omklappen)
Laat 1druppel per oogje vallen op het onderste
ooglid en houd het oogje hierna nog wat open zodat
de druppel zich over de ganse oogbol verdeelt
Dep,na het loslaten van de oogleden, het teveel
aan medicatie op met een gaasje of deppertje
hygiëne
velligheld
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
Wanneer de oogjes angstvallig worden
toegeknepen: laat 2 druppels in de nasale
ooghoek vallen zodat daar een klein plasje
gevormd wordt. Bij het minste knipperen wordt
hier dan ook het gewenste doel bereikt
Bij gebruik van oogzalf: breng de zalf tangentieel
aan op het onderste ooglid en verdeel de zalf over
de oogbol door de oogleden zachtjes te openen en
te sluiten
PROTOCOL V ROEDKUNDE
Medi catie bij
de neonatus:
oogindruppeling, per
os,IM in bil- en
dijspi er
2. Medicatie bij de neonatus: toediening per os
Zie algemeen werkschema
voorbereiding
zorg­
vrager
Mondje vrij van
zorg­
verlener
Kijk de
na:
nazorg
toe
dosis,
materiaal
In
een
klein
van de
klein
van de
Reine(of
om de
baby toe te
van het
van de
Spa
aan
2 metalen
een klein
en
aan
Los,
Trek de
of
het
mi)
de
op in het
en
omgeving
basisprincipes
Algemene aandachtspunten
actie
opmerkingen
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
stap
1
Druppels per os
Bescherm de kledij van de baby
Pas gedoseerde immobilisatie toe van het hoofdje en
houd het mondje open door duim en middenvinger
zachtjes op de wangetjes tussen beide
PROTOCOl VROEDKUNDE
Medicatie bij de
neonatus:
oogindruppeling, per
os,IM i n bil- en
dijspi er
te
het
aantal
langs de
van het
Zorg dat de
laat de
2
niet uit het
Bescherm de
Pas
houd het
op de
loopt
naar de
van de
toe van het hoofdje
open door duim en
tussen
te
Breng het
van het
CAVE: risico op
niet
naar de
van de
de baby een
te
naar
van een
Dien de
Zorg dat de
laat de
CAVE: risico op
niet
niet
het
loopt
is
PROTOCOL VROEDKUNDE
Medicatie bij de
neonatus:
oogindruppeling,per
os,IM in bil- en
dijspier
3. Medicatie bij de neonatus: intra-musculaire toediening
t.h.v. de bilspier
Zie algemeen werkschema
nazorg
voorbereiding
zorg­
vrager
Leg de baby op zijn buikje met de armpjes in
hoekvorm naar omhoog en kijk na of de baby zijn
hoofdje zijwaarts richt
Het stuitgedeelte is vrijgemaakt
zorg­
verlener
Kijk de medicatie na: juiste medicament, toe te
dienen dosis,vorm, toedieningswijze, vervaldatum
materiaal
Benodigdheden:
-medicatie
- aangepast spuitje volgens op te trekken mi
- optreknaald
- SC- of ID-naald
- deppers of gaasjes of Pur Zellin
- ontsmettingsstof
- nierbekken
- naaldcontainer
Voorbereiding:
Zie theorie en protocol IM-inspuiting
omgeving
basisprincipes
Algemene aandachtspunten
hygiëne
Identificeer héél nauwkeurig de injectieplaats
veiligheid
Fixeer de bilspier
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
stap
1
actie
Neem de spuit, droge depper en depper met
ontsmettingsstof in de linker hand
Bepaal de injectieplaats: trek t.h.v. de stuit
(denkbeeldig) een horizontale lijn vanaf het einde
van de bilnaad naar de zijkant, trek (denkbeeldig)
op het midden van deze horizontale lijn een
verticale lijn = je bekomt 4 kwadranten
(zie ook protocol IM-inspuiting)
opmerkingen
Identificeer extra de injectieplaats door je
wijsvinger t.h.v. de heupkam te plaatsen en de
duim t.h.v. het einde van de bilplooi: verdeel die
a fsta nd in 3 gelijke delen. De juiste injectieplaats
= 1/3 gerekend vanaf de heupkam
(zie ook protocol IM-inspuiting)
PROTO
COL VROEDKUNDE
Medicatie bij de
neonai:us:
oogindruppeling, per
os, IM in bil- en
dijspier
Fixeer met de linkerpols en linkervoorarm de baby
Ontsmet het bovenste buitenste kwadrant
Neem de spuit in de rechterhand
Plaats wijsvinger en duim van de linkerhand t.h.v.
