(APB HC). Goedkeuring. (pdf

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
Vergadering van 26 juni 2014
Verslag van de deputatie
Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé
Agenda nr. 3/5
Telefoon: 03 240 52 48
Wijziging van artikel 15 van de statuten van het autonoom
provinciebedrijf Havencentrum (APB HC). Goedkeuring.
Het autonoom provinciebedrijf Havencentrum (APB HC) werd opgericht bij
provincieraadsbesluit van 28 november 2013. Deze oprichting en de statuten
werden goedgekeurd door het ministerieel besluit van 3 maart 2014 met
uitzondering van de vaststelling van artikel 15, eerste lid van de statuten, in
zoverre dit artikel de situatie van de vertegenwoordiging in rechte betreft.
Artikel 15 eerste lid van de statuten bepaalt dat het directiecomité het
provinciebedrijf vertegenwoordigt in en buiten rechte als eiser of als verweerder.
Artikel 229 van het provinciedecreet bepaalt evenwel dat de raad van bestuur het
autonoom provinciebedrijf vertegenwoordigt in rechte als eiser of verweerder.
Overwegende evenwel dat de raad van bestuur slechts maandelijks bij elkaar komt,
kan dit problemen opleveren bij gerechtsprocedures die bij hoogdringendheid
worden ingeleid en waarbij het APB een raadsman (vrouw) dient aan te stellen.
In overleg met het Agentschap Binnenlands Bestuur werd door de raad van bestuur
van het APB HC in vergadering van 20 maart 2014 goedkeuring gehecht aan de
schrapping van artikel 15 en deze te vervangen door :
“Artikel 15 – Vertegenwoordiging
De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te
verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.
Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid.
Hij vertegenwoordigt het bedrijf in en buiten rechte.
Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens
afwezigheid, een door hem gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder verdere
formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van
maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en
buiten gerechtelijke procedures. Van de instelling van rechtsvorderingen wordt
mededeling gedaan aan de eerstvolgende raad van bestuur.”
Met deze formulering kunnen rechtsvorderingen die bij hoogdringendheid worden
ingesteld adequaat behandeld worden en wordt uw raad telkens geïnformeerd.
De gecoördineerde statuten van het
geraadpleegd in de toepassing Sindala.
APB
HC
kunnen
als
bijlage
worden
Uw raad gelieve navolgend besluit goed te keuren.
Dit verslag werd goedgekeurd door de deputatie in zitting van 28 mei 2014.
De provincieraad van Antwerpen,
Gelet op artikel 219 en volgende van het provinciedecreet houdende de
modaliteiten en bepalingen van provinciale extern verzelfstandigde agentschappen;
Gelet op artikel 229 van het provinciedecreet houdende de bevoegdheden van de
raad van bestuur van een autonoom provinciebedrijf;
Gelet op de goedkeuring van de wijziging van artikel 15 van de statuten door de
raad van bestuur van het autonoom provinciebedrijf havencentrum in vergadering
van 20 maart 2014;
Overwegende dat artikel 15 eerste lid van de statuten niet in overeenstemming is
met artikel 229 van het provinciedecreet;
Overwegende dat bij rechtsvorderingen, die bij hoogdringendheid worden ingeleid,
het autonoom provinciebedrijf snel en accuraat moet kunnen optreden;
Overwegende dat de voorzitter van de raad van bestuur bij de eerstvolgende
vergadering mededeling zal doen van de rechtsvorderingen;
Op voorstel van de deputatie,
BESLUIT:
Enig artikel:
Artikel 15 van het autonoom provinciebedrijf Havencentrum wordt geschrapt en
vervangen door :
“Artikel 15 – Vertegenwoordiging
De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te
verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.
Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid.
Hij vertegenwoordigt het bedrijf in en buiten rechte.
Wanneer het belang van het bedrijf zulks vereist, beslist de voorzitter of, bij diens
afwezigheid, een door hem gemachtigd bestuurder, rechtsgeldig en zonder verdere
formaliteit over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van
maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en
buiten gerechtelijke procedures. Van de instelling van rechtsvorderingen wordt
mededeling gedaan aan de eerstvolgende raad van bestuur.”