de bilspier en baken hiermee het midden van dit
kwadrant af
Steun je rechterhand en prik met een vlotte
polsbeweging de bilspier aan (zie ook protocol IM­
inspuiting)
Immobiliseer de naalddiepte met de linkerduim en
linkerwijsvinger
Doe de aspiratietest
Indien geen bloed in de spuit komt: dien de
medicatie vloeiend toe (gedoseerd, afhankelijk van
de soort medicatie) terwijl de naalddiepte constant
gehouden wordt
Verwijder de spuit en naald uit de bilspier
Dep de injectieplaats na en verdeel de medicatie
door zacht na te wrijven
Observeer de reacties van de baby tijdens gans
de interventie
PROTOCOL VROEDKUNDE
Medicatie bij de
neonatus:
oogindruppeling,per
os,IM in bil- en
dijspi er
4. Medicatie bij de neonatus: intra-musculaire toediening
t.h.v. de dijspier
Zie algemeen werkschema
voorbereiding
zorg­
vrager
Leg de baby op zijn
zorg­
verlener
Kijk de
dienen dosis,
nazorg
Maak de
na:
toe
materiaal
volgens op te
aantal
SC- of
of gaasjes of Pur
-
Zie theorie en
omgeving
basisprincipes
Algemene aandachtspunten
hygiëne
Identificeer héél nauwkeurig de injectieplaats
veiligheid
Fixeer de dijspier
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
stap
actie
1
Neem de spuit, droge depper en depper met
ontsmettingsstof in de linker hand
Bepaal de injectleplaats: verdeel de afstand tussen
de grote trochanter en de knie in 3 gelijke delen en
bepaal het middelste derde deel
Strek de dij en immobiiiseer met de linker handpalm
het beentje t.h.v. de knie
Ontsmet het middelste derde deel
Neem de spuit in de rechterhand
Baken met duim en wijsvinger het middelste derde
deel van de dijspier af
opmerkingen
PROTOCOL VROEDKUNDE
Medicatie bij de
ne·onatus:
oogindruppeling,per
os,IM in bil - en
dijspier
Steun je rechterhand en prik met een vlotte
polsbeweging de dijspier aan
Immobiliseer de naalddiepte met de linkerduim en
linker wijsvinger
Doe de aspiratietest
Indien geen bloed in de spuit komt: dien de
medicatie tamelijk vlot toe terwijl de naalddiepte
constant gehouden wordt
Verwijder de spuit en naald uit de dijspier
Dep de injectieplaats na en verdeel de medicatie
door zacht na te wrijven
I
'
Men prikt met een hoek van 45° de dijspier in de
lengte-as van het beentje aan, de naald lichtjes
naar beneden gericht, richting knie
Observeer de reacties van de baby tijdens gans
de interventie
PROTOCOL VROEDKUNDE
Meten van de
neonatus:
lichaamslengte en
schedelomtrek
M5
1. Meten van de lichaamslengte bij de baby
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
Zorgvrager
NAZORG
Hoofdje en voetjes vrij van kledij
Zorgverlener
Materiaal
Meetlat of meetbak of lintmeter
Omgeving
Aangepaste omgevingstemperatuur
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
ACTIE
OPMERKINGEN
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
STAP
1
Gebruik van meetlat/meetbak
Leg de baby met de vertex tegen het
vastopstaand gedeelte ( = nulpunt) van de
meetlat/meetbak
Strek één van de beentjes t.h.v. van de knie
voorzichtig plat (het hoofdje mag niet mee
naar beneden schuiven en de hals moet in
het verlengde van de ruggengraat liggen)
Houd het voetje in een rechte hoek t.o.v. het
onderbeentje
Verplaats het verschuifbaar opstaand
gedeelte van de meetlat/meetbak tot tegen
het voetje
Lees de waarde (in cm) af
2
Gebruik van lintmeter
Leg de baby met de vertex tegen het
vastopstaand gedeelte ( = nulpunt) van de
muur
Strek één van de beentjes t.h.v. van de knie
voorzichtig plat (het hoofdje mag niet mee
naar beneden schuiven en de hals moet in
het verlengde van de ruggengraat liggen)
Houd het voetje in een rechte hoek t.o.v. het
onderbeentje en duid met een vinger de
PROTOCOL VROEDKUNDE
Meten van de
neonatus:
lichaamslengte en
schedelomtrek
M5
plaats aan waar het voetzooltje loodrecht
eindigt op de onderlaag
Meet met de lintmeter de afstand van de
muur en het aangemerkte punt
Lees de waarde (in cm) af
2. Meten van de schedelomtrek bij de neonatus
Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema: zorg aan de neonatus”
VOORBEREIDING
zorgvrager
NAZORG
Hoofdje vrij
zorgverlener
materiaal
Lintmeter of aangepast meetlint
omgeving
Aangepaste omgevingstemperatuur
BASISPRINCIPES
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
STAP
ACTIE
OPMERKINGEN
1
Steun de baby t.h.v. de rug en het hoofdje
met linkerarm en hand en houd hem
halfrechtzittend
hygiëne
veiligheid
beleving
zelfzorg
comfort
ergonomie
economie
Leg de lintmeter met het beginpunt boven
het rechteroortje en houd de lintmeter daar
met de linkerduim ter plaatse
Bevoel het achterhoofsbeen, lokaliseer de
achterhoofdsknobbel, leg daar de lintmeter
bovenop en fixeer met de linkerhand
Omsluit nu verder het hoofdje met de
lintmeter: boven het linkeroortje, over het
voorhoofdje en sluit aan met het beginpunt
van de lintmeter
Lees de waarde (in cm) af
Werk als linkshandige net tegenovergesteld